INHOUDSOPGAVE VERENIGINGSREGLEMENT
REGLEMENT VAN DE CO PERATIEVE VERENIGING WATERSPORTPARK SCHARSTERRIJN U.A.
Vastgesteld | Gewijzigd |
11-06-2011 | 18-05-2013 en 25-09-2013 |
19 mei 2018 | |
4 juni 2022 | |
27 mei 2023 |
INHOUDSOPGAVE VERENIGINGSREGLEMENT
GRONDSLAG (art. 1)
VOORWAARDEN VOOR TOETREDING ALS LID (art. 2) REGISTRATIE ALS LID LIDMAATSCHAPSOVEREENKOMST (art. 3) VERKLARING VAN VERKRIJGING (art. 4)
HET LEDENREGISTER (art. 5 t/m 8) HET KAVELREGISTER (art. 9)
OMSCHRIJVING VAN BEGRIPPEN (artt. 10 t/m 15)
Kavel Standaard kavel Landje
Factor
Bijzondere rechten Inzage kavelregister
INRICHTING VAN EEN LANDJE (art. 16) ONDERHOUD VAN EEN LANDJE (art. 17)
WIJZIGING VAN EEN LANDJE EN/OF DE INRICHTING ERVAN (art. 18) ELEMENTEN DIE OP EEN LANDJE MOGEN WORDEN GEPLAATST (artt. 19 t/m 23)
Chalet Berging Toercaravan
Windschermen en (schotel)antennes
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN (art. 24) VEILIGHEID (art. 25)
VERHUUR VAN PARKEER- EN AANLEGPLAATSEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE WALKANTEN,
WATER EN GROND VAN DE VERENIGING (art. 26) STALLING VAN TRAILERS (art. 27)
FINANCI LE ZAKEN (artt. 28 t/m 36)
Jaarlijkse bijdrage Contributie Elektriciteitsverbruik Gasverbruik Waterverbruik
Huur parkeerplaats
Tarieven voor de stalling van trailers Incidentele kosten OPENINGSUREN VAN HET KANTOOR EN TOEZICHT DOOR BEHEERDER (art. 37) WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN (art. 38)
GEDRAGSREGELS (art. 39)
GASTEN (art. 40)
VERSCHAFFING VAN HET FEITELIJK GENOT AAN DERDEN (art. 41) AFVALBEHANDELING EN AFVOER (art. 42)
BIJLAGEN
Bijlage 1 Lidmaatschapsovereenkomst Bijlage 2 Verklaring van verkrijging Bijlage 3 Inrichtingsschets standaardkavel
Bijlage 4 Overzicht van maximaal toegestane bebouwingsoppervlakte in m2 per kavelfactor
Bijlage 5 Overzicht van maximaal toegestane maatvoering van de hoofdbebouwing, het chalet
REGLEMENT WATERSPORTPARK SCHARSTERRIJN U.A.
GRONDSLAG
Artikel 1
1. Met dit Verenigingsreglement, verder genoemd het reglement, geeft het bestuur uitvoering aan artikel 29 van de statuten van de vereniging.
2. De bepalingen van het reglement mogen niet strijdig zijn met de wet of met de statuten. Bij mogelijke interpretatieverschillen tussen dit reglement en de statuten zijn de statuten richtinggevend.
3. Het verenigingsreglement wordt, conform artikel 29 lid 3 van de statuten, vastgesteld en gewijzigd door een besluit van de algemene ledenvergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van het reglement zal worden voorgesteld. Voor deze besluitvorming is, met in achtneming van artikel 29 lid 5 van de statuten, een gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen vereist.
4. Zij, die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot wijziging van het reglement hebben gedaan, moeten, conform artikel 29 lid 4 van de statuten, tenminste 5 dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte, door het bestuur te bepalen plaats, ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering werd gehouden.
5. Daar waar in de statuten en in het reglement gesproken wordt over schriftelijk wordt ook bedoeld het communiceren met behulp van digitale middelen als e-mail. De vereniging zal zo veel mogelijk gebruik maken van deze wijze van communiceren.
a. Leden die op 11 juni 2011 al lid waren maar niet over e-mail beschikken of daar geen gebruik van willen maken hadden tot 1 september 2011 een verzoek kunnen indienen bij het bestuur om, tegen een door de ledenvergadering vast te stellen vergoeding, de bestuurlijke informatie aan de leden nog op papier en per post te ontvangen.
b. Leden die na 11 juni 2011 lid zijn geworden worden geacht over e-mail faciliteiten te beschikken.
c. In die gevallen, waarin er in de statuten of in het reglement sprake is van een te ondertekenen schriftelijke overeenkomst of van een aangetekend schrijven, blijft communicatie op papier en per post van kracht.
6. Een chalet is een verblijf bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen (geen kampeermiddel) dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtgebruik.
7. De bepalingen in dit reglement voor chalets gelden ook voor stacaravans.
VOORWAARDEN TOT TOETREDING ALS LID (art. 29 lid 1 sub a van de statuten) Artikel 2
1. De voorwaarden voor het toetreden als lid zijn vastgelegd in de artikelen 4 tot en met 9 van de statuten.
2. Men verkrijgt het lidmaatschap:
a. na ondertekening van de lidmaatschapsovereenkomst of
b. via vererving of legaat.
REGISTRATIE ALS LID (art. 29 lid 1 sub b van de statuten) Artikel 3
1. De in artikelen 4 en 9 van de statuten genoemde lidmaatschapsovereenkomst is toegevoegd als bijlage 1 van dit reglement.
2. Voor het opmaken van de lidmaatschapsovereenkomst is het lid administratiekosten verschuldigd aan de vereniging. Dit bedrag wordt jaarlijks in het tarievenoverzicht bij de begroting vastgesteld.
VERKLARING VAN VERKRIJGING
Artikel 4
1. De in artikel 5 lid 5 van de statuten genoemde Verklaring van verkrijging is
toegevoegd als bijlage 2 van dit reglement.
2. Voor het opmaken van een Verklaring van verkrijging is het lid administratiekosten verschuldigd aan de vereniging. Dit bedrag wordt jaarlijks in het tarievenoverzicht bij de begroting vastgesteld.
3. De in lid 2 genoemde administratiekosten zijn niet verschuldigd voor de partner, in de zin van artikel 3 lid 7 van de statuten, van het overleden lid.
HET LEDENREGISTER (art. 29 lid 1 sub c van de statuten) Artikel 5
Het bestuur houdt, conform artikel 4 lid 5 en artikel 29 lid 1 sub c van de statuten, een ledenregister bij, genoemd de ledenlijst, waarin in elk geval de volgende gegevens van het lid zijn opgenomen:
a. voornaam(en) en achternaam;
b. geboortedatum en geboorteplaats ;
c. adres van de in artikel 19 van de statuten vermelde hoofdverblijfplaats;
d. bereikbaarheidsgegevens;
e. het nummer van het landje waarvan het lid het gebruiksrecht heeft.
Artikel 6
1. Bij het ondertekenen van de in artikel 3 genoemde lidmaatschapsovereenkomst en de in artikel 4 genoemde Verklaring van verkrijging ontvangt het lid de inlogcode van de website van het Watersportpark Scharsterrijn (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx) waarop o.a. een ledenlijst, een plattegrond van het park, de statuten en het verenigingsreglement te vinden zijn.
2. Het lid is niet bevoegd de code en de gegevens die alleen met de inlogcode toegankelijk zijn aan derden te verstrekken, met uitzondering van de statuten en het reglement
Artikel 7
Het bestuur zorgt voor het actueel houden van de ledenlijst.
Artikel 8 VERVALLEN
HET KAVELREGISTER (art. 29 lid 1 sub d van de statuten) Artikel 9
Het bestuur houdt, conform artikel 21 lid 1 en artikel 29 lid 1 sub d van de statuten, een kavelregister bij waarin de volgende gegevens van kavels en landjes zijn opgenomen:
a. een plattegrond van het park met daarin aangegeven de ligging van de kavels met de bijbehorende kavelnummers;
b. een plattegrond van het park met daarin aangegeven de ligging van de landjes met de bijbehorend nummers voor zover een landje niet identiek is met een kavel;
c. de in artikel 18 lid 1 genoemde maatschets van de inrichting van een landje;
d. de afmetingen van de kavels, nader omschreven in artikel 10;
e. de onder c genoemde afmetingen van landjes voor zover die landjes niet overeenkomen met n kavel;
f. aansluitingen op kavels:
a. riolering;
b. waterleiding;
c. elektriciteitsnet ;
d. gasnet .
g. de factor;
h. bijzondere (kavelgebonden) rechten (artikel 14).
OMSCHRIJVING VAN BEGRIPPEN
Kavel Artikel 10
1. Een kavel is een stuk grond en water, zoals omschreven in artikel 3 lid 1 van de statuten waar van de volgende afmetingen in het kavelregister worden vermeld:
a. B weg: de breedte aan de wegkant (de korte zijde die grenst aan een weg van de vereniging);
b. B water: de breedte aan de waterkant (de kant die grenst aan het gemeenschappelijke water);
c. B: het gemiddelde van B weg en B water;
d. D: de diepte, dat is de gemiddelde loodrechte afstand van de waterkant tot aan de berm van de vereniging aan de wegkant;
e. O: de oppervlakte van de kavel, inclusief een eventueel aanwezige insteekhaven, O = B x D;
f. SL: de grootst mogelijke steigerlengte met dien verstande dat, bij een kavel met een insteekhaven, de SL gemeten wordt langs de waterkant alsof er geen insteekhaven aanwezig is. Als twee kavels aan de waterkant een hoek van ongeveer 90 graden insluiten dan wordt de gemeten SL bij elk der kavels met 1 meter verminderd;
g. andere afmetingen, niet zijnde a, b en c.
2. Aan elkaar grenzende kavels, of delen ervan, kunnen gecombineerd worden tot n landje (zie artikel 12).
3. Elke kavel dient een eigen aansluiting te hebben op de riolering, de waterleiding, het elektriciteitsnet en op het gasnet (zie art. 24).
Standaardkavel Artikel 11
Een standaardkavel heeft een rechthoekvorm met de volgende afmetingen:
a. B water en B weg van 10 meter;
b. D van 15 meter en een
c. SL van 10 meter .
De oppervlakte van een standaardkavel bedraagt dus 150 m2.
Landje Artikel 12
1. Een landje is een kavel of een combinatie van een of meer aan elkaar grenzende kavels of delen ervan waar een lid het gezamenlijk gebruiksrecht van heeft.
2. Een landje dat uit meerdere (delen van) kavels is ontstaan kan meerdere aansluitingen hebben op de riolering, de waterleiding, het elektriciteitsnet en het gasnet.
3. Een landje kan gesplitst worden in afzonderlijke, oorspronkelijke kavels.
4. Een landje dat door splitsing ontstaat moet minimaal een factor 1,0 hebben.
5. Een landje dat identiek is aan een kavel wordt aangeduid met het betreffende kavelnummer.
6. Een landje dat uit meerdere (delen van) kavels bestaat wordt aangeduid met het laagste nummer van de hele tot het landje behorende kavels.
De toegestane inrichting, het onderhoud en de wijziging van een landje staan vermeld in de artikelen 16, 17 en 18.
Factor Artikel 13
1. Conform artikel 3 lid 3 van de statuten wordt voor elk landje een factor vastgesteld, verder genoemd F.
2. Voor de bepaling van F wordt elk landje vergeleken met een standaardkavel. Voor de
standaardkavel geldt de factor 1.
3. De oppervlakte van een landje is: O = B x D.
4. Voor de bepaling van F telt de steigerlengte, SL, voor 60% (0,6) mee en de oppervlakte van het landje, O, voor 40% (0,4).
5. De factor F wordt dus, uitgaande van de standaardkavel, berekend volgens de formule:
F= 0,6 x (SL:10 m =1) + 0,4 x (O:150 m2 =1).
De factor F wordt afgerond tot in tienden.
6. In die gevallen waarin deze omschrijving niet toepasbaar is, wordt gemeten naar de bedoeling van het voorgaande en wordt de factor door het bestuur vastgesteld.
Bijzondere rechten Artikel 14
1. Het bestuur heeft de bevoegdheid een systeem van bijzondere rechten te hanteren om in bijzondere situaties leden toe te staan om op onderdelen af te mogen wijken van de regels voor de inrichting van een landje. Daartoe kunnen leden een schriftelijk, gemotiveerd verzoek, bij het bestuur indienen.
2. Verleende bijzondere rechten, en eventuele extra door het bestuur gestelde voorwaarden waaronder die rechten gegeven zijn, worden schriftelijk aan het lid medegedeeld en vermeld in het kavelregister.
3. Bijzondere rechten zijn kavel-gebonden.
4. Bijzondere rechten zijn niet overdraagbaar aan een ander of nieuw lid, met uitzondering van de partner, in de zin van artikel 3 lid 7 van de statuten, van het overleden lid.
5. Bijzondere rechten vervallen bij een herinrichting van een landje (artikel 18).
Inzage kavelregister Artikel 15
1. Het kavelregister is voor elk lid in te zien in het kantoor van de vereniging.
2. Inzage is mogelijk na afspraak met en in aanwezigheid van een bestuurslid of de beheerder.
INRICHTING VAN EEN LANDJE (Art. 21 lid 3 van de statuten) Artikel 16
De inrichting van een landje moet voldoen aan de volgende regels:
1. Op een strook langs de waterkant met een breedte van 2 meter mogen geen bouwwerken worden geplaatst met uitzondering van een windscherm waar een strook van 1 meter voor geldt.
2. Langs de volledige waterkant mag een steiger worden aangebracht. Deze moet op n lijn liggen met de naburige steigers. Het gebruik als ligplaats voor woonschepen
dan wel andere vaartuigen die als zodanig gebruikt worden, is verboden.
3. Binnen een afstand van 1 meter van een van de lange zijden van een landje mag geen toercaravan of chalet worden geplaatst.
4. Binnen een afstand van 1 meter van een van de lange zijden van een landje mag geen berging, windscherm of enig ander bouwsel worden geplaatst.
5. Binnen een afstand van 0,5 meter van de zijde van het landje, die aan de weg van de vereniging grenst, mag geen rijcaravan, berging, windscherm of enig ander bouwsel worden geplaatst; binnen een afstand van 1,0 meter geen chalet.
6. Er moet altijd een 1 meter brede strook, de berm genoemd, tussen het landje en de weg van de vereniging vrij b
7. Op elk landje moet aan de korte zijde die aan de berm van de weg van de vereniging grenst, over tenminste de halve breedte een duidelijk afschermende beplanting aanwezig zijn met een minimumhoogte van 1 meter en een maximumhoogte van 2 meter. Aan deze korte zijde van de kavel is een toegangsdeur toegestaan. Toegangsdeuren mogen bij het verlaten van de kavel niet worden afgesloten.
8. Op elk landje moet langs de grens met het naastgelegen landje een dichte beplanting aanwezig zijn met een hoogte van ongeveer 2 meter, zodanig dat tussen de landjes voortdurend een wind-remmende en doorkijk verhinderende, groenblijvende afscheiding aanwezig is.
9. Voor een haag van groenblijvende klimplanten is ook de onderliggende constructie toegestaan die nodig is om de klimplanten te steunen en omhoog te geleiden.
10. Deze onderliggende constructie voor een haag met klimplanten is een samengesteld geheel van palen, gaaswerk en hechtmaterialen. Schuttingen en hekken zijn niet toegestaan.
11. Bij een haag van klimplanten moet na ongeveer drie jaar sprake zijn van een begroeide, groenblijvende constructie.
12. Schuttingen, hekken en schuttingdeuren zijn niet toegestaan in of langs een erfscheiding.
13. Wanneer de erfscheiding op de grens van twee kavels wordt geplaatst moeten de gebruikers van beide kavels instemmen met de keuze van de in ons park toegestane type haag. Bij gebruik van groenblijvende klimplanten is de keuze aan de eigen kant van de onderliggende constructie vrij.
De gebruikers van de betreffende kavels delen de kosten van aanleg, onderhoud en vervanging.
14. Leden kunnen van het bepaalde in lid 8 dan wel lid 13 afwijken en ervoor kiezen om geen erfscheiding te handhaven of aan te leggen tussen kavels.
15. Als het gaat om de erfscheiding met een kavel van een andere gebruiker is een schriftelijke overeenkomst vereist die aan het bestuur wordt overgelegd. Het bestuur neemt het vervallen van de erfscheiding op in het kavelregister als bijzonder recht in de zin van artikel 14.
16. Bij vervreemding of vererving van een van de kavels of het opnieuw splitsen van een samengesteld landje moet weer aan het bepaalde in lid 8 dan wel lid 13 worden voldaan, tenzij opnieuw van het bepaalde in lid 14 gebruik wordt gemaakt.
17. Als het landje met een lange zijde grenst aan gemeenschappelijk terrein en/of een weg van de vereniging dan moet op het eigen landje een beplanting zoals genoemd in lid 8 aanwezig zijn.
18. De in lid 6 genoemde berm van de vereniging mag ten behoeve van een parkeerplaats en/of inrit over een breedte van maximaal 5 meter met straatklinkers of tegels worden verhard. Het toepassen van grind, steenslag of split en dergelijke is, ook voor de parkeerplaats zelf, niet toegestaan.
19. Op elk landje waarop men een voertuig wil parkeren moet een parkeerruimte worden ingericht met inachtneming van het bepaalde in lid 6, lid 7 en lid 18.
20. Bovenstaande inrichtingseisen zijn aangegeven op de schets die is toegevoegd als bijlage 3 van dit reglement.
21. De terreinhoogte van een landje mag niet worden gewijzigd. Het maken van verhogingen of het doen van uitgravingen is niet toegestaan, tenzij met toestemming van het bestuur.
22. Het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen anders dan in de vorm van chalets is verboden.
ONDERHOUD AAN EEN LANDJE
Artikel 17
1. Ieder lid is verplicht de beplanting op zijn of haar landje in goede staat te houden.
2. Men houdt het landje vrij van onkruid, maait het gras regelmatig en snoeit de struiken en bomen.
3. Men houdt de beschoeiing in goede staat onder andere om het afkalven van de wallenkant te voorkomen. Daartoe moet een beschoeiing van hardhouten balken en planken, of een ander duurzaam materiaal, ter goedkeuring door het bestuur, aanwezig zijn, bestaande uit verticaal in het water geplaatste planken van minimaal 3,00 meter die minimaal 2,50 meter onder het gemiddelde zomerpeil staan.
4. Bij het niet nakomen van bovenstaande regels is het bestuur gerechtigd, nadat het lid twee keer door het bestuur schriftelijk op zijn nalatigheid is gewezen, het landje op kosten van het lid te laten onderhouden.
WIJZIGING VAN EEN LANDJE EN/OF INRICHTING ERVAN
Artikel 18
1. Als men van plan is een landje te wijzigen en/of de inrichting ervan te veranderen om bijvoorbeeld de beplanting rond het landje, of op of langs de erfscheiding te vervangen of een nieuw chalet of berging te plaatsen, moet men vooraf bij het bestuur een situatie- en maatschets van de beoogde nieuwe situatie en/of van het nieuwe chalet of de berging indienen en, voor zover vereist, een vergunning van de gemeente voor de berging (zie artikel 21).
2. Het bestuur toetst de gevraagde wijziging aan de statuten en het verenigingsreglement met inachtneming van artikel 14 (bijzondere rechten).
3. Met de aangevraagde wijziging mag het lid pas beginnen wanneer hij de ingediende schets, met goedkeuring van het bestuur, heeft terugontvangen.
4. Als bij de herinrichting het risico bestaat op schade aan de gemeenschappelijke voorzieningen betaalt het lid na de in lid 3 genoemde goedkeuring een borgsom van -- aan de Vereniging voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Het lid ontvangt van de penningmeester een nota.
ELEMENTEN DIE OP EEN LANDJE MOGEN WORDEN GEPLAATST
Artikel 19
1. Op een landje mogen onder de in dit reglement bepaalde voorwaarden de volgende elementen worden geplaatst: de hoofdbebouwing:
a. een op een frame staand chalet (artikel 1 onder 6 en artikel 20);
b. overige bebouwing, zoals een berging (artikel 21), een toercaravan (artikel 22), een windscherm (artikel 23) en een (schotel)antenne (artikel 23).
Gemetselde constructies, gemetselde gebouwen, gemetselde bouwwerken geen gebouw zijnde, en vergelijkbare bouwsels zijn verboden.
2. Het maximaal te bebouwen oppervlak op een landje is afhankelijk van de factor van dat landje.
3. Per landje mogen naast de hoofdbebouwing overige bebouwingen worden geplaatst waarvan de som van de oppervlakten van de aparte delen de in bijlage 4 genoemde maxima niet mag overschrijden met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen per landje kleiner dan 225 m2 ten hoogste 10 m2 mag bedragen, voor grotere landjes is dat ten hoogste 30 m2.
4. Overige bebouwing bestaat evenals de hoofdbebouwing uit een lichte constructie en lichte materialen en kan vrijstaan of worden aangebouwd aan de hoofdbebouwing.
5. Het plaatsen van een camera of webcam op een landje is niet toegestaan.
6. De aanleg van zonnepanelen op een landje is toegestaan mits wordt voldaan aan de door het bestuur gestelde voorwaarden en alleen met uitdrukkelijke goedkeuring van het bestuur.
7. Het lid dient daartoe een aanvraag bij het bestuur in, aan de hand waarvan het bestuur kan toetsen of aan alle voorwaarden wordt voldaan. De voorwaarden worden als bijlage ter informatie bij dit reglement.
8. Per kavel wordt alle afgenomen stroom van de vereniging afgerekend tegen het dan geldende standaard jaartarief. Eventueel terug geleverde stroom wordt tegen het
plaats.
Chalet Artikel 20
1. Een chalet moet met de langste zijde loodrecht op de waterkant staan.
2. De maximaal toelaatbare lengte van een enkel chalet, of delen van een samengesteld chalet, bedraagt 12 meter.
3. De maximaal toelaatbare breedte van een enkel chalet of delen van een samengesteld chalet is afhankelijk van de factor van het landje waarop het chalet geplaatst gaat worden met dien verstande dat de maximaal toegestane oppervlakte van de hoofdbebouwing 70 m2 bedraagt. De maximaal toegestane maatvoering van de hoofdbebouwing is opgenomen in bijlage 5.
4. De oppervlakte van de hoofdbebouwing wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Het transport van een chalet moet over het water plaatsvinden. Wanneer dat niet mogelijk is kan in overleg met de beheerder, en onder door hem gestelde voorwaarden, daarvan worden afgeweken. Een chalet of delen van een samengesteld chalet die men over het park wil vervoeren mogen in geen geval breder zijn dan 4 meter.
5. Het plaatsen van een chalet moet, na afspraak met de beheerder, in diens aanwezigheid gebeuren.
6. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moeten, onder verantwoordelijkheid van het lid, de volgende regels in acht worden genomen:
de werkzaamheden, mits binnen 48 uur voltooid, mogen worden uitgevoerd tussen
08.00 - 17.00 uur in de periode gedurende het gehele jaar met uitzondering van de weekends, de vakantiemaanden juli en augustus en overige schoolvakanties (voor
Zie verder lid 16 van dit artikel.
7. De delen van een samengesteld chalet moeten een bij elkaar passende eenheid vormen en van hetzelfde materiaal te zijn.
8. Ten behoeve van een chalet mag een betonplaat worden gestort met als maximale maten die van het te plaatsen chalet. De bovenkant van de betonplaat mag niet hoger zijn dan het niveau van de weg.
9. De afstand van de bovenkant van het midden van de vloer van de stacaravan of chalet tot de bovenkant van de betonplaat mag maximaal 0,40 meter zijn of 0,40 meter boven de weg als er geen betonplaat ligt.
10. De afstand van de bovenkant van de vloer van het chalet tot zijn hoogste punt mag maximaal 3,30 meter zijn.
11. De dakhelling mag maximaal 20 graden bedragen.
12. Alle maten worden gemeten over het grondvlak, met inachtneming van lid 13 van dit artikel.
13. De dak overstek mag rondom niet meer bedragen dan 0,40 meter.
14. Wanneer een overstek meer dan 0,40 meter bedraagt dan wordt deze overstek meegeteld voor het oppervlak van het chalet.
15. Voordat wordt begonnen met de bouw van een chalet ter plekke moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
a. Er is conform artikel 18 van het reglement door het lid een herinrichtingsaanvraag bij het bestuur ingediend, die voorzien is van een tijdsplanning. Deze aanvraag en het bijbehorende tijdschema zijn schriftelijk goedgekeurd door het bestuur.
b. Na de in sub a genoemde goedkeuring betaalt het lid de in artikel 18 lid 4 bedoelde borgsom aan de Vereniging voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
c. De buren zijn door het lid ingelicht over de aard van de uit te voeren werkzaamheden en over de periode waarin die werkzaamheden worden uitgevoerd.
16. Tijdens de bouw van een chalet ter plekke worden, onder verantwoordelijkheid van het lid, de volgende regels in acht genomen:
a. De werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd in de periode tussen het einde van de laatste Nederlandse herfstvakantie en Goede Vrijdag in het daaropvolgende jaar tussen 08.00 en 18.00 uur.
b. Aanwijzingen van de beheerder en/of bestuursleden dienen gedurende de gehele montageperiode direct te worden opgevolgd.
c. Vrachtwagens of tractoren zijn niet toegestaan op het park ter voorkoming van schade aan wegen en bermen.
d. Auto s met aanhangers die het park in willen mogen, conform artikel 24 lid 2 sub d, gezamenlijk, inclusief de belading, niet zwaarder zijn dan 3500 kg.
e. Voertuigen en/of aanhangers mogen in het park niet op de straten of in de bermen parkeren; dat is slechts toegestaan op de kavel waarop de werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Wel is het mogelijk om op naburige landjes te parkeren of materialen op te slaan wanneer er vooraf schriftelijke toestemming van het betreffende lid is verkregen. Deze schriftelijke goedkeuring moet bij de in artikel 18 lid 1 genoemde herinrichtingsaanvraag gevoegd zijn.
f. Een in artikel 24 lid 2 sub d genoemde te zware combinatie dient de aan te voeren materialen buiten het park te lossen en in kleinere porties met lichter vervoer naar de betreffende kavel te vervoeren dan wel het materiaal over water aan te voeren.
g. Afval en verpakkingsmaterialen worden zo snel mogelijk door de uitvoerder van de werkzaamheden afgevoerd; zij mogen niet in de afvalvoorzieningen van het park gedeponeerd worden.
h. Het lid is verantwoordelijk voor schade aangebracht aan de gemeenschappelijke voorzieningen en eigendommen van het park ten gevolge van de werkzaamheden, en voor het niet tijdig op de juiste wijze afvoeren van verpakkingsmaterialen en ander afval.
17. Na voltooiing van de plaatsing of bouw moeten de volgende acties worden ondernomen:
a. Het lid informeert de beheerder over de voltooiing van de werkzaamheden.
b. De beheerder controleert of er schade is veroorzaakt en rapporteert zijn bevindingen aan het bestuur en aan het lid. Ook meldt hij of, en zo ja, welke extra werkzaamheden hij heeft moeten verrichten in verband met de uitgevoerde werkzaamheden.
c. Wanneer er geen schade is aangebracht en er sprake is van een juiste verwijdering van verpakkingsmateriaal of afval wordt de borgsom in zijn geheel terug gestort.
d. In alle andere gevallen maakt het bestuur een gespecificeerde rekening op voor het herstellen van de veroorzaakte schade en/of voor de door de beheerder verrichte werkzaamheden. Het totaalbedrag wordt vervolgens verrekend met de gestorte borgsom. Wanneer de borgsom ontoereikend is voor deze verrekening ontvangt het lid aan aanvullende nota.
Berging Artikel 21
1. Op een landje mogen bergingen worden geplaatst waarvan de maximale oppervlakte gekoppeld is aan de factor van het betreffende landje volgens de regels in het overzicht op bijlage 4 met dien verstande dat bij een landje van minder dan 225 m2 het totaal aan bijgebouwen maximaal 10 m2 mag bedragen en bij landjes van meer dan 225 m2 maximaal 30 m2 conform het bestemmingsplan 2013 van Boornzwaag. Dat houdt onder andere in dat, als een lid gebruik van de laatstgenoemde ruimere bebouwingsmogelijkheid gebruik wenst te maken, het lid zelf op eigen kosten een omgevingsvergunning bij de gemeente moet aanvragen. Pas nadat die vergunning is verleend kan het lid een herinrichtingsplan bij het bestuur indienen. Bij dat plan moet als bijlage een kopie van de verleende vergunning worden toegevoegd.
2. Een berging mag niet hoger zijn dan 2,95 meter, gerekend vanaf het niveau van de weg.
3. De maximaal toegestane breedte van een bijgebouw, in de breedte van de kavel gemeten, mag niet breder zijn dan de in bijlage 5 vastgelegde breedte van het hoofdgebouw.
4. Ten behoeve van een berging mag een betonplaat worden gestort met als maten die van de te plaatsen berging. De bovenkant van de betonplaat mag niet hoger zijn dan het niveau van de weg. De grond er omheen mag niet worden opgehoogd.
Toercaravan Artikel 22
1. Het plaatsen en parkeren van toercaravans is niet toegestaan. Toercaravans die al voor 2013 waren geplaatst, zijn aangemerkt als ijzonder recht waardoor artikel 14 op deze toercaravans van toepassing is.
2. Voor al geplaatste toercaravans gold en geldt:
a. Een toercaravan moet te allen tijde, onmiddellijk en zonder enige verandering, verrijdbaar zijn.
b. De lengte van de opbouw mag maximaal 5 meter bedragen.
c. Een toercaravan mag niet worden gekoppeld aan een chalet of aan een berging.
Windschermen en (schotel)antennes Artikel 23
1. Een windscherm mag niet hoger zijn dan 1,80 meter.
2. De oppervlakte van een windscherm moet voor tenminste 70% uit helder, licht doorlatend materiaal bestaan.
3. Een (schotel)antenne mag uitsluitend geplaatst worden binnen de grenzen van het bouwblok caravan/chalet zoals aangegeven in bijlage 3 van het Verenigingsreglement conform artikel 19 lid 1 sub b.
4. Het hoogste punt van een (schotel)antenne mag niet meer dan 2,95 meter boven het maaiveld uitkomen.
5. Vast bevestigde (schotel)antennes die al voor 1 mei 2013 geplaatst waren moeten conform bovenstaande bepalingen worden verplaatst. Wanneer dat op grote problemen stuit kan men bij het bestuur een met redenen omkleed bijzonder recht aanvragen voor de al bestaande plaatsing. Het bestuur zal beoordelen of de bezwaren tegen verplaatsing gegrond zijn en eventueel een bijzonder recht verlenen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN
Artikel 24
Tot de gemeenschappelijke voorzieningen worden gerekend:
1. het kanalenstelsel:
In het kanalenstelsel mag, ter bescherming van afgemeerde schepen, walkanten en beschoeiingen, slechts met zeer matige snelheid (maximale snelheid 4 km/uur) worden gevaren. De diepte van het kanalenstelsel bedraagt minimaal 1,50 meter in het midden van het vaarwater ten opzichte van het gemiddelde zomerpeil en minimaal 1,25 meter langs de walkanten. Leden geven ondiepten door aan de beheerder zodat de betreffende locatie meegenomen kan worden in de volgende baggerronde ;
2. het wegennet, inclusief de bermen:
a. Op het wegennet is de Wegenverkeerswet en het reglement van toepassing.
b. De toegestane snelheid in het park is ten hoogste 15 km/uur.
c. Het is in het park verboden om met bromfietsen met een ingeschakelde motor te rijden.
d. Op de wegen in het park mag geen verkeer komen dat zwaarder is dan 3.5 ton.
3. de straatverlichting;
4. het elektriciteitsnet:
a. Het betrokken lid moet ervoor zorgen dat de aansluitkast voor elektriciteit in goede staat verkeert, afgesloten is en toegankelijk is voor het aflezen van de meterstanden.
b. Het betrokken lid moet ervoor zorgen dat zijn elektrische installatie en de daaraan gekoppelde apparaten aan de daarvoor geldende veiligheidsnormen voldoen. Elk elektriciteitssysteem dat aangesloten is op het net van de vereniging moet voorzien zijn van een aardlekschakelaar;
5. het gasleidingsysteem:
a. Het gasleidingsysteem bestaat uit een centrale gastank met afrastering en met toevoerleidingen naar de kavels tot en met de gasmeters en de omhullende kasten.
b. Het is onbevoegden uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan het afgerasterde gebied te betreden.
c. Het betrokken lid moet ervoor zorgen dat de omhullende kast in goede staat verkeert, gesloten is en toegankelijk is voor het aflezen van de meterstanden.
d. Leden moeten ervoor zorgen dat de eigen gasinstallatie en de daaraan gekoppelde apparaten voldoen aan de daarvoor geldende veiligheidsnormen. Ook moet worden voldaan aan de van toepassing zijnde veiligheidseisen die in artikel 25 worden genoemd;
6. het waterleidingsysteem:
a. Het waterleidingsysteem bestaat uit de watertoevoerleidingen naar alle kavels tot en met de watermeters en de watermeterput.
b. Het betrokken lid moet ervoor zorgen dat de omhullende kast in goede staat verkeert, gesloten is en toegankelijk is voor het aflezen van de meterstanden.
c. Het betrokken lid moet ervoor zorgen dat de eigen waterleiding en de daarop aangesloten apparaten geen lekkages vertonen;
7. het centrale rioleringssysteem tot aan de grens van de kavels:
a. Het betrokken lid zorgt ervoor dat de eigen aansluiting op het centrale rioleringssysteem en het verdere eigen rioleringssysteem op het landje in goede staat verkeert.
b. Iedere vorm van afvallozing op het kanalenstelsel is verboden;
8. de toiletgebouwen inclusief de voorzieningen;
9. de slagboom en bijbehorende voorzieningen bij de ingang van het park;
10. de containeropslagplaats met afvalcontainers;
11. de speeltuin met toestellen en afrastering;
12. de speelweide met attributen en voorzieningen;
13. de algemene groenvoorzieningen met terreinafrasteringen;
14. de gemeenschappelijke walkanten met de daarbij behorende beschoeiing:
a. Bij vele landjes is de gemeenschappelijke walkant, zie voor de voorwaarden artikel 26 lid 6 t/m 7, in gebruik gegeven aan die leden, die het gebruiksrecht hebben van het aan de gemeenschappelijke walkant grenzende landje. Dit gebruiksrecht, en ook de financiële voorwaarden waaronder het is verstrekt, wordt opgenomen in het kavelregister.
b. Aan een gemeenschappelijke walkant (die niet is verhuurd) mogen geen steigers worden gebouwd.
c. Aan een gemeenschappelijke walkant of een walkant die eigendom is van de vereniging mogen geen schepen worden afgemeerd.
d. Ten behoeve van reparaties aan de trekstangen van de beschoeiing moet op het landje langs de gemeenschappelijke walkant de daarvoor benodigde strook grond tot een breedte van minimaal 2,00 meter steeds bereikbaar zijn.
15. Ingeval van een storing of anderszins van het niet naar behoren functioneren van een gemeenschappelijke voorziening kunnen individuele leden de Vereniging of het bestuur daar niet voor verantwoordelijk stellen. Van de leden wordt verwacht dat men maatregelen neemt om schade en overlast als gevolg van onverhoopte storingen in de gemeenschappelijk voorzieningen van het park te beperken en dat men zich daartegen verzekert.
16. Het is de leden niet toegestaan een wijziging aan te brengen in de algemene voorzieningen.
17. Leden en hun gasten worden geacht de algemene voorzieningen zorgvuldig te gebruiken. Schade aan de gemeenschappelijke voorzieningen veroorzaakt door leden of hun gasten, worden door deze leden aan de vereniging vergoed.
VEILIGHEID
Artikel 25
1. Het bestuur is bevoegd bij alle leden controle uit te (laten) oefenen op de veiligheid van de in dit artikel genoemde aansluitingen en systemen. Als aan de veiligheid niet is voldaan wordt het lid hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Als binnen 7 dagen na de verzending van deze mededeling de vermelde gebreken niet zijn verholpen, is het bestuur bevoegd de leverantie van elektriciteit/water/gas/signaal af te sluiten. Dit afsluiten mag eerder als het bestuur van mening is dat er sprake is van gevaar of hinder voor de omgeving.
2. Als een lid geen gebruik maakt van een aansluiting op het centrale gasleidingsysteem worden aan de opslag van flessengas de volgende eisen gesteld:
a. Op het landje mogen maximaal 2 gasflessen staan, die samen een inhoud hebben van maximaal 150 liter.
b. De gasflessen moeten droog, boven de grond op een harde stenen ondergrond staan.
c. De flessen moeten aangesloten zijn met een goedgekeurde slang met een lengte van maximaal 1,00 meter, niet ouder dan 2 jaar en voorzien van deugdelijke slangklemmen.
d. De van de gasfles komende slang moet aangesloten zijn op een koperen leidingnet onder en in het chalet.
e. Bij overdracht van het lidmaatschap als gevolg van vervreemding of vererving (behalve als het gaat om de partner, in de zin van artikel 3 lid 7 van de statuten, van het overleden lid) van het lidmaatschap, of bij herinrichting van de kavel, is het gebruik van gasflessen voor verwarming van de bebouwing op de kavel en voor een kooktoestel niet langer toegestaan.
In afwijking hiervan is het gebruik van 1 kleine gasfles voor gebruik buiten het chalet voor een barbecue, of vergelijkbaar toestel, toegestaan.
3. Als een lid is aangesloten op het centrale gasleidingsysteem moet de gasleiding op het landje moet vanaf de aansluiting op het centrale leidingsysteem tot in het chalet van koper zijn.
4. In alle gevallen moeten gebruikte of lege gasflessen worden verwijderd.
5. In elk chalet moet een goed werkende brandblusser met een minimale inhoud van 2 kg of 2 liter aanwezig zijn.
VERHUUR VAN PARKEERPLAATSEN EN GEMEENSCHAPPELIJKE WALKANTEN, WATER EN GROND VAN DE VERENIGING
Artikel 26
1. Er zijn in het park enkele parkeerplaatsen die uitsluitend voor het parkeren van een auto of voor de stalling van een trailer gehuurd kunnen worden door leden. Dit recht is niet overdraagbaar behoudens het gestelde in lid 4. Een gehuurde parkeerplaats mag door de huurder uitsluitend in de periode oktober tot april desgewenst gebruikt worden voor de stalling van een trailer, al dan niet met boot.
2. Het recht om een van de bovengenoemde plaatsen te huren wordt eens per 3 jaar voor een aaneengesloten periode van 3 jaar verleend. De leden worden tijdig in kennis gesteld van de mogelijkheid om een of meer plaatsen te kunnen huren en daarop in te schrijven.
3. Toewijzing van een inschrijving verplicht het lid tot het gedurende 3 jaar betalen van de betreffende huurprijs.
4. Bij vervreemding van het lidmaatschap kunnen de huurrechten en plichten over gaan op het nieuwe lid.
5. Als zich meer gegadigden hebben aangemeld dan er plaatsen beschikbaar zijn dan vindt toewijzing plaats door middel van een loting, die uitgevoerd wordt tijdens een bestuursvergadering waarin tenminste 3 bestuursleden aanwezig zijn. De uitslag van
de loting wordt zo snel mogelijk schriftelijk door het bestuur aan alle inschrijvers bekend gemaakt.
6. Er zijn in het park bepaalde stukken gemeenschappelijke grond, gemeenschappelijk water en gemeenschappelijke walkanten die onder de in de volgende leden van dit artikel opgenomen voorwaarden aan leden verhuurd kunnen worden. Het betreft hier:
a. gemeenschappelijke walkant: zijkanten van kavels die grenzen aan het water;
b. gemeenschappelijk water: eindstukken (kopse kanten) van het water grenzende aan 1 of 2 kavels;
c. gemeenschappelijke grond: stukken grond (niet zijnde de wegberm en/of straat) die grenzen aan 1 of 2 kavels.
7. Wanneer een lid dat een van de aangrenzende kavels gebruikt, de in lid 6 genoemde zaken van de vereniging wil huren dient hij een schriftelijk verzoek in bij het bestuur. Dit verzoek moet aan de hieronder genoemde voorwaarden voldoen:
a. Overleggen van een inrichtingsplan van de kavel inclusief het gevraagde, te huren, stuk grond, water of walkant. Vanzelfsprekend moet het totale plan voldoen aan de bepalingen van de Statuten en het Verenigingsreglement.
b. Schriftelijke weergave van het resultaat van het gevoerde overleg dat de indiener van het verzoek gevoerd moet hebben met de aangrenzende en/of overburen (mogelijke bezwaren van de buren dienen duidelijk vermeld te worden; zij worden door het bestuur beoordeeld).
c. De doorvaart mag niet onoverkomelijk gehinderd of beperkt worden.
d. De verhoging van de kavelfactor telt niet mee bij de bepalingen van de maximale bebouwing (zie bijlagen 4 en 5 van het reglement).
e. Gehuurde stukken grond mogen niet worden gebruikt voor bebouwing, voor het parkeren van of voor het stallen van trailers.
f. De gehuurde gemeenschappelijke wallenkant of het eindstuk mag gebruikt worden voor het aanleggen van 1 of meerdere boten, afhankelijk van het aantal gehuurde meters.
8. De besluitvorming door het bestuur en vastlegging van die besluiten gebeurt op de volgende wijze:
a. Het bestuur beslist en stelt het lid en de geraadpleegde buren schriftelijk van haar besluit op de hoogte.
b. Tegen de beslissing van het bestuur is geen beroep mogelijk.
c. Een afwijzing van het verzoek wordt door het bestuur gemotiveerd.
d. Bij honorering van het verzoek stelt het bestuur een huurovereenkomst op onder vermelding van eventuele extra beperkende bepalingen, dat wil zeggen bepalingen die niet in de statuten of in het verenigingsreglement zijn opgenomen.
e. De huurovereenkomst wordt gearchiveerd als een bijzonder recht in het kavelregister.
f. De huurovereenkomst is niet tussentijds opzegbaar en eindigt automatisch bij vervreemding of vererving van het lidmaatschap; het nieuwe lid kan echter wel een verzoek indienen voor voortzetting van de huurovereenkomst.
g. De huurprijs wordt jaarlijks vastgesteld in de Jaarvergadering en via de jaarnota geïnd.
9. De huurprijs wordt als volgt vastgesteld:
a. De huurprijs voor gezamenlijke walkanten met de mogelijkheid voor het aanleggen van een of meer boten wordt berekend op basis van een verhoging van de factor SL in de formule voor de berekening van de kavelfactor. Deze verhoging wordt bepaald door de lengte van de gehuurde walkant. Toepassing van de formule, zie artikel 13 van het reglement: F = 0,6 x (SL: 10 m = 1) + 0,4 x (O: 150 m2 = 1), leidt tot een verhoging van de kavelfactor. Bijvoorbeeld: huur van 15 meter gezamenlijke walkant resulteert in een verhoging van de kavelfactor met 0,9.
b. De huurprijs voor eindstukken (kopse kanten) van het water grenzende aan 1 of 2 kavels voor het aanleggen van een boot wordt op dezelfde manier als bij lid 9 sub a berekend met dien verstande dat, omdat de steigers aan de waterkant een hoek van ongeveer 90 graden insluiten, de gemeten SL van het kavel en van het eindstuk met 1,00 meter wordt verminderd (conform artikel 10 lid 1 sub f).
c. De kosten voor onderhoud of vervanging van de beschoeiing van de gehuurde walkant blijven voor rekening van de vereniging.
d. Stukken grond die grenzen aan 1 of 2 kavels hebben in 2013, bij het begin van
-. Dit bedrag wordt vermeerderd met de verhoging van de kavelfactor door opname van de gehuurde vierkante meters in de factor O in de in sub a toegelichte formule voor de berekening van de kavelfactor. Bijvoorbeeld: huur van 10 vierkante meter grond bij een standaard kavel van 150 vierkante meter leidt tot een verhoging van de kavelfactor met {0,4 x (150+10)/150} - {0,4 x 150/150} = 0,03. Omdat de kavelfactor tot in tienden wordt afgerond hebben de gehuurde vierkante meters in de factor O geen invloed op de uitkomst van de afgelopen kavelfactor. In dit voorbeeld blijft de afgeronde kavelfactor dus hetzelfde en is
--.
e. Aanpassingen van de in sub d genoemde basishuurprijs worden jaarlijks door de leden vastgesteld in de jaarvergadering en opgenomen in het tarievenoverzicht.
STALLING VAN TRAILERS
Artikel 27
1. Er zijn enkele terreintjes waar, onder de in dit artikel beschreven voorwaarden, trailers geplaatst kunnen worden. De plaatsing is op eigen risico.
2. De trailer mag slechts na toestemming en op aanwijzing van de beheerder worden geplaatst.
3. Het lid dat een trailer op een van de terreintjes wil plaatsen is daarvoor stallingskosten verschuldigd. De tarieven voor deze stalling zijn gedifferentieerd naar de grootte van de trailer, stalling met of zonder boot en naar de zomer- en/of winterperiode.
4. De trailer mag niet afgesloten zijn en moet op elk moment verplaatsbaar zijn.
5. Van 1 april tot 1 oktober mag uitsluitend een lege trailer worden geplaatst.
6. Aan een gestalde trailer mag geen onderhoud gepleegd worden.
7. Aan een op een gestalde trailer geplaatste boot mag geen onderhoud gepleegd worden.
8. Wanneer een trailer in strijd met bovenstaande regels wordt geplaatst of wanneer een trailer 2 weken na het verstrijken van de overeengekomen plaatsing termijn nog op het terreintje staat is het betrokken lid het tarief geldend voor een nieuwe zomer- of winterperiode aan de vereniging verschuldigd.
FINANCI LE ZAKEN
Artikel 28
1. Het in artikel 16 lid 4 van de statuten genoemde maximumbedrag en het in lid 5
15.000, -.
2. Het bestuur is gerechtigd de in artikel 20 lid 5 van de statuten genoemde mogelijkheid tot automatische incasso te gebruiken voor het innen van de in artikel 29 lid 3 van dit reglement genoemde jaarlijkse bijdrage, en ook voor de in artikel 3 lid 2 en in artikel 4 lid 2 van het reglement genoemde administratiekosten.
Jaarlijkse bijdrage Artikel 29
1. Leden zijn verplicht tot het betalen van de jaarlijkse bijdrage aan de vereniging.
2. Het bestuur stelt jaarlijks, als onderdeel van de begroting, een tarievenoverzicht op waarin de verschillende, niet door externe leveranciers al vastgestelde, onderdelen van de jaarlijkse bijdrage ter goedkeuring aan de leden worden voorgelegd.
3. De jaarlijkse bijdrage bestaat uit het totaal van de onderstaande kosten:
a. contributie (artikel 30);
b. elektriciteitsverbruik (artikel 31);
c. gasverbruik (artikel 32);
d. waterverbruik(artikel 33);
e. huur parkeerplaats (artikel 34);
f. tarieven voor de stalling van trailers (artikel 35)
g. incidentele kosten (artikel 36)
4.
maand december van het voorafgaande jaar naar de leden. Betaling hiervan moet voor 1 februari plaatsvinden.
5. Bij betaling na 31 januari is het bestuur op basis van artikel 20 lid 4 van de statuten gerechtigd het betreffende lid de door de Vereniging gederfde rente in rekening te brengen. Deze rente wordt vanaf 1 februari maandelijks, op basis van de wettelijke rente op 1 januari van het betreffende jaar, gefactureerd. Daarnaast worden op deze facturen per maand extra administratiekosten (waarbij inbegrepen een boete) in rekening gebracht. Deze administratiekosten worden jaarlijks door de leden vastgesteld door vermelding in het, in lid 2 van dit artikel genoemde, tarievenoverzicht.
Contributie Artikel 30
De jaarlijks door de leden te betalen contributie bestaat uit de binnen de begroting, jaarlijks door de algemene ledenvergadering vast te stellen omslag, vermenigvuldigd met de (som van de) factor(en) van de kavel(s) die het lid in gebruik heeft.
Elektriciteitsverbruik Artikel 31
Het jaarlijks elektriciteitsverbruik per landje wordt bepaald aan de hand van de standen van de elektriciteitsmeter van het landje. Dit verbruik wordt vermenigvuldigd met de kostprijs van een kWh in het betreffende jaar.
Gasverbruik Artikel 32
Het jaarlijks gasverbruik per landje wordt bepaald aan de hand van de standen van de gasmeter van het landje. De prijs per kubieke meter wordt bepaald aan de hand van de kostprijs van het door de vereniging ingekochte gas.
Watergebruik Artikel 33
Het jaarlijks waterverbruik per landje wordt bepaald aan de hand van de standen van de watermeter van het betreffende landje. Dit verbruik wordt vermenigvuldigd met de kostprijs van een kubieke meter geleverd water.
Huur parkeerplaats Artikel 34
De huurtarieven van parkeerplaatsen worden jaarlijks, in een tarievenoverzicht, als onderdeel van de begroting vastgesteld.
Tarieven voor de stalling van trailers Artikel 35
De tarieven worden jaarlijks, in een tarievenoverzicht als onderdeel van de begroting, vastgesteld.
Incidentele kosten Artikel 36
De leden zijn gehouden alle onvermijdbare en onvoorziene kosten door de vereniging gemaakt, bijvoorbeeld als gevolg van extreme weersomstandigheden, te vergoeden. Deze kosten worden hier als incidentele kosten vermeld.
OPENINGSUREN VAN HET KANTOOR EN TOEZICHT DOOR DE BEHEERDER
Artikel 37
1. De openingsuren van het kantoor variëren met de seizoenen en worden bij de entree van het kantoor duidelijk bekend gemaakt.
2. In de periode 1 april tot 1 oktober is het kantoor op de zaterdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur geopend.
3. De beheerder houdt regelmatig toezicht in het park.
4. De aanwijzingen van de beheerder moeten onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden opgevolgd.
WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN
Artikel 38
1. Wanneer men werkzaamheden, met uitzondering van kleine onderhoudswerkzaamheden, op het eigen landje door derden wil laten verrichten moet men vooraf de beheerder daarover informeren.
2. Het uitvoeren van werkzaamheden door derden (behalve tuinonderhoud) is in het hoogseizoen niet toegestaan, tenzij de aard van die werkzaamheden geen uitstel verdraagt, dit in overleg en ter beoordeling van de beheerder.
GEDRAGREGELS
Artikel 39
1. De leden moeten hun landje zo gebruiken, dat hierdoor het aanzien van het park niet wordt geschaad.
2. De leden gedragen zich zowel op het eigen landje, als bij gebruik van de algemene voorzieningen, zo dat anderen geen overlast wordt aangedaan.
3. De leden moeten mede zorgen voor het in goede staat houden van de algemene voorzieningen en deze uitsluitend gebruiken waarvoor zij bedoeld zijn.
4. Men moet TV, radio en andere geluidsapparatuur uitsluitend binnenshuis gebruiken op een zodanige manier dat het geluid niet hoorbaar is buiten de caravan.
5. Tussen 22.00 en 08.00 uur moet er volledige rust in het park heersen.
6. Het gebruik van grasmaaiers en andere geluidshinder veroorzakend gereedschap mag tijdens het hoogseizoen uitsluitend plaatsvinden tussen 10.00 en 17.00 uur.
7. Men beperkt het proef/warm draaien van boot- en andere motoren tot het uiterst noodzakelijke.
8. Parkeren van een auto in het park is slechts toegestaan op het eigen landje of op de gehuurde parkeerplaats. Dit houdt onder andere in dat niet in de berm van de vereniging of op het einde van een straatje geparkeerd mogen worden.
9. Vaartuigen mogen uitsluitend in de lengterichting worden afgemeerd en niet aan een gemeenschappelijke walkant, met uitzondering van het bepaalde in artikel 26 lid 6.
10. Dubbel afmeren is niet toegestaan.
11. Honden moeten buiten het eigen landje in het park aangelijnd zijn en moeten buiten het park uitgelaten worden waarbij de berm rondom de beheerderwoning moet worden vermeden. Uitwerpselen in het park en in de berm rondom de beheerderswoning moeten worden opgeruimd.
12. Katten en andere huisdieren mogen niet vrij rondlopen in het park.
GASTEN
Artikel 40
1. Wanneer een lid gasten op zijn landje ontvangt, moet in het hoogseizoen het lid zelf aanwezig zijn of tenminste een van de personen die, volgens artikel 3 lid 6 van de statuten, tot de vrije groep behoort.
2. Elk lid is verplicht zijn gasten volledig te informeren over de in het park geldende regels uit de statuten en het verenigingsreglement.
3. De gasten houden zich aan de bepalingen van de statuten en het reglement.
4. De gast die zich niet aan de bepalingen van de statuten en het reglement houdt kan, na voorafgaande waarschuwing, de toegang tot het terrein van de vereniging worden ontzegd.
5. Het lid dat een gast ontvangt blijft onverminderd verantwoordelijk voor de handelingen en gedragingen van zijn gast.
6. Wanneer een gast, die niet behoort tot de in lid 1 genoemde vrije groep, met een boot in het park arriveert dan is de maximale verblijftijd in het park van dat gastschip in een aaneengesloten periode van 4 weken maximaal 48 uur.
7. Het lid dat een gastschip ontvangt meldt dit bij voorkeur van tevoren, en als dat niet mogelijk is, onmiddellijk na de ontvangst aan de beheerder met opgave van de tijd van aankomst en het vermoedelijke tijdstip van vertrek van het gastschip.
VERSCHAFFING VAN HET FEITELIJK GENOT AAN DERDEN
Artikel 41
Aanvullend op artikel 22 lid 1 en lid 5 van de statuten, wordt bepaald dat de verschaffing van het feitelijk genot van de rechten, verbonden aan het lidmaatschap, aan derden, die niet behoren tot de in artikel 3 lid 6 van de statuten genoemde vrije groep, uitsluitend buiten het
hoogseizoen is toegestaan.
Het hoogseizoen is de periode 1 juli tot 1 september.
AFVALBEHANDELING EN AFVOER
Artikel 42
1. Huisvuil en tuinafval hoort men te sorteren en te storten in de daarvoor bestemde afvalcontainers.
2. Glas wordt gestort in de daarvoor bestemde glascontainer.
3. Papier stort men in zo klein mogelijke staat in de daarvoor bestemde papiercontainer.
4. Voor het inleveren van klein chemisch afval, verfresten, afgewerkte olie, en dergelijke overlegt men met de beheerder.
5. Voor het afvoeren van asbest gelden de wettelijke voorschriften; deponeren op het park is verboden.
6. Grofvuil, grote stukken afval of bouwafval worden door het lid zelf naar de gemeentelijke afvalstortplaats afgevoerd.
7. Dat geldt ook voor het afvoeren van grote partijen snoeihout, wegens de zeer hoge kosten.
8. Elke vorm van verontreiniging van het oppervlaktewater in het park is verboden.
9. Het afvoeren van regenwater via de riolering is verboden.
BIJLAGEN van het Verenigingsreglement van Watersportpark Scharsterrijn
BIJLAGE 1 LIDMAATSCHAPSOVEREENKOMST
Met de ondertekening van deze overeenkomst wordt uitvoering gegeven aan artikel 9 van de statuten van de Coöperatieve Vereniging Watersportpark Scharsterrijn U.A., hierna te noemen de Vereniging , partij C, ter vervreemding van het lidmaatschap door het hieronder genoemde opzeggende lid, partij A, ter verkrijging door het eveneens hieronder genoemde aspirant lid, partij B.
Met deze overdracht van het lidmaatschap wordt partij B conform artikel 4 lid 2 van de statuten lid van de Vereniging. Deze overdracht wordt bekrachtigd door ondertekening door de voorzitter en de secretaris van het bestuur van de Vereniging.
De ondergetekenden,
1. partij A, het opzeggende lid:
achternaam de heer/mevrouw
voorna(a)m(en)
geboortedatum geboorteplaats
adres (straat+huisnr)
postcode woonplaats
e-mailadres
2. partij B, het aspirant lid:
achternaam de heer/mevrouw
voorna(a)m(en)
geboortedatum geboorteplaats
adres (straat+huisnr)
postcode woonplaats
telefoon
e-mailadres
IBAN nummer
Expertise (optioneel)*
* We verwachten van onze leden dat ze bereid zijn een actieve bijdrage te leveren aan onze vereniging. Het is dus mogelijk dat de vereniging een keer beroep doet op de expertise van het lid.
3. en partij C, de Vereniging, vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris van het bestuur,
verklaren te zijn overeengekomen:
a. Deze overdracht heeft betrekking op landje nummer
Dit nummer correspondeert met het in het kavelregister omschreven landje. In het kavelregister staan onder andere de ligging en de grootte van het landje vermeld; deze zijn bepalend ingeval van verschil van mening.
b. Met de ondertekening van deze overeenkomst geeft partij C het gebruiksrecht van het onder punt a genoemde landje aan partij B. Partij B verplicht zich het gebruiksrecht van het landje te aanvaarden in de staat waarin het zich op de datum van ondertekening bevindt met in achtneming van het gestelde in punt a. Partij B wordt gewezen op artikel 19 van het verenigingsreglement ingeval hij/zij het landje of de inrichting daarvan wil wijzigen.
c. Partij A geeft aan dat hij/zij aan al zijn/haar verplichtingen genoemd in de statuten van de vereniging, (met name in artikel 7, 8, en 20 lid 1) en in het verenigingsreglement, (met name artikel 29 lid 1, 4 en 5), heeft voldaan; als blijkt dat dit niet het geval is dan is deze overeenkomst ongeldig.
d. Partij B geeft aan dat hij/zij de inlogcode van de website xxx.Xxxxxxxxxxxxx.xx heeft ontvangen en inzage heeft in de ledenlijst, de statuten en het verenigingsreglement, en kennisgenomen heeft van de inhoud van de statuten (met name artikelen 19 t/m 22) en van het verenigingsreglement, (met name de artikelen 14, 16 t/m 23, 27 en 39 t/m 42).
e. Partij B verklaart door ondertekening van deze overeenkomst nadrukkelijk de hem/haar in de statuten en in het verenigingsreglement opgelegde verplichtingen te aanvaarden.
f. Partij B geeft door ondertekening van deze overeenkomst op basis van het door het bestuur gehanteerde artikel 28 lid 2 van het Verenigingsreglement een incassomachtiging voor de inning van de jaarlijkse bijdrage zoals vermeld in artikel 29 van het Verenigingsreglement en voor de inning van de in artikel 3 lid 2 van dat reglement genoemde kosten voor het opmaken en verwerken van deze overeenkomst.
g. De vereniging geeft partij B het recht op het, voor het gemeenschappelijk gebruik van de leden bestemde terrein te vertoeven en gebruik te maken van de gemeenschappelijke voorzieningen, (artikel 24 van het verenigingsreglement).
h. Partijen kiezen voor deze overeenkomst en de uitvoering daarvan domicilie ten kantore van de vereniging.
Opgemaakt te Boornzwaag, gemeente De Fryske Marren, d.d.
Het opzeggende lid, handtekening
Het aspirant lid, handtekening
Het bestuur van de vereniging,
voorzitter, handtekening
secretaris, handtekening
BIJLAGE 2 VERKLARING VAN VERKRIJGING
Met de ondertekening van deze verklaring wordt uitvoering gegeven aan artikel 5 lid 5 van de statuten van de Coöperatieve Vereniging Watersportpark Scharsterrijn U.A. ter bevestiging van de vererving van het lidmaatschap zoals omschreven in artikel 5 en genoemd in artikel 4 lid 2 sub b.
Het betreft de overgang van het lidmaatschap en het daar aan gekoppelde gebruiksrecht van landje nummer
van het oud lid de heer/mevrouw
aan het nieuwe lid de heer/mevrouw
achternaam de heer/mevrouw xxxxxx(a)m(en) geboortedatum geboorteplaats adres (straat+huisnr) postcode woonplaats telefoon e-mailadres IBAN nummer Expertise (optioneel)*
* We verwachten van onze leden dat ze bereid zijn een actieve bijdrage te leveren aan onze vereniging. Wellicht doet de vereniging een keer beroep op de expertise van het lid.
Als bewijs voor de rechtmatigheid van deze overgang heeft het nieuwe lid een in artikel 5 lid 3 van de statuten genoemde notariële verklaring aan het bestuur overhandigd. Deze notariële verklaring wordt als bijlage 1 aan deze verklaring gehecht.
Tevens is, voor zover van toepassing, de in artikel 5 lid 4 van de statuten genoemde verklaring van de andere erfgenamen of legatarissen door het nieuwe lid aan het bestuur overhandigd. Deze verklaring van andere erfgenamen of legatarissen wordt in voorkomende gevallen als bijlage 2 aan deze verklaring gehecht.
Het nieuwe lid en de Coöperatieve Vereniging Watersportpark Scharsterrijn, vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris van het bestuur, verklaren te zijn overeengekomen:
a. Met de ondertekening van deze verklaring geeft de vereniging het gebruiksrecht van het bovengenoemde landje aan het nieuwe lid en het recht op het voor het gemeenschappelijk gebruik van de leden bestemde terrein te vertoeven en gebruik
te maken van de gemeenschappelijke voorzieningen, (artikel 24 van het verenigingsreglement).
b. Het nieuwe lid geeft aan via de website van de vereniging inzage te hebben in de ledenlijst en kennis te hebben genomen van de inhoud van de statuten en van het verenigingsreglement met name van artikel 19 t/m 22 van de statuten en van het verenigingsreglement met name de artikelen 13, 14, 16 t/m 23, 27 en 39 t/m 42.
c. Het nieuwe lid verklaart door ondertekening van deze verklaring nadrukkelijk de hem/haar in de statuten en in het verenigingsreglement opgelegde verplichtingen te aanvaarden.
d. Het nieuwe lid heeft kennisgenomen van het feit dat de grootte van ieder landje bepaald wordt door de gegevens in het kavelregister.
e. Het nieuwe lid geeft door ondertekening van deze verklaring op basis van het door het bestuur gehanteerde artikel 28 lid 2 van het Verenigingsreglement een incassomachtiging voor de inning van de jaarlijkse bijdrage zoals vermeld in artikel 29 van het Verenigingsreglement en voor de inning van de in artikel 4 lid 2 van dat reglement genoemde kosten voor het opmaken en verwerken van deze verklaring.
f. Partijen kiezen voor deze verklaring/overeenkomst en de uitvoering daarvan domicilie ten kantore van de vereniging.
Opgemaakt te Boornzwaag, gemeente De Fryske Marren, d.d.
Het nieuwe lid, handtekening
Het bestuur van de vereniging,
Voorzitter, handtekening
Secretaris, handtekening
BIJLAGE 3 Inrichtingsschets standaard kavel 3A Chalet
3B Bijgebouw
BIJLAGE 4 Overzicht maximaal toegestane bebouwingsoppervlakte in m2 per kavelfactor
Artikel 19 lid 2:
de oppervlakte van dat landje.
Artikel 26 lid 7 onder e:
De verhoging van de kavelfactor telt niet mee bij de bepalingen van de maximale bebouwing (zie bijlagen 4 en 5 van het reglement).
Artikel 19 lid 3:
waarvan de som van de oppervlakten van de aparte delen de in bijlage 4 (deze bijlage) genoemde maxima niet mag overschrijden, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen per landje kleiner dan 225 m2 ten hoogste 10 m2 mag bedragen, voor grotere landjes is dat ten hoogste 30 m2.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de maximale oppervlakte van de totale bebouwing en de maximale oppervlakte van de bijgebouwen in vierkante meters op basis van de factor van een landje:
Kavelfactor | Maximale totale bebouwing in m2 |
1,0 | 54,0 |
1,1 | 59,4 |
1,2 | 64,8 |
1,3 | 70,2 |
1,4 | 75,6 |
1,5 | 81,0 (max 80,0 als het kaveloppervlak kleiner is dan 225 m2) |
1,6 | 86,4 (max 80,0 als het kaveloppervlak kleiner is dan 225 m2) |
1,7 | 91,9 (max 80,0 als het kaveloppervlak kleiner is dan 225 m2) |
1,8 | 97,2 (max 80,0 als het kaveloppervlak kleiner is dan 225 m2) |
1,9 en groter | 100 |
BIJLAGE 5 Overzicht maximaal toegestane maatvoering hoofdbebouwing en aangebouwde overige bebouwing (genoemd in artikel 20 lid 2 en 3 van het verenigingsreglement)
De maximaal toelaatbare lengte van een enkel chalet, of delen van een samengesteld chalet, bedraagt 12 meter.
De maximaal toelaatbare breedte van een enkel chalet of delen van een samengesteld chalet is afhankelijk van de factor van het landje waarop het chalet geplaatst gaat worden met dien verstande dat de maximaal toegestane oppervlakte van de hoofdbebouwing 70 m2 bedraagt.
De maximaal toegestane breedte van de hoofd bebouwing plus aangebouwde overige bebouwing mag niet meer bedragen dan:
bij een factor van | maximale breedte (m) | maximale lengte** (m) | maximale oppervlakte (m2) |
1,0 1,4 | 4,0 | 12,0 | 48* |
1,5 | 6,0 | 12,0 | 70 |
1,6 | 6,4 | 12,0 | 70 |
1,7 | 6,8 | 12,0 | 70 |
1,8 | 7,2 | 12,0 | 70 |
1,9 | 7,6 | 12,0 | 70 |
2,0 en groter | 8,0 | 12,0 | 70 |
* Bij landjes met een factor 1,0 -1,4 die breder zijn dan een standaard kavel (10 meter) is een grotere breedte een grotere oppervlakte toegestaan na overleg met en toestemming van het bestuur.
** Bij landjes met een grotere diepte dan 15 meter is een grotere lengte toegestaan na overleg met en toestemming van het bestuur.