VLAAMS PARLEMENT
Nr. 7
VLAAMS PARLEMENT
Zitting 2003-2004
15 oktober 2003
HANDELINGEN
PLENAIRE VERGADERING
ACTUELE VRAGEN
RESOLUTIE GEBRUIK VAN MILIEUBELEIDSOVEREENKOMSTEN IN HET VLAAMSE AFVAL- BELEID
VERZOEKSCHRIFT RATIONELE BEZETTING SOCIALEHUURWONINGEN BIJ CO-OUDER- SCHAP
VERZOEKSCHRIFT HEFFING OP LEEGSTAND
VERZOEKSCHRIFT STIJGING VAN HUURPRIJZEN VOOR STUDENTENKAMERS MET REDENEN OMKLEDE MOTIES – STEMMINGEN
Nr. 7 – omslag 2
Inhoud
Nr. 7 | Woensdag 15 oktober 2003 |
Berichten van verhindering | 1 |
Ontwerpen van decreet Indiening en verwijzing | 1 |
Voorstellen van decreet Indiening en verwijzing | 2 |
Wijziging in verwijzing naar commissie | 2 |
Voorstellen van resolutie Indiening en verwijzing | 2 |
Intrekking | 2 |
Advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) Indiening en verwijzing | 3 |
Verslag van het Rekenhof Indiening en verwijzing | 3 |
Verslagen Indiening | 3 |
Met redenen omklede moties Indiening | 3 |
Moties van aanbeveling Indiening | 4 |
Verzoekschriften Indiening | 5 |
Voorontwerpen van decreet Indiening | 5 |
Mededeling van de Vlaamse regering Indiening en verwijzing | 5 |
Mededelingen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) Indiening | 5 |
Arresten van het Arbitragehof Indiening | 5 |
Kennisgevingen van het Arbitragehof Indiening | 5 |
Samenstelling van de commissies Wijzigingen onder de vaste en plaatsvervangende leden | 5 |
Nr. 7 – omslag 3
Actuele vragen (Regl. art. 82)
Actuele vraag van de xxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxx tot xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over eventuele aanpassingen aan de studieduur van universitaire opleidin-
gen 5
Actuele vraag van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx tot de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over een fiscale vrijstel-
xxxx van de letterensubsidies 8
Actuele vraag van de xxxx Xxxxx Xxxxx tot de xxxx Xxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over het totaalverbod op de vinkenvangst 9
Actuele vraag van xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx tot xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, Vlaams minister van Xxxxxxx, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de federale plannen om anticonceptiecheques voor jon-
geren uit te geven 12
Actuele vraag van de xxxx Xxx Xxx tot de heer Xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse rege- ring, over het initiatief van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde voor de splitsing van het kiesarron-
dissement Xxxxxxx-Xxxxx-Xxxxxxxxx 00
Actuele vraag van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxxx tot de heer Xxxx Xxxxxx, minister-president van de
Vlaamse regering, over de score van Vlaanderen op het vlak van de kenniseconomie 15
Voorstel van resolutie van de heren Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxx en Xxx Xxx be- treffende het gebruik van milieubeleidsovereenkomsten in het Vlaamse afvalbeleid
– 1550 (2002-2003) – Nrs. 1 tot 4
Bespreking 18
Sprekers : xx xxxxx Xxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxxxx en mevrouw Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxx
Verzoekschrift over de “rationele bezetting” van socialehuurwoningen in geval van co-ouderschap
– 1840 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag 23
Spreker : de xxxx Xxxx Xx Xxxx, verslaggever
Verzoekschrift over de heffing op leegstand
– 1841 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag 24
Spreker : de xxxx Xxxx Xx Xxxx, verslaggever
Verzoekschrift over de stijging van huurprijzen voor studentenkamers
– 1842 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag 24
Spreker : de heer Xxx Xxxxxxxx, verslaggever
Voorstel van resolutie van de heren Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxx en Xxx Xxx be- treffende het gebruik van milieubeleidsovereenkomsten in het Vlaamse afvalbeleid
– 1550 (2002-2003) – Nrs. 1 tot 4
Hoofdelijke stemming 26
Met redenen omklede motie xxx xx xxxxx Xxxx Xxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xx Xxx tot besluit van de op 30 september 2003 door de xxxx Xxxx Xxxxxxxx in commissie gehouden interpellatie tot de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de uitbrei- ding van de Gentse haven
– 1830 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 27
Sprekers : de xxxx Xxxx Xxxxxxxx, xxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxx en de xxxx Xxxxx Xxxxx
Nr. 7 – omslag 4
Met redenen omklede motie van de heren Xxx Xxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxxxx tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Xxxxxx Xxxxxx en Xxx Xxxxxx in commissie gehouden interpellaties tot de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respectieve- lijk over de heraanleg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende problemen in het Antwerpse verkeersdossier
– 1832 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 29
Met redenen omklede motie van de heren Xxxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx en Xxx Xx Xxxxx en me- vrouw Xxxxxx Xxxxxxxxx-Xx Xxxxx tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Xxxxxx Xxxxxx en Xxx Xxxxxx in commissie gehouden interpellaties tot de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minis- ter van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respectievelijk over de heraanleg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende problemen in het Antwerpse verkeersdossier
– 1837 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 31
Sprekers : de heren Xxxxxx Xxxxxx en Xxx Xxxxxx
Met redenen omklede motie van de heren Xxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx en Xxxxx Xxx Xxxxxxx tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx in commis- sie gehouden interpellatie tot xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijskansendecreet in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel
– 1834 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 33
Met redenen omklede motie van xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx en de heren Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Lu- cien Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxx Xx Xxxx en Xxxx Xxx Xxxxx tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Xxxxxxx Xxx- xxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijs- kansendecreet in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel
– 1833 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 35
Sprekers : xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx en de heren Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx en Xxxx Xxx Xxxxx
Met redenen omklede motie van de xxxx Xxxxx Xxxxxxx, xxxxxxx Xxxx Xx Xxxxx, xxxxxxx Xxxxx Xx Xxxxx en de xxxx Xxxxxxxx Xxxx tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heren Xxxxx Xxxxx en Xxxxx Xxxxxxx in commissie gehouden interpellaties tot de xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopinggebruik in de sport
– 1835 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 38
Met redenen omklede motie van de heren Xxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Xxx Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heren Xxxxx Xxxxx en Xxxxx Xxxxxxx in commissie gehouden interpellaties tot de xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopinggebruik in de sport
– 1839 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 39
Met redenen omklede motie van de heren Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx Xxx Xxxxxxx tot besluit van de op 30 september 2003 door de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx in commissie gehouden interpellatie tot de xxxx Xxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de maatregelen van de Europese Unie inzake de hervorming van het Europees landbouwbeleid en de houding van de Vlaamse regering in de totstandkoming hiervan
– 1836 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming 41
Regeling van de werkzaamheden 42
-1-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
VOORZITTER : De xxxx Xxxxxxx Xx Xxxxxxxxx
– De notulen van de jongste vergadering worden ter tafel gelegd.
– De vergadering wordt geopend om 14.03 uur.
De voorzitter : Dames en heren, de vergadering is geopend.
AANWEZIG
Xxxxxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxx, Xxx Xxx, Xxxxxxx Xxxx- xxx, Xxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxxxx Xx Xxxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xx- xxxxxx, Xxxx Xx Xxxx, Xxxxx Xx Xxxx, Xxxx Xx Xxxxx, Xxxxx Xx Xxxxx, Xxxx Xx Xxxxx-Xxx- xxxxxx, Xxx Xx Xxxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxx-Xx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Xxx Xx Xxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxxx Xx Xxxxx, Xxxxx Xx Xxxxxx, Xxxxx Xx Xxx, Xxxxxxxx Xx Xxxxxxxx, Xxxx Xx Xxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx-Xxxxxxx, Xxxx Xxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxx- xxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxx, Pa- trick Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx Xxxxx, Xxx Xxxxxx, Xxx- xxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxx, Xxx Xxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx, Xxxxx Xxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx, Xxx Xxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Trees Xxxxxx-Xxx Xxxx, Xxxxx Xx- xxxx, Xxxx Xxx, Xxx Xxxxxxx, Xxx Xxxxxx, Xxxx-Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx, Xxx Xxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxx-Xxx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxx Xxxx- pens, Xxxx Xxxxxxxxxx, Xxx Xxxx, Xxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx, Jac- ques Xxxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxx Xxx Xxx- xxx, Xxxx Xxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxx Xxxxxx, Xxxx van den Xxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxxxxx, Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxx, Xxx Xxx Xxx Xxxxxx, Xxxx Xxx xxx Xxxxxxx, Xxxx Xxx Xxxxx, Xxx Xxx Xxxxxx, Xxxx Xxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx Xxx Xxxxx, Xxxxxx Xxx Xxxx- xxx, Xxxxx Xxx Xxxxxxx, Xxxxx Xxx Xxxxx, Xxxxxx xxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, Xxx Xxx Xxxx, Xxxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx, Xxx Xxx Xxxxxxx- xxxxxx, Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Xxxxx Van Over- xxxxx, Xxxx Xxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxx, Xxx
Xxxxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxxx, Xx Xxxxxxxxx, Xxxxx- xxxx Xxxxxxxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxx, Xxx Xxxxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxx Xxxxx, Xxxxx Xxxxxxxxx.
AFWEZIG MET KENNISGEVING
Xxxxx-Xxxxx Xxxxxxx, Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx : gezondheidsredenen ;
Xxx Xxx xxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx : buitenslands ;
Xxx Xxxxxxx : familieverplichtingen.
ONTWERPEN VAN DECREET
Indiening en verwijzing
De voorzitter : De volgende ontwerpen van decreet werden ingediend :
– Ontwerp van decreet tot wijziging van het de- creet van 5 april 1995 houdende algemene bepa- lingen inzake milieubeleid voor wat betreft de milieuaudit en tot aanvulling ervan met een titel milieuvoorwaarden
– 1846 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening
– Ontwerp van decreet tot wijziging van de regel- geving betreffende het meedelen van milieu-in- formatie en tot opheffing van het systeem van de stilzwijgende milieuvergunning
– 1847 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening
– Ontwerp van decreet tot wijziging van het de- creet van 27 maart 1991 inzake medisch verant- woorde sportbeoefening
– 1854 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Cultuur, Media en Sport.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-2-
Voorzitter
– Ontwerp van decreet betreffende het activeren van risicokapitaal in Vlaanderen
– 1863 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme.
– Ontwerp van decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging
– 1864 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Binnenland-
wezen naar de Commissie voor Leefmilieu, Na- tuurbehoud en Ruimtelijke Ordening).
– Voorstel van decreet van de xxxx Xxxxx Xxxx houdende de regeling voor de trage wegen
– 1707 (2002-2003) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie (voorheen ver- wezen naar de Commissie voor Leefmilieu, Na- tuurbehoud en Ruimtelijke Ordening).
se Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid.
VOORSTELLEN VAN DECREET
Indiening en verwijzing
De voorzitter : De volgende voorstellen van de- creet werden ingediend :
– Voorstel van decreet van mevrouw Xxxxxx Xxx- xxx x.x. tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
– 1861 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Binnenland- se Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid.
– Voorstel van decreet van de xxxx Xxxxx Xxxxxx- xxxxxx, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx-Xxxxxxx en de heren Xxxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxxx tot wijziging van de wet van 10 maart 1980 be- treffende het verlenen van de eretitel van hun ambt aan de burgemeesters, aan de schepenen en aan de voorzitters van de raden van de open- bare centra voor maatschappelijk welzijn of van de gewezen commissies van openbare onder- stand
- 1862 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Binnenland- se Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid.
Wijzigingen in verwijzing naar commissie :
– Voorstel van decreet van de xxxx Xxx Xxx be- treffende de buurtwegen en de trage wegen
– 1688 (2002-2003) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie (voorheen ver-
VOORSTELLEN VAN RESOLUTIE
Indiening
De voorzitter : De volgende voorstellen van resolu- tie werden ingediend :
– Voorstel van resolutie xxx xx xxxxx Xxxxx De- xxxxxx, Xxxxxx Xx Xxxxx en Xxxxx Xxx Xxxx- meire en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx betreffende het laten uitvoeren door de Vlaamse regering van een onafhankelijk onderzoek naar de soli- dariteitsmechanismen tussen de gefederaliseer- de entiteiten in België
– 1845 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Institutione- le en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenaren- zaken.
– Voorstel van resolutie xxx xx xxxxx Xxxxx Xxxxx en Xxx Xxxxxxx betreffende schone kle- ren voor Vlaamse ambtenaren
– 1850 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Institutione- le en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenaren- zaken.
Intrekking
De voorzitter : De volgende voorstellen van resolu- tie werden ingetrokken :
– Voorstel van resolutie van de heer Xxxxx Xxx- corps betreffende de verkeersveiligheid van kin- deren op weg van en naar school en schoolver- voerplannen
– 384 (1999-2000) – Nr. 1.
– Voorstel van resolutie van de heren Xxx Xxxxxx en Xxxx Xxx Xxxxx betreffende de miskenning door de federale onderhandelaars van de
-3-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Vlaamse bevoegdheden en de Vlaamse fiscale autonomie
– 1778 (2002-2003) – Nr. 1.
ADVIES VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV)
Indiening en verwijzing
De voorzitter : Het volgend advies van de SERV werd ingediend :
– Advies van de SERV over het voorstel van de- creet van xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx en xx xxxxx Xxx Xxxxxx, Xxx Xxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxx Xxxxxxx houdende het Handvest van de Werkzoekende
– 1663 (2002-2003) – Nr. 3.
Verwezen naar de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme.
VERSLAG VAN HET REKENHOF
Indiening en verwijzing
De voorzitter : Het volgende verslag van het Re- kenhof werd ingediend :
– Verslag van het Rekenhof over het deeltijds kunstonderwijs
– 37 (2003-2004) – Nr. 1.
Verwezen naar de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid.
VERSLAGEN
Indiening
De voorzitter : De volgende verslagen werden in- gediend :
– Verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting uitgebracht door de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx over de gedachtewisse- ling over het Jaarverslag 2002 van de Vlaamse Ombudsdienst (Hoofdstuk 5.2. Thematische aanbevelingen inzake onroerende voorheffing)
– 41 (2002-2003) – Nr. 3.
– Verslag namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme uitge- bracht door de heren Xxx Xxxxxx en Xxxxxx Xxx Xxxxxxx over de gedachtewisseling over het Rapport over het Concurrentievermogen van de Vlaamse Economie van het Steunpunt On- dernemerschap, Ondernemingen en Innovatie
– 1848 (2003-2004) – Nr. 1.
– Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Media en Sport uitgebracht door de xxxx Xx Xxxxxxxxx en xxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxx over het verzoekschrift over de 's Hertogenmolens te Aarschot
– 1865 (2003-2004) – Nr. 1.
– Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Media en Sport uitgebracht door de xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx over de gedachtewisseling met de leiding van de VRT over de beslissingen om- trent VRT-televisie
– 1866 (2003-2004) – Nr. 1.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIES
Indiening
De voorzitter : De volgende met redenen omklede moties werden ingediend :
– Met redenen omklede motie van de heer Xxxxx Xxxxxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de heer Xxxxx Xxxxxxxx in commissie ge- houden interpellatie tot de heer Xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse regering, over het gebruik van Visa- en andere krediet- kaarten door de Vlaamse regering en de Vlaam- se instellingen en de eventuele invoering van een doorzichtig reglement inzake de betaling van zogenaamde kosten eigen aan het ambt
– 1843 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie van de xxxx Xxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx tot besluit van de op 7 ok-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-4-
Voorzitter
tober 2003 door de heer Xxx Xxx Xxxxxxxxxx- sen in commissie gehouden interpellatie tot me- vrouw Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-gover- nment, over de aanstelling van een voorzitter van de raad van bestuur van het Agentschap voor Buitenlandse Handel, de werking ervan en de inbreng van de gewesten
– 1844 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie xxx xx xxxxx Xxxx Xx Xxxx, Xxx Xxxxxxx, Cis Schepens en Xxxxxx Xxxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx in commissie gehou- den interpellatie tot de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxx- gen, Vlaams minister van Binnenlandse Aange- legenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenza- ken, en tot de xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Vlaams mi- nister van Wonen, Media en Sport, over de uit- holling van het tijdelijk bewoningsrecht in Doel en de houding terzake van de vertegenwoordi- ger van het Vlaams Gewest binnen de Maat- schappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid voor het Linkerscheldeoevergebied
– 1849 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie xxx xx xxxxx Xxxx Xx Xxxx, Xxxxxxxxx Xxxxx en Xxxx Xxx xxx Xxxxxxx en xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de xxxx Xxxx Xx Xxxx in commissie gehouden interpellatie tot de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over de instructies van de minister voor de opmaak van de ge- meentebegrotingen 2004 en de recent gemaakte afspraken met betrekking tot de Xxxx-xxxxxxx
– 1851 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie xxx xx xxxxx Xxxx Xx Xxxx, Xxx Xxxxxxxx, Xxx Xxxxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de xxxx Xxxx Xx Xxxx in commissie gehouden interpellatie tot de heer Xxxx Xxx Xx-
7 oktober 2003 door de heer Xxxxx Xxxxxxxxxx- ke in commissie gehouden interpellatie tot me- vrouw Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de kosteloos- heid van het onderwijs
– 1853 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie van mevrouw Xxx- xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx en de heren Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Xxxx Xx Xxxx, Xxxxxx Xxxxx- xxxxxxx en Xxxxx Xxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxxx in commissie gehouden interpellatie tot me- vrouw Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de kosteloos- heid van het onderwijs
– 1855 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie van xxxxxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx, de xxxx Xxxx Xxx Xxxxx, xxxxxxx Xxxxx Xxxxxx-Xxx Xxxx en xxxxxxx Xxxxx Xxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door xxxxxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx in com- missie gehouden interpellatie tot xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, Vlaams minister van Wel- zijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de engagementen aangegaan naar aanleiding van het inburgeringsdecreet en de uitvoering van de motie van het Vlaams Parlement van 2 juli 2003
– 1856 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie xxx xx xxxxx Xxxx- aan Xxxxxxxx, Xxxxx Xx Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx tot besluit van de op 7 oktober 2003 door de xxxx Xxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx in commissie gehouden inter- pellatie tot xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, over de aanstelling van een voorzitter van de raad van bestuur van het Agentschap voor Buitenlandse Handel, de wer- king ervan en de inbreng van de gewesten
– 1857 (2003-2004) – Nr. 1.
embergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtena-
xxxxxxxx, over de instructies van de minister voor de opmaak van de gemeentebegrotingen
2004 en de recent gemaakte afspraken met be- trekking tot de Xxxx-xxxxxxx
– 1852 (2003-2004) – Nr. 1.
– Met redenen omklede motie van de heren Xxxxx Xxxxxxxxxxxx, Xxxx Xxx Xxxxx, Xxx Xxxxxx, Xxx Xx Xxxxx en Xxx Xxxxxxx tot besluit van de op
MOTIES VAN AANBEVELING
Indiening
De voorzitter : De volgende moties van aanbeve- ling werden ingediend :
-5-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
– Motie van aanbeveling xxx xx xxxxx Xxxxx Xx- xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxx Xxxxxx en Xxxxxx Xxx Xxxxxxx tot besluit van het op 8 oktober 2003 in plenaire vergadering gehouden actualiteits- debat over de herstructurering bij Ford Genk
– 1858 (2003-2004) – Nr. 1.
– Xxxxx xxx xxxxxxxxxxx xxx xx xxxxx Xxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxx, Xxxx Xxx en Xxxxx-Xxxxx Xx- xxxxx tot besluit van het op 8 oktober 2003 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de herstructurering bij Ford Genk
– 1859 (2003-2004) – Nr. 1.
– Xxxxx xxx xxxxxxxxxxx van de heren Xxxxx Xxxxxxx en Xxxx Xxx Xxxxxx, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, de heren Xxxxxx Xxxxxxxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx en mevrouw Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx- gen tot besluit van het op 8 oktober 2003 in ple- naire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de herstructurering bij Ford Genk
– 1860 (2003-2004) – Nr. 1.
VERZOEKSCHRIFTEN
Indiening
De voorzitter : De volgende verzoekschriften wer- den ingediend :
– Verzoekschrift van de xxxx Xxxxxx Xx Xxxxxx over de evaluatie van de districtsraden in Ant- werpen
– 2 (2003-2004) ;
– Verzoekschrift van de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxx over het gebruik van alarmkanonnen in de land- en tuinbouw
– 3 (2003-2004).
VOORONTWERPEN VAN DECREET
Indiening
De voorzitter : De volgende voorontwerpen van decreet werden ingediend :
– Voorontwerp van decreet houdende de subsi- diëring van kunstenorganisaties, kunstenaars, organisaties voor kunsteducatie en organisaties voor sociaal-artistieke werking, internationale initiatieven, publicaties en steunpunten, princi- pieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 3 oktober 2003
(VR 5/2003-2004) ;
– Voorontwerp van decreet betreffende de micro- financiering in ontwikkelingslanden door mid- del van waarborgverlening aan ontwikkelings- fondsen, principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering op 3 oktober 2003
(VR 6/2003-2004).
Deze voorontwerpen van decreet liggen ter inzage op de directie Decreetgeving van het Vlaams Par- lement.
MEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGE- RING
Indiening
De voorzitter : De volgende mededeling van de Vlaamse regering werd ingediend :
– Schatkisttoestand van de Vlaamse Gemeen- schap, toestand op 31 augustus 2003 en de nieuwsbrief kasbeheer van augustus 2003
(DOC 46/2003-2004).
Deze mededeling van de Vlaamse regering ligt ter inzage op de directie Decreetgeving van het Vlaams Parlement.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-6-
MEDEDELING VAN DE SOCIAAL-ECONO- MISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV)
Indiening
De voorzitter : De volgende mededeling van de SERV werd ingediend :
– Aanbeveling werkloosheidsvallen d.d. 8 oktober 2003
(DOC 45/2003-2004).
Deze mededeling van de SERV ligt ter inzage op de directie Decreetgeving van het Vlaams Parle- ment.
ARRESTEN VAN HET ARBITRAGEHOF
Indiening
De voorzitter : De volgende arresten van het Arbi- tragehof liggen ter inzage op de directie Decreet- geving van het Vlaams Parlement :
– Arrest nr. 130 van 8 oktober 2003 ;
– Arrest nr. 132 van 8 oktober 2003.
KENNISGEVINGEN VAN HET ARBITRAGE- HOF
Indiening
De voorzitter : De volgende kennisgevingen van het Arbitragehof betreffende beroepen tot vernie- tiging en prejudiciële vragen liggen ter inzage op de directie Decreetgeving van het Vlaams Parle- ment
– Rolnummer 2763 ;
– Rolnummer 2781 ;
– Rolnummer 2782 ;
– Rolnummer 2784 ;
– Rolnummer 2786 ;
– Rolnummer 2787 ;
– Rolnummer 2788 ;
– Rolnummer 2789 ;
– Rolnummer 2790.
SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES
Wijzigingen onder de vaste en plaatsvervangende leden
De voorzitter : Voor de sp.a-fractie is :
– in de Commissie voor Algemeen Beleid, Finan- ciën en Begroting de xxxx Xxx Xxxxxxx als plaatsvervangend lid vervangen door xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx ;
– in de Commissie voor Binnenlandse Aangele- genheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid me- vrouw Xxxx-Xxxxx Xxxxx als vast lid vervangen door de xxxx Xxxxx Xxxxxxx en de xxxx Xxxxx Xxxxxxx als plaatsvervangend lid vervangen door xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx
ACTUELE VRAGEN (Regl. art. 82)
Actuele vraag van de xxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxx tot xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minis- ter van Onderwijs en Vorming, over eventuele aan- passingen aan de studieduur van universitaire op- leidingen
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Baelen tot xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over eventuele aanpassingen aan de studieduur van uni- versitaire opleidingen.
De heer Van Baelen heeft het woord.
De xxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, mevrouw de minister, heren ministers, de Vlaamse regering heeft net voor het reces, op 18 juli, principieel beslist om in het kader van de uitvoering van de Bologna-ak- koorden, de bachelor- en vooral ook de master- structuur op maximum 60 studiepunten te brengen, wat eigenlijk één studiejaar betekent voor de stu- denten. Ondertussen hebben de universiteiten en de hogescholen, die twee-cycli-opleidingen geven, omvormingsdossiers moeten indienen die straks naar een erkenningscommissie gaan.
Bij die omvormingsdossiers spreken een aantal be- staande opleidingen niet over een opleiding van 3 plus 1 jaar, maar over 3 plus 2 jaar. De decanen van de wetenschappelijke faculteiten, vooral van de
-7-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Van Baelen
studierichtingen fysica, scheikunde en biologie, pleiten ervoor om minstens naar een opleiding van 3 plus 2 jaar te gaan, of 180 plus 120 studiepunten.
De minister-president stelde tijdens de September- verklaring dat Vlaanderen meer dan ooit aandacht moet besteden aan de ontwikkeling van de kennis- technologie en de innovatie. Vlaanderen neemt daarvoor het initiatief om volgend jaar de midde- len daarvoor te verhogen, niet met 60 miljoen euro maar met 90 miljoen euro. Daarbij komt dat ook de federale overheid ondertussen een maatregel heeft genomen om de sociale kost van wetenschap- pers en onderzoekers deels te verlagen of zelfs af te schaffen. Dat zou een bijkomende impuls bete- kenen.
Wat gebeurt er in de ons omringende landen ? In Europa gaan we algemeen naar een opleiding van 3 plus 2 jaar. Ik wil even de vergelijking met Wallo- nië en Nederland aangaan. Wallonië stelt voor om te evolueren naar een opleiding van 3 plus 1 jaar. Dat blijft dan een licentiaatsopleiding. Dat is een slecht voorstel, want wat zal straks een licentiaat betekenen in een uniforme onderwijsmarkt in Eu- ropa of zelfs daarbuiten ? Daarnaast wordt in een master voorzien van 3 plus 2 jaar en wordt ook nog in een vorm van pre-doctoraatsopleiding voorzien, een vorm van onderzoeksmaster.
In Nederland komt er een professionele master. Daar ben ik geen voorstander van, en ik ben dan ook gelukkig dat we dit in Vlaanderen niet volgen. Er is ook een academische master van 3 plus 2 jaar. Daarnaast wordt er in een aantal specifieke richtin- gen in een onderzoeksmaster voorzien.
Mevrouw de minister, de Vlaamse overheid heeft de intentie om meer de klemtoon te leggen op on- derzoek en innovatie. Vandaag verdwijnen vele jonge mensen naar het buitenland om onderzoek te doen omdat het niet evident is om aan een Vlaamse universiteit zomaar een doctoraatsbeurs te verkrijgen onder welke vorm dan ook. Vlaande- ren wil uitgroeien tot één van de belangrijke ken- nisregio’s in Europa en daarbuiten.
Vandaag echter lezen we in de krant dat we op nummer 101 staan in een bepaalde ranking. We kunnen ons wel de vraag stellen hoe die ranking tot stand is gekomen en welke parameters daarbij zijn gebruikt. Ik verheel niet dat ik zeer verbaasd ben dat Brussel daar goed uitkomt, Wallonië er zelfs niet in voorkomt en Vlaanderen maar op nummer 101 staat.
Rekening houdend met al het voorgaande vraag ik me af of we niet moeten afstappen van de enge en principiële besluitvorming om de studieduur niet te verlengen, voornamelijk om redenen van democra- tisering van onderwijs, zodat jonge studenten die in een masterfase zitten en interesse hebben om aan wetenschappelijk onderzoek te gaan, hier kunnen blijven.
Ik blijf een voorstander van een afstudeermogelijk- heid van 3 plus 1 jaar. Daarnaast zou echter mis- schien in de mogelijkheid moeten worden voorzien van een onderzoeksmasteropleiding, een masterop- leiding na de masteropleiding. Op die wijze kan de toeleiding naar die kennis en die technologie wor- den verruimd en mogelijk gemaakt.
De voorzitter : Minister Xxxxxxxxxxxxx heeft het woord.
Minister Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, geachte leden, op 18 juli heeft de Vlaamse regering inderdaad een principe- beslissing genomen over de eventuele studieduur- verlenging.
We zijn uitgegaan van het principiële standpunt dat we daar niet aan zouden meedoen, maar zouden uitgaan van de bestaande studieduur. De motive- ring daarvoor is u genoegzaam bekend. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. We scoren nu goed, dus waarom zouden we in het Europa van Bologna ook niet goed blijven scoren ?
Bovendien ging het VLIR-voorstel dat me was voorgelegd uit van 2 verschillende soorten master- opleidingen, vooral in de wetenschappen. Daar zou men dan eenjarige en tweejarige opleidingen krij- gen, wat niet mogelijk zou zijn in de mensweten- schappen. Dat leidde tot nieuwe, ongezonde discus- sies.
Anderzijds zijn we er ons van bewust dat er proble- men kunnen rijzen inzake de onderzoekscapaciteit van de studenten, zeker in een aantal opleidingen, maar niet in alle. Zeker in een tijd waarin we extra zullen investeren in onderzoek, is het essentieel dat we mensen hebben die dat onderzoek kunnen ver- richten, niet alleen aan universiteiten, maar ook aan andere instellingen waar onderzoek gebeurt.
Er moet dus worden nagedacht over een alterna- tief. Momenteel is het niet meer dan een nadenken. Bij dit alternatief zouden we ons houden aan het stramien van 3 jaar bacheloropleiding en 1 jaar masteropleiding, waarbij die masteropleiding vrij algemeen zou zijn. De mogelijkheid zou echter be-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-8-
Vanderpoorten
staan om daar nog 1 jaar onderzoeksmasteroplei- ding bij te doen. Daarbij zou er geen sprake zijn van een systeem van 3 plus 1 jaar naast 3 plus 2 jaar, maar wel van een systeem van 3 plus 1 jaar, met 1 jaar extra, voor 60 studiepunten, voor wie echt een doctoraat wil voorbereiden en in de on- derzoekswereld wil terechtkomen.
Dat extra jaar zou kunnen inhouden dat de studen- ten ook echt worden voorbereid op het behalen van een doctoraat. Zo verhelpen we een ander knelpunt. We merken immers dat heel wat studen- ten die de intentie hebben aan een doctoraat te be- ginnen op een bepaald ogenblik afhaken omdat ze niet over de vereiste attitude beschikken om dat tot een goed einde te brengen. Ik zeg niet dat dit de oplossing is en dat dit er moet komen, maar ik wil dit idee lanceren om de discussies nieuwe voe- ding te geven. Ik heb straks een afspraak met de VLIR, en ik heb me voorgenomen om dit punt toe te voegen aan de agenda die we hebben vastgelegd.
De voorzitter : De heer Van Baelen heeft het woord.
De xxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxx : Mevrouw de minis- ter, ik ben het met u eens om het idee van een mas- teropleiding van 2 jaar op zich, dat op een bepaald ogenblik circuleerde, te verwerpen. Maar ik heb begrepen dat u de mogelijkheid open laat van een onderzoeksmasteropleiding na de masteropleiding voor wie een doctoraat wil voorbereiden – dat zijn daarom niet altijd de besten – en dat u dit gaat be- spreken met de VLIR.
De voorzitter : Minister Xxxxxxxxxxxxx heeft het woord.
Minister Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx : Inderdaad. Dit is een mogelijkheid. We zullen moeten nagaan waaraan studenten moeten voldoen voor deze aan- gelegenheid. Zo is er de vraag of er sprake moet zijn van een selectieprocedure, en zijn er nog ande- re open vragen. Het lijkt me de moeite waard om dit verder te bespreken, in eerste instantie met de VLIR, en later ook met de commissieleden en de regering.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Actuele vraag van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx tot de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over een fiscale vrij- stelling van de letterensubsidies
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de xxxx Xxxxxxxxxxxxx tot de heer Xxx Xxxxxxx- gen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangele- genheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over een fiscale vrijstelling van de letterensubsi- dies.
De xxxx Xxxxxxxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, mijnheer de minister, colle- ga’s, mijn vraag gaat over een probleem dat on- langs in de culturele sector aan het licht is geko- men. Bij ons is de verfondsing niet zo ver doorge- dreven. We beschikken over slechts twee autonome fondsen : het Vlaams Fonds voor de Letteren en het Vlaams Audiovisueel Fonds. Het Vlaams Fonds voor de Letteren heeft de autonome bevoegdheid om werkbeurzen toe te kennen aan schrijvers en vertalers.
In de praktijk genieten werkbeurzen die door an- dere instanties worden toegekend, net zoals in het algemeen prijzen en subsidies van overheidsadmi- nistraties of daarmee verbonden organisaties, een fiscale vrijstelling. Het Vlaams Fonds voor de Let- teren betaalt echter bij het toekennen van die werkbeurzen van ongeveer 2.180 euro per maand een bedrijfsvoorheffing.
Het fonds calculeert die betalingen in. Naar de di- recteur verklaart, gaat het om 200.000 euro per jaar. Blijkbaar heeft de instelling een totaal ander statuut dan andere instellingen, want ze heeft geen vrijstelling. Nochtans zijn daaromtrent dossiers in- geleid, zowel door uw kabinet als door het Vlaams Fonds voor de Letteren, bij de federale minister van Financiën.
Xxxxxxxx de minister, welke actie zult u onderne- men ? Hoe zult u dit probleem aanpakken ? Hier is immers sprake van een discriminatie in vergelij- king met bijvoorbeeld werkbeurzen die worden ge- geven aan beeldende kunstenaars of aan scenaris- ten door het Vlaams Audiovisueel Fonds.
De voorzitter : Minister Xxx Xxxxxxxxxx heeft het woord.
Minister Xxxx Xxx Xxxxxxxxxx (Op de tribune) :
Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, de feiten die de
-9-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Xxx Xxxxxxxxxx
xxxx Xxxxxxxxxxxxx aanhaalt, zijn inderdaad juist. Het heeft mij evenzeer verrast dat bijna 18 percent van de middelen die het fonds wil toewijzen aan de auteurs, via de fiscus terugvloeit naar de federale staat.
Ik ben daar niet zo gelukkig mee, want het is een vreemde situatie. Er is immers een zeer lange lijst van instellingen die wel genieten van een fiscale vrijstelling. En van lang niet al die instellingen zijn de bedoelingen even nobel als die van de auteurs. Ik wil me niet uitspreken over welk doel nobel is, maar er lijkt me geen enkele rationele reden aan te halen waarom het Vlaams Fonds voor de Letteren niet op die lijst zou staan. Artikel 53 van de fiscale wetgeving stipuleert dat subsidies toegekend door instellingen aan geleerden, kunstenaars en weten- schappers in aanmerking komen voor fiscale af- trekbaarheid.
U begrijpt dat ik op dit ogenblik geen positief ant- woord kan geven. In de komende dagen zal ik con- tact opnemen met de federale minister van Finan- ciën om na te gaan welke billijke oplossing hier- voor mogelijk is. Dit is in elk geval een discrimina- tie.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx : Mijnheer de minis- ter, ik dank u voor uw antwoord en ik juich het toe dat u een initiatief wilt nemen. Ik begrijp hoe moeilijk de situatie wel is, want het gaat om een fis- cale interpretatie waar andere tegenover staan.
Het hele systeem van werkbeurzen moet wellicht eens worden bekeken, want er dienen zich zeker nog andere problemen aan, bijvoorbeeld alleen al dat van het statuut van de kunstenaar.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Actuele vraag van de xxxx Xxxxx Xxxxx tot de xxxx Xxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Leefmi- lieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over het totaalverbod op de vinkenvangst
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Xxxxx tot de xxxx Xxxxxx, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssa-
menwerking, over het totaalverbod op de vinken- vangst.
De heer Xxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxxx Xxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, mijnheer de minister, uw weigering aan de Vlaamse vinkeniers om de bevoorrading toe te laten van 2.000 vinken tussen 15 oktober en 15 november zodat de vinkensport zou kunnen over- leven, heeft 15.000 modale gezinnen diep geraakt. In veel gevallen gaat het om bruggepensioneerden die de sport diep in hun hart dragen.
De weigering heeft ook mij als parlementslid ge- troffen. Ik weet wel dat een aantal onder u glimla- chen als het thema van de vinkensport hier wordt besproken, maar toch heeft het probleem een brede maatschappelijke betekenis.
Ik wil twee essentiële vragen stellen en ik richt me daarbij ook tot de voorzitter. Wat doet een parle- ment ? Xxx machteloos is een parlement ? Een meerderheid onder ons heeft een resolutie goedge- keurd waarin de regering een aanbeveling werd ge- daan, maar de betrokken minister voert die beslis- sing niet uit. Het parlement staat dus machteloos. (Opmerkingen van de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxx)
Hoe lang zullen we ons als politici nog plooien voor de terreur van de perceptie ? Politici durven bijna niet meer te ageren tegen extreme uitingen van dierenrechtenactivisten, omdat ze daardoor het etiket kunnen krijgen dat ze dieronvriendelijk zijn. Politici hebben schrik om te reageren.
Xxxxxxxx de minister, de klopjacht van de xxxx Xxxxx van de Vogelbescherming Vlaanderen op de vinkeniers, is een vorm van extreem dierenrechten- activisme. Hij voelt zich immers superieur aan een meerderheid van dit parlement. Hij gaat in tegen onze beslissing. Die is nochtans niet ‘stoemelings’ totstandgekomen, maar wel na een heel emotio- neel debat in dit parlement waarbij alle mogelijke aspecten aan bod zijn gekomen. Zowel de juridi- sche betekenis van de Europese richtlijn, de maat- schappelijke betekenis van de sport als het dieren- welzijn werden uitgebreid besproken.
Een meerderheid van dit parlement besliste dat een kleine hoeveelheid vinken ter bevoorrading van de vinkeniers moest worden toegelaten, met het oog op het overleven van de sport. De xxxx Xxxxx gaat in tegen die beslissing. Die man zoekt niet naar een consensus, maar hij stapt onmiddel- lijk naar de Raad van State ! Die man is niet bereid om te praten met de vinkenorganisaties ! Als wij
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-10-
Denys
ons naar zijn mening plooien, dan gaan we in op een extreme vorm van dierenrechtenactivisme !
Er werden twee interessante juridische uitspraken gedaan. Het Europees Hof van Justitie deed in 1996 een uitspraak in deze zaak en de Raad van State heeft het besluit van 1999 – niet dat van 2002
– van toenmalig minister Xxxxxxxxxxxx vernietigd. Een afwijking op het totaalverbod kan worden be- komen voor een kleine hoeveelheid, en op voor- waarde dat de sport of de traditie bedreigd wordt door het ontbreken van een alternatief.
Welnu, voor de vinkensport ontbreekt een vol- doende alternatief bestand. De heer De Roo en an- dere collega’s weten dat zeer goed. De vinkeniers ondernemen stappen om vinken te kweken, ze doen veel moeite, maar dat is onvoldoende om de sport in stand te houden. In 4 jaar tijd is het vogel- bestand dat kan worden gebruikt, gezakt van
100.000 naar 80.000. Dat is 20 percent ! In 2002, in 1 jaar tijd, is het aantal vogelliefhebbers gedaald van 15.000 naar 14.000.
Xxxxxxxx de minister, Malta is kandidaat-lidstaat voor de EU. Het land vraagt een afwijking op de vogelrichtlijn want de Maltezen beschouwen het vogelvangen als een toeristische activiteit. Meer dan 2 miljoen vogels worden daar jaarlijks gevan- gen. Hier spreken we over 2.000. Ik ben tegen die praktijken in Malta. Ik vraag niet dat u zoiets zou toestaan. Ik zeg alleen maar dat Europa op dat vlak toleranter is.
Ik zag vorige week op tv nog beelden van stieren- gevechten in Spanje. Dat was gewoon afgrijselijk ! Dat wordt door Europa getolereerd omwille van de traditie. Waar zijn wij hier mee bezig ? We wil- len slechts 2.000 vinken vangen om onze sport in stand te houden. Avibo heeft zijn leden op de best mogelijke manier gestimuleerd en begeleid om over te schakelen van een vangsport op een zang- sport. Ze hebben dat schitterend gedaan.
Met de beste wil ter wereld, mijnheer de minister, u verstoppen achter het arrest van de Raad van State vind ik onvoldoende. Er zijn slechts twee mogelijk- heden. Ofwel neemt u een nieuw besluit en geeft u een overlevingskans aan de vinkenierssport. De ar- gumentatie daarvoor is beschikbaar en bereikbaar. Ofwel doet u niets en dan tekent u het doodvonnis van de vinkenierssport. (Applaus bij de VLD, CD&V en de sp.a)
De voorzitter : Minister Sannen heeft het woord.
Minister Xxxx Xxxxxx (Op de tribune) : Het ver- baast me dat nu plots zoveel ophef wordt gemaakt over iets wat in het begin van het jaar al duidelijk was voor Avibo en Vimibel. Ze kenden de uit- spraak van de Raad van State en de visie van de toenmalige minister van Leefmilieu. Ze zijn boven- dien mee op zoek gegaan naar manieren om de vinkensport te laten overleven. Laat dit duidelijk zijn : deze volkssport moet kunnen overleven in Vlaanderen. Ons beleid is daar ten volle op gericht.
Zoals u weet, hebben we een studie aangevraagd. Eerst werd onderzocht of er sprake is van geneti- sche verarming als er geen gevangen vinken meer worden ingebracht. Uit het tussentijdse rapport blijkt dat er voldoende capaciteit aanwezig is om de genetische verarming tegen te gaan bij kweek, en dat zonder inbreng van in het wild gevangen vinken. Dat tussentijds verslag heb ik in augustus ontvangen. Het is zeer duidelijk.
Het tweede deel van de studie, dit wordt afgerond in februari, gaat over de richtlijnen die we aan de vinkeniers moeten geven om de genetische diversi- teit in stand te houden. De Vlaamse overheid sub- sidieert elke gekweekte vink met 1,25 euro omdat we willen dat die volkssport overeind blijft. We wil- len de kweek stimuleren en ondersteunen met de nodige wetenschappelijke argumenten.
Dit jaar werden al meer dan 14.000 vinken ge- kweekt. We zetten grote stappen vooruit dankzij de positieve ingesteldheid van de vinkeniersverenigin- gen. Het is wetenschappelijk niet meer noodzake- lijk om vinken te vangen om de genetische diversi- teit te handhaven. Dat is ook maatschappelijk zo. Kweken leidt niet tot genetische verarming.
Op 2 december 2002 heeft de Raad van State een duidelijke juridische uitspraak ten gronde gedaan over een besluit van voormalig minister Kelchter- mans. De Raad van State zegt dat er geen enkele reden is om vinken te vangen om die sport in stand te houden en om de genetische verarming tegen te gaan. De uitspraak is gebaseerd op de Europese re- gelgeving, en ook op een KB dat niet door groene betuttelaars is gemaakt, maar reeds dateert van 1981. De Raad van State stelt heel duidelijk dat de argumenten om vinken te vangen niet geldig zijn en dat het KB onverkort moet worden uitgevoerd.
Xxxxxxxx Xxxxx, u vraagt om dit naast me neer te leggen. Als minister heb ik een uitvoerende taak en moet ik rekening houden met de resolutie, maar die was goedgekeurd voor we de uitspraak van de Raad van State kenden. Ik kan deze uitspraak ech- ter niet naast me neerleggen. Ik wil ook rekening
-11-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Sannen
houden met de maatschappelijke bekommernis en zal meehelpen de genetische verarming tegen te gaan. (Applaus bij AGALEV)
De voorzitter : De heer Xxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxxx Xxxxx : Mijnheer de minister, wat is belangrijker : een democratische uitspraak van het parlement of het verbreken van een ministe- rieel besluit van 1999 ? We hebben een volwaardi- ge discussie gevoerd over die zaak, waar ook juridi- sche aspecten, die aan de grondslag lagen van de Europese vogelrichtlijn, werden besproken. We hebben gesproken over de maatschappelijke bete- kenis en over de aspecten van het dierenwelzijn. Xxxxxxxx de minister, nu zegt u dat er een uit- spraak is geweest van de Raad van State. Wie stapt in Vlaanderen naar de Raad van State ? Dat is de- gene die geen consensus wil, die de jacht heeft geo- pend op de vinkensport in Vlaanderen.
Xxxxxxxx de minister, zelfs met de uitspraak van de Raad van State hebt u argumenten om een nieuw besluit te nemen op basis van de opening die in ar- tikel 9 van de Europese vogelrichtlijn wordt ge- creëerd. Opdat die sport kan blijven bestaan, moet er een nieuw besluit komen dat externe vangst in kleine gecontroleerde hoeveelheden mogelijk maakt.
Mijnheer de minister, ik ben geen wetenschapper, maar ik stel wel vast dat de aantallen spectaculair dalen, ondanks de zware inspanningen die Avibo en andere organisaties leveren. Deze sport gaat zienderogen achteruit, evenals het aantal in te zet- ten vinken en het aantal leden.
Als iedereen die een klacht wil indienen tegen het niet uitvoeren van Europese richtlijnen naar de Raad van State zou gaan, dan zou het in dit land regenen van de arresten. Xxxxxxxx de minister, u moet ook rekening houden met wat hier in dit par- lement wordt beslist. Als er een nieuw, goed gear- gumenteerd besluit komt, na overleg met de vin- kenorganisaties, zal er niemand naar het Europees Hof van Justitie gaan om dit te betwisten.
De voorzitter : Minister Sannen heeft het woord.
Minister Xxxx Xxxxxx : De resolutie waarvan spra- ke, is tot stand gekomen zonder dat we de uit- spraak kenden van de Raad van State. Met deze re- solutie kunnen we geen uitspraak van de Raad van State overrulen.
Het is niet door het vangen van 2.000 vinken dat de instandhouding van de vinkensport kan worden ge- garandeerd. Er zijn waarschijnlijk heel wat andere elementen die meespelen. Het vangen van die
2.000 vinken is nooit in overweging genomen om de vinkensport in stand te houden, maar wel omdat op dat moment de overtuiging bestond dat de ge- netische verarming niet kon worden tegengegaan. Nu is duidelijk dat met het aantal vinken in gevan- genschap en mits een goed kweekprogramma, de genetische verarming wel degelijk kan worden te- gengegaan. Dit is dus geen bedreiging meer voor de vinkensport. Er zijn ongetwijfeld andere maat- schappelijke actoren die ertoe bijdragen dat de vin- kensport voor een deel gereduceerd wordt.
De xxxx Xxxxx Xxxxx : Het is gewoon hopeloos. Er is een verschil tussen de theoretische invalshoek en de praktijk. Het aantal loopt terug. Het kweken van vinken is niet hetzelfde als het kweken van duiven. Dat is veel moeilijker en delicater. Het aan- tal zal nooit op peil kunnen worden gehouden. Over 10 jaar zal de vinkensport een marginale sport zijn. Dat is misschien wat sommigen hier wil- len, maar ik blijf me daartegen verzetten. Xxxxxxxx de minister, ik vind het erg dat u zich enkel laat lei- den door het arrest van de Raad van State. (Op- merkingen van de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxx)
De voorzitter : Mijnheer Xxxxx, beide partijen zijn tot overleg bereid. Toen ik minister van Leefmilieu was, heb ik een afbouwscenario afgedwongen, na overleg en met het akkoord van beide partijen. Het is dus mogelijk. De vraag is echter of we geen groot onderscheid moeten maken tussen enerzijds de sport en anderzijds het vangen van vinken in vrij- heid.
In zijn antwoord moet minister Sannen rekening houden met zowel de resolutie van het parlement, als met het advies van de Raad van State, dat na- dien werd opgesteld, als met de wetenschappelijke elementen, die steeds evolueren. De vraag moet ei- genlijk gaan over de evolutie in de sector. Daar- door kan misschien een oplossing worden gevon- den om de tegenstanders dichter bij elkaar te bren- gen.
De xxxx Xxxxx Xxxxx : Xxxxxxxx de voorzitter, in uw tijd was er overleg tussen de vinkenorganisaties en Vogelbescherming Vlaanderen. Dat heeft inder- daad tot een akkoord geleid. Nu wordt er echter geen overleg meer gevoerd : degene die de klacht heeft ingediend, gaat gewoon de strijd aan en stapt naar de Raad van State. Buiten hem is er niemand in heel Europa die naar een dergelijke instantie
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-12-
Denys
zou stappen, is er niemand die een klacht zou in- dienen bij het Hof van Justitie.
Xxxxxxxx de voorzitter, ik ben het met u eens dat overleg misschien een uitweg kan bieden. Beide zijden moeten daar dan wel voor kiezen. Xxxxxxxx de minister, u kunt daar een rol in spelen.
De voorzitter : Minister Sannen heeft het woord.
Minister Xxxx Xxxxxx : Xxxxxxxx Xxxxx, misschien ben ik onvoldoende duidelijk geweest. Er wordt overleg gepleegd tussen het kabinet en de vinke- niers. Zij zitten zelfs in de stuurgroep die de maat- regelen van de wetenschappelijke studie mee bege- leid. Ze waren in maart al op de hoogte van de uit- spraak van de Raad van State en de problemen in dat verband.
Xxxxxxxx Xxxxx, u laat zich leiden door een per- smededeling van iemand die u blijkbaar erg irri- teert. U tracht daar commotie rond te maken. De vinkeniers wisten echter al langer wat in de uit- spraak staat en hoe we een oplossing probeerden te vinden.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Actuele vraag van xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx tot me- vrouw Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, Vlaams minister van Xxxxxxx, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de federale plannen om anticonceptiecheques voor jongeren uit te geven
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van xxxxxxx Xxxxxx tot mevrouw Xxxxxxxxx, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Xxx- xxx, over de federale plannen om anticonceptieche- ques voor jongeren uit te geven.
Xxxxxxx Xxxxxx heeft het woord.
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx (Op de tribune) : Mijn- heer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega’s, de federale minister van Sociale Zaken, de xxxx Xxxxxxx, heeft naar aanleiding van de be- grotingsbesprekingen van de federale regering een budget uitgetrokken van 5,2 miljoen euro om anti- conceptiecheques ter beschikking te stellen van jongeren tussen 15 en 20 jaar. De bedoeling is het
stijgend aantal tienerzwangerschappen tegen te gaan.
Mevrouw de minister, het aantal tienerzwanger- schappen is de afgelopen jaren aanzienlijk geste- gen. Zo heb ik gelezen dat er in 2002 in totaal 5511 waren, wat een stijging vertegenwoordigt van meer dan 20 percent tegenover 1993. Wat merkwaardig is, is dat het aantal tienermoeders niet toeneemt. Het aantal tienerabortussen is daarentegen wel spectaculair gestegen. In 2001 ging het om 2133 tie- nerabortussen, meer dan een verdubbeling ten op- zichte van 1991. Merkwaardig daarbij is dat 75 van die gevallen zich voordeden bij meisjes die nog geen 15 jaar oud waren. Hoe jonger de meisjes zijn die ongewenst zwanger worden, hoe vlugger ze abortus laten plegen.
Mevrouw de minister, ik geef toe dat de toestand nog niet zo dramatisch is als in een aantal andere Europese landen, met als dramatische koploper Groot-Brittannië. In elk geval is de situatie ernstig genoeg om er iets aan te doen. Het is dan ook be- langrijk dat eenieder zijn verantwoordelijkheid neemt.
Preventie is wat dat betreft zeer belangrijk, maar dat behoort tot de Vlaamse bevoegdheid. Vlaande- ren moet dan ook volledig autonoom een eigen be- leid ter zake kunnen voeren. We moeten daarbij niet worden gecommandeerd door een federale minister die een of ander simplistisch idee lanceert, zonder daarbij op een doordachte wijze een aantal studies te laten uitvoeren.
Mevrouw de minister, hoe zal federaal minister Xxxxxxx in Vlaanderen zijn cheques verdelen ? Zal dat gebeuren via de ouders ? Ik ben de eerste om te beklemtonen dat zij op het vlak van de sek- suele voorlichting en op het vlak van anticoncepti- va de grootste verantwoordelijkheid dragen. Zij moeten hun kinderen wijzen op de gevaren van seks op jonge leeftijd en op de mogelijke gevolgen.
Maar, mevrouw de minister, indien ouders niet de bereidheid en de wil aan de dag leggen om een be- paalde openheid te tonen, zullen ze ook niet bereid zijn om die cheques aan hun kinderen te geven.
Ik denk bovendien niet dat het de taak van het on- derwijs is om die cheques te verdelen. Ik vraag me trouwens af of de jongeren naar hun leerkracht of hun directeur zullen stappen om zich die cheques aan te schaffen, maar dat is een andere discussie.
Vlaanderen is volledig bevoegd over het eigen on- derwijs. In het Vlaams Parlement moeten we dus
-13-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Dillen
debatteren over hoe we deze kwestie zullen aan- pakken en hoe we via het onderwijsbeleid moeten inspelen op het probleem dat steeds groter wordt. Een federale minister heeft niet de taak om hier in te grijpen.
Het lijkt me duidelijk dat het ondoordachte pre- ventieplan van minister Xxxxxxx – waarvoor hij niet bevoegd is – een spectaculair voorstel is dat vlot de pers haalt. Daarvan is iedereen overtuigd.
Mevrouw de minister, het is in Vlaanderen onze plicht om een goed onderbouwd en degelijk pre- ventiebeleid uit te werken. We moeten ons niet be- perken tot de tienerzwangerschappen, maar aan- dacht besteden aan de hele problematiek. We heb- ben in de commissie voor Onderwijs in het verle- den al gediscussieerd over AIDS en SOA’s. Ik denk dat we een doordacht en globaal beleid moeten uitwerken. U bent daarvoor bevoegd en u bent daar samen met dit parlement verantwoordelijk voor. Er moet gehandeld worden in samenspraak met alle verantwoordelijken zoals de ouders, het onderwijs, de media en dergelijke.
Mevrouw de minister, wat is uw standpunt ? Blijft u bereid om in Vlaanderen een volledig autonoom en volledig uitgewerkt preventiebeleid te voeren in verband met deze problematiek ?
De voorzitter : Minister Xxxxxxxxx heeft het woord.
Minister Xxxxxxxx Xxxxxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, ik heb het voor- stel van minister Xxxxxxx over het gratis verstrek- ken van anticonceptiemiddelen voor jongeren net zoals u via de pers vernomen. Ik was eerst blij en verheugd omdat mijn federale collega zijn verant- woordelijkheid neemt in verband met anticoncep- tie en jongeren.
In 2000 is er een interministeriële conferentie ge- weest voor de federale overheid en de gemeen- schappen over anticonceptie bij jongeren. Naar aanleiding daarvan werden er in 2001 concrete af- spraken gemaakt.
De federale overheid heeft in deze kwestie een verantwoordelijkheid, net zoals de gemeenschap- pen. Ik ben dus verheugd over het feit dat er initia- tief wordt genomen binnen de federale overheid, maar ik betreur dat er geen overleg is geweest. Ik geloof immers in de kracht van het samen nemen van beslissingen.
Op de interministeriële conferentie hebben we af- spraken gemaakt over de manier waarop anticon- ceptiemiddelen het best bij jongeren worden ge- promoot. Daar is een betrokkenheid van het on- derwijs bij nodig. Er zijn ook sensibiliseringscam- pagnes voor nodig. De gemeenschap en de federale overheid moeten dus samenwerken. Ik wil verdui- delijking over wat er zal gebeuren. Het is ook voor mij een raadsel wie voor de verspreiding zorgt en hoe dat gebeurt.
Afgezien van deze bedenkingen ben ik toch blij dat dit initiatief wordt genomen. Ook wij verstrekken gratis condooms, zij het in het kader van een cam- pagne. Zo delen we samen met een folder ook gra- tis condooms uit tijdens jongerenfestivals die in de zomer worden georganiseerd. In elk geval zal ik het initiatief van minister Xxxxxxx graag in onze werking inpassen.
Gisteren werd bericht over verontrustende cijfers over de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen. In het convenant met Xxxxxx is dui- delijk afgesproken om een geïntegreerde aanpak inzake preventie te ontwikkelen, samen met die or- ganisatie en gesteund op wetenschappelijk onder- zoek. We promoten een dubbele beveiliging : de pil en het condoom. Het is interessant om te werken met opvallende acties zoals ‘Blabla, boemboem’ als dat niet elk jaar gebeurt. In afwachting van zo’n nieuwe spectaculaire campagne werken we jaar in, jaar uit aan een geïntegreerde preventieve aanpak.
De voorzitter : Xxxxxxx Xxxxxx heeft het woord.
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx : Ik dank de minister voor haar antwoord. Vandaag kunnen we in de kranten de kritiek lezen van de experts over dit simpel ideetje van minister Xxxxxxx. Ik blijf erbij dat dit een gemakkelijkheidoplossing is – en dan heb ik het nog niet over het feit dat jongeren met die 3 euro per maand niet ver zullen springen.
Ik blijf er bij de minister op aandringen dat ze haar bevoegdheden terzake opeist. We hebben in dit land al zo weinig te zeggen. Alleen Vlaanderen is voor deze aangelegenheid bevoegd. Mevrouw de minister, als de federale regering geld te veel heeft, dan moet ze het aan u bezorgen. Het gaat om 5,2 miljoen euro. U kunt dat aanzienlijk bedrag dan aanwenden voor preventiewerk.
Mevrouw Vanmechelen van het Centrum Relatie- vorming en Zwangerschapsproblemen zegt in een reactie dat het belangrijker is om jongeren positief en bewust te leren omgaan met hun lichaam, hen te wijzen op hun verantwoordelijkheden en ook om
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-14-
Dillen
hen te leren ‘neen’ zeggen. Dat laatste is belang- rijk, maar het spreekt vele politici niet aan omdat ze daar niet mee scoren.
De voorzitter : Minister Xxxxxxxxx heeft het woord.
Minister Xxxxxxxx Xxxxxxxxx : Voor alle duidelijk- heid wil ik zeggen dat Vlaanderen terzake volledig verantwoordelijk is, maar niet de exclusieve be- voegdheid heeft. Dat is onder meer gebleken op de interministeriële conferentie van 2000.
Het kan best zijn dat u het uitdelen van gratis con- dooms opvat als een populaire en gemakkelijke maatregel. Het verdelen van gratis condooms is nochtans ook een onderdeel van ons beleid en onze sensibiliseringscampagnes.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Actuele vraag van de xxxx Xxx Xxx tot de heer Xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse rege- ring, over het initiatief van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde voor de splitsing van het kiesar- rondissement Brussel-Halle-Vilvoorde
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Xxx tot de xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse regering, over het initiatief van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde voor de split- sing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vil- voorde.
De heer Xxx heeft het woord.
De xxxx Xxx Xxx (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, colle- ga’s, 28 van de 35 gemeentebesturen van Halle-Vil- voorde hebben tijdens de conferentie van burge- meesters en schepenen duidelijk gemaakt dat zij vragende partij zijn voor de splitsing van het kie- sarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde voor 1 april 2004. Het is niet de eerste keer dat de burge- meesters en de gemeenten in actie schieten om te trachten een bepaalde doelstelling te realiseren. De huidige doelstelling staat bovendien in het Vlaams regeerakkoord ingeschreven.
Zij beschikken nu bovendien over een serieus wapen om actie te voeren. Hun argument is dat het niet aan hen is om Brusselse of Waalse verkiezin-
gen te organiseren. Voor de splitsing van het kie- sarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde is een fe- derale wet nodig, maar de splitsing staat ook inge- schreven in het Vlaams regeerakkoord. Het is in de eerste plaats het Vlaams Parlement dat er op moet toezien dat de overeenkomst wordt nagekomen.
Mijn vraag is dan ook welk initiatief de regering zal nemen om dit waar te maken. Destijds is immers afgesproken dat de meerderheidspartijen een be- roep konden doen op de solidariteit van de federa- le collega’s om ervoor te zorgen dat dit punt zou worden doorgedrukt.
Wat wordt er vanuit de Vlaamse regering onderno- men om tegemoet te komen aan de vraag van de burgemeesters van Halle-Vilvoorde ? De burge- meesters kunnen immers niet alleen rekenen op de sympathie en de steunbetuigingen vanuit hun eigen arrondissement, maar ook van andere gemeentebe- sturen vanuit heel Vlaanderen.
De voorzitter : Minister-president Somers heeft het woord.
Minister-president Xxxx Xxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, ik dank u voor uw vraag. De materie is wel degelijk belangrijk. De splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle- Vilvoorde is inderdaad een oude Vlaamse eis en staat in het Vlaams regeerakkoord ingeschreven. Er staat wel expliciet in dat het om de horizontale splitsing van het kiesarrondissement gaat. Het ver- schil met een verticale splitsing kent u allicht. De verticale splitsing betekent dat het gerechtelijk ar- rondissement Halle-Vilvoorde een eigen kiesarron- dissement wordt, naast het kiesarrondissement Brussel. Dat wil zeggen dat er een volledige schei- ding wordt doorgevoerd.
De horizontale splitsing betekent dat Brussel- Halle-Vilvoorde, bijvoorbeeld zoals bij de Europe- se verkiezingen, een Vlaamse kiesomschrijving wordt en dat tegelijkertijd Brussel-Nijvel een Franstalige kiesomschrijving wordt. De inwoners van Brussel komen op die manier in twee kiesom- schrijvingen terecht. Dat voorstel is naar aanleiding van de vorige verkiezingen uitgewerkt, maar door het Arbitragehof naar de prullenmand verwezen. In zijn arrest van 26 mei 2003 heeft het Arbitrage- hof de adviezen van de Raad van State opgevolgd. De regeling van de horizontale splitsing van Brus- sel-Halle-Vilvoorde is strijdig met artikel 63, para- graaf 2 en 3 van de Grondwet. Dat was problema- tisch.
-15-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Somers
Wij zijn nu in een nieuwe situatie terechtgekomen. Het beroemde en beruchte artikel 63 van de Grondwet is intussen wel voor herziening vatbaar verklaard. De oude denkpiste, waarover een con- sensus bestond over de taalgrenzen heen, maar die op het veto van het Arbitragehof was gebotst, zou misschien opnieuw worden bovengehaald.
De burgemeesters van het arrondissement Halle- Vilvoorde hebben een tussenliggend voorstel uitge- werkt. Dit voorstel, dat van een combinatie van de horizontale en de verticale splitsing uitgaat, zou ap- parentering tussen beide kiesomschrijvingen moge- lijk maken. Deze mogelijke oplossing, die zeker het onderzoeken waard is, past in de Vlaamse filosofie dat de techniek ondergeschikt moet zijn aan de doelstelling. Ik ben ervan overtuigd dat dit voorstel de goedkeuring van alle leden van de Vlaamse re- gering kan wegdragen.
Mijnheer Xxx, het angeltje schuilt in het laatste ge- deelte van uw betoog. Volgens u moet het steunen van dit voorstel tot de ambities van de Vlaamse re- gering behoren. We mogen echter niet vergeten dat deze beslissing op het federale niveau moet wor- den genomen.
U vindt dat we een beroep moeten doen op de loy- auteit en op de solidariteit van alle meerderheids- partijen. Vanuit uw perspectief heeft zich natuurlijk een positieve evolutie voltrokken. Sinds enkele maanden maakt uw partij weer deel uit van de fe- derale regering. Bovendien hebt u sinds kort de kans om een eminent lid van de Kamer van Volks- vertegenwoordigers in de beslotenheid van de huiselijke kring aan te manen om de nodige stap- pen te zetten. In dat geval zou de heer Xxx de volle steun van de Vlaamse regering krijgen.
Ik hoop dat we er eindelijk in zullen slagen om op dit vlak een stap voorwaarts te zetten. Nu artikel 63 van de Grondwet voor herziening vatbaar is verklaard, hoop ik dat de destijds afgesproken re- geling zonder veto’s van het Arbitragehof in de praktijk kan worden gebracht.
De voorzitter : De heer Xxx heeft het woord.
De xxxx Xxx Xxx : Indien het enkel van mijn partij, met inbegrip van de pas beëdigde parlementsleden, zou afhangen, zou dit snel worden gerealiseerd. We rekenen evenwel op de Vlaamse regering, die op dit vlak meer invloed heeft, om de nodige druk uit te oefenen.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Actuele vraag van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxxx tot de heer Xxxx Xxxxxx, minister-president van de Vlaamse regering, over de score van Vlaanderen op het vlak van de kenniseconomie
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de xxxx Xxxxxxxxxx tot de xxxx Xxxxxx, minister- president van de Vlaamse regering, over de score van Vlaanderen op het vlak van de kennisecono- mie.
De xxxx Xxxxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxx (Op de tribune) : Mijn- heer de voorzitter, vandaag is in de FET een zo- veelste illustratie te vinden van het feit dat het niet goed gaat met de Vlaamse economie. Het is allang duidelijk dat het hier niet om een dipje, maar om een structurele crisis gaat.
Het gaat om een vergelijking tussen 125 kenniseco- nomieën in de periode 2002-2003. De Vlaamse kenniseconomie haalt slechts de 101e plaats. Deze score spreekt voor zich. Het Brussels Hoofdstede- lijk Gewest maakt in dezelfde vergelijking overi- gens een sprong van de 79e naar de 56e plaats.
Deze gegevens zijn niet nieuw. Ze zijn ook terug te vinden in de oproep die een aantal captains of in- dustry in februari 2003 hebben gelanceerd, in het rapport van professor Xxxxxxxxxx en in een rap- port van de SERV dat het Vlaams economisch be- leid zelfgenoegzaamheid en een gebrek aan visie verwijt.
Ik vraag me af wat er in de toekomst met onze eco- nomie zal gebeuren. Waarom zet de Vlaamse rege- ring de tijdens de vorige legislatuur ingezette trend betreffende onderzoek en ontwikkeling niet voort ?
Hoewel de minister-president onlangs een stijging heeft aangekondigd, is de groei van deze budgetten afgeplat. Bij het begin van het huidige academie- jaar hebben de hogescholen verkondigd dat ze 15 miljoen euro minder zullen ontvangen, hebben de universiteiten op een daling van hun eigen budget- ten gewezen en kunnen we enkel vaststellen dat de stijging voor de infrastructuurmiddelen voor het onderwijs is gehalveerd.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-16-
Schuermans
Xxxxxxxx de minister-president, hoe kunt u het nog op een geloofwaardige manier over de aandacht van de Vlaamse regering voor onderzoek en ont- wikkeling hebben ? U slaagt er niet in Vlaanderen aantrekkelijk te maken voor buitenlandse bedrij- ven. Ik denk hierbij in eerste instantie aan high- tech- en mediumtechbedrijven die over de nodige knowhow beschikken. U beschikt niet eens over een instrumentarium om Vlaanderen aantrekkelijk te maken. U slaagt er zelfs niet in om de dienst In- vesteren in Vlaanderen en Export Vlaanderen tot een coherent geheel samen te voegen.
Ik vraag me af waarom u niet kiest voor een amibi- tieus project, zoals de DIRV en Flanders Technolo- gy vroeger zijn geweest. Ik vrees dat uw ultieme streven, de Olympische Spelen in 2016 naar Vlaan- deren te halen, dit structureel probleem niet zal op- lossen. Waarom kiest u niet radicaal voor de inno- vatie van onze economie ?
De voorzitter : Minister-president Somers heeft het woord.
Minister-president Xxxx Xxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, ik dank de xxxx Xxxxxxxxxx voor zijn vraag, want het gaat over een onderwerp waarmee het parlement zich dit jaar, maar ook de volgende jaren, zeer intensief zal moeten bezighouden. In mijn – volgens sommigen te lange – Septemberverklaring heb ik getracht aan te tonen dat we dit politieke jaar hierin investeren.
De xxxx Xxxxxxxxxx haalt een belangrijk rapport aan. Ik zou me er gemakkelijk van af kunnen maken door te zeggen dat de cijfers – een niet on- belangrijk detail in het debat – verzameld zijn in 1999 en 2000. Het zou gemakkelijk zijn te zeggen dat het gaat om een vernietigend eindrapport voor de regering-Xxx xxx Xxxxxx. Maar ik doe dit niet. (Opmerkingen van de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxx)
Het zou de regering-Xxx xxx Xxxxxx onrecht aan- doen de analyse te stoppen bij de cijfers uit het rapport. Ook de regering-Xxx xxx Xxxxxx heeft gewerkt aan de sprong naar de kenniseconomie. Ter verdediging van de regering-Xxx xxx Xxxxxx wil ik waarschuwen voor een eenzijdige benade- ring van dergelijke rapporten. We moeten voor- zichtig zijn met de analyse.
Ik geef 2 voorbeelden. Als het belang van investe- ringen in onderzoek en ontwikkeling wordt onder- zocht, kijkt men naar de locatie van de hoofdzetel van de ondernemingen. In ons land zijn die meestal
in Brussel gevestigd, terwijl het werk op het terrein vaak in de andere gewesten gebeurt.
In de statistieken over onderzoek en ontwikkeling wordt ook onderzoek en ontwikkeling voor militai- re doeleinden meegerekend. Dit geeft voor sommi- ge landen een vertekend beeld, met een oneven- wichtige voorstelling van zaken als gevolg.
Wat moet de les zijn uit dit rapport ? Ik vrees dat er binnen 2 of 3 jaar opnieuw een rapport kan ver- schijnen, waaruit blijkt dat de situatie niet specta- culair is verbeterd. Het goede werk dat de regering de voorbije jaren heeft gepresteerd, is ongetwijfeld nog onvoldoende om het probleem weg te werken. Er zullen nog meer inspanningen nodig zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de volgende regeringen zich hierop ten volle zullen moeten concentreren.
Met het Innovatiepact, afgesloten in april 2003, hebben hogescholen, industrie en regering zich ertoe geëngageerd om in 2010 3 percent van het BNP te besteden aan onderzoek en ontwikkeling. Hierdoor kan Vlaanderen opnieuw een topregio worden op het vlak van het volume van investerin- gen in onderzoek en ontwikkeling. Nog deze legis- latuur trachten we de uitvoering van dit Innova- tiepact te versnellen. Daarom heeft de regering – in moeilijke budgettaire omstandigheden – beslist om het budget voor onderzoek en ontwikkeling niet met 60, maar met 90 miljoen euro te verhogen.
In het voorjaar van 2004 organiseren we een regio- conferentie met regio’s, die toonaangevend zijn op het gebied van kenniseconomie, uit 3 continenten. We willen overleggen en bekijken waar verbete- ring, samenwerking en nieuwe initiatieven mogelijk zijn.
Het idee om te zoeken naar een nieuwe DIRV- actie is positief. Laat ons eerlijk zijn, de DIRV-actie is een van de grote successen in de recente geschie- denis van de Vlaamse regering. De DIRV-actie was aan vernieuwing toe, want een actie moet regelma- tig hernieuwd worden.
Tijdens de Ondernemerschapsconferentie moeten we nadenken – en ik sta open voor alle constructie- ve voorstellen – over de hefbomen die we kunnen ontwikkelen om op korte termijn Vlaanderen op- nieuw op het voorplan te plaatsen op het vlak van de kenniseconomie. Misschien is de dag van de technologie, verder uitgebouwd en ondersteund, terzake een instrument. Misschien moeten we naar nog iets krachtiger en beter gaan.
-17-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Somers
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, ik sta open voor elke sug- gestie. Laat het samen onze ambitie zijn om de ko- mende jaren elkaar te proberen overtuigen zodat we over enkele jaren tegen elkaar kunnen zeggen dat we een moeilijk pad hebben afgelegd, dat we in een dipje zaten en dat we er samen zijn uitgeko- men.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxx : Mijnheer de voorzit- ter, de campagne zal dit keer lang duren. Xxxxxxxx de minister-president, ik vind het jammer dat u zelfs het cijfermateriaal ontkent. De studie wordt elk jaar gemaakt en geeft ook evoluties aan, zoals tussen 2002 en 2003. Ik kan me niet inbeelden dat dat louter gebeurt op basis van cijfers uit het verle- den, want dat lijkt me niet wetenschappelijk ver- antwoord. Hoe dan ook, het is een zoveelste illus- tratie van de huidige toestand, naast het rapport- Sleuwaegen, dat u wel ernstig neemt omdat het in opdracht van uw regering is opgesteld. Dat type rapporten komt tot eenzelfde situatieschets.
U doet er niet goed aan om blijvend alle aandacht te richten op conferenties, zoals de komende regio- conferentie, wat nog een idee van voormalig minis- ter Xxxxxxxx is. Er is genoeg geconfereerd en het is duidelijk wat er te doen staat. U zegt dat we Vlaan- deren in de etalage moeten plaatsen. Daar ben ik het mee eens. We hebben op korte termijn meer dan ooit nood aan buitenlandse investeringen, maar u hebt zelfs geen etalagist. U hebt uw dienst Export Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen lamgelegd. Wie gaat Vlaanderen in de etalage plaatsen nu uw instrumentarium op apega- pen ligt ?
De voorzitter : Minister-president Somers heeft het woord.
Minister-president Xxxx Xxxxxx : Xxxxxxxx Xxxxxx- xxxx, we zijn bondgenoten als we samen, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, xxx- xxx naar manieren om de competitiviteit van Vlaanderen op het vlak van de kenniseconomie te versterken. Dat we met een probleem zitten, is dui- delijk. Dat is de grote, structurele uitdaging. Dit is niet alleen zo voor Vlaanderen, want in de studie staan er bij de top 50 maar drie Europese regio’s. We zullen er samen moeten aan werken en naar een legislatuuroverschrijdend draagvlak zoeken en nagaan welke trajecten we moeten volgen en ver- sterken om de kenniseconomie in Vlaanderen te installeren.
De kritiek op de Dienst Investeren in Vlaanderen en Export Vlaanderen is niet helemaal juist. Het middenveld, dat door ons beiden wordt gekoes- terd, namelijk de werkgeversorganisaties, de Ka- mers van Koophandel en het VEV, heeft ons over- tuigd van de noodzaak om de front office van beide organisaties te vermarkten, het samen met het middenveld uit te baten en er tegelijkertijd voor te zorgen dat dit één organisatie wordt. Zo kunnen we vermijden verzeild te raken in de ab- surde situatie dat de Dienst Investeren in Vlaande- ren in Tokio in de ene straat is gehuisvest en Ex- port Vlaanderen in een andere, zonder dat er over- leg is.
U hebt ook toegejuicht dat we van de structuur een EVA maken, zodat de ondernemerswereld, die de knowhow en het dynamisme heeft om zo’n export- dienst te laten functioneren, daar nauw bij wordt betrokken. Dit is de juiste en de enige weg om op een slagvaardige manier samen te werken met de honderden mensen die voor ons in het buitenland markten exploreren, onze exportproducten aan de man trachten te brengen en nieuwe investeringen aantrekken. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, ik kan op 250 dagen de wereld niet veranderen, maar binnen die 250 dagen zal die structuur op poten staan.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxxxx : Mijnheer de minister- president, ik neem aan dat u in de laatste 250 dagen van deze legislatuur de wereld niet zult ver- anderen als er zelfs op vijf jaar niets is gebeurd. U krijgt nog het voordeel van de twijfel.
Uw regering heeft bij de aanvang van deze legisla- tuur het hele instrumentarium door elkaar geschud : VDAB, Export Vlaanderen, Dienst Inves- teren in Vlaanderen, de GOM’s, de Huizen van de Onderneming. Geen enkel van deze projecten is af- gerond. Vlaanderen in de etalage willen plaatsen en onze mensen een goede opleiding geven terwijl het instrumentarium er niet is, lijkt me erg moei- lijk.
U verwijst naar drie regio’s. Er zijn regio’s in Zwe- den, Finland en Luxemburg die wel de sprong heb- ben gemaakt. Ik had graag gezien dat u in deze aangelegenheid iets ambitieuzer was.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-18-
VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heren Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxx en Xxx Xxx betreffende het gebruik van milieubeleids- overeenkomsten in het Vlaamse afvalbeleid
– 1550 (2002-2003) – Nrs. 1 tot 4
Bespreking
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van de heren Xxxxxxxx, Xxxxxxxx, Maes en Bex betreffende het gebruik van milieubeleidsovereenkomsten in het Vlaamse afvalbeleid dat luidt als volgt :
Het Vlaams Parlement,
– rekening houdend met :
1° de rapportering door de OVAM in verband met de milieubeleidsovereenkomsten (MBO's) inzake oude geneesmiddelen, afge- dankte voertuigen, afvalbanden en afge- dankte elektrische en elektronische appara- tuur, tijdens de hoorzitting van 24 september 2002 in de Commissie voor Leefmilieu, Na- tuurbehoud en Ruimtelijke Ordening ;
2° de studie van het West-Vlaams Economisch Studiebureau inzake het instrument aanvaar- dingsplicht en met de RUG-studie over de interne en externe succesfactoren voor een milieubeleidsovereenkomst, die werden toe- gelicht door de OVAM tijdens dezelfde hoorzitting ;
3° het verslag van het Rekenhof over het ge- bruik van convenants in de Vlaamse Ge- meenschap ;
4° de discussie in de Commissie voor Leefmi- lieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Orde- ning op 3 oktober 2002 (zie Xxxx. Xx. Xx. Xxxx. 0000-0000, xx. 1444/1) ;
5° de mededeling van de Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over milieuconvenanten (COM (96)0561-C4- 0013/97) ;
6° de standpunten terzake van de SERV, en met name het Rapport Milieubeleidsover- eenkomsten van 9 juli 1997 ;
– vraagt de Vlaamse regering werk te maken van de volgende aanbevelingen :
1° MBO's zijn als instrument in het Vlaamse af- valbeleid wenselijk, maar moeten wel aan de volgende voorwaarden voldoen :
a) ze moeten een concrete vertaling bieden van het preventieprincipe, het principe 'de vervuiler betaalt' en van de aanvaar- dingsplicht voor de producenten, zoals opgenomen in het Afvalstoffendecreet ;
b) ze moeten een verdere invulling vormen van de normering opgenomen binnen het VLAREA of de bedoeling hebben daar- op te anticiperen binnen de marges aan- gegeven in het decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkom- sten ;
c) ze mogen in geen geval de bestaande nor- mering (in het VLAREA of elders) ver- soepelen of uithollen, maar mogen nieu- we afsprakenkaders toetsen of op nieuwe regelgeving anticiperen ;
d) ze moeten kaderen binnen een ruimer sectoraal uitvoeringsplan ;
2° alleen binnen dit kader en vanuit de princi- pes van proportionaliteit en subsidiariteit (cf. SERV, 1997), kunnen MBO's bijdragen tot het vermijden van overmatige of al te gede- tailleerde regelgeving en zal de overheid er zich formeel toe verbinden om af te zien van nieuwe regelgeving ;
3° MBO's moeten concrete resultaatsverbinte- nissen koppelen aan vooropgestelde meetba- re en tijdsgebonden doelstellingen (eind- doelstellingen en zo nodig ook tussentijdse doelstellingen) om de goede werking van de MBO te garanderen ;
4° MBO's moeten steeds precieze bepalingen bevatten inzake looptijd en eventuele opzeg- baarheid van de overeenkomst, inzake onaf- hankelijke controle, evaluatie, rapportering en sancties ; resultaten inzake voorkoming, effectief gerealiseerde inzameling, herge- bruik of recyclage van producten of materia- len moeten kunnen worden voorgelegd en het creëren van groepen 'free riders' moet in de mate van het mogelijke vermeden worden ; zo dit niet kan, geniet een meer for- meel beslissingskader de voorkeur ;
5° MBO’s moeten zorgen voor een evenwichti- ge verdeling van de lasten tussen de verschil-
-19-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
lende betrokken partijen ; de taken van de diverse partners van de overeenkomst moe- ten duidelijk afgelijnd worden en mogen geen verschuiving van lasten of kosten naar derden (bijvoorbeeld de lokale besturen) in- houden ;
6° er moet een voortgangsbewaking en controle van de uitvoering van de MBO's gebeuren door de administratie en een volledige en tij- dige doorstroming van informatie aan het Vlaams Parlement, dat de mogelijkheid moet behouden om MBO's binnen afgesproken termijnen te evalueren ; de openbaarheid van deze beleidsgegevens moet ook voor een ruimer publiek gegarandeerd zijn ;
7° de minister bevoegd voor leefmilieu overlegt vooraf met het Vlaams Parlement over de keuze om voor bepaalde afvalstromen een MBO te maken, waarin de beoogde partners zijn opgenomen, samen met de argumentatie waarom specifiek voor deze stromen voor het instrument van de MBO werd gekozen ; een tijdige consultatie van de MiNa-Raad en de SERV alvorens men zich verregaand ver- bindt in de onderhandelingen met de secto- ren of met de andere gewesten is daarbij noodzakelijk ;
8° in het kader van de intergewestelijke samen- werking moet worden gezocht naar een aan- gepast parlementair overlegkader om het de- mocratisch deficit in de besluitvorming over intergewestelijke samenwerkingsakkoorden inzake MBO's te vermijden ;
9° op dezelfde wijze moet de afstemming met federale bevoegdheden (bijvoorbeeld inzake productnormering) doorzichtiger en demo- cratischer worden gemaakt ;
10° ecodesign en design for recycling moet wor- den gestimuleerd via positieve acties, reke- ning houdend met reële afzetgebieden ;
11° in het kader van het proces Beter Bestuurlijk Beleid moet worden onderzocht of de for- mele fase van de onderhandelingen over een MBO kan worden ingekort, zonder afbreuk te doen aan democratische rechten.
De bespreking is geopend.
De xxxx Xxxxxxxx, verslaggever, verwijst naar het schriftelijk verslag.
De heer Xxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxx (Op de tribune) : Xxxxxxxx de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden, het voorstel van resolutie dat we hier behandelen was in zijn oorspronkelijke versie zeer restrictief, administratief zeer ingewikkeld en bijna onuitvoer- baar. Daarop hebben de commissieleden een ge- sprek gehad met het VEV, waarbij veel problemen werden opgelost. Uiteindelijk werd besloten het voorstel te amenderen. Onze fractie werd echter niet uitgenodigd om daarbij te helpen. Daarom heb ik in de commissie geen uiteenzetting gegeven, maar wil ik nu toch enkele opmerkingen geven bij het gewijzigde voorstel.
Het voorstel verhelpt enkele pijnpunten, namelijk het feit dat bijsturing door de adviesraden in het verleden onmogelijk is gebleken, omdat de ge- sprekken met de sectoren en de gewesten reeds te vergevorderd waren of zijn, en het feit dat tussen- personen – kleinhandelaars en gemeenten – niet worden vergoed voor de lasten of kosten die ze dragen. Daarvoor is een oplossing gevonden. De inspraak van de MINA-raad en de SERV moet in de toekomst tijdig kunnen gebeuren.
Het verheugt me te zien dat de passage in het voorstel over de voorlopersfunctie van Vlaanderen is geschrapt. Vlaanderen hinkt immers achterop in- zake de rioleringsproblematiek, de waterzuivering, de bodemsanering en de omzetting van Europese richtlijnen. Men wou op papier voorloper zijn op het vlak van milieubeleidsovereenkomsten, terwijl we in realiteit achterop hinken ten opzichte van de andere Europese landen.
Als er geen akkoord mogelijk is met de andere ge- westen, zo luidde de oorspronkelijke redenering, dan kan Vlaanderen er zelf toch al mee beginnen. Daar zijn we het niet mee eens. Wat moet immers een distributeur doen die levert in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? Er voor elk gewest een aparte regeling op na houden kan niet. Een en ander is administratief ingewikkeld, maar dat moet eenvoudiger kunnen. Voor ons is de gelijktijdigheid van de uitvoering van die MBO’s een must. Gelukkig is die passage over de voorlo- persfunctie geschrapt.
Volgens de tekst kan een MBO nuttig zijn als die aan bepaalde voorwaarden voldoet op het vlak van milieureglementering. Volgens mijn fractie moet er echter verder worden gekeken. Het is pas zinvol
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-20-
Matthijs
een MBO af te sluiten als het beoogde resultaat ook economisch en technisch haalbaar is en tege- lijk een goede zaak voor het milieu is. Het lijkt ons dus niet nodig of nuttig dure aparte ophaalrondes van bepaalde producten te organiseren, als de ver- werking ervan uiteindelijk toch dezelfde blijft. Er wordt meestal te weinig rekening gehouden met de economische realiteit en met evaluaties van derge- lijke MBO’s, waarbij aanpassingen kunnen gebeu- ren. Volgens de tekst is een MBO ook wenselijk als ze een concrete vertaling inhoudt van het preven- tieprincipe, het principe dat de vervuiler betaalt en de aanvaardingsplicht van producenten.
Ik heb al eerder mijn bedenkingen geuit bij dit pre- ventieprincipe. Zo weinig mogelijk afval kan en mag niet het enige doel zijn. Principes als veilig- heid, voedselveiligheid, gezondheid en hygiëne zijn volgens ons van een hogere orde. Dan denk ik aan kleinere verpakkingen voor slaapmiddelen en aan afzonderlijke verpakkingen van spuiten om risico- besmettingen te voorkomen. Er is de kwestie van glas versus plastic. Glas heeft het nadeel van breek- baarheid en het risico van snijwonden. Ook is er de mogelijkheid van contact met gevaarlijke stoffen. Bij etenswaren moeten de producenten de beste verpakking kunnen gebruiken, gelet op de houd- baarheid en de hygiëne.
Over de aanvaardingsplicht van de producenten te- kende ik de volgende meningen op : ‘Distributeurs zijn volgens ons geen afvalophalers.’ En : ‘Elke vierkante meter verkoopsruimte moet vergund worden. Het stockeren van afval in winkelruimtes met of zonder vergoeding is op het eerste gezicht niet evident.’ Of ook : ‘De administratieve romp- slomp moet tot een minimum worden beperkt en mag niet worden overdreven.’ En ten slotte : ‘Er bestaat ook nog zoiets als consumentenverant- woordelijkheid.’
We stellen ook vast dat distributeurs producten verdelen die onder verschillende MBO’s ressorte- ren. Daarom is het volgens ons absoluut noodzake- lijk aangifteformulieren, termijnen, timing van cer- tificatie en controles te uniformiseren. Nu is er een wildgroei van aparte beheerssystemen en er is dus een sanering nodig.
Het moet ook mogelijk zijn dat één organisme in- staat voor de aangiftes, de databanken, de boek- houding, de controles en rapportering. Dit zal alles- zins de kostenefficiëntie van de afvalbeheerssyste- men ten goede komen. De vraag naar een uniek
loket voor MBO’s is ons inziens geheel terecht, maar deze resolutie gaat daaraan voorbij.
Xxxxxxxx de voorzitter, mijnheer de minister, colle- ga’s, ik besluit dat er twee negatieve en twee posi- tieve punten zijn. Negatief is dat de MBO’s waar- van sprake in deze resolutie, te weinig rekening houden met de economische realiteit ten velde en dat ze een administratieve rompslomp met zich meebrengen in plaats van een vereenvoudiging. Het zou een verademing zijn mochten alle MBO’s op dezelfde leest geschoeid zijn. Het geheel zou er ook transparanter door worden.
Positief vinden we de vraag de lasten evenwichtiger te verdelen en de vraag de raden zoals de MINA- raad en de SERV bij de opmaak van milieubeleids- overeenkomsten tijdig te consulteren. Vandaar onze onthouding bij de stemming over dit voorstel van resolutie.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxxx Xxxxxxxx (Op de tribune) : Mijn- heer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de bedoeling van deze resolutie was een kader te schetsen voor de milieubeleidsovereenkomsten in- zake afvalbeleid waar de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement mee moeten omgaan. Bij uit- breiding is het echter ook een signaal met betrek- king tot andere milieubeleidsovereenkomsten en convenants die in de toekomst zullen worden ge- sloten.
In de commissie voor Leefmilieu moeten we ons vaak buigen over milieubeleidsovereenkomsten. We voelden dan ook de nood enige uniformiteit te brengen in de behandeling en de evaluatie daar- van. Op dat punt sluit ik me dan ook aan bij de heer Xxxxxxxx. Het is goed een aantal principes op een rij te zetten die voor de verschillende MBO’s kunnen gelden.
De Vlaamse regering heeft er bewust voor gekozen te werken met milieubeleidsovereenkomsten in het afvalbeleid om, rekening houdend met de econo- mische realiteit die de heer Xxxxxxxx zo belangrijk vindt, in nauw overleg met de betrokken actoren, in eerste instantie het bedrijfsleven en de federa- ties van bedrijven, tot een regeling te komen en er in tweede instantie ook de sociale partners en de milieubeweging bij te betrekken via de adviezen van de SERV en de MINA-raad die telkens over MBO’s worden ingewonnen.
Dit houdt in de kiem eigenlijk al een soort van eco- logische overlegeconomie in. Bij uitbreiding moe-
-21-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Malcorps
ten we dit dan ook gaan toepassen op andere mi- lieuconvenants. Ik verwijs naar de discussie die we voeren over MBO’s inzake bodemsanering, de be- langrijke discussie over de stookolietanks, en die over de tankstations, die binnenkort vanwege een verzoekschrift opnieuw in de commissie aan de orde zal komen. We kunnen nog verder kijken, bij- voorbeeld naar convenants omtrent luchtverontrei- niging, zoals het beruchte benchmarkconvenant in het kader van het Kyotoprotocol.
Ook op dat punt heeft de Vlaamse regering de keuze gemaakt in overleg te treden met het be- drijfsleven. Ze wil niet eenzijdig normen opleggen en afdwingen, maar tot een overeenkomst komen. Zowel de overheid als het bedrijfsleven hebben daar baat bij, terwijl toch de milieudoelstellingen, maar ook de economische doelstellingen, worden gehaald. MBO’s of milieuconvenants zijn echter ook kwetsbaar als overleg- en samenwerkingsfor- mule. Ze zijn gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
Ik wil wel tot één loket of één orgaan komen, maar daartoe moet nog serieus overleg worden gepleegd met de vele federaties en sectoren. Het is een ide- aalbeeld, maar de realisatie ervan lijkt me niet evi- dent. Natuurlijk zou het beter zijn dat overal de- zelfde procedure wordt gevolgd en dat alles verder wordt vereenvoudigd. Het is echter al moeilijk om dit te realiseren binnen één sector : denken we maar aan de afspraken over de afgedankte voertui- gen, de afvalbanden en het papier. Misschien moe- ten we toch proberen om nog een stap verder te zetten en gelijklopende systemen organiseren met één loket voor alle MBO’s.
Convenants en MBO’s zijn dus gebaseerd op we- derzijds vertrouwen. Dat vertrouwen mag niet wor- den beschaamd en daartoe zijn duidelijke afspra- ken en criteria nodig, zonder daarbij in overdreven bedilzucht te vervallen. Bij de opmaak van deze re- solutie hebben we een aantal toonaangevende werkafspraken willen vastleggen. We zijn de dia- loog met het VEV aangegaan en we hebben een aantal argumenten van de studiedienst van het VEV ter harte genomen waarna we onze teksten hebben aangepast. We hebben rekening gehouden met de meeste opmerkingen, behalve met die over de rol van dit parlement of van de adviesraden. Het Vlaams Parlement moet zijn verantwoordelijk- heid immers kunnen opnemen. Het past in de filo- sofie van de MBO’s om in overleg te treden met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Ik overloop even snel de concrete afspraken. Ten eerste is er het belangrijke preventieprincipe uit het afvalstoffendecreet. Dat principe moet onver- kort blijven gelden en bevat het principe dat de vervuiler betaalt en de aanvaardingsplicht. Ik be- grijp dat het vermijden van afval, en in het bijzon- der van verpakkingsafval, niet het enige criterium kan zijn. We moeten ook oog hebben voor voedsel- hygiëne en soms moet de verpakking samen met de inhoud worden bekeken. De meest veilige ver- pakking vinden, is niet altijd even evident – denken we maar aan melkverpakkingen. Toch blijft het een uitgangspunt van het afvalstoffenbeleid om zo veel mogelijk aan preventie te doen door zo veel moge- lijk overbodige verpakkingen te vermijden. Pre- ventie moet dus in alle MBO’s worden opgeno- men.
Ten tweede moet er ook worden afgestemd op het Vlarea. Een versoepeling van de Vlarea-normen is uit den boze. We moeten opereren binnen het kader dat door voormalig minister De Batselier werd uitgetekend in het decreet betreffende mi- lieubeleidsovereenkomsten van 15 juni 1994. Enkel binnen dat kader kunnen MBO’s een functie heb- ben als instrument tot het vermijden van overmati- ge of al te gedetailleerde regulering. Het werken met MBO’s en deze resolutie hebben dus tot doel overmatige regulering tegen te gaan, maar binnen het kader van Xxxxxx en de normen. Het levert na- tuurlijk een dubbele winst op als we kunnen wer- ken in samenspraak met de industrie.
Het derde uitgangspunt is de resultaatsverbintenis. Die veronderstelt duidelijke afspraken, meetbare tijdsgebonden en soms tussentijdse doelstellingen waaraan we kunnen toetsen. Als vertegenwoordi- gers van het volk en als leden van deze democrati- sche instelling moeten wij daarbij een rol spelen.
Het vierde uitgangspunt betreft het belang voor de overheid en de sectoren. We moeten tegengaan dat free riders op de markt opereren. Dat is immers slecht voor zowel de industrie als voor de overheid. De tijd van individuele vrijbuiters op de Vlaamse afvalmarkt ligt hopelijk al achter ons. Eén cowboy op de afvalmarkt kan economische ravages aan- richten. Dat is gebleken met de dioxinecrisis, want toen was er één persoon die zich niet aan de spel- regels hield en die een hele sector en bijna de hele economie heeft meegesleurd in de val. De overheid en de economische actoren hebben er alle belang bij dat de free riders worden uitgeschakeld.
Ten vijfde is er een evenwichtige verdeling van de lasten nodig tussen de verschillende betrokken partijen. Ik ben blij dat de heer Xxxxxxxx dit als een
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-22-
Malcorps
positief element evalueert. De lasten mogen niet worden afgewenteld op de lokale besturen. De ge- meenten moeten vaak de kosten dragen van MBO’s, zo staan ze al in voor de containerparken en de ophaling van huisvuil. We moeten daar nauwlettend op toezien. We hebben de comfortbe- palingen voor de industrie. Nu moeten we de kos- ten voor de lokale besturen beperken.
Een zesde belangrijk punt is de controlebevoegd- heid van het Vlaams Parlement. We hebben nood aan volledige openheid en transparantie. We moe- ten effectief en op tijd kunnen evalueren. Het par- lement moet niet te pas en te onpas optreden als een supercontroleur. Controle is in de eerste plaats de taak van de administratie, in dit geval de OVAM. Overleg op voorhand in het parlement moet wel mogelijk zijn. Hetzelfde geldt voor de MINA-raad en de SERV. We mogen niet a posteri- ori telkens opnieuw geconfronteerd worden met afgesloten akkoorden waaraan geen komma meer mag veranderen. Het parlement en de deskundige adviesraden moeten op voorhand van de intenties van de minister in kennis worden gesteld zodat we kunnen controleren in welke richting het gaat. Gaat het de goede richting uit ? Is een MBO hier interessant ? Xxxxxx we regelend optreden ? We moeten op voorhand over de grote lijnen van ge- dachten wisselen in het parlement.
We mogen gerust de ambitie koesteren om verder te gaan dan onze buurlanden. Gelukkig zijn we een beetje de voorloper geworden in West-Europa. Dat gebeurde onder impuls van de vorige en deze rege- ring. Inzake afvalverwerking nemen we die rol op, laten we hopen dat we dat ook inzake afvalwater- en luchtzuivering kunnen doen.
U hebt een punt, mijnheer Xxxxxxxx. Met een inter- gewestelijk akkoord kan het Vlaams Gewest moei- lijk als enige voorloper spelen, terwijl de drie ge- westen moeten samenwerken. Het voorstel van re- solutie wil het democratisch deficit in verband met intergewestelijke akkoorden of akkoorden tussen gewesten en de federale overheid opvangen. Daar- om dringt dit voorstel aan op aangepast interparle- mentair overleg. Dat is in het verleden niet altijd even gemakkelijk gebleken. We zullen nog nieuwe formules moeten zoeken. We mogen ons als parle- ment niet laten gijzelen door akkoorden tussen ge- westen onderling.
Het VEV liet een heel mooie suggestie horen. Re- gels en afspraken zijn nodig om de MBO’s te laten werken, maar we hebben ook positieve acties
nodig. Het VEV dacht aan de ondersteuning van ecodesign en design voor recycling. Dat ligt mis- schien meer bij de federale minister maar Vlaande- ren kan ook stimuli geven. Als we al bij de concept- fase in de goede richting zitten, kan afval achteraf worden vermeden. Ik wil dit idee ten volle onder- schrijven.
De privé-sector heeft terecht gevraagd om de pro- cedure voor de opmaak van een MBO in te korten. Dat ligt niet altijd bij de OVAM of bij de minister. Dat heeft onder andere te maken met het in toom houden van de free riders. De sector is zeker nog niet eengemaakt. Er heerst nog verdeeldheid. Ie- dereen is het er nu wel over eens dat we niet einde- loos mogen blijven palaveren.
Ik ben verheugd dat we deze afspraken in de com- missie in een constructieve sfeer op papier hebben gezet. Ik vind het jammer dat de CD&V-fractie zich zal onthouden, want ze gaat grotendeels ak- koord met ons. We kunnen deels hun kritiek begrij- pen. Misschien moeten we dit voorstel van resolu- tie in de toekomst opentrekken naar andere mi- lieusegmenten, en is dit dus een principeverklaring voor alle mogelijke milieuconvenants. Hopelijk hebben we hiermee het kader geschapen voor een positieve samenwerking in wederzijds vertrouwen tussen de overheid en het bedrijfsleven in de nabije toekomst. (Applaus)
De voorzitter : Mevrouw Xxx xxx Xxxxx heeft het woord.
Mevrouw Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxx (Op de tri- bune) : Xxxxxxxx de voorzitter, mijnheer de minis- ter, collega’s, meermaals hebben zowel de oppositie als de meerderheid grondig gediscussieerd naar aanleiding van de bespreking van de specifieke MBO’s, over het gebruik van MBO’s in het Vlaam- se afvalbeleid. De indieners van dit voorstel van re- solutie hebben getracht een oplossing te bieden voor de knelpunten bij het uitvoeren van een MBO. Uit de bespreking die we in de commissie hebben gevoerd, is gebleken dat er heel wat pro- blemen zijn voor een aantal specifieke overeen- komsten.
Een MBO beoogt een samenwerking tussen de desbetreffende sector en de Vlaamse overheid in- zake de selectieve inzameling van afval. Daar wringt het schoentje. In de praktijk blijkt dat som- mige MBO’s het vooropgestelde doel niet berei- ken. De meeste MBO’s verlopen moeizaam. Ik ver- wijs naar de MBO gasolietanks, die volgende don- derdag ter sprake komt, en de MBO afvalbanden, waarbij we tijdens de gedachtewisseling in juli 2002 hebben vastgesteld dat er heel wat onvolkomenhe-
-23-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Xxx xxx Xxxxx
den zijn om van een degelijke milieubeleidsover- eenkomst te kunnen spreken.
Andere MBO’s functioneren beter, zoals de MBO vervallen en oude geneesmiddelen, waarbij de sec- tor zelf al zijn volledige verantwoordelijkheid had genomen. De heer Xxxxxxxx heeft gewezen op een aantal pijnpunten. Dit voorstel van resolutie werd na de oproep van het VEV om samenwerking en overleg te creëren met de bedrijfswereld, grondig geamendeerd. Dat was absoluut noodzakelijk omdat juist die bedrijfswereld met de knelpunten van de MBO’s wordt geconfronteerd.
Het zal niet verbazen dat het Vlaams Blok argwa- nend staat tegenover dit instrument, dat is uitge- werkt voor een aantal afvalstromen. We vinden het geen goed instrument om verschillende redenen. De doelstellingen van de MBO’s worden in vele sectoren niet gehaald. De preventie wordt in vele MBO’s onvoldoende of niet nagestreefd. Bijgevolg wordt het principe van de ladder van Lansink on- deruitgehaald. Hopelijk zal dit voorstel van resolu- tie hierin verbetering brengen. De factuur van de MBO’s wordt in bijna alle overeenkomsten door- gerekend aan de consument. De Vlaamse regering neemt geen initiatieven inzake de levenscyclusana- lyse, alvorens MBO’s met de sector worden uitge- werkt. Het productbeleid dat prioritair moet zijn in het afvalbeleid, is zelfs na 4 jaar groenen in de fe- derale regering nog steeds dode letter gebleven.
De regering heeft nog veel werk om aan de be- staande MBO’s te sleutelen. Mijnheer de minister, we vragen voldoende inspanningen inzake afval- preventie door levenscyclusanalyse en door pro- ductbeleid. Om al deze redenen zullen we ons ont- houden.
Xxxxxxxx de voorzitter, ik vraag dat ministers meer aandacht geven als parlementsleden een toespraak houden. (Applaus)
De voorzitter : We zullen dat overbrengen aan de minister.
Vraagt nog iemand het woord ? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.
VERZOEKSCHRIFT over de ‘rationele bezetting’ van socialehuurwoningen in geval van co-ouder- schap
– 1840 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid over het verzoekschrift over de ‘rationele bezet- ting’ van socialehuurwoningen in geval van co-ou- derschap.
De heer Xx Xxxx, verslaggever, heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xx Xxxx, verslaggever : Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, op 15 mei werd dit verzoek- schrift door de commissie ontvankelijk verklaard en voor uitleg aan de regering overgemaakt. De verzoeker verklaart al 4 jaar op een wachtlijst te staan en erkent het hoederecht over één kind en het feitelijk co-ouderschap over een tweede kind.
De minister verklaart dat hier momenteel geen re- kening mee kan worden gehouden in het sociale- huurbesluit. De zaak wordt wel verder besproken in een werkgroep die zich bezighoudt met de aan- passing van het besluit. De minister is van oordeel dat effectief rekening moet worden gehouden met het principe van het co-ouderschap.
De verzoeker heeft echter al meermaals een wo- ning afgewezen omwille van de buurt waarin hij wilde wonen. De socialehuisvestingsmaatschappij- en kan dan ook niets worden verweten. De com- missie sluit zich aan bij de mening van de minister.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxx, verslaggever, heeft het woord.
De heer Xxx Xxxxxxxx, verslaggever : Ik sluit me aan bij de heer Xx Xxxx en verwijs voorts naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter : Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie ? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-24-
VERZOEKSCHRIFT over de heffing op leeg- stand
– 1841 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid over het verzoekschrift over de heffing op leeg- stand.
De heer Xx Xxxx, verslaggever, heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xx Xxxx, verslaggever : Ook dit ver- zoekschrift werd door de commissie voor uitleg aan de Vlaamse regering overgemaakt.
De verzoeker verwijst naar onduidelijkheden in de tekst van het decreet op de leegstand en verkrot- ting van gebouwen en woningen, en de interpreta- tie daarvan. De minister beaamt dat de huidige leegstandsreglementering een aantal onduidelijk- heden bevat die kunnen worden aangepast. Binnen de Vlaamse regering is momenteel een ad-hoc- werkgroep actief die deze problematiek verder on- derzoekt. Een en ander zal tijdens de komende maanden aan bod komen in de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden.
Mevrouw Xx Xxxxxxxxx zegt te betreuren dat de verwijzing naar een werkgroep het antwoord zou zijn aan de verzoeker. Ze vraagt de commissie nog voor de verkiezingen een oplossing te zoeken. De minister heeft zich hiermee akkoord verklaard en zal zich daartoe engageren. De commissie sluit zich aan bij het engagement dat er nog deze legislatuur een oplossing moet komen voor de knelpunten die in dit verzoekschrift staan vermeld.
De voorzitter : De xxxx Xxxxxxxx, verslaggever, heeft het woord.
De heer Xxx Xxxxxxxx, verslaggever : Ik sluit me aan bij de heer Xx Xxxx en verwijs voorts naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter : Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie ? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.
VERZOEKSCHRIFT over de stijging van huur- prijzen voor studentenkamers
– 1842 (2003-2004) – Nr. 1
Verslag
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid over het verzoekschrift over de stijging van huur- prijzen voor studentenkamers.
De xxxx Xxxxxxxx, verslaggever, heeft het woord.
De heer Xxx Xxxxxxxx, verslaggever (Op de tribu- ne) : Xxxxxxxx de voorzitter, collega’s, dit verzoek- schrift is afkomstig van een studente en een aantal van haar medestudenten en klaagt de kostprijs van de studentenkamers in Leuven aan.
De verzoeker stelt dat de kotbazen zonder enige reden hun prijzen aanpassen en vraagt een wettelij- ke regeling voor de verhuur van kamers waardoor de studenten zouden worden beschermd tegen onder andere onredelijke prijsstijgingen.
Er vond een eerste bespreking plaats op 24 juni. Toen werd besloten dat dit verzoekschrift aansluit bij het decreet houdende kwaliteits- en veiligheids- normen voor kamers en studentenkamers, dat van kracht is sedert 1998. Voor de verdere bespreking werd op 1 juli een gedachtewisseling georganiseerd met de heer Xxx Xxxxx, coördinator woonkwali- teit bij de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, en met de heer Nachtergaele, diensthoofd Huisves- ting van de stad Leuven.
De heer Xxx Xxxxx stelt dat het principe van de richthuurprijzen in artikel 5 van het voormelde de- creet was opgenomen, maar dat er geen rekening mee was gehouden in de Vlaamse Wooncode. Er valt nog wat werk te verrichten omdat artikel 23 van hetzelfde decreet bepaalt dat artikel 5 pas in werking treedt als de Vlaamse regering dat heeft beslist.
In een korte analyse gaat hij in op de vraagzijde van kamers en kleine woonvormen van minder dan 35 vierkante meter. Hij stelt vast dat het marktseg- ment steeds meer alleenstaanden en ouderlingen aantrekt, en dat het is overbevolkt door vreemde- lingen. De redenen daarvoor zijn een zwakke fi- nanciële positie en een gebrek aan woonalternatie- ven. In 2001 heeft het NIS een enquête uitgevoerd. 8 percent van de Vlaamse gezinnen en alleenstaan- den zou moeten kiezen voor kleine woonvormen. Aan de aanbodzijde is er vooral een probleem in
-25-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Schepens
de grotere en kleinere steden. De vraag neemt toe, terwijl de toestand aan de aanbodzijde slecht is. Daarenboven is er een grijs circuit waarop de over- heid weinig zicht heeft.
Het opleggen van enkel een richthuurprijs heeft weinig zin. Hij stelt voor eventueel te werken met conformiteitsattesten. Die attesten zijn trouwens al voor een deel verplicht in het kader van het kamer- decreet.
De gemeenschappelijke voorzieningen van de ka- mers kunnen momenteel niet leiden tot een verkla- ring van ongeschiktheid. Volgens hem zijn daar de grootste problemen gesitueerd op het vlak van CO-vergiftiging, gebrekkige elektriciteitsvoorzie- ningen, sanitair en keuken.
De heer Nachtergaele, diensthoofd Huisvesting van Leuven, heeft daarna de concrete situatie in zijn stad geschetst. Uit zijn onderzoek voor de pe- riode tussen 1996 en 2000, blijkt dat er een kleine
2.000 mensen meer op kamers zijn gaan wonen. Toen was er geen tekort, wel een probleem. Hij wees ook op de toetreding van de Oost-Europese landen tot de EU, met de daaruit volgende toege- nomen emigratie, en de effecten van de Golfoor- log. Bovendien neemt de Leuvense bevolking zelf toe. Volgens hem is één zaak duidelijk. Het recente kamertekort werd niet veroorzaakt door het ka- merdecreet van 1997.
Hij klaagt wel de persartikels aan, die telkens alar- merende prijsstijgingen tot gevolg hebben. Sinds 1995 wordt daarin melding gemaakt van een tekort aan kamers. Tussen 1995 en 2000 was er echter een overschot.
Volgens de heer Nachtergaele stijgen de koopprij- zen door de toenemende vraag. Daardoor verkleint ook de huurmarkt. Een aantal mensen kopen een huis en richten het in tot studentenkoten. Het ka- mertekort doet zich volgens hem vooral voor bij eerstejaars en buitenlandse studenten.
Hij vraagt na te denken over een systeem waarin kamers gedurende 5 jaar zouden worden vastge- legd, met de mogelijkheid om het contract jaarlijks op te zeggen. Er wordt gepoogd om inwoners te verhuizen uit kamers die niet geschikt zijn voor permanente bewoning. Het gaat daarbij om kamers die kleiner zijn dan 12 vierkante meter. Jarenlang werd daarvoor de huursubsidie gebruikt. Er ont- stond echter een maximumhuurprijs voor nieuwe woningen. In de omgeving van Leuven is dat mo-
menteel 15.000 frank voor een alleenstaande en
17.000 frank voor een gezin met twee kinderen. In Leuven is de prijs meestal hoger. Die gezinnen komen meestal niet meer in aanmerking voor die huursubsidie. De heer Nachtergaele stelt vast dat die subsidie nog steeds wordt gebruikt in – vooral – kleinere steden, waar de huurprijzen wel onder dat plafond liggen. Hij pleit voor een aanpassing van dat plafond.
Een andere mogelijkheid is volgens hem de reno- vatie van oude studentenhuizen. Investeerders zou- den de kans moeten krijgen op een stedenbouw- kundig verantwoorde manier meer kamers te maken in een pand. De hoge koopprijzen voor jonge gezinnen zijn een ander probleem. Volgens de heer Xxxxxxxxxxxx heeft het schepencollege een goede beslissing genomen door jonge gezinnen ka- mers te laten verhuren als ze een huis kopen in Leuven en er zelf ook verblijven.
In Leuven is er degelijke controle door de Huisves- tingsdienst van de KU Leuven en daardoor is de si- tuatie iets beter dan in Antwerpen en Gent. We hadden natuurlijk niet de gelegenheid om dat on- middellijk te controleren.
Mevrouw Xx Xxxxxxxxx wou de problematiek van de studentenkamers veel ruimer te bekijken. Ze vroeg of Wallonië dezelfde problemen had. De twee heren konden daar niet op antwoorden, maar dachten toch dat de situatie in Luik vergelijkbaar is.
Mevrouw Xxxx had vragen over het voorstel om te werken met een contract van 5 jaar, omdat de meeste studenten slechts 9 of 10 maanden betalen, tenzij er een tweede zittijd bij komt kijken. De heer Xxxxxxxxxxxx repliceerde daarop dat hij er niet voor pleit de studenten 5 jaar op dezelfde kamer te laten wonen, maar dat hij er een voor- stander van is om contracten voor 5 jaar te maken met een jaarlijkse opzegmogelijkheid. Mevrouw Xxxxxx en mevrouw Xxxx wierpen op dat op die manier problemen kunnen ontstaan in verband met de verbrekingsvergoeding. Xxxxxxxxx zou dat al- lemaal niet zo eenvoudig zijn. Mevrouw Xxxxxx zei er zelfs bij dat voor het realiseren van dat voorstel de federale huurwet moet worden gewijzigd.
Mevrouw Xx Xxxxxxxxxx heeft het nog over de conformiteitsattesten gehad. Ze vroeg of het juist is dat 3 jaar na het in werking treden van het kamer- decreet alle kamerwoningen een conformiteitsat- test moeten hebben. Beide heren antwoordden daarop dat dit een grote verplichting zou zijn in het licht van de vele duizenden kamers die er in onze
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-26-
Schepens
steden zijn. Het is niet mogelijk die allemaal te controleren binnen een termijn van 90 dagen. Om van een verplichting te kunnen spreken, moet het decreet echt wel heel letterlijk worden gelezen.
Er is nog gezegd dat de gemeenten het conformi- teitsattest kunnen verstrengen. Ook het brandvei- ligheidsreglement van Leuven is aan bod gekomen. Daarin staat dat kamers die zich ‘onder de grond’ bevinden, niet meer mogen worden verhuurd. Bo- vendien moet de brandveiligheid volledig in orde zijn alvorens er een attest wordt uitgereikt. Dat moet allemaal worden opgenomen in wat volgt.
Mevrouw Xxxxxx vroeg of het zinvol was om het kamerdecreet te evalueren na 5 jaar werking en na te gaan waar er moet worden bijgestuurd. Beide heren vonden van wel, maar stelden vast dat er in de administratie geen evaluatiemateriaal voorhan- den is inzake de huursubsidie en het kamerdecreet. Ze beschikken alleen maar over cijfergegevens, ter- wijl het zinnig zou zijn om de kamermarkt van dichter bij te bekijken. Het grijze circuit blijkt im- mers groter te zijn dan gedacht.
Op het einde van de discussie zei mevrouw Xx Xxxxxxxxx dat ze naar aanleiding van het verzoek- schrift een voorstel van resolutie zou voorbereiden om de link te leggen met het onderwijsbeleid. Haar ontwerptekst is ondertussen klaar en wordt be- sproken door de mensen die het zullen indienen.
De voorzitter : Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie ? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen. Ik stel voor om de vergadering te schorsen.
Is het parlement het hiermee eens ? (Instemming)
De vergadering is geschorst.
– De vergadering wordt geschorst om 15.53 uur.
– De vergadering wordt hervat om 16.10 uur.
VOORSTEL VAN RESOLUTIE van de heren Xxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxx Xxxx en Xxx Xxx betreffende het gebruik van milieubeleids- overeenkomsten in het Vlaamse afvalbeleid
– 1550 (2002-2003) – Nrs. 1 tot 4
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolu- tie van de heren Xxxxxxxx, Xxxxxxxx, Maes en Bex betreffende het gebruik van milieubeleidsovereen- komsten in het Vlaamse afvalbeleid.
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
110 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 63 leden hebben ja geantwoord ;
47 leden hebben zich onthouden. JA hebben geantwoord :
Xxx Xxx Bril Xxxxx
Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxx
Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xx Xxxx Xxxx
Xx Xxxx Frans
De Maght-Xxxxxxxxx Xxxx Xx Xxxxxxxxx Xxx
Xx Xxxxxx Peter
De Schepper Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx
Xxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxx
Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx
-27-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Logist Xxxxxx Xxxxxx Xxx Xxxx Xxxxx
Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxx Xxxx
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxx-Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxx Cis
Sols Xxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx
Xxx Xxxxxx Jul Xxx Xxxxxx Xxxxxxx
van den Xxxxxxx Xxxx Van Den Heuvel Xxx Xxx Xxxxx Xxxx
Xxx Xxxxxx Xxx
Xxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxx Xxxxx
Xxx Xxxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxx
Zich ONTHOUDEN hebben : Aers Xxxxxxxx
Xxxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xx Xxxxx Xxxx Xx Xxxxx Xxxxx Xx Xxxxx Jos
De Reuse Xxxxxx Xx Xxx Xxxxx
Xx Xxxx Xxxx Xxxxxxxx Xxxx
Xxxxxxxxx-Xx Xxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx
Xxxxxxx-Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxx
Xxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxx
Xxxxxx-Xxx Xxxx Xxxxx Xxxxxx Xxx
Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxx Felix
Xxx xxx Xxxxx Xxxxxxx Xxx xxx Xxxxxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxx
Xxx Xxxxx Xxxxxxxxx Xxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxx Xxxxx xxx Xxxxxx Xxxxxx
Xxx Xxxx Xxx
Xxx Xxxxxxxxxxxxx Xxx Xxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxx
Xxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx
Dientengevolge neemt het parlement het voorstel van resolutie aan. De resolutie zal aan de Vlaamse regering worden overgezonden.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE xxx xx
xxxxx Xxxx Xxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xx Xxx tot besluit van de op 30 september 2003 door de xxxx Xxxx Xxxxxxxx in commissie gehouden in- terpellatie tot de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams mi- nister van Mobiliteit, Openbare Werken en Ener- gie, over de uitbreiding van de Gentse haven
– 1830 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie xxx xx xxxxx Xxxxxxxx, Decaluwe en De Roo tot besluit van de op 30 september 2003 door de heer Xxxxxxxx in commissie gehouden interpella-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-28-
Voorzitter
tie tot de heer Xxxxxxx, Vlaams minister van Mobi- liteit, Openbare Werken en Energie, over de uit- breiding van de Gentse haven.
De heer Xxxxxxxx heeft het woord.
De xxxx Xxxx Xxxxxxxx : Xxxxxxxx de voorzitter, beste collega’s, de werken voor de uitbreiding van de Gentse haven vorderen. Dat impliceert dat op relatief korte termijn 330 woningen en enkele land- bouwbedrijven en KMO’s moeten verdwijnen. In deze motie vragen we de regering om in samen- spraak met de Gentse havenautoriteiten een in de tijd gespreid onteigeningsplan op te stellen. Verder vragen we om zo snel mogelijk een onteigeningsbe- sluit te publiceren en in voldoende middelen te voorzien om een menselijke oplossing te bekomen voor gezinnen en bedrijfsleiders die worden ontei- gend. Er moet ook worden voorzien in een begelei- ding voor de herlokalisatie. Onze fractie hoopt dat het parlement deze motie bij unanimiteit zal goed- keuren.
De voorzitter : Vraagt nog iemand het woord ?
(Neen)
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
111 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 49 leden hebben ja geantwoord ;
2 leden hebben zich onthouden ; 60 leden hebben neen geantwoord.
JA hebben geantwoord : Aers Xxxxxxxx
Xxxx Xxxxx
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xx Xxxxx Xxxx Xx Xxxxx Xxxxx Xx Xxxxx Jos
De Reuse Xxxxxx Xx Xxx Xxxxx
Xx Xxxx Bart Decaluwe Carl
Demeester-De Meyer Wivina Dewinter Filip
Dillen Marijke
Gardeyn-Debever Gisèle Geraerts Jean
Heeren Veerle Huybrechts Pieter Kindermans Gerald Laloo Boudewijn Laurys Jan Librecht Julien Loones Jan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Penris Jan
Sarens Freddy Sauwens Johan Schuermans Eddy Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian Van Goethem Roland Van Hauthem Joris van Kessel Ingrid
Van Looy Jef
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim Van Rompuy Eric Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Verfaillie Jan Verougstraete Christian Verrijken Miel Wymeersch Frans
NEEN hebben geantwoord : Bex Jos
Bril Louis Browaeys Jozef Callens Karlos Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Ridder Peter
De Schepper Claudine Declercq Veerle Demeulenaere Julien Denys André Devolder Jacques
Dua Vera Gabriels Jaak
-29-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Glorieux Eloi Guns Dominique Gysbrechts Peter Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Lauwers Herman Logist Marcel Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Moreau André Ory Flor
Peeters Leo Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Schepens Cis
Sols Guy Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul Van Baelen Gilbert
van den Abeelen Marc Van Den Heuvel Ria Van Duppen Jan
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany Vercammen Josée Vermeiren Francis Verstraete Bob Voorhamme Robert Wille Paul
Zich ONTHOUDEN hebben :
Van Hecke Mieke Weyts Johan
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
Redenen voor onthouding ? Mevrouw Van Hecke heeft het woord.
Mevrouw Mieke Van Hecke : Ik heb een stemaf- spraak met de heer Geysels.
De voorzitter : De heer Weyts heeft het woord.
De heer Johan Weyts : Ik heb een stemafspraak met de heer Van Vaerenbergh.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heren Jan Penris en Pieter Huybrechts tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Lud- wig Caluwé en Jan Penris in commissie gehouden interpellaties tot de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respectievelijk over de heraanleg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende proble- men in het Antwerpse verkeersdossier
– 1832 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heren Penris en Huybrechts tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Caluwé en Penris in commissie gehouden interpel- laties tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respec- tievelijk over de heraanleg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende problemen in het Ant- werpse verkeersdossier.
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
112 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 20 leden hebben ja geantwoord ;
1 lid heeft zich onthouden ;
91 leden hebben neen geantwoord. JA hebben geantwoord :
Aers Wilfried Boutsen Mathieu De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Reuse Herman
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-30-
Voorzitter
Dewinter Filip Dillen Marijke Geraerts Jean Huybrechts Pieter Librecht Julien Penris Jan Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim Verougstraete Christian Verrijken Miel Wymeersch Frans
NEEN hebben geantwoord : Becq Sonja
Bex Jos Bril Louis
Browaeys Jozef Callens Karlos Caluwé Ludwig Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos De Ridder Peter De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Denys André Devolder Jacques Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Glorieux Eloi
Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Kindermans Gerald
Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul Van Baelen Gilbert
van den Abeelen Marc Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Rompuy Eric Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verstraete Bob Voorhamme Robert Wille Paul
-31-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Zich ONTHOUDEN heeft :
Weyts Johan
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heren Ludwig Caluwé, Carl Decaluwe en Jos De Meyer en mevrouw Wivina Demeester-De Meyer tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Ludwig Caluwé en Jan Penris in commissie gehouden interpellaties tot de heer Gilbert Bos- suyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respectievelijk over de heraan- leg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende problemen in het Antwerpse verkeersdossier
– 1837 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heren Caluwé, Decaluwe en De Meyer en mevrouw Demeester tot besluit van de op 30 september 2003 door de heren Caluwé en Penris in commissie gehouden interpellaties tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, respectievelijk over de heraanleg van de Antwerpse ring en over de aanhoudende problemen in het Antwerpse ver- keersdossier.
De voorzitter : De heer Caluwé heeft het woord.
De heer Ludwig Caluwé : Ik vraag uw bijzondere aandacht voor deze belangrijke motie. Het gaat niet over een kleinigheid. De regering begint de structurele onderhoudswerken aan de ring op 14 juni 2004. Die datum is illustratief voor de stelling dat het om ingrijpende werken gaat. In twee perio- den gespreid zal het verkeer op de ring gedurende minstens vijf maanden over één baanvak moeten verlopen. Volgens ramingen van de diensten van de minister zal de economische schade ongeveer 900 miljoen euro bedragen. Dat is dus meer dan de las- tenverlaging die de federale overheid wil doorvoe- ren. Het gaat enkel om onderhoudswerken. Mis- schien hebt u ook futuristische beelden gezien van een ring waarop in de toekomst een scheiding
wordt aangebracht tussen het doorgaand verkeer en het stedelijk verkeer. Deze werken hebben daarmee niets te maken. Later zal men de ring op- nieuw moeten opengooien om die structurele ver- beteringen door te voeren.
In onze motie vragen we om over deze zaak nog eens grondig na te denken. Sommige ingenieurs zijn van mening dat het technisch niet anders kan dan de werken in deze periode te laten plaatsvin- den. Dat is mogelijk. Het is wel toevallig dat men de werken nog snel in 2002 heeft aanbesteed omdat men plots merkte dat er 100 miljoen euro over was op het fonds voor eenmalige uitgaven. Men had dus de middelen op dat moment over om die aanbesteding te doen. De vraag is of die wer- ken noodzakelijkerwijze nu moeten gebeuren en het niet verstandiger zou zijn om ze uit te stellen tot er voor het verkeer een alternatief voorhanden is. Het zou ideaal zijn de werken uit te stellen tot de werkzaamheden aan de Ring zijn afgerond en de Oosterweeltunnel is aangelegd.
Als dat te lang zou duren, zou het best zijn te wachten tot er alternatieven zijn. Ik denk bijvoor- beeld aan de noordzuidspoorverbinding. Daarvoor moet men de werken maar een jaar uitstellen. Op dat ogenblik kan men een veel groter treinaanbod in de Antwerpse regio organiseren en is het een ideaal moment om de mensen het alternatief van de nieuwe treinverbindingen voor de ellenlange files aan te bieden. Andere alternatieven zijn de tramverlengingen en de verbreding van de brug van Temse.
Als men dat niet wil, en toch de werken nu wil aan- vatten, pleiten wij ervoor om in het Antwerpse het openbaar vervoer gratis te maken. Hier zou zo’n initiatief volledig op zijn plaats zijn, al is het niet voorzien. Op andere plaatsen in andere omstandig- heden wordt het gemakkelijk aangehaald. Wij plei- ten eveneens voor gratis toegang tot de Liefkens- hoektunnel, wat evenmin is voorzien. Het Vlaams Gewest zou datzelfde jaar ook geen werken mogen uitvoeren aan de Anterwerpsesteenweg in Mortsel, aan de Sint-Bernardsesteenweg of aan de Breda- baan in Merksem. Momenteel worden die wel ge- pland.
Wij zijn ervan overtuigd dat deze motie het ver- dient om te worden goedgekeurd. (Applaus bij CD&V)
De voorzitter : De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris : Ik begrijp CD&V niet langer. Ik zal ze wel nooit begrijpen en de kloof zal blijven
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-32-
Penris
bestaan. Dit technisch dossier is wel het toppunt. Ik dacht dat de heer Caluwé een verstandig man was. Vandaag ben ik echter ontgoocheld. Antwerpen is op dit moment in een onontwarbaar verkeersklu- wen verzeild geraakt omdat er twee belangrijke verkeerswerken tezelfdertijd zijn aangevat of zul- len worden.
Een van beide werken is strikt noodzakelijk. Ik ben geen ingenieur, maar geloof de ingenieurs wel, als- ook de minister en de administratie. Als zij ons meedelen dat de werken aan de Ring levensnood- zakelijk zijn voor de verkeersveiligheid van zowel de Ring zelf als van hun gebruikers, geloof ik dat. Ik neem aan dat de Ring zal moeten worden her- aangelegd.
Verder zijn er de werken aan de leien : ze waren niet dringend of noodzakelijk. Zij zijn ook zwaar gecontesteerd en worden door de publieke opinie moeilijk verteerd. Ik stel vast dat CD&V een uitge- sproken voorstander blijft van uitgerekend die werken. Het feit dat Antwerpen op dit moment verkeersproblemen kent, heeft alles te maken met het feit dat de CD&V-fractie, niet alleen hier maar ook in de Antwerpse gemeenteraad, een uitgespro- ken voorstander is geworden van het openbreken van een van de vitale assen van het Antwerpse ver- keer, namelijk de leien.
Er is voor de automobilist slechts één alternatief. Ik hoor in het pleidooi van de heer Caluwé van- daag de punten opnoemen opnoemen, die ook door de minister en de administratie naar voor zijn gebracht en die wij in onze motie hebben verde- digd. Ik verbaas mij erover dat de heer Caluwé dat punt nu precies afschiet. Ik spreek over de over- brugging van de gelijkvloerse kruisingen op de Sin- gel. Ik kan de heer Caluwé niet langer volgen, maar ik zal zijn stemgedrag en dat van zijn fractie naar het arrondissement Antwerpen meenemen. Hij denkt immers daar te worden herverkozen.
Mijnheer Caluwé, ik vind uw houding niet enkel onbegrijpelijk, maar ook hypocriet. Verkeerstech- nisch is de overbrugging van de gelijkvloerse kruis- punten op de Singel een zeer valabel alternatief dat Antwerpen uit de verkeerschaos zou kunnen halen.
Ik was aanvankelijk van plan uw motie goed te keuren. Ik wil echter niet langer meespelen in dit 'tjevenspel'. Ik zal tegen uw motie stemmen.
De voorzitter : Vraagt nog iemand het woord ?
(Neen)
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
112 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 26 leden hebben ja geantwoord ;
2 leden hebben zich onthouden ; 84 leden hebben neen geantwoord.
JA hebben geantwoord : Becq Sonja
Caluwé Ludwig
De Meyer Jos De Roo Johan De Smet Bart Decaluwe Carl
Demeester-De Meyer Wivina Gardeyn-Debever Gisèle Heeren Veerle
Kindermans Gerald Laloo Boudewijn Laurys Jan
Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Sarens Freddy
Sauwens Johan Schuermans Eddy Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Eetvelde Ilse van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Rompuy Eric Vanleenhove Gilbert Verfaillie Jan
NEEN hebben geantwoord : Aers Wilfried
Bex Jos
Boutsen Mathieu Bril Louis Browaeys Jozef Callens Karlos Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
-33-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
De Cock Frans De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Reuse Herman De Ridder Peter
De Schepper Claudine Declercq Veerle Demeulenaere Julien Denys André Dewinter Filip
Dillen Marijke Dua Vera Gabriels Jaak Geraerts Jean Glorieux Eloi Guns Dominique Gysbrechts Peter Helsen Koen
Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Huybrechts Pieter Lachaert Patrick Lauwers Herman Librecht Julien Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Moreau André Ory Flor
Peeters Leo Penris Jan
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Schepens Cis
Sols Guy Stassen Jos Stevaert Steve Strackx Felix Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul Van Baelen Gilbert
van den Abeelen Marc Van den Eynde Marleen Van Den Heuvel Ria Van Duppen Jan
Van Eyken Christian Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwenhuysen Luk
Van Nieuwkerke André Van Overmeire Karim Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany Vandenbroeke Chris Vercammen Josée Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verougstraete Christian Verrijken Miel Verstraete Bob Voorhamme Robert Wille Paul
Wymeersch Frans
Zich ONTHOUDEN hebben :
Van Hecke Mieke Weyts Johan
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heren Luk Van Nieuwenhuysen, Dominiek Loot- ens-Stael en Joris Van Hauthem tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heer Dominiek Loot- ens-Stael in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minis- ter van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijskansendecreet in het Ne- derlandstalig onderwijs in Brussel
– 1834 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heren Luk Van Nieuwenhuysen, Dominiek Lootens-Stael en Joris Van Hauthem tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heer Do- miniek Lootens-Stael in commissie gehouden in- terpellatie tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijskansende- creet in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-34-
Voorzitter
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
119 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 22 leden hebben ja geantwoord ;
1 lid heeft onthouden ;
96 leden hebben neen geantwoord. JA hebben geantwoord :
Aers Wilfried Boutsen Mathieu De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Reuse Herman Demol Johan Dewinter Filip Dillen Marijke Geraerts Jean Huybrechts Pieter Librecht Julien
Lootens-Stael Dominiek Penris Jan
Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim Verougstraete Christian Verrijken Miel Wymeersch Frans
NEEN hebben geantwoord : Becq Sonja
Bex Jos Bril Louis
Browaeys Jozef Callens Karlos Caluwé Ludwig Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos De Ridder Peter
De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Denys André Devolder Jacques Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Gatz Sven
Glorieux Eloi Grouwels Brigitte Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Kindermans Gerald Lachaert Patrick Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul
Van Asbroeck Anne Van Baelen Gilbert van den Abeelen Marc
-35-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Rompuy Eric Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany
Vandenbossche Walter Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verstraete Bob Voorhamme Robert Wille Paul
Zich ONTHOUDEN heeft :
Weyts Johan
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van me-
vrouw Brigitte Grouwels en de heren Julien De- meulenaere, Lucien Suykens, Frans Ramon, Dirk De Cock en Kris Van Dijck tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heer Dominiek Lootens- Stael in commissie gehouden interpellatie tot me- vrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijskansendecreet in het Neder- landstalig onderwijs in Brussel
– 1833 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van mevrouw Brigitte Grouwels en de heren Julien Demeulenaere, Lucien Suykens, Frans
Ramon, Dirk De Cock en Kris Van Dijck tot be- sluit van de op 2 oktober 2003 door de heer Domi- niek Lootens-Stael in commissie gehouden inter- pellatie tot mevrouw Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de toepassing van het gelijke-onderwijskansende- creet in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Mevrouw Grouwels heeft het woord.
Mevrouw Brigitte Grouwels : Mijnheer de voorzit- ter, deze door alle democratische partijen van de meerderheid en van de oppositie ondertekende motie is een speciaal geval. De gevolgde procedure is ietwat eigenaardig. De ondertekenaars vragen de Vlaamse regering namelijk aandacht te besteden aan een voorstel van resolutie dat momenteel nog door het Vlaams Parlement wordt besproken.
Dit door alle democratische Vlaamse partijen on- dersteunde voorstel van resolutie is pas gisteren af- gerond. Tijdens de commissiebesprekingen zal dit voorstel van resolutie misschien nog wat worden bijgeschaafd. Hierover hebben op dit ogenblik nog geen zekerheid.
Het voorstel van resolutie is opgesteld door de ad- hocwerkgroep Onderwijs die is opgericht naar aan- leiding van mijn eigen voorstel van resolutie over de problematiek van kinderen en ouders van al- lochtone afkomst in het Nederlandstalig onderwijs, waarbij bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de situatie in Brussel, en van het door de N-VA in- gediende voorstel van resolutie betreffende het Nederlandstalig onderwijs in Brussel.
Dit gezamenlijk voorstel van resolutie is het resul- taat van hard werk en van de constructieve input van alle democratische partijen. Het is de bedoe- ling om de concrete knelpunten in het Nederlands- talig onderwijs te Brussel aan te pakken. Met deze motie willen we niet op dit voorstel van resolutie vooruitlopen. We willen enkel de aandacht van het Vlaams Parlement op het belang van deze geza- menlijke tekst vestigen.
Bovendien willen we door middel van deze motie tonen dat de noodkreet van de Nederlandstalige ouders in Brussel met betrekking tot de inschrij- vingsproblematiek niet in dovemansoren is geval- len. Het Vlaams Parlement heeft de noodkreet op- gevangen en tracht de bestaande problemen op te lossen.
In tegenstelling tot de motie die daarnet is verwor- pen, erkent deze motie dat het hier om een zeer ruime problematiek gaat. De kwaliteit van het Ne-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-36-
Grouwels
derlandstalig onderwijs in Brussel moet worden bewaakt. We hopen dat het door minister Vander- poorten aangekondigde Brusseldecreet in dit ver- band de gepaste oplossingen zal bieden.
Binnen een paar weken zal dit thema hier weer ter sprake komen. We hopen dat het Vlaams Parle- ment ons voorstel van resolutie massaal zal steu- nen. Door deze motie kan het Vlaams Parlement vandaag reeds duidelijk maken het probleem van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te erken- nen.
De voorzitter : De heer Lootens-Stael heeft het woord.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mijnheer de voorzitter, alle politieke fracties, met uitzondering van het Vlaams Blok, hebben daarnet een motie verworpen, met daarin de vraag aan de Vlaamse regering om voor het einde van het jaar een oplos- sing te zoeken voor de problemen van het Neder- landstalig onderwijs in Brussel. Wij nemen daar akte van.
We stellen vast dat die politieke partijen blijkbaar geen oplossing willen, ook al wachten zowel de ou- ders als de leerkrachten en de directies angstig op een oplossing. Alle fracties, behalve het Vlaams Blok, wijzen een oplossing voor het einde van het jaar van de hand. Aan de Vlaamse regering wordt gevraagd uitvoering te geven aan een resolutie die nog in voorbereiding is. Dit is een merkwaardige tactiek.
Een democratische fractie, met name het Vlaams Blok, werd bij voorbaat uitgesloten van onderteke- ning van het voorstel van resolutie.
Mevrouw Brigitte Grouwels : Dit is manifest on- juist.
De heer Dominiek Lootens-Stael : Mevrouw Grou- wels, alle fracties hebben afgesproken om een de- mocratische fractie, het Vlaams Blok, uit te sluiten van ondertekening.
In de huidige omstandigheden kan het Vlaams Blok de voorliggende motie niet goedkeuren.
De voorzitter : De heer Van Dijck heeft het woord.
De heer Kris Van Dijck : Mijnheer de voorzitter, er zijn de voorbije 5 minuten waarheden, halve waar- heden, maar ook onwaarheden verteld.
De onderwerpen moeten worden besproken als ze aan de orde zijn. Begin juli is er binnen de commis- sie Onderwijs een ad-hocwerkgroep opgericht, waarin alle fracties vertegenwoordigd waren. Deze ad-hocwerkgroep heeft zijn werkzaamheden stop- gezet. Op een bepaald moment werd het werk doorkruist door interpellaties.
Ook de commissie voor Onderwijs wilde wachten tot het werk van het parlement, met antwoorden op de gestelde problemen, klaar is. Binnenkort kan dit document in de commissie voor Onderwijs wor- den behandeld.
Ik heb de indruk dat er een spel wordt gespeeld, waarbij men iemand een vlieg wil afvangen. We moeten dit spel niet meespelen. Er is een docu- ment dat heel binnenkort in commissie zal worden behandeld. Op dat moment moet iedereen zijn ver- antwoordelijkheid nemen.
De voorzitter : Vraagt nog iemand het woord ?
(Neen)
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
118 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 96 leden hebben ja geantwoord ;
22 leden hebben zich onthouden. JA hebben geantwoord :
Becq Sonja Bex Jos Bril Louis
Browaeys Jozef Callens Karlos Caluwé Ludwig Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos De Ridder Peter De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl
-37-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Denys André Devolder Jacques Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Gatz Sven
Glorieux Eloi Grouwels Brigitte Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Kindermans Gerald Lachaert Patrick Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul
Van Asbroeck Anne Van Baelen Gilbert van den Abeelen Marc Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark
Van Dijck Kris Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Rompuy Eric Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany
Vandenbossche Walter Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verstraete Bob Voorhamme Robert Weyts Johan
Wille Paul
Zich ONTHOUDEN hebben :
Aers Wilfried Boutsen Mathieu De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Reuse Herman Demol Johan Dewinter Filip Dillen Marijke Geraerts Jean Huybrechts Pieter Librecht Julien
Lootens-Stael Dominiek Penris Jan
Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim Verougstraete Christian Verrijken Miel Wymeersch Frans
Dientengevolge neemt het parlement de motie aan. Ze zal aan de Vlaamse regering worden over- gezonden.
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-38-
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heer Felix Strackx, mevrouw Niki De Gryze, me- vrouw Hilde De Lobel en de heer Wilfried Aers tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heren André Denys en Felix Strackx in commissie gehou- den interpellaties tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopinggebruik in de sport
– 1835 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heer Strackx, mevrouw De Gryze, mevrouw De Lobel en de heer Aers tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heren Denys en Strackx in commissie gehouden interpellaties tot de heer Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopingge- bruik in de sport.
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
119 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 22 leden hebben ja geantwoord ;
97 leden hebben neen geantwoord. JA hebben geantwoord :
Aers Wilfried Boutsen Mathieu De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Reuse Herman Demol Johan Dewinter Filip Dillen Marijke Geraerts Jean Huybrechts Pieter Librecht Julien
Lootens-Stael Dominiek Penris Jan
Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim Verougstraete Christian Verrijken Miel
Wymeersch Frans
NEEN hebben geantwoord : Becq Sonja
Bex Jos Bril Louis
Browaeys Jozef Callens Karlos Caluwé Ludwig Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos De Ridder Peter De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Denys André Devolder Jacques Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Gatz Sven
Glorieux Eloi Grouwels Brigitte Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Kindermans Gerald Lachaert Patrick Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo
-39-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
Voorzitter
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul
Van Asbroeck Anne Van Baelen Gilbert van den Abeelen Marc Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Rompuy Eric Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany
Vandenbossche Walter Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verstraete Bob Voorhamme Robert Weyts Johan
Wille Paul
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heren Peter Gysbrechts, André Van Nieuwkerke, Jos Stassen en Herman Lauwers tot besluit van de op 2 oktober 2003 door de heren André Denys en Felix Strackx in commissie gehouden interpellaties tot de heer Marino Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopinggebruik in de sport
– 1839 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heren Gysbrechts, Van Nieuwker- ke, Stassen en Lauwers tot besluit van de op 2 ok- tober 2003 door de heren Denys en Strackx in commissie gehouden interpellaties tot de heer Keulen, Vlaams minister van Wonen, Media en Sport, over de bestrijding van dopinggebruik in de sport.
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
119 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 119 leden hebben ja geantwoord.
JA hebben geantwoord : Aers Wilfried
Becq Sonja
Bex Jos
Boutsen Mathieu Bril Louis Browaeys Jozef Callens Karlos Caluwé Ludwig Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos
De Reuse Herman De Ridder Peter
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-40-
Voorzitter
De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Demol Johan Denys André Devolder Jacques Dewinter Filip Dillen Marijke Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Gatz Sven
Geraerts Jean Glorieux Eloi Grouwels Brigitte Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Huybrechts Pieter Kindermans Gerald Lachaert Patrick Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Librecht Julien Logist Marcel Loones Jan
Lootens-Stael Dominiek Maes Jacky
Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo Penris Jan
Peuskens Jean-Paul Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan
Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Strackx Felix Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul
Van Asbroeck Anne Van Baelen Gilbert van den Abeelen Marc
Van den Eynde Marleen Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian
Van Goethem Roland Van Hauthem Joris Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid
Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwenhuysen Luk
Van Nieuwkerke André Van Overmeire Karim Van Rompuy Eric
Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany Vandenbossche Walter Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verougstraete Christian Verrijken Miel Verstraete Bob Voorhamme Robert Weyts Johan
Wille Paul Wymeersch Frans
Dientengevolge neemt het parlement de motie eenparig aan. Ze zal aan de Vlaamse regering wor- den overgezonden.
-41-
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
MET REDENEN OMKLEDE MOTIE van de
heren Frans Wymeersch en Roland Van Goethem tot besluit van de op 30 september 2003 door de heer Frans Wymeersch in commissie gehouden in- terpellatie tot de heer Ludo Sannen, Vlaams minis- ter van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssa- menwerking, over de maatregelen van de Europese Unie inzake de hervorming van het Europees land- bouwbeleid en de houding van de Vlaamse rege- ring in de totstandkoming hiervan
– 1836 (2003-2004) – Nr. 1
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omkle- de motie van de heren Wymeersch en Van Goet- hem tot besluit van de op 30 september 2003 door de heer Wymeersch in commissie gehouden inter- pellatie tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamen- werking, over de maatregelen van de Europese Unie inzake de hervorming van het Europees land- bouwbeleid en de houding van de Vlaamse rege- ring in de totstandkoming hiervan.
Begin van de stemming. Heeft iedereen gestemd ? (Ja)
Einde van de stemverrichtingen. Ziehier het resultaat :
112 leden hebben aan de stemming deelgenomen ; 20 leden hebben ja geantwoord ;
92 leden hebben neen geantwoord. JA hebben geantwoord :
Aers Wilfried Boutsen Mathieu De Gryze Niki De Lobel Hilde
De Reuse Herman Dewinter Filip Dillen Marijke Geraerts Jean Huybrechts Pieter Librecht Julien Penris Jan
Strackx Felix
Van den Eynde Marleen Van Goethem Roland Van Hauthem Joris
Van Nieuwenhuysen Luk Van Overmeire Karim
Verougstraete Christian Verrijken Miel Wymeersch Frans
NEEN hebben geantwoord : Becq Sonja
Bex Jos
Bril Louis Browaeys Jozef Callens Karlos Cordeel Marc Daelman Carlo
De Batselier Norbert De Cock Dirk
De Cock Frans
De Maght-Aelbrecht Anny De Martelaer Ann
De Meyer Jos De Ridder Peter De Roo Johan
De Schepper Claudine De Smet Bart Decaluwe Carl Declercq Veerle
Demeester-De Meyer Wivina Demeulenaere Julien
Denys André Devolder Jacques Dua Vera Gabriels Jaak
Gardeyn-Debever Gisèle Glorieux Eloi
Guns Dominique Gysbrechts Peter Heeren Veerle Helsen Koen Hermans Margriet Holemans Dirk Hostekint Patrick Kindermans Gerald Lachaert Patrick Laloo Boudewijn Laurys Jan Lauwers Herman Logist Marcel Loones Jan
Maes Jacky Mahassine Chokri Malcorps Johan Martens Luc Matthijs Erik
Merckx-Van Goey Trees Moreau André
Ory Flor Peeters Leo
Peuskens Jean-Paul
Vlaams Parlement – Plenaire vergadering – Nr. 7 – woensdag 15 oktober 2003
-42-
Voorzitter
Platteau Stefaan Ramon Frans Ramoudt Didier Roegiers Jan Sarens Freddy Sauwens Johan Schepens Cis Schuermans Eddy Sols Guy
Stassen Jos Stevaert Steve Suykens Lucien
Timmermans Jacques Tobback Bruno
Van Aperen Jul Van Baelen Gilbert
van den Abeelen Marc Van Den Heuvel Ria Van der Poorten Mark Van Dijck Kris
Van Duppen Jan Van Eetvelde Ilse Van Eyken Christian Van Hecke Mieke van Kessel Ingrid Van Looy Jef
Van Nieuwenborgh Gracienne Van Nieuwkerke André
Van Rompuy Eric Van Wauwe Erna Vandenbossche Dany Vandenbroeke Chris Vanleenhove Gilbert
Vercammen Josée Verfaillie Jan Vermeiren Francis Vermeulen Jo Verstraete Bob Voorhamme Robert Weyts Johan
Wille Paul
Dientengevolge neemt het parlement de motie niet aan.
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
De voorzitter : Dames en heren, hiermede zijn wij aan het einde gekomen van onze werkzaamheden voor vandaag.
Wij komen opnieuw bijeen op woensdag 22 okto- ber 2003 om 14 uur.
Geen bezwaar ? (Instemming)
De vergadering is gesloten.
– De vergadering wordt gesloten om 16.31 uur.