DE ONDERGETEKENDEN:
Samenwerkingsovereenkomst Inkoop Sociaal Domein Regio Maastricht Heuvelland
DE ONDERGETEKENDEN:
I. de navolgende publiekrechtelijke rechtspersonen:
a) Gemeente Eijsden-Margraten, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer D.A.M. Xxxxxxxxx, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
b) Gemeente Gulpen-Wittem, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
c) Gemeente Maastricht, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer O. Hoes, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
d) Gemeente Meerssen, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar waarnemend burgemeester de heer A.M.J. Cremers, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
e) Gemeente Vaals, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer X. xxx Xxx, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
f) Gemeente Valkenburg aan de Geul, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer M.J.A. Xxxxxxxx, die handelt ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d.
hierna gezamenlijk aan te duiden als "de gemeenten" en
II. de Dienstverleners genoemd in bijlage 1 Ondergetekenden sub I en II ook gezamenlijk te noemen "partijen". OVERWEGENDE:
a) Dat de gemeenten op 10 januari 2013 een toekomstbestendige samenwerking zijn aangegaan door ondertekening van een convenant gericht op een gezamenlijke agenda voor Maastricht-Heuvelland.
b) Dat de gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), welke gezamenlijk in deze overeenkomst als het sociaal domein worden aangeduid;
c) Dat de gemeenten voor de inkoop op het terrein van de Jeugdwet, de WMO 2015 en (delen van) de Participatiewet hebben besloten in een interactief proces van bestuurlijke aanbesteding met potentiële dienstverleners samen te werken
d) Dat de gemeenten met de potentiële dienstverleners dan ook een aantal bindende afspraken willen maken over hoe dit proces tot dienstverleningsovereenkomsten op het sociaal domein kan leiden;
e) Dat deze samenwerkingsovereenkomst het kader biedt waarbinnen dit proces zal plaatsvinden;
f) Dat deze samenwerkingovereenkomst wordt aangegaan binnen een groot aantal onzekerheden en daarom ook de (proces)ruimte moet bieden om flexibel met nieuwe ontwikkelingen en inzichten om te gaan;
g) Dat in het vervolg van het proces op deelterreinen aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden voor de dienstverlening op het sociaal domein zullen worden vastgesteld;
h) Dat deze aanvullende voorwaarden ofwel eenzijdig door gemeenten ofwel in gezamenlijkheid maar altijd via het concept van de ontwikkeltafel transparant tot stand komen;
i) Dat de samenwerkingsovereenkomst en de aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden de basis vormen voor de op individuele basis af te sluiten dienstverleningsovereenkomsten tussen de gemeenten en de dienstverleners op het sociaal domein;
j) Dat voor 2015 een transitiearrangement voor de Jeugdzorg is overeengekomen waarbij voor 2015 voor alle Zuid Limburgse gemeenten continuering van jeugdzorg wordt beoogd, zowel voor burgers als voor de dienstverleners;
k) Dat 2015 ook voor de WMO 2015 als transitiejaar geldt waarvoor nadere afspraken over continuering van de WMO dienstverlening zowel voor klanten als voor de dienstverleners worden gemaakt;
l) Dat de periode 2016-2018 als transformatieperiode wordt aangemerkt waarbij gemeenten en dienstverleners de zorg volgens de uitgangspunten van de gemeentelijke beleidskaders dienen in te richten en dat de voorbereidingen daarvoor in 2014 zijn begonnen;
m) Dat de gemeenten voor de veranderingen in het sociaal domein als bedoeld onder a de uitgangspunten hanteren zoals die in de wetgeving en het lokale beleid (zie hiervoor xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx) zijn benoemd. Enkele voorbeelden hiervan zijn (niet uitputtend);
Inhoudelijke uitgangspunten
• Maatschappelijke participatie naar vermogen. Hierbinnen is economische zelfstandigheid top-prioriteit.
• Een fundamentele transformatie van de organisaties in het sociale domein gericht op een optimaal maatschappelijke rendement van de beschikbare budgetten.
• Het sociale domein kent vier dimensies: 1) gewoon meedoen 2) versterken 3) ondersteunen en 4) overnemen. Zo weinig mogelijk mensen komen terecht in de derde en vierde dimensie. Waar dat toch gebeurt zorgen partijen voor een vorm van ondersteuning, die erop is gericht dat de burger zo snel en zo ver mogelijk weer zelfstandig in het gewone leven mee kan doen.
Strategische uitgangspunten
• Burgerkracht en actief burgerschap is fundamenteel : burgers worden in positie gebracht om hun eigen plannen te maken en te regisseren, waarbij burgers waar mogelijk (co-)producent van de oplossing van hun vraag/probleem zijn.
• Het uitgangspunt 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur is leidend voor het sociaal domein.
• Publieke (algemene) voorzieningen worden maximaal vrij toegankelijk vormgegeven. Alleen waar nodig wordt doorverwezen, alleen in bijzondere gevallen op indicatie.
• De gemeente voert de regie op de transitie en de transformatie van het sociaal domein en kan daarbij een gedifferentieerd instrumentarium inzetten.
Organisatorische uitgangspunten
• Centraal in de nieuwe aanpak staat een nieuw in te richten 1elijn door het werken met sociale teams. Op basis van landelijke ervaringsgevens en de eigen ervaringen uit de pilots en proeftuinen kan de inrichting van deze eerste lijn aangepast worden. Onder verwijzing naar overweging f in de considerans wordt hierbij van alle partijen de hiervoor noodzakelijke flexibiliteit verwacht.
• De bestaande front offices van aanbieders gaan (deels) op in deze nieuwe 1e lijn. Ook gemeentelijke diensten kunnen (geheel of gedeeltelijk) opgaan in deze nieuwe 1e lijn.
• Aanbieders van langer durende ondersteuning waaronder de gemeenten organiseren zich gebiedsgericht.
• Aanbieders ontwikkelen zoveel mogelijk collectieve voorzieningen in plaats van individuele maatwerkvoorzieningen.
Uitgangspunten financiën
• De transitie en transformatie van het sociaal domein vindt plaats binnen de beschikbare rijksmiddelen.
• Een structureel krimpend totaalbudget voor het sociaal domein dwingt partijen tot een verschuiving van de middelen van individueel maatwerk naar collectieve voorzieningen op basis van burgerkracht, basisvoorzieningen, 1e lijn/Sociaal Team.
o) Dat binnen deze de samenwerking partijen streven naar het delen van kennis en expertise op het sociaal domein in de regio.
p) Dat binnen het sociaal domein plaats is voor innovatieve aanbieders en dat deze samenwerking daarmee ook ruimte biedt voor kleine en/of nieuwe aanbieders.
q) Dat partijen verklaren elkaar met respect en te goeder trouw te zullen bejegenen, voor zover mogelijk rekening te houden met elkaars belangen/standpunten en deze overeenkomst niet te zullen opzeggen alvorens te overleggen, zich daarin professioneel opstellen en daarbij het belang van de burger voorop stellen.
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1: Definities en begrippen
1.1 Burger: inwoner van de aan deze overeenkomst verbonden gemeenten: Eijsden- Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals of Valkenburg aan de Geul.
1.2 Dienst: een maatregel op het gebied van maatschappelijke ondersteuning door een dienstverlener die de burger, die beperkingen ondervindt, in staat stelt zoveel mogelijk zelfstandig dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, het persoonlijk leven te structureren en daarover regie te voeren.
1.3 Dienstverlener: een organisatie die zorg en/of sociaal-maatschappelijke dienstverlening verstrekt aan burgers.
1.4 Dienstverleningsovereenkomst: overeenkomst met daarin concrete afspraken tussen de gemeenten en een of meer dienstverlener(s) over de te leveren diensten en de te behalen resultaten hiermee.
1.5 Ontwikkeltafel (OT): overlegvorm tussen gemeenten en potentiële dienstverleners in het sociaal domein die deze samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend. Nadere thema’s, agenda, werkwijze en kaders voor OT’s worden in onderling overleg benoemd. Per onderwerp/thema kan een aparte OT worden ingesteld. Deelname aan de OT vindt plaats via afwisselend:
a. fysiek overleg waaraan een selectie van dienstverleners deelneemt en
b. virtueel overleg waaraan alle potentiële dienstverleners die deze samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend deelnemen.
Deelname aan de OT is niet vrijblijvend: iedere deelnemer wordt geacht middels de hiervoor ingerichte website actief stukken tot zich te nemen, voorstellen te doen, reacties te geven en anderszins te communiceren over het betreffende onderwerp.
1.6 Voorlopig voorstel: een voorstel ingebracht door een partij dat wordt besproken en
- indien noodzakelijk - wordt uitgewerkt in een fysiek overleg van de OT.
1.7 Uitgewerkt voorstel: een voorstel expliciet voor besluitvorming opgesteld voor een fysiek overleg dat eerst wordt voorgelegd ter besluitvorming aan de gemeenten en bij goedkeuring aan de dienstverleners wordt voorgelegd, ter definitieve besluitvorming of ter kennisneming.
Artikel 2: Doel van de overeenkomst
2.1 Het doel van de overeenkomst is het tot stand brengen van een processtructuur tussen partijen voor overleg, ontwikkeling, voorbereiding van besluitvorming en communicatie, gericht op de totstandkoming van dienstverleningsovereenkomsten op het sociale domein , onder meer door het in het leven roepen van de OT. Partijen maken ook gebruik van deze structuur voor het voorbereiden, beheren en monitoren van de eventuele aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden die onderdeel zullen worden van de nog te sluiten dienstverleningsovereenkomsten.
2.2 Deze samenwerkingsovereenkomst respecteert bestaande samenwerkingsvormen van partijen zoals overeenkomsten tot onderaanneming of ketensamenwerking.
2.3 Deze samenwerkingsovereenkomst sluit nieuwe samenwerking met andere of aansluiting van partijen bij bestaande overeenkomsten niet uit, tenzij dit in strijd is met de geest of het doel van deze overeenkomst.
Artikel 3: Reikwijdte van de samenwerking
3.1 Deze samenwerking staat open voor de gemeenten van het samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland.
3.2 Deze samenwerking staat open voor dienstverleners, die voldoen aan gebruikelijke kwaliteitseisen op hun werkveld, voldoen aan algemene wettelijke eisen en meer specifieke wettelijke eisen voor zover die relevant zijn voor hun dienstverlening. Genoemde eisen worden nader uitgewerkt in de aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden
3.3 Partijen houden de mogelijkheid open om deze samenwerking uit te breiden met andere Zuid-Limburgse gemeenten.
3.4 Deze samenwerking wordt aangegaan voor de duur van het transitie- en transformatieproces, dat wil zeggen tot 1 januari 2018. Op basis van de evaluaties als bedoeld in artikel 9.1 kan in onderling overleg tot verlenging worden besloten.
3.5 Partijen kunnen individueel of gezamenlijk met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden deze samenwerkingsovereenkomst wegens bijzondere omstandigheden gemotiveerd beëindigen.
3.6 Opzegging als bedoeld in het vorige lid heeft geen invloed op de eventueel aangegane, bindende dienstverleningsovereenkomsten zoals die op basis van deze samenwerkingsovereenkomst tot stand zijn gekomen tenzij partijen anders overeenkomen.
3.7 Gemeenten bepalen via het proces van de OT welke dienstverlening op het sociaal domein via deze samenwerkingsovereenkomst zal worden ingekocht.
3.8 Partijen houden de mogelijkheid open om deze samenwerking uit te breiden met andere onderdelen van het sociaal domein.
Artikel 4: Deelname van en door dienstverleners
4.1 Uitgangspunt is, dat elke dienstverlener als bedoeld in artikel 3.2 aan deze samenwerking kan meedoen door zich te conformeren aan de inhoud van deze overeenkomst door ondertekening hiervan, waardoor de dienstverlener zal worden toegevoegd aan de lijst in bijlage 1.
4.2 Voor de startbijeenkomst zijn alle dienstverleners, voor zover bekend, uit de regio Maastricht Heuvelland uitgenodigd.
4.3 Aangezien het ondoenlijk is om alle dienstverleners in de regio Maastricht Heuvelland uit te nodigen voor het fysieke overleg van de OT wordt per afzonderlijke OT een zorgvuldige afweging gemaakt van deelnemers op basis van marktaandeel (grote en kleine partijen), verdeling per domein als ook naar de geldstromen (ZiN en PGB). Dit laat onverlet, dat ook andere dienstverleners als bedoeld in artikel 3.2 die deze samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend zich kunnen aanmelden voor het fysieke overleg van de OT. Gemeenten beoordelen dan of deelname op basis van het hiervoor beschreven criteria alsnog mogelijk is.
Artikel 5: Gemeenschappelijk overleg
5.1 OT: alle partijen die deze samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend kunnen deelnemen aan de OT
5.2 Personen: elke partij is zelf verantwoordelijk voor het aanwijzen van een contactpersoon voor de OT. Al naargelang het onderwerp kunnen andere contactpersonen aangewezen worden. Ook wijzen zij een vervanger voor deze persoon aan. Partijen geven de namen van deze personen en hun contactinformatie (in ieder geval een @mailadres) voorafgaand aan de OT schriftelijk door aan de gemeenten.
5.3 Projectleiders: de gemeenten vaardigen projectleiders af voor de OT. Deze zijn belast met het organiseren van de OT. Deze organisatie bestaat in ieder geval uit:
a. het actueel houden van de ledenlijst van de OT
b. het actueel houden van de contactpersonenlijst;
c. het onderhouden en beheren van de website www.sociaaldomein-maastricht- xxxxxxxxxx.xx;
d. het organiseren, voorzitten, deelnemenaan het fysieke overleg en verslaglegging van van de OT;
e. het uitwerken van voorstellen, zoals de aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden als resultaat van de OT.
5.4 Voorstellen: elke partij die deze samenwerkingsovereenkomst heeft ondertekend kan concrete voorstellen doen ter verbetering en/of aanpassing van het onderhavige proces dan wel voorlopige inhoudelijke voorstellen doen, die relevant zijn voor de totstandkoming, inhoud en uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst(en). Ten aanzien van deze inhoudelijke voorlopige voorstellen wordt bij de eerstvolgende OT besloten of het onderwerp zich leent voor een apart inhoudelijk in te stellen OT.
5.5 Uitwerking: het fysieke overleg van de OT behandelt de genoemde voorstellen en signalen over de uitvoering van deze overeenkomst. Van de voortgang en uitwerking berichten de gemeenten tijdens de eerstvolgende OT en via de website xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx.
Elke partij kan op de voortgang en uitwerking reageren via de website.
Artikel 6: Inbreng via het virtuele overleg van de ontwikkeltafel
6.1 Informatie: alle geïnteresseerden, ook burgers en partijen die niet deelnemen aan de fysieke OT, kunnen de voortgang van dit inkoopproces en alle relevante documenten raadplegen via de website xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx.
6.2 Signalen: alle partijen kunnen via de website signalen afgeven via een door de gemeenten op te stellen digitaal antwoordformulier.
6.3 Voorstellen: alle partijen kunnen via de website voorstellen doen via een door de gemeenten op te stellen digitaal antwoordformulier.
6.4 Reageren: alle geïnteresseerden, ook burgers en partijen die niet deelnemen aan de OT, kunnen via de website reageren op de voortgang van, uitwerking en ontwikkeling door de OT.
6.5 Gemeenten beoordelen of conform artikel 6.4 ingediende vragen, opmerkingen en voorstellen als relevante inbreng voor de OT geagendeerd wordt.
Artikel 7: Inbreng via het fysieke overleg van de ontwikkeltafel
7.1 Bijeenkomsten: de gemeenten organiseren zo vaak als partijen dat noodzakelijk achten, een fysieke overleg van de OT en nodigen deelnemers uit met inachtneming van artikel 4.3.
7.2 Deelname: Partijen nemen op uitnodiging van de gemeenten zoveel als mogelijk deel aan het fysieke overleg van de OT. Uitgenodigde partijen leveren een actieve bijdrage aan het fysieke overleg van de OT.
7.3 Verantwoordelijkheid: De gemeentelijke projectleiders dragen zorg voor de regie en organisatie van het fysieke overleg van de OT en dragen er zorg voor dat de noodzakelijke expertise aanwezig is.
7.4 Samenstelling: de gemeenten bepalen per onderwerp zoveel mogelijk in overleg met de dienstverleners de samenstelling van fysieke overleg van de OT. De samenstelling van het
fysieke overleg publiceert de gemeente op de website. De gemeenten kunnen deze beargumenteerd, desgewenst op verzoek van één of meer dienstverleners, aanpassen.
7.5 Onderwerpen: het fysiek overleg van de OT behandelt voorstellen die deelnemers ervan zelf inbrengen, alsook op verzoek van gemeenten de via de website/virtuele overleg van de OT binnengekomen voorlopige voorstellen en signalen van niet partijen conform artikel 6.4. Het fysieke overleg van de OT beslist vervolgens of een voorlopig voorstel nader uitgewerkt zal worden. Aldus uitgewerkte voorstellen zullen na behandeling en goedkeuring door het fysieke overleg van de OT vervolgens via website gepubliceerd worden voor reacties van partijen. Op basis van de reacties concludeert het fysieke overleg van de OT of een al dan niet aangepast uitgewerkt voorstel aan gemeentebesturen ter besluitvorming wordt voorgelegd.
Artikel 8: Dienstverleningsovereenkomst
8.1 Als partijen binnen de kaders van deze samenwerking tot overeenstemming komen over de te leveren diensten en de daarmee te behalen resultaten, dan sluiten zij daarvoor een afzonderlijke individuele dienstverleningsovereenkomst.
8.2 De dienstverleningsovereenkomst bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
a) namen van de deelnemende gemeenten;
b) na(a)m(en) van de deelnemende dienstverlener(s);
c) welke burgers onder welke voorwaarden in aanmerking komen voor de te leveren diensten en de daarmee te behalen resultaten;
d) de van toepassing zijnde kwaliteitscriteria en de overige aanvullende inhoudelijke randvoorwaarden als bedoeld in artikel 2.2;
e) toe- en uittredingsvoorwaarden dienstverleningsovereenkomst;
f) activiteiten die de dienstverlener(s) gaat of gaan uitvoeren en de resultaten die daarmee behaald dienen te worden;
g) activiteiten die de gemeenten gaan uitvoeren en/of de prestaties die de gemeenten gaan leveren om hetgeen onder f genoemd mogelijk te maken;
h) wijze van monitoren en verantwoorden van activiteiten, resultaten en prestaties;
i) wijze van financiering, financiële verantwoording en wijze van betalen;
j) looptijd.
Artikel 9 Periodieke evaluatie
9.1 Gedurende de looptijd van deze samenwerkingsovereenkomst vindt jaarlijks of zoveel vaker als partijen dat wenselijk vinden overleg plaats over de werking van deze samenwerking en eventuele knelpunten daarbij.
9.2 Desgewenst worden via de OT verbetervoorstellen voor de wijze van samenwerking en het oplossen van knelpunten gedaan.
Artikel 10: Slotbepalingen
10.1 Aan de opschriften bij de artikelen in deze overeenkomst komt geen zelfstandige betekenis toe.
10.2 De bijlagen maken uitdrukkelijk deel uit van deze overeenkomst. Een verwijzing naar de overeenkomst is tevens een verwijzing naar de bijlagen.
10.3 Van deze overeenkomst maken de navolgende bijlagedeel uit:
- BIJLAGE 1: Lijst van deelnemers
10.4 Toepasselijk recht: op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
10.5 De Rechter als ultimum remedium: partijen komen overeen dat zij, alvorens gebruik te maken van een gang naar de rechter bij het ontstaan van geschillen bij de uitvoering
van deze overeenkomst of daaruit voortkomende dienstverleningsovereenkomsten, onder verwijzing naar overweging q in de considerans bij deze overeenkomst eerst onderling in overleg zullen treden om deze geschillen op te lossen. Desgewenst kan daarvoor mediation worden ingezet.
10.6 Deze overeenkomst kan worden aangehaald als Samenwerkingsovereenkomst inkoop sociaal domein Maastricht-Heuvelland.