Circulaire nr. AFZ/INTERN.IB/INDIA dd. 17.11.1998 CIRC 17.11.98/1 Circulaire nr. AFZ/INTERN.IB/INDIA dd. 17.11.1998 Bull. nr. 788, pag. 2645
Circulaire nr. AFZ/INTERN.IB/INDIA dd. 17.11.1998
Circulaire
nr. AFZ/INTERN.IB/INDIA dd. 17.11.1998
Bull. nr. 788, pag. 0000
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
India.
Overeenkomst
van 26 april 1993 tussen België en India tot het vermijden van
dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting
inzake belastingen naar het inkomen.
Aan al de ambtenaren van de niveaus 1 en 2+.
I . BELANGRIJKE DATA
Ondertekening van de Overeenkomst : 26.04.1993. Goedkeuring : Wet van 21.04.1997. Publicatie : BS van 26.05.1998. Inwerkingtreding : 1.10.1997.
Toepassing in België :
op de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die vanaf 1 januari 1998 toegekend of betaalbaar gesteld zijn;
op de andere belastingen gevestigd op de inkomsten van de belastbare tijdperken die eindigen op of na 31 december 1998.
II. ALGEMENE KENMERKEN
Deze Overeenkomst vervangt de Overeenkomst van dezelfde aard en het Protocol tot het vermijden van dubbele belasting, ondertekend te Brussel op 7 februari 1974, alsmede het Aanvullend Protocol tot wijziging van de bovengenoemde Akten, ondertekend in New Delhi op 20 oktober 1984.
Zij beoogt voornamelijk het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting terzake van - bestaande of toekomstige - belastingen naar het inkomen.
Artikel 26 regelt, tussen de bevoegde autoriteiten van de beide Staten, de uitwisseling van inlichtingen die nodig zijn om uitvoering te geven aan de bepalingen van de Overeenkomst en aan die van de Belgische en lndiase interne wetten met betrekking tot de in de Overeenkomst bedoelde belastingen. Voor de toepassing van de bepalingen opgenomen in dat artikel verwijzen we naar de circulaire Ci.R9.Div./ 460.792 van 27/11/1996.
De Overeenkomst voorziet eveneens in een wederzijdse administratieve bijstand voor de invordering van die belastingen (art. 27). De bepalingen die terzake van toepassing zijn worden in detail besproken in de Handleiding lnvordering, Deel IV, 3de onderdeel.
Daar de Overeenkomst in grote mate in overeenstemming is met de andere door België gesloten overeenkomsten, worden hierna alleen de voornaamste of specifieke bepalingen besproken.
III. VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING
1. Ondernemingswinst
A. Bedoelde winst
Er wordt opgemerkt dat de bepalingen van artikel 7 met betrekking tot ondernemingswinst, in tegenstelling met de gebruikelijke regel, niet van toepassing zijn op vergoedingen voor technische bijstand. Deze vergoedingen vallen immers onder artikel 12 en zijn bijgevolg aan hetzelfde stelsel als royalty's onderworpen (cf. punt 2, C hierna).
B. Toewijzing van het recht van belastingheffing
Over het algemeen mag winst van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat - niet zijnde een zeescheepvaart- of luchtvaartonderneming waarop artikel 8 van toepassing is - in de andere overeenkomstsluitende Staat worden belast in zoverre als zij aan een vaste inrichting waarover de onderneming in die andere Staat beschikt, kan worden toegerekend (art. 7, § 1, (a)).
Krachtens de Belgisch-Indiase Overeenkomst mag de winst van een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat eveneens worden belast in de andere overeenkomstsluitende Staat voor zover zij kan worden toegerekend :
aan verkopen van goederen in de andere Staat van dezelfde of soortgelijke aard als die welke door de vaste inrichting worden verkocht, zelfs indien die verkopen niet door tussenkomst van die vaste inrichting werden gedaan (art. 7, § 1, (b)); of
aan andere handelsverrichtingen uitgeoefend in de andere Staat van dezelfde of soortgelijke aard als die welke door de vaste inrichting worden uitgevoerd, zelfs indien die verrichtingen niet door tussenkomst van die vaste inrichting werden gedaan (art. 7, § 1, (c)).
C. Definitie van een vaste inrichting (art. 5)
De uitdrukking "vaste inrichting" is ruimer dan deze omvat in de meeste door België gesloten overeenkomsten. Worden aldus eveneens beschouwd als vaste inrichting :
een opslagplaats (art. 5, § 2, (e)). Daaronder moet worden verstaan een inrichting gebruikt voor het leveren van goederen (de uitdrukking "leveren" komt niet voor bij de negatieve gevallen vermeld in art. 5, § 3, (a) en (b));
een installatie of constructie gebruikt voor de exploratie of exploitatie van natuurlijke rijkdommen (art. 5, § 2, (g);
het verstrekken van diensten of inrichtingen in verband met het onderzoek naar, de winning van of de produktie van minerale oliën, of het leveren van verhuurde uitrustingen en machines die worden gebruikt of die bestemd zijn om te worden gebruikt bij de bovengenoemde werkzaamheden (art. 5, § 2, (h));
een gebouw gebruikt als verkooppunt of voor het opnemen of opsporen van bestellingen (art. 5, § 2, (i) (Alhoewel over het algemeen de overeenkomsten de gebouwen die gebruikt worden voor het verrichten van verkopen, niet uitdrukkelijk vermelden als zijnde een vaste inrichting, worden ze in principe als dusdanig beschouwd krachtens de algemene definitie van een vaste inrichting (art. 5, § 1). Het feit dat ze nog uitdrukkelijk worden geviseerd in art. 5, § 2 van de Belgisch-Indiase Overeenkomst, houdt geen afwijking in van de algemene regels maar een eenvoudige verduidelijking.));
een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of montagewerkzaamheden of werkzaamheden van toezicht daarop (art. 5, § 2, (j)) :
indien de duur van dat bouwwerk of van die werkzaamheden zes maanden overschrijdt, of
zelfs indien de duur van zes maanden niet overschreden is, indien de plaats van uitvoering van montagewerkzaamheden of de werkzaamheden van toezicht deel uitmaken van de verkoop van machines of uitrusting en de kosten van de plaats van uitvoering of van de werkzaamheden hoger zijn dan 10 % van de verkoopprijs van de machines of van de uitrusting.
N.B.: De tekst van de Overeenkomst preciseert dat de plaatsen van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of montagewerkzaamheden of werkzaamheden van toezicht eventueel met andere dergelijke plaatsen van uitvoering of werkzaamheden moeten worden samengeteld voor het vaststellen van de duur ervan; het gaat hier om een eenvoudige bevestiging van de gebruikelijke regel die terzake van toepassing is (cf. 5/218 Com.Ov.);
een vaste bedrijfsinrichting gebruikt voor publiciteit, voor het inzamelen van inlichtingen of voor soortgelijke werkzaamheden - met uitzondering van wetenschappeliik onderzoek - zelfs indien deze werkzaamheden uitsluitendJ voor de onderneming zijn uitgeoefend en voor die onderneming van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben (in art. 5, § 3 ontbreekt een bepaling waarin dit soort van werkzaamheden wordt uitgesloten);
het tegelijk uitoefenen van de werkzaamheden die uit de definitie van vaste inrichting zijn uitgesloten door art. 5, § 3, zelfs indien deze werkzaamheden van voorbereidende aard zijn of het karakter van hulpwerkzaamheden hebben voor de onderneming (ontbreken van een bepaling die uitdrukkelijk het tegelijk uitoefenen van deze werkzaamheden uitsluit);
een niet-zelfstandige (aangestelde) vertegenwoordiger die :
een voorraad goederen bezit waaruit hij regelmatig goederen aflevert voor de onderneming (art. 5, § 4, (b)), of
gewoonlijk bestellingen opneemt, uitsluitend of bijna uitsluitend voor de onderneming, of voor de onderneming en andere verbonden ondernemingen (art. 5, § 4, (c)).
N.B.: Een onafhankelijke vertegenwoordiger die uitsluitend of bijna uitsluitend handelt voor rekening van een onderneming, of van die onderneming en andere verbonden ondernemingen, wordt beschouwd als een niet-zelfstandige vertegenwoordiger (art. 5, § 5, 2de zin).
D. Kosten van de vaste inrichting
Het bedrag van de kosten van leiding en van de algemene beheerskosten die mogen worden afgetrokken bij het bepalen van de winst van een vaste inrichting, kan worden beperkt overeenkomstig de interne wetgeving van de overeenkomstsluitende Staten (art. 7, § 3, (a), 1ste zin). In de Belgische interne wetgeving is in dergelijke aftrek niet voorzien maar België zal, krachtens punt 2, (a) van het Protocol, de kosten van leiding en algemene beheerskosten die hetzij in België hetzij elders zijn gemaakt, in aftrek toelaten in zoverre die kosten redelijkerwijze kunnen worden toegerekend aan een Belgische vaste inrichting van een onderneming die inwoner van India is.
Bovendien bepaalt de Overeenkomst uitdrukkelijk dat geen aftrek wordt toegelaten terzake van bedragen die door de vaste inrichting (anders dan tot terugbetaling van werkelijke kosten) worden betaald aan de hoofdzetel van de onderneming of aan een van haar andere zetels, in de vorm van royalty's, honoraria of andere soortgelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere rechten, of als commissie voor het verstrekken van specifieke diensten of voor het geven van leiding of - behalve in het geval van een bankonderneming - als interest van aan de vaste inrichting geleend geld. Diezelfde kosten mogen evenmin in mindering worden gebracht wanneer zij door de vaste inrichting ten laste worden gelegd van de hoofdzetel of van een van de andere zetels van de onderneming (art. 7, § 3, (b)). Het gaat hier slechts om een eenvoudige verduidelijking die in geen enkel opzicht de terzake gebruikelijke regels wijzigt. Dergelijke betalingen worden inderdaad niet beschouwd als aftrekbare kosten van een vaste inrichting, zelfs indien de Overeenkomst dat niet uitdrukkelijk vermeldt (cf. 7/312 en 7/313 Com.Ov.).
E. Winst uit zee- en luchtvaart (art. 8)
Winst die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat behaalt uit de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer is in de andere overeenkomstsluitende Staat vrijgesteld van belasting (§ l). Dit stelsel is ook van toepassing op winst verkregen uit de deelneming in een pool, een gemeenschappelijk bedrijf of een internationaal bedrijfslichaam (§ 3).
Interest uit fondsen die rechtstreeks zijn verbonden met de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer, worden beschouwd als winst uit die exploitatie. Hij valt bijgevolg buiten de toepassing van artikel 11 en is niet onderworpen aan een bronbelasting (§ 2, (a)).
De punten (b) en (c) van § 2 sommen een bepaald aantal transacties op die nauw verbonden zijn met vervoer en waarvan de inkomsten worden beschouwd als winst behaald uit de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen (cf. 8/102 Com.Ov.).
We verwijzen inzonderheid naar :
het verhuren van onbemande schepen of luchtvaartuigen
het gebruik, het onderhoud of de verhuring van laadkisten (daaronder begrepen opleggers en het daarbij behorende gerei voor het vervoer van laadkisten),
indien deze werkzaamheden bijkomstig van aard zijn.
F. Berekening van de BNI/Ven
De bepalingen van art. 24, § 3 hebben in België hun reden van bestaan verloren ingevolge de wet van 30 januari 1996 tot wijziging van diverse bepalingen inzake de belasting van niet-inwoners (cf. circulaire AAF/96-222 van 30/04/1996 nrs 38 tot 61).
2. Belasting Van de roerende inkomsten in de Bronstaat
Dividenden, interest, royalty's en vergoedingen voor technische bijstand (cf. punt 1, A hierboven) genieten in de bronstaat een beperking van de belasting op voorwaarde dat:
de uiteindelijk gerechtigde van deze inkomsten een inwoner is van de andere Staat, en
het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of het recht, het goed of het contract uit hoofde waarvan de royalty's of de vergoedingen voor technische bijstand worden betaald, volgens het geval, niet wezenlijk is verbonden met een vaste inrichting of vaste basis waarover de genieter in de bronstaat beschikt.
N.B.: Indien er een bijzondere verhouding bestaat tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, de royalty's of de vergoedingen voor technische bijstand, is de beperking van de belasting slechts van toepassing op het normale bedrag van die inkomsten (cf. art. 11, § 6 en art. 12, § 6).
A. Dividenden (art. 10)
De Belgische RV of de Indiase belasting die over dividenden wordt geheven, is in alle gevallen beperkt tot 15 % van het brutobedrag van de dividenden. Het is dus van weinig belang of de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden een natuurlijke persoon of een vennootschap is.
B. Interest (art. 11)
De Belgische RV of de Indiase belasting ingehouden aan de bron op interest is beperkt (zie evenwel punt 1, E hiervoor) tot :
10 % van het brutobedrag van de interest die verband houdt met een lening toegestaan door een bank;
15 % van het brutobedrag van de interest in alle andere gevallen.
C. Xxxxxxx'x en vergoedingen voor technische bijstand (art. 12)
De bronstaat moet het tarief van zijn belasting beperken tot 20 % van het brutobedrag van de royalty's of van de vergoedingen voor technische bijstand.
In de huidige stand van de Belgische wetgeving is er dus geen beperking van de RV.
De BV op auteursrechten is daarentegen wel beperkt. Auteursrechten zijn immers onderworpen aan de BV volgens een tarief van 27,81 % tot 38,11 % (cf. KB/WIB 1992, art. 87, 5°, b) en bijlage III, nr 22 : "Toevallig of periodiek en bijkomstig betaalde vergoedingen en toelagen").
Met betrekking tot vergoedingen voor technische bijstand voorziet de Belgische wetgeving in geen enkele bronheffing. Bijgevolg moet de BNI/Ven. of de BNI/Nat.Pers., naar het geval, worden beperkt tot 20 %.
Onder "vergoedingen voor technische bijstand" moet worden verstaan vergoedingen betaald aan ondernemingen terzake van diensten van leidinggevende of technische aard of terzake van adviezen, daaronder begrepen het verstrekken van diensten door technische of andere personeelsleden (art. 12, § 3, (b)).
Roerende inkomsten uit bronnen in België verkregen door inwoners van India
Wanneer daadwerkelijke beperkingen moeten worden verleend op voorheffingen die verschuldigd zijn volgens de interne Belgische wetgeving op dividenden, interest of royaltv's, wordt de vermindering van Belgische belasting op de gebruikelijke wijze verleend, na aanvraag door middel van een formulier 276 Div.-Aut., 276 Int.-Aut, of 276 R, naar het geval.
Met betrekking tot vergoedingen voor technische bijstand die ondernemingen die inwoner zijn van India uit Belgische bronnen zouden behalen, wordt de vermindering van Belgische belasting zonder bijzondere formaliteiten verleend bij de vestiging van de aanslag in de BNI/Ven. of in de BNI/Nat.Pers. ten name van de Indiase onderneming. Gezien het gering aantal gevallen waarin deze situatie zich zal voordoen, zal de berekeningsnota 289.2 niet worden gewijzigd. In voorkomend geval moet die nota dus met de hand worden aangepast.
Roerende inkomsten uit bronnen in India verkregen door inwoners van België
De toepassingsmodaliteiten voor de vermindering van Indiase belasting die uiteengezet zijn in nr. 16ter van de circulaire Ci.R9.India/398.876 van 31 maart 1989 blijven geldig, dat wil zeggen :
de vermindering van de Indiase belasting mag onmiddellijk op het ogenblik van de betaling van de inkomsten worden verleend, op voorlegging aan de Indiase schuldenaar van een woonplaatsattest dat wordt uitgereikt door middel van een door de Belgische belastingdienst waarvan de gerechtigde tot de inkomsten afhangt behoorlijk ingevuld formulier 276 Conv;
wanneer de vermindering niet onmiddellijk is verleend, kan de gerechtigde tot de inkomsten teruggaaf van het teveel geheven bedrag verkrijgen; te dien einde moet hij bij de Indiase Administratie (Government of India, Ministry of Finance, Department of Revenue, Central Board of Direct Taxes, Foreign Tax Division, North Block in Xxx Xxxxx 000000 - Xxxxx) een aanvraag om teruggaaf, samen met de nodige bewijsstukken indienen, en dit normaliter binnen twee jaar te rekenen vanaf het einde van het aanslagjaar waarmee de Indiase belasting is verbonden;
zo nodig kunnen de inwoners van België ook een verzoek bij de Belgische belastingadministratie indienen overeenkomstig de procedure en binnen de termijn die in artikel 25, § 1 van de Overeenkomst zijn bepaald. Zulk verzoek moet uiteraard ook met de nodige bewijsstukken worden gestaafd.
3. Meerwaarden (art. 13)
De Overeenkomst bevat specifieke bepalingen met betrekking tot de belastingheffing van meerwaarden die voortkomen uit de vervreemding van aandelen :
voordelen verkregen uit de vervreemding van aandelen in het kapitaal van een vennootschap waarvan het vermogen hoofdzakelijk bestaat uit in een overeenkomstsluitende Staat gelegen onroerende goederen - of uit aandelen of delen die een deelneming vertegenwoordigen in dergelijke vennootschap - mogen worden belast in de overeenkomstsluitende Staat waar de onroerende goederen zijn gelegen (§ 4);
voordelen verkregen uit de vervreemding van andere aandelen die een deelneming van ten minste 10 % vertegenwoordigen in het kapitaal van een vennootschap, mogen worden belast in de woonplaatsstaat van die vennootschap (§ 5).
4. Zelfstandige beroepen (art. 14)
Inkomsten uit vrije beroepen of andere zelfstandige werkzaamheden van soortgelijke aard zijn in principe slechts in de woonplaatsstaat van de verkrijger belastbaar. Die inkomsten mogen echter in de andere overeenkomstsluitende Staat worden belast, voor zover ze zijn verkregen door tussenkomst van een in die andere Staat gelegen vaste basis (gebruikelijke regel).
De Belgisch-Indiase Overeenkomst bepaalt bovendien dat inkomsten uit zelfstandige werkzaamheden in de bronstaat mogen worden belast voor zover ze voortkomen uit werkzaamheden die daar worden uitgeoefend door een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat tijdens een verblijf van ten minste 183 dagen gedurende het desbetreffende belastbaar tijdperk. Slechts het deel van het inkomen dat verband houdt met de werkzaamheden die tijdens het verblijf van ten minste 183 dagen werden uitgeoefend, mag in de Staat van dat verblijf worden belast.
5. Tantièmes (art. 16)
Tantièmes, presentiegelden en andere soortgelijke beloningen verkregen door de leden van de raad van bestuur of van toezicht of van enig soortgelijk orgaan van een vennootschap, mogen worden belast in de woonplaatsstaat van de vennootschap (§ 1).
Beloningen die bedrijfsleiders ontvangen terzake van de uitoefening van dagelijkse werkzaamheden van leidinggevende of van technische aard in een kapitaalvennootschap of terzake van persoonlijke werkzaamheden in een personenvennootschap, mogen worden belast overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, § 1 alsof die beloningen waren verkregen terzake van een dienstbetrekking (§ 2). Deze beloningen mogen dus worden belast in de Staat waar de werkzaamheden worden uitgeoefend.
6. Artiesten en sportbeoefenaars (art. 17)
Overeenkomstig de gebruikelijke regel mogen de inkomsten die artiesten of sportbeoefenaars (als loontrekker of op zelfstandige basis) behalen uit hun persoonlijke werkzaamheden, worden belast in de Staat waar die werkzaamheden worden uitgeoefend, zelfs indien de inkomsten niet worden toegekend aan de artiest of sportbeoefenaar zelf maar aan een derde persoon.
Deze inkomsten mogen evenwel uitsluitend in de woonplaatsstaat van de artiest of de sportbeoefenaar (of van de derde persoon aan wie de inkomsten worden toegekend) worden belast, wanneer de werkzaamheden terzake waarvan zij werden betaald, volledig of voor een wezenlijk deel worden bekostigd uit openbare middelen van die Staat (of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan).
7. Pensioenen en lijfrenten (art. 18)
Particuliere pensioenen en lijfrenten zijn in principe slechts belastbaar in de woonplaatsstaat van de gerechtigde.
Paragraaf 2 - ontleend aan het UNO-modelverdrag - bepaalt evenwel dat pensioenen en andere uitkeringen die worden betaald ingevolge een algemene regeling die deel uitmaakt van het sociaal zekerheidsstelsel van een overeenkomstsluitende Staat (of een staatkundig onderdeel of een plaatselijke gemeenschap daarvan) slechts in die Staat mogen worden belast.
De uitdrukkingen "pensioen" en "lijfrente" worden uitgelegd in §§ 3 en 4.
8. Leraren en onderzoekers (art. 20)
Leraren en onderzoekers die inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat, genieten in de andere overeenkomstsluitende Staat een vrijstelling terzake van de beloningen die zij verkrijgen voor werkzaamheden op het gebied van onderwijs en/of onderzoek die -onder bepaalde voorwaarden (cf. art. 20, § 1) - worden uitgeoefend in een universiteit of een andere erkende onderwijsinstelling (cf. 20/14 Com.Ov.) van die andere Staat en dit gedurende een tijdvak van ten hoogste 24 maanden vanaf hun aankomst in die andere Staat.
Deze vrijstelling is evenwel niet van toepassing op beloningen verkregen voor werkzaamheden op het gebied van onderzoek die in de eerste plaats worden verricht ten eigen bate van een of meer bepaalde personen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt een natuurlijke persoon geacht inwoner van een overeenkomstsluitende Staat te zijn indien hij in het jaar waarin hij in de andere overeenkomstsluitende Staat verblijft of in het jaar dat onmiddellijk aan dat jaar voorafgaat, een inwoner van die Staat is (art. 20, § 3), zelfs indien hij de hoedanigheid van inwoner van de eerstgenoemde Staat verliest ten gevolge van zijn verblijf in de andere Staat (cf. 20/12 Com.Ov.).
9. Inkomsten van studenten en voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde personen (art. 21)
Studenten, voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde personen en beursstudenten zijn - onder bepaalde voorwaarden (cf. art. 21, § 1) - van belasting vrijgesteld in de Staat waar zij verblijven terzake van :
de bedragen die zij uit het buitenland verkrijgen ten behoeve van hun onderhoud, studie of opleiding;
de toelagen, prijzen of vergoedingen die zij ontvangen;
de beloningen voor een dienstbetrekking uitgeoefend in die Staat, op voorwaarde dat die beloningen niet meer bedragen dan 100.000 BF per jaar.
Werknemers van ondernemingen van een overeenkomstsluitende Staat of van bepaalde organisaties (Regeringsinstellingen, instellingen op het gebied van godsdienst, liefdadigheid, wetenschap of onderwijs.) die - gedurende ten hoogste 1 jaar - verblijven in de andere overeenkomstsluitende Staat met de bedoeling aldaar technische ervaring, beroeps- of bedrijfservaring te verkrijgen, zijn eveneens in die Staat van belasting vrijgesteld terzake van de beloningen die zij ontvangen van de onderneming of van de organisatie die hen tewerkstelt, op voorwaarde dat die beloningen niet meer bedragen dan 120.000 BF.
Het begrip "inwoner van een overeenkomstsluitende Staat" moet op dezelfde wijze als artikel 20 worden geïnterpreteerd.
10. Andere inkomsten (art. 22)
België zal al de inkomstenelementen kunnen belasten die niet vermeld zijn in de andere artikelen van de Overeenkomst en door inwoners van België werden verkregen, behalve :
wanneer het recht of het goed dat de inkomsten oplevert, wezenlijk is verbonden met een vaste inrichting of een vaste basis waarover de gerechtigde tot de inkomsten beschikt in India;
wanneer het gaat om inkomsten uit Indiase bronnen.
11. Vermijding van dubbele belasting in België
A. Algemene regel : vrijstelling met progressievoorbehoud
De in India belastbare inkomsten worden in België van belasting vrijgesteld, maar worden in aanmerking genomen om het tarief te bepalen dat van toepassing is op de andere belastbare inkomsten van de genieters (art. 23, § 3, (a)).
B. Roerende inkomsten
1° De interest en royalty's uit Indiase bronnen die deel uitmaken van het samengetelde belastbaar inkomen in België geven aanleiding tot verrekening van het FBB op de voorwaarden en tegen het tarief waarin het interne recht voorziet (art. 23, § 3, (b), (i)).
2° Met betrekking tot dividenden die aan een Belgische vennootschap worden betaald door een vennootschap die inwoner is van India en die in India mogen worden belast, wordt het DBI stelsel toegepast op de voorwaarden en binnen de grenzen die in het interne recht zijn bepaald (art. 23, § 3, (c)).
3° De vergoedingen voor technische bijstand die zijn verkregen door een inwoner van België en die in India werden belast, zijn onderworpen aan de bepalingen van het interne recht met betrekking tot beroepsinkomsten die in het buitenland werden behaald en belast, dat wil zeggen dat zij een vermindering tot de helft van de personenbelasting of een vermindering tot een vierde van de vennootschapsbelasting genieten (art. 156, 2° en 217 WIB 1992).
4° "Tax sparing"-clausule (art. 23, § 3, (e)) : België verleent het FBB-voordeel indien de Indiase belasting die normaal verschuldigd is op interest of royalty's uit Indiase bronnen, niet werd geheven ten gevolge van een vermindering bij het bepalen van het belastbare inkomen of van een belastingvrijstelling of -vermindering die is verleend krachtens de volgende bepalingen van de Indiase wetgeving die tot doel hebben de economische ontwikkeling van India te bevorderen : secties 10 (4), 10 (4B), 10 (15) (iv) en 80 L van de Indiase wet van 1961 met betrekking tot de inkomstenbelasting (43 van 1961).
Deze regel is eveneens van toepassing - gedurende een beperkte periode die door beide overeenkomstsluitende Staten in onderlinge overeenstemming moet worden bepaald - op elke soortgelijke bepaling van de lndiase wetgeving die na de inwerkingtreding van de Overeenkomst zou worden ingevoerd en die, volgens de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten, de economische ontwikkeling van India dient. In voorkomend geval zullen bijkomende instructies worden meegedeeld.
Indien nodig zal men zich voor de toepassing van deze bepaling wenden tot het Hoofdbestuur der Directe Belastingen (Directie I/3), door middel van een uitvoerig verslag dat per hiërarchische weg wordt verstuurd.
SAMENVATTENDE TABELLEN
Deze tabellen geven slechts een overzicht van de regels die van toepassing zijn op de verschillende categorieën van inkomsten. Bij het onderzoek van elk toepassingsgeval is het noodzakelijk de desbetreffende verdragsbepalingen te raadplegen.
1. BELASTINGSTELSEL VOOR INKOMSTEN DIE AFKOMSTIG ZIJN UIT INDIA EN DIE WORDEN VERKREGEN DOOR INWONERS VAN BELGIE
+
-----------------------------------------------------------------------+
¦Artikels¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van de ¦ Aard van de inkomsten ¦ In India ¦ In
België ¦ ¦overeen-¦ ¦ ¦ (art. 23, § 3)¦ ¦ komst ¦ ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 6 ¦Inkomsten uit onroerende ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦
¦goederen gelegen in India ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 7 ¦Ondernemingswinst die kan ¦ ¦ ¦ ¦ ¦worden toegerekend
aan: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- een in India gelegen vaste ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting; ¦
¦ ¦ ¦ ¦- de verkoop in India van ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦
goederen van dezelfde aard ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ als die welke door
de vaste ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting worden verkocht; ¦ ¦ ¦ ¦
¦- andere handelsverrichtingen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van dezelfde aard als die
¦ ¦ ¦ ¦ ¦ welke door de vaste ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting worden
uitgevoerd ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 8 ¦Winst uit de exploitatie van ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦
¦ ¦schepen en luchtvaartuigen in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦internationaal
verkeer ¦ ¦interne recht ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 10¦Dividenden betaald door een ¦Bronheffing ¦Belastbaar ¦ ¦
¦Indiase vennootschap aan een ¦beperkt tot ¦volgens het ¦ ¦
¦Belgische inwoner (natuurlijke ¦15 % van het ¦interne recht ¦ ¦
¦persoon of vennootschap) ¦brutobedrag ¦en het DBI- ¦ ¦ ¦ ¦
¦stelsel voor ¦ ¦ ¦ ¦ ¦vennootschappen¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 11¦Interest uit Indiase bronnen ¦Bronheffing ¦Belastbaar en
¦ ¦ ¦(algemene regel) ¦beperkt tot ¦toekenning van ¦ ¦ ¦ ¦15 % van
het ¦het FBB volgens¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag ¦het interne ¦ ¦ ¦ ¦ ¦recht
¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Interest uit Indiase bronnen ¦Bronheffing ¦Belastbaar en ¦ ¦
¦betaald xxxxxxx van een lening ¦beperkt tot ¦toekenning van ¦ ¦
¦die is toegestaan door een bank¦10 % van het ¦het FBB volgens¦ ¦ ¦
¦brutobedrag ¦het interne ¦ ¦ ¦ ¦ ¦recht ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Interest die van belasting is ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦vrijgesteld krachtens secties ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦10 (4), 10 (4B),
10 (15)(iv) en¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦80 L van de Indiase wet nr. 43
¦ ¦en toekenning ¦ ¦ ¦van 1961 ¦ ¦van het FBB ¦ ¦ ¦ ¦ ¦berekend op
¦ ¦ ¦ ¦ ¦basis van het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belastingtarief¦ ¦ ¦ ¦ ¦dat had
moeten ¦ ¦ ¦ ¦ ¦worden geheven ¦ ¦ ¦ ¦ ¦(max. 10 %) ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 12¦Royalty's uit Indiase bronnen ¦Bronheffing
¦Belastbaar en ¦ ¦ ¦ ¦beperkt tot ¦toekenning van ¦ ¦ ¦ ¦20 % van
het ¦het FBB volgens¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag ¦het interne ¦ ¦ ¦ ¦ ¦recht
¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Xxxxxxx'x die van belasting ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦zijn vrijgesteld krachtens ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦secties 10 (4), 10
(4B), 10 ¦ ¦interne recht: ¦ ¦ ¦(15)(iv) en 80 L van de Indiase¦
¦vermindering ¦ ¦ ¦wet nr. 43 van 1961 ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting
tot ¦ ¦ ¦ ¦ ¦de helft (PB) ¦ ¦ ¦ ¦ ¦of tot een ¦ ¦ ¦ ¦ ¦vierde
(Ven.B) ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 13¦Meerwaarden verwezenlijkt op: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- onroerende
goederen gelegen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ in India ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- aandelen in het
kapitaal van ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ een vennootschap waarvan het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦
vermogen hoofdzakelijk ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ bestaat uit in India gelegen ¦ ¦ ¦
¦ ¦ onroerende goederen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- roerende goederen die deel
¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦ uitmaken van een vaste ¦volgens
het ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting of een vaste basis¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦
gelegen in India ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- een vaste inrichting of een ¦ ¦ ¦ ¦ ¦
vaste basis gelegen in India ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- aandelen die een deelneming
¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van >= 10 % vertegenwoordigen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ in het kapitaal
van een ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ vennootschap die inwoner is ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van India ¦
¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Meerwaarden die in India zijn ¦ ¦ ¦ ¦ ¦verwezenlijkt op: ¦ ¦ ¦ ¦
¦- schepen en luchtvaartuigen ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ die
door een Belgische ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦ onderneming in interna- ¦
¦interne recht ¦ ¦ ¦ tionaal verkeer worden ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ geëxploiteerd
¦ ¦ ¦ ¦ ¦- alle andere goederen ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 14¦Baten uit zelfstandige beroepen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- die
aan een in India gelegen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ vaste basis kunnen worden ¦ ¦ ¦
¦ ¦ toegerekend ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦- behaald terzake
van ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ werkzaamheden die in India ¦interne recht
¦ ¦ ¦ ¦ werden uitgeoefend tijdens ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ een verblijf van >=
183 dagen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ gedurende het belastbaar ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ tijdperk ¦ ¦
¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 15¦Privé-salarissen die betrekking¦Belastbaar
¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦hebben op een dienstbetrekking ¦volgens het ¦
¦ ¦ ¦uitgeoefend in India (algemene ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦regel) ¦
¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Privé-salarissen die betrekking¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦hebben op een dienstbetrekking ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦uitgeoefend in
India tijdens ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦een verblijf van <= 183
dagen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en die niet door een Indiase ¦ ¦ ¦ ¦ ¦werkgever
worden betaald of in ¦ ¦ ¦ ¦ ¦mindering komen van de ¦ ¦ ¦ ¦
¦belastbare winst of inkomsten ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van een in India gelegen
vaste ¦ ¦ ¦ ¦ ¦inrichting of vaste basis ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Privé-salarissen met betrekking¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦
¦tot een dienstbetrekking ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦uitgeoefend aan boord
van een ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦schip of luchtvaartuig dat door¦ ¦ ¦
¦ ¦een Indiase onderneming wordt ¦ ¦ ¦ ¦ ¦geëxploiteerd ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 16¦Tantièmes van bestuurders (en ¦Belastbaar
¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦personen die soortgelijke ¦volgens het ¦ ¦ ¦
¦functies uitoefenen) van ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦Indiase
vennootschappen ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Beloningen die bedrijfsleiders ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van Indiase
vennootschappen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ontvangen voor werkzaamheden ¦ ¦ ¦ ¦
¦uitgeoefend: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- in België ¦Vrijstelling
¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦
¦ ¦- in India ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦
¦ ¦interne recht ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 17¦Inkomsten uit werkzaamheden ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦
¦ ¦uitgeoefend in India door ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦artiesten en
sportbeoefenaars ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦(algemene regel) ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Inkomsten van artiesten en ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦sportbeoefenaars voor werk- ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦zaamheden
uitgeoefend in India,¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦maar bekostigd door de ¦
¦ ¦ ¦ ¦Belgische overheid ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 18¦Particuliere persioenen en ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦
¦ ¦lijfrenten betaald ingevolge ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦een algemene
regeling die deel ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦uitmaakt van het Indiase ¦
¦ ¦ ¦ ¦sociaal zekerheidsstelsel ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Andere particuliere pensioenen ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦en
lijfrenten uit Indiase ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦bronnen ¦ ¦interne recht
¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 19¦Overheidsbeloningen betaald ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦door de Indiase Staat aan een ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦inwoner van
België die geen ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦inwoner van België geworden
is ¦ ¦ ¦ ¦ ¦met als enige doel diensten te ¦ ¦ ¦ ¦ ¦verlenen of die
de Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦nationaliteit heeft ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidsbeloningen betaald ¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦door
de Indiase Staat aan een ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦inwoner van België die
de ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦Belgische nationaliteit niet ¦ ¦ ¦ ¦
¦bezit en die inwoner geworden ¦ ¦ ¦ ¦ ¦is van België met als enige
¦ ¦ ¦ ¦ ¦doel diensten te verlenen ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidspensioenen uit Indiase¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦bronnen betaald aan een inwoner¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦van België die
de Belgische ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦nationaliteit bezit ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidspensioenen uit Indiase¦Belastbaar ¦Vrijstelling(1)¦ ¦
¦bronnen betaald aan een inwoner¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦van België die
de Belgishe ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦nationaliteit niet bezit ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 20¦Beloningen van leraren en ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦onderzoekers die tijdelijk in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦India verblijven
(max. 24 ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦maanden) ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 21¦Bedragen verkregen door ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦studenten die in India ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦verblijven (met
inbegrip van ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦beloningen <= 100.000 F per ¦
¦ ¦ ¦ ¦jaar) ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Beloningen (<= 120.000 F) die ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦voor een beroep of bedrijf in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦opleiding zijnde
personen die ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦max. 1 jaar in India verblijven¦
¦ ¦ ¦ ¦ontvangen van hun werkgever ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 22¦Andere inkomsten uit Indiase ¦Belastbaar
¦Vrijstelling(1)¦ ¦ ¦bronnen ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦
¦
+-----------------------------------------------------------------------+
(1) Vrijstelling met progressievoorbehoud (cf. artikel 155, WIB
92).
2. BELASTINGSTELSEL VOOR INKOMSTEN DIE AFKOMSTIG ZIJN UIT BELGIE EN DIE WORDEN VERKREGEN DOOR INWONERS VAN INDIA
+
-----------------------------------------------------------------------+
¦Artikels¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van de ¦ Aard van de inkomsten ¦ In België ¦ In
India ¦ ¦overeen-¦ ¦ ¦ (art. 23, § 2)¦ ¦ komst ¦ ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 6 ¦Inkomsten uit onroerende ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦
¦goederen gelegen in België ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦
¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦v/d
Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 7 ¦Ondernemingswinst die kan ¦ ¦ ¦ ¦ ¦worden toegerekend
aan: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- een in België gelegen vaste ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting; ¦
¦ ¦ ¦ ¦- de verkoop in België van ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦
goederen van dezelfde aard ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦ als die
welke door de vaste ¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦ inrichting
worden verkocht; ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦- andere
handelsverrichtingen ¦ ¦v/d Belgische ¦ ¦ ¦ van dezelfde aard als
die ¦ ¦belasting ¦ ¦ ¦ welke door de vaste ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ inrichting
worden uitgevoerd ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 8 ¦Winst uit de exploitatie van ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦
¦ ¦schepen en luchtvaartuigen in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦internationaal
verkeer ¦ ¦interne recht ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 10¦Dividenden betaald door een ¦RV beperkt tot¦Belastbaar ¦
¦ ¦Belgische vennootschap aan een ¦15 % van het ¦volgens het ¦ ¦
¦inwoner van India (natuurlijke ¦brutobedrag ¦interne recht ¦ ¦
¦persoon of vennootschap) ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de in ¦ ¦
¦ ¦ ¦België ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ingehouden RV ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 11¦Interest uit Belgische bronnen ¦RV beperkt tot¦ ¦ ¦
¦(algemene regel) ¦15 % van het ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag
¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en verrekening ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦van de in ¦ ¦
¦Interest uit Indiase bronnen ¦Bronheffing ¦België ¦ ¦ ¦betaald
terzake van een lening ¦beperkt tot ¦ingehouden RV ¦ ¦ ¦die is
toegestaan door een bank¦10 % van het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 12¦Royalty's uit Belgische bronnen¦RV of BV ¦Belastbaar
¦ ¦ ¦ ¦beperkt tot ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦20 % van het ¦interne recht
¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de in ¦ ¦ ¦ ¦
¦België ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ingehouden ¦ ¦ ¦ ¦ ¦voorheffing ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Vergoedingen voor technische ¦BNI/Ven. of ¦Belastbaar ¦ ¦
¦bijstand ¦BNI/Nat.Pers. ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦beperkt tot ¦interne
recht ¦ ¦ ¦ ¦20 % van het ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦brutobedrag ¦van
de ¦ ¦ ¦ ¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 13¦Meerwaarden verwezenlijkt op: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- onroerende
goederen gelegen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ in België ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- aandelen in het
kapitaal van ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ een vennootschap waarvan het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦
vermogen hoofdzakelijk ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ bestaat uit in België gelegen¦ ¦ ¦
¦ ¦ onroerende goederen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- roerende goederen die deel
¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ uitmaken van een vaste ¦volgens het
¦volgens het ¦ ¦ ¦ inrichting of een vaste basis¦interne recht
¦interne recht ¦ ¦ ¦ gelegen in België ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦- een
vaste inrichting of een ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ vaste basis gelegen in
België¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦- aandelen die een deelneming ¦ ¦belasting
¦ ¦ ¦ van >= 10 % vertegenwoordigen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ in het kapitaal van
een ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ vennootschap die inwoner is ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ van België ¦ ¦
¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Meerwaarden die in België zijn ¦ ¦ ¦ ¦ ¦verwezenlijkt op: ¦ ¦ ¦ ¦
¦- schepen en luchtvaartuigen ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ die
door een Belgische ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦ onderneming in interna- ¦
¦interne recht ¦ ¦ ¦ tionaal verkeer worden ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ geëxploiteerd
¦ ¦ ¦ ¦ ¦- alle andere goederen ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 14¦Baten uit zelfstandige beroepen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- die
aan een in België gelegen¦ ¦ ¦ ¦ ¦ vaste basis kunnen worden ¦ ¦ ¦
¦ ¦ toegerekend ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦- behaald terzake van
¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦ werkzaamheden die in België
¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦ werden uitgeoefend tijdens ¦
¦en verrekening ¦ ¦ ¦ een verblijf van >= 183 dagen¦ ¦van de ¦ ¦
¦ gedurende het belastbaar ¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦ tijdperk ¦ ¦belasting
¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 15¦Privé-salarissen die betrekking¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦
¦ ¦hebben op een dienstbetrekking ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦
¦uitgeoefend in België (algemene¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦
¦regel) ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦
¦ ¦belasting ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Privé-salarissen die betrekking¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦hebben op een dienstbetrekking ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦uitgeoefend in
België tijdens ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦een verblijf van <= 183
dagen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en die niet door een Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦werkgever
worden betaald of in ¦ ¦ ¦ ¦ ¦mindering komen van de ¦ ¦ ¦ ¦
¦belastbare winst of inkomsten ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van een in België gelegen
vaste¦ ¦ ¦ ¦ ¦inrichting of vaste basis ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Privé-salarissen met betrekking¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦tot
een dienstbetrekking ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦uitgeoefend aan
boord van een ¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦schip of
luchtvaartuig dat door¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦een Belgische
onderneming wordt¦ ¦van de ¦ ¦ ¦geëxploiteerd ¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦ ¦
¦belasting ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 16¦Tantièmes van bestuurders (en ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦
¦personen die soortgelijke ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦functies
uitoefenen) van ¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦Belgische
vennootschappen ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦
¦Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Beloningen die bedrijfsleiders ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van Indiase
vennootschappen ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ontvangen voor werkzaamheden ¦ ¦ ¦ ¦
¦uitgeoefend: ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦- in India ¦Vrijstelling
¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦ ¦
¦ ¦- in België ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦ ¦volgens het ¦volgens
het ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en verrekening ¦ ¦
¦ ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦ ¦Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 17¦Inkomsten uit werkzaamheden ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦ ¦
¦uitgeoefend in België door ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦
¦artiesten en sportbeoefenaars ¦interne recht ¦interne recht ¦ ¦
¦(algemene regel) ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦
¦Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Inkomsten van artiesten en ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦sportbeoefenaars voor werk- ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦zaamheden
uitgeoefend in België¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦maar bekostigd door de ¦
¦ ¦ ¦ ¦Indiase overheid ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 18¦Particuliere persioenen en ¦Belastbaar ¦Belasting- ¦ ¦
¦lijfrenten betaald ingevolge ¦volgens het ¦krediet(1) ¦ ¦ ¦een
algemene regeling die deel ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦uitmaakt van het
Belgische ¦ ¦ ¦ ¦ ¦sociaal zekerheidsstelsel ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Andere particuliere pensioenen ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦en
lijfrenten uit Belgische ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦bronnen ¦ ¦interne
recht ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 19¦Overheidsbeloningen betaald ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦door de Belgische Staat aan een¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦inwoner van
India die geen ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦inwoner van India geworden is
¦ ¦ ¦ ¦ ¦met als enige doel diensten te ¦ ¦ ¦ ¦ ¦verlenen of die de
Indiase ¦ ¦ ¦ ¦ ¦nationaliteit heeft ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidsbeloningen betaald ¦Belastbaar ¦Belasting- ¦ ¦ ¦door de
Belgische Staat aan een¦volgens het ¦krediet(1) ¦ ¦ ¦inwoner van
India die de ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦Indiase nationaliteit niet ¦ ¦ ¦
¦ ¦bezit en die inwoner geworden ¦ ¦ ¦ ¦ ¦is van India met als
enige ¦ ¦ ¦ ¦ ¦doel diensten te verlenen ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidspensioenen uit ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦ ¦Belgische
bronnen betaald aan ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦een inwoner van India die
de ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦Indiase nationaliteit bezit ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Overheidspensioenen uit ¦Belastbaar ¦Belasting- ¦ ¦ ¦Belgische
bronnen betaald aan ¦volgens het ¦krediet(1) ¦ ¦ ¦een inwoner van
India die de ¦interne recht ¦ ¦ ¦ ¦Indiase nationaliteit niet ¦ ¦ ¦
¦ ¦bezit ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 20¦Beloningen van leraren en ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦onderzoekers die tijdelijk in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦België
verblijven (max. 24 ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦maanden) ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 21¦Bedragen verkregen door ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦studenten die in België ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦verblijven (met
inbegrip van ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦beloningen <= 100.000 F per ¦
¦ ¦ ¦ ¦jaar) ¦ ¦ ¦ ¦
¦-------------------------------¦--------------¦---------------¦ ¦
¦Beloningen (<= 120.000 F) die ¦Vrijstelling ¦Belastbaar ¦ ¦
¦voor een beroep of bedrijf in ¦ ¦volgens het ¦ ¦ ¦opleiding zijnde
personen die ¦ ¦interne recht ¦ ¦ ¦max. 1 jaar in België ¦ ¦ ¦ ¦
¦verblijven, ontvangen van hun ¦ ¦ ¦ ¦ ¦werkgever ¦ ¦ ¦
¦--------+-------------------------------+--------------+---------------¦
¦ Art. 22¦Andere inkomsten uit Belgische ¦Belastbaar ¦Belastbaar ¦
¦ ¦bronnen ¦volgens het ¦volgens het ¦ ¦ ¦ ¦interne recht ¦interne
recht ¦ ¦ ¦ ¦ ¦en verrekening ¦ ¦ ¦ ¦ ¦van de ¦ ¦ ¦ ¦ ¦Belgische ¦
¦ ¦ ¦ ¦belasting ¦
+-----------------------------------------------------------------------+
(1) India neemt deze inkomsten op in de belastbare grondslag en
vermindert zijn belasting met het deel van die belasting dat
overeenstemt met de in België ontvangen inkomsten.
De
Adjunct-administrateur-generaal
van de belastingen
J.-X. XXXXXXXX