INHAALBEWEGING SCHOOLINFRASTRUCTUUR VLAANDEREN
ONTWERP iDBFM-Contract Fase Definitief Ontwerp
Zoals bepaald in artikel 6 van het voorcontract
INHAALBEWEGING SCHOOLINFRASTRUCTUUR VLAANDEREN
INDIVIDUEEL DBFM-CONTRACT
212-000.O Provinciaal Technisch Instituut te Hamme
ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN – AFWIJKINGEN
Dit Individueel DBFM-Contract werd opgesteld met inachtname van de bepalingen van de wetgeving overheidsopdrachten en meer bepaald het KB van 8 januari 1996 en het KB van 26 september 1996 en zijn bijlage, aangevuld en, waar nodig gewijzigd, met alle nodige bepalingen vereist voor de opdracht.
Gezien de bijzondere eisen van de opdracht wijkt dit Individueel DBFM-Contract af van de artikelen 1, 2, 3, 4, 5 , 6, 7, 8, 9, 10 §1, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24 t.e.m.
48, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74 en 75 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden zoals vastgelegd in de Bijlage bij het KB van 26 september 1996.
Als Bijlage 21 (Algemene Aannemingsvoorwaarden) gaat een overzicht met de artikelen van de AAV waarin, artikel per artikel, wordt aangegeven welke bepalingen van de AAV werden behouden, gewijzigd of vervangen, samen met de gebeurlijk vereiste uitdrukkelijke motivering hiervoor.
Behoudens andersluidend beding is derhalve uitsluitend het onderhavige Individueel DBFM-Contract van toepassing op de Opdracht, met uitsluiting van de oorspronkelijke Algemene Aannemingsvoorwaarden.
INHOUDSTAFEL
ARTIKEL 7. PERIODE TOT VOORLOPIG BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT ARTIKEL 8. TOEGANG TOT DE BOUWPLAATS
ARTIKEL 9. DEFINITIEF BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT
ARTIKEL 10. PERIODE VANAF HET VOORLOPIG BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT ARTIKEL 11. ALGEMENE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE PROMOTOR ARTIKEL 12. OVERDRACHT VAN DE INSTELLING
ARTIKEL 13. GEBRUIK VAN DE INSTELLING ARTIKEL 14. FINANCIERING
ARTIKEL 16. TEKORTKOMINGEN EN MAATREGELEN VAN AMBTSWEGE ARTIKEL 17. GEVAL VAN UITSTEL EN GEVAL VAN VERGOEDING ARTIKEL 18. WIJZIGINGEN
ARTIKEL 19. BEËINDIGING, NIET-NAKOMING, SCHADE ARTIKEL 20. OVERMACHT
ARTIKEL 21. AANSPRAKELIJKHEID EN VRIJWARINGEN ARTIKEL 22. VERZEKERINGEN
ARTIKEL 23. VERTEGENWOORDIGING EN OVERLEG INRICHTENDE MACHT EN PROMOTOR
Dit Individueel DBFM-Contract is gedateerd (de
Contractdatum).
(1) Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, gevestigd te Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0 te 0000 Xxxx, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Deputatie, voor wie handelen Xxxxx Xxxxxx en Xxxxxx Xx Xxxx, in hun hoedanigheid van bevoegde gedeputeerde en provinciegriffier respectievelijk
(2) DBFM Scholen van Morgen NV, met maatschappelijke zetel te Xxxx-Xxxxxxxxxxx 0-00, 0000 Xxxx-Xxxxx-xxx-Xxxx en hebbende als ondernemingsnummer0826.531.555, hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door de bvba Xxxxxx Xxxxxx, vast vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxxxx, in zijn hoedanigheid van General Manager.
Elk een “Partij” of gezamenlijk de “Partijen”.
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Definities zijn opgenomen in Bijlage 1 (Definities).
Artikel 2.1. Strijdigheid tussen bepalingen
(a) Het Contract en de Bijlagen zijn samen te lezen en wederzijds verhelderend.
(b) Indien enige bepaling in het Contract strijdig is met een bepaling opgenomen in een Bijlage of andere documenten, dan prevaleert de bepaling in het Contract boven de bepaling opgenomen in een Bijlage of enig ander document.
Ingeval van strijdigheid van het Ontwerp met de Outputspecificaties en/of de Voorlopige Beschikbaarheideisen en/of de Definitieve Beschikbaarheideisen en/of de Overdrachteisen, primeren de Outputspecificatie, de Voorlopige Beschikbaarheideisen, de Definitieve Beschikbaarheideisen en de Overdrachteisen.
Wanneer van een document zowel een digitale, als een analoge, papieren versie bestaat, zal in geval van tegenstrijdigheid tussen beide versies de analoge, papieren versie primeren.
Ingeval van tegenstrijdigheden in een Bijlage of andere documenten zullen tekeningen, plannen, illustraties of andere niet-geschreven voorstellingen voorrang hebben op geschreven teksten van deze Bijlage of dit document.
Indien verplichtingen van de Promotor tegelijkertijd omschreven worden door plannen, modellen en stalen, bepalen de plannen de vorm, de afmetingen en de aard van het materiaal waaruit het product is vervaardigd; de modellen dienen slechts voor het onderzoek van de afwerking en de stalen om de kwaliteit na te gaan, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk zou blijken uit het Individueel DBFM-Contract.
Ingeval van onderlinge tegenstrijdigheid tussen twee of meer documenten van hetzelfde hiërarchische niveau, zullen vervolgens de bepalingen van het document dat de beste kwaliteit voorziet voorrang hebben op de bepalingen van de andere documenten van hetzelfde hiërarchische niveau.
Artikel 2.2. Diversen
(a) Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, geldt in dit Individueel DBFM-Contract:
(i) verwijzingen naar bepalingen van wet- en regelgeving dienen te worden uitgelegd als verwijzingen naar dergelijke bepalingen, zoals die van tijd tot tijd worden gewijzigd, aangepast, opnieuw vastgesteld of vervangen;
(ii) verwijzingen naar documenten dienen te worden uitgelegd als verwijzingen naar die documenten zoals deze van tijd tot tijd kunnen worden gewijzigd, aangevuld, geherformuleerd of vernieuwd;
(iii) verwijzingen naar artikelen en bijlagen zijn verwijzingen naar artikelen en bijlagen van het document waarin de verwijzing voorkomt (zoals eventueel nadien gewijzigd of aangevuld);
(iv) verwijzingen naar een document verwijzen ook naar de daarbij horende bijlagen; en
(v) alle verwijzingen naar personen, rechtspersonen of overheidsorganen worden geacht eveneens te verwijzen naar eventuele rechtsopvolgers van deze entiteiten.
Artikel 3.1. Kernverplichtingen van de Promotor
De Promotor moet:
(a) de Instelling ontwerpen, bouwen, financieren, onderhouden (overeenkomstig het Eigenaarsonderhoud) en beschikbaar stellen en houden in overeenstemming met dit Individueel DBFM-Contract;
(b) hierbij de risico’s dragen, beheersen en ondergaan die volgens dit Individueel DBFM-Contract te zijnen laste zijn; en
(c) zijn andere verplichtingen op grond van dit Individueel DBFM-Contract nakomen.
Alle kosten die de Promotor moet maken om de hierboven genoemde verplichtingen na te komen, of als gevolg van de hierboven genoemde verplichtingen moet ondergaan, zijn voor zijn eigen rekening, behalve voor zover dit Individueel DBFM-Contract uitdrukkelijk iets anders bepaalt.
De Promotor heeft, welke omstandigheden en gebeurtenissen zich ook voordoen bij de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract,
(i) geen recht op enige betaling door de Inrichtende Macht; en
(ii) geen recht op uitstel of opschorting van de nakoming van zijn verplichtingen;
behalve voor zover een dergelijk recht in dit Individueel DBFM-Contract uitdrukkelijk aan de Promotor wordt toegekend.
Artikel 3.2. Kernverplichtingen van de Inrichtende Macht
De Inrichtende Macht moet:
(a) vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum stipt de Netto Beschikbaarheidvergoeding aan de Promotor betalen in overeenstemming met Bijlage 2 (Betalingsmechanisme);
(b) de risico’s dragen, beheersen en ondergaan die volgens dit Individueel DBFM-Contract te zijnen laste zijn;
(c) zich inspannen om de Promotor in staat te stellen om zijn verplichtingen ingevolge dit Individueel DBFM-Contract na te komen; en
(d) zijn andere verplichtingen op grond van dit Individueel DBFM-Contract nakomen.
De Inrichtende Macht heeft, welke omstandigheden en gebeurtenissen zich ook voordoen bij de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract geen recht op uitstel of opschorting van de nakoming van zijn verplichtingen, behalve voor zover een dergelijk recht in dit Individueel DBFM-Contract uitdrukkelijk aan de Inrichtende Macht wordt toegekend.
Dit Individueel DBFM-Contract eindigt op de Einddatum tenzij het eerder is beëindigd in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) en onverminderd het gestelde in artikel 26.4 (Voortdurende Verplichtingen).
Artikel 5.1. Aanvangsbevel
De Promotor zal er zorg voor dragen dat zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vier (4) maanden na de Contractdatum, de voorwaarden bepaald in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) zijn vervuld.
Artikel 5.2. Criteria Aanvangsbevel
Indien de Promotor aan de Inrichtende Macht het schriftelijk bewijs heeft verstrekt dat hij heeft voldaan aan zijn verzekeringsplicht op grond van artikel 22 (Verzekeringen) en op voorwaarde dat (i) de authentieke akte tot vestiging van het zakelijk recht (waarnaar wordt
verwezen in artikel 5.6 (Zakelijk recht)) werd verleden, (ii) de bijzondere voorwaarden, zoals gestipuleerd onder de Financieringsovereenkomst, zijn vervuld, en (iii) de Inrichtende Macht aan de Promotor een door de Promotor goed te keuren Zekerheid heeft gesteld ter dekking van de verplichtingen van de Inrichtende Macht ingevolge huidig Individueel DBFM-Contract, geeft de Inrichtende Macht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk tien (10) Werkdagen nadat aan al deze voorwaarden is voldaan, het Aanvangsbevel. Een afschrift van dit Aanvangsbevel wordt naar AGIOn verstuurd.
Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat de voorwaarden betreffende (i) de authentieke akte tot vestiging van het zakelijk recht, (ii) de vervulling van de bijzondere voorwaarden gestipuleerd onder de Financieringsovereenkomst, en (iii) het stellen door de Inrichtende Macht van een door de Promotor goed te keuren Zekerheid uitsluitend ten voordele van de Promotor zijn bedongen zodat enkel deze laatste afstand kan doen van deze voorwaarden met het oog op het verstrekken van het Aanvangsbevel.
Artikel 5.3. Aanvangsgarantie
(a) De Promotor overhandigt aan de Inrichtende Macht, uiterlijk tien (10) Werkdagen na het Aanvangsbevel, tot zekerheid van de goede uitvoering van de Werkzaamheden door de DBM Aannemer op grond van dit Individueel DBFM-Contract, ten gunste van de Inrichtende Macht een garantie voor een bedrag van 138.657,36 EUR overeenkomstig het in Bijlage 5 (Model Aanvangsgarantie) opgenomen model (de Aanvangsgarantie). ]
(b) Deze Aanvangsgarantie dient te worden verstrekt door een erkende financiële instelling, met minimaal rating A- zoals gedefinieerd door Standard & Poor’s, A zoals gedefinieerd door Fitch, of A1 zoals gedefinieerd door Moody’s.
(c) De Aanvangsgarantie moet een looptijd hebben tot twee (2) weken na de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum. Op datum van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat zal het bedrag van de Aanvangsgarantie met 50% worden verminderd. Bij afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat wordt het saldo vrijgegeven. Als de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum verschuift, moet de Promotor zorgen voor verlenging van de looptijd van de Aanvangsgarantie met dezelfde periode.
Artikel 5.4. Aanvang Werkzaamheden
De Promotor zal aanvangen met de Werkzaamheden opdat het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat uiterlijk op de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en het Definitief Beschikbaarheidcertificaat uiterlijk op de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum worden verstrekt. Er wordt in dat verband gepreciseerd dat, indien zich Gevallen van Uitstel en / of Gevallen van Vergoeding en / of Gevallen van Overmacht zouden voordoen, de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum desgevallend kunnen worden aangepast overeenkomstig artikel 17.1 (c) en artikel 20.7.
Artikel 5.5. Gevolgen niet-tijdige vervulling voorwaarden
Indien één of meer van de in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) genoemde voorwaarden niet binnen de in artikel 5.1 (Aanvangsbevel) vermelde termijn is vervuld, kan de in artikel
5.1 (Aanvangsbevel) vermelde termijn in gemeenschappelijk overleg in redelijkheid worden verlengd met het aantal kalenderdagen dat de Promotor en de Inrichtende Macht aangewezen lijkt teneinde de Promotor en/of de Inrichtende Macht vooralsnog in staat te stellen de in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) genoemde voorwaarden te vervullen. Deze beslissing, met uitdrukkelijke vermelding van de toegekende bijkomende termijn, wordt schriftelijk meegedeeld aan AGIOn. Indien na deze termijn de voorwaarden nog steeds niet vervuld zijn, zijn de Inrichtende Macht en de DBFM-vennootschap gerechtigd dit Individueel DBFM-Contract te beëindigen met in achtneming van het bepaalde in artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming).
Artikel 5.6. Zakelijk recht
De Inrichtende Macht verleent op de Bouwgrond een zakelijk recht aan de Promotor voor de duur van dit Individueel DBFM-Contract, conform de uitgangspunten opgenomen als Bijlage 4 (Uitgangspunten zakelijk recht). De authentieke akte waarbij de Inrichtende Macht aan de Promotor een zakelijk recht verleent moet binnen de vier (4) maanden na de Contractdatum worden verleden. Een afschrift hiervan wordt overgemaakt aan AGIOn.
Op dit zakelijk recht zijn de bepalingen van de artikelen 12 en 13 §4 al.2 van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing. De Instelling en de Bouwgrond mogen noch met een conventionele hypotheek, noch met een conventionele erfdienstbaarheid, worden bezwaard zonder het schriftelijk en voorafgaand akkoord van de Inrichtende Macht en AGIOn.
Het is de Promotor niet toegestaan andere bouwwerken dan de Instelling te bouwen op de gronden die het voorwerp uitmaken van dit zakelijk recht, ongeacht of deze bouwwerken separaat van de Instelling worden gebouwd dan wel in combinatie daarmee, tenzij en inzoverre het tegendeel blijkt uit huidig Individueel DBFM-Contract en/of de Promotor daarover door middel van een afzonderlijke overeenkomst tot overeenstemming komt met de Inrichtende Macht en AGIOn en tenminste is gewaarborgd dat de Onderwijsactiviteiten niet worden verstoord.
6.1 De Promotor staat zelf in en is als enige verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen, vernieuwen en in stand houden van alle Vergunningen vereist voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het Eigenaarsonderhoud van de Instelling, tenzij het niet tijdig aanvragen, vernieuwen en in stand houden van alle Vergunningen te wijten is aan de Inrichtende Macht. Indien wettelijk vereist zal de Promotor deze Vergunningen aanvragen in naam van de Inrichtende Macht, doch in dat geval niet zonder diens voorafgaande toestemming die niet op onredelijke wijze zal worden geweigerd of vertraagd.
6.2 De Inrichtende Macht zal in redelijkheid zijn medewerking verlenen met het oog op het bekomen van de in artikel 6.1 hiervoor bedoelde Vergunningen.
6.3 De Promotor is als ontwerper verantwoordelijk voor de eventuele aanpassing van het Ontwerp teneinde tegemoet te komen aan de opmerkingen of vragen van de vergunningverlenende instanties.
6.4 De plannen studies en andere documenten die de Promotor (eventueel in naam en voor rekening van de Inrichtende Macht) nodig heeft voor de door hem in te dienen vergunningsaanvragen, dienen aan de Inrichtende Macht tijdig, rekeninghoudend met de termijnen vereist voor het bekomen van definitieve en uitvoerbare vergunningen en de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum van de Instelling, en in voldoende aantal exemplaren door de Promotor te worden xxxxxxxxxxx.Xx Inrichtende Macht beschikt alsdan over een termijn voor nazicht van één (1) maand te rekenen vanaf de datum waarop het dossier werd ontvangen. De tussenkomst van de Inrichtende Macht zal hierbij enkel slaan op de overeenstemming van het vergunningaanvraagdossier met het Individueel DBFM-Contract, zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van de Promotor voor eventuele gebreken in het Ontwerp of de weigering van de vereiste Vergunning(en).
De eventueel verbeterde documenten moeten vervolgens zo spoedig mogelijk opnieuw aan de Inrichtende Macht worden voorgelegd, die over een termijn van tien (10) Werkdagen beschikt om ze te aanvaarden of te weigeren.
6.5 In zijn Bouwplanning dient de Promotor rekening te houden met de voor het nazicht van de vergunningaanvraagdossiers en de voor de afgifte van de Vergunningen vereiste termijnen.
6.6 Tot de Opdracht van de Promotor behoort tevens het uitvoeren en naleven van de gebeurlijk door de vergunningverlenende instanties opgelegde bijzondere vergunningsvoorwaarden die betrekking hebben op de Instelling, ook indien de Vergunningen op naam van de Inrichtende Macht zijn aangevraagd en verkregen.
6.7 Bij afloop van de geldigheids(duur) van een Vergunning staat de Promotor in voor de tijdige vernieuwing, verlenging of wederaanvraag van de betreffende Vergunning, tenzij het verval of de afloop van een Vergunning te wijten is aan de Inrichtende Macht of Personeel van de Inrichtende Macht, en dit conform dezelfde taakverdeling, regels en procedures als voor de oorspronkelijke aanvraag of melding. De Inrichtende Macht zal in dat geval verantwoordelijk zijn voor de vernieuwing, verlenging of wederaanvraag van de betreffende Vergunning.
ARTIKEL 7. PERIODE TOT VOORLOPIG BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT
Artikel 7.1. Ontwerp en bouw
(a) Algemene verplichtingen van de Promotor met betrekking tot ontwerp en bouw
(i) De Promotor zal de Werkzaamheden uitvoeren in overeenstemming met het bepaalde in dit Individueel DBFM-Contract. De Promotor is jegens de Inrichtende Macht als enige verantwoordelijk en aansprakelijk voor het ontwerp, de constructie, de realisatie, de beschikbaarheid en de voltooiing van de Instelling overeenkomstig het Ontwerp, de Outputspecificaties, de Voorlopige Beschikbaarheideisen, de Definitieve Beschikbaarheideisen en de Overdracht-eisen.
(ii) De Instelling moet voldoen aan het Ontwerp, de Outputspecificaties en de Regelgeving.
(iii) De Instelling, exclusief de Eerste Uitrusting, moet voldoen aan de fysische en financiële normen, zoals vastgelegd bij besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en centra voor leerlingenbegeleiding, derwijze dat de Inrichtende Macht voor de toekenning van een DBFM-toelage in aanmerking komt
(b) Aanpassingen door de Promotor in het Ontwerp
(i) Tot de Definitieve Beschikbaarheiddatum kan de Promotor aanpassingen in het Ontwerp voorstellen aan de Inrichtende Macht.
(ii) Voor zover deze aanpassingen (1) geen verhogingen veroorzaken van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding, (2) van ondergeschikte aard zijn, (3) niet leiden tot aantoonbaar nadelige gevolgen voor de Projectactiviteiten en/of Onderwijsactiviteiten, (4) geen aanleiding geven tot hogere gebruiks- of onderhoudskosten of andere aantoonbare kosten voor de Inrichtende Macht en (5) voor het overige in overeenstemming zijn met het bepaalde in dit Individueel DBFM-Contract, zal de Inrichtende Macht, zonder dat daartoe de in artikel 18 (Wijzigingen) voorgeschreven procedure wordt gevolgd, schriftelijk toestemming verlenen.
(iii) Indien de Inrichtende Macht toestemming dient te verlenen als bedoeld in artikel
7.1. (b) (ii) (Aanpassingen door de Promotor in het Ontwerp) zal de Promotor de Inrichtende Macht en AGIOn een kopie verschaffen van het aangepaste Ontwerp.
(iv) Indien de Inrichtende Macht van mening is dat de door de Promotor voorgestelde aanpassingen niet voldoen aan de in artikel 7.1.(b) (ii) (Aanpassingen door de Promotor in het Ontwerp) vermelde voorwaarden, dient de Promotor de in artikel 18 (Wijzigingen) voorgeschreven procedure te volgen.
Artikel 7.2. Bouwplanning
(a) Bouwplanning
De door de Promotor opgestelde Bouwplanning behoort als Bijlage 12 (Bouwplanning) bij dit Contract.
(b) Uitvoering Werkzaamheden
De Promotor dient de Werkzaamheden uit te voeren wezenlijk in overeenstemming met de Bouwplanning.
Aanpassingen aan de Bouwplanning met betrekking tot mijlpalen of met bijkomende hinder voor de Onderwijsactiviteiten tot gevolg, zullen in goed overleg tussen de Promotor en de Inrichtende Macht worden vastgelegd. De Promotor zal de nieuwe gewijzigde Bouwplanning onverwijld meedelen aan de Inrichtende Macht, alsook een afschrift van de gewijzigde Bouwplanning versturen naar AGIOn.
Artikel 7.3. Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat
(i) Indien de Promotor meent dat aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen wordt voldaan, ongeacht of dit het geval is vóór, bij of na het verstrijken van de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum, moet de Promotor daarvan bij ter post aangetekende brief aan de Inrichtende Macht kennis geven en tezelfdertijd om de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat verzoeken. De Promotor dient bij zijn verzoek het Beschikbaarheidsdossier, zoals vermeld in artikel 3 van Bijlage 14 (Voorlopige Beschikbaarheideisen), te voegen. Indien de Inrichtende Macht van oordeel is dat er stukken ontbreken in het Beschikbaarheiddossier, kan zij de Promotor verzoeken deze stukken te bezorgen en bepaalt de Promotor zo nodig een nieuwe Werkdag met het oog op de aflevering van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat.
De Inrichtende Macht kan slechts worden verplicht om over te gaan tot afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat tijdens één van de volgende vakantieperioden, zoals bepaald conform het besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap:
- gedurende de eerste zes (6) weken van de zomervakantie,
- gedurende de eerste twee (2) Werkdagen van de herfstvakantie,
- gedurende de Werkdagen van de eerste week van de kerstvakantie,
- gedurende de eerste twee (2) Werkdagen van de krokusvakantie,
- gedurende de Werkdagen van de eerste week van de paasvakantie.
Hiertoe verricht de Promotor de in de eerste alinea vermelde kennisgeving ten vroegste zes (6) weken en uiterlijk drie (3) weken vóór de aanvang van voormelde vakantieperioden; wordt evenwel om de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat tijdens de zomervakantie verzocht, dan mag de kennisgeving geschieden tot 31 juli.
Op de in de kennisgeving vermelde Werkdag wordt naargelang het geval het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat afgeleverd, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. Een afschrift van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn.
Het nazicht met het oog op de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat geschiedt door de Inrichtende Macht, in aanwezigheid van de Promotor, nadat Partijen onderling een datum hiervoor zijn overeengekomen die niet later mag zijn dan één week vóór de Werkdag die in de hierboven vermelde kennisgeving zal worden aangegeven.
Wanneer slechts afwijkingen van niet essentiële voorwaarden van de Voorlopige Beschikbaarheideisen of de Outputspecificaties worden vastgesteld, deze beperkt zijn in aantal en geen hinder kunnen veroorzaken bij het gebruik, bij de werking of ten aanzien van de levensduur of de veiligheid van de Instelling, zal de Inrichtende Macht het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat afleveren onder beding van een korting wegens minderwaarde, die in redelijkheid zal worden bepaald, of de verplichting voor de Promotor om aan deze afwijkingen uiterlijk binnen een door Partijen overeen te komen periode te verhelpen.
Wanneer Partijen overeenkomen dat er nog werken dienen te worden uitgevoerd, dient dit te gebeuren binnen de termijn voorzien voor de afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat.
De Instelling waarvan is vastgesteld dat ze aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen voldoet, wordt vermoed, tot bewijs van het tegendeel, in die toestand te hebben verkeerd op de datum van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat. Van zodra de Inrichtende Macht de Instelling in gebruik neemt voor Onderwijsactiviteiten, wordt de Instelling geacht aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen te voldoen en zal het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat geacht worden te zijn afgegeven.
(ii) Indien de Instelling niet aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen voldoet, brengt de Promotor de Instelling binnen de hiertoe in gezamenlijk overleg vastgestelde termijn, in overeenstemming met wat vereist is opdat aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen wordt voldaan.
Ook hier geldt echter onverminderd dat de Inrichtende Macht slechts kan worden verplicht om over te gaan tot afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat tijdens één van de vakantieperioden vermeld onder lid (i) hiervoor.
Hiertoe laat de Promotor de Inrichtende Macht andermaal ten vroegste zes weken en uiterlijk drie weken vóór de aanvang van de kerst-, de herfst-, de krokus- of de paasvakantie, respectievelijk tegen uiterlijk 31 juli, bij ter post aangetekende brief weten dat de Instelling aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen voldoet; op de in de kennisgeving vermelde Werkdag wordt vervolgens naargelang het geval een Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. In het laatste geval wordt dezelfde procedure opnieuw gevolgd totdat de Instelling aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen voldoet. Een afschrift van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn.
(iii) Het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat geldt als proces-verbaal van voorlopige oplevering in de zin van artikel 24 §2 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
(iv) De Inrichtende Macht is ervan op de hoogte en erkent dat de Geplande Voorlopige
Beschikbaarheiddatum in onderling overleg met de Xxxxxxxx niet werd vastgelegd gedurende één van de vakantieperioden vermeld in artikel 7.3 (i) van het IDBFM-contract. Niettemin bevestigt de Inrichtende Macht dat, indien op de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum vastgesteld is dat is voldaan aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen, de Inrichtende Macht, in tegenstelling tot wat in artikel 7.3 (i) wordt vermeld, niet kan weigeren over te gaan tot afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat enkel en alleen voor de reden dat voormelde datum niet valt
binnen de voormelde vakantieperioden
ARTIKEL 8. TOEGANG TOT DE BOUWPLAATS
8.1 Vanaf de Aanvangsdatum moet de Inrichtende Macht de Promotor, het Personeel va de Promotor, en Onderaannemers en het Personeel van de Onderaannemers toegang verlenen tot de Bouwplaats voor het uitvoeren van de Werkzaamheden, met uitzondering van de delen van de Bouwplaats aangeduid als “Tijdelijke Bouwplaats” op digitaal plan met referentie “212_ABD_B1C7-03-BouwgrondBouwplaats_20140818.pdf” toegevoegd in map Bijlage 3 van dit Contract, dat toegankelijk moet zijn conform de voorwaarden vermeld in het digitaal document met referentie
“212_ABD_B1C22-blg3-BouwplaatsToelichting_20140818.pdf” toegevoegd in map Bijlage 3 van dit Contract . Vanaf de Aanvangsdatum kan de Inrichtende Macht, diens
aangestelde vertegenwoordigers, afgevaardigden en het Personeel van de Inrichtende Macht slechts toegang krijgen tot de Bouwplaats mits de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de Promotor, met uitzondering van de delen aangeduid als “Tijdelijke Werkzones” op digitaal plan met referentie
“212_ABD_B1C7-03-BouwgrondBouwplaats_20140818.pdf” toegevoegd in map Bijlage 3 van dit Contract, welke toegankelijk zijn voor de Inrichtende Macht conform de voorwaarden in het digitaal document met referentie
“212_ABD_B1C22-blg3-BouwplaatsToelichting_20140818.pdf” toegevoegd in map Bijlage 3 van dit Contract .
8.2 De Promotor moet de wettelijke of door de Inrichtende Macht meegedeelde rechten van derden op toegang tot de Bouwplaats eerbiedigen.
8.3 Als de Promotor of één of meer leden van het Personeel van de Promotor de Onderaannemers of het Personeel van de Onderaannemers toegang wensen te krijgen tot de Bouwplaats vóór de Aanvangsdatum en als de toegang nuttig of noodzakelijk is om de verplichtingen in het Voorcontract na te komen en/of de overeengekomen voorbereidingswerken uit te voeren (in welk geval de Promotor geen toestemming nodig heeft om activiteiten aan te vangen op de Bouwplaats), mag de Promotor daartoe een verzoek richten aan de Inrichtende Macht. De Inrichtende Macht mag dat verzoek alleen weigeren om dwingende en wettige redenen.
8.4 Vóór het Aanvangsbevel, gedurende de periode dat de Promotor of het Personeel van de Promotor aanwezig is op de Bouwplaats met het oog op het nakomen van de verplichtingen in het Voorcontract of de uitvoering van overeengekomen voorbereidingswerken, en vanaf het Aanvangsbevel, is het betreden van de Bouwplaats geheel voor risico van de Promotor onverminderd de Bijzondere Omstandigheden.
ARTIKEL 9. DEFINITIEF BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT
Artikel 9.1. Verstrekking van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat
(i) Indien de Promotor meent dat aan de Definitieve Beschikbaarheideisen wordt voldaan, ongeacht of dit het geval is vóór, bij of na het verstrijken van de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum, en ten laatste elf (11) maand na de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, moet de Promotor daarvan bij ter post aangetekende brief aan de Inrichtende Macht kennis geven en tezelfdertijd om de afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat verzoeken. De Promotor stuurt bij deze kennisgeving het Voltooiingdossier, zoals opgesomd in artikel 3 van Bijlage 15 (Definitieve Beschikbaarheideisen). Indien de Inrichtende Macht van oordeel is dat er stukken ontbreken in het Voltooiingsdossier, kan zij de Promotor verzoeken deze stukken te bezorgen.
Binnen één (1) maand na de kalenderdag volgend op deze kennisgeving wordt naargelang het geval het Definitief Beschikbaarheidcertificaat afgeleverd, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. Een afschrift van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn. Indien elementen uit het Voltooiingsdossier ontbreken zal de termijn van één
(1) maand voor aflevering van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat worden geschorst tot de kalenderdag van overhandiging van deze ontbrekende elementen.
De Instelling waarvan is vastgesteld dat ze aan de Definitieve Beschikbaarheideisen voldoet, wordt vermoed, tot bewijs van het tegendeel, in die toestand te hebben verkeerd op de datum van de afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat.
Indien wordt vastgesteld dat de Instelling niet voldoet aan de Definitieve Beschikbaarheideisen, brengt de Promotor de Instelling, binnen de hiertoe in gezamenlijk overleg vastgestelde termijn in overeenstemming met wat vereist is opdat aan de Definitieve Beschikbaarheideisen wordt voldaan. De Promotor laat de Inrichtende Macht vervolgens bij ter post aangetekende brief weten dat de Instelling aan de Definitieve Beschikbaarheideisen voldoet. Binnen de maand volgend op de ontvangst van die mededeling wordt naargelang het geval een Definitief Beschikbaarheidcertificaat, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. In het laatste geval wordt dezelfde procedure opnieuw gevolgd totdat de Instelling aan de Definitieve Beschikbaarheideisen voldoet. Een afschrift van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn.
(ii) Het nazicht met het oog op de afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat geschiedt door de Inrichtende Macht, in aanwezigheid van de Promotor, nadat Partijen onderling een datum hiervoor zijn overeengekomen die niet later mag zijn dan drie weken na de in artikel 9.1 (i), xxxxxxxxx 0 xxxxxxxxx xxxxxxxx kennisgeving.
Artikel 9.2. Vertragingsboete
Indien het Definitief Beschikbaarheidcertificaat niet uiterlijk op de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum is verstrekt, en op voorwaarde dat de vertraging in het bezorgen van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat niet te wijten is aan de Inrichtende Macht, is de Promotor aan de Inrichtende Macht als forfaitaire en enige vergoeding wegens vertraging in de uitvoering van het Individueel DBFM-Contract een boete wegens laattijdige voltooiing (Vertragingsboete) ten belope van 0,014% van de Bruto
Beschikbaarheidvergoeding verschuldigd per kalenderdag dat het Definitief Beschikbaarheidcertificaat later dan de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum wordt verstrekt, ten belope van maximum 5% van de directe bouwkost.
Er wordt in dat verband gepreciseerd dat, indien zich Bijzondere Omstandigheden zouden voordoen, de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum desgevallend kunnen worden aangepast overeenkomstig artikel
17.1 (c) en artikel 20.7.
Artikel 15.7 (Prijsherziening) is op de Vertragingsboete niet van toepassing.
De Vertragingsboete is niet cumuleerbaar met de Kortingen of enige Strafpuntenkorting.
ARTIKEL 10. PERIODE VANAF HET VOORLOPIG BESCHIKBAARHEIDCERTIFICAAT
Artikel 10.1. Terbeschikkingstelling van en toegang tot de Instelling
Vanaf en ingevolge de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, stelt de Promotor de Instelling ter beschikking van de Inrichtende Macht. De Inrichtende Macht staat in voor de bewaking van en toegangscontrole tot de Instelling.
In het kader van haar bewakingsopdracht en toegangscontrole zal de Inrichtende Macht toegang verlenen aan:
- de Promotor, het Personeel van de Promotor, de Onderaannemers en het Personeel van de Onderaannemers voor de uitoefening van de Werkzaamheden en Diensten;
- derden in het kader van het Gebruik door Xxxxxx.
Artikel 10.2. Algemene verplichtingen van de Partijen met betrekking tot onderhoud
(a) De Promotor staat in en is verantwoordelijk voor het Eigenaarsonderhoud van de Instelling; de Inrichtende Macht is verantwoordelijk voor het Gebruikersonderhoud.
Het door de Inrichtende Macht uit te voeren Gebruikersonderhoud is opgesomd in Bijlage 17 (Onderhoud). Een limitatieve opsomming van het door de Promotor uit te voeren Eigenaarsonderhoud is eveneens weergegeven in Bijlage 17 (Onderhoud). Eventuele onderhoudstaken die niet expliciet kunnen worden toegewezen aan het Gebruikersonderhoud of het Eigenaaronderhoud op basis van de opdeling vermeld in Bijlage 17 (Onderhoud) zullen worden toegewezen aan de Promotor, respectievelijk de Inrichtende Macht overeenkomstig de artikelen 1719 e.v. B.W., waarbij de Promotor instaat voor de onderhoudstaken ten laste van de verhuurder en de Inrichtende Macht voor de onderhoudstaken ten laste van de huurder.
(b) De Promotor zal de Instelling onderhouden (en dus de Diensten uitvoeren) op zodanige wijze, dat deze gedurende de looptijd van dit Individueel DBFM-Contract voldoet aan de bij of krachtens het Individueel DBFM-Contract gestelde eisen, waaronder vanaf de datum van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen, op datum van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat aan de Definitieve Beschikbaarheideisen en op de Einddatum de Overdracht-eisen, tenzij in het Individueel DBFM-Contract hiervan wordt afgeweken.
Aldus neemt de Promotor vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, respectievelijk de Definitieve Beschikbaarheiddatum van de Instelling de verbintenis op zich om de Diensten te verstrekken overeenkomstig de bepalingen van het Individueel DBFM-Contract inzake het Eigenaarsonderhoud, opdat de Instelling al naargelang het tijdstip, zou voldoen aan de bij of krachtens het Individueel DBFM-Contract gestelde Voorlopige Beschikbaarheideisen, de Definitieve Beschikbaarheideisen of de Overdracht-eisen.
De Diensten dienen steeds te worden uitgevoerd conform de op het moment van uitvoering geldende eisen, Regelgeving en regels van de kunst.
Deze verbintenis geldt zelfs indien de beschadiging te wijten is aan een fout van derden of een fout van de Inrichtende Macht, onverminderd het gebeurlijk recht om verhaal uit te oefenen tegen gebeurlijk aansprakelijke derden, en vergoeding te vragen op grond van de bepalingen van dit Individueel DBFM-Contract waaronder de artikelen 10.3, 17.2 en 20.1 (Vandalisme, Geval van Vergoeding, Geval van Overmacht).
Het herstellen van schade of een gebrekkige werking van eender welk onderdeel, welke het gevolg is van ontwerpfouten, constructiefouten, slecht materiaal of een gebrekkige uitvoering is eveneens ten laste van de Promotor.
(c) Voor het door hem te plegen Eigenaarsonderhoud zal de Promotor ieder Schooljaar het Onderhoudsplan actualiseren. Zodra het geactualiseerd Onderhoudsplan beschikbaar is, zendt de Promotor een volledige kopie ervan aan de Inrichtende Macht en aan AGIOn.
(d) De Inrichtende Macht dient de Instelling als een goed huisvader te gebruiken, met inachtneming van de onderwijsbestemming ervan. De Inrichtende Macht staat in voor het tijdig en zorgvuldig uitvoeren van het Gebruikersonderhoud. De Inrichtende Macht ziet erop toe dat het Personeel van de Inrichtende Macht, aannemers van de Inrichtende Macht en de leerlingen alsook derden die toegang krijgen (andere dan de Promotor, het Personeel van de Promotor, de Onderaannemers en het Personeel van de Onderaannemers) tot de Instelling dit gebruik respecteren en blijft uitsluitend verantwoordelijk voor de aannemers die zullen worden aangesteld voor de uitvoering van het Gebruikersonderhoud. De Inrichtende Macht mag daarnaast de uitvoering van het Eigenaarsonderhoud door de Promotor overeenkomstig onderhavig Individueel DBFM-Contract niet verzwaren.
In het bijzonder mag de Inrichtende Macht niet:
- de elektrische installaties aanpassen zonder de schriftelijke toestemming van de Promotor. Indien er dergelijke aanpassingen worden uitgevoerd, is er een keuringsverslag en een aangepast plan vereist.
- overgaan tot enige vorm van opslag of stockage in kruipruimtes of op de daken. Airco-units, antennes en zonnepanelen mogen enkel op het dak worden geplaatst mits de schriftelijke toestemming werd bekomen van de Promotor, welke niet op onredelijke wijze zal worden geweigerd of vertraagd.
- gaten of boringen groter dan 20 cm² in wanden of vloeren maken zonder de schriftelijke toestemming van de Promotor, welke niet op onredelijke wijze zal worden geweigerd of vertraagd. Het dichten en herstellen van gaten en openingen, gemaakt door de Inrichtende Macht, en dit ongeacht de grootte, is ten laste van de Inrichtende Macht.
Artikel 10.3. Vandalisme, glasbreuk en graffiti na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum
(a) Vandalisme
(i) Bij de uitvoering van de Projectactiviteiten zal de Promotor alle overeenkomstig de bepalingen van dit Individueel DBFM-Contract voorgeschreven maatregelen nemen om het risico op schade door een Geval van Vandalisme te beperken. Indien desondanks schade ontstaat door een Geval van Vandalisme, zal hij deze herstellen overeenkomstig de bepalingen van dit Individueel DBFM-Contract.
(ii) Voor zover een Geval van Vandalisme, anders dan ingevolge een vaststaande tekortkoming door de Promotor aan de sub (i) hiervoor vermelde verplichtingen, (i) leidt tot schade of een gebrek aan de Instelling anders dan als schade bedoeld in artikel 10.3 (b) (Graffiti en glasbreuk), en (ii) de oorzaak en/of de veroorzaker van deze schade of dit gebrek niet kan worden achterhaald binnen de maand nadat de schade of het gebrek ter kennis is gekomen van de Promotor, of, indien deze wel zijn/is achterhaald, voor zover de schade niet door de Promotor binnen de zes (6) maanden met succes kan worden gerecupereerd, zal de Inrichtende Macht de Promotor de kosten voor herstel van deze schade verhoogd met een opslag voor algemene kosten, winst en risico van 7% (met een minimum van EUR 350 per Melding, waarbij evenwel wordt gepreciseerd dat de Inrichtende Macht per Melding één of meerdere Gevallen van Vandalisme kan melden) vergoeden op basis van een factuur die door de Promotor is opgesteld met inachtneming van door de Inrichtende Macht voorgeschreven facturatie voorschriften en conform het bepaalde in artikel 15 (Betalingen), mits de Promotor aantoont dat de in rekening gebrachte kosten marktconform zijn en redelijkerwijze werden gemaakt. Een afschrift van de door de Promotor opgestelde factuur wordt verstuurd naar AGIOn.
(iii) In geval de geschatte herstelkosten voor het Geval van Vandalisme het bedrag van EUR 3.750 overstijgen, zullen de Promotor en de Inrichtende Macht in overleg treden teneinde de hersteltermijn en eventuele modaliteiten voor herstel van het Geval van Vandalisme overeen te komen.
(iv) Voor zover een Geval van Vandalisme leidt tot onherstelbare schade aan de Eerste Uitrusting of er sprake is van diefstal van de Eerste Uitrusting, zal de Inrichtende Macht de onder lid(ii) hierboven vermelde kosten aan de Promotor vergoeden op basis van een factuur die door de Promotor is opgesteld met inachtneming van door de Inrichtende Macht voorgeschreven facturatie voorschriften en conform het bepaalde in artikel 15 (Betalingen), mits de Promotor aantoont dat de in rekening gebrachte kosten marktconform zijn en redelijkerwijze werden gemaakt, tenzij de Inrichtende Macht aantoont dat de schade is ontstaan of de diefstal heeft plaatsgehad tijdens of als een direct gevolg van het Gebruik door Derden.
(b) Graffiti en glasbreuk
Indien het gaat om schade in de vorm van glasbreuk of graffiti is de Inrichtende Macht gehouden om in afwijking van het bepaalde in artikel 10.3 (a) (Vandalisme) deze schade zelf op eigen kosten en risico te herstellen of te laten herstellen in plaats van het herstel over te laten aan de Promotor, tenzij de glasbreuk of graffiti de fout is van de Promotor, het Personeel van de Promotor, een Onderaannemer of Personeel van een Onderaannemer.
Artikel 10.4. Aanpassingen door de Promotor in de Diensten en het Onderhoudsplan
(a) De Promotor kan te allen tijde aanpassingen in de Diensten en het Onderhoudsplan voorstellen aan de Inrichtende Macht.
(b) Voor zover deze aanpassingen (1) geen verhogingen veroorzaken van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding, (2) van ondergeschikte aard zijn, (3) niet leiden tot aantoonbaar nadelige gevolgen voor de Onderwijsactiviteiten, (4) de naleving van de Voorlopige Beschikbaarheideisen en Definitieve Beschikbaarheideisen niet in het gedrang brengen, (5) geen aanleiding geven tot hogere gebruiks- of onderhoudskosten of andere aantoonbare kosten voor de Inrichtende Macht en (6) in overeenstemming zijn met het bepaalde in dit Individueel DBFM-Contract, zal de Inrichtende Macht, zonder dat daartoe de in artikel 18 (Wijzigingen) voorgeschreven procedure wordt gevolgd, toestemming verlenen.
(c) Indien de Inrichtende Macht toestemming dient te verlenen als bedoeld in artikel 10.4 b) (Aanpassingen door de Promotor in de Diensten en het Onderhoudsplan) zal de Promotor de Inrichtende Macht een schriftelijk overzicht verschaffen van de aangepaste Diensten, dan wel, indien de aanpassingen het Onderhoudsplan betreffen, een kopie van het aangepaste Onderhoudsplan. Een afschrift van het schriftelijk overzicht van de aangepaste Diensten of van het desgevallend aangepaste Onderhoudsplan wordt verstuurd naar AGIOn.
(d) Indien de Inrichtende Macht van mening is dat de door de Promotor voorgestelde aanpassingen niet voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 10.4 (b) (Aanpassingen door de Promotor in de Diensten en het Onderhoudsplan) dient de Promotor de in artikel 18 (Wijzigingen) voorgeschreven procedure te volgen.
ARTIKEL 11. ALGEMENE BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN DE PROMOTOR
Artikel 11.1. Kwalitatieve verplichtingen van de Promotor
(a) Zorgvuldig Promotor
(i) De Promotor zal de uit dit Individueel DBFM-Contract voor hem voortvloeiende verplichtingen steeds te goeder trouw uitvoeren als een zorgvuldig Promotor. De Promotor zal zijn Projectactiviteiten steeds zodanig uitvoeren en organiseren dat daardoor zo min mogelijk hinder voor de Onderwijsactiviteiten en de omgeving wordt veroorzaakt.
(ii) Na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum mag de Promotor binnen de Gebruikstijden Projectactiviteiten die hinder (kunnen) veroorzaken ten aanzien van de Onderwijsactiviteiten (waaronder bijvoorbeeld geluid, stank, stof, rook, trillingen en belemmering van de mobiliteit) alleen verrichten in de mate de Inrichtende Macht hiertoe voorafgaandelijk en schriftelijk toestemming geeft tenzij en in de mate dat dergelijke Projectactiviteiten noodzakelijk zijn voor het voorkomen van schade of om ontstane schade zoveel mogelijk te beperken.
(b) Personeel
Het door de Promotor en zijn Onderaannemers ingezet personeel moet voldoende in aantal zijn en moet, ieder in zijn vak, de vereiste bekwaamheid bezitten om de regelmatige vooruitgang van de Projectactiviteiten en de goede uitvoering van het Individueel DBFM-Contract te waarborgen.
(c) Machtigingen, rechten en toelatingen
(i) De Promotor dient te allen tijde te beschikken over de voor de uitvoering van huidig Individueel DBFM-Contract vereiste machtigingen, rechten en toelatingen.
(ii) De Promotor zal voor de Projectactiviteiten enkel beroep doen op erkende Onderaannemers, in verhouding tot het deel van de Projectactiviteiten dat zij zullen uitvoeren. De Promotor moet het nodige onderzoek doen om vast te stellen dat de door hem ingeschakelde Onderaannemers erkend zijn.
(d) Orde, veiligheid en organisatie van de Bouwplaats
(i) De Promotor zal de Werkzaamheden steeds veilig uitvoeren op zodanige wijze dat geen gevaar zal bestaan voor de veiligheid en gezondheid van alle personen die zich op rechtmatige wijze op de Bouwplaats bevinden.
De Promotor dient zich te gedragen naar de wets- en reglementsbepalingen inzake ondermeer bouwpolitie, wegenpolitie, hygiëne, arbeidsbescherming, evenals naar de bepalingen van de collectieve overeenkomsten van het nationale, gewestelijke, lokale en bedrijfsniveau met betrekking tot veiligheid, arbeidsomstandigheden en het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (met inbegrip van verantwoordelijkheid voor eventuele veiligheids- en gezondheidsplannen). Wanneer de Promotor beroep doet op Onderaannemers, blijft hij zelf verantwoordelijk voor veiligheid en arbeidsomstandigheden (met inbegrip van eventuele veiligheids- en gezondheidsplannen).
(ii) De Promotor is verantwoordelijk voor de orde op de Bouwplaats tijdens de duur van de Werkzaamheden. De afbraakmaterialen, het puin en de afval worden door de Promotor regelmatig opgeruimd.
(iii) De Promotor moet als een goed huisvader instaan voor het afsluiten van de Bouwplaats tijdens de Werkzaamheden ten einde zo goed als mogelijk te voorkomen dat onbevoegden, waaronder leerlingen, deze kunnen betreden.
(iv) De Promotor is tot de Voorlopige Beschikbaarheiddatum verantwoordelijk voor de toegangscontrole tot de Bouwplaats. De Promotor mag op de Bouwplaats geen personen toelaten die niet Personeel van de Promotor, Onderaannemers of Personeel van de Onderaannemers, zijn, tenzij de door hem opgeroepen deskundigen, raadslieden en inspecteurs en de behoorlijk gemachtigde leden-werknemers van het betrokken paritair comité.
(v) De Promotor neemt op zijn verantwoordelijkheid al de geschikte maatregelen om te voorzien in de afvloeiing, zowel van het regen- of bemalingswater als van het water onder meer van de sloten, riolen, leidingen, goten, meren, vijvers, kanalen, rivieren, beken, en in het algemeen ter voorkoming van ieder gevaar voor schade of ongevallen dat door de uitvoering van de Werkzaamheden kan ontstaan. Hij brengt ondermeer aan de rand van de bouwputten en op de plaatsen die niet zonder gevaar kunnen worden benaderd, stevige leuningen aan en houdt deze in
stand zolang de werken duren. Hij moet die plaatsen voldoende verlichten en aanduiden, teneinde elk ongeval te voorkomen.
(vi) De Promotor treft op zijn volle verantwoordelijkheid en op zijn kosten al de maatregelen die onontbeerlijk zijn voor de bescherming, de instandhouding en de integriteit van de bestaande constructies en werken, zoals aangeduid overeenkomstig artikel 11.2(b); hij neemt tevens alle voorzorgen die door de bouwkunst worden vereist om de naburige eigendommen te vrijwaren en om te vermijden dat daarin door zijn toedoen stoornissen worden veroorzaakt.
(vii) Tijdens hun aanwezigheid op de Bouwplaats stelt de Promotor aan de afgevaardigden van de Inrichtende Macht aangepaste beschermingsmiddelen ter beschikking.
(viii) De Promotor zal minstens één (1) maal per maand ten behoeve van de Inrichtende Macht een geleid werfbezoek organiseren.
(e) Veiligheidscoördinatie
(i) Het uitvoeren van de veiligheidscoördinatie dient te geschieden conform de geldende wettelijke en reglementaire voorschriften, onder meer:
- de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, hierna ook kortweg “de welzijnswet” genoemd;
- het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, hierna ook kortweg “KB T&MB” genoemd.
(ii) Als Promotor belast met het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de Instelling, die zelf de werken inherent aan de Opdracht niet uitvoert, geldt de Promotor als opdrachtgever in de zin van de welzijnswet en het KB T&MB, en dient hij, dienovereenkomstig, op zijn kosten alle verplichtingen na te komen die de welzijnswet en het KB T&MB hem zowel vóór als na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum als opdrachtgever opleggen.
(iii) De Promotor is aan de Inrichtende Macht op gepaste tijdstippen informatie en verantwoording aangaande de veiligheidscoördinatie en veiligheid in al zijn aspecten verschuldigd.
(f) Kwaliteitsbeheersing
(i) De Promotor is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de kwaliteitsbeheersing van de Projectactiviteiten..
(ii) De Inrichtende Macht en zijn na overleg met de Promotor aangestelde vertegenwoordigers of afgevaardigden zijn gerechtigd vergaderingen van de Promotor of Personneel van de Promotor met betrekking tot de Projectactiviteiten bij te wonen.
(iii) De Promotor zal de Inrichtende Macht informeren over de planning waarop voor de kwaliteitsbeheersing belangrijke Werkzaamheden zoals deze zijn opgesomd in Bijlage 13 (Belangrijke Werkzaamheden) worden uitgevoerd. Uiterlijk vijf (5) Werkdagen voorafgaande aan deze geplande belangrijke Werkzaamheden brengt de Promotor de Inrichtende Macht op de hoogte van enige wijzigingen in deze planning.
(g) Opvolging door en verplichtingen van de Inrichtende Macht
(i) Door de Inrichtende Macht wordt geen controle of toezicht op de uitvoering van de Projectactiviteiten uitgeoefend. De Promotor staat als bouwheer zelf in voor de controle en het toezicht op de uitvoering van de Projectactiviteiten.
(ii) De Inrichtende Macht heeft conform het bepaalde in Deel 8 (Toezicht en Rapportage) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme) het recht middels audits of via andere onderzoeksmiddelen die de Inrichtende Macht passend acht, de deugdelijkheid van de Projectactiviteiten in het algemeen en het door de Promotor gehouden toezicht en diens rapportages in het bijzonder te toetsen zonder dat deze een hinder mogen vormen noch voor de normale wijze waarop de Projectactiviteiten worden uitgevoerd, noch voor hun vooropgestelde planning.
(iii) Ook indien de Inrichtende Macht ingevolge dit Individueel DBFM-Contract enige handeling zou uitvoeren ter controle of toezicht, blijft de Promotor als enige verantwoordelijk voor de Projectactiviteiten, en ontslaat dergelijke controle of dergelijk toezicht de Promotor geenszins van zijn verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van de aan controle of toezicht onderworpen Projectactiviteiten, noch leidt dergelijke controle of dergelijk toezicht tot een gedeelde aansprakelijkheid met de Inrichtende Macht, tenzij de Promotor kan aantonen dat de uitvoering van de controle of het toezicht oorzaak is geweest van een verstoring of een vertraging van de Projectactiviteiten.
Zonder afbreuk te doen aan hetgeen voorafgaat zal de Inrichtende Macht, indien uit een gebeurlijke controle of toezicht door de Inrichtende Macht zou blijken dat er elementen bestaan die aanleiding geven of zouden kunnen geven tot een Gebrek of schade, de Promotor hiervan onverwijld schriftelijk of via de Helpdesk op de hoogte brengen.
Een gebeurlijk stilzitten of stilzwijgen vanwege de Inrichtende Macht ten aanzien van voorgelegde documenten of uitgevoerde Projectactiviteiten, om het even waarop deze betrekking hebben, ontlast de Promotor bovendien geenszins van zijn verantwoordelijkheid en heeft evenmin tot gevolg dat enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid van de Promotor voor deze documenten overgaat naar de Inrichtende Macht tenzij en in de mate dat (i) een antwoord van de Inrichtende Macht onontbeerlijk was voor de (tijdige) uitvoering van specifieke Projectactiviteiten, of (ii) dergelijk gebeurlijk stilzitten of stilzwijgen aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan van een Gebrek of schade of een bestaand Gebrek of schade heeft verergerd.
In dezelfde zin blijft de Promotor als enige verantwoordelijk en vrijwaart de Promotor de Inrichtende Macht voor elke gebeurlijke aansprakelijkheid voor eventuele fouten, leemten, vergissingen of gebreken in de door hem of in zijn opdracht gemaakte documenten of uitgevoerde Projectactiviteiten. De beoordeling ervan door de Inrichtende Macht doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de Promotor.
(iv) De Inrichtende Macht brengt de Promotor op de hoogte van enige bijzondere omstandigheid die zou bestaan of ontstaan met betrekking tot de Bouwplaats of de staat van de bestaande constructies binnen de vijf (5) Werkdagen nadat de Promotor hiertoe een vragenlijst heeft overgemaakt.
(v) De Inrichtende Macht kan enkel deze werkzaamheden uitvoeren met betrekking tot de Instelling die haar krachtens het Individueel DBFM-Contract (in het bijzonder in Bijlage 8) zijn toegestaan.zijn toegestaan.
(h) Onderaannemers
(i) De Promotor blijft aansprakelijk ten opzichte van de Inrichtende Macht, ook voor de uitvoering van de verbintenissen die hij geheel of gedeeltelijk aan Onderaannemers toevertrouwt. De Inrichtende Macht acht zich door geen enkele contractuele band met die Onderaannemers verbonden. Wat de uitvoering van de Opdracht betreft, is alleen de Promotor contractueel aansprakelijk ten opzichte van de Inrichtende Macht.
(ii) De Promotor dient conform de Kaderovereenkomst de Onderaannemers waarop hij een beroep zal doen voor het uitvoeren van Projectwerkzaamheden aan te duiden met inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten m.i.v. de wetgeving houdende regeling van de erkenning van aannemers.
(iii) De Promotor legt aan zijn Onderaannemers op dat zij slechts beroep kunnen doen op onderaannemers die elk beschikken over de vereiste waarborgen voor een goede uitvoering van de hen toevertrouwde Projectactiviteiten en voldoen aan de wettelijke eisen voor de uitvoering van de Projectactiviteiten waarvoor op hen een beroep wordt gedaan.
Artikel 11.2. Informatie
(a) Verzamelen van informatie
Onverminderd Artikel 13.4 en de informatie en documenten die de Inrichtende Macht onder het Voorcontract geacht werd aan de Promotor over te maken, is de Promotor als bouwheer zelf verantwoordelijk voor het verzamelen en beoordelen van alle voor de Projectactiviteiten relevante informatie, waaronder, zonder dat dit een uitputtende opsomming is, informatie met betrekking tot relevante overheidsregelgeving, Vergunningen, bodemgesteldheid (waaronder mede verstaan worden geofysische gesteldheid, grondwater-gegevens, bodemverontreinigingssituatie en mogelijke vondsten van explosieven of archeologische objecten), risico’s van schade aan derden en mogelijkerwijze aan de uitvoering van de Projectactiviteiten verbonden risico’s (waaronder ook risico’s voor de Promotor en het Personeel van de Promotor). Indien nodig of nuttig zal de Inrichtende Macht, waar mogelijk en zonder afbreuk te doen aan het voorgaande, haar medewerking verlenen voor het verzamelen van de voor de Projectactiviteiten relevante informatie.
(b) Aansprakelijkheid en vrijwaring
De juistheid van de door de Inrichtende Macht overeenkomstig het Individueel DBFM-Contract of het Voorcontract specifiek aan te leveren informatie, en in het bijzonder de informatie die staat opgelijst in Bijlage 25 (Verstrekte gegevens), wordt gewaarborgd.
De Inrichtende Macht verstrekt alle andere relevante informatie waarover zij beschikt of waarvan zij kennis heeft en zal hierbij eveneens aanduiden welke constructies op de Bouwplaats dienen in stand te worden gehouden. De door de Inrichtende Macht aldus aangeleverde informatie wordt weliswaar te goeder trouw, doch slechts bij wijze van inlichting verstrekt, zonder enige waarborg omtrent de juistheid van van derden verkregen
informatie, toereikendheid of volledigheid ervan, ongeacht of deze is verstrekt vóór of na de Contractdatum. De Promotor zal aan dergelijke informatie dan ook geen rechten of aanspraken kunnen ontlenen t.o.v. de Inrichtende Macht.
Artikel 11.3. Nutsvoorzieningen
(a) Aansluitingen Nutsvoorzieningen
De Promotor verzorgt alle voor de Instelling benodigde aansluitingen van Nutsvoorzieningen, maar draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor de infrastructuur of aansluitingen (zoals tellers, hoofdzekeringen, inkomend leidingwerk,…) die eigendom zijn van de nutsmaatschappijen-netbeheerders. Indien aan deze infrastructuur gebreken worden vastgesteld, heeft de Promotor met betrekking tot het herstellen van deze gebreken enkel een beheersfunctie. De Promotor zal de nodige contacten leggen om het gebrek te laten verhelpen. De Promotor staat tevens in voor het voorzien van de communicatiemiddelen die hij nodig heeft voor de uitvoering van de Projectactiviteiten.
(b) Kosten gebruik Nutsvoorzieningen
(i) Verbruikskosten, abonnementskosten, heffingen en alle andere kosten die voortvloeien uit het gebruik van Nutsvoorzieningen door de Inrichtende Macht, voor zover deze betrekking hebben op water, elektriciteit, gas, radio, televisie, internet, telefoon, fax en verwarming worden door de Inrichtende Macht rechtstreeks aan de desbetreffende nutsmaatschappij of leverancier vereffend, met wie de Inrichtende Macht zelf rechtstreeks contracteert.
(ii) Verbruikskosten die voortvloeien uit het gebruik van Nutsvoorzieningen door de Promotor tijdens de Werkzaamheden worden, voor zover deze betrekking hebben op water, elektriciteit en gas door de Promotor gedragen en eventueel rechtstreeks aan de betreffende nutsmaatschappij betaald.
ARTIKEL 12. OVERDRACHT VAN DE INSTELLING
Artikel 12.1. Overdracht
De Promotor garandeert dat de Instelling op de Einddatum zal voldoen aan de Overdracht-eisen opgesomd in Bijlage 16 (Overdracht-eisen).
Artikel 12.2. Overdracht-inspecties
(a) Met het oog op de overdracht van de Instelling op de Einddatum aan de Inrichtende Macht zullen Partijen de Instelling gezamenlijk conform artikel 12.2 (b) (Overdracht-inspecties) door middel van Overdracht-inspecties inspecteren. Tijdens deze Overdracht-inspecties zal nagegaan worden in welke mate op de Einddatum aan de Overdracht-eisen zal zijn voldaan.
(b) Partijen zullen, behoudens in het geval er sprake is van dringende redenen die aanvullende Overdracht-inspecties noodzakelijk maken, in gezamenlijk akkoord twee (2) Overdracht-inspecties uitvoeren in de loop van de periode die aanvangt drie (3) jaar en die
eindigt zes (6) maanden vóór de Einddatum, waarbij de eerste Overdracht-inspectie niet later dan vierentwintig (24) maanden vóór de Einddatum zal plaatsvinden.
Artikel 12.3. Overdrachtgarantie
(a) Tot zekerheid van zijn verplichtingen voortvloeiende uit dit Individueel DBFM-Contract, zal de Promotor bovendien vierentwintig (24) maanden voorafgaande aan de Einddatum ten gunste van de Inrichtende Macht een door de Inrichtende Macht goed te keuren garantie doen stellen, in overeenstemming met een met de Inrichtende Macht op dat ogenblik overeen te komen model (de Overdrachtgarantie), voor een bedrag gelijk aan vier (4) keer de Bruto Beschikbaarheidvergoeding, en deze aan de Inrichtende Macht doen overhandigen.
De Overdrachtgarantie moet een looptijd hebben tot één (1) jaar na de Einddatum. Indien de Promotor de Overdrachtgarantie als bedoeld in dit artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) niet stelt, zal de Inrichtende Macht gerechtigd zijn na het versturen van een ingebrekestelling naar de Promotor die na het verloop van dertig (30) kalenderdagen onbeantwoord blijft en onverminderd de overige contractuele en wettelijke rechten van de Inrichtende Macht, een bedrag gelijk aan de te stellen Overdrachtgarantie op de nog te betalen Bruto Beschikbaarheidvergoeding in te houden als vervangende zekerheid.
Artikel 12.4. Aanvullende Overdrachtgarantie
(a) Binnen vijftien (15) kalenderdagen na afronding van iedere Overdracht-inspectie, zal de Inrichtende Macht de Promotor schriftelijk berichten, met kopie aan AGIOn:
(i) dat het de verwachting is dat op de Einddatum het Overdrachtcertificaat zal worden verstrekt, uiteraard onder de voorwaarde dat de Instelling alsdan tenminste nog steeds voldoet aan de Overdracht-eisen zoals tijdens de betreffende Overdracht-inspectie door Partijen is geconstateerd; of
(ii) dat onder opgave van redenen het Overdrachtcertificaat op de Einddatum, zonder nadere maatregelen waarschijnlijk niet zal worden verstrekt.
(b) In een kennisgeving van de Inrichtende Macht ingevolge artikel 12.4 (a) (ii) (Aanvullende Overdrachtgarantie) zal worden uiteengezet in welke opzichten de Instelling niet voldoet aan de Overdracht-eisen met opgave van een gedetailleerde lijst van tekortkomingen, alsmede wat de door de Inrichtende Macht geschatte kosten zijn, die dienen te worden gemaakt om de Instelling alsnog in alle opzichten aan de Overdracht-eisen te laten voldoen. Deze kennisgeving zal tevens een verslag bevatten van een expert die voldoet aan alle wettelijke vereisten om als gerechtsdeskundige op te treden en die de geschatte kosten bevestigt. Indien de door de expert bevestigde kosten hoger zijn dan het bedrag waarvoor de garantie bedoeld in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) is gesteld, zal de Promotor, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie), een nadere garantie stellen, overeenkomstig een met de Inrichtende Macht op dat ogenblik overeen te komen model (Aanvullende Overdrachtgarantie), voor het bedrag van de geschatte kosten boven het bedrag waarvoor de garantie bedoeld in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) reeds is gesteld.
De Aanvullende Overdrachtgarantie moet een looptijd hebben tot één (1) jaar na de Einddatum. Indien de Promotor de Aanvullende Overdrachtgarantie als bedoeld in dit
artikel 12.4 (Aanvullende Overdrachtgarantie) niet stelt, zal de Inrichtende Macht gerechtigd zijn, na het versturen van een ingebrekestelling naar de Promotor die na het verloop van dertig (30) kalenderdagen onbeantwoord blijft, onverminderd de overige contractuele en wettelijke rechten van de Inrichtende Macht, een bedrag gelijk aan de te stellen Aanvullende Overdrachtgarantie op de nog te betalen Netto Beschikbaarheidvergoeding in te houden als vervangende zekerheid.
(c) Indien de daadwerkelijk te maken kosten bij een Overdracht-inspectie of bij overdracht lager blijken te zijn dan de door Inrichtende Macht bij een vorige Overdracht-inspectie geschatte kosten, zal de Aanvullende Overdrachtgarantie in die mate worden vrijgegeven en/of zal het aldus teveel ingehoudene alsnog worden voldaan aan de Promotor bij de eerstvolgende betaling overeenkomstig artikel 15 (Betalingen) door de Inrichtende Macht aan de Promotor.
(d) De Promotor is gehouden om binnen de vijftien (15) kalenderdagen na ontvangst van een kennisgeving ingevolge artikel 12.4 (a)(ii) (Aanvullende Overdrachtgarantie) de Inrichtende Macht schriftelijk op de hoogte te stellen van zijn eventuele bezwaren tegen de kennisgeving van de Inrichtende Macht, zulks onder opgave van de gronden van bezwaar en van zijn eventuele voorstellen terzake.
Het eventuele bezwaar van de Promotor heeft enkel gedurende het laatste jaar voor de Einddatum, geen opschortende werking ten aanzien van de eventuele verplichting van de Promotor om ingevolge het bepaalde in artikel 12.4 (Aanvullende Overdrachtgarantie) na de kennisgeving van de Inrichtende Macht een Aanvullende Overdrachtgarantie te stellen, dan wel het recht van de Inrichtende Macht om de Bruto Beschikbaarheidvergoeding met het bedrag van de geschatte kosten boven het bedrag waarvoor de garantie bedoeld in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) reeds is gesteld, te verlagen.
Zo de Promotor niet binnen de vijftien (15) kalenderdagen na ontvangst van een kennisgeving de Inrichtende Macht op de hoogte stelt van zijn eventuele bezwaren zal de Promotor ingevolge het bepaalde in artikel 12.4 (Aanvullende Overdrachtgarantie) een Aanvullende Overdrachtgarantie stellen, bij gebreke waaraan de Inrichtende Macht het recht zal hebben om de Bruto Beschikbaarheidvergoeding met het bedrag van de geschatte kosten boven het bedrag waarvoor de garantie bedoeld in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) reeds is gesteld, te verlagen.
(e) Indien Partijen niet binnen de maand, nadat de Inrichtende Macht bezwaren als bedoeld in artikel 12.4 (d) (Aanvullende Overdrachtgarantie) van de Promotor heeft ontvangen, overeenstemming hebben bereikt over de te stellen Aanvullende Overdrachtgarantie, is ieder van hen gerechtigd het geschil voor te dragen ter beslechting overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen).
Artikel 12.5. Afgifte Overdrachtcertificaat
(a) De Promotor dient door overlegging van een Overdrachtrapport aan te tonen dat aan de Overdracht-eisen wordt voldaan, minstens zal zijn voldaan op de Einddatum.
Hiertoe zal de Promotor uiterlijk twee (2) maanden voorafgaand aan de Einddatum het Overdrachtrapport aan de Inrichtende Macht overleggen. Een afschrift van het Overdrachtrapport wordt verstuurd naar AGIOn.
(b) Het nazicht met het oog op de afgifte van het Overdrachtcertificaat op de Einddatum, geschiedt door de Inrichtende Macht in aanwezigheid van de Promotor nadat met deze
laatste een geschikte datum werd overeengekomen die niet later mag vallen dan vijftien
(15) kalenderdagen nadat de Promotor hiervoor bij ter post aangetekende brief werd opgeroepen.
Op de Einddatum wordt naargelang het geval het Overdrachtcertificaat afgeleverd, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. Een afschrift van het Overdrachtcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn.
Indien Partijen niet binnen de vijftien (15) kalenderdagen, nadat de Inrichtende Macht bezwaren heeft ontvangen van de Promotor over de eventuele niet aflevering van het Overdrachtcertificaat of de inhoud van het proces-verbaal van weigering, overeenstemming hebben bereikt over de eventueel te nemen maatregelen om de Instelling in overeenstemming te brengen met de Overdracht-eisen, is ieder van hen gerechtigd het geschil voor te leggen ter beslechting overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen). Indien overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen) wordt besloten dat niet aan de Overdracht-eisen is voldaan, brengt de Promotor de Instelling, binnen de daartoe gezamenlijk vastgestelde termijn in overeenstemming met wat vereist is opdat het Overdrachtcertificaat zou worden afgeleverd.
De Promotor laat de Inrichtende Macht vervolgens bij ter post aangetekende brief weten dat aan de Overdracht-eisen wordt voldaan; binnen de maand volgend op de ontvangst van die mededeling wordt naargelang het geval het Overdrachtcertificaat afgeleverd, dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. In het laatste geval wordt dezelfde procedure opnieuw gevolgd totdat aan de Overdracht-eisen wordt voldaan. Een afschrift van het Overdrachtcertificaat of van het proces-verbaal van weigering ervan wordt verstuurd naar AGIOn.
(c) De Inrichtende Macht zal het Overdrachtcertificaat op de Einddatum afgeven indien de Inrichtende Macht heeft vastgesteld dat aan de Overdracht-eisen wordt voldaan, en de Promotor voldoet aan de volgende voorwaarden:
- De Promotor heeft met in achtneming van artikel 24 (Documenten) alle documenten, welke betrekking hebben op de uitvoering van de verplichtingen voortvloeiend uit dit Individueel DBFM-Contract overzichtelijk en logisch gerangschikt aan de Inrichtende Macht verstrekt;
- De Promotor heeft alle garanties die door de Onderaannemers en fabrikanten aan de Promotor in verband met de uitvoering van de Projectactiviteiten zijn verstrekt en die nog gelden op de Einddatum, overgedragen aan de Inrichtende Macht. De Inrichtende Macht zal al het nodige doen om de Promotor te helpen bij deze overdracht; en
- De Promotor heeft van alle Vergunningen aan de Inrichtende Macht een kopie verschaft, die in verband met de uitvoering van de Projectactiviteiten aan hem zijn verstrekt en de Promotor heeft zich ertoe ingespannen om de Vergunningen (als dat nodig is) te doen overdragen op naam van de Inrichtende Macht of een door de Inrichtende Macht aangewezen derde (voor zover een overdracht aan een derde geen bijkomende kosten met zich mee brengt). De Inrichtende Macht zal al het nodige doen om de Promotor te helpen bij deze overdracht.
(d) Bij afgifte van het Overdrachtcertificaat wordt de Aanvullende Overdrachtgarantie integraal vrijgegeven. De Overdrachtgarantie wordt vrijgegeven ten belope van 80%.
(e) De Inrichtende Macht kan weigeren het Overdrachtcertificaat te verstrekken indien de Instelling op de Einddatum niet in alle opzichten aan de Overdracht-eisen en aan de in artikel 12.5 (Afgifte Overdrachtcertificaat) genoemde voorwaarden voldoet. Zij brengt de Promotor hiervan zonder verwijl op de hoogte met een exhaustieve opgave van de redenen voor de weigering.
Wanneer slechts afwijkingen van niet essentiële voorwaarden van de Overdracht-eisen worden vastgesteld, deze beperkt zijn in aantal en geen hinder kunnen veroorzaken bij het gebruik, bij de werking of ten aanzien van de levensduur of de veiligheid van de Instelling, zal de Inrichtende Macht het Overdrachtcertificaat afleveren onder de verplichting voor de Promotor om deze afwijkingen zonder verwijl te verhelpen. Bij afgifte van het Overdrachtcertificaat onder de verplichting voor de Promotor om deze afwijkingen te verhelpen wordt de Aanvullende Overdrachtgarantie integraal en de Overdrachtgarantie ten belope van 80% vrijgegeven.
In het geval dat de afwijkingen essentiële voorwaarden zouden betreffen en nadat de Promotor deze afwijkingen heeft verholpen, zal de Inrichtende Macht binnen de vijftien (15) kalenderdagen een Overdrachtcertificaat afleveren en de Aanvullende Overdrachtgarantie integraal en de Overdrachtgarantie ten belope van 80% vrijgegeven.
Artikel 12.6. Feitelijke en juridische overdracht
(a) Verplichtingen van de Promotor en de Inrichtende Macht op de Einddatum
Op de Einddatum, ongeacht of het Overdrachtcertificaat is verstrekt :
(i) zal de Promotor de Instelling verlaten met medeneming van alle roerende zaken die hem in eigendom toebehoren, zodanig dat de Instelling zich in een ordelijke staat zal bevinden, tenzij de Inrichtende Macht en de Promotor anders zouden overeenkomen;
(ii) zal de toegang voor de Promotor en zijn Onderaannemers tot de Instelling van rechtswege eindigen, behoudens voor wat betreft de afwerking door de Promotor van de vastgestelde afwijkingen;
(iii) zullen de Promotor en de Inrichtende Macht al datgene doen dat nodig is voor de overdracht van de Instelling aan de Inrichtende Macht;
(iv) zal een einde worden gesteld aan het zakelijk recht dat voor de duur van het Individueel DBFM-Contract werd verleend door de Inrichtende Macht aan de Promotor;
(v) zal de Inrichtende Macht de Instelling kosteloos verwerven; en
(vi) zal de Promotor in samenwerking met de Inrichtende Macht de garanties die door de Onderaannemers en fabrikanten aan de Promotor in verband met de uitvoering van de Projectactiviteiten zijn verstrekt, die nog gelden op de Einddatum, overdragen aan de Inrichtende Macht.
(b) Verplichtingen van de Promotor en de Inrichtende Macht in geval van voortijdige beëindiging
Indien dit Individueel DBFM-Contract voortijdig eindigt in overeenstemming met artikel
19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) :
(i) zal de Promotor de Instelling verlaten met medeneming van alle roerende zaken die hem in eigendom toebehoren zodanig dat de Instelling zich in een ordelijke staat zal bevinden;
(ii) zal de toegang voor de Promotor tot de Instelling van rechtswege eindigen behoudens voor wat de verplichtingen van de Promotor onder dit artikel 12.6 (b) betreft;
(iii) zullen de Promotor en de Inrichtende Macht al datgene doen dat nodig is voor de overdracht van de Instelling aan de Inrichtende Macht;
(iv) zal een einde worden gesteld aan het zakelijk recht dat voor de duur van het Individueel DBFM-Contract werd verleend door de Inrichtende Macht aan de Promotor ;
(v) zal de Promotor in samenwerking met de Inrichtende Macht zorg dragen voor de vervulling van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12.5 (iii) (Afgifte Overdrachtcertificaat);
(vi) zal de Promotor al datgene doen dat nodig is om er voor te zorgen dat de Instelling op dat moment aan de eisen voldoet die daaraan op grond van dit Individueel DBFM-Contract redelijkerwijs kunnen worden gesteld; en
(vii) zal de Promotor in samenwerking met de Inrichtende Macht de garanties die door de Onderaannemers en fabrikanten aan de Promotor in verband met de uitvoering van de Projectactiviteiten zijn verstrekt, die nog gelden op het ogenblik van de voortijdige beëindiging, overdragen aan de Inrichtende Macht.
(c) Onherroepelijke volmacht
(i) De Promotor verleent de Inrichtende Macht hierbij een onherroepelijke volmacht teneinde de Inrichtende Macht in staat te stellen, de rechtshandelingen uit hoofde van artikel 12.5 (iii) (Afgifte Overdrachtcertificaat) te verrichten indien de Promotor in gebreke blijft om aan de verplichtingen uit hoofde van voornoemd artikel te voldoen.
(ii) De Promotor kan zich niet beroepen op het bestaan van huidige onherroepelijke volmacht om zijn falen om de rechtshandelingen uit hoofde van artikel 12.5 (iii) (Afgifte Overdrachtcertificaat) zelf te stellen, te verschonen.
(d) Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de Instelling na de Einddatum of beëindiging
De Promotor is, onverminderd zijn aansprakelijkheid die voortvloeit uit wet- en regelgeving en het bepaalde in dit Individueel DBFM-Contract, volledig aansprakelijk voor alle schade aan de Instelling die is veroorzaakt door de Promotor of het Personeel van de Promotor die na de Einddatum, dan wel na de datum waarop dit Individueel DBFM-Contract in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) eindigt is veroorzaakt door de Promotor, het Personeel van de Promotor, Onderaannemers of Personeel van Onderaannemers bij of naar aanleiding van het uitvoeren van Diensten als bedoeld in artikel 12.6 (a) (ii).
De Promotor is tevens aansprakelijk voor schade aan de Instelling, die optreedt tot één (1) jaar na de Einddatum, dan wel na de datum waarop dit Individueel DBFM-Contract in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) eindigt en welke voortvloeit uit een schadeveroorzakend handelen van de Promotor voorafgaand aan de
Einddatum of voorafgaand aan de datum waarop dit Individueel DBFM-Contract eindigt in overeenstemming met voornoemd artikel.
De Inrichtende Macht is tevens gerechtigd de Overdrachtgarantie en/of de Aanvullende Overdrachtgarantie af te roepen, ingeval de Promotor in gebreke zou blijven de in dit artikel 12.6 (d) (Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor de Instelling na de Einddatum of beëindiging) beschreven schade geheel of gedeeltelijk te vergoeden.
ARTIKEL 13. GEBRUIK VAN DE INSTELLING
Artikel 13.1. Gebruik algemeen
(a) De Instelling wordt bestemd voor Onderwijsactiviteiten.
Ingeval de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract aanleiding geeft tot een conflict tussen de verschillende gebruiksmogelijkheden zal de volgende hiërarchie van toepassing zijn:
1. Onderwijsactiviteiten;
2. Verrichten van Werkzaamheden en Diensten door de Promotor;
3. Gemeenschapsgebruik;
4. Gebruik door Xxxxxx.
(b) De Inrichtende Macht gebruikt de Instelling primair voor Onderwijsactiviteiten. Ondergeschikt kan de Instelling door de Inrichtende Macht op eigen risico ook worden opengesteld voor Gemeenschapsgebruik. De Inrichtende Macht verbindt zich ertoe de Instelling naar zijn bestemming te gebruiken en aanvaardt alle verantwoordelijkheid dienaangaande.
Indien de Inrichtende Macht de Instelling wenst open te stellen voor Gemeenschapsgebruik dient zij dit, behoudens in geval van hoogdringendheid, minimum één (1) maand op voorhand te melden aan de Promotor. De Promotor mag zich vervolgens binnen een termijn van vijftien (15) kalenderdagen verzetten tegen dit Gemeenschapsgebruik of het Gemeenschapsgebruik onderwerpen aan redelijke voorwaarden.
(c) De Promotor verschaft de Inrichtende Macht vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum het ongestoord en uitsluitend genot van de Instelling.
Een Ruimte van een Instelling die niet voor Onderwijsactiviteiten of, ondergeschikt, Gemeenschapsgebruik, wordt gebruikt, is conform het bepaalde in artikel 13.2 (Gebruik door Xxxxxx), eveneens beschikbaar voor Gebruik door Derden.
(d) De Inrichtende Macht ziet erop toe dat de Instelling zorgvuldig wordt gebruikt in overeenstemming met het Reglement van de Instelling opgenomen als Bijlage 18 (Reglement van de Instelling).
(e) De Promotor is gerechtigd de Ruimtes van een Instelling te gebruiken voor Gebruik door Derden in overeenstemming met het bepaalde in artikel 13.2 (Gebruik door Xxxxxx).
(f) De Inrichtende Macht kan, op eigen risico en binnen de grenzen van het Decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur, door derden werken laten uitvoeren aan de Instelling buiten dit Individueel DBFM-Contract om, mits:
(i) indien deze werken het risicoprofiel van de Opdracht nadelig beïnvloeden, de Inrichtende Macht waarborgt dat de meerdere risico’s door hem zullen worden gedragen (en de Promotor ondanks zijn eventuele toestemming aldus door de Inrichtende Macht zal gevrijwaard worden van enige aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid in dit verband) of de Promotor voor deze meerdere risico’s afdoende wordt vergoed;
(ii) de toekenning van de DBFM-toelage en gemeenschapswaarborg t.o.v. de Promotor en zijn kredietverschaffers op afdoende wijze wordt gecompenseerd;
(iii) het voorafgaande en schriftelijk akkoord van de Promotor werd bekomen; en
(iv) het voorafgaande akkoord of akkoord onder voorwaarden van AGIOn werd bekomen.
(g) Tenzij conform dit Individueel DBFM-Contract, vermag de Promotor noch binnen, noch buiten de Instelling bijkomende verbouwingswerken aan de Instelling uitvoeren zonder het voorafgaand en schriftelijk akkoord van de Inrichtende Macht.
Artikel 13.2. Gebruik door Xxxxxx
(a) Gebruik door Xxxxxx
(i) De Promotor kan per Schooljaar beschikken over de Instelling, of bepaalde Ruimtes daarvan, voor Gebruik door Derden onder de in dit Individueel DBFM-Contract bepaalde voorwaarden. Partijen zullen hierover ten gepaste tijde overleg plegen. Bij gebreke van andersluidend akkoord, deelt de Inrichtende Macht, op schriftelijk verzoek van de Promotor, uiterlijk bij de aanvang van het Schooljaar een totaal van minimum vijftien (15) kalenderdagen mee waarop de Instelling gedurende het komende Schooljaar beschikbaar kan worden gesteld voor Gebruik door Derden.
(ii) Onverminderd het bepaalde in artikel 13.2 (a)(iv) mag de Promotor overeenkomsten met betrekking tot Gebruik door Derden sluiten mits:
(a) de Promotor het voorgestelde Gebruik door Derden, de daarop betrekking hebbende overeenkomsten, de daaruit te genereren Netto-inkomsten en het aan de Inrichtende Macht daarvan ingevolge artikel 13.2 (a)(vi) af te dragen percentage vooraf aan de Inrichtende Macht overeenkomstig de Beoordelingsprocedure ter beoordeling heeft voorgelegd en de Inrichtende Macht dit gebruik, deze overeenkomsten, de Netto-inkomsten en het af te dragen percentage schriftelijk heeft goedgekeurd;
(b) het Gebruik door Xxxxxx niet in strijd is met het pedagogisch project van de Inrichtende Macht;
(c) de Promotor de nodige waarborgen levert dat de Instelling na het Gebruik door Derden aan de Inrichtende Macht terug in zijn oorspronkelijke staat ter beschikking wordt gesteld;
(d) onverminderd het bepaalde in sub e, deze overeenkomsten uiterlijk eindigen op de laatste kalenderdag van het lopende Schooljaar of zodanige andere kalenderdag als Partijen overeenkomen;
(e) de overeenkomsten met betrekking tot het Gebruik door Derden eindigen op de Einddatum, dan wel eerder indien dit Individueel DBFM-Contract wordt beëindigd in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming), waarbij de Inrichtende Macht een recht heeft om deze overeenkomsten over te nemen mits de Inrichtende Macht, voor zover de Netto-inkomsten uit Gebruik door Derden tijdens een Kwartaal meer bedragen dan EUR 1.250, 50% van het meerdere bedrag afdraagt aan de Promotor. Het saldo van de Netto-inkomsten van de Promotor uit Gebruik door Derden komt dan uitsluitend aan de Inrichtende Macht toe;
(f) van het Gebruik door Derden redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat dit de Onderwijsactiviteiten zal verstoren; en
(g) het voorgestelde Gebruik door Derden in overeenstemming is met wet- en regelgeving en het bepaalde in dit Individueel DBFM-Contract.
(iii) Onverminderd het bepaalde in artikel 13.2 (a)(iv) mag de Promotor Ruimtes ook zelf in het kader van Gebruik door Derden gebruiken, mits:
(a) dat gebruik voldoet aan het bepaalde in artikel 13.2 (a)(ii) (b) tot (g);
(b) de Promotor het voorgestelde Gebruik door Derden vooraf aan de Inrichtende Macht overeenkomstig de Beoordelingsprocedure ter beoordeling heeft voorgelegd en de Inrichtende Macht dit gebruik schriftelijk heeft goedgekeurd; en
(c) de Promotor voorafgaand aan het voorgestelde Gebruik door Derden met de Inrichtende Macht een vergoeding is overeengekomen die marktconform is en afspraken heeft gemaakt over de duur van het voorgestelde Gebruik door Derden.
(iv) De Inrichtende Macht heeft het recht om reeds goedgekeurd Gebruik door Derden alsnog te verbieden indien hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat het Gebruik door Derden niet verenigbaar is met de voorwaarden bepaald in artikel 13.2 (a)(ii) (Gebruik door Derden). De Inrichtende Macht stelt de Promotor in kennis van zijn voornemen en gaat indien niet binnen een redelijke termijn de maatregelen zijn getroffen die de Inrichtende Macht redelijkerwijze vereist om te beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in artikel 13.2 (a)(ii) (Gebruik door Xxxxxx), over tot het verbieden van het betreffende Gebruik door Xxxxxx.
De Promotor is gehouden al het mogelijke te doen om te bewerkstelligen dat het Gebruik door Derden in overeenstemming blijft met de voorwaarden bepaald in artikel 13.2 (a)(ii) (Gebruik door Derden), en is bij een eventueel verbod gehouden te bewerkstelligen dat het betreffende Gebruik door Derden onmiddellijk eindigt.
(v) Alle overeenkomsten met betrekking tot Gebruik door Derden worden voor eigen rekening en risico van de Promotor gesloten.
(vi) Verbruikskosten die voortvloeien uit het gebruik van Nutsvoorzieningen tijdens Gebruik door Derden worden, voor zover deze betrekking hebben op water, gas en elektriciteit, na voorlegging van de nodige stavingsstukken, door de Promotor gedragen.
(vii) Voor zover de Netto-inkomsten van de Promotor uit Gebruik door Derden in een Betalingsperiode meer bedragen dan EUR 1.250 draagt de Promotor 50% van het
meerdere bedrag af aan de Inrichtende Macht. Het saldo van de Netto-inkomsten van de Promotor uit Gebruik door Derden komt uitsluitend aan de Promotor toe.
(viii) De Inrichtende Macht kan aan het Gebruik door Derden van de Eerste Uitrusting of andere aan hem toebehorende goederen, in het kader van Gebruik door Derden enkel voorwaarden verbinden ter zake van de duur van het gebruik en van de vereisten voor zorgvuldig gebruik.
De Promotor is steeds aansprakelijk voor schade en het onderhoud, de vervanging van de Eerste Uitrusting of andere aan de Inrichtende Macht toebehorende goederen indien deze door derden worden gebruikt en beschadigd. De Inrichtende Macht is gerechtigd om verder gebruik van de Eerste Uitrusting of andere aan hem toebehorende goederen te verbieden indien sprake is van misbruik.
Artikel 13.3. Reclame
Elke vorm van Reclame door de Promotor in de Instelling is, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Inrichtende Macht, uitdrukkelijk verboden.
Artikel 13.4. Bekendmaking identiteit
Indien en voor zover de Promotor, respectievelijk de Inrichtende Macht kennis heeft van de identiteit van de veroorzaker van schade aan de Instelling, is de Promotor, respectievelijk de Inrichtende Macht gehouden de identiteit van de veroorzaker van deze schade bekend te maken aan de Inrichtende Macht, respectievelijk de Promotor, ten einde elke Partij in staat te stellen de schade aan de Instelling op de veroorzaker van de schade te verhalen. In dat geval wordt de identiteit van de veroorzaker van de schade ter informatie ook meegedeeld aan AGIOn.
In zoverre de Promotor instaat voor het herstel van de schade aan de Instelling veroorzaakt door derden, zal de Inrichtende Macht er voor zorgen dat de Promotor in de plaats wordt gesteld van de Inrichtende Macht voor eventuele verhaalmogelijkheden tegen deze derden. Voor zover nodig zal de Inrichtende Macht haar medewerking verlenen om dergelijke verhaalmogelijkheden te verkrijgen van andere partijen.
Artikel 14.1. Financiering
De Promotor staat in voor alle noodzakelijke financiering voor het verrichten van de Projectactiviteiten en/of eventuele wijzigingen daarvan ingevolge artikel 18.1(d) (Wijzigingen).
Artikel 14.2. Financieel Model Individueel DBFM-Contract
(a) De uitgangspunten, berekeningen en overige gegevens uit het Financieel Model Individueel DBFM-Contract blijven te allen tijde voor rekening en risico van de Promotor.
Beoordeling of toepassing van het Financieel Model Individueel DBFM-Contract door de Inrichtende Macht doet in geen enkel opzicht afbreuk aan de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de Promotor.
(b) De Promotor garandeert de juistheid en volledigheid van ieder onderdeel van het Financieel Model Individueel DBFM-Contract. Eventuele gevolgen van enige onjuistheid of onvolledigheid van enig onderdeel van het Financieel Model Individueel DBFM-Contract blijven te allen tijde voor rekening en risico van de Promotor.
(c) Bij strijdigheid van enig onderdeel van het Financieel Model Individueel DBFM-Contract met het Contract en de overige Bijlagen, prevaleren het Contract en de overige Bijlagen.
Artikel 14.3. Overbetalingen
Het aandeel van de Inrichtende Macht in de eventuele overbetalingen in het kader van het DBFM-programma wordt bepaald en toebedeeld overeenkomstig de Kaderovereenkomst.
Artikel 14.4. Intercalaire interesten
(i) De Inrichtende Macht vergoedt naar aanleiding van de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, de in overeenstemming met Bijlage 24 tussen de Aanvangsdatum en de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum vervallen intercalaire interesten. De intercalaire interesten worden berekend conform Bijlage 24 (Intercalaire interesten)
De intercalaire interesten worden per Kwartaal vastgesteld op de Bankwerkdag, volgend op de 14de van de laatste maand van het relevante Kwartaal. De intercalaire interesten worden berekend tot op datum van betaling zoals vermeld in artikel 14.4 (iii) (Intercalaire interesten), met dien verstande dat de vervallen intercalaire interesten tussen de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en de Voorlopige Beschikbaarheiddatum (indien deze later valt) niet worden vergoed.
(ii) De Promotor voegt bij het verzoek tot afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat een overzicht van de tot op die datum op grond van huidig artikel verschuldigde intercalaire interesten, alsook een zo nauwkeurig mogelijke raming van het uiteindelijk bedrag aan intercalaire interesten dat op basis van huidig artikel 14.4 (Intercalaire interesten) verschuldigd zal zijn. Een afschrift hiervan richt de Promotor tevens aan AGIOn.
(iii) Overeenkomstig artikel 15.4 (a), alinea 2 (Betalingstermijn Netto Beschikbaarheidvergoeding) zullen de intercalaire interesten worden betaald uiterlijk tien
(10) Bankwerkdagen volgend op de Voorlopige Beschikbaarheiddatum op voorwaarde dat de Inrichtende Macht en AGIOn uiterlijk vijf (5) Bankwerkdagen vóór het verstrijken van voormelde termijn van tien (10) Bankwerkdagen in het bezit zijn gesteld van alle voor betaling vereiste stavingstukken.
Indien de betreffende Netto Beschikbaarheidvergoeding wordt betaald na het verstrijken van deze termijn, is artikel 15.4 (iv) (Interest voor achterstallige betaling) van toepassing.
Artikel 15.1. Beschikbaarheidvergoeding en DBFM-toelage
Partijen zijn overeengekomen om de Netto Beschikbaarheidvergoedingen anticipatief te betalen en derhalve zal de Inrichtende Macht overeenkomstig de bepalingen van artikel
15.2 (Factuur) bij de aanvang van de eerste Betalingsperiode, dit is naar aanleiding van de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, en vervolgens bij de aanvang van iedere daaropvolgende Betalingsperiode, het overeenkomstig artikel 15.2 (Factuur) berekende bedrag (de "Netto Beschikbaarheidvergoeding") aan de Promotor betalen.
Het deel van de Netto Beschikbaarheidvergoeding dat overeenstemt met de DBFM-toelage, eventueel de REG-toelage en de Pilootproject-toelage is verschuldigd en wordt rechtstreeks door AGIOn aan de Promotor betaald. Deze betaling werkt bevrijdend in hoofde van de Inrichtende Macht overeenkomstig hetgeen daartoe is bepaald in de Kaderovereenkomst.
De eventuele REG-toelage en de Pilootproject-toelage dienen door de Promotor als een afzonderlijk te identificeren luik in de Netto Beschikbaarheidvergoeding te worden voorzien.
Artikel 15.2. Factuur
Uiterlijk vijf (5) Bankwerkdagen na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, respectievelijk vijf (5) Bankwerkdagen na de aanvang van iedere Betalingsperiode verstrekt de Promotor een factuur aan de Inrichtende Macht op een door de Inrichtende Macht op te geven adres. De factuur vermeldt het bedrag dat bij de aanvang van de eerste Betalingsperiode, respectievelijk voor de aan te vangen Betalingsperiode verschuldigd is. Het in de factuur genoemde bedrag wordt als volgt berekend:
(a) Netto Beschikbaarheidvergoeding te factureren bij de aanvang van de eerste Betalingsperiode:
(i) de Bruto Beschikbaarheidvergoeding voor de eerste Betalingsperiode;
(ii) de overeenkomstig artikel 14.4 (Intercalaire interesten) te vergoeden intercalaire interesten;
(iii) verminderd met eventuele definitief beslechte Strafpuntenkortingen op grond van artikel 16.4 (Strafpuntenkortingen);
(iv) vermeerderd met de eventuele vergoeding die de Inrichtende Macht op grond van artikel 17.2 (Geval van Vergoeding) aan de Promotor verschuldigd is geworden in de periode die het Voorlopige Beschikbaarheidcertificaat voorafgaat ;
(v) vermeerderd met eventuele kosten en vergoedingen die de Inrichtende Macht op grond van artikel 18 (Wijzigingen) verschuldigd is geworden in de periode die het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat voorafgaat;
(vi) vermeerderd met eventueel op grond van artikel 15.6 (Belasting over de Toegevoegde Waarde- Registratierechten) verschuldigde BTW;
(vii) verminderd of vermeerderd met eventuele andere bedragen die Partijen op grond van dit Individueel DBFM-Contract verschuldigd zijn of waarover ze overeenstemming hebben bereikt;
(viii) vermeerderd met de overeenkomstig artikel 15.7 (b) (Prijsherziening bouwkost) te vergoeden prijsherziening bouwkost;
(ix) vermeerderd met de eventuele vergoeding zoals voorzien in artikel 17.1 (f) (Vergoeding).
(b) Netto Beschikbaarheidvergoeding te factureren onmiddellijk na de aanvang van iedere volgende Betalingsperiode:
(i) de Bruto Beschikbaarheidvergoeding voor de betreffende Betalingsperiode;
(ii) verminderd met eventuele definitief beslechte Kortingen en/of eventuele definitief beslechte Effectieve Evaluatiekortingen uit hoofde van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme);
(iii) verminderd met eventuele Vertragingsboetes die tijdens de betreffende Betalingsperiode zijn opgelopen op grond van artikel 9.2 (Vertragingsboete);
(iv) verminderd met de geschatte kosten die de Inrichtende Macht gerechtigd is in te houden op grond van artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) of artikel
12.4 (Aanvullende Overdrachtgarantie);
(v) verminderd met eventuele inkomsten uit hoofde van Gebruik door Derden die de Promotor op grond van artikel 13.2 (Gebruik door Xxxxxx) in de betreffende Betalingsperiode aan de Inrichtende Macht verschuldigd is geworden;
(vi) verminderd met eventuele definitief beslechte Strafpuntenkortingen uit hoofde van artikel 16.4 (Strafpuntenkortingen);
(vii) vermeerderd met eventuele teruggaven uit hoofde van artikel 16.4 (c) (iv) (Strafpuntentoepassing);
(viii) vermeerderd met de eventuele vergoeding die de Inrichtende Macht op grond van artikel 17.2 (Geval van Vergoeding) aan de Promotor in de betreffende Betalingsperiode is verschuldigd;
(ix) vermeerderd met eventuele kosten en vergoedingen die de Inrichtende Macht op grond van artikel 18 (Wijzigingen) in de betreffende Betalingsperiode verschuldigd is geworden;
(x) verminderd of vermeerderd met interesten op grond van artikel 15.4 (Betalingen);
(xi) vermeerderd met eventueel op grond van artikel 15.6 (Belasting over de Toegevoegde Waarde- Registratierechten) verschuldigde BTW;
(xii) verminderd of vermeerderd met eventuele andere bedragen die Partijen op grond van dit Individueel DBFM-Contract verschuldigd zijn of waarover ze overeenstemming hebben bereikt.
(xiii) in voorkomend geval verminderd of vermeerderd met indexaties toegepast in overeenstemming met artikel 15.7 (a) (Prijsherziening algemeen) op de Netto Beschikbaarheidvergoeding van het voorgaande Kwartaal.
Er wordt gepreciseerd dat enige betwiste Korting of Strafpuntenkorting slechts in een factuur moet worden opgenomen en slechts moet worden verrekend na beslechting van het Geschil overeenkomstig artikel 25 (Geschillen).
De Inrichtende Macht beschikt over de mogelijkheid om bij de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat één storting, met een minimum van EUR 50.000, te doen. Deze storting geldt onmiddellijk als aanbetaling op de Netto Beschikbaarheidvergoedingen. Deze aanbetaling zal uitsluitend worden toegerekend op het niet door de DBFM-toelage, de REG-toelagen en in voorkomend geval de Pilootproject-toelagen gedekte aandeel van de Netto Beschikbaarheidvergoeding.
Artikel 15.3. Overzichtsstaat per Betalingsperiode
(a) Overzichtsstaat per Betalingsperiode. Uiterlijk vijftien (15) Bankwerkdagen vóór de aanvang van iedere Betalingsperiode, zendt de Promotor een overzichtsstaat (volgens het model opgenomen als Bijlage 7 (Model overzichtsstaat)) met de verwachte posten van de Netto Beschikbaarheidvergoeding voor de komende Betalingsperiode aan de Inrichtende Macht. Een afschrift hiervan wordt tevens aan AGIOn gericht. De Promotor stelt deze overzichtsstaat per Betalingsperiode zorgvuldig op. De overzichtsstaat per Betalingsperiode bevat de volgende informatie voor de komende Betalingsperiode:
(i) het bedrag, de oorzaken en details van eventuele opgelopen of toepasselijke Kortingen, uitgesplitst per Korting, en van de eventuele opgelopen Strafpuntenkortingen. Er wordt gepreciseerd dat enige betwiste Korting of Strafpuntenkorting slechts in de overzichtsstaat per Betalingsperiode moet worden opgenomen na beslechting van het eventuele Geschil overeenkomstig artikel 25 (Geschillen);
(ii) het bedrag van de DBFM-toelage en de eventuele REG-toelage en Pilootproject-toelage;
(iii) eventuele andere bedragen die in de berekening van artikel 15.2 (Factuur) moeten worden opgenomen, waarbij ieder bedrag afzonderlijk wordt weergegeven;
(iv) eventuele aanpassingen die een gevolg zijn van bedragen die eerder te veel of te weinig zijn betaald, waarbij elke aanpassing afzonderlijk wordt weergegeven; en
(v) per te betalen bedrag, de eventueel in verband daarmee verschuldigde BTW.
(b) Factuur. De Promotor stuurt tegelijk met een factuur aan de Inrichtende Macht een definitieve overzichtsstaat met de berekening, die heeft geleid tot de Netto Beschikbaarheidvergoeding. Een afschrift hiervan wordt tevens aan AGIOn gericht.
(c) De informatie in de overzichtsstaten moet helder en overzichtelijk zijn weergegeven en moet worden onderbouwd met eenvoudig controleerbare schriftelijke gegevens.
Artikel 15.4. Betalingen
(a) Betalingstermijn Netto Beschikbaarheidvergoeding. De Netto Beschikbaarheidvergoeding dient onverminderd het bepaalde in artikel 15.5 (Betwiste bedragen), uiterlijk vijftig (50) kalenderdagen na ontvangst van de factuur en het daarbij behorende detail te worden betaald.
De Netto Beschikbaarheidvergoeding te betalen bij de aanvang van de eerste Betalingsperiode zal echter, samen met de conform artikel 14.4 (Intercalaire interesten) verschuldigde intercalaire interesten, worden betaald uiterlijk tien (10) Bankwerkdagen volgend op de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, op voorwaarde dat de Inrichtende Macht en AGIOn uiterlijk vijf (5) Bankwerkdagen vóór het verstrijken van voormelde termijn van tien (10) Bankwerkdagen in het bezit zijn gesteld van de factuur en de berekeningsstaat conform Bijlage 24 zoals voorzien in artikel 14.4 (Intercalaire interesten) in de vorm van een debetnota.
(b) Betaling aan de Inrichtende Macht. Indien uit een factuur blijkt dat de Promotor een bedrag aan de Inrichtende Macht verschuldigd is, zal de Promotor dit bedrag uiterlijk vijftig (50) kalenderdagen na verzending van de betreffende factuur aan de Inrichtende Macht betalen.
(c) Xxxxx xxx xxxxxxxx. Alle bedragen, die op grond van dit Individueel DBFM-Contract verschuldigd zijn, worden betaald door storting of overschrijving op de bankrekening in België van de Partij die recht op betaling heeft. Partijen verstrekken elkaar daartoe de benodigde gegevens over hun bankrekening. Xxxxxxxx vindt op zodanige wijze plaats dat de Partij die daarop recht heeft op de vervaldatum om 12 uur 's middags, Belgische tijd, de volledige en vrije beschikking heeft over het verschuldigde bedrag.
(d) Interest voor achterstallige betaling. Wanneer de in artikel 15.4 (a) (Betalingstermijn Netto Beschikbaarheidvergoeding) of in artikel 15.4 (b) (Betaling aan de Inrichtende Macht) hiervoor vastgestelde betalingstermijn wordt overschreden, heeft de Promotor, respectievelijk de Inrichtende Macht, van rechtswege en zonder ingebrekestelling, per maand of per gedeelte van een maand vertraging, recht op de betaling van een intrest. Deze intrest wordt berekend naar rato van het aantal kalenderdagen vertraging tegen de intrestvoet bepaald in artikel 15 §4 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden.
Het indienen van de regelmatig opgestelde factuur overeenkomstig artikel 15.3 (Overzichtsstaat per Betalingsperiode) hiervoor geldt als schuldvordering voor de betaling van deze intrest, maar heeft geen invloed op het tijdstip waarop de intrest begint te lopen.
(e) Onderbreking of vertraging van de uitvoering door de Promotor. Wanneer door de schuld van de Inrichtende Macht en/of AGIOn de betaling van de Netto Beschikbaarheidvergoeding niet is verricht na verloop van dertig (30) kalenderdagen na de in artikel 15.4 (a) (Betalingstermijn Netto Beschikbaarheidvergoeding) gestelde betalingstermijn, kan de Promotor het uitvoeringstempo van de Diensten vertragen of onderbreken.
In dit geval heeft de Promotor, zonder afbreuk te doen aan zijn gemeenrechtelijke schadebeperkingsplicht, recht:
1° alleszins, of er een vertraging van het uitvoeringstempo of een onderbreking is of niet, op een verlenging van de Herstelperiode die gelijk is aan het aantal
kalenderdagen begrepen tussen het verloop van de voornoemde periode van dertig
(30) kalenderdagen en de betalingsdatum voor zover de aanvraag tot dergelijke verlenging schriftelijk wordt ingediend vóór het verstrijken van de respectieve Herstelperiodes;
2° op vergoeding voor de door de Promotor werkelijk geleden schade, indien er werkelijk een vertraging van het uitvoeringstempo of een onderbreking is geweest, voor zover de rekening voor schadevergoeding wordt ingediend binnen de termijnen bepaald in artikel 17.2 (b) (ii) (Mededeling en maatregelen).
De beslissing om het uitvoeringstempo te vertragen of de Diensten te onderbreken wegens achterstal van betaling, dient evenwel bij ter post aangetekende brief ten laatste vijftien (15) kalenderdagen vóór de dag van vertraging van het uitvoeringstempo of van de daadwerkelijke onderbreking aan de Inrichtende Macht en aan AGIOn te worden gemeld.
In geval meerdere overschrijdingen van betalingtermijnen elkaar overlappen, mogen deze slechts één keer in rekening gebracht worden.
De bepalingen van deze paragraaf kunnen slechts worden ingeroepen op voorwaarde dat dit wordt gerechtvaardigd door het belang van de achterstallige betalingen in de loop van de beschouwde periode.
(f) Betaling in geval van derdenbeslag. In geval van verzet tegen de betaling of van derdenbeslag ten laste van de Promotor, beschikt de Inrichtende Macht, onverminderd de in artikel 15.4 (a) hiervoor bepaalde termijnen van vijftig (50) kalenderdagen, over een termijn van vijf (5) Bankwerkdagen te rekenen vanaf die waarop het beletsel tegen betaling wordt opgeheven. Gedurende die termijn en tot op dat ogenblik is door de Inrichtende Macht geen intrest voor achterstallige betaling verschuldigd.
(g) Overdracht. Vanaf de Contractdatum moeten alle opdrachten tot betaling in de handen van derden geschieden door een bij deurwaardersexploot aan de Inrichtende Macht betekende overdracht van schuldvordering.
Artikel 15.5. Betwiste bedragen
(a) Betwisting van bedragen. Indien AGIOn en de Inrichtende Macht bepaalde of alle aan een factuur of detail ten grondslag liggende bedragen betwisten, zijn AGIOn en de Inrichtende Macht bevoegd de betaling van het bedrag dat wordt betwist (het Betwiste Bedrag) op te schorten. De Inrichtende Macht en AGIOn stellen de Promotor zo spoedig mogelijk op de hoogte van de betwisting en de redenen daarvoor. De Promotor, AGIOn en/of de Inrichtende Macht treden vervolgens in overleg over het Betwiste Bedrag. Indien zij niet binnen dertig (30) kalenderdagen na de aanvang van dit overleg tot overeenstemming geraken, is artikel 25 (Geschillen) van toepassing.
(b) Interest. Indien blijkt dat de Inrichtende Macht of AGIOn het Betwiste Bedrag ten onrechte heeft betwist, is de in artikel 15.4 (d) (Interest voor achterstallige betaling) bedoelde interest verschuldigd vanaf het tijdstip dat de Inrichtende Macht of AGIOn verplicht was het Betwiste Bedrag te betalen als van betwisting geen sprake zou zijn geweest. Indien blijkt dat de Inrichtende Macht ten onrechte een bedrag aan de Promotor heeft betaald, is de Promotor over dit bedrag de in artikel 15.4 (d) (Interest voor achterstallige betaling) bedoelde interest verschuldigd vanaf het moment dat hij de betaling ontving.
Artikel 15.6. Belasting over de Toegevoegde Waarde - Registratierechten
(a) Exclusief. Alle in dit Individueel DBFM-Contract genoemde en bedoelde bedragen zijn exclusief BTW.
(b) BTW algemeen. De door de Inrichtende Macht te betalen bedragen zijn onderworpen aan BTW op het ogenblik van de afrekening ervan. De Inrichtende Macht is eerst dan verplicht BTW te betalen indien de BTW op een deugdelijke en begrijpelijke wijze in facturen en bijhorende details is verwerkt.
(c) Wijziging in BTW-behandeling. Indien een wijziging na de Contractdatum in de wetgeving, de rechtspraak of de administratieve richtlijnen leidt tot een verschuldigdheid van BTW waar de Promotor de vrijstelling heeft toegepast of, omgekeerd, een vrijstelling van BTW waar de Promotor BTW heeft toegepast, dan treden de Inrichtende Macht en de Promotor in overleg om te komen tot een aanpassing van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
(d) BTW vrijwaring. De Inrichtende Macht zal aan de Promotor alle schade vergoeden die de Promotor zal lijden als gevolg van een wijziging in de wetgeving, de rechtspraak of van het door de BTW-administratie innemen van het standpunt dat er BTW of geen BTW verschuldigd is op de vergoedingen waarop geen BTW of BTW werd toegepast. (e) Registratierechten. Xxxxxxx uit hoofde van de terbeschikkingstelling van de Instelling aan de Inrichtende Macht en overdracht bij het einde van het Individueel DBFM-Contract registratierechten verschuldigd zouden zijn, dan zullen deze verschuldigd zijn door de Inrichtende Macht, die de Promotor hiervoor desgevallend zal vergoeden en
vrijwaren.
Artikel 15.7. Prijsherziening
(a) Prijsherziening algemeen
(i) Behoudens andersluidend beding, zijn alle in euro uitgedrukte bedragen in dit Individueel DBFM-Contract gebaseerd op het prijspeil per de Contractdatum en worden deze vanaf het tweede jaar na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum (ttz. voor het eerst op de eerste verjaardag van de Voorlopige Beschikbaarheiddatum) jaarlijks aangepast aan de hand van de Prijsherzieningsformule.
De Prijsherzieningsformule voorziet, conform de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen in een vast gedeelte en een gedeelte van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding dat aan prijsherziening wordt onderworpen. Het volgens de Prijsherzieningsformule aan prijsherziening onderworpen gedeelte mag maximaal 35% van de initiële Bruto Beschikbaarheidvergoeding bedragen en moet betrekking hebben op de eigen werkingskosten van de Promotor, de Instandhoudingkosten en de verzekeringen. De prijsherziening moet gebeuren op basis van parameters die de reële kosten vertegenwoordigen. Het gedeelte van de Bruto Beschikbaarheidsvergoeding dat aan de prijsherziening wordt onderworpen en dat maximaal 35 % van de initiële Bruto Beschikbaarheidsvergoeding mag bedragen, wordt op de Contractdatum eenmalig definitief bepaald.Toepassing van de Prijsherzieningsformule mag er evenwel nooit toe leiden dat in enige Betalingsperiode de Bruto Beschikbaarheidvergoeding meer bedraagt dan:
de oorspronkelijke Bruto Beschikbaarheidvergoeding (Bt0);
vermenigvuldigd met
de breuk van (i) het Belgisch indexcijfer van de consumptieprijzen zoals van tijd tot tijd gepubliceerd door de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie in de maand van de betrokken verjaardag van de Voorlopige Beschikbaarheiddatum en (ii) het Belgische indexcijfer van de consumptieprijzen zoals van tijd tot tijd gepubliceerd door de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie in de maand van de Contractdatum,
zodat:
Btq Bt0 * CPItq .
CPIt0
Desgevallend wordt de toepassing van de Prijsherzieningsformule beperkt tot voormelde maximumstijging.
(ii) Een verandering in een indexcijfer dat onderdeel is van de Prijsherzieningsformule wordt voor het eerst toegepast:
- met betrekking tot het Kwartaal waarin de verandering is gepubliceerd (zodat niet met terugwerkende kracht voorbij dat Xxxxxxxx verrekend wordt); en
- vanaf het ogenblik waarop deze is verwerkt in een door de Inrichtende Macht ontvangen overzicht als bedoeld in artikel 15.7 (a) (iii) (Prijsherziening algemeen).
(iii) De Promotor zal samen met de factuur waarnaar verwezen wordt in artikel 15.3 (Overzichtsstaat per Betalingsperiode), aan de Inrichtende Macht de Prijsherzieningsformule overmaken waarin zijn verwerkt alle veranderingen in de parameters van de Prijsherzieningsformule die tot en met dat Kwartaal zijn gepubliceerd, samen met een overzicht van de geldende indexcijfers van de Prijsherzieningsformule en alle in dit Individueel DBFM-Contract met toepassing van de Prijsherzieningsformule herziene bedragen.
(b) Prijsherziening bouwkost
(i) De Inrichtende Macht betaalt aan de Promotor naar aanleiding van de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, éénmalig een vergoeding voor schommelingen van de lonen, sociale lasten en materiaalprijzen, binnen de perken van de hiernavolgende voorwaarden:
(iii) De vergoeding is beperkt tot prijsherziening verschuldigd door de Promotor aan de door hem aangestelde aannemers tussen de Aanvangsdatum en de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum;
(iv) De vergoeding is beperkt tot prijsherziening verschuldigd en betaald door de Promotor ingevolge opdrachten voor aanneming van werken of aanneming van leveringen, die daadwerkelijk betrekking hadden op de realisatie van de Instelling conform het Individueel DBFM-Contract;
(v) Prijsherziening wordt slechts vergoed ten belope van de toepassing op de sub
(b) vermelde contracten van de prijsherzieningsformule vastgesteld in artikel
13 van het typebestek nummer VL100 voor overheidsopdrachten voor aanneming van bouwwerken. Voor de toepassing van de formule worden de
werken geacht te behoren tot de categorie A (voor het bepalen van de S-waarde wordt rekening gehouden met 10 of meer werknemers);
(vi) Xxxx vergoeding is verschuldigd indien en zolang het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat niet is afgegeven, en het ook niet diende te zijn.
Op eerste verzoek van AGIOn en/of de Inrichtende Macht, dient de Promotor het bewijs te leveren van de naleving van de in dit artikel beschreven voorwaarden, hiertoe de nodige stavingsstukken over te maken en alle vragen hieromtrent van de AGIOn en/of de Inrichtende Macht te beantwoorden.
(vii) De vergoeding zal aan BTW worden onderworpen
(ii) De Promotor voegt bij het verzoek tot afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat een overzicht van de tot op die datum op grond van huidig artikel verschuldigde vergoeding, alsook een zo nauwkeurig mogelijke raming van het uiteindelijk bedrag van de vergoeding die op basis van huidig artikel
15.7 (b) (Prijsherziening bouwkost) verschuldigd zal zijn. Een afschrift hiervan richt de Promotor tevens aan AGIOn.
(iii) In geval van vervanging van een door de Promotor aangestelde aannemer door een andere aannemer zal de prijsherziening bouwkost door de Inrichtende Macht aan de Promotor worden vergoed als zou de oorspronkelijk door de Promotor aangestelde aannemer niet zijn vervangen.
Artikel 15.8. Benchmarkonderzoek
Om de vijf (5) jaar, te rekenen vanaf 1 juli 2010, kan de Toezichthouder een algemeen benchmarkonderzoek m.b.t. het DBFM-programma bevelen op kosten van de Toezichthouder, waarvan de resultaten bindend zijn voor de Partijen (“Benchmarkonderzoek”).
Indien uit het Benchmarkonderzoek blijkt dat de Instandhoudingkosten ingevolge nieuwe ontwikkelingen inzake instandhoudingsmethoden en technieken, evenwel rekening houdend met de investeringskost van de nieuwe ontwikkelingen inzake instandhoudingsmethoden en technieken, voor in totaal meer dan 5% in min afwijken van de overeenstemmende kosten voor de Diensten voor de komende vijf (5) jaren, zoals ten grondslag ligt aan huidig Individueel DBFM-Contract, na prijsescalatiecorrectie conform de Prijsherzieningsformule, zal het deel van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding dat de Instandhoudingkosten vertegenwoordigt in min worden aangepast met 80% van het verschil tussen de uitkomst uit het Benchmarkonderzoek (rekening houdend met de investeringskost) en de betreffende Instandhoudingkosten zoals ten grondslag ligt aan huidig Individueel DBFM-Contract. Voormeld percentage van 80% wordt verhoogd met het overeenstemmend voordeel van de Onderhoudsincentive dat de Promotor reeds heeft genoten met betrekking tot de betrokken Diensten bij de vaststelling van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
Partijen komen vervolgens samen overeen hoe de conclusies en bevindingen van het Benchmarkonderzoek op huidig Individueel DBFM-Contract dienen te worden geïmplementeerd. Artikel 18.1 (a) (Wijziging van het Individueel DBFM-Contract) en 18.2
(g) (ii) (Sluiten Wijzigingscontract) zullen hierop van toepassing zijn.
In geval van betwisting omtrent de implementatie van de conclusies en bevindingen van het Benchmarkonderzoek op huidig Individueel DBFM-Contract, is artikel 25 (Geschillen) van toepassing.
Artikel 15.9. Rechtstreekse vordering
De Promotor dient de niet betwiste facturen van zijn Onderaannemers steeds stipt, tijdig en volledig te betalen. Ingeval de Inrichtende Macht een kennisgeving of een ingebrekestelling krijgt vanwege een Onderaannemer dat deze de intentie heeft om een rechtstreekse vordering tegen de Inrichtende Macht in te stellen, zal de Inrichtende Macht zo spoedig mogelijk en rekening houdend met de termijnen voorzien in de kennisgeving of ingebrekestelling de Promotor een kopie bezorgen van dergelijke kennisgeving of ingebrekestelling teneinde deze laatste in staat te stellen de nodige maatregelen te treffen en eventueel te vragen aan de Inrichtende Macht om verzet tegen betaling aan te tekenen. Bij gebreke van verzet is de Inrichtende Macht gerechtigd de betaling van de Onderaannemer uit te voeren, ten belope van hetgeen de Inrichtende Macht op dat ogenblik aan de Promotor verschuldigd is. Dergelijke betaling aan de Onderaannemer zal tevens gelden als bevrijdende betaling t.o.v. de Promotor.
Xxxxxxx van een rechtstreekse vordering, door middel van een dagvaarding, van een Onderaannemer tegen de Inrichtende Macht, stelt de Inrichtende Macht de Promotor hiervan onmiddellijk op de hoogte en zal de Promotor de Inrichtende Macht volledig schadeloos stellen voor alle gevolgen van deze rechtstreekse vordering (tenzij deze het gevolg is van een fout, laattijdige kennisgeving of een niet betaling van de Inrichtende Macht en/of AGIOn). Aldus dient de Promotor de Inrichtende Macht onder meer te vergoeden voor alle gerechtskosten en registratierechten verschuldigd op het vonnis, en zal hij aan de Inrichtende Macht ipso facto een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn van EUR 500 ter dekking van de administratieve kosten van de Inrichtende Macht, tenzij de Promotor er zich toe verbonden heeft om het dossier in naam van de Inrichtende Macht op te volgen.
In geval van verzet van de Promotor, verbindt deze zich ertoe, ingeval hij geen partij is bij de rechtstreekse vordering en kennis kreeg van de dagvaarding tot rechtstreekse vordering, vrijwillig tussen te komen in het geding, en alleszins om de motieven van zijn verzet kenbaar te maken binnen een termijn van vijftien (15) kalenderdagen, te rekenen vanaf het ogenblik waarop de Promotor kennis kreeg van de rechtstreekse vordering. Het niet-naleven van deze bepalingen machtigt de Inrichtende Macht er andermaal toe om de betaling van de Onderaannemer uit te voeren, ten belope van hetgeen de Inrichtende Macht op dat ogenblik aan de Promotor verschuldigd is.
Huidige bepaling maakt expliciet geen beding ten behoeve van een derde uit, in het voordeel van de Onderaannemers van de Promotor, die er zich niet zullen kunnen op beroepen, en bevat derhalve geen verplichting tot betaling van de Inrichtende Macht t.o.v. de Onderaannemers.
ARTIKEL 16. TEKORTKOMINGEN EN MAATREGELEN VAN AMBTSWEGE
Artikel 16.1. In gebreke blijven van de Promotor
De Promotor wordt met betrekking tot de Projectactiviteiten geacht in gebreke te zijn tenzij anders bepaald in het Individueel DBFM-Contract en onverminderd het recht van elke Partij om een Geschil aanhangig te maken bij toepassing van artikel 25 (Geschillen):
1° wanneer Projectactiviteiten niet op substantiële wijze voltooid zijn binnen de bedongen termijn;
2° wanneer naar objectieve maatstaven vaststaat dat de Projectactiviteiten niet zodanig vorderen dat zij op de vastgestelde data kunnen worden voltooid;
3° wanneer de Promotor de overeenkomstig de bepalingen van het Individueel DBFM-Contract gegeven schriftelijke bevelen van de Inrichtende Macht niet naleeft;
4° wanneer de Projectactiviteiten niet uitgevoerd worden volgens de voorschriften bepaald in het Individueel DBFM-Contract.
Artikel 16.2. Vaststelling van in gebreke blijven
Al de tekortkomingen op de bepalingen van het Individueel DBFM-Contract zoals beschreven in artikel 16.1 (In gebreke blijven van de Promotor) worden in een proces-verbaal vastgesteld, waarvan een afschrift onmiddellijk bij ter post aangetekende brief aan de Promotor en aan AGIOn wordt gezonden.
De Promotor kan bij ter post aangetekende brief aan de Inrichtende Macht, te verzenden binnen de vijftien (15) kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Een afschrift hiervoor wordt door de Promotor tegelijkertijd tevens aan AGIOn overgemaakt. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten.
Indien de Promotor expliciet de vastgestelde tekortkomingen erkent, zal hij deze zonder verwijl herstellen.
Artikel 16.3. Maatregelen van ambtswege
(a) Wanneer de Promotor, na het verstrijken van de in artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) hiervoor gestelde termijn om zijn verweermiddelen te doen gelden, inactief is gebleven, of inactief blijft nadat de middelen die de Promotor heeft aangevoerd door de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw werden verworpen, kan de Inrichtende Macht de hieronder bepaalde maatregelen van ambtswege treffen.
In spoedeisende gevallen, bijvoorbeeld bij een Calamiteit of telkens de Promotor tekortschiet in het nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen en de Promotor niet onmiddellijk reageert op een verzoek van de Inrichtende Macht om dergelijke maatregelen te nemen, mag de Inrichtende Macht evenwel maatregelen van ambtswege treffen zonder het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) af te wachten en zonder voorafgaande tussenkomst van de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw.
(b) De maatregelen van ambtswege zijn:
1° de uitvoering in eigen beheer van een deel van de niet-uitgevoerde Projectactiviteiten;
2° het sluiten van één of meerdere overeenkomsten voor rekening van de Promotor met één of meerdere derden voor het herstel van de tekortkoming in het kader van nog uit te voeren Projectactiviteiten.
(c) De beslissing van de Inrichtende Macht om tot maatregelen van ambtswege over te gaan wordt bij ter post aangetekende brief aan de in gebreke gebleven Promotor bekendgemaakt. Een afschrift van de beslissing van de Inrichtende Macht wordt verstuurd naar AGIOn.
(d) Wanneer tot het sluiten van een overeenkomst voor rekening wordt overgegaan, wordt een exemplaar van het bestek aangaande de te gunnen opdracht, bij ter post aangetekende brief, aan de in gebreke gebleven Promotor gezonden.
De Promotor mag de voor zijn rekening verrichte Projectactiviteiten volgen, zonder de uitvoering evenwel van de bevelen van de Inrichtende Macht te hinderen.
(e) De prijs van de in dit artikel 16.3 (Maatregelen van ambtswege) ambtshalve bevolen maatregelen is op eerste schriftelijk verzoek van de Inrichtende Macht onmiddellijk en integraal door de Promotor aan de Inrichtende Macht betaalbaar na voorlegging van alle stavingstukken. Daarnaast blijft de prijs en het betalingsmechanisme voor de door de Inrichtende Macht aan de Promotor voor het desbetreffende deel van de Projectactiviteiten verschuldigde betalingen onverkort van toepassing, als zou het desbetreffende deel van de Opdracht door de Promotor zelf zijn uitgevoerd.
(f) De maatregel van ambtswege zal in verhouding staan tot de xxxxx van het gebrek.
Artikel 16.4. Strafpuntenkortingen
(a) Algemeen
Alle conform artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) in een proces-verbaal vastgestelde tekortkomingen van de Promotor aan zijn verplichtingen onder het Individueel DBFM-Contract kunnen worden gesanctioneerd met een speciale straf, op basis van strafpunten die tot de toepassing van Strafpuntenkortingen kunnen leiden.
Deze strafpuntenregeling beoogt niet elke tekortkoming onmiddellijk financieel te straffen, doch strekt ertoe voor de Promotor een permanente prikkel te zijn om steeds en altijd zorgvuldig te werk te gaan. Daarom wordt in deze strafpuntenregeling rekening gehouden met de frequentie, de graad en hoeveelheid van tekortkomingen, die een escalatie van de Strafpuntenkortingen kunnen veroorzaken.
(b) Strafpunten
Tekortkomingen van de Promotor aan zijn verplichtingen onder het Individueel DBFM-Contract worden gesanctioneerd met één tot maximaal tien strafpunten die de Inrichtende Macht kan opleggen in functie van de aard en de mogelijke gevolgen van de tekortkoming. In geval van twijfel omtrent de kwalificatie van de tekortkoming is de Inrichtende Macht steeds gerechtigd de kwalificatie te hanteren met het hoogst aantal strafpunten. Indien één enkele oorzaak aan de basis ligt van meerdere, al dan niet
opeenvolgende tekortkomingen, zal enkel de tekortkoming worden gesanctioneerd met het hoogste aantal strafpunten.
Onderstaande indeling geeft een indicatie van de zwaarte van de tekortkoming van de Promotor aan zijn verplichtingen onder het Individueel DBFM-Contract uitgedrukt in strafpunten:
Tien (10) strafpunten
- Tekortkomingen die zeer onveilige situaties veroorzaken. Met “zeer onveilig” wordt bedoeld het reëel risico van ernstig letsel (zijnde 10% of meer blijvende invaliditeit) en dodelijke afloop.
- Tekortkomingen die tot gevolg hebben dat de schade of de herstelkosten voor de Inrichtende Macht als gevolg van een optredende situatie substantieel worden vergroot (zijnde voor een bedrag van minstens EUR 10.000).
Vijf (5) strafpunten
- Tekortkomingen met betrekking tot schriftelijk vastgelegde afspraken, procedures en methoden die er direct op gericht zijn om ernstige risico’s te beheersen of te beperken, die niet zijn rechtgezet binnen een termijn van één (1) Werkdag na een eerste schriftelijke kennisgeving door de Inrichtende Macht of een bevoegde derde.
- Tekortkomingen die situaties veroorzaken met reëel risico van lichamelijk letsel, die niet zijn rechtgezet binnen een termijn van één (1) Werkdag na een eerste schriftelijke kennisgeving door de Inrichtende Macht of een bevoegde derde.
- Tekortkomingen die tot gevolg hebben dat de Inrichtende Macht niet of niet tijdig op de voorgeschreven wijze betrokken wordt bij de Werkzaamheden en dit onomkeerbare gevolgen heeft in het resultaat van de Werkzaamheden.
Drie (3) strafpunten
- Het niet tijdig uitvoeren van het overeengekomen Eigenaarsonderhoud.
- Het niet respecteren van eventuele hersteltermijnen die specifiek worden afgesproken naar aanleiding van een geconstateerde tekortkoming.
- Meldingsfout.
Een (1) tot twee (2) strafpunten
- Tekortkomingen die slechts het karakter hebben van een administratieve nalatigheid en die aanleiding kunnen geven tot schade. Indien zij duiden op een structurele zwakte in de beheersing worden zij gesanctioneerd met twee (2) strafpunten per inbreuk, zoniet met één (1) strafpunt.
De oplegging van strafpunten laat onverlet de verplichting van de Promotor om de tekortkomingen, zo nog mogelijk, zo snel mogelijk te herstellen.
Onverminderd de toepassing van de Strafpuntenkorting, vrijwaart de Promotor bovendien, in voorkomend geval, de Inrichtende Macht tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van de tekortkoming(en) van de Promotor, en vergoedt
de Promotor de door de Inrichtende Macht geleden schade in de mate zij het bedrag van de Strafpuntenkorting overstijgt binnen de aansprakelijkheidsbeperking voorzien in artikel
21.2 (Vrijwaringen door de Promotor).
(c) Strafpuntentoepassing
(i) Indien de Inrichtende Macht een tekortkoming vaststelt conform artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) die kan worden gesanctioneerd met één (1) tot vijf (5) strafpunten, richt de Inrichtende Macht een schriftelijke waarschuwing tot de Promotor met een uitvoerige beschrijving van de tekortkoming. Indien de Promotor binnen de vijftien (15) kalenderdagen volgend op deze waarschuwing niet verhelpt aan de vastgestelde tekortkoming, wordt de tekortkoming, samen met de met de tekortkoming overeenstemmende strafpunten conform artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) bij proces-verbaal vastgesteld.
Voor tekortkomingen die kunnen worden gesanctioneerd met tien (10) strafpunten wordt de tekortkoming, samen met de met de tekortkoming overeenstemmende strafpunten, onmiddellijk, zonder voorafgaandelijke waarschuwing, conform artikel 16.2 (Vaststelling van in gebreke blijven) bij proces-verbaal vastgesteld.
(ii) Vanaf de Contractdatum t.e.m. de Einddatum worden de opgelegde strafpunten per Kwartaal opgeteld. Per Kwartaal wordt op basis van de tabel in artikel 16.4 (d) (Kortingspercentages - Tabel) berekend welke Strafpuntenkorting overeenstemt met het in dat Kwartaal totaal aantal opgelegde strafpunten. De Strafpuntenkorting voor een Kwartaal is gelijk aan de Strafpuntenkortinggrondslag vermenigvuldigd met het percentage dat, op basis van de in artikel 16.4 (d) (Kortingspercentages - Tabel) vermelde tabel, overeenstemt met de door de Promotor opgelopen strafpunten gedurende dat Kwartaal.
Voor 1 tot en met 4 strafpunten per Kwartaal geldt er geen Strafpuntenkorting.
Voor 5 strafpunten en meer in één Kwartaal wordt een oplopende Strafpuntenkorting berekend vanaf 1% volgens de tabel in artikel 16.4 (d) (Kortingspercentages - Tabel).
Wanneer de Promotor in één Kwartaal 5 of meer strafpunten worden opgelegd, overschrijdt de Promotor de Strafpuntenkortingdrempel.
(iii) Op het einde van elk Kwartaal stuurt de Inrichtende Macht een overzicht van de gedurende het verlopen Kwartaal opgelopen Strafpunten naar de ISV stuurgroep (zoals gedefinieerd in de Kaderovereenkomst) samen met een duidelijke opgave van de redenen van toekenning van de Strafpunten (eventueel per categorie) en in voorkomend geval de redenen waarom de verweermiddelen van de Promotor niet werden weerhouden. De Promotor kan de ISV stuurgroep wijzen op eventuele problemen die zich voordoen in het toekennen van de Strafpunten door de Inrichtende Macht. De ISV stuurgroep kan er vervolgens op aandringen dat het strafpuntenbeleid van de Inrichtende Macht wordt aangepast.
(iv) Telkens de Promotor binnen een aaneengesloten periode van 2 Kwartalen de Strafpuntenkortingdrempel niet één keer heeft overschreden, heeft hij recht op teruggave van 10% van de som van alle tot op dat moment nominaal ingehouden Strafpuntenkortingen. Telkens de Promotor binnen een aaneengesloten periode van vier
(4) Kwartalen de Strafpuntenkortingdrempel niet één keer heeft overschreden, heeft hij recht op teruggave van 25% van de som van alle tot op dat moment nominaal ingehouden Strafpuntenkortingen. Op de aldus teruggeven Strafpuntenkortingen zullen door de
Inrichtende Macht geen interesten verschuldigd zijn. Ingehouden Strafpuntenkortingen kunnen maximaal voor 50% worden terugverdiend.
(v) Voor de toepassing van artikel 16.4 (c) (ii) en (iv) (Strafpuntentoepassing), wordt zonder onderscheid rekening gehouden met de strafpunten opgelegd vóór en na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum.
(d) Kortingspercentages – Tabel
Voor de berekening van de Strafpuntenkorting geldt de volgende tabel:
Aantal strafpunten per Kwartaal | Percentage van de Strafpuntenkortinggrondslag |
1 | 0,00% |
2 | 0,00% |
3 | 0,00% |
4 | 0,00% |
5 | 1,00% |
6 | 1,40% |
7 | 1,80% |
8 | 2,20% |
9 | 2,60% |
10 | 3,00% |
11 | 3,40% |
12 | 3,80% |
13 | 4,20% |
14 | 4,60% |
15 | 5,00% |
16 | 5,50% |
17 | 6,00% |
18 | 6,50% |
19 | 7,00% |
20 | 7,50% |
21 | 8,00% |
22 | 8,50% |
23 | 9,00% |
24 | 9,50% |
25 | 10,00% |
meer dan 25 | plus 0,2% per bijkomend strafpunt |
(e) Verrekening Strafpuntenkortingen
De Strafpuntenkorting waartoe de opgelegde strafpunten desgevallend aanleiding geven, wordt verrekend met het bedrag van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding voor het tweede Kwartaal dat volgt op het Kwartaal tijdens hetwelk de tekortkomingen werden vastgesteld.
Strafpuntenkortingen, opgelopen in enig Kwartaal vóór de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, worden verrekend vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum als zouden de tekortkomingen die eraan ten grondslag liggen zijn vastgesteld op de Voorlopige Beschikbaarheiddatum doch evenwel rekening houdend met hetgeen is bepaald in artikel 16.4 (c) (iv).
De Promotor kan bij ter post aangetekende brief aan de Inrichtende Macht, te verzenden binnen de vijftien (15) kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het proces-verbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten.
Ingeval het opleggen van strafpunten aldus tijdig werd betwist door de Promotor, zal de Inrichtende Macht onderzoeken of het de verweermiddelen van de Promotor aanvaardt of niet, en geeft de Inrichtende Macht vervolgens van zijn beslissing en de redenen hiervoor, kennis aan de Promotor.
Ingeval en in de mate de Inrichtende Macht de verweermiddelen van de Promotor aanvaardt, zal geen Strafpuntenkorting worden aangerekend.
Ingeval en in de mate de Inrichtende Macht de verweermiddelen van de Promotor niet aanvaardt, kan de Promotor terzake een Geschil aanhangig maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen) en zal de Strafpuntenkorting in voorkomend geval pas worden aangerekend na beslechting van het Geschil.
Er wordt gepreciseerd dat in geval een zelfde gebrek of tekortkoming zowel aanleiding kan geven tot een Korting als tot een Strafpuntenkorting, dit gebrek of deze tekortkoming slechts éénmaal wordt gesanctioneerd, met name ten belope van het hoogste van beide bedragen.
Artikel 16.5. In gebreke blijven van de Inrichtende Macht
Ingeval de Inrichtende Macht in gebreke blijft bij de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract, geeft de Promotor de Inrichtende Macht daarvan bij aangetekend schrijven kennis en stelt zij de Inrichtende Macht een redelijke termijn om de tekortkoming te herstellen.
De Inrichtende Macht kan bij ter post aangetekende brief, te verzenden binnen één (1) maand volgend op de kennisgeving:
(i) haar verweermiddelen doen gelden en/of te kennen geven dat de door de Promotor gestelde termijn niet redelijkerwijs toereikend is voor herstel van de tekortkoming; en/of
(ii) een voorstel voor de te nemen herstelmaatregelen en een tijdschema voor de uitvoering daarvan overmaken.
Het stilzwijgen van de Inrichtende Macht geldt na die termijn als een erkenning van de vastgestelde feiten.
Als de Promotor de verweermiddelen, dan wel het voorstel voor de te nemen herstelmaatregelen, of de termijn genoemd in het voorstel van de Inrichtende Macht niet binnen één (1) maand volgend op de kennisgeving afwijst, worden de verweermiddelen, dan wel het voorstel voor de te nemen herstelmaatregelen, of de termijn genoemd in het voorstel van de Inrichtende Macht geacht door de Promotor te zijn aanvaard.
Als de Promotor de verweermiddelen, dan wel het voorstel voor de te nemen herstelmaatregelen, of de termijn genoemd in het voorstel van de Inrichtende Macht binnen één (1) maand volgend op de kennisgeving daarvan met vermelding van de motieven afwijst, en de Inrichtende Macht zich daarmee binnen één (1) maand niet kan verenigen, kan de Inrichtende Macht of de Promotor een geschil op grond van artikel 25 (Geschillen) aanhangig maken.
ARTIKEL 17. GEVAL VAN UITSTEL EN GEVAL VAN VERGOEDING
Artikel 17.1. Geval van Uitstel
(a) Xxxxx xxx Xxxxxxx
(i) Er is sprake van een Geval van Uitstel in de navolgende gevallen:
(a) een Geval van Vergoeding;
(b) het niet of niet tijdig verkrijgen door de Promotor van de door hem voor het oprichten van de Instelling benodigde Vergunningen, echter uitsluitend voor zover de niet-tijdige verkrijging niet het gevolg is van een tekortkoming van de Promotor om voor deze Vergunningen een volledige dan wel ontvankelijke aanvraag in te dienen. Voor de toepassing van dit artikelonderdeel wordt als 'tijdig' verstaan: een vergunning die is verstrekt binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen of - bij gebreke daarvan - een redelijke besluittermijn;
(c) het in gebreke blijven van een Onderaannemer, inzoverre deze zich kan beroepen op omstandigheden die in hoofde van de Promotor een Geval van Uitstel zouden hebben uitgemaakt, indien de Promotor zich in een gelijkaardige toestand zou hebben bevonden;
(d) het niet tijdig of niet conform artikel 8 (Toegang tot de Bouwplaats) beschikbaar zijn van de Bouwplaats;
(e) in toepassing van artikel 11.1 (g) (Opvolging door en verplichtingen van de Inrichtende Macht): indien een tijdig antwoord van de Inrichtende Macht onontbeerlijk was voor de (tijdige) uitvoering van specifieke Projectactiviteiten;
(f) het in gebreke blijven van de nutsbedrijven om tijdig nutsleidingen of cabines te (ver)plaatsen of om te leiden of aan te passen op of rond de Bouwplaats.
(g) het niet tijdig verstrekken van het zakelijk recht of de Zekerheid zoals voorzien in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel), tenzij de vertraging te wijten is aan een fout of nalatigheid van de Promotor;
(h) het niet respecteren van de termijn voorzien in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) voor het geven van het Aanvangsbevel;
(i) (i) Het niet Tijdig (“voor Aanvangsdatum”) uitvoeren van werken (beschrijving zie Bijlage 8 en zie documenten met referentie
- “212_ABD_B1C7-026-BrandwegOntvankelijkheidsverklaring_20140303.pd f”
- “212_ABD_B1C7-026-BrandwegPlan_20140303.dwg”
- “212_ABD_B1C7-026-CoördinatieNutsleidingenRiolering_20140818.pdf”
- “212_ABD_B1C7-03-BouwgrondBouwplaats_20140818.pdf”
- “212_ABD_B1C22-blg3-BouwplaatsToelichting_20140818.pdf “
digitaal toegevoegd in map Bijlage 8 van dit Contract) voor rekening van en gecoördineerd door de Inrichtende Macht;
(ii) Het niet Tijdig (“voor Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum”) uitvoeren van werken (beschrijving zie Bijlage 8 en zie documenten met referentie
- “212_ABD_B1C7-03-BouwgrondBouwplaats_20140818.pdf”,
- “212_ABD_B1C22-blg3-BouwplaatsToelichting_20140818.pdf“
digitaal toegevoegd in map Bijlage 8 van dit Contract) voor rekening van en gecoördineerd door de Inrichtende Macht;
(ii) Indien de Promotor meent dat de Projectactiviteiten als gevolg van een Geval van Uitstel zodanige vertraging oplopen, dat een afwijking van de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en/of de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum noodzakelijk is, dient hij dit ten spoedigste schriftelijk aan de Inrichtende Macht te melden. Daarbij dient hij uiteen te zetten:
(a) de oorzaak van de vertraging;
(b) de (te verwachten) duur van de vertraging; en
(c) de mogelijkheden om de vertraging in te lopen.
Een afschrift van deze schriftelijke melding door de Promotor aan de Inrichtende Macht wordt verstuurd naar AGIOn.
De Inrichtende Macht is gerechtigd na ontvangst van deze melding aanvullende informatie aan de Promotor te vragen. Een afschrift van deze vraag om aanvullende informatie wordt eveneens verstuurd naar AGIOn.
(b) Maatregelen bij een Geval van Uitstel
(i) In geval van vertraging als bedoeld in artikel 17.1 (a) (ii) (Geval van Uitstel) zal de Promotor zich inspannen om de vertraging zoveel mogelijk in te lopen, minstens te beperken indien inlopen niet mogelijk is. Over de aldus te treffen maatregelen zal de Promotor de Inrichtende Macht redelijkerwijs, schriftelijk op de hoogte stellen. Een verplichting krachtens dit artikel om een vertraging in te lopen, of minstens te beperken indien inlopen niet mogelijk is, bestaat alleen indien dat zonder materiële meerkosten voor de Promotor mogelijk is.
(ii) Indien het Geval van Uitstel ertoe leidt dat de Werkzaamheden dienen te worden onderbroken, dient de Promotor alle normale voorzorgsmaatregelen te treffen teneinde de werken en de materialen te vrijwaren tegen mogelijke beschadigingen door ongunstige weersomstandigheden, diefstal of kwaadwillige daden.
(c) Nieuwe Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum
Indien er sprake is van een Geval van Uitstel, en er als gevolg van dat Geval van Uitstel latere data voor de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum moeten worden vastgesteld, dan zal de Inrichtende Macht samen met de Promotor nieuwe data schriftelijk overeenkomen. Partijen zullen bij het vaststellen van deze data in ieder geval (maar niet uitsluitend) rekening houden met:
(a) de gevolgen van het Xxxxx xxx Xxxxxxx;
(b) mogelijkheden van de Promotor om de vertraging conform artikel 17.1 (b)(i) (Maatregelen bij een Geval van Uitstel) in te lopen of te beperken;
(c) het stilzitten van de Promotor en het tijdverlies dat de Promotor vóór het Geval van Uitstel om andere redenen reeds had opgelopen, waardoor de mogelijkheden om de vertragingen op te vangen, zijn verminderd.
Een afschrift van de hiervoor vermelde schriftelijke overeenkomst wordt verstuurd naar AGIOn.
(d) Geen nieuwe data certificaten
Indien Partijen binnen de vijftien (15) kalenderdagen na de in artikel 17.1 (a) (ii) (Geval van Uitstel) voorgeschreven melding of, naargelang het geval, na het overmaken van de conform datzelfde artikel gevraagde informatie, niet tot een overeenkomst komen over het al dan niet bestaan van een Geval van Uitstel of over de nieuwe data, kan de meest gerede Partij terzake een Geschil aanhangig maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen).
(e) Nieuwe Bouwplanning
Telkens zich een Geval van Uitstel heeft voorgedaan, ongeacht of dit aanleiding geeft tot een verschuiving van de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en/of de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum, zal de Promotor binnen vijftien (15) kalenderdagen een nieuwe Bouwplanning bij de Inrichtende Macht indienen. Een afschrift van de nieuwe Bouwplanning wordt eveneens verstuurd naar AGIOn.
(f) Vergoeding
Een Geval van Uitstel geeft aan de Promotor enkel recht op een vergoeding voor de tijdens de duur van het Geval van Uitstel verlopen interestkosten op de financiering van de Instelling zoals blijkt uit de Financieringsovereenkomsten alsook een vergoeding voor de door de Promotor redelijk gemaakte kosten overeenkomstig artikel 17.1(b)(ii) (Maatregelen bij een Geval van Uitstel).
Indien het Geval van Uitstel tevens een Geval van Vergoeding betreft, is uitsluitend artikel
17.2 (e) (Vergoeding van de financiële gevolgen) van toepassing voor wat betreft de financiële gevolgen van het Geval van Uitstel voor zover dit vereist is om een dubbele vergoeding voor dezelfde feiten te vermijden.
Artikel 17.2. Geval van Vergoeding
(a) Geval van Vergoeding
(i) Er is sprake van een Geval van Vergoeding in de navolgende gevallen:
(a) het opleggen door de vergunningverlenende instanties van vergunningsvoorwaarden, alsmede aanpassingen of beslissingen overeenkomstig artikel 6.3 (Vergunningen) of 6.6 (Vergunningen) van onderhavig Individueel DBFM-Contract genomen na de Contractdatum;
(b) een Bijzondere Wetswijziging;
(c) de aanwezigheid op het terrein waarop de Instelling zal worden gebouwd van archeologische monumenten;
(d) de aanwezigheid op het terrein waarop de Instelling zal worden gebouwd van springtuigen, waarvoor de verwijdering voor de uitvoering van de Projectactiviteiten noodzakelijk is en welke aanwezigheid niet het gevolg is van enig handelen of nalaten van de Promotor;
(e) de aanwezigheid op het terrein waarop de Instelling zal worden gebouwd van kabels en leidingen (alsook elektriciteitscabines), waarvan de verwijdering of verlegging of aanpassing voor de uitvoering van de Projectactiviteiten noodzakelijk is of de aanwezigheid van niet door de Inrichtende Macht schriftelijk en uiterlijk op de Contractdatum op grond van Bijlage 25 (Verstrekte gegevens) meegedeelde conventionele en gekende rechten van derden op het terrein (met uitzondering van rechten van nutsbedrijven) die een invloed hebben op de Projectactiviteiten;
(f) indien de Promotor ten genoegen van de Inrichtende Macht aantoont dat voor de fundering van de Instelling heipalen nodig zijn met een lengte van meer dan 15 meter;
(g) schade (niet zijnde schade als gevolg van een Geval van Vandalisme) die wordt toegebracht aan, of een gebrek aan, de Instelling tengevolge van slecht gebruik of een inbreuk op artikel 10.2.(d) (Algemene verplichtingen van de Partijen met betrekking tot het onderhoud) door de Inrichtende Macht, het Personeel van de Inrichtende Macht, aannemers van de Inrichtende Macht, leerlingen of de openstelling van de Instelling voor Gemeenschapsgebruik, of zodanige verstoring van de Projectactiviteiten door de Inrichtende Macht, het Personeel van de Inrichtende Macht, aannemers van de Inrichtende Macht, leerlingen of openstelling van de Instelling voor Gemeenschapsgebruik dat Kortingen zouden worden opgelopen ware het niet dat zodanige verstoring ook kwalificeert als een Geval van Vergoeding;
(h) het ondanks een deugdelijke aanmaning van de Promotor aan de Inrichtende Macht waarbij een redelijke termijn is gesteld, niet voldoen door de Inrichtende Macht, het Personeel van de Inrichtende Macht of leerlingen aan de regels die gesteld zijn in het Reglement;
(i) elke wijziging in België van belastingen, heffingen zoals tol- en accijnsrechten en retributies die een weerslag heeft op de met Projectactiviteiten voor de Promotor gepaard gaande kosten, op de dubbele voorwaarde dat de wijziging in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt na de Contractdatum en dat deze belastingen, heffingen en retributies, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks door tussenkomst van een parameter in de Prijsherzieningsformule worden doorgerekend;
(j) het feitelijk onjuist zijn van feitelijke gegevens die onderdeel uitmaken van door de Inrichtende Macht verstrekte informatie (onder andere in toepassing van artikel 11.2 (b), eerste lid) (Aansprakelijkheid en vrijwaring), tenzij de Promotor daarvan redelijkerwijze niet onkundig kon zijn; bezwaren met betrekking tot de volledigheid (tenzij indien de onvolledigheid bestaat in het niet meedelen door de Inrichtende Macht van beschikbare informatie die opgevraagd werd door de Promotor), de relevantie en de interpretatie
van de verstrekte informatie maken evenwel geen Geval van Vergoeding uit en zijn geheel voor risico van de Promotor;
(k) na overeenstemming over het herstellen ervan, de materiële schade naar aanleiding van een Geval van Overmacht die niet vergoed is door een verzekering die de Promotor dient af te sluiten overeenkomstig artikel 22 (Verzekeringen);
(l) in toepassing van artikel 11.1(g) (Opvolging door en verplichtingen van de Inrichtende Macht): indien een stilzitten of stilzwijgen vanwege de Inrichtende Macht aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan van een Gebrek of schade of een bestaand Gebrek of schade heeft verergerd;
(m) de aanwezigheid van enige vorm van bodemvervuiling en/of verplichting tot doorlopen van procedure ingevolge toepasselijke wetgeving inzake bodemsanering tenzij de Inrichtende Macht aantoont dat de vervuiling of de verplichting is veroorzaakt door de Promotor;
(n) een risico dat overeenkomstig artikel 22.4 (Wijzigingen-onverzekerbare risico’s) onverzekerbaar is gedurende de periode dat het risico onverzekerbaar is en blijft;
Voor de gevallen sub (a) en (c) tot (f) geldt bovendien dat deze gebeurtenissen voor de Promotor onbekend en redelijkerwijze onvoorzienbaar moesten zijn op de Contractdatum. Inzake het bewijs hiervan wordt gepreciseerd dat de gevallen sub
(a) en (c) tot (f), behoudens bewijs van het tegendeel, geacht worden op de Contractdatum redelijkerwijze onvoorzienbaar te zijn geweest, en dat elke Partij het bewijs zal moeten leveren van de feiten die ze aanlevert.
(ii) Er is geen sprake van een Geval van Vergoeding indien de Inrichtende Macht zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van dit Individueel DBFM-Contract niet nakomt. Indien de Inrichtende Macht zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van dit Individueel DBFM-Contract niet nakomt, heeft de Promotor recht op de betaling van interesten conform het gestelde in artikel 15.4 (d) (Interest voor achterstallige betaling), en om de Diensten te onderbreken of te vertragen conform het gestelde in artikel 15.4 (e) (Onderbreking of vertraging van de uitvoering door de Promotor), of om huidig Individueel DBFM-Contract te beëindigen in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming).
(b) Mededeling en maatregelen
(i) De Promotor is verplicht de Inrichtende Macht ten spoedigste en schriftelijk, bij ter post aangetekende brief, in te lichten wanneer hij feiten of eender welke omstandigheden vaststelt die naar het inzicht van de Promotor als een Geval van Vergoeding kwalificeren. Eventuele schade veroorzaakt door een laattijdige kennisgeving zal in mindering worden gebracht van de vergoeding voorzien in artikel 17.2 (e) (Vergoeding van de financiële gevolgen).
Een dergelijke kennisgeving dient gedetailleerde informatie (voor zover beschikbaar) te bevatten omtrent:
(a) (de oorzaken van) het betreffende Geval van Vergoeding;
(b) de gevolgen daarvan voor de Projectactiviteiten;
(c) de genomen en de te nemen maatregelen om die gevolgen te beperken; en
(d) de financiële gevolgen zoals berekend overeenkomstig artikel 17.2 d) (Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding).
Een afschrift van deze kennisgeving wordt door de Promotor tevens en tegelijkertijd aan AGIOn overgemaakt.
(ii) Zijn niet ontvankelijk, de kennisgevingen die steunen op feiten en omstandigheden die door de Promotor niet ten gepaste tijde aan de Inrichtende Macht werden kenbaar gemaakt en waarvan de Inrichtende Macht bijgevolg het bestaan en de invloed op de Opdracht niet heeft kunnen nagaan teneinde de door de toestand eventueel vereiste maatregelen te nemen.
Bedoelde klachten en verzoeken zijn in elk geval niet ontvankelijk wanneer de ingeroepen feiten en omstandigheden niet schriftelijk werden bekendgemaakt binnen de zestig (60) kalenderdagen ofwel nadat ze zich hebben voorgedaan, ofwel na de datum waarop de Promotor ze normaal had moeten kennen.
(iii) Onmiddellijk nadat aan hem bekend werd dat zich een Geval van Vergoeding heeft voorgedaan, zal de Promotor alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van het betreffende Geval van Vergoeding zoveel als redelijkerwijze mogelijk is te beperken.
(c) Mogelijkheden voor de Inrichtende Macht
Binnen twintig (20) Werkdagen na ontvangst van het bericht genoemd in artikel 17.2 (b) (Mededeling en maatregelen), zal de Inrichtende Macht schriftelijk aan de Promotor mededelen of hij erkent dat er sprake is van een Geval van Vergoeding.
Een stilzwijgen van de Inrichtende Macht binnen de gezegde termijn van twintig (20) Werkdagen zal gelden als erkenning van het bestaan van een Geval van Vergoeding.
Indien de Inrichtende Macht aan de Promotor zou te kennen geven dat zij het bestaan van een Geval van Vergoeding betwist, dient zij op gedetailleerde wijze de redenen voor deze betwisting mee te delen aan de Promotor.
Indien er vijftien (15) Werkdagen na afloop van de bovengenoemde termijn van twintig (20) Werkdagen tussen Partijen nog steeds betwisting zou zijn over het al dan niet bestaan van een Geval van Vergoeding kan de meest gerede Partij terzake een geschil aanhangig maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen).
(d) Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding
(i) Bij een Geval van Vergoeding moeten de financiële gevolgen voor de Promotor worden vastgesteld. Onder “financiële gevolgen” wordt verstaan:
- de toename in de uitgaven, en/of
- de afname van de inkomsten
van de Promotor als gevolg van het zich voordoen van het Geval van Vergoeding.
(ii) De financiële gevolgen zullen worden vastgesteld door Partijen. De Inrichtende Macht heeft hiertoe het recht om, waar ook, alle mogelijke verificaties van de contractuele, boekhoudkundige of andere relevante stukken of gegevens uit te
voeren of te laten uitvoeren. Dergelijke verificaties kunnen zowel betrekking hebben op de Promotor als op zijn Onderaannemers, met uitzondering van de Financiers. Teneinde dit onderzoeksrecht tegenstelbaar en afdwingbaar te maken, zal de Promotor zich inspannen de nodige bepalingen op te nemen in zijn overeenkomsten met zijn Onderaannemers, met uitzondering van de Financiers. Als zij over de financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding binnen negentig
(90) kalenderdagen geen overeenstemming kunnen bereiken, zullen de financiële gevolgen worden vastgesteld met toepassing van artikel 25 (Geschillen).
(e) Vergoeding van de financiële gevolgen
De financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding zullen slechts voor vergoeding in aanmerking komen, voor zover de schade die specifiek volgt uit een welbepaald Geval van Vergoeding (na compensatie met de voordelen die de Promotor ingevolge dit Geval van Vergoeding heeft) groter is dan EUR 3.750 (in welk geval het volledige bedrag van de financiële gevolgen van het Geval van Vergoeding dient betaald te worden) met een maximum van EUR 50.000 met betrekking tot respectievelijk de Werkzaamheden en Diensten. Van zodra de drempel voor de Werkzaamheden van EUR 50.000 wordt overschreden, wordt voor elk Geval van Vergoeding het volledige bedrag euro per euro betaald met betrekking tot de Werkzaamheden en vervalt de drempel van EUR 3.750 voor de toekomst.
Van zodra de drempel voor de Diensten van EUR 50.000 wordt overschreden, wordt voor elk Geval van Vergoeding het volledige bedrag euro per euro betaald met betrekking tot de Diensten, en vervalt de drempel van EUR 3.750 voor de toekomst.
(f) Financiële gevolgen zijn negatief
Indien het bedrag van de financiële gevolgen zoals vastgesteld in overeenstemming met artikel 17.2 (d) (Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding) negatief is en op voorwaarde dat dit negatief bedrag hoger is dan EUR 1.250, heeft de Promotor een betalingsverplichting aan de Inrichtende Macht. Partijen komen gezamenlijk een wijze van voldoening van deze betalingsverplichting overeen. Het bepaalde in artikel 17.2 (e) (Vergoeding van de financiële gevolgen) is niet van toepassing.
(g) Betaling
(i) Betalingsverplichtingen van de Inrichtende Macht voortvloeiend uit het bepaalde in dit artikel 17.2 (Geval van Vergoeding), zullen, naar keuze van de Inrichtende Macht, worden voldaan:
(a) Betaling ineens van het door de Inrichtende Macht ingevolge artikel 17.2 (d) en artikel 17.2 (e) (Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding en Vergoeding van de financiële gevolgen) te betalen bedrag; of
(b) Betaling van het gedeelte van het door Inrichtende Macht ingevolge artikel
17.2 (d) en artikel 17.2 (e) (Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding en Vergoeding van de financiële gevolgen) te betalen bedrag via een wijziging van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding. Artikel 15 (Betalingen) is onverkort van toepassing.
(ii) Indien de Inrichtende Macht ervoor kiest om de Promotor te vergoeden in de vorm van een aanpassing van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding en die keuze een additionele financiering van de Promotor nodig maakt, moet de Promotor zich inspannen om deze aanvullende financiering onder de commercieel meest
gunstige voorwaarden aan te trekken. Voor zover de Promotor er in dat geval niet in slaagt om een financiering tegen voor de Inrichtende Macht en de Promotor aanvaardbare voorwaarden aan te trekken, zal de Inrichtende Macht de vergoeding betalen aan de Promotor op een manier die geen additionele financiering nodig maakt. Slaagt de Promotor er wel in om een financiering tegen voor de Inrichtende Macht en de Promotor aanvaardbare voorwaarden aan te trekken, zal de Inrichtende Macht AGIOn schriftelijk op de hoogte brengen van de berekende gewijzigde Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
(iii) De betalingsverplichting zoals vastgesteld volgens artikel 17.2 (g) (i) (a) (Betaling) zal ingaan vanaf het moment dat de financiële gevolgen van het Geval van Vergoeding zich voordoen en zullen telkenmale worden betaald binnen een termijn van zestig (60) kalenderdagen daarop volgend.
(h) Opschorting verplichtingen
Voor zover na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum de nakoming door de Promotor van bepaalde verplichtingen verhinderd wordt door een Geval van Vergoeding, zullen die verplichtingen worden opgeschort onverminderd de gehoudenheid van de Promotor om eraan mee te werken dat de opschorting zo kort mogelijk zal duren.
Artikel 17.3. Bijzondere Wetswijziging
(a) Definitie Bijzondere Wetswijziging
Er is uitsluitend sprake van een Bijzondere Wetswijziging in geval van een Wetswijziging die:
(i) in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd op of na de datum van voorlegging door de Promotor van het definitief ontwerp van het Individueel DBFM-Contract overeenkomstig artikel 6, eerste paragraaf van het Voorcontract; en
(A) betrekking heeft op gebouwen en/of op de uitvoering van (één van) de Projectactiviteiten en/of op de Promotor en rechtstreeks tot een aantoonbare, onevenredige verzwaring van de verplichtingen van de Promotor leidt, of
(B) de Promotor noodzaakt om kapitaalinvesteringen - kosten die normaal ge- sproken op meer dan één (1) jaar worden afgeschreven - in de Instelling te doen met een investeringswaarde van meer dan EUR 3.750 per Bijzondere Wetswijziging; of
(C) tot gevolg heeft dat de kosten van het verrichten van Projectactiviteiten met EUR 3.750 veranderen, waarbij de effecten van de op deze activiteiten krachtens dit Individueel DBFM-Contract toepasselijke Prijsherziening buiten beschouwing zullen worden gelaten; of
(ii) door AGIOn als een Bijzondere Wetswijziging is erkend conform de Kaderovereenkomst.
(b) Wijziging
Indien de Promotor of de Inrichtende Macht van oordeel is dat de Bijzondere Wetswijziging (mede) noopt tot een Wijzigingcontract is het bepaalde in artikel 18 (Wijzigingen) van toepassing. Daarbij wordt geacht sprake te zijn van een Wijziging Inrichtende Macht, met dien verstande dat er geen andere financiële gevolgen van de
betreffende Wijziging zullen zijn dan betaling van de vergoeding als bedoeld in artikel 17.3
(c) (Vergoeding).
(c) Vergoeding
Indien en zodra vaststaat, hetzij in der minne, dan wel na een onherroepelijke uitspraak in een Geschil als bedoeld in artikel 25 (Geschillen), dat sprake is van een Bijzondere Wetswijziging heeft de Promotor in beginsel recht op bijbetaling met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.2 (Geval van Vergoeding).
(d) Andere wetswijzigingen
Andere wijzigingen van wet- en regelgeving dan Bijzondere Wetswijzigingen zijn voor rekening en risico van de Promotor.
Artikel 18.1. Wijziging van het Individueel DBFM-Contract
(a) De Inrichtende Macht en de Promotor kunnen uitsluitend door middel van een schriftelijke overeenkomst een Wijziging tot stand brengen. De Promotor zal hiertoe Wijzigingcontracten opstellen. Het is de Partijen niet toegestaan een voorgestelde Wijziging uit te voeren voordat hieromtrent door beide Partijen een Wijzigingcontract is ondertekend.
(b) De Inrichtende Macht kan de Promotor te allen tijde schriftelijk en met opgave van de motieven daartoe uitnodigen een Wijziging voor te stellen. Deze uitnodiging wordt hierna aangeduid als "Wijziging Inrichtende Macht". De Inrichtende Macht zal in ieder geval een Wijziging Inrichtende Macht voorstellen indien hij afwijkingen wenst van het Ontwerp. De Inrichtende Macht zal, op verzoek van de Promotor, tevens een Wijziging Inrichtende Macht voorstellen als hij zelf weliswaar geen afwijking wenst van het Ontwerp, maar een dergelijke afwijking noodzakelijk is ter afwending van voor de Promotor redelijkerwijs onaanvaardbare aansprakelijkheids- of vrijwaringsrisico's. Als de Inrichtende Macht meent dat van een dergelijk risico geen sprake is, dan zal de Promotor terzake een Geschil aanhangig kunnen maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen).
(c) Een Wijziging Inrichtende Macht mag niet tot gevolg hebben dat de inrichting van de Instelling of de Projectactiviteiten (1) op enigerlei wijze in strijd zijn met toepasselijke wet- of regelgeving of (2) zodanig wijzigen dat ze geen direct verband meer hebben met het oorspronkelijke doel van dit Individueel DBFM-Contract, noch tot gevolg hebben dat het risicoprofiel van de Promotor of de Financiers nadelig wordt beïnvloed, noch tot gevolg hebben dat de uitvoering van het DBFM-programma in gevaar kan worden gebracht. Een Wijziging Inrichtende Macht mag evenmin tot gevolg hebben dat zij een negatieve invloed heeft op de Bouw- of Onderhoudsincentive zoals opgenomen en gedefinieerd in Bijlage 22 (Samenvatting van sommige artikelen van de Kaderovereenkomst) of dat zij buiten de fysische en financiële normen, zoals vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007, ligt.
(d) De Promotor kan de Inrichtende Macht schriftelijk een Wijziging voorstellen. Een dergelijk voorstel wordt hierna aangeduid als "Wijziging Promotor". In de Wijziging Promotor zal hij zijn voorstellen uiteenzetten in overeenstemming met artikel 18.2 (Te doorlopen procedure).
Een Wijziging Promotor mag niet tot gevolg hebben dat: (1) de Projectactiviteiten gaan vallen buiten het oorspronkelijk overeengekomen algemeen bereik van dit Individueel DBFM-Contract of (2) de Inrichtende Macht moet handelen in strijd met wet- of regelgeving.
Artikel 18.2. Te doorlopen procedure
(a) Voorlopig voorstel
Binnen tien (10) Werkdagen nadat de Inrichtende Macht een verzoek tot een Wijziging Inrichtende Macht heeft gedaan of vast is komen te staan dat een Wijziging tot stand moet worden gebracht als een Wijziging Inrichtende Macht, moet de Promotor aan de Inrichtende Macht de volgende voorlopige informatie verstrekken, behoudens indien de Promotor aannemelijk maakt dat hij de voorgestelde Wijziging onmogelijk kan uitvoeren:
(i) inzicht in hoeverre de Wijziging zal resulteren in een vertraging, en
(ii) de orde van grootte van de financiële gevolgen van de voorgestelde Wijziging (met inbegrip van een schatting van de kosten van het opstellen en uitwerken van het voorstel tot Wijziging), aannemende dat deze vergoeding zal plaatsvinden door betaling van een bedrag ineens.
Na ontvangst van de op grond van deze paragraaf artikel 18.2 a) (Voorlopig voorstel) verstrekte informatie mag de Inrichtende Macht de Promotor verzoeken om een eerste voorstel te doen als bedoeld in de volgende paragraaf.
(b) Eerste voorstel
De Promotor zal, binnen één (1) maand na ontvangst van het in de vorige paragraaf bedoelde verzoek, bij de Inrichtende Macht schriftelijk een eerste voorstel indienen voor de doorvoering van de Wijziging Inrichtende Macht of de Wijziging Promotor. In het voorstel tot Wijziging wordt door de Promotor uiteengezet:
(i) de maatregelen die hij voorstelt en de financiële gevolgen daarvan, berekend volgens het bepaalde in artikel 18.2 f) (Financiële gevolgen Wijziging) op basis van marktconforme prijzen, rekening houdend met het bepaalde in artikel 18.2 h) (Intrekken of afwijzen Wijziging), verantwoord en onderbouwd door middel van relevante bewijsstukken;
(ii) de gevolgen van deze maatregelen voor de planningen de eventuele voordelen en financiële gevolgen indien deze maatregelen eerder of later worden genomen;
(iii) de hoofdlijnen van de wijze waarop hij voornemens is deze maatregelen juridisch, financieel en organisatorisch te implementeren; en
(iv) alle overige informatie die de Inrichtende Macht redelijkerwijs nodig heeft om het verzoek te beoordelen.
Een afschrift van dit eerste voorstel wordt door de Promotor tevens aan AGIOn overgemaakt.
(c) Overweging van de wijzigingsvoorstellen
De Inrichtende Macht zal ieder wijzigingsvoorstel, gedaan op grond van artikel 18.2 b) (Eerste voorstel), in overweging nemen. De Inrichtende Macht zal de Promotor binnen tien
(10) Werkdagen berichten of hij en AGIOn wel of niet akkoord gaan met het wijzi- gingsvoorstel. De Inrichtende Macht kan na ontvangst van het wijzigingsvoorstel, de Promotor verzoeken om nadere gegevens. De Promotor zal deze gegevens zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk aan de Inrichtende Macht doen toekomen.
De Inrichtende Macht kan de Promotor tevens verzoeken om een onafhankelijke verklaring van een in België beroepsgerechtigde accountant of bedrijfsrevisor die de gevraagde meerprijs bestatigt. De kosten hiervan zullen gedragen worden door de Inrichtende Macht.
(d) Tegenvoorstellen Inrichtende Macht
(i) Indien de Inrichtende Macht of AGIOn niet akkoord gaan met de wijzigingsvoorstellen kunnen zij tegenvoorstellen doen.
(ii) De Promotor kan, binnen één (1) maand na ontvangst van de tegenvoorstellen van de Inrichtende Macht of AGIOn, uitsluitend op de volgende gronden bezwaar maken tegen deze tegenvoorstellen:
(a) het tegenvoorstel verhoogt de kosten voor de Promotor zonder dat hij hiervoor een adequate vergoeding ontvangt; of
(b) het tegenvoorstel vermindert (i) de veiligheid, duurzaamheid of kwaliteit van de Instelling, of (ii) de veiligheid van onder andere de Promotor, het Personeel van de Promotor, de Onderaannemers, het Personeel van de Onderaannemers of van derden; of
(c) het tegenvoorstel is niet marktconform of volstaat niet om de financiële gevolgen van de Wijziging te dekken; of
(d) het tegenvoorstel vereist een aanzienlijke aanpassing van de door de Promotor opgestelde Bouwplanning.
(iii) Voor zover de Wijziging minder dan 20% van de oppervlakte van de Instelling betreft of minder dan 20% van de bouwkost van de Instelling zal de Inrichtende Macht de financiële gevolgen, zoals door de Promotor berekend ingevolge artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen Wijziging) aanvaarden tenzij deze kennelijk onredelijk zijn. Indien de Inrichtende Macht van mening is dat de financiële gevolgen van de Wijziging kennelijk onredelijk zijn; of voor zover de Wijziging een groter percentage betreft en de Inrichtende Macht niet akkoord gaat met de financiële gevolgen van de Wijziging, zoals door de Promotor berekend ingevolge artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen Wijziging) omdat deze financiële gevolgen meer dan 5% hoger liggen dan de marktconforme financiële gevolgen, kan de Inrichtende Macht, onverminderd het bepaalde in artikel 18.2 (d) (ii) (a) (Tegenvoorstellen Inrichtende Macht) de Promotor verzoeken aan de Inrichtende Macht relevante documentatie te verstrekken waaruit de financiële gevolgen van de Wijziging blijken teneinde de Inrichtende Macht in staat te stellen om aan te tonen dat de door de Promotor berekende financiële gevolgen, naar gelang het geval, ofwel kennelijk onredelijk zijn ofwel meer dan 5% afwijken van de marktconforme financiële gevolgen. Indien de Promotor evenwel een door de Inrichtende Macht conform artikel 18. 2 (c) (Overweging van de wijzigingsvoorstellen) gevraagde verklaring aflevert, zal de Inrichtende Macht de door de Promotor conform artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen Wijziging) berekende financiële gevolgen aanvaarden.
Indien Partijen over de financiële gevolgen van de Wijziging geen overeenstemming kunnen bereiken is het bepaalde in artikel 25 (Geschillen) van toepassing.
(e) Uitwerking voorstel tot Wijziging
Zo spoedig mogelijk nadat overeenstemming is bereikt over het voorstel c.q. te- genvoorstel, zal de Promotor het voorstel c.q. tegenvoorstel uitwerken en indienen bij de Inrichtende Macht. Het uitgewerkte voorstel zal voorstellen bevatten voor alle Wijzigingen (inclusief Wijzigingen aan de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum en andere eventueel toepasselijke mijlpalen) welke in het Individueel DBFM-Contract alsmede eventuele andere relevante documenten dienen te worden doorgevoerd.
Een afschrift van het uitgewerkte voorstel zal tevens tegelijkertijd worden overgemaakt aan AGIOn.
(f) Financiële gevolgen Wijziging
(i) Onder de “financiële gevolgen” van een Wijziging Inrichtende Macht of een Wijziging Promotor voor de Promotor wordt verstaan:
- toename in zijn toekomstige uitgaven; en/of
- afname van zijn toekomstige inkomsten als gevolg van die Wijziging.
(ii) Kosten die de Promotor moet maken door het inschakelen van Onderaannemers en andere derden en die deel uitmaken van de financiële gevolgen moeten marktconform zijn.
(iii) De financiële gevolgen van een Wijziging Inrichtende Macht die conform artikel 18.1 b) (Wijziging van het Individueel DBFM-Contract) werden bevolen ter afwending van voor de Promotor redelijkerwijze onaanvaardbare aansprakelijkheids- of vrijwaringsrisico’s zijn exclusief voor rekening van de Promotor.
(g) Sluiten Wijzigingcontract
Indien Partijen overeenstemming hebben bereikt over de Wijziging en de uitwerking daarvan zullen de volgende acties worden uitgevoerd:
(i) De Promotor zal, nadat Partijen overeenstemming hebben bereikt over de tekstuele vastlegging van de Wijziging, in tweevoud een door hem ondertekend Wijzigingcontract aan de Inrichtende Macht sturen, waarin de Wijziging, de eventuele financiële gevolgen en overige gevolgen daarvan en de eventuele wijze van betaling in overeenstemming met het bepaalde in artikel 18.3 (Betaling) zijn vermeld.
Een afschrift van het door de Promotor ondertekende Wijzigingcontract wordt tevens tegelijkertijd door de Promotor aan AGIOn overgemaakt. De Inrichtende Macht zal, mits het Wijzigingcontract overeenstemt met hetgeen Partijen zijn overeengekomen, binnen tien (10) Werkdagen na ontvangst hiervan, een door hem mede ondertekend exemplaar terugsturen naar de Promotor.
(ii) Elk Wijzigingcontract wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van de goedkeuring ervan door AGIOn, binnen een termijn van één (1) maand te rekenen vanaf de datum van ondertekening van het Wijzigingcontract door
de Inrichtende Macht. Vanaf de vervulling van deze opschortende voorwaarde zal de Wijziging deel uitmaken van het Individueel DBFM-Contract. AGIOn zal de goedkeuring van het Wijzigingcontract slechts kunnen weigeren (1) indien de financiële gevolgen van de Wijziging niet marktconform zijn of (2) indien de Wijziging leidt tot een overschrijding van de fysische en financiële normen, zoals vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2007 of (3) indien de Wijziging niet nuttig of noodzakelijk is voor de realisatie van de Instelling of (4) op grond van de beperking gesteld door het jaarlijks bedrag beschikbaar gesteld door de Vlaamse Gemeenschap voor de DBFM-toelage.
(iii) De Promotor zal, na ontvangst van het mede door de Inrichtende Macht ondertekende Wijzigingcontract en nadat het Wijzigingcontract door AGIOn is goedgekeurd, er onmiddellijk voor zorgen dat de Wijziging wordt doorgevoerd in overeenstemming met het Wijzigingcontract.
(iv) De Inrichtende Macht zal de eventuele financiële gevolgen van de Wijziging Inrichtende Macht betalen in overeenstemming met de in artikel 18.3 (Betaling) ver- melde procedure.
(v) De Inrichtende Macht zal aan de Promotor de redelijkerwijs gemaakte kosten van de door hem opgestelde voorstellen voor een Wijziging Inrichtende Macht ingevolge artikel 18.2 (a) tot en met (e) (Voorlopig voorstel, Eerste voorstel, Overweging van de wijzigingsvoorstellen en Tegenvoorstellen Inrichtende Macht, Uitwerking voorstel tot Wijziging) (integraal vergoeden, behoudens inzoverre het een Wijziging Inrichtende Macht betreft die conform artikel 18.1 (b) (Wijziging van het Individueel DBFM-Contract) op verzoek van de Promotor werd bevolen ter afwending van voor de Promotor redelijkerwijze onaanvaardbare aansprakelijkheids- of vrijwaringsrisico’s. De kosten van dit laatste soort wijzigingsvoorstel zijn exclusief voor rekening van de Promotor.
(h) Intrekken of afwijzen Wijziging
Onverminderd het bepaalde in artikel 18.2 (g) (Sluiten Wijzigingcontract) kan de Inrichtende Macht tot aan het moment dat Partijen overeenstemming hebben bereikt over de Wijziging te allen tijde zijn verzoek betreffende een Wijziging Inrichtende Macht in- trekken, behalve als het gaat om een Wijziging Inrichtende Macht die is veroorzaakt door een Bijzondere Wetswijziging of indien het een Wijziging Inrichtende Macht betreft die conform artikel 18.1 (b) (Wijziging van het Individueel DBFM-Contract) werd bevolen ter afwending van voor de Promotor redelijkerwijze onaanvaardbare aansprakelijkheids- of vrijwaringsrisico’s. Indien de Inrichtende Macht zijn verzoek met betrekking tot een Wijziging Inrichtende Macht intrekt, zal de Inrichtende Macht aan de Promotor de door hem redelijkerwijs gemaakte kosten zoals daarnaar verwezen wordt in artikel 18.2(g) (v) hierboven, in verband met het maken van het ontwerp en het opstellen van ramingen en het Wijzigingscontract, integraal vergoeden.
De Inrichtende Macht kan tot het Wijzigingcontract is ondertekend een Wijziging Promotor afwijzen en is niet verplicht tot vergoeding van enige financiële gevolgen of uitgaven van de Promotor in verband met het maken van het ontwerp en het opstellen van de ramingen, tenzij de afwijzing door de Inrichtende Macht onredelijk zou zijn (in welk geval de Promotor zal vergoed worden voor zijn kosten in overeenstemming met hetgeen in de bovenstaande paragraaf hierover is voorzien).
(i) Uitblijven overeenstemming
Indien niet binnen een redelijke termijn overeenstemming als bedoeld in artikel 18.2 (e) (Uitwerking voorstel tot Wijziging) of over de financiële gevolgen van een Wijziging of over de voorwaarden van het Wijzigingcontract wordt bereikt, is artikel 25 (Geschillen) van toepassing.
Deze bevoegdheid laat onverlet de mogelijkheid van de Inrichtende Macht om een Wijziging Inrichtende Macht in te trekken of een Wijziging Promotor af te wijzen (in welk geval de Promotor zal vergoed worden voor zijn kosten in overeenstemming met artikel
18.2 (h) (Intrekken of afwijzen Wijziging) hierboven).
(j) Overige bepalingen
(i) Als een Partij voorziet dat een in dit artikel genoemde periode gezien de omvang of complexiteit van een voorgestelde Wijziging niet volstaat voor wat hij in die periode moet doen, mag hij die verlengen tot een duur die in redelijkheid voldoende is. Hij moet de andere Partij zo snel mogelijk (en in ieder geval niet later dan nadat de helft van de oorspronkelijke termijn is verstreken) van die verlenging op hoogte stellen.
(ii) Bij toepassing van een in dit artikel beschreven procedure zullen Partijen zich beschikbaar houden voor tussentijds overleg opdat zo snel en efficiënt mogelijk een Wijzigingcontract tot stand kan worden gebracht.
Artikel 18.3. Betaling
(a) De Inrichtende Macht mag de vergoeding betalen op één van de volgende manieren:
(i) Betaling ineens van het door de Inrichtende Macht ingevolge artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen Wijziging) te betalen bedrag binnen een termijn van zestig (60) kalenderdagen; of
(ii) Betaling van het door de Inrichtende Macht ingevolge artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen Wijziging) te betalen bedrag door middel van een aanpassing van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
(b) Indien de Inrichtende Macht ervoor kiest om de Promotor te vergoeden in de vorm van een aanpassing van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding en die keuze een additionele financiering van de Promotor nodig maakt, moet de Promotor zich inspannen om onder de commercieel meest gunstige voorwaarden aanvullende financiering aan te trekken. Voor zover de Promotor er in dat geval niet in slaagt om een financiering tegen voor de Inrichtende Macht en de Promotor aanvaardbare voorwaarden aan te trekken of voor die financiering geen goedkeuring krijgt van de Financiers, zal de Inrichtende Macht de vergoeding betalen aan de Promotor op een manier die geen additionele financiering nodig maakt.
Indien de Promotor de aanvullende financiering onder voor de Inrichtende Macht aanvaardbare voorwaarden kan verkrijgen, wordt de Bruto Beschikbaarheidvergoeding zodanig aangepast dat de financiële gevolgen van de Wijziging, alsmede de additionele kosten van de aanvullende financiering worden gecompenseerd. Indien de eigen
vermogenverschaffers van de Promotor kapitaal inbrengen ter (gedeeltelijke) financiering van de gevolgen van de Wijziging, wordt de Promotor gecompenseerd voor de inbreng van het aanvullend kapitaal mits de schuldgraad voor de Opdracht (“gearing”) ongewijzigd blijft. Voor de compensatie zal het gemiddeld gewogen rendement per kalenderkwartaal na aftrek van belastingen over het door de eigen vermogenverschaffers van de Promotor in de Promotor ingebrachte vermogen, zoals dit uit het Financieel Model Individueel DBFM-Contract blijkt, als uitgangspunt worden genomen.
(c) Indien bij een Wijziging Promotor het bedrag zoals vastgesteld in overeenstemming met artikel 18.2 (f) (Financiële gevolgen van Wijziging) negatief is en minstens EUR 1.250 bedraagt, heeft de Promotor een betalingsverplichting aan de Inrichtende Macht gelijk aan 50% van dat negatieve bedrag. Partijen komen gezamenlijk een wijze van voldoening van deze betalingsverplichting overeen.
(d) Wanneer de Wijziging Inrichtende Macht leidt tot een vermindering van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding, heeft de Promotor recht op een forfaitaire vergoeding van 30% van de vermindering. Deze vergoeding mag worden betaald op één van de manieren voorzien in artikel 18.3. (a) (Betaling).
ARTIKEL 19. BEËINDIGING, NIET-NAKOMING, SCHADE
Artikel 19.1. Beëindiging en niet-nakoming
(a) Voortijdige beëindiging
Dit Individueel DBFM-Contract kan slechts voortijdig worden beëindigd:
(i) indien sprake is van niet-nakoming door de Inrichtende Macht, als bedoeld in artikel
19.1 (b) (Niet-nakoming door de Inrichtende Macht);
(ii) indien sprake is van niet-nakoming door de Promotor, als bedoeld in artikel 19.1 (c) (Niet-nakoming door de Promotor);
(iii) indien de Inrichtende Macht het Individueel DBFM-Contract wil beëindigen met in achtneming van het bepaalde in artikel 19.1 (d) (Opzegging door de Inrichtende Macht);
(iv) indien zich een Geval van Overmacht voordoet met inachtneming van artikel 19.1 (e) (Opzegging bij een Geval van Overmacht);
(v) indien het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat niet is afgegeven binnen een termijn van één (1) jaar te rekenen vanaf de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum, met inachtneming van artikel 19.1 (f) (Beëindiging wegens niet nakoming door de Promotor) en op voorwaarde dat dit niet te wijten is aan een tekortkoming van de Inrichtende Macht;
(vi) indien het Definitief Beschikbaarheidcertificaat niet is afgegeven binnen een termijn van één (1) jaar te rekenen vanaf de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum, met inachtneming van artikel 19.1 (f) (Beëindiging wegens niet nakoming door de Promotor) en op voorwaarde dat dit niet te wijten is aan een tekortkoming van de Inrichtende Macht; of
(vii) in geval van een voortijdige beëindiging van de Kaderovereenkomst met inachtneming van artikel 19.1 (i) (Beëindiging bij een beëindiging van de Kaderovereenkomst).
(b) Niet-nakoming door de Inrichtende Macht
De Promotor kan, na herhaalde ingebrekestellingen die niet hebben geleid tot herstel van de aangehaalde tekortkomingen zoals aangegeven in de ingebrekestellingen, dit Individueel DBFM-Contract verbreken wanneer er sprake is van (i) een ernstige tekortkoming aan een essentiële verplichting vanwege de Inrichtende Macht, of (ii) herhaalde tekortkomingen aan niet-essentiële verplichtingen onder dit Individueel DBFM-Contract vanwege de Inrichtende Macht, of (iii) het niet langer kunnen verkrijgen of de afloop van de nodige Vergunningen vereist voor de Werkzaamheden en/of de Diensten door de schuld of tekortkoming van de Inrichtende Macht.
Onder meer zal er sprake van "ernstige tekortkoming" zijn in de volgende gevallen :
(i) de Netto Beschikbaarheidvergoeding of respectievelijk de vervallen interesten zijn twee maal achtereenvolgens conform artikel 15.4 (Betalingen) niet volledig betaald;
(ii) faillissement, ontbinding, vereffening van de Inrichtende Macht of elke analoge toestand als gevolg van een gelijkaardige procedure bestaande in de nationale wetgevingen en reglementeringen;
(iii) het Gebruikersonderhoud is dermate slecht gepresteerd dat de operationele en onderhoudskosten van de Promotor aanzienlijk verhogen;
(iv) er is sprake van systematische onzorgvuldigheid van de Inrichtende Macht in de nakoming van haar verplichtingen onder huidig Individueel DBFM-Contract;
(v) er is sprake van systematische onredelijkheid van de Inrichtende Macht in de uitoefening van haar rechten onder huidig Individueel DBFM-Contract;
(vi) de Inrichtende Macht de in artikel 5.2(i) en (ii) door haar te vervullen voorwaarden voor het geven van het Aanvangsbevel als bedoeld in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) niet vervult binnen de in artikel 5.1 (Aanvangsbevel) en artikel 5.5 (Gevolgen niet-tijdige vervulling voorwaarden) genoemde periode op voorwaarde dat niet vervulling van deze voorwaarden niet te wijten is aan de Promotor.
(c) Niet-nakoming door de Promotor
Dit Individueel DBFM-Contract kan door de Inrichtende Macht, wanneer de Promotor in gebreke blijft, uitsluitend worden verbroken indien:
(i) de in artikel 12.3 (Overdrachtgarantie) en/of artikel 12.4 (Aanvullende Overdrachtgarantie) bedoelde garanties niet worden gesteld conform de daarin opgenomen voorwaarden met dien verstande dat geen beëindiging mogelijk is zolang omtrent het stellen van deze garanties een geschil overeenkomstig artikel 25 (Geschillen) hangende is; en/of
(ii) twee maal achtereenvolgens sprake is van een niet betwist Totaal aan Kortingen dat 50% van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding voor de betreffende Betalingsperiodes overschrijdt; en/of
(iii) de Promotor de in artikel 5.2(i) en (ii) door hem te vervullen voorwaarden voor het geven van het Aanvangsbevel als bedoeld in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel) niet vervult binnen de in artikel 5.1 (Aanvangsbevel) en artikel 5.5 (Gevolgen niet-tijdige vervulling voorwaarden) genoemde periode op voorwaarde dat niet vervulling van deze voorwaarden niet te wijten is aan de Inrichtende Macht;
(iv) zich ten aanzien van de Promotor één van de navolgende omstandigheden voordoen:
(a) faillissement van de Promotor of elke analoge toestand als gevolg van een gelijkaardige procedure bestaande in de nationale wetgevingen en reglementeringen;
(b) veroordeling van de Promotor tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van één
(1) maand of meer, wegens deelneming aan een van de hierna vermelde misdrijven of, eventueel aan een poging daartoe :
(a) misdaden of wanbedrijven tegen de veiligheid van de Staat;
(b) misdaden of wanbedrijven tegen de openbare trouw;
(c) samenspanning van ambtenaren;
(d) knevelarijen en verduisteringen, gepleegd door ambtenaren;
(e) omkoperij van ambtenaren;
(f) belemmering van de uitvoering van openbare werken;
(g) misdrijven en wanbedrijven van de leveranciers;
(h) misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen;
Onder de term “ambtenaren” worden in dit artikel ook werknemers, medewerkers of adviseurs van de Inrichtende Macht begrepen.
(c) de Promotor wordt op een andere wijze ontbonden of vereffend tenzij in het kader van een herstructurering goedgekeurd door AGIOn;
(v) de Promotor buiten de omstandigheden genoemd in dit artikel 19.1 (c) (Niet-nakoming door Promotor) op ernstige wijze tekortschiet aan een essentiële verplichting onder dit Individueel DBFM-Contract.
De Inrichtende Macht zal slechts overgaan tot verbreking van het Individueel DBFM-Contract mits naleving van de bepalingen opgenomen in de Directe Overeenkomst IDBFM.
(d) Opzegging door de Inrichtende Macht
Buiten de gevallen van niet-nakoming door de Promotor, is de Inrichtende Macht steeds gerechtigd dit Individueel DBFM-Contract op te zeggen met in achtneming van artikel 1794 Burgerlijk Wetboek (dat mutatis mutandis dient te worden toegepast), met dien
verstande dat dergelijke opzegging slechts zal kunnen gebeuren na afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat.
(e) Opzegging bij een Geval van Overmacht
Dit Individueel DBFM-Contract kan eveneens beëindigd worden als gevolg van een Geval van Overmacht overeenkomstig artikel 20.5 (Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht) van dit Individueel DBFM-Contract.
(f) Beëindiging wegens niet-nakoming door de Promotor
(i) Bij beëindiging van dit Individueel DBFM-Contract in overeenstemming met artikel 19.1.(a) (ii) of artikel 19.1.(a) (v) tot (vi) (Voortijdige beëindiging) zal de Inrichtende Macht aan de Promotor (V is een positief bedrag), dan wel de Promotor aan de Inrichtende Macht (V is een negatief bedrag), een vergoeding betalen (V), die wordt berekend op basis van de volgende formule:
V = A – B – C - D, waarbij
A | = | de contante waarde van de betalingen die de Inrichtende Macht naar verwachting zou hebben moeten doen aan de Promotor bij voortzetting van dit Individueel DBFM-Contract tot de Einddatum (inclusief de betalingen voor Gevallen van Vergoeding, Gevallen van Uitstel, Geval van Overmacht en Wijzigingen); |
B | = | de contante waarde van de betalingen die de Inrichtende Macht naar verwachting zal of zou hebben moeten doen aan een vervangende promotor die de verplichtingen van de Promotor op grond van dit Individueel DBFM-Contract op zich neemt tegen een marktconforme prijs (die met relevante bewijsstukken dient aangetoond te worden); |
C | = | een forfaitaire vergoeding voor additionele kosten gelijk aan: |
1% van A (met een maximum van EUR 250.000) (die in voorkomend geval zal verminderd worden met de Vertragingsboete die werd vastgesteld conform hetgeen bepaald is in artikel 9.2) als het Individueel DBFM-Contract wordt verbroken vóór de Voorlopige Beschikbaarheiddatum; en | ||
0,5% van A (met een maximum van EUR 125.000) (die in voorkomend geval zal verminderd worden met de Vertragingsboete die werd vastgesteld conform wat is bepaald in artikel 9.2) als het Individueel DBFM-Contract wordt verbroken na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum; | ||
D | = | het eventueel nog uitstaande kapitaal en vervallen interesten van de conform artikel 15.2 (Factuur) toegekende lening, respectievelijk door de Inrichtende Macht gedane aanbetaling. |
(ii) Disconteringsvoet
De contante waarden moeten worden vastgesteld per de kalenderdag waarop dit Individueel DBFM-Contract eindigt, met hantering van de Disconteringsvoet.
(iii) Vaststelling van vergoeding
De vergoeding moet worden vastgesteld door Partijen. Als zij daarover niet binnen drie (3) maanden overeenstemming kunnen bereiken, zal de vergoeding worden vastgesteld met toepassing van artikel 25 (Geschillen).
Zodra de vergoeding is vastgesteld, wordt AGIOn schriftelijk op de hoogte gebracht van de omvang van de vergoeding.
(iv) Betaling van vergoeding
Als het in artikel 19.1 (f)(i) (Beëindiging wegens niet-nakoming door de Promotor) bedoelde verschil positief is, is de vergoeding (V) verschuldigd door de Inrichtende Macht aan de Promotor. Als het verschil negatief is, zal de vergoeding (V) verschuldigd zijn door de Promotor aan de Inrichtende Macht.
De vergoeding moet worden betaald binnen dertig (30) kalenderdagen nadat die is vastgesteld, verhoogd met een interest gelijk aan de Disconteringsvoet daarover over de periode vanaf het einde van dit Individueel DBFM-Contract tot de dag van effectieve betaling.
(g) Beëindiging wegens niet-nakoming of opzegging door de Inrichtende Macht
(i) (a) Als dit Individueel DBFM-Contract wordt beëindigd met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.1 (b) (Niet-nakoming door de Inrichtende Macht), dan zal de Inrichtende Macht aan de Promotor een vergoeding (V) betalen, die wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
V = A + B + C + D + E, waarbij
A = het bedrag dat de Promotor met betrekking tot huidig Individueel DBFM-Contract moet betalen op grond van de Financieringsovereenkomsten en de door hem aangegane instrumenten ter afdekking van het interestrisico;
B = de contante waarde van het bedrag dat, rekening houdend met alle door de Promotor eerder aan zijn aandeelhouders gedane betalingen (als dividend, terugbetaling van kapitaal of interest of aflossing op grond van achtergestelde leningen), voor huidig Individueel DBFM-Contract resulteert in een gewogen gemiddeld rendement na belastingen op geïnvesteerd aandelenkapitaal en achtergestelde leningen:
gelijk aan [IRR conform het Financieel Model Individueel DBFM-Contract]% tot aan het einde van het Individueel DBFM-Contract;
gelijk aan [[75%] van IRR conform het Financieel Model Individueel DBFM-Contract] over de periode vanaf het einde van het Individueel DBFM-Contract tot aan de Einddatum (waarbij rekening gehouden zal worden met alternatieve aanwendingsmogelijkheden voor het vrijkomende vermogen);
Het bedrag B kan niet negatief zijn.
C = de contante waarde van het bedrag (vastgesteld op basis van contante waarden) dat de Promotor meer of minder moet betalen aan belastingen (inclusief verhogingen en boetes) dan hij betaald zou hebben als dit Individueel DBFM-Contract ongewijzigd was voortgezet;
D = door de Promotor nog aan Onderaannemers ingevolge de beëindiging van het Individueel DBFM-Contract te betalen bedragen, waaronder beëindigingvergoedingen, voor zover deze aantoonbaar marktconform zijn. De vergoeding voor eventuele winstderving die de Promotor ingevolge de beëindiging van het Individueel DBFM-Contract aan Onderaannemers verschuldigd is, mag maximaal 10% bedragen van de waarde van de afgezegde werken;
E = een bedrag dat overeenstemt met de bedragen die de Promotor heeft betaald voor Gevallen van Vergoeding, Gevallen van Uitstel, Geval van Overmacht en Wijzigingen en die door de Inrichtende Macht nog niet werden vergoed.
(b) Als dit Individueel DBFM-Contract wordt beëindigd met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.1 (d) (Opzegging door de Inrichtende Macht), dan zal de Inrichtende Macht aan de Promotor een vergoeding betalen overeenkomstig het bepaalde in artikel 1794 van het Burgerlijk Wetboek. Deze vergoeding kan in geen geval lager zijn dan het bedrag van de uitstaande “senior debt” plus de verbrekingskosten.
(ii) Disconteringsvoet
De contante waarden moeten worden vastgesteld per de kalenderdag waarop dit Individueel DBFM-Contract eindigt met hantering van de Disconteringsvoet.
(iii) Vaststelling van vergoeding
De vergoeding moet worden vastgesteld door Partijen. Als zij daarover niet binnen twee (2) maanden overeenstemming kunnen bereiken, zal de vergoeding worden vastgesteld met toepassing van artikel 25 (Geschillen).
Zodra de vergoeding is vastgesteld, wordt AGIOn schriftelijk op de hoogte gebracht van de omvang van de vergoeding.
(iv) Betaling van vergoeding
De vergoeding moet worden betaald binnen dertig (30) kalenderdagen nadat die is vastgesteld samen met een interest gelijk aan de Disconteringsvoet daarover over de periode vanaf het einde van dit Individueel DBFM-Contract tot de dag van effectieve betaling. De component “D” van de vergoeding “V” in bovenstaande formule zal apart worden betaald en kan als zekerheid worden gebruikt ten voordele van de Financiers.
(h) Beëindiging bij een Geval van Overmacht
(i) Als dit Individueel DBFM-Contract wordt beëindigd met inachtneming van het bepaalde in artikel 19.1 (e) (Opzegging bij een Geval van Overmacht), dan zal door de Inrichtende Macht aan de Promotor, een vergoeding (V) worden betaald, die wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
V = A + B + C + D + E waarbij
A = het bedrag dat de Promotor met betrekking tot huidig Individueel DBFM-Contract moet betalen op grond van de
Financieringsovereenkomsten en de door hem aangegane instrumenten ter afdekking van het interestrisico; | ||
B | = | de contante waarde van het bedrag dat, rekening houdend met alle door de Promotor eerder aan zijn aandeelhouders gedane betalingen (als dividend, terugbetaling van kapitaal of interest of aflossing op grond van achtergestelde leningen), voor huidig Individueel DBFM-Contract resulteert in een gewogen gemiddeld rendement na belastingen op geïnvesteerd aandelenkapitaal en achtergestelde leningen gelijk aan [IRR conform het Financieel Model Individueel DBFM-Contract]% tot aan het einde van het Individueel DBFM-Contract; |
C | = | de contante waarde van het bedrag (vastgesteld op basis van contante waarden) dat de Promotor meer of minder moet betalen aan belastingen (inclusief verhogingen en boetes) dan hij betaald zou hebben als dit Individueel DBFM-Contract ongewijzigd was voortgezet; |
D | = | door de Promotor nog aan Onderaannemers ingevolge de beëindiging van het Individueel DBFM-Contract te betalen bedragen, waaronder beëindigingvergoedingen, voor zover deze aantoonbaar marktconform zijn. De vergoeding voor eventuele winstderving die de Promotor ingevolge de beëindiging van het Individueel DBFM-Contract aan Onderaannemers verschuldigd is, mag maximaal 10% bedragen van de waarde van de afgezegde werken; |
E | = | een bedrag dat overeenstemt met de bedragen die de Promotor heeft betaald voor Gevallen van Vergoeding, Gevallen van Uitstel; Gevallen van Overmacht en Wijzigingen en die door de Inrichtende Macht nog niet werden vergoed. |
De hierboven vermelde bedragen zullen worden vastgesteld per de kalenderdag waarop de vergoeding aan de Promotor wordt betaald.
(ii) Disconteringsvoet
De contante waarden moeten worden vastgesteld per de kalenderdag waarop dit Individueel DBFM-Contract is geëindigd met hantering van de Disconteringsvoet.
(iii) Vaststelling van vergoeding
De vergoeding moet worden vastgesteld door Partijen. Als zij daarover niet binnen twee (2) maanden overeenstemming kunnen bereiken, zal de vergoeding worden vastgesteld met toepassing van artikel 25 (Geschillen).
Zodra de vergoeding is vastgesteld, wordt AGIOn schriftelijk op de hoogte gebracht van de omvang van de vergoeding.
(iv) Betaling van vergoeding
De vergoeding moet worden betaald binnen dertig (30) kalenderdagen nadat die is vastgesteld samen met een interest daarover gelijk aan de Disconteringsvoet over de periode vanaf het einde van dit Individueel DBFM-Contract tot de dag van effectieve betaling. De component “D” van de vergoeding “V” in bovenstaande formule zal apart worden betaald en kan als zekerheid worden gebruikt ten voordele van de Financiers.
(i) Beëindiging bij een beëindiging van de Kaderovereenkomst
(i) Als dit Individueel DBFM-Contract wordt beëindigd overeenkomstig artikel 19.1 (a)
(vii) (Beëindiging bij een beëindiging van de Kaderovereenkomst), dan zal de Inrichtende Macht aan de Promotor een vergoeding (V) betalen gelijk aan de boekwaarde van de Instelling of de overeenkomstige vordering op voorraad in de boeken van de Promotor op datum van de beëindiging van de Kaderovereenkomst.
(ii) Vaststelling van vergoeding
De vergoeding moet worden vastgesteld door Partijen. Als zij daarover niet binnen twee (2) maanden overeenstemming kunnen bereiken, zal de vergoeding worden vastgesteld met toepassing van artikel 25 (Geschillen).
Zodra de vergoeding is vastgesteld, wordt AGIOn schriftelijk op de hoogte gebracht van de omvang van de vergoeding.
(iii) Betaling van vergoeding
De vergoeding moet worden betaald binnen dertig (30) kalenderdagen nadat die is vastgesteld samen met een interest gelijk aan de Disconteringsvoet daarover over de periode vanaf het einde van dit Individueel DBFM-Contract tot de dag van effectieve betaling.
Artikel 20.1. Geval van Overmacht
Er is uitsluitend sprake van een Geval van Overmacht bij het optreden van één van de vol- gende gevallen:
(i) oorlog, burgeroorlog, gewapend conflict of terroristische acties, alle in België;
(ii) overstromingen, Uitzonderlijke Weersomstandigheden en aardbevingen, alle in België;
(iii) radioactieve, chemische of biologische verontreiniging, voor zover de uiteindelijke impact op de Projectactiviteiten niet gekend is op de Contractdatum, tenzij veroorzaakt door de Promotor of het Personeel van de Promotor;
(iv)
a. uitsluitend vóór de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat: een staking voor zover die langer dan twintig (20) Werkdagen duurt;
b. vanaf de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat:
- voor Werkzaamheden: een staking voor zover die langer dan tien (10) Werkdagen duurt;
- voor Projectactiviteiten, niet zijnde Werkzaamheden: een al of niet georganiseerde staking voor zover die langer dan twee (2)Werkdagen duurt;
(v) brand, rampen en explosies, tenzij veroorzaakt door de Promotor of het Personeel van de Promotor en op die grond niet gedekt onder een op de Belgische markt gangbare brandverzekering;
(vi) blokkade van de toegang tot de Instelling als gevolg van een staking of protest;
(vii) een generiek verzuim van een nutsbedrijf om werk uit te voeren of een dienst te leveren, tenzij dit toe te rekenen is aan de Promotor. Onder 'generiek' wordt in dit verband verstaan: bij meerdere aansluitingen in het gebied waarin de Instelling gelegen is;
(viii) een belemmering om de Projectactiviteiten uit te voeren als gevolg van bliksemin- slag, waaronder tevens wordt verstaan inductieschade als gevolg van blikseminslag in de omgeving van de Instelling, voor zover niet het gevolg van het niet aanwezig zijn van de in de Outputspecificaties neergelegde preventiemaatregelen;
(ix) het niet langer kunnen verkrijgen of de afloop van de nodige Vergunningen vereist voor de Werkzaamheden en/of de Diensten buiten de schuld of tekortkoming van de Inrichtende Macht en de Promotor;
(x) alle gevallen die onvoorzienbaar en onvermijdbaar zijn; en die
voor al deze voorgaande gevallen, met zich meebrengen dat een Partij zijn verplichtingen uit dit Individueel DBFM-Contract niet kan nakomen.
Artikel 20.2. Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht
(i) Zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen de vijf (5) kalenderdagen nadat een Geval van Overmacht zich heeft voorgedaan zal de door het Geval van Overmacht getroffen Partij de andere Partij, alsook AGIOn, daarover schriftelijk berichten. Een dergelijk bericht dient, voor zover beschikbaar, gedetailleerde informatie te bevatten omtrent:
(a) (de oorzaken van) het betreffende Geval van Overmacht;
(b) de gevolgen daarvan voor de Projectactiviteiten in het algemeen;
(c) invloed daarvan op de nakoming van de verplichtingen uit dit Individueel DBFM-Contract van de mededelende Partij; en
(d) de door de mededelende Partij voorgestelde maatregelen ter oplossing van de gevolgen voortvloeiende uit het Geval van Overmacht.
(ii) Zo snel als redelijkerwijs mogelijk nadat zich naar zijn oordeel een Geval van Overmacht heeft voorgedaan, is de mededelende Partij gehouden alle redelijke maatregelen te nemen om de nadelige gevolgen van het betreffende Geval van Overmacht te minimaliseren. Dit minimaliseren kan in ieder geval niet inhouden enige verplichting tot herbouw van tenietgegane onderdelen van de Instelling zonder dat Partijen over de kosten en tenlastelegging daarvan overeenstemming hebben bereikt. Het minimaliseren kan wel inhouden het herstellen van kleine schades en/of het treffen van maatregelen om te voorkomen dat ontstane schade verergert. Daarnaast is de mededelende Partij gehouden zijn verplichtingen uit het Individueel DBFM-Contract, voor zover redelijkerwijs mogelijk, onverkort na te komen.
Artikel 20.3. Reactie op mededeling Geval van Overmacht
(i) Na ontvangst van het bericht genoemd in artikel 20.2 (Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht), zal de ontvangende Partij binnen vijftien (15) Werkdagen de mededelende Partij, alsook AGIOn, schriftelijk berichten dat hij wel of niet instemt met het oordeel van de mededelende Partij dat het betreffende Geval van Overmacht zich heeft voorgedaan.
Een stilzwijgen van de ontvangende Partij binnen de gezegde termijn van vijftien
(15) Werkdagen zal gelden als erkenning van het bestaan van een Geval van Overmacht.
Indien de ontvangende Partij zou te kennen geven dat zij het bestaan van een Geval van Overmacht betwist, dient zij op gedetailleerde wijze de redenen voor deze betwisting mee te delen aan de mededelende Partij.
Indien er vijftien (15) Werkdagen na afloop van de bovengenoemde termijn van vijftien (15) Werkdagen tussen Partijen nog steeds betwisting zou zijn over het al dan niet bestaan van een Geval van Overmacht kan de meest gerede Partij terzake een geschil aanhangig maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 (Geschillen).
(ii) Indien de mededelende Partij als bedoeld in dit artikel 20 (Overmacht) aanvaardt dat het betreffende Geval van Overmacht zich niet heeft voorgedaan, zal het in artikel 20.2 (Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht) bedoelde bericht geacht worden te zijn ingetrokken met ingang van de datum van deze aanvaarding.
Artikel 20.4. Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht
(i) Onverminderd het bepaalde in artikel 20.6 (Betaling bij een Geval van Overmacht) zal, voor zover sprake is van een Geval van Overmacht, de nakoming van de ver-
plichtingen van Partijen uit het Individueel DBFM-Contract worden opgeschort totdat:
(a) het Geval van Overmacht niet meer meebrengt dat een Partij zijn verplichtingen uit dit Individueel DBFM-Contract niet kan nakomen, met dien verstande dat als het Individueel DBFM-Contract op grond van artikel 20.5 (Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht) wordt beëindigd, die verplichtingen geacht zullen worden opgeschort te zijn geweest tot die beëindiging; dan wel
(b) Partijen overeenstemming hebben bereikt over een wijziging van het Individueel DBFM-Contract in overeenstemming met artikel 18 (Wijzigingen) in verband met (de gevolgen van) het betreffende Geval van Overmacht.
Artikel 20.5. Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht
Indien sprake is van een Geval van Overmacht dat meer dan zes (6) maanden voortduurt en met zich meebrengt dat een Partij zijn verplichtingen uit dit Individueel DBFM-Contract in belangrijke mate niet kan nakomen en Partijen niet zodanige Wijzigingen in het Individueel DBFM-Contract kunnen overeenkomen dat voortzetting van het Individueel DBFM-Contract gewaarborgd is, is elke Partij gerechtigd het Individueel DBFM-Contract te beëindigen in overeenstemming met de hierop betrekking hebbende bepalingen van artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming).
Artikel 20.6. Betaling bij een Geval van Overmacht
Gedurende de opschorting van verplichtingen ingevolge artikel 20.4 (Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) zal de Inrichtende Macht aan de Promotor op kwartaalbasis per einde van het Kwartaal het volgende betalen:
(1) Wanneer de Promotor door Overmacht getroffen wordt vóór de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, zal de Inrichtende Macht aan de Promotor een vergoeding betalen die gelijk is aan de som van:
(i) de interest die de Promotor gedurende de periode dat de Overmacht duurt met betrekking tot dit Individueel DBFM-Contract verschuldigd is op de uitstaande bedragen onder de Financieringsovereenkomsten,
(ii) de door de Promotor bewezen kosten van de maatregelen die de Promotor heeft genomen op grond van artikel 20.2 (ii) (Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht),
(2) Wanneer de Promotor door Overmacht getroffen wordt na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, wordt door de Inrichtende Macht, na de Promotor te hebben gehoord, bij proces-verbaal het percentage van de Ruimtes vastgesteld ten aanzien waarvan de Promotor geacht wordt zijn verplichtingen niet te kunnen nakomen.
Dit gedeelte wordt uitgedrukt in een percentage, “NBR%” geheten.
(3) Tijdens de duur van de Overmacht die zich voordoet na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum
(i) wordt de Bruto Beschikbaarheidvergoeding herleid tot een bedrag gelijk aan (100% - NBR%) van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding;
(ii) is de Inrichtende Macht aan de Promotor een additionele vergoeding verschuldigd, gelijk aan NBR% maal de interest- en de kapitaalaflossingsbetalingen met betrekking tot dit Individueel DBFM-Contract die op grond van de Financieringsovereenkomsten, gedurende de periode dat het Geval van Overmacht zich voordoet, daadwerkelijk moeten worden gedaan; plus
(iii) de door de Promotor bewezen en door de Inrichtende Macht aanvaarde kosten van de maatregelen die de Promotor heeft genomen op grond van artikel 20.2 (ii) (Geval van Overmacht).
De som van de sub (i) en (ii) hiervoor vermelde bedragen is beperkt en wordt zo nodig herleid tot het bedrag van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
Artikel 20.7. Verschuiving datacertificaten
Behoudens indien het Individueel DBFM-Contract ingevolge artikel 20.4 (Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) juncto artikel 20.5 (Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht) door één van de Partijen wordt beëindigd, zal de Inrichtende Macht na afloop van een Geval van Overmacht dat zich deels of geheel vóór de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat heeft voorgedaan, de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum (voor zover nog relevant), respectievelijk de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum, verschuiven met het aantal kalenderdagen waarmee de verplichtingen van Partijen in gevolge artikel 20.4 (Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) opgeschort zijn geweest vóór de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat en dit schriftelijk meedelen aan de Promotor. Een afschrift hiervan wordt verstuurd naar AGIOn.
Behoudens indien het Individueel DBFM-Contract ingevolge artikel 20.4 (Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) juncto artikel 20.5 (Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht) door één van de Partijen wordt beëindigd, zal de Inrichtende Macht na afloop van een Geval van Overmacht dat zich deels of geheel na afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat maar vóór afgifte van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat heeft voorgedaan, de Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum verschuiven met het aantal kalenderdagen waarmee de verplichtingen van Partijen in gevolge artikel 20.4 (Opschorting verplichtingen Partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) opgeschort zijn geweest en dit schriftelijk meedelen aan de Promotor. Een afschrift hiervan wordt verstuurd naar AGIOn.
Artikel 20.8. Aansprakelijkheid met betrekking tot een Geval van Overmacht
Onverminderd hetgeen hierboven is voorzien betreffende de vergoedingen voor kosten, interesten en kapitaalaflossingen zullen Partijen nimmer jegens elkaar aansprakelijk zijn voor enige schade als gevolg van een Geval van Overmacht. Eventuele schade blijft derhalve geheel voor rekening en risico van de Partij, die de schade heeft geleden.
Artikel 20.9. Artikelen 1147 – 1148 Burgerlijk Wetboek
In dit Individueel DBFM-Contract regelen Partijen op exhaustieve wijze de gevolgen van Overmacht bedoeld in de artikelen 1147 en 1148 van het Burgerlijk Wetboek.
ARTIKEL 21. AANSPRAKELIJKHEID EN VRIJWARINGEN
Artikel 21.1. Geen aansprakelijkheid van de Inrichtende Macht
De Inrichtende Macht is, voor zover dit Individueel DBFM-Contract niet uitdrukkelijk het tegendeel bepaalt, niet aansprakelijk voor enig door de Promotor geleden nadeel, tenzij de Promotor dergelijk nadeel zou lijden ingevolge een bewezen fout of nalatigheid van de Inrichtende Macht. De Inrichtende Macht is bijvoorbeeld niet aansprakelijk voor:
(a) de volledigheid, de relevantie en de interpretatie door de Promotor van door de Inrichtende Macht verstrekte informatie ; of
(b) nadelen voor de Promotor die het gevolg zijn van de toestand waarin de Bouwplaats verkeert of van zaken die zich in, op of nabij de Bouwplaats bevinden (tenzij deze toestand zou veroorzaakt zijn door de Inrichtende Macht of tenzij de zaken die zich in, op of nabij de Bouwplaats bevinden zouden toebehoren aan of onder de verantwoordelijkheid vallen van de Inrichtende Macht). Aldus doet deze bepaling geen afbreuk aan de artikelen 17.1 (Geval van Uitstel), noch aan artikel 17.2 (Geval van Vergoeding); of
(c) de inhoud van een document op grond van het enkele feit dat de Inrichtende Macht dat document heeft ingezien, beoordeeld of daar, al dan niet stilzwijgend, mee heeft ingestemd.
Artikel 21.2. Vrijwaringen door de Promotor
De Promotor moet de Inrichtende Macht vrijwaren voor:
(a) aanspraken van derden op grond van een (beweerde) inbreuk van Intellectuele Eigendomsrechten bij de uitvoering van de Projectactiviteiten behalve voor zover die inbreuk door de Inrichtende Macht wordt voorgeschreven of veroorzaakt;
(b) aanspraken van derden op grond van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek (tenzij deze aanspraken hun oorsprong zouden vinden in de loutere aanwezigheid van de Instelling of een handeling of nalatigheid van de Inrichtende Macht) tot een maximumbedrag van EUR 5.000.000,00 per aanspraak en een totaalbedrag van EUR 5.000.000,00;
(c) aanspraken van derden op grond van fouten in de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract (tenzij deze fouten de verantwoordelijkheid zouden zijn van de Inrichtende Macht);
(d) alle nadelige gevolgen van het ten aanzien van de uitvoering van de Projectactiviteiten niet voldoen door de Inrichtende Macht (behalve voor zover dat niet voldoen het gevolg is van een doen of nalaten van de Inrichtende Macht) of de Promotor aan de op veiligheid en arbeidsomstandigheden betrekking hebbende Regelgeving; en
(e) aanspraken van kabel- of leidingbeheerders in verband met de uitvoering van de Werkzaamheden (tenzij deze aanspraken het gevolg zouden zijn van een handeling of nalatigheid van de Inrichtende Macht).
De onder (a) tot en met (e) hiervoor vermelde vrijwaringsplicht is evenwel beperkt tot een gecumuleerd totaalbedrag van EUR 10.000.000,00 Boven deze drempelwaarde zal de Promotor uit hoofde van de onder (a) tot en met (e) vermelde gevallen geen vrijwaringsplicht hebben ten aanzien van de Inrichtende Macht.
Artikel 22.1. Algemeen
De Promotor dient voor eigen rekening en risico minstens de verzekeringsdekking af te sluiten als voorzien in Bijlage 19 (Verzekeringen), met dien verstande dat de eventuele franchise(s) van dergelijke door de Promotor af te sluiten verzekeringen als volgt zullen worden gedragen:
- “alle bouwplaatsrisico’s - verzekering” (A.B.R.-verzekering): de Promotor, tenzij de Promotor het bewijs levert dat aan het schadegeval een tekortkoming van de Inrichtende Macht of een Bijzondere Omstandigheid ten grondslag ligt;
- arbeidsongevallenverzekering: de Promotor, tenzij de Promotor het bewijs levert dat aan het schadegeval een tekortkoming van de Inrichtende Macht of een Bijzondere Omstandigheid ten grondslag ligt;
- aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen: de Promotor;
- verzekering tienjarige aansprakelijkheid: de Promotor;
- verzekering burgerlijke aansprakelijkheid: de Promotor;
- verzekering tegen brand en aanverwante risico’s: de Inrichtende Macht, tenzij de Inrichtende Macht het bewijs levert dat aan het schadegeval een tekortkoming van de Promotor ten grondslag ligt.
Alle verzekeringen dienen te voorzien dat, behalve ingeval van kwaad opzet, de verzekeraar afstand doet van elk verhaal op de Promotor, de Inrichtende Macht, het Personeel van de Inrichtende Macht en alle andere verzekerden.
Artikel 22.2. Verzekeringsverplichting
(a) De Promotor dient, mede gelet op het bepaalde in artikel 5.2 (Criteria Aanvangsbevel), een afschrift van de algemene en bijzondere voorwaarden van de betreffende verzekeringspolissen aan de Inrichtende Macht over te maken.
(b) De Promotor dient voorts op vraag van de Inrichtende Macht een verzekeringsattest voor te leggen dat aangeeft dat de aan de verzekeringen verbonden premies zijn betaald.
Artikel 22.3. Afsluiten en betalingsverplichting
(a) Indien de Promotor nalaat (één van) de in artikel 22.7 (Door de Promotor af te sluiten verzekeringen) minimaal gevraagde verzekeringen af te sluiten, zal de Inrichtende Macht gerechtigd zijn de betreffende verzekeringen zelf, voor rekening van de Promotor, af te laten sluiten voor zover de Promotor na een termijn van dertig (30) kalenderdagen die volgt op een formele ingebrekestelling door de Inrichtende Macht nog steeds geen verzekering heeft afgesloten. De kosten die de Inrichtende Macht in dat geval moet maken, zullen, eventueel vermeerderd met interest aan de interestvoet bepaald overeenkomstig artikel 15 §4 AAV, in mindering strekken op de betalingsverplichtingen van de Inrichtende Macht aan de Promotor.
(b) Indien de Promotor nalaat aan zijn uit de verzekeringsovereenkomsten voort- vloeiende betalingsverplichtingen te voldoen, zal de Inrichtende Macht gerechtigd zijn deze betaling zelf voor rekening van de Promotor te verrichten. Hetgeen de Inrichtende Macht in dit kader voor rekening van de Promotor voldoet zal, eventueel vermeerderd met interest aan de interestvoet bepaald overeenkomstig artikel 15 §4 AAV, in mindering komen op de betalingsverplichtingen van de Inrichtende Macht aan de Promotor. De Promotor zal zich met het oog hierop inspannen om met zijn verzekeraars overeen te komen dat zij de Inrichtende Macht schriftelijk zullen inlichten indien de Promotor in zijn verplichtingen jegens de verzekeraars tekortschiet.
(c) Alle door de Promotor af te sluiten polissen moeten een clausule bevatten waarbij alle schadeloosstellingen met betrekking tot schade geleden door de Inrichtende Macht of de benadeelde derde, waarvan het herstel geen deel uitmaakt van de Opdracht, ten belope van de door de Inrichtende Macht of benadeelde derde geleden schade rechtstreeks tot het patrimonium van de Inrichtende Macht of van de benadeelde derde behoren, vanaf het ogenblik waarop ze door de verzekeraar betaald worden.
Artikel 22.4. Wijzigingen – onverzekerbare risico’s
(a) De Promotor zal bij wijzigingen in de verzekeringsovereenkomsten die hij in het kader van dit Individueel DBFM-Contract af (laat) sluiten, minimaal dertig (30) kalenderdagen voordat de wijziging ingaat, de Inrichtende Macht schriftelijk van deze wijzigingen op de hoogte brengen, onder toezending van een afschrift van de nieuwe polissen.
(b) De Promotor wordt niet geacht een risico te verzekeren dat onverzekerbaar is of wordt.
Een risico wordt als onverzekerbaar beschouwd wanneer er op de internationale verzekeringsmarkt bij eerste klas verzekeringsondernemingen geen dekking kan verkregen worden of de verzekeringspremie verschuldigd op de wereldwijde verzekeringsmarkt van eerste klas verzekeringsondenemingen zo hoog is dat het risico in het algemeen niet verzekerd wordt door gelijkaardige promotoren.
Indien een door de Promotor te verzekeren risico onverzekerbaar is of wordt, zal de Promotor de Inrichtende Macht en AGIOn hiervan binnen de vijf (5) kalenderdagen in kennis stellen. Gaan de Inrichtende Macht en AGIOn akkoord
met het feit dat het betrokken risico onverzekerbaar is of is geworden en de Promotor hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid treft, dan zal de Inrichtende Macht dit risico overnemen en kwalificeren als een Geval van Vergoeding gedurende de periode waarin het risico onverzekerbaar is en blijft.
(c) Uiterlijk om de vijf (5) jaar en uiterlijk voor het eerst op de vijfde (5de) verjaardag van de Contractdatum, zal de Promotor een marktbevraging (laten) organiseren voor de door hem conform artikel 22.7 (Door de Promotor af te sluiten verzekeringen) af te sluiten verzekeringen; indien hieruit een stijging of een daling blijkt van de overeenstemmende verzekeringskost met meer dan 5% ten opzichte van de initiële kost (herzien conform de overeenstemmende stijging van de ABEX-index), zal deze stijging of daling integraal worden verrekend via een aanpassing in plus of in min van de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
Artikel 22.5. Geen beperking aansprakelijkheid
De verplichtingen van de Promotor die uit dit Individueel DBFM-Contract voortvloeien en zijn contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheden worden niet beperkt of vermin- derd door enige bepaling betreffende verzekeringen in dit artikel 22 (Verzekeringen), noch geven deze aanleiding tot enige gedeelde aansprakelijkheid tussen de Inrichtende Macht en de Promotor.
Artikel 22.6. Toepasselijk recht en bevoegde rechtscolleges
Alle door de Promotor af te sluiten verzekeringen dienen onderworpen te zijn aan het Belgisch recht.
Geschillen die voortvloeien uit de door de Promotor afgesloten verzekeringen dienen te worden beslecht door de Belgische rechtscolleges.
Artikel 22.7. Door de Promotor af te sluiten verzekeringen
De Promotor dient ten behoeve van de Instelling en de Projectactiviteiten minimaal de navolgende verzekeringen af te sluiten bij kredietwaardige maatschappijen die minimaal moeten beschikken over een lange termijnrating Standard & Poor’s van minimum A of gelijkwaardig:
- een “alle bouwplaatsrisico’s - verzekering” (A.B.R.-verzekering);
- een arbeidsongevallenverzekering;
- een aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
- een verzekering tienjarige aansprakelijkheid;
- een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid; en
- een verzekering tegen brand en aanverwante risico’s voor rekening van de Inrichtende Macht en de Promotor.
Artikel 22.8. Door de Inrichtende Macht af te sluiten verzekering
De Inrichtende Macht dient voor de inboedel een inboedelverzekering met een afdoende dekking van het risico af te sluiten.
De Inrichtende Macht verbindt er zich toe daarenboven volgende verzekeringen af te sluiten: polis brandverzekering van bestaand gebouw die rechtstreeks aansluit op de
Instelling
zie
digitaal
toegevoegd
document
met
referentie
“212_ABD_B1C22-blg25-BrandpolisReftergebouw” toegevoegd in map Bijlage 25 van dit
Contract;
De verzekeringen ingevolge artikels 22.7 en 22.8 dienen te voorzien dat, behalve ingeval van kwaad opzet, de respectieve verzekeraars afstand doen van elk verhaal op de Promotor, de Inrichtende Macht, het Personeel van de Inrichtende Macht en alle andere verzekerden.
ARTIKEL 23. VERTEGENWOORDIGING EN OVERLEG INRICHTENDE MACHT EN PROMOTOR
Artikel 23.1. Vertegenwoordiging
(a) Vertegenwoordigers Partijen
De Partijen bepalen in onderling overleg het aantal personen dat zal worden aangesteld als hun respectieve gevolmachtigde(n) in zaken die dit Individueel DBFM-Contract betreffen. Iedere Partij is te allen tijde gerechtigd om een andere gevolmachtigde aan te stellen, in welk geval die Partij de andere Partij hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte zal stellen.
(b) Vertegenwoordigers Promotor en Inrichtende Macht
De Promotor en de Inrichtende Macht garanderen dat hun respectieve gevolmachtigde(n) volledig bevoegd zal zijn hen in alle zaken, die betrekking hebben op en verband houden met dit Individueel DBFM-Contract, te vertegenwoordigen.
(c) Geen delegatie of overdracht van bevoegdheden
Geen enkele bepaling van dit Individueel DBFM-Contract mag zodanig worden opgevat als zou de Inrichtende Macht wettelijk of decretaal voorbehouden taken delegeren of anderszins afstaan of overdragen aan de Promotor.
(d) Geen vertegenwoordiging
De Promotor en het Personeel van de Promotor zijn nimmer en op geen enkele wijze de vertegenwoordiger van de Inrichtende Macht, behoudens indien en voor zover Partijen gezamenlijk zouden besluiten dat vertegenwoordiging van de Inrichtende Macht door de Promotor noodzakelijk is ter verhaal van schade aan de Instelling op derden. De Promotor erkent dat hij de Inrichtende Macht op geen enkele wijze kan binden (tenzij in de gevallen dat de Promotor de Inrichtende Macht vertegenwoordigt overeenkomstig de bepalingen van dit Individueel DBFM-Contract). Voor het geval dat toch gebeurd zal de Promotor de Inrichtende Macht vrijwaren voor alle aanspraken van derden.
Artikel 23.2. Overleg
(a) Overleg tijdens Werkzaamheden
Tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden zullen de Inrichtende Macht en de Promotor vanaf de Aanvangsdatum tot de Definitieve Beschikbaarheiddatum tenminste maandelijks, en telkens één Partij hier redelijkerwijze om verzoekt, met elkaar overleggen door het bijeenkomen van het Overleg.
(b) Overleg tijdens Diensten
Tijdens de uitvoering van de Diensten zullen de Inrichtende Macht en de Promotor de eerste zes (6) maanden na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum tenminste maandelijks met elkaar overleggen, na deze eerste zes (6) maanden gedurende een jaar tenminste driemaandelijks en daarna tenminste halfjaarlijks door het bijeenkomen van het Overleg.
(c) Deelnemers
Aan het Overleg nemen tenminste één vertegenwoordiger van de Inrichtende Macht en tenminste één vertegenwoordiger van de Promotor deel.
(d) Xxxx en te bespreken aangelegenheden
Het Overleg heeft tot doel een gedachtewisseling in stand te houden tussen de Inrichtende Macht en de Promotor omtrent al hetgeen samenhangt met de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract. Daartoe dienen in ieder geval de navolgende aangelegenheden te worden besproken:
- Aandachtspunten / klachten;
- De door de Helpdesk in overeenstemming met dit Individueel DBFM-Contract verzamelde informatie;
- Financiële, technische en administratieve situatie;
- Veiligheid;
- Kwaliteitsbeheersing;
- Uitvoering van het Ontwerp;
- Bouwplanning en voortgang;
- Uitvoering van het Onderhoudsplan;
- Voorziene aanpassingen op grond van artikel 7.1 b) (Aanpassingen door de Promotor in het Ontwerp) en artikel 10.4 (Aanpassingen door de Promotor in de Diensten en het Onderhoudsplan);
- Voorziene Wijzigingen op grond van artikel 18 (Wijzigingen).
(e) Verslag
Van elk Overleg wordt door de Promotor binnen de tien (10) kalenderdagen een schriftelijk verslag gemaakt. Dit verslag zal in de er op volgende vergadering worden vastgesteld. Een afschrift van elk verslag wordt tevens aan AGIOn overgemaakt.
De Promotor draagt zorg voor bewaring van de notulen.
Artikel 23.3. Intellectuele eigendomsrechten
(a) Eigendomsrecht
(i) De Inrichtende Macht krijgt niet de eigendom op de Intellectuele Eigendomsrechten die door de Promotor (en zijn Onderaannemers voor wie de Promotor zich sterk maakt) ontwikkeld of gebruikt worden bij de voorbereiding en uitvoering van de Projectactiviteiten (behoudens voor de werken en vindingen die de Inrichtende Macht zelf en onafhankelijk naar aanleiding van dit Individueel DBFM-Contract zou ontwikkelen). Voornoemde eigendomsrechten zullen exclusief toebehoren aan en blijven bij de Promotor en/of de Onderaannemers.
(b) Gebruiksrecht
(i) De Promotor en zijn Onderaannemers, waarvoor de Promotor zich sterk maakt, staan aan de Inrichtende Macht een kosteloos en niet-exclusief gebruiksrecht, voor de duur van de Intellectuele Eigendomsrechten, met mogelijkheid tot sublicentie, toe ten behoeve van de desbetreffende Instelling op de Intellectuele Eigendomsrechten op alle werken of vindingen die zijn ontstaan of gebruikt bij de uitvoering van de Projectactiviteiten en die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, uitvoering en voortzetting van de Projectactiviteiten en het gebruik in de meest ruime zin van het woord (ondermeer, maar niet beperkt tot vernieuwing en onderhoud) van de resultaten van de Projectactiviteiten, de Instelling en voor de door de Projectactiviteiten beoogde doeleinden.
(ii) De eventuele vergoedingen, van welke aard ook, die verschuldigd zouden kunnen zijn voor dit gebruiksrecht, inclusief een vergoeding voor enige morele rechten, zijn volledig vervat in de Bruto Beschikbaarheidvergoeding.
(iii) De Inrichtende Macht mag de Ontwerpdocumenten en alle werken of vindingen die zijn ontstaan of gebruikt bij de uitvoering van de Projectactiviteiten en die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, uitvoering en voortzetting van de Projectactiviteiten en het gebruik als beschreven in paragraaf 23.3 (b) (i) (Gebruiksrecht), zonder tussenkomst van en vergoeding aan de Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor de Promotor zich sterk maakt, gebruiken en realiseren ten behoeve van de desbetreffende Instelling binnen het kader van het huidig Individueel DBFM-Contract.
(iv) In de mate dat deze door de Inrichtende Macht zullen worden gebruikt conform voorgaande bepalingen, zullen de Intellectuele Eigendomsrechten die bestaan in hoofde van de Promotor (en zijn Onderaannemers voor wie de Promotor zich bij deze sterk maakt) en die ontstaan bij de uitvoering van de Projectactiviteiten in hoofde van de Promotor (en zijn Onderaannemers voor wie de Promotor zich sterk maakt) niet tegen de Inrichtende Macht worden aangevoerd om het gebruik in de meest ruime zin van het woord (ondermeer, maar niet beperkt tot vernieuwing en onderhoud) van de Instelling te verhinderen of te beperken of om in het algemeen de door de Projectactiviteiten beoogde doeleinden te verhinderen.
(v) De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor de Promotor zich bij deze sterk maakt, maken zich sterk ten opzichte van de Inrichtende Macht dat de eventuele rechthebbenden van enige morele rechten zich niet zullen verzetten tegen enige wijziging, verandering of aanpassing van de werken en resultaten in de voorbereiding, uitvoering en voortzetting van de Opdracht. Deze afstand van morele rechten geldt voor, tijdens en na de realisatie van de Projectactiviteiten. De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor de Promotor zich sterk maakt, garanderen dat deze rechthebbenden ermee akkoord gaan dat bovenvermelde wijzigingen hun eer of reputatie in geen enkel geval zullen schaden.
(vi) Indien (i) huidig Individueel DBFM-Contract voortijdig zou beëindigd worden in overeenstemming met artikel 19.1 (Beëindiging en niet- nakoming), en (ii) de Inrichtende Macht zou wensen gebruik te maken van de werken en vindingen die de Promotor heeft ontwikkeld of heeft laten ontwikkelen in het kader van de uitvoering van huidig Individueel DBFM-Contract, kan de Inrichtende Macht een gebruiksrecht verwerven op deze werken en vindingen mits hiervoor een vergoeding gelijk aan de bruto kostprijs plus 10% wordt betaald door de Inrichtende Macht aan de Promotor.
(c) Gebruik van de resultaten
(i) Elke Partij mag, mits voorafgaande toestemming van de andere Partij (die enkel om gegronde redenen mag weigeren), algemene gegevens publiceren over het bestaan van de Projectactiviteiten en de verkregen resultaten. In die publicatie wordt op gepaste wijze de tussenkomst van de Promotor, en desgevallend de betrokken Onderaannemers, vermeld. Een ontwerp van de publicatie zal vooraf ter goedkeuring naar de andere Partij worden gestuurd.
(d) Waarborg en wederzijdse bijstand
(i) De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor hij zich sterk maakt, verklaren dat, naar hun weten, het gebruik van de werken, vindingen of know-how die worden aangewend in de voorbereiding en uitvoering van de Projectactiviteiten geen inbreuk uitmaken op de intellectuele eigendomsrechten van derden.
(ii) De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor hij zich sterk maakt, garanderen dat zij volledig gerechtigd zijn om alle gebruiksrechten toe te kennen op de Intellectuele Eigendomsrechten die in deze overeenkomst worden toegekend aan de Inrichtende Macht.
(iii) De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor hij zich sterk maakt, waarborgt dat de Inrichtende Macht voor eigen gebruik, en ten behoeve van de desbetreffende Instelling, alle Ontwerpdocumenten vrij en onbeperkt mag kopiëren, reproduceren en gebruiken, en dat enige auteursrechterlijk of andere bescherming verbonden aan de Ontwerpdocumenten de normale, marktconforme aanbesteding en uitvoering van het project niet zal belemmeren.
(iv) De Promotor en zijn Onderaannemers waarvoor hij zich sterk maakt, die de intellectuele eigendomsrechten van een derde niet zouden hebben geëerbiedigd, dienen de Inrichtende Macht volledig te vrijwaren voor elk verhaal dat een derde tegen de Inrichtende Macht zou instellen, ongeacht het bedrag ervan en inbegrepen alle redelijke hiermee verbandhoudende kosten, zoals, doch niet beperkt tot, procedurekosten, expertisekosten en advocatenkosten. De Promotor zal in elk geval instaan voor de integrale schade die voortvloeit uit het niet
nakomen van de in de paragrafen (i) tot (iii) vermelde garanties, redelijke kosten van bijstand inbegrepen.
(v) Indien er sprake is van een aanspraak van een derde met betrekking tot inbreuk op diens intellectuele eigendomsrechten verplicht de Promotor zich ertoe, op zijn kosten, onmiddellijk alle maatregelen te treffen om het verder gebruik van deze intellectuele eigendomsrechten en gelijkaardige intellectuele eigendomsrechten door de Inrichtende Macht mogelijk te maken of de inbreuk op dergelijke intellectuele eigendomsrechten anderzijds stop te zetten.
(vi) Vanaf de eerste tekenen van een aanspraak van een derde tegen de Promotor of de Inrichtende Macht, en dit op grond van enig Intellectueel Eigendomsrecht, zullen deze elkaar inlichten.
(a) De documenten vermeld in Bijlage 16 (Overdracht-eisen) worden opgesteld in de Nederlandse taal en zullen op de Einddatum worden overgedragen aan de Inrichtende Macht, dan wel eerder indien dit Individueel DBFM-Contract tussentijds eindigt ingevolge artikel 19.1 (Beëindiging en niet- nakoming) en behoudens in die gevallen waarin uit dit Individueel DBFM-Contract voortvloeit dat deze op een eerder tijdstip dienen te worden overgedragen of nog niet beschikbaar kunnen zijn.
(b) Indien de Promotor enige onjuistheid of onvolledigheid ontdekt in documenten zal hij de Inrichtende Macht hiervan steeds onverwijld in kennis stellen.
Artikel 25.1. Algemeen
Een Geschil is aanwezig indien een der Partijen zulks stelt en schriftelijk mededeelt aan de andere Partij.
Artikel 25.2. Taal
Alle procedures ingesteld op basis van dit Individueel DBFM-Contract, worden gevoerd in de Nederlandse taal.
Artikel 25.3. Minnelijke regeling
In geval van een Geschil tussen Partijen, zullen de vertegenwoordigers van Partijen, als bedoeld in artikel 23.1 (Vertegenwoordiging), op verzoek van een Partij, AGIOn of de Toezichthouder te goeder trouw trachten dat geschil in eerste instantie minnelijk te regelen binnen een termijn van dertig (30) kalenderdagen nadat één der Partijen aan de andere Partij schriftelijk heeft gesteld dat sprake is van een Geschil.
Een tussen Partijen overeengekomen minnelijke regeling bindt hen slechts indien en voor zover deze schriftelijk tussen hen is overeengekomen. Elke minnelijke regeling wordt steeds aangegaan onder de opschortende voorwaarde van de goedkeuring ervan door AGIOn binnen een door Partijen nader te bepalen termijn, die echter nooit langer zal zijn dan vijftien (15) Werkdagen.
Artikel 25.4. Technisch Geschil
In het geval een Geschil een Technisch Geschil betreft, en Partijen niet tot overeenstemming komen op grond van de in artikel 25.3 (Minnelijke regeling) bedoelde procedure, kan elke Partij bij toepassing van artikel 16 van het Arbitragereglement de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw om toelating verzoeken om bepaalde van haar verplichtingen onder het Individueel DBFM-Contract op te schorten. De Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw zal binnen de vijf (5) Werkdagen hierover een beslissing nemen. De Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw zal desgevallend de termijnen bepaald in de artikelen 7, 8 en 9 van het Arbitragereglement verkorten.
Artikel 25.5. Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw
(a) Ieder Geschil dat niet opgelost is geraakt op basis van de in artikel 25.3 (Minnelijke regeling) bedoelde procedure, zal, zo mogelijk in één enkele arbitrageprocedure met AGIOn, definitief worden beslecht door de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw.
(b) In het geval het Geschil betrekking heeft op Strafpuntenkortingen, Evaluatiekortingen of Kortingen bedraagt de termijn voor de andere Partij om het verzoek tot arbitrage van de verzoekende Partij te beantwoorden vijftien (15) kalenderdagen.
Tegelijkertijd richt de verzoekende Partij een kopie van haar verzoek tot arbitrage en bijhorende stavingstukken aan AGIOn, die tot bij het sluiten van de debatten steeds kan beslissen om vrijwillig in het geding tussen te komen.
Telkens het belang van een Geschil het belang van dit Individueel DBFM-Contract overstijgt of van aard is om het DBFM-programma in het algemeen aan te belangen, zal ook AGIOn bij het geding worden betrokken, hetzij op éénvoudig verzoek van de meest gerede Partij, hetzij op éénvoudig verzoek van de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw.
De Arbitragecommisie Inhaalbeweging Scholenbouw kan, ambtshalve of op verzoek van een Partij en/of AGIOn, beslissen om samenhangende zaken te voegen en gezamenlijk te behandelen.
In het geval het Geschil betrekking heeft op Strafpuntenkortingen, Evaluatiekortingen of Kortingen beslist de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw evenwel binnen de twee (2) maanden na de postdatum van het verzoek tot arbitrage. Indien het onmogelijk is het Geschil te beslechten binnen de termijn van twee (2) maanden, kan deze termijn in uitzonderlijke omstandigheden worden verlengd met telkens maximaal één (1) maand.
(c) De tussenkomst van de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw doet geen afbreuk aan de contractuele verplichtingen en termijnen voor verzoeken,
klachten, mededelingen, beslissingen, bevelen, processen-verbaal en verweermiddelen.
Artikel 25.6. Tussenkomst
Indien een Partij is betrokken in een arbitrageprocedure voor de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Schoolinfrastructuur met derden, dan kan deze Partij de andere Partij in tussenkomst roepen in overeenstemming met het Arbitragereglement zonder dat Partijen eerst de procedure van artikel 25.3 moeten doorlopen of verderzetten.
Artikel 25.7. Rechtsvorderingen en termijnen
(a) Elke rechtsvordering van de Promotor, die steunt op de in artikel 17.1 (a) (Geval van Uitstel), artikel 17.2 (a)(i) (Geval van Vergoeding) of artikel 20.1 (Geval van Overmacht) bedoelde feiten of omstandigheden moet binnen een redelijke termijn aan de Inrichtende Macht worden bekendgemaakt en het voorwerp uitmaken van een geschreven aanvraag.
(b) Xxxxx verzoek tot arbitrage op verzoek van de Promotor en met betrekking tot dit Individueel DBFM-Contract moet, op straffe van verval en onverminderd het gestelde onder a) hiervoor, aan de Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw worden betekend uiterlijk twee (2) jaren volgend op:
(i) de datum van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, indien aan de rechtsvordering feiten of omstandigheden ten grondslag liggen die zich hebben voorgedaan vóór de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat,
(ii) de vijfde verjaardag van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat of het einde van elke daaropvolgende vijfjaarlijkse periode tot de Einddatum, indien aan de rechtsvordering feiten of omstandigheden ten grondslag liggen die zich hebben voorgedaan respectievelijk in de vijf (5) jaren sinds de afgifte van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat, of in een daaropvolgende vijfjaarlijkse periode.
(c) Wanneer het Geschil het voorwerp heeft uitgemaakt van besprekingen tussen de Partijen en de beslissing van de Inrichtende Macht minder dan drie (3) maanden vóór het verstrijken of helemaal niet binnen de termijnen van b) hiervoor werd betekend, worden deze verlengd tot op het einde van de derde maand die deze van de betekening van de beslissing volgt.
Artikel 26.1. Voertaal en wijze van verzending
(a) Alle communicatie in verband met dit Individueel DBFM-Contract geschiedt uitsluitend in de Nederlandse taal.
(b) Belangrijke schriftelijke communicatie, waaronder kennisgevingen, bevestigingen en goedkeuringen worden per aangetekende post verzonden (met een officieuze kopie per e-mail):
naar de Inrichtende Macht per adres: PROVINCIE OOST-VLAANDEREN; DEPARTEMENT LOGISTIEK - DIENST PATRIMONIUM - AFDELING BOUWKUNDE; tav
Xxxxx Xx Xxxxxxx; Provinciaal Administratief Centrum Gouvernementstraat;
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00-00, 0000 Xxxx
en
naar de Promotor per adres: Xxxx-Xxxxxxxxxxx 0-00 xx 0000 Xxxx-Xxxxx-xxx-Xxxx en
naar AGIOn per adres: Ellipse Gebouw, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00/xxx 75 te 0000 Xxxxxxx
(c) Overige schriftelijke communicatie kan tevens per fax en per e-mail worden verzonden:
naar de Inrichtende Macht: Fax 00 000 00 00 Email: xxxxx.xx.xxxxxxx@xxxx-xxxxxxxxxx.xx
en
naar de Promotor: Fax: 02/000.00.00, Email: xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxx.xx
en
naar AGIOn: Fax: 02/000 00 00, Email : xxxx@xxxxx.xx
(d) Een gebeurlijke wijziging van de contactgegevens van een Partij zal schriftelijk aan de andere Partij worden meegedeeld en zal pas uitwerking hebben t.o.v. de andere Partij twee (2) Werkdagen na de verzending van de kennisgeving.
Artikel 26.2. Geheimhouding
(a) Vertrouwelijke informatie
In dit artikel 26.2 (Geheimhouding) wordt onder Vertrouwelijke Informatie verstaan de inhoud van dit Individueel DBFM-Contract en alle daarmee verband houdende informatie die naar haar aard vertrouwelijk moet blijven (zoals bepaalde documenten, computerbestanden, bestekken, formules, evaluaties, methoden, processen, technische beschrijvingen, rapporten en andere gegevens, bestanden, tekeningen, modellen en berekeningen en de documenten of informatie verstrekt in de loop van procedures ingevolge artikel 25 (Geschillen)).
(b) Geheimhouding
De Inrichtende Macht en de Promotor maken Vertrouwelijke Informatie aan geen enkele persoon bekend en zorgen voor een vertrouwelijke behandeling daarvan (behalve in de gevallen omschreven in artikel 26.2 (c) (Uitzonderingen)).
(c) Uitzonderingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 26.2 (b) (Geheimhouding) zijn Partijen gerechtigd in artikel 26.2 (a) (Vertrouwelijke informatie) bedoelde informatie geheel of gedeeltelijk bekend te maken:
- aan het Personeel van de Inrichtende Macht, het Personeel van de Promotor, (Personeel van) Onderaannemers of derden (met inbegrip van AGIOn) in zoverre dit noodzakelijk is in verband met of volgt uit het Voorcontract, dit Individueel DBFM-Contract of de Kaderovereenkomst;
- indien dit bij of krachtens wet- en regelgeving (anders dan het Decreet Openbaarheid van Bestuur) of ingevolge een rechterlijke beslissing is vereist;
- aan een bank of financiële instelling tot wie de Promotor zich heeft gewend voor het verkrijgen van een ten behoeve van het DBFM-programma benodigde financiering;
- aan overheden en hun organen, indien zulks is vereist voor overheids-, wettelijke- of gerechtelijke doeleinden;
- indien mededeling vereist is in een burgerlijk of administratief rechtsgeding, maar dan enkel voor zover dit vereist is in het kader van het recht van verdediging of het recht op een eerlijk proces;
- voor zover nodig bij de organisatie van de aanbestedingen die gebeuren in het kader van het DBFM-programma; of
- in het kader van een Geschil.
De Inrichtende Macht mag verder Vertrouwelijke Informatie bekendmaken:
- voor zover vereist op grond van het Decreet Openbaarheid van Bestuur met dien verstande dat de Inrichtende Macht zich, voor zover mogelijk, zal beroepen op uitzonderingsgronden en beperkingen opgenomen in het Decreet Openbaarheid van Bestuur; of
- voor zover nodig voor het (later) onderhouden, vernieuwen of verbeteren van de Instelling na beëindiging van dit Individueel DBFM-Contract.
In alle hiervoor vermelde gevallen zal de (rechts)persoon aan wie deze informatie zal worden bekendgemaakt een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen. In de gevallen dat de wet- of regelgeving of het Decreet Openbaarheid van Bestuur de bekendmaking van Vertrouwelijke Informatie vereisen, moeten Partijen met elkaar overleg plegen voordat de Vertrouwelijke Informatie bekend wordt gemaakt.
(d) Voortzetting van geheimhoudingsverplichtingen
De verplichtingen van Partijen ingevolge dit artikel 26.2 (Geheimhouding) zullen voortduren gedurende een periode van vijf (5) jaar volgend op de Einddatum, of de datum dat dit Individueel DBFM-Contract op andere wijze eindigt.
(e) Publiciteit
De Partijen zullen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij alleen of samen met welke (rechts)persoon dan ook artikelen of ander materiaal publiceren met betrekking tot een Geschil dat voortvloeit uit dit Individueel DBFM-Contract, noch informatie betreffende een dergelijk Geschil bekend maken, behoudens aan hun adviseurs in dat Geschil. Niettegenstaande het bepaalde in dit artikel 26.2 (e) (Publiciteit) kan de Promotor verwijzen naar de Instelling in zijn brochures of bedrijfspublicaties.
Artikel 26.3. Toepasselijk recht
Op dit Individueel DBFM-Contract is het Belgisch recht van toepassing.
Artikel 26.4. Voortdurende verplichtingen
Het verstrijken van de duur van dit Individueel DBFM-Contract of de beëindiging daarvan in overeenstemming met het bepaalde in artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) zullen de volgende artikelen niettemin hun werking behouden:
artikelen 1, 2, 8 (met het oog op de demobilisatie), 11.2 (b), 12.6 (b), 12.6 (d), 15 (met betrekking tot de openstaande facturen of de nog aan te rekenen of te verrekenen bedragen), 19, 20, 21, 23.3 (b) (vi), 23.3 (c), 25.5, 26.1, 26.2, 26.3, 26.4, 26.6, 26.7 (b),
26.12, 26.13 en 26.14 , alsmede de daarin vermelde artikelen en bijlagen.
Het niet opnemen van bepaalde artikelen of verplichtingen als voortdurende verplichtingen geldt echter niet als een contractuele beperking van de wettelijke verjaringstermijnen.
Artikel 26.5. Conversie
Indien een bepaling van dit Individueel DBFM-Contract in enige mate als nietig, vernietigbaar, onwettig of anderszins niet-bindend moet worden beschouwd, zal deze bepaling, voor zover nodig, uit het Individueel DBFM-Contract worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. De overige bepalingen van het Individueel DBFM-Contract blijven onverminderd van kracht.
Artikel 26.6. Uitoefening rechten
Indien Partijen op enig moment nalaten een bepaling ingevolge dit Individueel DBFM-Contract af te dwingen van de andere Partij, of Partijen nalaten de nakoming van bepalingen ingevolge dit Individueel DBFM-Contract te eisen van de andere Partij, zal dit niet worden uitgelegd als afstand van het recht van een dergelijke bepaling gebruik te maken, noch als een erkenning van welke vordering van Partijen of welk standpunt van Partijen dan ook, noch tast zulks overigens de geldigheid van dit Individueel DBFM-Contract of een deel daarvan aan, noch het recht van Partijen om alsnog van de betreffende bepaling in overeenstemming met dit Individueel DBFM-Contract gebruik te maken.
Artikel 26.7. Afstand
(a) Tenzij indien anders voorzien in huidig Individueel DBFM-Contract doen Partijen afstand van hun rechten om hun verplichtingen onder dit Individueel DBFM-Contract op te schorten of om dit Individueel DBFM-Contract te beëindigen.
(b) De Partijen aanvaarden dat hun verhaalsrechten in het geval van niet nakoming door enige Partij van diens verplichtingen ingevolge huidig Individueel DBFM-Contract uitsluitend zijn vastgelegd in huidig Individueel DBFM-Contract en de Partijen doen voor zover nodig en wettelijk toegestaan afstand van eventuele andere rechten jegens elkaar.
Artikel 26.8. Toereikendheid van betalingen
De Promotor is enkel gerechtigd tot de betalingen zoals voorzien in huidig Individueel DBFM-Contract. De Promotor erkent voorts dat alle risico's die verband houden met de uitvoering van dit Individueel DBFM-Contract en/of met (enig deel van) de Projectactiviteiten, waaronder onvoorziene risico's, volledig voor rekening van de Promotor komen en als dusdanig door hem reeds afdoende zijn verrekend in de Bruto Beschikbaarheidvergoeding, tenzij dit Individueel DBFM-Contract anders bepaalt of dergelijke risico’s zijn ontstaan of veroorzaakt door toedoen, fout of nalatigheid van de Inrichtende Macht.
Artikel 26.9. Geen (cumulerende) betalingsverplichtingen
Indien op één en dezelfde omstandigheid twee of meer van de artikelen 10.3 (Vandalisme), 17.1 (Geval van Uitstel), 17.2 (Geval van Vergoeding), 17.3 (Bijzondere Wetswijziging), 18 (Wijzigingen) en 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) van toepassing zijn, zal de Promotor zich slechts op grond van één van deze bepalingen jegens de Inrichtende Macht kunnen richten, zodat eenzelfde schade niet meermalen wordt vergoed.
Artikel 26.10. Overdracht
De rechten en verplichtingen van de Partijen uit hoofde van dit Individueel DBFM-Contract zijn niet overdraagbaar, anders dan in het geval van de Directe Overeenkomst Kaderovereenkomst of de Directe Overeenkomst IDBFM en met de uitdrukkelijke instemming van de Inrichtende Macht en AGIOn (in geval van overdracht door de Promotor) of van de Promotor (in geval van overdracht door de Inrichtende Macht).
Artikel 26.11. Onvoorziene omstandigheden
(a) Partijen hebben beoogd door middel van onder andere artikel 10.3 (Vandalisme), artikel
17.1 (Xxxxx xxx Xxxxxxx), artikel 17.2 (Geval van Vergoeding), artikel 17.3 (Bijzondere Wetswijziging), artikel 18 (Wijzigingen), artikel 19.1 (Beëindiging en niet-nakoming) en artikel 20.1 (Geval van Overmacht) en de structuur van het Individueel DBFM-Contract
maatregelen te nemen voor het geval omstandigheden zich zodanig ingrijpend mochten wijzigen dat van één van de Partijen in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij zijn verplichtingen uit dit Individueel DBFM-Contract ongewijzigd nakomt.
(b) Indien er desalniettemin sprake is van omstandigheden die in hoofde van de Promotor, alle omstandigheden inachtgenomen, aanleiding geven tot een zeer belangrijk nadeel zoals bepaald in artikel 17.2 (d) (Financiële gevolgen van een Geval van Vergoeding) en artikel 17.2 (e) (Vergoeding van financiële gevolgen) en die niet door voornoemde artikelen worden ondervangen, zullen Partijen zich te goeder trouw beraden of er aanleiding bestaat om dit Individueel DBFM-Contract te wijzigen en over de wijze waarop dit binnen het bindend kader van het DBFM-programma met zo min mogelijk wijzigingen mogelijk en voor beide Partijen wenselijk is.
Artikel 26.12. Beding ten behoeve van een derde
Geen bepaling in dit Individueel DBFM-Contract is bedoeld als beding ten behoeve van een derde in de zin van artikel 1121 Burgerlijk Wetboek, tenzij dit Individueel DBFM-Contract anders bepaalt.
Artikel 26.13. Wijziging van het Individueel DBFM-Contract
Geen enkele wijziging van dit Individueel DBFM-Contract is bindend tenzij deze in de vorm van een formeel Wijzigingscontract op schrift is gesteld en is ondertekend door beide Partijen, en goedgekeurd door AGIOn.
Artikel 26.14. Gehele overeenkomst
Dit Individueel DBFM-Contract omvat de gehele overeenkomst en alle afspraken tussen de Partijen gemaakt tot en met de Contractdatum terzake van het onderwerp van het Individueel DBFM-Contract en treedt in de plaats van alle (mogelijke) eerdere afspraken tussen Partijen terzake.
De Partijen zijn opzichtens elkaar onder dit Individueel DBFM-Contract tevens aansprakelijk voor de diensten en handelingen die zij onder het Voorcontract hebben verricht of dienden te verrichten als zouden zij deze diensten en handelingen hebben verricht of moeten verrichten onder dit Individueel DBFM-Contract.
Met betrekking tot de verwijzingen in dit Individueel DBFM-Contract naar bepalingen van de Kaderovereenkomst, heeft de Inrichtende Macht geen andere verplichtingen dan deze die zouden zijn vervat in de in Bijlage 22 (Samenvatting van sommige artikelen van de Kaderovereenkomst) opgenomen bepalingen van de Kaderovereenkomst)
Artikel 26.15. Beroep op het DBFM-programma door de Inrichtende Macht
De Inrichtende Macht verklaart en waarborgt dat het daartoe bevoegde orgaan van de Inrichtende Macht conform de richtlijnen en ontwerpbeslissingen opgemaakt door AGIOn tijdig alle vereiste beslissingen heeft genomen om beroep te doen op het DBFM-programma.
Artikel 26.16. Verklaring
De Partijen erkennen en waarborgen te beschikken over de hoedanigheid en de bekwaamheid om het Individueel DBFM-Contract te ondertekenen.
Het Individueel DBFM-Contract bevat …. pagina’s waaronder volgende bijlagen Bijlage 1 – Definities
Bijlage 2 – Betalingsmechanisme Bijlage 3 – Bouwgrond en Bouwplaats
Bijlage 4 – Uitgangspunten zakelijk recht Bijlage 5 – Model Aanvangsgarantie Bijlage 6 – Beoordelingsprocedure Bijlage 7 – Model overzichtsstaat
Bijlage 8 – Werken door Inrichtende Macht Bijlage 9 – Eerste Uitrusting
Bijlage 10 – Outputspecificaties Bijlage 11 – Ontwerp
Bijlage 12 – Bouwplanning
Bijlage 13 – Belangrijke werkzaamheden Bijlage 14 – Voorlopige Beschikbaarheideisen Bijlage 15 – Definitieve Beschikbaarheideisen Bijlage 16 – Overdracht-eisen
Bijlage 17 – Onderhoud
Bijlage 18 – Reglement van de Instelling Bijlage 19 – Verzekeringen
Bijlage 20 – Financieel model individueel DBFM-Contract Bijlage 21 – Algemene Aannemingsvoorwaarden
Bijlage 22 – Samenvatting van sommige artikelen van de Kaderovereenkomst Bijlage 23 – Conditiescores
Bijlage 24 – Intercalaire Interesten Bijlage 25 – Verstrekte gegevens Bijlage 26 – Arbitragereglement
Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd dit Individueel DBFM-Contract namens de Partijen hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel op …………… in twee exemplaren, waarvan elke Partij erkent het zijne te hebben ontvangen.
Voor de Promotor, DBFM Scholen van Morgen NV Vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxx bvba Vast vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxx General Manager | Voor de Inrichtende Macht, Naam: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxx Functie: Bevoegde Gedeputeerde |
Naam: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Xxxxxx Xx Xxxx Functie: Provinciegriffier |
BIJLAGE 1 - DEFINITIES
In huidig Individueel DBFM-Contract wordt verstaan onder:
Aanvangsbevel Een schriftelijke kennisgeving van de Inrichtende Macht aan de Promotor waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden genoemd in artikel 5.2. (Criteria Aanvangsbevel) is voldaan.
Aanvangsdatum De eerste Werkdag, te rekenen vanaf 0 uur, volgend op de dag waarop het Aanvangsbevel door de Inrichtende Macht aan de Promotor wordt betekend.
Aanvangsgarantie Heeft de in artikel 5.3. (Aanvangsgarantie) bepaalde betekenis.
Aanvullende Overdrachtgarantie Heeft de in artikel 12.4. (Aanvullende
Overdrachtgarantie) bepaalde betekenis.
AGIOn Het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid “Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs” of eventuele rechtsopvolgers.
Algemene Aannemingsvoorwaarden (AAV) De Algemene Aannemingsvoorwaarden voor de
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, als bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en concessies voor openbare werken.
Alternatieve Accommodatie Accommodatie die dient ter vervanging van een
Ruimte die Niet Beschikbaar is en die:
(a) door de Inrichtende Macht als zodanig (onder de in artikel 2.6 (a) (Voorwaarden Alternatieve Accommodaties) van Deel 2 (Beschikbaarheidkorting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme) genoemde voorwaarden) is aanvaard; en
(b) voldoet aan de in artikel 2.6 (Alternatieve Accommodatie) van Deel 2
(Beschikbaarheidkorting) van Bijlage 2
(Betalingsmechanisme) genoemde voorwaarden.
Arbitragecommissie Inhaalbeweging Scholenbouw Het scheidsgerecht aangesteld
ingevolge de Xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Arbitragereglement Het in Bijlage 26 (Arbitragereglement Arbitragecommissie Inhaalbeweging Schoolinfrastructuur) opgenomen reglement.
Bankwerkdag Betekent een kalenderdag (niet zijnde een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag) waarop in Brussel, Amsterdam, Madrid, Londen, Frankfurt en Parijs de banken geopend zijn.
Benchmarkonderzoek Het in artikel 15.8. (Benchmarkonderzoek) bedoelde onderzoek.
Beoordelingsprocedure De in Bijlage 6 (Beoordelingsprocedure) opgenomen procedure.
Beschikbaarheidgebrek Een gebrek dat resulteert in het Niet Beschikbaar zijn van één of meerdere Ruimtes, behalve wanneer en in de mate dit een direct gevolg is van:
(a) een tekortkoming van de Inrichtende Macht in de nakoming van zijn verplichtingen onder het Individueel DBFM-Contract: daarin begrepen, maar niet beperkt tot
i. een tekortkoming van de Inrichtende Macht ten aanzien van het Gebruikersonderhoud,
ii. onverantwoord gebruik van de Instelling door de Inrichtende Macht, Personeel van de Inrichtende Macht, leerlingen of derden aan wie de Inrichtende Macht toegang heeft verleend;
(b) het voor de gehele Instelling uitvallen van een Nutsvoorziening, tenzij dit aan de Promotor of Personeel van de Promotor te wijten is of door hen redelijkerwijze had kunnen worden voorkomen;
(c) een Calamiteit, tenzij dit aan de Promotor of het Personeel van de Promotor te wijten is of door hen redelijkerwijze had kunnen worden voorkomen; en
(d) een situatie die kwalificeert als een Geval van Vergoeding, een Geval van Uitstel, een Geval van Vandalisme of een Geval van Overmacht.
Beschikbaarheidgrenzen Heeft de betekenis bepaald in Deel 9 (Gebreken en onderhoudsverplichting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme).
Beschikbaarheidkorting of BK De Korting die wordt toegepast op de Bruto
Beschikbaarheidvergoeding omdat één of meerdere Ruimtes na het verstrijken van een toepasselijke Herstelperiode Niet Beschikbaar of Niet Beschikbaar maar Gebruikt zijn. De
Beschikbaarheidkorting wordt | berekend | in |
overeenstemming met | Deel | 2 |
(Beschikbaarheidkorting) van | de Bijlage | 2 |
(Betalingsmechanisme). |
Beschikbaarheidsdossier Heeft de in artikel 3 van Bijlage 14 (Voorlopige
Beschikbaarheideisen) bepaalde betekenis.
Betalingsperiode Een Kwartaal, behalve:
(a) de eerste, die aanvangt op de Voorlopige Beschikbaarheiddatum en eindigt op de laatste kalenderdag van het betreffende Kwartaal; en
(b) de laatste, die eindigt op de Einddatum of de datum waarop het Individueel DBFM-Contract anderszins eindigt.
Betwist Bedrag Heeft de in artikel 15.5. (Betwiste Bedragen) bepaalde betekenis.
Bijlage Ieder van de bijlagen bij dit Contract.
Bijzondere Omstandigheid Een Geval van Vergoeding, een Geval van Uitstel
of een Geval van Overmacht.
Bijzondere Wetswijziging Een wetswijziging als bedoeld in artikel 17.3. (a) (Bijzondere Wetswijziging).
Bouwgrond De onroerende goederen vermeld in Bijlage 3 (Bouwgrond en Bouwplaats) die het voorwerp uitmaken van het zakelijk recht bedoeld in artikel
5.6 (Zakelijk recht).
Bouwplaats De gronden aangeduid op het als Bijlage 3 (Bouwgrond en Bouwplaats) opgenomen plan, die door de Inrichtende Macht, al dan niet binnen het kader van het zakelijk recht, ter beschikking van de Promotor worden gesteld voor de uitvoering van de Werkzaamheden.
Bouwplanning Heeft de in artikel 7.2. (Bouwplanning) bepaalde betekenis.
Bruto Beschikbaarheidvergoeding of BBV Heeft de in artikel 1.1 (Bruto
Beschikbaarheidvergoeding) van Bijlage 2
(Betalingsmechanisme) bepaalde betekenis.
Calamiteit Een ongewenst voorval, of dreiging ervan, waarbij de gezondheid van één of meerdere personen direct gevaar loopt en hulp noodzakelijk is, en/of er sprake is van grote schade aan eigendommen of milieu.
Conditiescore van de Instelling De waarde zoals bepaald in punt 9.3.3 van Deel 9
(Gebreken en onderhoudsverplichting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme).
Contacttijd De termijn zoals gedefinieerd in Deel 9 (Gebreken en onderhoudsverplichting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme).
Contract Het Individueel DBFM-Contract zonder de Bijlagen.
Contractdatum De datum waarop het Individueel DBFM-Contract wordt ondertekend.
DBFM-programma Het eenmalig programma waarmee de Vlaamse overheid wil remediëren aan de achterstand in en verbetering van de schoolinfrastructuur door een DBFM-vennootschap te laten instaan voor het ontwerp (Design), de bouw (Build), de financiering (Finance) en het onderhoud (Maintain), zoals voorzien door het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur.
DBFM-toelage De financiële bijdrage tot de Netto Beschikbaar- heidvergoeding overeenkomstig de voorwaarden en de bepalingen van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur.
DBM Aannemer De aannemer aan wie een deel van het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de Instelling zijn gegund en die een DBM Overeenkomst heeft afgesloten met de Promotor.
DBM Overeenkomst De overeenkomst die is gesloten tussen de Promotor en de DBM Aannemer aan wie de uitvoering van een deel van het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de Instelling zijn gegund.
Decreet Openbaarheid van Bestuur Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de
openbaarheid van bestuur.
Definitief Beschikbaarheidcertificaat Het door de Inrichtende Macht te verstrekken
certificaat als bedoeld in artikel 9 (Definitief
Beschikbaarheidcertificaat) met als opschrift "Definitief Beschikbaarheidcertificaat".
Definitieve Beschikbaarheiddatum De datum waarop het Definitief
Beschikbaarheidcertificaat wordt verstrekt.
Definitieve Beschikbaarheideisen De eisen genoemd in Bijlage 15 (Definitieve
Beschikbaarheideisen).
Diensten De diensten, werken, leveringen en activiteiten die nodig zijn om te voldoen aan de bij of krachtens het Individueel DBFM-Contract gestelde eisen, waaronder vanaf de datum van het Voorlopig Beschikbaarheidcertificaat aan de Voorlopige Beschikbaarheideisen, op datum van het Definitief Beschikbaarheidcertificaat aan de Definitieve Beschikbaarheideisen en op de Einddatum de Overdracht-eisen.
Disconteringsvoet De gewogen gemiddelde kost van financiering (Weighted Average Cost of Capital) van de Promotor die door Partijen op basis van het Financieel Model Individueel DBFM-Contract moet worden vastgesteld op de Contractdatum.
Directe Overeenkomst IDBFM De directe overeenkomst die
op ………………………………….. werd gesloten tussen de Inrichtende Macht, de Promotor en Fortis Bank NV in zijn hoedanigheid van zekerheidsagent.
Directe Overeenkomst Kaderovereenkomst De directe overeenkomst die op 10 juni 2010 werd
gesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, AGIOn, de Promotor, School Invest NV, Fortis Bank NV in zijn hoedanigheid van zekerheidsagent en FScholen NV.
Eerste Uitrusting De uitrusting die onontbeerlijk is voor het gebruik van de Instelling en die onroerend is uit haar aard of door bestemming, en waarvan de lijst is opgenomen als Bijlage 9 (Eerste Uitrusting).
Effectieve Evaluatiekorting Het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig
Deel 5 (Evaluatiekorting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme).
Eigenaarsonderhoud De herstellingen en onderhoudstaken ten laste van de Promotor, waarvan in Bijlage 17 (Onderhoud) een opsomming is gegeven.
Einddatum Vóór de Voorlopige Beschikbaarheiddatum: de dertigste verjaardag van de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum.
Vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum: de dertigste verjaardag van de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, om middernacht.
Evaluatiekorting Heeft de betekenis bepaald in Deel 9 (Gebreken en onderhoudsverplichting) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme).
Financieel Model Individueel DBFM-Contract Het geheel van uitgangspunten,
berekeningen en overige gegevens dat de Promotor voor eigen rekening en risico heeft toegepast om tot de Bruto Beschikbaarheid- vergoeding te komen. Het Financieel Model Individueel DBFM-Contract is opgenomen als Bijlage 20 (Financieel Model Individueel DBFM-Contract).
Financieringsovereenkomst Iedere vorm van financiering door de Promotor
aangegaan c.q. aan te gaan met de Financiers ten behoeve van de nakoming van (één van) zijn verplichtingen voortvloeiende uit dit Individueel DBFM-Contract en de Kaderovereenkomst.
Financier Iedere Partij waarmee de Promotor voor de uitvoering van deze Opdracht een Financieringsovereenkomst afsluit en wiens identiteit aan de Inrichtende Macht zal worden meegedeeld.
Gebrek Een Beschikbaarheidgebrek, een Prestatiegebrek, een Zwaar Gebrek of een Klein Gebrek.
Gebruikersonderhoud De herstellingen en onderhoudstaken ten laste van de Inrichtende Macht, waarvan in Bijlage 17 (Onderhoud) een opsomming is gegeven.
Gebruikstijden Met uitsluiting van de Schoolvakantiedagen:
(a) op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 07.00 tot 18.00 uur; en
(b) op woensdag van 07.00 tot 13.00 uur.
Gemeenschapsgebruik Het gebruik of in gebruik geven van Ruimtes door de Inrichtende Macht voor culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden (andere dan onderwijs)
Geplande Definitieve Beschikbaarheiddatum Vóór de Voorlopige Beschikbaarheiddatum:
één (1) jaar na de Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum, zoals deze wordt gewijzigd overeenkomstig onderhavig Individueel DBFM-Contract.
Vanaf de Voorlopige Beschikbaarheiddatum: één
(1) jaar na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum, zoals deze wordt gewijzigd overeenkomstig onderhavig Individueel DBFM-Contract.
Geplande Voorlopige Beschikbaarheiddatum 15/07/2016 zoals deze wordt gewijzigd
overeenkomstig onderhavig Individueel DBFM-Contract.
Geregistreerde Xxxx xxx Xxxxxx Heeft de in artikel 7.4 (Geregistreerde Tijd van
Gebrek) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme) bedoelde betekenis.
Geregistreerde Xxxx xxx Xxxxxxx Heeft de in artikel 2.2 (d) (Melding van herstel) van
Deel 2 van Bijlage 2 of 3.2 (d) (Melding van Herstel) van Deel 3 van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme) bedoelde betekenis of is het tijdstip waarop het herstel van het Zwaar Gebrek wordt gemeld aan de Helpdesk.
Xxxxxxx Een verschil van mening tussen Partijen naar aanleiding van, voortvloeiende uit of verband houdende met het Individueel DBFM-Contract.
Geval van Overmacht Een geval zoals bedoeld in artikel 20.1 (Geval van Overmacht).
Geval van Vandalisme (a) Indien na de Voorlopige Beschikbaarheiddatum door derden opzettelijk schade aan de Instelling wordt veroorzaakt
(b) Diefstal.
Geval van Vergoeding Een geval zoals bedoeld in artikel 17.2. (a) (Geval van Vergoeding).
Geval van Uitstel Een geval zoals bedoeld in artikel 17.1. (a)(i) (Geval van Uitstel).
Helpdesk De door de Promotor op grond van artikel 7.1 (Helpdesk) van Bijlage 2 (Betalingsmechanisme) te vormen en bemannen helpdesk.