PARTNERSCHAPS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds
PARTNERSCHAPS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds
HET KONINKRIJK BELGIË,
DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMaRKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLaND, DE REPUBLIEK ESTLaND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPaNJE, DE FRaNSE REPUBLIEK, IERLaND,
DE ITaLIaaNSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLaND, DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGaRIJE,
DE REPUBLIEK MaLTa,
HET KONINKRIJK DER NEDERLaNDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXX, XX XXXXxxXXX XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXxXX, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VaN GROOT-BRITTaNNIË EN NOORD-IERLaND,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen schap voor atoomenergie, hierna „lidstaten” genoemd, en
DE EUROPESE GEMEENSCHaP EN DE EUROPESE GEMEENSCHaP VOOR aTOOMENERGIE,
hierna „de Gemeenschap” genoemd, enerzijds,
EN DE REPUBLIEK TaDZJIKISTaN,
anderzijds,
GELET OP de banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan, en hun gemeenschappelijke waarden,
ERKENNENDE dat de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan deze banden wensen te verstevigen en partnerschap en samenwerking tot stand willen brengen om te komen tot versterking en verbreding van de betrekkingen die in het verleden zijn aangeknoopt, met name bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake han del en commerciële en economische samenwerking,
GELET OP de verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Tadzjikistan tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van het partnerschap vormen,
ERKENNENDE in die context dat de ondersteuning van de onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale onschend baarheid van de Republiek Tadzjikistan zal bijdragen aan het waarborgen van vrede en stabiliteit in Centraal-azië,
GELET OP de wil van de partijen tot bevordering van internationale vrede en veiligheid en de vreedzame oplossing van geschillen, alsmede tot samenwerking op dit gebied in het kader van de Verenigde Naties en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
GELET OP de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar lidstaten en van de Republiek Tadzjikistan tot volledige uit voering van alle beginselen en bepalingen die zijn vervat in de Slotakte van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de Slotdocumenten van de vervolgvergaderingen van Madrid en Wenen, het Document van de CVSE- Conferentie van Bonn betreffende economische samenwerking, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het CVSE- Document van Helsinki 1992, „Uitdagingen van het Veranderingsproces”, en andere fundamentele documenten van de OVSE,
OVERTUIGD van het allesoverheersende belang van de beginselen van de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrech ten, inzonderheid de rechten van personen die tot minderheden behoren, de totstandbrenging van een meerpartijenstelsel met vrije en democratische verkiezingen, en economische liberalisering om een markteconomie tot stand te brengen,
VaN OORDEEL dat de volledige uitvoering van deze Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst zowel zal afhangen van, als zal bijdragen tot de voortzetting en verwezenlijking van hervormingen in de Republiek Tadzjikistan op politiek, eco nomisch en juridisch vlak, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking, met name op grond van de conclusies van de CVSE-Conferentie van Bonn,
VERLaNGENDE de voortzetting van het binnenlandse verzoeningsproces dat in de Republiek Tadzjikistan is gestart in ver volg op de vredesovereenkomst van Moskou, te bevorderen,
VERLaNGENDE het proces van regionale samenwerking op de door deze overeenkomst bestreken gebieden met de buur landen te stimuleren om welvaart en stabiliteit in deze regio te bevorderen,
VERLaNGENDE een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen en te bevorderen,
ERKENNENDE EN ONDERSTEUNENDE de wens van de Republiek Tadzjikistan om nauwe samenwerking met de Europese instellingen tot stand te brengen,
GELET OP de noodzaak investeringen in de Republiek Tadzjikistan, met name in de sector energie en waterbeheer, te bevor deren, en bevestigende dat de Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan groot belang hechten aan het Euro pees Energiehandvest, en aan de volledige tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten,
REKENING HOUDENDE met de bereidheid van de Gemeenschap zorg te dragen voor passende sociaaleconomische samen werking en technische bijstand, inclusief armoedebestrijding,
REKENING HOUDENDE met het nut van de overeenkomst voor het bevorderen van geleidelijke toenadering tussen de Repu bliek Tadzjikistan en een uitgestrekter gebied van samenwerking in Europa en naburige regio’s, en haar geleidelijke integra tie in het open internationale handelssysteem,
OVERWEGENDE dat de partijen zich ertoe hebben verbonden de handel te liberaliseren overeenkomstig de regels van de Werelhandelsorganisatie (WTO), en dat de Gemeenschap gunstig oordeelt over het voornemen van de Republiek Tadzji kistan om tot de WTO toe te treden,
ZICH BEWUST van de noodzaak om verbetering te brengen in de voorwaarden voor handel en investeringen, en de voor waarden inzake vestiging van vennootschappen, arbeid, dienstverlening en kapitaalverkeer,
ERVaN OVERTUIGD dat deze overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor de economische betrekkingen tussen de partijen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, die onontbeerlijk zijn voor economische herstructu rering en technologische modernisering,
VERLaNGENDE nauwe samenwerking op het gebied van milieubescherming tot stand te brengen, gezien de onderlinge afhankelijkheid van de partijen op dit terrein,
ERKENNENDE dat samenwerking ten behoeve van de preventie van en de controle op illegale immigratie, de internationale georganiseerde misdaad en de drugshandel, alsmede de bestrijding van terrorisme, hoofddoelstellingen van deze overeen komst vormen,
VERLaNGENDE samenwerking op cultureel en educatief gebied tot stand te brengen en informatie-uitwisseling te ontwikkelen,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPaLINGEN:
Artikel 1
Er wordt een partnerschap tot stand gebracht tussen de Gemeen schap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds. Dit partnerschap heeft tot doel:
— de onafhankelijkheid en soevereiniteit van de Republiek Tadzjikistan te ondersteunen;
— de inspanningen van de Republiek Tadzjikistan te ondersteu nen om haar democratie te consolideren, haar economie en sociale infrastructuur tot ontwikkeling te brengen en de over gang naar een markteconomie te voltooien;
— een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dia loog tussen de partijen met het oog op het onderhouden van nauwe politieke betrekkingen;
— handel en investeringen, met name in de sectoren energie en water, en harmonische economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en aldus hun duurzame economische ontwikkeling te stimuleren;
— de grondslag te leggen voor samenwerking op het gebied van wetgeving en voor economische, sociale, financiële, weten schappelijke, industriële, technologische en culturele samenwerking.
TITEL I
ALGEMENE BEGINSELEN
Artikel 2
Eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamen tele mensenrechten, met name zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Handvest van de Ver enigde Naties, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, vormen de grondslag van het binnen landse en buitenlandse beleid van de partijen en zijn een essen tieel onderdeel van deze overeenkomst.
Artikel 3
De partijen zijn van oordeel dat het voor hun toekomstige wel vaart en stabiliteit noodzakelijk is dat de nieuwe onafhankelijke staten die als gevolg van de ontbinding van de Unie van Socia listische Sovjetrepublieken zijn ontstaan (hierna „Onafhankelijke
Staten” genoemd), de onderlinge samenwerking in stand houden en ontwikkelen overeenkomstig de beginselen van de Slotakte van Helsinki en het volkenrecht en in een geest van goed nabuur schap, en alles in het werk stellen om dit proces te stimuleren.
TITEL II
POLITIEKE DIALOOG
Artikel 4
Tussen de partijen wordt een regelmatige en permanente politieke dialoog tot stand gebracht die zij voornemens zijn te ontwikke len en te intensiveren. Deze dialoog begeleidt en consolideert het proces waarbij de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan nader tot elkaar komen, ondersteunt de politieke en sociaal economische veranderingen die in de Republiek Tadzjikistan aan de gang zijn en draagt bij tot de totstandkoming van nieuwe vor men van samenwerking. De politieke dialoog:
— versterkt de banden van de Republiek Tadzjikistan met de Gemeenschap en haar lidstaten, en aldus met de gemeen schap van democratische naties als geheel. De economische convergentie die door middel van deze overeenkomst wordt bewerkstelligd, zal leiden tot hechtere politieke betrekkingen;
— leidt ertoe dat de standpunten over internationale vraagstuk ken van wederzijds belang nader tot elkaar komen en ver groot daardoor de veiligheid en stabiliteit in de regio;
— zorgt ervoor dat de partijen streven naar samenwerking bij aangelegenheden op het gebied van de naleving van de demo cratische beginselen, en de eerbiediging, bescherming en bevordering van de mensenrechten, waaronder die van per sonen die tot minderheden behoren, waarbij zo nodig over relevante kwesties overleg wordt gepleegd.
De partijen zijn van mening dat de proliferatie van massa vernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor, onder zowel overheids- als niet-overheidsactoren, een van de ern stigste bedreigingen van de internationale stabiliteit en veiligheid vormt. De partijen komen derhalve overeen samen te werken en een bijdrage te leveren aan de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, daar bij tevens zorg dragend voor de integrale naleving en de uitvoe ring op nationaal niveau van de verbintenissen die zij zijn aangegaan in het kader van de internationale verdragen en over eenkomsten op het gebied van ontwapening en non-proliferatie, alsmede van hun andere internationale verplichtingen op dat gebied. De partijen komen overeen dat deze bepaling een essen tieel element is van deze overeenkomst en deel uitmaakt van de politieke dialoog die deze elementen begeleiden en consolideren.
De partijen komen bovendien overeen samen te werken en bij te dragen aan de strijd tegen massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen:
— door maatregelen te nemen, gericht op de ondertekening of de ratificatie van alle andere internationale instrumenten ter zake, of, in voorkomend geval, op aansluiting daarbij, en op de volledige tenuitvoerlegging daarvan;
— door een doeltreffend nationaal uitvoercontrolesysteem in te voeren, gericht op zowel de uitvoer als de doorvoer van goe deren die verband houden met massavernietigingswapens, waaronder controle op het eindgebruik van technologieën voor tweeërlei gebruik in het kader van massavernietigings wapens, en door doeltreffende sancties op te leggen in het geval van overtreding van de uitvoercontroles. Deze dialoog kan op regionale basis plaatsvinden.
Artikel 5
Op ministerieel niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van de bij artikel 77 opgerichte Samenwerkingsraad en bij andere gelegenheden in onderlinge overeenstemming.
Artikel 6
De partijen voorzien in andere procedures en regelingen voor politieke dialoog, met name in de volgende vormen:
— regelmatige vergaderingen tussen vertegenwoordigers van de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en vertegenwoor digers van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, op het niveau van hoge ambtenaren;
— optimale gebruikmaking van diplomatieke kanalen tussen de partijen, met name van passende bilaterale en multilaterale contacten, onder meer bij vergaderingen van de Verenigde Naties, de OVSE en elders;
— alle andere middelen, waaronder vergaderingen van deskun digen, die bijdragen tot het consolideren en ontwikkelen van deze dialoog.
TITEL III
HANDEL IN GOEDEREN
Artikel 7
1. De partijen passen ten aanzien van elkaar meest begunstiging toe op alle gebieden die verband houden met:
— douanerechten en heffingen bij invoer en bij uitvoer, met inbegrip van de wijze van invordering van dergelijke rechten en heffingen;
— bepalingen betreffende douaneafhandeling, douanevervoer, opslag in entrepot en overslag van goederen;
— belastingen en alle andere interne heffingen die direct of indi rect op ingevoerde goederen van toepassing zijn;
— wijzen van betaling en overdracht van betaalde bedragen;
— voorschriften met betrekking tot de verkoop, de aankoop, het vervoer, de distributie en het gebruik van goederen op de binnenlandse markt.
2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op:
a) voordelen die met het oog op de oprichting van een douane- unie of vrijhandelszone of na de oprichting van een derge lijke unie of zone worden toegekend;
b) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend krach tens de regels van de WTO en andere internationale regelin gen ten gunste van ontwikkelingslanden;
c) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vergemakkelijken.
3. De bepalingen van lid 1 zijn gedurende een overgangspe riode die vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst eindigt, niet van toepassing op de in bijlage I bedoelde voordelen die door de Republiek Tadzjikistan worden toegekend aan andere staten die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zijn ontstaan.
Artikel 8
1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst.
Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die afkomstig zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij.
2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GaTT 1994 vast gestelde regels zijn tussen de partijen van toepassing.
3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan tussen de partijen overeengekomen bijzondere regelingen voor speci fieke sectoren, zoals vervoer, of producten.
Artikel 9
Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen die beide partijen binden, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in andere voor haar bindende internationale overeen komsten op dit gebied en overeenkomstig haar eigen wettelijke bepalingen ter zake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Hierbij wordt reke ning gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een derge lijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard.
Artikel 10
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze overeenkomst worden bij de invoer van goederen van oorsprong uit de Republiek Tadzjikistan in de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 16 van deze overeenkomst, worden bij de invoer in de Republiek Tadzjikistan van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen noch maatregelen van gelijke werking toegepast.
Artikel 11
Goederen worden tegen marktprijzen tussen de partijen verhandeld.
Artikel 12
1. Wanneer een product op het grondgebied van een van de partijen wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden of onder zodanige voorwaarden dat ernstige schade wordt toege bracht of dreigt te worden toegebracht aan de binnenlandse pro ducenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, dan kan de benadeelde partij — hetzij de Gemeen schap, hetzij de Republiek Tadzjikistan — passende maatregelen nemen, waarbij de volgende procedures en voorwaarden in acht moeten worden genomen.
2. Voordat maatregelen worden genomen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat maat regelen zijn genomen, verstrekt de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan, al naargelang van het geval, de Samenwerkingsraad alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aan vaardbare oplossing als bedoeld in titel XI te zoeken.
3. Indien de partijen na dit overleg niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar de Samenwerkingsraad is verwezen een akkoord hebben bereikt over maatregelen om het probleem op te lossen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht maatregelen ter beperking van de invoer van de betrokken producten nemen in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen, of kan zij andere passende maatregelen nemen.
4. In kritieke omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstel bare schade dreigt te veroorzaken, kunnen de partijen maatrege len nemen voordat het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan.
5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst in de weg staan.
6. Geen enkele bepaling van dit artikel belet de partijen anti dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen te nemen overeenkomstig artikel VI van de GaTT 1994, de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GaTT 1994, de Over eenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen of daarmee verband houdende interne wetgeving.
Artikel 13
De partijen komen overeen, rekening houdend met de omstan digheden, en vooral met de situatie die door de toekomstige toe treding van de Republiek Tadzjikistan tot de WTO zal ontstaan, de bepalingen van deze overeenkomst betreffende de onderlinge handel in goederen te zullen aanpassen. De Samenwerkingsraad kan de partijen over deze aanpassingen aanbevelingen doen die,
indien zij worden aanvaard, ten uitvoer kunnen worden gelegd door middel van een overeenkomst tussen de partijen, met inacht neming van hun respectieve procedures.
Artikel 14
De overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkin gen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de open bare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationale artistieke, historische of archeologische erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beper king van de handel tussen de partijen bij de overeenkomst vormen.
Artikel 15
De handel in textielproducten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombineerde nomenclatuur wordt geregeld in een aparte bilaterale overeenkomst. Na het verstrijken van die over eenkomst worden textielproducten in deze overeenkomst opgenomen.
Artikel 16
De handel in kernmaterialen zal worden geregeld overeenkom stig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Euro pese Gemeenschap voor atoomenergie. Zo nodig zijn op de handel in kernmaterialen de bepalingen van een tussen de Euro pese Gemeenschap voor atoomenergie en de Republiek Tadzji kistan te sluiten specifieke overeenkomst van toepassing.
TITEL IV
BEPALINGEN INZAKE HANDELSVERKEER EN INVESTERINGEN
HOOFDSTUK I
Arbeidsvoorwaarden
Artikel 17
1. Onverminderd de in elke lidstaat geldende wettelijke xxxxx xxxxxx, voorwaarden en procedures zorgen de Gemeenschap en de lidstaten ervoor dat onderdanen van de Republiek Tadzjikistan die legaal op het grondgebied van een lidstaat wonen en werken, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van onderdanen van de lidstaten, wat arbeidsomstandig heden, beloning en ontslag betreft.
2. Onverminderd de in de Republiek Tadzjikistan geldende wettelijke regelingen, voorwaarden en procedures zorgt dat land ervoor dat onderdanen van een lidstaat die legaal op zijn grond gebied wonen en werken, niet op grond van nationaliteit worden gediscrimineerd ten opzichte van zijn eigen onderdanen, wat arbeidsomstandigheden, beloning en ontslag betreft.
Artikel 18
De Samenwerkingsraad gaat na welke verbeteringen kunnen wor den aangebracht in de arbeidsomstandigheden van zakenlieden, rekening houdend met de internationale verbintenissen van de partijen, met inbegrip van die welke in het document van de Con ferentie van Bonn van de CVSE zijn opgenomen.
Artikel 19
De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen voor de tenuitvoer legging van de artikelen 17 en 18.
HOOFDSTUK II
Bepalingen inzake de vestiging en de exploitatie van ondernemingen
Artikel 20
1. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen voor de vestiging van Tadzjiekse vennootschappen, zoals gedefinieerd in artikel 22, onder d), geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan vennootschappen uit enig derde land toekennen.
2. Onverminderd de in bijlage II genoemde voorbehouden kennen de Gemeenschap en haar lidstaten de op hun grondgebied gevestigde dochterondernemingen van Tadzjiekse vennootschap pen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan enige vennootschap uit de Gemeenschap toekennen.
3. De Gemeenschap en haar lidstaten kennen de op hun grond gebied gevestigde filialen van Tadzjiekse vennootschappen, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan die welke zij aan filialen van vennootschappen uit enig derde land toekennen.
4. De Republiek Tadzjikistan kent, voor de vestiging van ven nootschappen uit de Gemeenschap zoals gedefinieerd in arti kel 22, onder d), geen minder gunstige behandeling toe dan aan Tadzjiekse vennootschappen of aan vennootschappen uit derde landen, indien laatstgenoemde gunstiger is.
5. De Republiek Tadzjikistan kent aan op zijn grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschap pen uit de Gemeenschap, wat de exploitatie daarvan betreft, geen minder gunstige behandeling toe dan aan Tadzjiekse vennoot schappen en filialen daarvan of aan vennootschappen uit derde landen en filialen daarvan, indien laatstgenoemde gunstiger is.
Artikel 21
1. Het bepaalde in artikel 20 is niet van toepassing op het ver voer door de lucht, over de binnenwateren en over zee.
2. Wat evenwel de activiteiten van scheepvaartondernemingen op het gebied van het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaats vindt, biedt elke partij aan vennootschappen van de andere partij
de mogelijkheid op haar grondgebied een handelsvertegenwoor diging in de vorm van dochterondernemingen of filialen te vesti gen, onder voorwaarden die, wat de vestiging en de exploitatie betreft, niet minder gunstig zijn dan de meest voordelige voor waarden die zij aan haar eigen vennootschappen of aan dochter ondernemingen of filialen van vennootschappen uit enig derde land toekent, indien laatstgenoemde gunstiger zijn.
De bedoelde activiteiten omvatten onder meer:
a) het op de markt brengen en de verkoop van maritieme vervoerdiensten en aanverwante diensten door rechtstreekse contacten met klanten, van prijsopgave tot facturering, onge acht of deze diensten worden verricht of aangeboden door de dienstverlener zelf dan wel door dienstverleners waarmee de verkoper van de diensten een langlopend handelsakkoord heeft;
b) aankoop en gebruik, voor eigen rekening of voor rekening van hun klanten (en de wederverkoop aan hun klanten) van alle vervoerdiensten en aanverwante diensten, met inbegrip van alle vormen van binnenlands vervoer, in het bijzonder over binnenwateren, over de weg en per spoor, die voor een geïntegreerde dienstverlening vereist zijn;
c) het opstellen van vervoersdocumenten, douanedocumenten of andere documenten in verband met de oorsprong en de aard van de vervoerde goederen;
d) het verstrekken van handelsinformatie, op enigerlei wijze, onder meer door middel van geautomatiseerde informatie systemen en systemen voor elektronische gegevens uitwisseling (onverminderd alle niet-discriminerende beperkingen op het elektronische communicatieverkeer);
e) het sluiten van alle handelsovereenkomsten, met inbegrip van participaties in vennootschappen en het in dienst nemen van plaatselijk personeel (of, wanneer het buitenlands perso neel betreft, met inachtneming van de desbetreffende xxxxx xxxxxx van deze overeenkomst), met een in het betrokken land gevestigde scheepvaartonderneming;
f) het organiseren, namens ondernemingen, van de aanloopha ven van schepen of, indien nodig, het overnemen van vracht.
Artikel 22
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „onderneming uit de Gemeenschap” respectievelijk „Tadz jiekse onderneming”: een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan opge richte onderneming die haar statutaire zetel, centrale admi nistratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of de Republiek Tadzji kistan heeft. Indien een overeenkomstig de wetgeving van respectievelijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan opge richte onderneming uitsluitend haar statutaire zetel op het grondgebied van respectievelijk de Gemeenschap of de Repu bliek Tadzjikistan heeft, wordt deze onderneming als een onderneming uit de Gemeenschap of als een Tadzjiekse onderneming beschouwd, indien uit haar transacties een wer kelijke en permanente band met de economie van respectie velijk een der lidstaten of de Republiek Tadzjikistan naar voren treedt;
b) „dochteronderneming”: een vennootschap waarover een andere vennootschap daadwerkelijk zeggenschap heeft;
c) „filiaal” van een vennootschap: een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een afdeling van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voor zieningen beschikt om zaken te doen met derden, zodat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat indien nodig er een rechtsverhouding zal bestaan met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact dienen te heb ben met deze moedermaatschappij doch hun transacties kun nen afhandelen met de handelszaak die de afdeling vormt;
d) „vestiging”: het recht van vennootschappen uit de Gemeen schap of Tadzjiekse vennootschappen als bedoeld onder punt a), economische activiteiten uit te oefenen door de oprichting van dochterondernemingen en filialen in respec tievelijk de Republiek Tadzjikistan of de Gemeenschap;
e) „exploitatie”: het verrichten van economische activiteiten;
f) „economische activiteiten”: activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen.
Wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III eveneens van toepassing op onderdanen van de lidstaten of van de Republiek Tadzjikistan die buiten het grondgebied van, respectievelijk, de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan gevestigd zijn en op buiten de Gemeenschap of de Republiek Tadzjikistan gevestigde scheepvaartmaatschappijen waarin onderdanen van respectieve lijk een lidstaat of de Republiek Tadzjikistan daadwerkelijk zeg genschap hebben, indien de vaartuigen van deze scheepvaartmaatschappijen in respectievelijk die lidstaat of in de Republiek Tadzjikistan geregistreerd zijn overeenkomstig de res pectieve wettelijke voorschriften van die lidstaat en de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 23
1. Geen enkele bepaling van de overeenkomst belet de partijen maatregelen inzake bedrijfseconomisch toezicht te nemen, onder meer ten behoeve van investeerders, depositogevers, verzekering nemers of personen aan wie een financiële dienstverlener een fiduciair recht verschuldigd is of ten einde de integriteit en de sta biliteit van het financiële systeem te waarborgen. Wanneer derge lijke maatregelen strijdig zijn met de bepalingen van de overeenkomst mogen zij niet worden gebruikt als middel om de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van een partij te ontduiken.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst wordt op zodanige wijze geïnterpreteerd dat zij een partij ertoe verplicht informatie betreffende de zaken en de boekhouding van indivi duele klanten dan wel vertrouwelijke of beschermde informatie te verstrekken die in het bezit is van overheidsinstanties.
3. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder
„financiële diensten” verstaan: de in bijlage III omschreven activiteiten.
Artikel 24
De bepalingen van deze overeenkomst vormen voor een partij geen beletsel de maatregelen te nemen die zij noodzakelijk acht
om te voorkomen dat de door haar genomen maatregelen in ver band met de toegang van derde landen tot haar markten door middel van deze overeenkomst worden ontdoken.
Artikel 25
1. In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk I van deze titel heeft een vennootschap uit de Gemeenschap of een Tadzjiekse vennootschap die op het grondgebied van respectievelijk de Repu bliek Tadzjikistan of de Gemeenschap gevestigd is het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van respectievelijk de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap werknemers die onderdanen zijn van respectie velijk de lidstaten van de Gemeenschap en van de Republiek Tadz jikistan in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, mits dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend in dienst zijn van deze vennoot schappen of filialen. De geldigheidsduur van de verblijfs- en werk vergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.
2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van de vorengenoemde vennootschappen, hierna „organisaties” genoemd, zijn „binnen de vennootschap overgeplaatste perso nen”, als omschreven onder c) van dit artikel, van de hierna vol gende categorieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon is en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeel houders met een meerderheidsparticipatie) waren:
a) leden van het hogere kader van een organisatie die in de eer ste plaats leiding geven aan de organisatie, onder het alge mene toezicht en volgens instructies van, in hoofdzaak, de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkge stelde personen; deze personeelsleden
— geven leiding aan de organisatie of een afdeling of onder afdeling daarvan;
— houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, hooggespecialiseerde of leidinggevende werknemers;
— zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
b) binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over bijzondere kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van het bedrijf, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vennoot schap vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke tech nische vaardigheden vereist zijn, evenals, in voorkomend geval, het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep;
c) een „binnen de vennootschap overgeplaatste persoon” is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het grondge bied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt over geplaatst in het kader van economische activiteiten op het grondgebied van de andere partij; de belangrijkste handels activiteit van de betrokken organisatie dient op het grondge bied van een partij plaats te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een dochteronderneming of filiaal van deze organisatie die op het grondgebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijke economische activiteiten verricht.
Artikel 26
1. De partijen voorkomen zoveel mogelijk dat maatregelen worden genomen of activiteiten worden ontplooid die de voor waarden voor de vestiging en de exploitatie van vennootschap pen uit de andere partij restrictiever maken dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeen komst het geval was.
2. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan die van artikel 34: voor de omstandigheden waarop artikel 34 van toe passing is, gelden de bepalingen van dat artikel, met uitsluiting van elk ander artikel.
3. In een geest van partnerschap en samenwerking en in het licht van de bepalingen van artikel 40 zal de regering van de Republiek Tadzjikistan de Gemeenschap kennis geven van voor genomen nieuwe wet- of regelgeving die de voorwaarden voor de vestiging of de exploitatie van dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap in dat land restrictie ver maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van onder tekening van de overeenkomst het geval is. De Gemeenschap kan van de Republiek Tadzjikistan verlangen dat dit land haar deze wetsontwerpen of ontwerpregelingen doet toekomen en daarom trent overleg pleegt.
4. Wanneer nieuwe wet- of regelgeving in de Republiek Tadz jikistan de voorwaarden voor de exploitatie van in dat land geves tigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap restrictiever maakt dan op de dag voorafgaande aan de datum van ondertekening van de overeenkomst het geval is, dan is dergelijke wet- of regelgeving gedurende de eerste drie jaren volgende op de datum van inwerkingtreding van het desbe treffende besluit niet van toepassing op de dochterondernemin gen en filialen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds in dat land gevestigd waren.
HOOFDSTUK III
Grensoverschrijdend dienstenverkeer tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan
Artikel 27
1. De partijen verbinden zich overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk ertoe de nodige stappen te ondernemen om gelei delijk het verlenen van diensten mogelijk te maken door EG-vennootschappen of Tadzjiekse vennootschappen die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht, met inachtneming van de ontwikkeling van de dienstverlenende sectoren op het grondgebied van de partijen.
2. De Samenwerkingsraad doet aanbevelingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van lid 1.
Artikel 28
De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling van een marktgerichte dienstensector in de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 29
1. De partijen verbinden zich tot daadwerkelijke toepassing van het beginsel van onbe perkte toegang tot de internationale
maritieme markt en het internationale maritieme vervoer op com merciële basis.
a) Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van de Vere nigde Naties inzake een gedragscode voor lijnvaart conferences en die voor een van beide partijen bij deze overeenkomst van toepassing zijn. Niet bij conferences aan gesloten maatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke con currentie op commerciële basis houden.
b) De partijen bevestigen dat zij vrije concurrentie beschouwen als een essentiële vereiste voor het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen.
2. De partijen verbinden zich ertoe bij de toepassing van de beginselen van lid 1:
a) vanaf het in werking treden van deze overeenkomst geen bepalingen inzake vrachtverdeling van bilaterale overeen komsten tussen een lidstaat van de Gemeenschap en de voor malige Sovjet-Unie toe te passen;
b) geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in toe komstige bilaterale overeenkomsten met derde landen, behalve in uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaart maatschappijen van een van beide partijen bij deze overeen komst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het handelsverkeer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
c) het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen niet toe te staan;
d) bij de inwerkingtreding van de overeenkomst alle unilaterale maatregelen en administratieve, technische en andere belem meringen op te heffen die een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationale maritieme vervoer.
3. Onder meer verleent elke partij aan schepen die door onder danen of vennootschappen van de andere partij worden geëxploi teerd geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan haar eigen schepen verleent ten aanzien van de toegang tot voor het internationale handelsverkeer opengestelde havens, het gebruik van de infrastructuur en van de maritieme hulpdiensten van de havens evenals de daarmee verband houdende vergoedin gen en kosten, douanefaciliteiten en toewijzing van aanlegplaat sen en installaties voor het laden en lossen.
Artikel 30
Met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling van het vervoer tussen de partijen in overeenstemming met hun commerciële behoeften, kunnen de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten en het verlenen van diensten met betrekking tot het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren, en eventueel het luchtvervoer, worden vastgelegd in bijzondere overeenkomsten, waarover in voorkomend geval tussen de par tijen na het in werking treden van deze overeenkomst wordt onderhandeld.
HOOFDSTUK IV
Algemene Bepalingen
Artikel 31
1. De bepalingen van deze titel worden toegepast behoudens beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid.
2. Zij zijn niet van toepassing op werkzaamheden die, al dan niet incidenteel, verband houden met de uitoefening van het openbare gezag op het grondgebied van de partijen.
Artikel 32
Voor de toepassing van deze titel weerhoudt geen enkele bepa ling van de overeenkomst de partijen ervan hun wetten en voor schriften betreffende toelating en verblijf, het verrichten van werk, arbeidsvoorwaarden, de vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, op voorwaarde dat zulks niet op zodanige wijze geschiedt dat de toepassing de voor een partij uit een specifieke bepaling van de overeenkomst voort vloeiende voordelen tenietdoet of beperkt. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 31.
Artikel 33
Vennootschappen waarover Tadzjiekse vennootschappen en communautaire vennootschappen gezamenlijk zeggenschap heb ben of die gezamenlijk eigendom zijn van Tadzjiekse vennoot schappen en communautaire vennootschappen, komen eveneens in aanmerking voor de bepalingen van hoofdstukken II, III en IV.
Artikel 34
Met ingang van de dag één maand voorafgaand aan het in wer king treden van de relevante voorschriften van de algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten (GaTS) mag, ten aanzien van de sectoren of maatregelen waarop de GaTS betrek king heeft, de in het kader van deze overeenkomst door een partij aan de andere toegekende behandeling in geen geval gunstiger zijn dan die welke door eerstgenoemde partij in het kader van de GaTS en met betrekking tot om het even welke dienstensector, dienstensubsector en wijze van dienstverlening wordt toegekend.
Artikel 35
Voor de toepassing van de hoofdstukken II, III en IV wordt geen rekening gehouden met de behandeling die door de Gemeen schap, haar lidstaten of de Republiek Tadzjikistan wordt toege kend op grond van de verbintenissen die in het kader van overeenkomsten inzake economische integratie overeenkomstig de beginselen van artikel V van de GaTS zijn aangegaan.
Artikel 36
1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen die de partijen verlenen of in de toekomst zul len verlenen in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.
2. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of doen naleven door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingvlucht of -ontduiking overeenkom stig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorko ming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.
3. Niets in deze titel kan worden uitgelegd als een beletsel voor de lidstaten of de Republiek Tadzjikistan om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onder scheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in iden tieke situaties bevinden, in het bijzonder met betrekking tot hun woonplaats.
Artikel 37
Onverminderd de voorwaarden van artikel 24 kan geen enkele bepaling van hoofdstukken II, III en IV worden geïnterpreteerd als zou zij het recht verschaffen:
— aan onderdanen van de lidstaten, respectievelijk de Republiek Tadzjikistan, zich op het grondgebied van de Republiek Tadz jikistan, respectievelijk de Gemeenschap, te begeven of daar te verblijven in ongeacht welke hoedanigheid en met name als aandeelhouder of partner, beheerder of werknemer van een vennootschap dan wel als verstrekker of ontvanger van diensten;
— aan dochterondernemingen of filialen van Tadzjiekse ven nootschappen in de Gemeenschap tot het op het grondge bied van de Gemeenschap in dienst nemen of hebben van onderdanen van de Republiek Tadzjikistan;
— aan Tadzjiekse dochterondernemingen of filialen van com munautaire vennootschappen tot het op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan in dienst nemen of hebben van onderdanen van de lidstaten;
— aan Tadzjiekse vennootschappen dan wel dochteronderne mingen of filialen van Tadzjiekse vennootschappen in de Gemeenschap tot het namens of onder toezicht van andere personen laten optreden van Tadzjiekse onderdanen door middel van tijdelijke arbeidsovereenkomsten;
— aan communautaire vennootschappen dan wel Tadzjiekse dochterondernemingen of filialen van communautaire ven nootschappen tot het door middel van tijdelijke arbeidsover eenkomsten voorzien in arbeidskrachten die onderdanen van lidstaten zijn.
HOOFDSTUK V
Betalings- en Kapitaalverkeer
Artikel 38
1. De partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalings balans in vrij convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeen schap en van de Republiek Tadzjikistan die betrekking hebben op het verkeer van goederen, diensten of personen in overeenstem ming met de bepalingen van deze overeenkomst.
2. Met betrekking tot de verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans wordt vanaf de datum van inwerkingtre ding van de overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in vennootschappen die in overeenstemming met de wetten van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk II gegaran deerd, alsook de liquidatie of de repatriëring van die investerin gen en van alle opbrengsten daarvan.
3. Onverminderd de leden 2 en 5 leggen de partijen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeen komst geen nieuwe beperkingen op ten aanzien van de valuta transacties in het kader van het kapitaalverkeer en de daarmee verband houdende betalingsverrichtingen tussen inwoners van de Gemeenschap en van de Republiek Tadzjikistan, en worden geen restrictievere regelingen dan de bestaande vastgesteld.
4. De partijen raadplegen elkaar met het oog op de vergemak kelijking van andere kapitaalverrichtingen dan de in lid 2 bedoelde tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan om de doel stellingen van deze overeenkomst te bevorderen.
5. Op grond van het bepaalde in dit artikel mag de Republiek Tadzjikistan, in afwachting van de volledige convertibiliteit van de Tadzjiekse munteenheid in de zin van artikel VIII van de articles of agreement van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), in uit zonderlijke omstandigheden deviezenbeperkingen in verband met het verlenen of opnemen van financieel krediet op korte en mid dellange termijn toepassen, voor zover die beperkingen voor het verlenen van dergelijk krediet aan dat land zijn opgelegd en op grond van de IMF-status van dat land zijn toegestaan. De Repu bliek Tadzjikistan past deze beperkingen op niet-discriminerende wijze toe. Zij dienen zodanig te worden toegepast dat zij de uit voering van deze overeenkomst zo weinig mogelijk verstoren. De Republiek Tadzjikistan stelt de Samenwerkingsraad onverwijld van de invoering en van alle wijzigingen van dergelijke maatrege len in kennis.
6. Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer het vrije kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en dat land de oorzaak is of dreigt te worden van ernstige moeilijkheden voor de toepassing van het wisselkoersbeleid of het monetaire beleid in de Gemeenschap of in de Republiek Tadzjikistan, elk voor zich vrijwaringsmaatregelen nemen met betrekking tot het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzji kistan voor een periode van niet meer dan zes maanden, indien dergelijke maatregelen strikt noodzakelijk zijn.
HOOFDSTUK VI
Bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom
Artikel 39
1. Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in bijlage V ziet de Republiek Tadzjikistan verder toe op de verbetering van de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, zodat aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst een beschermingsniveau is bereikt dat overeenkomt met dat in de Gemeenschap, met inbe grip van de middelen om dergelijke rechten af te dwingen.
2. aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, treedt de Republiek Tadzjikistan toe tot de mul tilaterale overeenkomsten betreffende intellectuele, industriële en
commerciële eigendomsrechten bedoeld in punt 1 van bijlage IV waarbij de lid staten partij zijn of die de facto door de lidstaten worden toegepast in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van die overeenkomsten. Voor de tenuitvoerlegging van deze bepaling zal de Gemeenschap waar mogelijk ondersteu ning bieden.
TITEL V
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE WETGEVING
Artikel 40
1. De partijen erkennen dat een belangrijke voorwaarde voor het versterken van de economische banden tussen de Republiek Tadzjikistan en de Gemeenschap de harmonisatie van de bestaande en toekomstige wetgeving van de Republiek Tadzji kistan met die van de Gemeenschap is. De Republiek Tadzjikistan doet het nodige om ervoor te zorgen dat zijn wetgeving geleide lijk in overeenstemming met die van de Gemeenschap wordt gebracht.
2. De harmonisatie van de wetgeving omvat in het bijzonder de volgende terreinen: douane, vennootschapsrecht, recht inzake banken en andere financiële diensten, vennootschaps boekhouding en -belasting, intellectuele eigendom, bescherming van werknemers op de arbeidsplaats, concurrentieregels met inbe grip van alle daarmee verband houdende aangelegenheden en handelwijzen welke de handel beïnvloeden, overheidsopdrachten, bescherming van de gezondheid en het leven van mensen, dieren en planten, milieu, consumentenbescherming, indirecte belastin gen, technische normen en voorschriften, wetgeving en reglemen tering op nucleair gebied, vervoer en elektronische communicatie.
3. De Gemeenschap verstrekt de Republiek Tadzjikistan tech nische bijstand bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen; die bijstand kan onder andere omvatten:
— de uitwisseling van deskundigen;
— de snelle verstrekking van informatie, vooral over relevante wetgeving;
— de organisatie van seminars;
— opleiding van personeel dat is betrokken bij het opstellen en uitvoeren van wetgeving;
— steun bij de vertaling van communautaire wetgeving in de desbetreffende sectoren.
4. De partijen zoeken naar methoden om de toepassing van hun respectieve concurrentievoorschriften, voor zover de onder linge handel erdoor wordt beïnvloed, te coördineren.
TITEL VI
SOCIAALECONOMISCHE SAMENWERKING
Artikel 41
1. De Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan brengen een economische samenwerking tot stand die erop gericht is het eco nomische hervormings- en herstelproces en de duurzame ontwik keling van dat land te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden ten voordele van de partijen.
2. De beleids- en andere maatregelen beogen de bevordering van de economische en sociale hervormingen en van de herstruc turering van het economische stelsel van de Republiek Tadzji kistan, waarbij deze maatregelen op de beginselen van duurzaamheid en van een harmonische sociale ontwikkeling zijn gebaseerd, en ook de milieuaspecten en de armoedebestrijding volledig in de maatregelen zijn geïntegreerd.
3. Met het oog hierop heeft de samenwerking in het bijzonder betrekking op de economische en sociale ontwikkeling, de ont wikkeling van het menselijk potentieel, steun voor bedrijven (met name de privatisering, investeringen en de ontwikkeling van financiële diensten), de landbouw en de levensmiddelensector (met inbegrip van voedselveiligheid), het waterbeheer, de energie voorziening (waaronder waterkracht) en de civiele nucleaire vei ligheid, de gezondheidszorg en de armoedebestrijding, het vervoer, de posterijen, de elektronische communicatie, het toe risme, de milieubescherming, de grensoverschrijdende activiteiten en de regionale samenwerking.
4. Er wordt speciale aandacht besteed aan maatregelen ter bevordering van het economische potentieel van de Republiek Tadzjikistan en de regionale samenwerking.
5. In voorkomend geval kunnen de economische samenwer king en de andere vormen van samenwerking waarin deze over eenkomst voorziet, worden ondersteund met technische bijstand van de Gemeenschap, rekening houdend met de op de technische bijstand aan de Onafhankelijke Staten betrekking hebbende ver ordening van de Raad van de Europese Unie, de prioriteiten die zijn overeengekomen in het kader van het indicatieve programma voor de technische bijstand van de Gemeenschap aan Centraal- azië en de toepassing daarvan in de Republiek Tadzjikistan, en de vastgestelde coördinatie- en tenuitvoerleggingsprocedures. De Republiek Tadzjikistan komt ook in aanmerking voor andere communautaire programma’s overeenkomstig de verordeningen van de Raad ter zake.
Artikel 42
Samenwerking op het gebied van de handel in goederen en diensten
De partijen werken samen teneinde ervoor te zorgen dat de inter nationale handel van de Republiek Tadzjikistan plaatsvindt over eenkomstig de regels van de WTO. De Gemeenschap verstrekt hiertoe technische bijstand aan de Republiek Tadzjikistan.
Tot dergelijke samenwerking behoren specifieke kwesties die van direct belang zijn voor de bevordering van de handel, in het bij zonder met het oog op ondersteuning van de Republiek Tadzji kistan bij het aanpassen van haar wet- en regelgeving aan de WTO-regels, zodat dat land zo spoedig mogelijk voldoet aan de voorwaarden voor toetreding tot die organisatie. Hieronder vallen:
— het opstellen van beleid inzake de handel en aanverwante zaken, met inbegrip van betalingen en verrekeningssystemen,
— het opstellen van relevante wetgeving.
Artikel 43
Industriële samenwerking
1. De samenwerking is in het bijzonder gericht op:
— de ontwikkeling van commerciële banden tussen het bedrijfs leven aan beide zijden, met inbegrip van het midden- en kleinbedrijf;
— het bijdragen van de Gemeenschap aan het streven van de Republiek Tadzjikistan om haar industrie te herstructureren;
— de verbetering van het management;
— de verbetering van de kwaliteit en de industriële producten en aanpassing aan de internationale normen;
— de ontwikkeling van efficiënte productie- en verwerkings capaciteit in de grondstoffensector;
— de uitwerking van degelijke handelsvoorschriften en
-praktijken, met inbegrip van marketingmethoden voor producten;
— de milieubescherming;
— de omschakeling van het defensieapparaat;
— de opleiding van personeel.
2. De bepalingen van dit artikel laten de toepassing op ven nootschappen van de concurrentievoorschriften van de Gemeen schap onverlet.
Artikel 44
Investeringen en stimulering van investeringen
1. Met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de Gemeenschap en de lidstaten is de samenwerking gericht op het creëren van een gunstig klimaat voor zowel binnenlandse als bui tenlandse particuliere investeringen, met name via de totstand brenging van betere voorwaarden voor de bescherming van investeringen, de overdracht van kapitaal en de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijkheden.
2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de volgende doelstellingen:
— het door de lidstaten en de Republiek Tadzjikistan sluiten van de passende overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing;
— het tot stand brengen van gunstige voorwaarden voor bui tenlandse investeringen in de Tadzjiekse economie;
— de vaststelling van passende en stabiele handelswetten en
-voorwaarden, en de uitwisseling van informatie over wet- en regelgeving en bestuurlijke handelwijzen op investeringsgebied;
— de uitwisseling van informatie over investeringsmogelijk heden in de vorm van onder andere handelsbeurzen, ten toonstellingen, handelsweken en andere evenementen.
Artikel 45
Overheidsopdrachten
De partijen werken samen met het oog op de vaststelling van voorwaarden voor de gunning via openbare en op concurrentie gebaseerde procedures van contracten voor het leveren van goe deren en diensten, vooral door middel van aanbestedingen.
Artikel 46
Samenwerking op het gebied van normen en conformiteitsbeoordeling
1. De samenwerking tussen de partijen is gericht op de aan passing aan de internationaal overeengekomen criteria, beginse len en richtsnoeren inzake metrologie, normen en conformiteitsbeoordeling, dient bevorderlijk te zijn voor de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteits beoordeling en dient de verbetering van de kwaliteit van de Tadz jiekse producten te vergemakkelijken.
2. Daartoe worden via samenwerking in het kader van technischebijstandsprojecten de volgende doelstellingen nagestreefd:
— de bevordering van nuttige samenwerking met de op deze gebieden gespecialiseerde organisaties en instellingen,
— de bevordering van de toepassing van communautaire tech nische voorschriften en Europese normen en procedures voor conformiteitsbeoordeling,
— de mogelijkheid praktische en technische informatie uit te wisselen met betrekking tot de kwaliteitszorg.
Artikel 47
Mijnbouw en grondstoffen
1. De partijen streven naar een uitbreiding van de investerin gen en van de handel op mijnbouw- en grondstoffengebied, waar onder op het gebied van non-ferrometalen.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de vol gende terreinen:
— de uitwisseling van informatie over de vooruitzichten voor de sectoren mijnbouw en non-ferrometalen;
— de vaststelling van een juridisch kader voor de samenwerking;
— met de handel verband houdende aangelegenheden;
— de vaststelling en tenuitvoerlegging van milieuwetgeving;
— opleiding;
— de veiligheid in de mijnindustrie.
Artikel 48
Samenwerking op het gebied van wetenschappen en technologie
1. De partijen bevorderen, in hun wederzijds belang, de samen werking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling, en, rekening houdend met de beschikbare middelen, een passende toegankelijkheid van hun res pectieve programma’s, op voorwaarde dat de intellectuele, indus triële en commerciële eigendomsrechten doeltreffend en toereikend worden beschermd.
2. De samenwerking op het gebied van wetenschap en tech nologie heeft voornamelijk betrekking op:
— de uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie;
— gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling;
— opleidingsactiviteiten en programma’s ter bevordering van de mobiliteit ten behoeve van aan beide zijden bij onderzoek en technologische ontwikkeling betrokken wetenschappers, onderzoekers en technici.
Wanneer deze samenwerking plaatsvindt in het kader van activi teiten in verband met onderwijs en/of opleiding, moet dat over eenkomstig artikel 49 gebeuren.
De partijen kunnen op basis van wederzijdse instemming kiezen voor andere vormen van samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied.
Bij de uitvoering van dergelijke samenwerkingsactiviteiten wordt bijzondere aandacht besteed aan de tewerkstelling elders van wetenschappers, ingenieurs, onderzoekers en technici die zich bezig hebben gehouden met onderzoek naar en/of de productie van massavernietigingswapens.
3. De samenwerking waarop dit artikel betrekking heeft, wordt ten uitvoer gelegd via afzonderlijke akkoorden waarvoor de onderhandelingen en de sluiting verlopen overeenkomstig de door elke partij vastgestelde procedures en waarin onder andere passende bepalingen op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten worden opgenomen.
Artikel 49
Onderwijs en opleiding
1. De partijen werken samen teneinde het peil van het alge mene onderwijs en de beroepskwalificaties in de Republiek Tadz jikistan op te trekken, zowel in de openbare als in de particuliere sector.
2. De samenwerking wordt in het bijzonder gericht op de vol gende terreinen:
— de modernisering van het hoger onderwijs en de opleidings stelsels in de Republiek Tadzjikistan, met name het systeem voor de certificatie van instellingen voor hoger onderwijs en diploma’s in het hoger onderwijs;
— de opleiding van leidinggevend personeel in de openbare en de particuliere sector alsook van hogere ambtenaren op vast te stellen prioritaire terreinen;
— de samenwerking tussen onderwijsinstellingen onderling en tussen onderwijsinstellingen en ondernemingen;
— de mobiliteit van onderwijzend personeel, afgestudeerden, administratief personeel, jonge wetenschappers en onderzoe kers, en jongeren;
— de bevordering van het onderwijs op het gebied van Europese studies in de relevante instellingen;
— het onderwijs in communautaire talen;
— de postuniversitaire opleiding van conferentietolken;
— de opleiding van journalisten;
— de opleiding van opleiders.
3. De mogelijke deelneming van een partij aan de verschillende programma’s op onderwijs- en opleidingsgebied van de andere partij kan worden overwogen in overeenstemming met hun res pectieve procedures, en er zullen dan eventueel institutionele kaders en samenwerkingsprojecten worden opgezet in aansluiting op de deelneming van de Republiek Tadzjikistan aan het Tempus- programma van de Gemeenschap.
Artikel 50
De landbouw en de agro-industriële sector
De samenwerking op dit terrein is gericht op de hervorming van de landbouw en de landbouwstructuren, de modernisering, de ziektebestrijding, de privatisering en de herstructurering van de landbouwsector, van de veeteelt, van de agro-industriële sector en van de betrokken dienstensector in de Republiek Tadzjikistan, en het vergroten van de binnenlandse en buitenlandse afzet voor Tadzjiekse producten, onder voorwaarden die de bescherming van het milieu waarborgen en met inachtneming van de nood zaak de continuïteit van de voedselvoorziening evenals de ont wikkeling van de landbouwindustrie en de verwerking en distributie van landbouwproducten te verbeteren. De partijen stre ven eveneens naar een geleidelijke aanpassing van de Tadzjiekse normen aan de communautaire technische voorschriften betref fende al dan niet industrieel verwerkte voedingsproducten uit de landbouw, met inbegrip van de sanitaire en fytosanitaire normen.
Artikel 51
Energie
1. De samenwerking vindt plaats met inachtneming van de beginselen van de markteconomie en het Europese Energie handvest tegen de achtergrond van de geleidelijke integratie van de energiemarkten in Europa.
2. De samenwerking is voornamelijk gericht op het opstellen en uitwerken van een energiebeleid. Zij houdt zich onder andere met de volgende terreinen bezig:
— verbetering van het beheer en de regulering van de energie sector in overeenstemming met de eisen van een markteconomie;
— verbetering van de energievoorziening, met inbegrip van de continuïteit van de energievoorziening, op een wijze die uit economisch en milieuoogpunt verantwoord is;
— de bevordering van energiebesparing en een efficiënt energie gebruik en de tenuitvoerlegging van het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten;
— de modernisering van de energie-infrastructuur;
— verbetering van de technologieën bij de levering en het eind verbruik van de verschillende vormen van energie;
— het beheer en de technische opleiding in de energiesector;
— vervoer en doorvoer van energiematerialen en -producten;
— de totstandbrenging van de institutionele, wettelijke, fiscale en andere voorwaarden die nodig zijn om de handel en de investeringen in energie te stimuleren;
— de ontwikkeling van hydro-elektrische en andere duurzame energiebronnen.
3. De partijen wisselen relevante informatie uit over investeringsprojecten in de energiesector, met name betreffende de productie van energiebronnen en de aanleg en renovatie van olie- en gaspijpleidingen of andere middelen om energieproduc ten te vervoeren. De partijen hechten bijzonder belang aan samen werking inzake investeringen in de energiesector en de regelgeving op dit gebied. Zij werken samen met het oog op een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de bepalingen van titel IV en artikel 44, met betrekking tot investeringen in de energiesector.
Artikel 52
Milieu en gezondheid
1. In de geest van het Europese Energiehandvest en de Verkla ringen van de in april 1993 in Luzern en de in oktober 1995 in Sofia gehouden conferenties, en rekening houdend met het Energiehandvestverdrag, en met name met artikel 19 daarvan, met het Protocol bij het Energiehandvestverdrag betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten, ontwikkelen en versterken de partijen hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volksgezondheid.
2. De samenwerking is gericht op milieubescherming en de bestrijding van iedere vorm van vervuiling, en is met name gericht op:
— daadwerkelijke controle van de verontreinigingsniveaus en beoordeling van het milieu; een informatiesysteem met betrekking tot de milieutoestand;
— bestrijding van lokale, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging;
— ecologisch herstel;
— duurzame, doeltreffende en uit milieuoogpunt doelmatige energieproductie en -gebruik;
— de veiligheid van industriële installaties;
— classificatie en veilige behandeling van chemische producten;
— de waterkwaliteit;
— beperking, recycling en veilige verwijdering van afval; de ten uitvoerlegging van het Verdrag van Bazel, wanneer dat is ondertekend;
— milieueffecten van de landbouw; bodemerosie; chemische verontreiniging;
— bescherming van de bossen;
— instandhouding van de biodiversiteit, beschermde gebieden en duurzaam gebruik en beheer van biologische rijkdommen;
— planning van het landgebruik, met inbegrip van nieuwbouw planning en stadsplanning;
— toepassing van economische en fiscale instrumenten;
— klimaatsveranderingen op wereldschaal;
— milieueducatie en -bewustmaking;
— tenuitvoerlegging van het Verdrag van Espoo inzake milieu effectrapportage in grensoverschrijdend verband, wanneer dat is ondertekend.
3. De samenwerking vindt met name plaats via:
— de opstelling van plannen voor rampen en andere noodsituaties;
— de uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het gebied van de overdracht van schone technologieën en het veilige en uit milieuoogpunt verantwoorde gebruik van biotechnologieën;
— gezamenlijke onderzoeksactiviteiten;
— de aanpassing van wetgeving aan communautaire normen;
— samenwerking in regionaal verband, met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieu agentschap en op internationaal niveau;
— het uitwerken van strategieën, vooral in verband met wereld omvattende en klimatologische kwesties en tevens met het oog op de totstandbrenging van duurzame ontwikkeling;
— milieueffectstudies.
4. De partijen streven naar het uitbouwen van hun samenwer king op het gebied van volksgezondheid, in het bijzonder door middel van technische bijstand bij het voorkomen en bestrijden van besmettelijke ziekten en de bescherming van moeders en jonge kinderen.
Artikel 53
Vervoer
Partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op het gebied van vervoer.
De samenwerking beoogt onder meer de herstructurering en modernisering van de vervoersystemen en -netwerken in de Repu bliek Tadzjikistan, de ontwikkeling en verzekering, in voorko mend geval, van de compatibiliteit van de vervoerssystemen met het oog op de globalisering, en het identificeren en uitwerken van prioritaire projecten en het aantrekken van investeringen voor de tenuitvoerlegging ervan.
De samenwerking heeft met name betrekking op:
— de modernisering van het beheer en de exploitatie van het wegvervoer, de spoorwegen, en de luchthavens;
— de modernisering en ontwikkeling van de weg-, spoorweg-, luchthaven- en waterweginfrastructuur, alsmede navigatie hulpmiddelen, inclusief de modernisering van de belangrijk ste verbindingen van gemeenschappelijk belang en de trans- Europese verbindingen voor voornoemde vervoerstakken, met name die welke verband houden met het Traceca-project;
— de bevordering en ontwikkeling van het multimodale vervoer;
— de bevordering van gezamenlijke onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s;
— de totstandbrenging van het wettelijke en institutionele kader voor beleidsontwikkeling en -uitvoering, inclusief privatise ring van de vervoersector.
— de vereenvoudiging van de procedures voor alle vormen van vervoer in de regio.
Artikel 54
Elektronische communicatie en posterijen
Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verruimen en versterken de partijen hun samenwerking op de volgende terreinen:
— het opstellen van beleidslijnen en richtsnoeren voor de ont wikkeling van de sector elektronische communicatie en de posterijen;
— de ontwikkeling van de beginselen van een tariefbeleid en marketing op het gebied van elektronische communicatie en posterijen;
— de overdracht van technologie en knowhow, vooral op het terrein van Europese technische normen en certificatiesystemen;
— de bevordering van de ontwikkeling van projecten voor elek tronische communicatie en posterijen en het aantrekken van investeringen;
— verhoging van de efficiëntie en kwaliteit van elektronische communicatie en posterijen, onder meer via de liberalisatie van de activiteiten in subsectoren;
— de geavanceerde toepassing van elektronische communica tie, met name op het gebied van de elektronische overdracht van kapitaal;
— beheer en optimalisering van elektronischecommunicatienet- werken;
— de opstelling van een passende regelgevingsbasis voor de ver strekking van diensten op het gebied van elektronische com municatie en posterijen en voor het gebruik van het radiofrequentiespectrum;
— opleiding op het gebied van elektronische communicatie en posterijen met het oog op exploitatie onder marktvoorwaarden.
Artikel 55
Financiële dienstverlening en fiscale instanties
1. De samenwerking op het gebied van de financiële dienstver lening beoogt met name vergemakkelijking van het betrekken van de Republiek Tadzjikistan bij algemeen erkende onderlinge verrekeningssystemen. De technische bijstand is toegespitst op:
— de ontwikkeling van effectenbeurzen;
— de ontwikkeling van het bankwezen en de financiële dienst verlening, de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt van kredietmiddelen, en de integratie van de Republiek Tadzjikistan in een algemeen erkend onderling verrekeningssysteem;
— de ontwikkeling van het verzekeringswezen, hetgeen onder meer een gunstig kader zal vormen voor de deelneming van communautaire maatschappijen aan de totstandbrenging van joint ventures in de verzekeringssector in de Republiek Tadz jikistan, alsmede de ontwikkeling van de exportkredietverzekering.
Deze samenwerking draagt met name bij tot de bevordering van het aanknopen van betrekkingen tussen de partijen in de sector financiële dienstverlening.
2. De partijen werken samen bij de ontwikkeling van een belastingstelsel en van fiscale instellingen in de Republiek Tadzji kistan. De samenwerking omvat onder meer de uitwisseling van informatie en ervaringen op fiscaal gebied, en de opleiding van personeel dat betrokken is bij het opstellen en uitvoeren van fis caal beleid.
Artikel 56
Herstructurering en privatisering van ondernemingen
Erkennende dat privatisering van fundamenteel belang is voor duurzaam economisch herstel, komen de partijen overeen samen te werken bij de ontwikkeling van het vereiste institutionele, wet telijke en methodologische kader. Bijzondere aandacht zal wor den geschonken aan het ordelijke en transparante verloop van de privatisering, de uitwisseling van informatie en ervaringen en ade quate opleiding op het gebied van investeringsbeleid.
Technische bijstand is onder andere gericht op:
— de verdere ontwikkeling van een institutionele basis binnen de regering van de Republiek Tadzjikistan met het oog op omschrijving en beheer van het privatiseringsproces;
— de verdere ontwikkeling van het privatiseringsbeleid van de Republiek Tadzjikistan, met inbegrip van het juridisch kader, en de uitvoeringsmechanismen;
— bevordering van een marktgerichte benadering van land gebruik en vruchtgebruik;
— de herstructurering van ondernemingen die nog niet gereed zijn voor privatisering;
— de ontwikkeling van particuliere ondernemingen, met name in het midden- en kleinbedrijf;
— de ontwikkeling van investeringsfondsen.
Doel van deze samenwerking is ook bij te dragen aan het bevor deren van investeringen uit de Gemeenschap in de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 57
Regionale ontwikkeling
1. De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van de regionale ontwikkeling en de ruimtelijke ordening.
2. Daartoe stimuleren zij de uitwisseling door de nationale, regionale en plaatselijke overheden van informatie over beleid inzake regionale planning en planning van het landgebruik en over methoden voor het uitstippelen van regionaal beleid met speciale aandacht voor de ontwikkeling van probleemgebieden.
Zij moedigen tevens directe contacten aan tussen de respectieve regionale en openbare organisaties die verantwoordelijk zijn voor de planning van de regionale ontwikkeling, teneinde onder meer informatie uit te wisselen over methoden van stimulering van regionale ontwikkeling.
Artikel 58
Samenwerking op sociaal gebied
1. Partijen ontwikkelen hun samenwerking op het gebied van de gezondheid en veiligheid, met het oog op verbetering van, onder andere, het beschermings- en veiligheidsniveau van werknemers.
De samenwerking heeft met name betrekking op:
— vorming en opleiding op het gebied van gezondheids- en veiligheidszaken waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de sectoren van bedrijvigheid met grote risico’s;
— de ontwikkeling en bevordering van preventieve maatrege len ter bestrijding van beroepsziekten en andere met het beroep samenhangende aandoeningen;
— de voorkoming van het risico op ernstige ongevallen, en het beheer van giftige chemische stoffen;
— onderzoek ter ontwikkeling van fundamentele kennis omtrent de werkomgeving en de gezondheid en veiligheid van werknemers.
2. Op het gebied van de werkgelegenheid omvat de samenwer king met name technische bijstand met het oog op:
— optimalisering van de arbeidsmarkt;
— modernisering van de arbeidsbemiddelings- en adviseringsdiensten;
— planning en beheer van de herstructureringsprogramma’s;
— stimulering van de ontwikkeling van lokale werkgelegenheid;
— uitwisseling van informatie over programma’s inzake flexi bele arbeid, met name programma’s die arbeid als zelfstan dige en ondernemerschap bevorderen.
3. De partijen besteden bijzondere aandacht aan samenwer king op het gebied van de sociale bescherming die onder meer samenwerking bij het plannen en ten uitvoer leggen van hervor mingen van de sociale bescherming in de Republiek Tadzjikistan omvat.
Deze hervormingen beogen de ontwikkeling in de Republiek Tadzjikistan van aan markteconomieën inherente beschermings methoden en omvatten alle relevante vormen van sociale bescherming.
Artikel 59
Toerisme
De partijen versterken en ontwikkelen hun samenwerking, met name door:
— het toerisme te bevorderen;
— de informatiestroom te vergroten;
— de overdracht van knowhow;
— bestudering van de mogelijkheden voor gezamenlijke acties;
— samenwerking tussen officiële vreemdelingenverkeersorga nen, onder andere bij het opstellen van promotiemateriaal;
— opleiding voor de ontwikkeling van het toerisme.
Artikel 60
Midden- en kleinbedrijf
1. De partijen streven ernaar het midden- en kleinbedrijf (MKB) en hun verenigingen en de samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan te ontwikkelen en te versterken.
2. De samenwerking omvat technische bijstand, met name op de volgende terreinen:
— de ontwikkeling van een wettelijk kader voor het MKB;
— de ontwikkeling van een passende infrastructuur om het MKB te ondersteunen, om de communicatie en zakelijke samen werking binnen het MKB, zowel in de Republiek Tadzjikistan als daarbuiten, te bevorderen, en om het MKB te trainen in de noodzakelijke vaardigheden voor het aantrekken van financiering;
— opleiding op het gebied van marketing, boekhouding, en controle op de kwaliteit van producten.
Artikel 61
Informatie en communicatie
Partijen steunen de ontwikkeling van moderne methoden van informatiebeheersing, met name inzake de media, en stimuleren een doeltreffende onderlinge uitwisseling van informatie. Er wordt prioriteit verleend aan programma’s die het grote publiek basis informatie over de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan verstrekken, waarbij, waar mogelijk, toegang wordt verleend tot databanken, met volledige eerbiediging van de intellectuele-eigendomsrechten.
Artikel 62
Consumentenbescherming
Partijen werken nauw samen met het oog op de verwezenlijking van verenigbaarheid van hun consumentenbeschermings systemen. Deze samenwerking omvat met name de uitwisseling van informatie op het gebied van wetgeving en institutionele her vormingen, de totstandbrenging van permanente systemen van wederzijdse informatie over gevaarlijke producten, verbetering van de aan de consument verstrekte informatie, met name over prijzen, kenmerken van producten en geboden diensten, de orga nisatie van uitwisselingen tussen de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties en verhoging van de verenigbaarheid van de verschillende vormen van consumentenbeschermings beleid en de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsactiviteiten.
Artikel 63
Douane
1. Het doel van de samenwerking is ervoor te zorgen dat alle vast te stellen bepalingen betreffende de handel en eerlijke handel worden nageleefd en dat het douanesysteem van de Republiek Tadzjikistan aan dat van de Gemeenschap wordt aangepast.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder:
— uitwisseling van informatie;
— verbetering van de werkmethoden;
— invoering van een gecombineerde nomenclatuur en het enig document;
— vereenvoudiging van controles op en formaliteiten bij het goederenvervoer;
— steun bij de invoering van moderne douane-informatie- systemen;
— organisatie van studiebijeenkomsten en opleidings- activiteiten.
Waar nodig wordt technische bijstand verstrekt.
3. Onverminderd de verdere in deze overeenkomst en met name in titel VIII overeengekomen samenwerking vindt de weder zijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douane zaken van partijen plaats overeenkomstig het bepaalde in het aan deze overeenkomst gehechte protocol.
Artikel 64
Statistische samenwerking
De samenwerking op dit gebied beoogt de ontwikkeling van een efficiënt statistisch systeem dat de betrouwbare statistieken kan leveren die nodig zijn om het proces van sociaaleconomische her vorming te ondersteunen en te controleren en een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het particuliere ondernemer schap in de Republiek Tadzjikistan.
Partijen werken met name op de volgende terreinen samen:
— aanpassing van het Tadzjiekse statistische systeem aan inter nationale methoden, normen en classificaties;
— uitwisseling van statistische gegevens;
— het leveren van de nodige statistische macro- en micro- economische gegevens om economische hervormingen uit te voeren en te beheren.
De Gemeenschap verleent hiertoe technische bijstand aan de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 65
Economie
Partijen vergemakkelijken het proces van sociaaleconomische her vorming en de coördinatie van hun economisch beleid door samenwerking die gericht is op het verkrijgen van een beter inzicht in de grondslagen van elkaars economieën en de uitstip peling en tenuitvoerlegging van economisch beleid in een markt economie. Daartoe wisselen partijen informatie uit over macro- economische resultaten en vooruitzichten.
De Gemeenschap verstrekt technische bijstand om:
— de Republiek Tadzjikistan bij te staan in haar economisch hervormingsproces door het verstrekken van deskundige en technische adviezen,
— samenwerking tussen economen aan te moedigen teneinde de overdracht van knowhow voor de uitstippeling van eco nomisch beleid te bespoedigen en te zorgen voor ruime ver spreiding van onderzoek dat voor het beleid van belang kan zijn;
— de Tadzjiekse capaciteit om economische modellen op te stel len, te verbeteren.
TITEL VII
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN
Artikel 66
De partijen werken samen inzake alle kwesties betreffende de instelling of versterking van democratische instellingen, inclusief die welke vereist zijn voor de versterking van de rechtsstaat, de
bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijhe den overeenkomstig internationaal recht en de OVSE-principes.
Deze samenwerking krijgt gestalte in programma’s voor techni sche bijstand, onder meer op het gebied van het opstellen van relevante wet- en regelgeving, de uitvoering van deze wetgeving, het functioneren van de rechterlijke macht, de rol van de staat op juridisch gebied en de werking van het kiesstelsel. Zo nodig valt ook opleiding hieronder. De partijen bevorderen contacten en uit wisselingen tussen hun nationale, regionale en gerechtelijke auto riteiten, parlementsleden, en non-gouvernementele organisaties.
TITEL VIII
SAMENWERKING BIJ DE PREVENTIE VAN ILLEGALE ACTIVITEITEN EN DE PREVENTIE VAN EN CONTROLE OP ILLEGALE IMMIGRATIE
Artikel 67
De partijen werken samen bij het voorkomen van illegale activi teiten zoals:
— illegale activiteiten in de economische sfeer, inclusief corruptie;
— illegale transacties betreffende diverse goederen, inclusief industrieafval en de illegale wapenhandel;
— namaak.
Samenwerking op bovengenoemde terreinen is gebaseerd op wederzijds overleg en nauwe interactie. Deze samenwerking omvat technische en administratieve bijstand voor met name:
— het opstellen van nationale wetgeving in de sfeer van preven tie van illegale activiteiten;
— het opzetten van informatiecentra;
— het vergroten van de efficiëntie van instellingen die werk zaam zijn op het gebied van de preventie van illegale activiteiten;
— het opleiden van personeel en de ontwikkeling van onderzoeksinfrastructuur;
— het uitwerken van wederzijds aanvaardbare maatregelen om illegale activiteiten te verhinderen.
Artikel 68
Witwassen van geld
1. Partijen zijn het eens over de noodzaak al het nodige te doen en samen te werken teneinde te voorkomen dat hun finan ciële systemen worden gebruikt voor het witwassen van inkom sten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand met het oog op de vaststelling van passende normen ter voorkoming van het witwassen van geld die gelijk waardig zijn aan de in deze door de Gemeenschap en internatio nale fora, in het bijzonder de Financial action Task Force (FaTF), vastgestelde normen.
Artikel 69
Bestrijding van drugs
Partijen werken in het kader van hun respectieve bevoegdheden samen aan verhoging van de doelmatigheid en efficiëntie van het beleid en de maatregelen om de illegale productie en levering van en de handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen en het oneigenlijke gebruik van precursoren tegen te gaan, alsmede aan bevordering van de preventie en terugdringing van de vraag naar verdovende middelen. Wat betreft de controle op precurso ren en andere essentiële stoffen die gebruikt worden voor de ille gale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, vindt deze samenwerking plaats op basis van de door de Gemeenschap en de desbetreffende internationale autoriteiten erkende normen, zoals die van de Chemical action task force (CaTF). De samenwerking op dit gebied is gebaseerd op onder ling overleg en nauwe coördinatie tussen partijen over de doel stellingen en maatregelen op de verschillende met verdovende middelen verband houdende terreinen.
Artikel 70
Samenwerking inzake migratie
1. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan het gezamenlijke beheer van de migratiestromen tussen hun grond gebieden. Om de samenwerking te versterken, zetten de partijen een brede dialoog op over alle kwesties in verband met migratie, waaronder illegale migratie, mensensmokkel en -handel, en nemen zij de migratievraagstukken op in de nationale sociaal economische ontwikkelingsstrategieën van de landen van oor sprong van de migranten.
2. De samenwerking zal berusten op een door de partijen in onderling overleg verrichte evaluatie van de specifieke behoeften, en wordt overeenkomstig de geldende communautaire en natio nale wetgeving uitgevoerd. De samenwerking zal zich met name richten op:
a) de belangrijkste oorzaken van migratie;
b) de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetge ving en praktijken met betrekking tot internationale bescher ming, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het verdrag van Genève van 1951 inzake de status van vluchtelingen, het protocol van 1967, en andere relevante regionale en interna tionale instrumenten die ervoor zorgen dat het beginsel van non-refoulement gerespecteerd wordt;
c) de toelatingsregels, alsmede de rechten en de status van toe gelaten personen, de billijke behandeling en de integratie van legale migranten in de maatschappij, onderwijs en opleiding van legale migranten en maatregelen ter bestrijding van racisme en xenofobie;
d) de uitwerking van een doeltreffend preventiebeleid tegen ille gale immigratie en mensensmokkel en -handel, met inbegrip van onderzoek naar middelen om tegen criminele netwerken en organisaties van handelaars en smokkelaars op te treden en om de slachtoffers van dit soort handel te beschermen;
e) de humane en waardige terugkeer van illegale personen en het bevorderen van hun vrijwillige terugkeer, en hun over name overeenkomstig lid 3;
f) het visabeleid, ten aanzien van onderwerpen van wederzijds belang;
g) de controle aan de grenzen, met name wat betreft de organi satie, de opleiding, de beste praktijken, mogelijke andere con crete maatregelen en, eventueel, het leveren van apparatuur, rekening houdend met de mogelijkheid van dubbel gebruik van die apparatuur.
3. In het kader van de samenwerking ter voorkoming en con trole van illegale migratie komen de partijen eveneens overeen elkaars illegale migranten over te nemen. Daartoe:
— zal de Republiek Tadzjikistan haar onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie op verzoek van deze lidstaat en zonder ver dere formaliteiten overnemen, en
— zullen alle lidstaten van de Europese Unie hun onderdanen die illegaal aanwezig zijn op het grondgebied van de Repu bliek Tadzjikistan op verzoek van laatstgenoemd land en zonder verdere formaliteiten overnemen.
De partijen komen overeen dat op verzoek van een der partijen zo snel mogelijk een overeenkomst wordt gesloten waarin de spe cifieke verplichtingen worden geregeld die de Republiek Tadzji kistan en de lidstaten van de Europese Gemeenschap hebben ten aanzien van de overname en die een verplichting tot overname van de onderdanen van andere landen en statenloze personen bevat.
Voor de doeleinden van deze overeenkomst wordt onder „de par tijen” verstaan: de Europese Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 71
Bestrijding van terrorisme
De partijen herbevestigen het belang van de bestrijding van het terrorisme en werken overeenkomstig de internationale overeen komsten en hun respectieve wet- en regelgeving samen om ter roristische acties te voorkomen en te verijdelen. Zij zullen dat voornamelijk doen:
— in het kader van de volledige uitvoering van resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en andere relevante resoluties van de Verenigde Naties, internationale afspraken en instrumenten;
— door uitwisseling van informatie over terroristische groepe ringen en de hen ondersteunende netwerken, overeenkom stig de internationale en nationale wetgeving;
— door uitwisseling van inzichten over middelen en methoden om het terrorisme te bestrijden, onder meer op technisch gebied en ten aanzien van opleiding, en door uitwisseling van ervaringen met betrekking tot het voorkomen van terrorisme.
TITEL IX
CULTURELE SAMENWERKING
Artikel 72
Partijen verbinden zich ertoe culturele samenwerking te bevorde ren en te vergemakkelijken. In voorkomend geval kunnen de cul turele samenwerkingsprogramma’s van de Gemeenschap of de programma’s van een of meer lidstaten het voorwerp van samen werking vormen en kunnen verdere activiteiten van wederzijds belang worden ontwikkeld.
TITEL X
FINANCIËLE SAMENWERKING
Artikel 73
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 74, 75 en 76 komt de Republiek Tadzjikistan in aanmerking voor tijde lijke financiële steun van de Gemeenschap via technische bijstand in de vorm van subsidies.
Artikel 74
Deze financiële steun wordt geleverd in het kader van Tacis, zoals in de desbetreffende communautaire verordening van de Raad is bepaald. De Republiek Tadzjikistan komt ook in aanmerking voor andere soorten communautaire bijstand, naar gelang van de behoeften. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de concen tratie van de steun, aan de coördinatie van de bijstands instrumenten en aan het verband tussen de verschillende soorten communautaire humanitaire steun, saneringssteun en ontwikkelingssteun. De armoedebestrijding zal in de com munautaire programma’s worden opgenomen.
Artikel 75
De doelstellingen en terreinen van de financiële steun van de Gemeenschap worden vastgesteld in een indicatief programma dat een afspiegeling vormt van de door de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan vast te stellen prioriteiten, waarbij reke ning wordt gehouden met de behoeften van de Republiek Tadz jikistan, de opnamecapaciteit van de verschillende sectoren en de met de hervorming geboekte voortgang. Partijen stellen de Samenwerkingsraad hiervan in kennis.
Artikel 76
Om optimaal profijt te kunnen trekken van de beschikbare mid delen zorgen partijen ervoor dat de bijstandsbijdragen van de
Gemeenschap worden toegekend in nauwe coördinatie met bij dragen die uit andere financieringsbronnen, zoals de lidstaten, andere landen en internationale organisaties, zoals de Internatio nale Bank voor Herstel en Ontwikkeling en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
TITEL XI
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 77
Er wordt een Samenwerkingsraad opgericht, die toezicht houdt op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. De Samenwerkingsraad komt met een door hemzelf vast te stellen regelmaat op ministerieel niveau bijeen. Hij behandelt alle belang rijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen, en alle andere, bilaterale of internationale vraagstuk ken van gemeenschappelijk belang om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken. De Samenwerkingsraad kan, in onder linge overeenstemming tussen de partijen, tevens passende aan bevelingen doen.
Artikel 78
1. De Samenwerkingsraad bestaat uit leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en uit leden van de regering van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds.
2. De Samenwerkingsraad stelt zijn reglement van orde vast.
3. De Samenwerkingsraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Gemeenschap en een lid van de regering van de Republiek Tadzjikistan.
Artikel 79
1. De Samenwerkingsraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een samenwerkingscomité, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeen schappen, enerzijds, en vertegenwoordigers van de regering van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, gewoonlijk op het niveau van hooggeplaatste ambtenaren. Het samenwerkingscomité wordt beurtelings voorgezeten door de Gemeenschap en door de Republiek Tadzjikistan.
In zijn reglement van orde bepaalt de Samenwerkingsraad de taken van de Samenwerkingsraad, die met name bestaan uit de voorbereiding van de vergaderingen van de Samenwerkingsraad en de vaststelling van de werkwijze van het Comité.
2. De Samenwerkingsraad mag zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk delegeren aan het Samenwerkingscomité, dat tussen de vergaderingen van de Samenwerkingsraad voor continuïteit zal zorgen.
Artikel 80
De Samenwerkingsraad mag besluiten ieder ander speciaal comité of lichaam dat hem bij de uitvoering van zijn taken kan helpen, op te richten, en bepaalt de samenstelling, de taken en het func tioneren van dergelijke comités of lichamen.
Artikel 81
Bij het onderzoek van problemen die zich in het kader van de overeenkomst voordoen met betrekking tot een bepaling betref fende een artikel van een van de overeenkomsten van de WTO houdt de Samenwerkingsraad zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel in kwestie door de partijen bij de WTO.
Artikel 82
Er wordt een Parlementair Samenwerkingscomité opgericht. Dit zal als forum dienen, waar leden van het Tadzjiekse Parlement en het Europees Parlement elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar van gedachten kunnen wisselen, ook over kwesties aangaande de politieke dialoog op parlementair niveau. Het Comité komt met een door hemzelf vast te stellen regelmaat bijeen.
Artikel 83
1. Het Parlementaire Samenwerkingscomité bestaat uit leden van het Europees Parlement enerzijds, en leden van het Tadzjiekse Parlement anderzijds.
2. Het Parlementaire Samenwerkingscomité stelt zijn regle ment van orde vast.
3. Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt bij toer beurt door het Europees Parlement en door het Tadzjiekse Parle ment voorgezeten, volgens de in zijn reglement van orde op te nemen bepalingen.
Artikel 84
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag bij de Samenwerkingsraad ter zake doende inlichtingen over de tenuit voerlegging van de overeenkomst inwinnen; de Samenwerkings raad verstrekt het Samenwerkingscomité de verlangde informatie.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité wordt ingelicht over de aanbevelingen van de Samenwerkingsraad.
Het Parlementaire Samenwerkingscomité mag aanbevelingen doen aan de Samenwerkingsraad.
Artikel 85
1. Binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst beijvert elk van de partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke per sonen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discrimina tie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtshoven en administratieve instanties van beide partijen, ter bescherming van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intel lectuele, industriële en commerciële eigendom.
2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zet ten beide partijen zich in om:
— arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen economische subjecten van de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan;
— overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd, elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage-instantie die door beide partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen arbiter kiest, ongeacht diens nationaliteit, en dat de derde arbiter of de enige arbiter een ingezetene van een derde staat mag zijn;
— hun economische subjecten aan te bevelen in onderling over leg de wetgeving te kiezen die van toepassing is op hun contracten;
— aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commis sie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handels recht (UNCITRaL) en arbitrage door een andere instantie van een staat die het verdrag heeft ondertekend over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York is gesloten.
Artikel 86
Niets in de overeenkomst belet een partij binnen de grenzen van haar respectieve bevoegdheden maatregelen te nemen:
a) die zij nodig acht om de onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist, te beletten;
b) die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ont wikkeling of productie die absoluut vereist zijn voor verdedigingsdoeleinden, mits dergelijke maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor produc ten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c) die zij van vitaal belang voor haar eigen veiligheid acht, in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de handha ving van recht en orde in gevaar brengen, in tijden van oor log of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de instandhouding van de vrede en de interna tionale veiligheid is aangegaan;
d) die zij nodig acht om haar internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen met betrekking tot de controle op het tweeërlei gebruik van industriële goederen en technologieën.
Artikel 87
1. Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalin gen, geldt het volgende:
— de regelingen die de Republiek Tadzjikistan ten opzichte van de Gemeenschap toepast, mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de lidstaten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen;
— de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van de Repu bliek Tadzjikistan toepast mogen geen aanleiding geven tot discriminatie tussen onderdanen van de Republiek Tadzji kistan dan wel vennootschappen uit dat land.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belasting wetgeving toe te passen op belastingplichtigen, die niet in dezelfde situatie verkeren ten aanzien van hun vaste woonplaats.
Artikel 88
1. Elk van beide partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van de overeenkomst aan de Samenwerkingsraad voorleggen.
2. De Samenwerkingsraad kan het geschil bij aanbeveling beslechten.
3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één partij bij het geschil te zijn.
De Samenwerkingsraad benoemt een derde bemiddelaar.
De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meerderheid van stemmen genomen. Dergelijke aanbevelingen zijn niet bin dend voor de partijen.
Artikel 89
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en gelden onverminderd de artikelen 12, 88 en 94.
De Samenwerkingsraad kan procedureregels opstellen voor geschillenbeslechting.
Artikel 90
De behandeling van de Republiek Tadzjikistan zal niet gunstiger zijn dan die welke de lidstaten onderling toepassen.
Artikel 91
In de overeenkomst wordt onder de term „partijen” verstaan de Republiek Tadzjikistan enerzijds en de Gemeenschap, of de lid staten, of de Gemeenschap en de lidstaten, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, anderzijds.
Artikel 92
Voor zover aangelegenheden die onder deze overeenkomst val len, onder het Verdrag inzake het Europees Energiehandvest en de protocollen daarbij vallen, zijn genoemd Verdrag en de protocol len daarbij meteen vanaf de inwerkingtreding van toepassing op die aangelegenheden, maar alleen voorzover daarin in een derge lijke toepassing is voorzien.
Artikel 93
De overeenkomst wordt gesloten voor een aanvankelijke periode van tien jaar, waarna de overeenkomst automatisch telkens met een jaar wordt verlengd, tenzij een van beide partijen de andere partij zes maanden voor het verstrijken ervan schriftelijk meedeelt deze op te zeggen.
Artikel 94
1. De partijen treffen alle algemene of bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeen komst te voldoen. Zij zullen erop toezien dat de in de overeen komst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
2. Indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens de overeenkomst niet is nageko men, mag zij passende maatregelen treffen. alvorens zulks te doen, verstrekt deze partij, behalve in bijzonder dringende geval len, de Samenwerkingsraad alle ter zake doende gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van de situatie om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gege ven aan die welke de goede werking van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter ken nis van de Samenwerkingsraad gebracht, die daaromtrent overleg moet plegen indien de andere partij dit verlangt.
Artikel 95
De bijlagen I, II, III en IV en het protocol zijn een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.
Artikel 96
Totdat er onder de onderhavige overeenkomst gelijkwaardige rechten zijn verworven voor zowel individuen als ondernemers, zal de overeenkomst geen afbreuk doen aan rechten die hun wor den verzekerd door bestaande overeenkomsten, welke bindend zijn voor één of meer lidstaten enerzijds, en voor de Republiek Tadzjikistan anderzijds, met uitzondering van gebieden die tot de bevoegdheid van de Gemeenschap behoren, en zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit deze overeenkomst op gebieden die tot hun bevoegdheid behoren.
Artikel 97
Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie van toepassing zijn, overeenkomstig de bepalingen van genoemde Verdragen, enerzijds, en op het grondgebied van de Republiek Tadzjikistan, anderzijds.
Artikel 98
Deze overeenkomst wordt neergelegd bij de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 99
De overeenkomst is opgesteld in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Itali aanse, de Letse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Por tugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Tadzjiekse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, en zal worden neergelegd bij de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 100
De overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen pro cedures goedgekeurd.
De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen de Secretaris- generaal van de Raad van de Europese Unie kennisgeven van het feit dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Bij haar inwerkingtreding vervangt deze overeenkomst, wat de betrekkingen tussen de Republiek Tadzjikistan en de Gemeen schap betreft, de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking die op 18 december 1989 in Brussel werd ondertekend.
Artikel 101
Indien de bepalingen van sommige onderdelen van deze overeen komst in afwachting van de voltooiing van de procedures die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van deze overeen komst in werking treden door middel van een interim overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan, komen de partijen overeen dat de term „datum van inwerkingtreding” in dat geval betekent de datum van inwerking treding van de interimovereenkomst.
Hecho en Luxemburgo, el once de octubre del dos mil cuatro. V Lucemurku dne jedenáctého října dva tisíce čtyři.
Udfærdiget i Luxembourg den elevte oktober to tusind og fire. Geschehen zu Luxemburg am elften Oktober zweitausendundvier.
Kahe tuhande neljanda aasta oktoobrikuu üheteistkümnendal päeval Luxembourgis. Έγινε στo Λουξεμβούργο, στις ένδεκα Οκτωβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.
Done at Luxembourg on the eleventh day of October in the year two thousand and four. Fait à Luxembourg, le onze octobre deux mille quatre.
Fatto a Lussembourgo, addi’ undici ottobre duemilaquattro. Luksemburgā, divi tūkstoši ceturtā gada vienpadsmitajā oktobrī.
Priimta du tūkstančiai ketvirtų metų spalio vienuoliktą dieną Liuksemburge.
Kelt Luxembourgban, a kétezer-negyedik év október havának tizenegyedik napján. Magħmul fil-Lussemburgu fil-ħdax-il jum ta’ Ottubru fis-sena elfejn u erbgħa.
Gedaan te Luxemburg, de elfde oktober tweeduizendvier.
Sporządzono w Luksemburgu dnia jedenastego października roku dwutysięcznego czwartego. Feito em Luxemburgo, em onze de Outubro de dois mil e quatro.
V Luxemburgu jedenásteho októbra dvetisícštyri. V Luxembourgu, enajstega oktobra dva tisoč štiri.
Tehty Luxemburgissa yhdentenätoista päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattaneljä. Som skedde i Luxemburg den elfte oktober tjugohundrafyra.
Ин Созишнома дар шахри Люксембург 11 октябри соли 2004 ба имзо расид.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté ger manophone, la Xxxxxx xxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Ge meenschap, het Vlaamse Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Fran zösisch Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
Za Českou republiku
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Eesti Vabariigi nimel
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Για την Κυπριακή Δημοκρατία
Latvijas Republikas vārdā
Lietuvos Respublikos vardu
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
a Magyar Köztársaság részéről
Għar-Repubblika ta’ Malta
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej
Pela República Portuguesa
Za Republiko Slovenijo
Za Slovenskú republiku
Suomen tasavallan puolesta För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Xxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxx
Xxx xxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xx Evropská společenství
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften Euroopa ühenduste nimel
Για τις Ευρωπαϊκές Κοινότητες For the European Communities
Pour les Communautés européennes Per le Comunità europee
Eiropas Kopienu vārdā Europos Bendrijų vardu
az Európai Közösségek részéről Għall-Komunitajiet Ewropej
Voor de Europese Gemeenschappen W imieniu Wspólnot Europejskich Pelas Comunidades Europeias
Za Európske spoločenstvá Za Evropske skupnosti
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
Аз чониби Чумхурии Точикистон
LIJST VAN AAN DE OVEREENKOMST GEHECHTE TEKSTEN
Bijlage I | Indicatieve lijst van voordelen die de Republiek Tadzjikistan overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan de Onafhankelijke Staten toekent. |
Bijlage II | Voorbehouden van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 21, lid 2. |
Bijlage III | Financiële diensten, als bedoeld in artikel 23, lid 3. |
Bijlage IV | Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten als bedoeld in artikel 39. |
Het Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken.
BIJLAGE I
INDICATIEVE LIJST VAN VOORDELEN DIE DE REPUBLIEK TADZJIKISTAN OVEREENKOMSTIG Artikel 7, LID 3, AAN DE ONAFHANKELIJKE STATEN TOEKENT
1. De Republiek Belarus, de Republiek Kazachstan, de Kirgizische Republiek, de Russische Federatie: douanetarieven zijn niet van toepassing.
2. De goederen die volgens de overeenkomsten inzake industriële samenwerking met de landen van het GOS worden ver voerd, zijn niet belastbaar.
3. Het Certificaat van overeenstemming voor serieproductie wordt erkend door alle GOS-landen; op basis daarvan wordt het Nationale Certificaat van overeenstemming afgegeven.
4. Er is een speciaal systeem voor courante betalingen met alle GOS-landen.
5. Er zijn speciale voorwaarden voor doorvoer met alle GOS-landen overeengekomen.
BIJLAGE II
VOORBEHOUDEN VAN DE GEMEENSCHAP OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 21, LID 2
Mijnbouw
In sommige lidstaten kan voor de ontginning van ertsen door ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben een vergunning vereist zijn.
Visserij
Tenzij anders bepaald is de toegang tot en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en visserijgronden die zich bevinden in maritieme wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van lidstaten van de Gemeenschap vallen, beperkt tot vissers vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voeren en die op het grondgebied van de Gemeenschap gere gistreerd zijn.
Aankoop van onroerend goed
In sommige lidstaten is de aankoop van onroerend goed door niet-EG-ondernemingen aan beperkingen onderworpen.
Audiovisuele diensten met inbegrip van de radio-omroep
Wat productie en distributie betreft, met inbegrip van het uitzenden en andere vormen van transmissie aan het publiek, kan de nationale behandeling beperkt zijn tot audiovisuele werken die aan bepaalde criteria ten aanzien van de oorsprong vol doen, maar met name de infrastructuur voor het uitzenden van dergelijke audiovisuele werken is daarvan uitgesloten.
Vrije beroepen
Beperkt tot natuurlijke personen die onderdanen zijn van de lidstaten. Onder bepaalde voorwaarden kan aan deze personen toestemming tot het oprichten van ondernemingen worden verleend.
Landbouw
In bepaalde lidstaten wordt de nationale behandeling niet toegekend aan ondernemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben en die een landbouwbedrijf wensen op te richten. De aankoop van wijngaarden door onder nemingen waarin onderdanen van de EG geen meerderheidsparticipatie hebben, is afhankelijk gesteld van een kennisgeving of, indien nodig, een vergunning.
Persagentschappen
In sommige lidstaten is de buitenlandse deelneming in uitgeverijen en omroeporganisaties aan beperkingen onderhevig.
BIJLAGE III
FINANCIËLE DIENSTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 23, LID 3
Een financiële dienst is een dienst van financiële aard die door een financieel dienstverlener van een van de partijen wordt aangeboden. Financiële diensten omvatten de volgende activiteiten:
a. Alle verzekeringsdiensten en daarmee verband houdende diensten
1. Directe verzekering (met inbegrip van medeverzekering).
i) levensverzekering
ii) niet-levensverzekering.
2. Herverzekering en retrocessie
3. Verzekeringsbemiddeling, zoals diensten van makelaars en agenten.
4. Ondersteunende diensten in de verzekeringssector, zoals adviesverstrekking, actuariaat, risicobeoordeling en rege ling van schade-eisen.
B. Bankwezen en andere financiële diensten (verzekeringen niet inbegrepen)
1. acceptatie van deposito’s en andere terugbetaalbare middelen van het publiek.
2. alle soorten leningen, onder meer consumentenkrediet, hypotheekleningen, factorkrediet en financiering van com merciële transacties.
3. Financiële leasing.
4. alle betalings- en geldovermakingsdiensten, met inbegrip van krediet- en betaalkaarten, reischeques en bankwissels.
5. Garanties en verplichtingen.
6. Verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van derden, hetzij op de beurs, hetzij op de parallelmarkt, het zij anderszins, van de volgende producten:
a) geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, enz.);
b) deviezen;
c) afgeleide producten als bijvoorbeeld termijntransacties en opties;
d) wisselkoers- en rentevoetinstrumenten, met inbegrip van producten als ruiltransacties, termijnkoerstransacties e.d.;
e) verhandelbare effecten;
f) andere verhandelbare stukken en financiële activa, met inbegrip van ongemunt goud en zilver.
7. Deelneming in de uitgifte van diverse soorten effecten, met inbegrip van het garanderen en plaatsen van effecten als agent (openbaar of particulier) en het verlenen van daarmee verband houdende diensten.
8. Geldmakelaarsdiensten.
9. Beheer van activa, bijvoorbeeld van kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van gezamenlijk investeringsbeheer, beheer van pensioenfondsen alsmede bewaargevings-, deposito- en trustdiensten.
10. Vereffenings- en verrekeningsdiensten voor financiële activa met inbegrip van effecten, afgeleide producten en andere verhandelbare stukken.
11. advies en bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten in verband met de in de punten 1 tot en met 10 genoemde activiteiten, met inbegrip van kredietreferenties en -analyse, onderzoek en advies in verband met investeringen en beleggingsportefeuilles, alsmede advies over bedrijfsparticipaties, -reorganisaties en -strategieën.
12. Verstrekken en overdragen van financiële informatie, financiële gegevensverwerking en bijbehorende software door andere financiële dienstverleners.
De volgende activiteiten zijn van de definitie van financiële diensten uitgesloten:
a) activiteiten van centrale banken of andere overheidsinstellingen voor de tenuitvoerlegging van het monetair beleid of het wisselkoersbeleid;
b) activiteiten die voor rekening of met de garantie van de regering worden uitgevoerd door centrale banken, overheidsinstanties, ministeries of openbare instellingen, behalve wanneer de activiteiten door financiële dienst verleners in concurrentie met die overheidslichamen mogen worden uitgevoerd;
c) activiteiten die deel uitmaken van een wettelijk stelsel van sociale zekerheid of van wettelijke pensioenregelingen, behalve wanneer die activiteiten door financiële dienstverleners in concurrentie met overheidslichamen of parti culiere instellingen mogen worden uitgevoerd.
BIJLAGE IV
OVEREENKOMSTEN INZAKE INTELLECTUELE, INDUSTRIËLE EN COMMERCIËLE EIGENDOM ALS BEDOELD IN ARTIKEL 39
1. artikel 39, lid 2, heeft betrekking op de hierna volgende multilaterale overeenkomsten:
— Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
— Protocol bij de schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
— Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (akte van Genève, 1991). 2.
2. De Samenwerkingsraad kan aanbevelen dat artikel 39, lid 2, van toepassing is op andere multilaterale overeenkomsten. Indien zich problemen voordoen op het gebied van de intellectuele, de industriële en de commerciële eigendom die gevolgen hebben voor de omstandigheden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, wordt op verzoek van een der partijen ten spoedigste overleg gepleegd teneinde een voor beide partijen bevredigende oplossing te vinden voor het probleem.
3. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multi laterale overeenkomsten:
— Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (akte van Stockholm, 1967, geamendeerd in 1979);
— Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooiensamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, geamendeerd in 1979 en gewijzigd in 1984);
— Herziene Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (1886, laatstelijk gewijzigd in 1979);
— Verdrag inzake het merkenrecht (Genève 1994);
4. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst kent de Republiek Tadzjikistan aan onderne mingen en onderdanen van de Gemeenschap, wat de erkenning en bescherming van intellectuele, industriële en com merciële eigendom betreft, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke dit land uit hoofde van bilaterale overeenkomsten aan enig ander derde land toekent.
5. De bepalingen van punt 4 zijn niet van toepassing op de voordelen die de Republiek Tadzjikistan op een grondslag van daadwerkelijke wederkerigheid aan enig derde land toekent of op de voordelen die de Republiek Tadzjikistan aan een ander land van de voormalige Sovjet-Unie toekent.
PROTOCOL
Betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:
a) „douanewetgeving”: de op het grondgebied van de partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder andere douaneregelingen of -procedures, met inbegrip van de door partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
b) „verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve auto riteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een ver zoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;
c) „aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve auto riteit die door een partij is aangewezen om verzoeken om administratieve bijstand in douanezaken te ontvangen;
d) „persoonsgegevens”: alle inlichtingen over een bepaalde of te bepalen natuurlijke persoon;
e) „met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtre ding of poging tot overtreding van de douanewetgeving.
Artikel 2
Toepassingsgebied
1. De partijen verlenen elkaar op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden bijstand, op de wijze en op de voorwaarden als bij dit protocol vastgesteld, met het oog op correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het voorkomen, onderzoeken en vervolgen van handelingen in strijd met deze wetgeving.
2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor alle administratieve autoriteiten van de partijen die voor de toepassing van dit protocol bevoegd zijn. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken. Deze geldt ook niet voor infor matie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.
Artikel 3
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aan gezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informa tie die deze nodig heeft om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving wordt nageleefd, met name van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die met deze wetgeving strijdig zijn of zouden kunnen zijn.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aange zochte autoriteit haar mede:
a) of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd op correcte wijze op het grondgebied van de andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval met ver melding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;
b) of goederen die op het grondgebied van een der partijen zijn ingevoerd op correcte wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval met ver melding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aan gezochte autoriteit, overeenkomstig haar wet- en regelgeving, de nodige maatregelen met het oog op bijzonder toezicht op:
a) natuurlijke personen of rechtspersonen van wie redelijker wijze kan worden vermoed dat zij de douanewetgeving over treden of overtreden hebben;
b) plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of zouden kunnen zijn opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden ver moed dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij hande lingen die in strijd zijn met de douanewetgeving;
c) goederen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;
d) vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoe den bestaat dat zij voor het plegen van handelingen in strijd met de douanewetgeving zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
Artikel 4
Bijstand op eigen initiatief
Partijen verlenen elkaar op eigen initiatief en overeenkomstig hun wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wanneer zij informatie krijgen over:
— transacties die een inbreuk vormen of lijken te vormen op deze wetgeving en die van belang kunnen zijn voor een andere partij;
— nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij over tredingen van de douanewetgeving;
— goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van transacties in strijd met de douanewetgeving;
— natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrich ten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;
— vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoe den bestaat dat zij voor het plegen van handelingen in strijd met de douanewetgeving zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.
Artikel 5
Afgifte van documenten/Kennisgeving van besluiten
Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wet- en regelgeving alle maatrege len die nodig zijn voor:
— de afgifte van alle documenten,
— de kennisgeving van alle besluiten,
die van de verzoekende autoriteit uitgaan en onder het toepassingsgebied van dit protocol vallen, aan een geadresseerde die op het zijn grondgebied verblijft of gevestigd is. In dat geval is artikel 6, lid 3, van toepassing, wat de verzoeken om mededeling van informatie of kennisgeving betreft.
Artikel 6
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. De verzoeken in het kader van dit protocol worden schrif telijk ingediend. Zij gaan vergezeld van de documenten die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddel lijk schriftelijk worden bevestigd.
2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende verzoe ken bevatten de hierna volgende gegevens:
a) de naam van de verzoekende autoriteit;
b) de gevraagde maatregel;
c) het onderwerp en de reden van het verzoek;
d) de relevante wetten, regels en andere rechtsvoorschriften;
e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onder zoek betrekking heeft;
f) een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd.
3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.
4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Artikel 7
Behandeling van verzoeken
1. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en de haar beschik bare middelen, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelde, door reeds
beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is tevens van toe passing op instanties aan welke de aangezochte autoriteit het ver zoek op grond van dit protocol doorzendt, indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, voorschriften en andere rechtsinstrumenten van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.
3. Gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen met instemming van de andere betrokken partij en onder de voor waarden die laatstgenoemde stelt, van de diensten van de aange zochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie inwinnen over transacties waarbij de douanewetgeving wordt of zou kunnen worden overtreden, indien de verzoekende autoriteit deze infor matie nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit protocol.
4. ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere betrokken overeenkomstsluitende partij, en onder de voor waarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.
Artikel 8
Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het onderzoek aan de verzoekende autoriteit mee in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke.
2. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die, in ongeacht welke vorm, met behulp van sys temen voor automatische gegevensverwerking voor hetzelfde doel wordt verstrekt.
3. Originele dossiers en documenten worden alleen opge vraagd wanneer niet kan worden volstaan met gewaarmerkte kopieën. Toegezonden originelen worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.
Artikel 9
Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend
1. De partijen kunnen de in dit protocol bedoelde bijstand wei geren wanneer het verlenen daarvan:
a) de soevereiniteit van de Republiek Tadzjikistan of die van een lidstaat van de Europese Unie die uit hoofde van dit protocol om bijstand is gevraagd, zou kunnen aantasten,
of
b) de openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen, met name in de in artikel 10, lid 2, genoemde gevallen, zou kunnen aantasten,
of
c) tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden.
2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of pro cedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autori teit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bij stand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
4. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen dit besluit en de redenen ervan terstond aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.
Artikel 10
Het uitwisselen van gegevens en geheimhouding
1. alle informatie, in welke vorm dan ook, die ter uitvoering van dit protocol is verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, of is voor beperkte verspreiding bestemd, afhankelijk van de van toe passing zijnde voorschriften van elk van de partijen, en valt onder de geheimhoudingsplicht. Op deze informatie is de wetgeving van toepassing die op soortgelijke informatie van de ontvangende par tij van toepassing is, alsmede de ter zake geldende bepalingen waaraan de communautaire instellingen zijn onderworpen.
2. Persoonlijke gegevens mogen alleen worden verstrekt wan neer de ontvangende partij zich ertoe verbindt deze gegevens een op zijn minst equivalente bescherming te geven als die welke in dat specifieke geval wordt toegepast door de partij die de gege vens verstrekt.
3. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt. Dergelijke informatie mag uitsluitend op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden worden gebruikt.
4. Het bepaalde in lid 3 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douane wetgeving. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft ver strekt, wordt van een dergelijk gebruik onmiddellijk in kennis gesteld.
5. De partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden in hun rapporten, getuigenissen en gerechtelijke procedures als bewijsmateriaal gebruiken.
Artikel 11
Deskundigen en getuigen
1. Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambte naar kan worden gemachtigd, binnen de beperkingen van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van de andere partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administra tieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden
waarop dit protocol van toepassing is en daarbij de voor deze pro cedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.
2. Die ambtenaar geniet op het grondgebied van de verzoe kende autoriteit dezelfde rechtsbescherming als de eigen ambte naren van die autoriteit.
Artikel 12
Kosten van de bijstand
De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzonde ring, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
Artikel 13
Uitvoering
1. De centrale douaneautoriteiten van de Republiek Tadzji kistan, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, ander zijds, zijn belast met de uitvoering van dit Protocol. Deze instan ties stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voor schriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit Protocol dienen te worden aangebracht.
2. De partijen plegen overleg over en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol wor den vastgesteld.
Artikel 14
Andere overeenkomsten
1. Rekening houdend met de specifieke bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de lidstaten geldt het volgende:
— het Protocol doet geen afbreuk aan de verplichtingen van de verdragsluitende partijen krachtens andere internationale overeenkomsten of verdragen;
— het Protocol wordt beschouwd als een aanvulling op over eenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen indivi duele lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Tadzjikistan zijn of kunnen worden gesloten, en
— het Protocol doet geen afbreuk aan de voorschriften betref fende de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van informatie verkregen op onder deze overeenkomst vallende gebieden die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.
2. Niettegenstaande de bepalingen van lid 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven de bepalingen van bila terale overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen individuele lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Tadz jikistan zijn of eventueel worden gesloten, voor zover de bepalin gen van laatstgenoemde onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit protocol.
3. Over kwesties betreffende de toepasselijkheid van dit pro tocol voeren de verdragsluitende partijen overleg teneinde een oplossing te vinden in het kader van het krachtens artikel 79 van deze overeenkomst ingestelde Samenwerkingscomité.
SLOTAKTE
De gevolgmachtigden van: HET KONINKRIJK BELGIË, DE PORTUGESE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK DENEMaRKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLaND,
DE REPUBLIEK ESTLaND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPaNJE, DE FRaNSE REPUBLIEK, IERLaND,
DE ITaLIaaNSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS,
DE REPUBLIEK LETLaND,
DE REPUBLIEK LITOUWEN,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGaRIJE,
DE REPUBLIEK MaLTa,
HET KONINKRIJK DER NEDERLaNDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE REPUBLIEK POLEN,
DE PORTUGESE XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXXXXX, XX XXXXxxXXX XXXXXXXXX, XX XXXXXXXXX XXXXxXX,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VaN GROOT-BRITTaNNIË EN NOORD-IERLaND,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHaP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHaP VOOR aTOOMENERGIE, hierna „de lidstaten” genoemd, en van
DE EUROPESE GEMEENSCHaP EN DE EUROPESE GEMEENSCHaP VOOR aTOOMENERGIE, hierna „de Gemeenschap”
genoemd, enerzijds, en
de gevolmachtigden van de REPUBLIEK TaDZJIKISTaN,
anderzijds,
bijeengekomen te Luxemburg op 11 oktober 2004 voor de ondertekening van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeen schappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tadzjikistan, anderzijds, hierna „de overeenkomst” genoemd, hebben de volgende teksten aangenomen:
De overeenkomst, waaronder de bijlagen en het volgende protocol:
Het Protocol betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadz jikistan hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen en briefwisseling aangenomen, die aan deze slot akte zijn gehecht:
Gemeenschappelijke verklaring betreffende persoonsgegevens Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 13 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende het begrip „zeggenschap” in artikel 22, onder b), en artikel 33. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 32 van de overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van de overeenkomst. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 94 van de overeenkomst.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadz jikistan hebben eveneens kennis genomen van de verklaring van de Commissie en van de Raad van de Euro pese Unie met betrekking tot de aan deze slotakte gehechte clausule betreffende de terugkeer en de overname van illegale migranten (artikel 70).
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van de Republiek Tadz jikistan hebben voorts kennis genomen van de volgende aan deze slotakte gehechte briefwisseling:
Briefwisseling tussen de Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan betreffende de vestiging van vennootschappen.
Hecho en Luxemburgo, el once de octubre del dos mil cuatro. V Lucemurku dne jedenáctého října dva tisíce čtyři.
Udfærdiget i Luxembourg den elevte oktober to tusind og fire. Geschehen zu Luxemburg am elften Oktober zweitausendundvier.
Kahe tuhande neljanda aasta oktoobrikuu üheteistkümnendal päeval Luxembourgis. Έγινε στo Λουξεμβούργο, στις ένδεκα Οκτωβρίου δύο χιλιάδες τέσσερα.
Done at Luxembourg on the eleventh day of October in the year two thousand and four. Fait à Luxembourg, le onze octobre deux mille quatre.
Fatto a Lussembourgo, addi’ undici ottobre duemilaquattro. Luksemburgā, divi tūkstoši ceturtā gada vienpadsmitajā oktobrī.
Priimta du tūkstančiai ketvirtų metų spalio vienuoliktą dieną Liuksemburge.
Kelt Luxembourgban, a kétezer-negyedik év október havának tizenegyedik napján. Magħmul fil-Lussemburgu fil-ħdax-il jum ta’ Ottubru fis-sena elfejn u erbgħa.
Gedaan te Luxemburg, de elfde oktober tweeduizendvier.
Sporządzono w Luksemburgu dnia jedenastego października roku dwutysięcznego czwartego. Feito em Luxemburgo, em onze de Outubro de dois mil e quatro.
V Luxemburgu jedenásteho októbra dvetisícštyri. V Luxembourgu, enajstega oktobra dva tisoč štiri.
Tehty Luxemburgissa yhdentenätoista päivänä lokakuuta vuonna kaksituhattaneljä. Som skedde i Luxemburg den elfte oktober tjugohundrafyra.
Ин Созишнома дар шахри Люксембург 11 октябри соли 2004 ба имзо расид.
Pour le Royaume de Belgique Voor het Koninkrijk België Für das Königreich Belgien
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté ger manophone, la Xxxxxx xxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Ge meenschap, het Vlaamse Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Fran zösisch Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
Za Českou republiku
På Kongeriget Danmarks vegne
Für die Bundesrepublik Deutschland
Eesti Vabariigi nimel
Για την Ελληνική Δημοκρατία
Por el Xxxxx xx Xxxxxx
Pour la République française
Thar cheann Na hÉireann For Ireland
Per la Repubblica italiana
Για την Κυπριακή Δημοκρατία
Latvijas Republikas vārdā
Lietuvos Respublikos vardu
Pour le Grand-Duché de Luxembourg
a Magyar Köztársaság részéről
Għar-Repubblika ta’ Malta
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
Für die Republik Österreich
W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej
Pela República Portuguesa
Za Republiko Slovenijo
Za Slovenskú republiku
Suomen tasavallan puolesta För Republiken Finland
För Konungariket Sverige
For the United Kingdom of Xxxxx Xxxxxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxx
Xxx xxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xx Evropská společenství
For De Europæiske Fællesskaber
Für die Europäischen Gemeinschaften Euroopa ühenduste nimel
Για τις Ευρωπαϊκές Κοινότητες For the European Communities
Pour les Communautés européennes Per le Comunità europee
Eiropas Kopienu vārdā Europos Bendrijų vardu
az Európai Közösségek részéről Għall-Komunitajiet Ewropej
Voor de Europese Gemeenschappen W imieniu Wspólnot Europejskich Pelas Comunidades Europeias
Za Európske spoločenstvá Za Evropske skupnosti
Euroopan yhteisöjen puolesta
På Europeiska gemenskapernas vägnar
Аз чониби Чумхурии Точикистон
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE PERSOONSGEGEVENS
Bij de toepassing van de overeenkomst zijn de partijen zich bewust van de noodzaak van een adequate bescher ming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonlijke gegevens en het vrije verkeer van der gelijke gegevens.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE aRTIKEL 5
Indien de partijen menen dat de omstandigheden ontmoetingen op het hoogste niveau nodig maken, dan kun nen deze op ad-hocbasis worden georganiseerd.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE aRTIKEL 13
Tot de Republiek Tadzjikistan toetreedt tot de WTO overleggen de partijen binnen het Samenwerkingscomité over het Tadzjiekse beleid inzake invoertarieven, met inbegrip van veranderingen in de tariefbescherming. In het bijzonder voorafgaand aan een verhoging van de tariefbescherming wordt dergelijk overleg aangeboden.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE HET BEGRIP „ZEGGENSCHaP” IN aRTIKEL 22, ONDER B), EN aRTIKEL 33
1. De partijen bevestigen dat zij onderling zijn overeengekomen dat „zeggenschap” afhangt van de feitelijke omstandigheden van elk geval.
2. Een vennootschap wordt bij voorbeeld geacht onder „zeggenschap” van een andere onderneming te staan, en dus een dochteronderneming van de andere vennootschap te zijn, indien:
— de andere vennootschap direct of indirect beschikt over een meerderheid van de stemrechten, of
— de andere vennootschap het recht heeft een meerderheid van het bestuurs-, leidinggevend of toezicht houdend orgaan aan te stellen of af te zetten, en tezelfdertijd aandeelhouder of lid van de dochter onderneming is.
3. Beide partijen menen dat de in punt 2 vermelde criteria geen limitatieve opsomming vormen.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE aRTIKEL 32
Het feit dat een visum wordt vereist voor natuurlijke personen van bepaalde partijen en niet voor die van andere, wordt niet op zichzelf beschouwd als iets dat uit een specifieke verbintenis voortvloeiende voordelen teniet doet of daaraan afbreuk kan doen.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE aRTIKEL 39
De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de overeenkomst intellectuele, industriële en commer ciële eigendom inzonderheid het volgende omvat: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma’s, en naburige rechten, de rechten voor octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, warenmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom en bescherming van niet- openbaargemaakte informatie over knowhow.
GEMEENSCHaPPELIJKE VERKLaRING BETREFFENDE aRTIKEL 94
1. De partijen komen met het oog op de juiste uitlegging en toepassing van de overeenkomst overeen dat onder de in artikel 94 van de overeenkomst bedoelde „bijzonder dringende gevallen” wordt verstaan: gevallen van wezenlijke inbreuk op de overeenkomst door één van de partijen. Wezenlijke inbreuk op de overeenkomst houdt in:
a) afwijzing van de overeenkomst die niet in overeenstemming is met de algemene regels van het volkenrecht,
of
b) schending van de essentiële onderdelen van de overeenkomst als vermeld in artikel 2.
2. De partijen komen overeen dat onder de in artikel 94 genoemde „passende maatregelen” wordt verstaan maatregelen die in overeenstemming zijn met het internationale recht. Indien een partij een maatregel in een bijzonder dringend geval zoals bedoeld in artikel 94 neemt, kan de andere partij een beroep doen op de procedure voor geschillenbeslechting.
VERKLaRING VaN DE COMMISSIE EN DE RaaD VaN DE EUROPESE UNIE OVER DE CLaUSULE BETREFFENDE DE TERUGKEER EN OVERNaME VaN ILLEGaLE IMMIGRaNTEN (aRTIKEL 70)
artikel 70 doet geen afbreuk aan de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten wat betreft de sluiting van overnameovereenkomsten.
BRIEFWISSELING
Tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tadzjikistan betreffende de vestiging van vennootschappen
a. Brief van de regering van de Republiek Tadzjikistan
Mijnheer,
Hierbij verwijs ik naar de op 16.12.2003 geparafeerde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat de Republiek Tadzjikistan communautaire vennoot schappen die zich in de Republiek Tadzjikistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Tadzjiekse beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschappen in de Republiek Tadzjikistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat de Republiek Tadzjikistan in de periode tussen de datum van parafering van deze overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van ven nootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Tadzjiekse vennootschappen of vennootschappen van een derde land ten opzichte van de situatie op de datum van parafering van deze overeenkomst.
Mag ik u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te bevestigen. Hoogachtend,
Voor de regering van de Republiek Tadzjikistan
B. Brief van de Europese Gemeenschap
Mijnheer,
Ik dank u voor uw brief van heden welke als volgt luidt:
„Hierbij verwijs ik naar de op 16.12.2003 geparafeerde partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.
Tijdens de onderhandelingen heb ik erop gewezen dat de Republiek Tadzjikistan communautaire ven nootschappen die zich in de Republiek Tadzjikistan vestigen en er activiteiten uitoefenen, in bepaalde opzichten een voorkeursbehandeling verleent. Ik heb daarbij opgemerkt dat hiermee uitvoering wordt gegeven aan het Tadzjiekse beleid om met alle middelen de vestiging van communautaire vennootschap pen in de Republiek Tadzjikistan te bevorderen.
Dit betekent naar mijn oordeel dat de Republiek Tadzjikistan in de periode tussen de datum van parafe ring van deze overeenkomst en de inwerkingtreding van de desbetreffende artikelen inzake de vestiging van vennootschappen, geen maatregelen of voorschriften zal vaststellen tot invoering of verzwaring van discriminatie van communautaire vennootschappen ten opzichte van Tadzjiekse vennootschappen of ven nootschappen van een derde land ten opzichte van de situatie op de datum van parafering van deze overeenkomst.
Mag ik u verzoeken mij de ontvangst van deze brief te bevestigen.”.
Ik bevestig u de ontvangst van deze brief. Hoogachtend,
Namens
de Europese Gemeenschap