Communicatie Zorgverzekeraars Nederland inzake Wet Toekomst Pensioen

Communicatie Zorgverzekeraars Nederland inzake Wet Toekomst Pensioen

Pensioen is in de cao van de zorgverzekeraars een belangrijke arbeidsvoorwaarde. In de cao is opgenomen dat de pensioenregeling is ondergebracht bij SBZ Pensioen (hierna: SBZ). Jij bouwt je pensioen op via de ZN-pensioenregeling. Dit is sinds 1 januari 2022 een beschikbare-premieregeling. Bij de overgang ben je geïnformeerd dat dit een tijdelijke regeling is. Onze regeling moet over een paar jaar voldoen aan de wet- regelgeving van de Wet Toekomst Pensioenen.

Via dit bericht geven wij je een update over de gesprekken die Zorgverzekeraars Nederland (ZN) voert met de vakorganisaties: De Unie, FNV Finance en CNV Vakmensen (hierna: de vakorganisaties) over de nieuwe regeling. Samen onderzoeken we welke aanpassingen nodig zijn om ervoor te zorgen dat onze pensioenregeling voldoet aan de nieuwe regelgeving van de Wet Toekomst Pensioenen.

Uiterlijk op 1 januari 2027 moet onze regeling voldoen aan de nieuwe wet- regelgeving. Om op tijd klaar te zijn, in de wet een aantal tussenstappen vastgelegd. De eerste tussenstap moet op 1 januari 2025 klaar zijn. Dan moeten de sociale partners een akkoord hebben bereikt over drie onderdelen. Sociale partners beraden zich nog over de exacte planning.

1. Het type contract.

2. Wat er gebeurt met de opgebouwde pensioenen.

3. De compensatieregeling.

Wij gaan hierna in op deze drie onderdelen. Daarna staan we stil bij het partner- en wezenpensioen en het vervolg.

Lifecycle-beleggen

Bij deze manier van beleggen houdt de pensioenuitvoerder rekening met het aantal jaren tot je pensioendatum. Als je jong bent, belegt de pensioenuitvoerder in fondsen met een hoger risico en een grotere kans op een hoger rendement. Als je ouder wordt, belegt de pensioenuitvoerder steeds een groter deel van je pensioenkapitaal in beleggingsfondsen die minder risicovol zijn

Het type contract

Alle pensioenregelingen worden beschikbare-premieregelingen. ZN heeft momenteel al een beschikbare-premieregeling. Er zijn straks twee type regelingen mogelijk, het zogenoemde solidaire contract en het zogenoemde flexibele contract. In beide contracten wordt je pensioenkapitaal belegd volgens het lifecycle-principe. Dat is nu ook al het geval.

Een belangrijk kenmerk van het solidaire contract is dat een aantal risico’s gedeeld wordt tussen alle deelnemers. Een ander kenmerk is dat er verplicht een buffer wordt aangehouden voor alle deelnemers.

Een belangrijk kenmerk van het flexibele contract is de keuzevrijheid. Deelnemers kunnen zelf een beleggingsprofiel kiezen. Daarnaast kunnen deelnemers op het moment dat zij met pensioen gaan kiezen of een deel van het pensioen wel of niet belegd blijft.

Wat er gebeurt met de opgebouwde pensioenen

De pensioenen die zijn opgebouwd in eerdere pensioenregelingen bij SBZ mogen ook over naar het nieuwe pensioencontract. Dit noemen we invaren. Invaren heeft een aantal voordelen.

• Momenteel moet het pensioenfonds buffers aanhouden. Bij het invaren mogen deze buffers verdeeld worden over de deelnemers. Wel moeten sociale partners met het pensioenfonds goed onderzoeken op welke manier de buffers eerlijk worden verdeeld.

• Nadat de pensioenen zijn ingevaren, worden deze ook via het lifecycle-principe belegd. Naar verwachting levert dat meer rendement en dus een hoger pensioen op.

Sociale partners zullen ook hierover een besluit moeten nemen.

Compensatie

Momenteel kent de regeling van ZN een stijgende premiestaffel. Dit betekent dat hoe ouder je wordt, er meer geld voor je pensioen wordt ingelegd. In het nieuwe stelsel krijgt iedereen hetzelfde premiepercentage, onafhankelijk van je leeftijd. Dit betekent dat er voor oudere actieve deelnemers (groep 45-67 jarigen) minder ingelegd gaat worden dan nu het geval is. Jongere actieve deelnemers (groep jonger dan 45 jaar) leggen juist meer in. Als je naar verwachting minder pensioen gaat opbouwen, kun je daarvoor worden gecompenseerd. Sociale partners moeten met elkaar afspraken maken over deze compensatie en hoe deze gefinancierd wordt.

Partner- en wezenpensioen

Na je overlijden ontvangen je nabestaanden van het pensioenfonds een partner- en wezenpensioen. Volgens de Wet Toekomst Pensioenen moet het partner- en wezenpensioen vóór je pensioendatum volledig op risicobasis verzekerd zijn. Daarnaast wijzigt de hoogte van het partner- en wezenpensioen. Ook hierover moeten afspraken zijn gemaakt op 1 januari 2025.

Vervolg

Sociale partners gaan in de komende maanden verder met de gesprekken over de invoering van de nieuwe wetgeving. We hebben als streven om in 2023 besluiten te nemen over de genoemde punten. Er is afgesproken om eerst naar het partner- en wezenpensioen te kijken en daarover een besluit te nemen. Daarna volgt het premiepercentage voor de opbouw van pensioen in de nieuwe regeling.

Vervolgens gaan we een keuze maken voor één van de contracten en maken we afspraken komen over de compensatieregeling. In de komende maanden blijven wij je informeren over de keuzes die we maken.