‘Kan niet’ ligt op het aanbestedings
‘Kan niet’ ligt op het aanbestedings
kerkhof, ‘wil niet’ ligt ernaast
Langjarige contracten zijn lastig, maar niet onmogelijk. Waar een wil is, lijkt ook hier een weg te zijn!
Mijn vader heeft het in mijn herinnering mi- nimaal duizend keer gezegd: ‘Kan niet ligt op het kerkhof en wil niet ernaast.’ Met langdurige contracten lijkt iets dergelijks aan de hand.
Iedereen ziet de voordelen, maar het blijft ingewikkeld om ze in de praktijk toe te passen. Vakblad Stad + Groen verkent deze uitdaging in het eerste Aanbestedingcafé bij de VHG. De gasten: vijftien aannemers, ambtenaren en adviseurs.
Auteur: Xxxx xxx Xxxxxx
Het is nog vroeg in de ochtend en bovendien vrijdag. Maar het aantal afmeldingen voor dit eerste Aanbestedingscafé dat Stad + Groen organiseert, ligt op een historisch laagtepunt. Dat kan aan het onderwerp liggen: langjarige contracten, maar ook aan het feit dat de sector coronamoe is. Eindelijk weer eens lekker discus- siëren, brainstormen en elkaar inspireren. De aanleiding is de ruime ervaring die met name Greenfluencer Xxx xxx Xxxxxx heeft met lang- jarige contracten. Het gaat dan ook opvallend vaak over projecten van de buitencategorie: projecten als Wonderwoods in Utrecht, bijvoor- beeld, en even opvallend vaak over gebouwen waarbij groenaanleg en langjarig onderhoud
in één contract zijn gegoten. Door bouw en
onderhoud in één hand te brengen, zo is het idee, wordt de aannemer gestimuleerd om een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren, die zo makkelijk mogelijk op dat niveau te houden
is. Voor normale groenprojecten geldt dat in principe natuurlijk ook, maar in de praktijk ligt die combinatie iets minder voor de hand. Xxxx Xxxxxxxx van de gemeente Zutphen geeft de aftrap voor het forum. Hij schetst een aantal van de beren die hij ziet op de weg richting langjarig onderhoud: ‘Als ik zie hoe we nu beheren en een
aantal jaren geleden, dan is dat een wereld van verschil. Kijk alleen maar naar de thema’s die de laatste jaren leidend zijn: biodiversiteit, klimaat en circulariteit. Een paar jaar geleden was dat nog niet zo.’ Xxxxxxxx zegt het niet met zoveel woorden, maar lijkt te bedoelen dat het lastig is om een contract op te stellen als je niet weet
welke thema’s over een paar jaar in de mode zijn.
Beren op de weg
Ook Xxxxx Xxxxxx van de gemeente Someren ziet een aantal uitdagingen. Haar grootste struikelblok is dat langjarig aanbesteden in veel gemeentes maar amper is toegestaan. Prosée mag aanbesteden tot maximaal vier jaar; alleen
met heel sterke argumenten kan ze een langjarig contract op de markt brengen.
Xxxxxx Xxxxxx van Alles over Groenbeheer begrijpt het probleem van Xxxxxx, maar geeft aan dat er geen wettelijke obstakels zijn. De Aanbestedingswet laat hier gewoon ruimte voor (zie kader). Xxxxxx erkent als aanbestedings- specialist dat door opdrachtgevers vak gekozen wordt voor een maximale looptijd van vier jaar aan te houden. ‘Wij hebben bijvoorbeeld voor de gemeente Zwijndrecht een bestek op de markt
52 Stad+Groen - 7/2021
9 min. leestijd
XXX XXX XXXXXX
gebracht voor boomonderhoud met een loop- tijd van 9 jaar.’
Een derde ambtenaar, Xxxx Xxxxx van de gemeente Midden-Groningen, ziet nog een bezwaar waarmee hij rekening moet houden: als ambtenaar is hij direct of indirect verantwoor- ding schuldig aan de gemeenteraad en die heeft nu eenmaal budgetrecht. Klimp: ‘We hebben als ambtenaren rekening te houden met de grillig- heid van de lokale politiek.’
Voordelen van groen
Xxxx Xxxxxxxx, directeur van Groenkeur, pro- xxxxx de argumenten van Xxxxx en Prosée te ontzenuwen: ‘Je kunt toch wijzen op de voor- delen van groen. Groen zorgt voor een betere gezondheid, hogere WOZ-waarden en lagere criminaliteitscijfers.’ Prosée: ‘Klopt allemaal, daar is iedereen in deze ruimte het over eens. Maar in een gemeenteraad werken dingen anders. Daar wordt de vraag gesteld: moet ik bezuinigen op groen of op de jeugdzorg?’
Xxxx Later van Donker Groep kan zijn irritatie met moeite onderdrukken: ‘Zo kun je toch niet discussiëren? Dan verliest groen altijd.’ Prosée heft haar handen ten hemel, alsof ze wil zeggen: zo wil ik het eigenlijk ook niet. Besef wel dat een gemeenteraad niet bestaat uit groenprofessio- nals, maar uit allerlei verschillende mensen. En die kijken anders naar openbaar groen dan wij.’
Klimp van de gemeente Midden-Groningen legt uit hoe het volgens hem in elkaar zit: ‘Het is heel
eenvoudig. De raad heeft budgetrecht en dus het laatste woord. En de horizon van de raad is vier jaar, tot de volgende verkiezingen. Daarna kun je een totaal andere raad krijgen. Dat betekent dus per definitie dat je als ambtenaar rekening moet houden met de grilligheid van de politiek.’
Klimp vervolgt: ‘Begrijp me goed, wij willen niet vervelend zijn richting de markt en richting aannemers. Wij zijn vakgenoten en moeten er samen uit komen.’
Rijkswaterstaat
Tot zover drie ambtenaren, die vooral de obsta- kels voor langjarig aanbesteden naar voren brengen. Dat zou je kunnen beschouwen als negativiteit, maar om samen verder te komen, zul je daar als sector wel iets mee moeten doen.
En gelukkig zijn er bij de overheid ook genoeg voorbeelden waarbij wel succesvol langjarig is aanbesteed. Erik Punt van aannemer Xxxxxxxxxx noemt als voorbeeld Rijkswaterstaat, dat talloze aanbestedingen op de markt heeft gebracht van soms wel dertig jaar.
Xxxx Later benadrukt dat de openbare ruimte eigenaarschap nodig heeft. ‘Wij praten in deze sector altijd over innovatie, en dan gaat het over beheren met accumachines in plaats van traditioneel. Ik vind dat geen echte innovatie. Innovatie is voor mij dat je de openbare ruimte onderhoudt op een fundamenteel andere manier, op een inclusieve manier, waarbij je de
Wettelijk kader langjarige contracten Xxxxxxxxx 2004/18 en de Aanbestedingswet verplichten aanbestedende diensten niet om een bepaalde minimum- of maxi- mumlooptijd voor een contract aan te houden. De opdrachtgever heeft de vrij- heid om de looptijd van het voorgenomen contract zelf te bepalen. Wel dient voor ogen gehouden te worden dat het vrije verkeer van goederen en diensten niet mag worden geblokkeerd. Dit hangt af van de aard van de overeenkomst en heeft onder andere te maken met de terugver- dientijd van de investering. Hoe langer een opdrachtnemer bereid is een dienst
te exploiteren, hoe eerder het gerecht-
vaardigd is de looptijd van het contract te laten oplopen en de investering terug te verdienen.
Bron: Europa Decentraal
‘Groen kost niks, maar is wel
veel waard’
Xxxx Xxxxxxxx, Groenkeur: ‘Het was een interessante discussie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Beide zijn op zoek naar mogelijkheden om contracten flexibel te maken, maar weten nog niet hoe dit goed vormgegeven kan worden voor groenvoorzieningsdiensten. Als een contract flexibel kan zijn, neemt de kans op het afsluiten van langere contracten toe. Beide partijen willen hetzelfde, maar zoeken nog naar de manier waar- op. Bij iedereen staat de kwaliteit voorop, om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van bestuurders, raad en de burgerij. Een andere vraag is welke rol certificering hierbij kan vervullen.’
Xxxx xxx Xxxxxxx, Eijkelboom: ‘Het was een mooie discussie met verschillende partijen, waarin langdurig onderhoud zeker als meerwaarde werd gezien. Dit biedt kansrijke voordelen, zoals gezamenlijk eigenaarschap (samen ervoor gaan), gebiedskennis en continuïteit voor zowel de opdracht- gever als de opdrachtnemer.’
Xxxx Xxxxxxxx, gemeente Zutphen: ‘Aannemers willen graag langdurige contracten; wij vinden een duurzame relatie belangrijk. Daarbij gaat het om eigenaarschap en uitstralen dat de aannemer de groendienst is van mijn team, het gevoel hebben dat zij werken in de leefomgeving van onze inwoners. We moeten samenwerken met de inwoners en participatie bevorderen.’
XXX XXX XXXXXX
Xxxx Xxxxx, gemeente Midden-Groningen: ‘Het was een interessante VHG-ontmoeting, waarbij we als (groene) vak- genoten samen reflecteerden. Gezamenlijk is nadrukkelijk de wens uitgesproken dat we blijven volharden in “anders den- ken, anders doen”, vooral in langetermijndenken. Door mid- del van langlopende (integrale) contracten kunnen we waar- devol groen, zoals bomen en bermen, generatie-overstijgend verankeren binnen het beleid en de begroting.’
Xxxxx Xxxxxxxxxx, gemeente Delft: ‘Ik vond het interessant om te zien dat er nog grote interpretatieverschillen zijn tussen de partijen ten aanzien van de regelgeving. Hoe ga je bijvoorbeeld om met een RAW-systematiek? Je kunt vrij streng in de leer zijn, of het gesprek aangaan en daarmee de samenwerking. Wat voor mij belangrijk is: samen optrek- ken, om uiteindelijk verder te komen in het werkveld en alle verschillende belangen en doelen te realiseren die we als organisaties nastreven.’
Xxxxx Xxxxxx, gemeente Someren: ‘Het was heel bijzonder voor ons als opdrachtgevers om met opdrachtnemers om in een ongedwongen sfeer te kunnen praten over langdurige contractvormen, om tot de conclusie te komen dat we con- tractvorming op een andere manier kunnen gaan gebruiken om van de openbare ruimte een betere ruimte te maken, gebruikmakend van elkaars expertise.’
biodiversiteit op orde brengt. De overheid moet hierbij een beroep doen op de kennis van de sector. Bij die samenwerking zoek je de juiste contractvorm.’
Xxxx xxx Xxxxxxx werkt bij aannemer Eijkelboom. Volgens hem gaat het erom dat je als aannemer laat zien dat je in control bent. Daarmee schep je ook het vertrouwen dat je als aannemerij nodig hebt om langjarig aan te besteden. Xxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxx Groep zegt hetzelfde met andere woorden: ‘Langjarig onderhoud vereist missie- werk. En heel veel samenwerking.’
Samenwerken
Aan dat samenwerken lijkt het nogal eens te mankeren – overigens gelukkig niet altijd. Xxxxx Xxxxxxxxxx is werkzaam als senior adviseur bij
de afdeling beheer openbare ruimte van de gemeente Delft. Hij is dik tevreden over de samenwerking met zijn buurman bij het forum, Xxxxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx. De insteek is daarbij steeds gemeenschappelijk eigenaarschap van het bestek. De modegevoeligheid van het beheer van de openbare ruimte lijkt Xxxxxxxxxx niet als een bezwaar te zien: ‘Beleid is altijd vloeibaar.’ Hij merkt daarbij op dat de gemeente altijd de mogelijkheid heeft om in te grijpen of te bezuinigen, ook al wordt er een langjarig bestek afgesloten.
De aanwezige aannemers protesteren tegen deze mogelijkheid, maar helaas lijkt dit wel de feitelijke situatie.
Xxxxxx hoort het aan en schudt zijn hoofd: ‘Dit is een discussie die nergens over gaat. Als je bij- voorbeeld bezuinigt op het snoeien van bomen,
gaat het om dubbeltjes. Een boom kost tien euro per jaar. Waar praat je dan over? Groen kost niks of bijna niks, maar is wel veel waard.’
Beeldbestekken
De discussie verplaatst zich naar beeldbestekken. Veel aannemers voelen zich op dit gebied wel- eens onheus bejegend. Daarbij lijken gemeentes er vooral op uit te zijn om zo vaak en zo snel mogelijk een boete uit te schrijven. Dat helpt natuurlijk niet als je gezamenlijk een mooie prestatie moet neerzetten. Je kunt daar op ver- schillende manieren naar kijken. Enerzijds heb je bij het beheer van de openbare ruimte te maken met natuur. Dit voorjaar, maar ook deze zomer nog schiet het onkruid uit de grond. Dan is het onmogelijk om de aannemer op ieder moment aan het afgesproken beeldkwaliteit te houden.
Xxxxxxxx begrijpt dat, maar geeft aan dat deze medaille ook een andere kant heeft. ‘Hoe eerlijk is dat ten opzichte van andere inschrijvers? Het bestek is gegund op basis van bepaalde voor- waarden. Als je dan niet handhaaft, is dat oneer-
lijk tegenover andere inschrijvers.’
Xxxxxxxxxx lijkt sowieso niet erg enthousiast over het fenomeen beeldbestek. ‘Wat interes- seert het de gebruiker nu of een gazon wordt gemaaid op 20 of 30 millimeter? Het gaat om de beleving en het gebruik van de openbare
ruimte. Er is weleens het beeld vergeleken in een Vinex-wijk met een jarenzestig-bloemkoolwijk. In de bloemkoolwijk was de verwachting dat het onderhoudsniveau lager was dan in de VINEX wijk. Het tegenovergestelde was waar, de totale inrichting van de openbare ruimte en bebouwde omgeving doet wat met de beleving.
Meanderende middelen
Bij de aannemers op hun beurt leeft sterk het gevoel dat ambtenaren vooral beheren vanach- ter hun bureau en op basis van hun Excel-sheet. De euro die gereserveerd is voor onkruid op verhardingen moet ook per se naar onkruid op verhardingen. Ook in jaren dat het onkruid door droogte totaal niet groeit, zoals in de afgelopen drie jaren. Later van Donker Groep: ‘Ik zou willen gaan voor het idee van meanderende budget- ten. Soms besteed je wat meer aan onkruid, een andere keer wat meer aan bomen. Met aanne- mers zijn daar prima afspraken over te maken.’ Xxxxxx komt met een andere suggestie. ‘Op zich zien gemeentes wel de voordelen van langjarig onderhoud, maar ze zien vooral voordelen voor
xxx.xxxx-xx-xxxxx.xx - 7/2021 55
XXX XXX XXXXXX
Hugo Later, Donker Groep: ‘Het was een prima bijeen- komst met een goede sfeer en openheid, waardoor er een goede dialoog ontstond. Dit is echt winst, gezien het
verschil in visie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Aanbesteders kijken vanuit controle, wij als aannemers van- uit de praktijk, de mogelijkheden van de omgeving. Wij han- delen op basis van de behoeften die er zijn in de openbare ruimte. We willen maatwerk leveren en meedenken vanuit onze expertise. Daarnaast is de maatschappelijke druk hoog als het gaat om toekomstgericht handelen. Bij alles wat we doen, moeten we zorgen voor later; we moeten de groene ruimte herstellen en niet verder degraderen. Het herstel houdt de openbare ruimte leefbaar en vervult daarmee die maatschappelijke behoefte.’
Xxxx Xxxxxxx, Ginkel Groep
Een meerjarenverplichting (>6 jaar) in onderhoudsovereen- komsten geeft een grote meerwaarde. Naast continuïteit is het grote voordeel dat we een grotere waarde creëren voor ons groene product in maatschappelijke en zowel econo- mische zin. Het grote doel is om het kapitaalgoed te laten renderen en concrete resultaten te boeken. Dat aantoonbaar maken voor de gebruikers zal zorgen voor een compleet andere bewustwording in onze woon- en werkomgeving.
Een randvoorwaarde hiervoor is de samenwerking tussen opdrachtnemer en opdrachtgever waarbij delen het sleutel- woord is.
Erik Punt, Xxxxxxxxxx: ‘Ik ben optimistisch over de geza- menlijke wens van opdrachtgevers en opdrachtnemers om tot meerjarige samenwerking te komen, maar tegelijk pessi- mistisch over het kortetermijndenken van bestuurders en de politiek, over de voortdurende druk om publicitair te scoren en het ene gat met het andere te vullen. Zo is de keus voor zorg óf groen absurd, zeker met de klimaatdoelstellingen in het verschiet.’
Deelnemers
Het eerste Stad+Groen Aanbestedingscafé werd bijgewoond door:
Eijkelboom Eijkelboom Groenkeur Donker Groen Ginkel Groep Krinkels
Gemeente Midden Groningen Gemeente Someren Gemeente Zutphen
Alles Over Groenbeheer NWST
Gemeente Delft
Xxxx xxx Xxxxxxx Xxxx Xxxx
Xxxx Xxxxxxxx Hugo Later Xxxx Xxxxxxx
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxx Xxxxx
Xxxxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxx xxx Xxxxxx
Xxxxx Xxxxxxxxxx
Als het onkruid uit de grond schiet, kun je niet verwachten dat het beeld gehaald wordt
BE SOCIAL
Scan, lees & deel!
de aannemer. Deze heeft een langjarige omzet- garantie en de mogelijkheid om via efficiencys- lagen extra rendement te halen. Xxxxxx zoek je niet een model waarbij de gemeente kan mee- profiteren van die extra efficiency? Bijvoorbeeld in de vorm van een negatieve indexering. Xxxx, het lukt een aannemer om ieder jaar vijf procent efficiënter te werken. De helft daarvan gaat dan naar de opdrachtgever.’
Dat idee van negatief indexeren wordt enthousiast opgepakt. Verhagen van de gemeente Zutphen: ‘Dat is een interessant idee.’
Samenwerking
Dijkman schetst een andere manier om zaken te regelen: geen langjarige contracten, maar een apart bedrijf waarin gemeente en aannemerij samenwerken om de openbare ruimte te onder- houden. Dat zou met name interessant zijn voor gemeentes die hun eigen groendienst hebben. De gemeente kan hierin langjarig mensen uit de kaartenbak onderbrengen, en de aannemer specialistische kennis, machines
en het management.
Xxxxxxx krijgt de nodige tegenspraak. Gezamenlijk een bedrijf oprichten zou niet mogen. Dijkman: ‘Dat klopt, dat mag niet zomaar. Maar als je het goed voorbereidt en de juiste constructie vindt, is daar geen bezwaar tegen. En je hoeft het ook niet voor de eeuwig- heid te doen. Na een aantal jaren kunnen de aandeelhouders besluiten het bedrijf op te heffen en de tegoeden te verdelen.’
xxx.xxxx-xx-xxxxx.xx - 7/2021 57