Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland
Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland
Partijen
1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. X.X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen: BZK;
3. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. dris. X.X. xxx Xxxxxxxxxxx, hierna te noemen OCW;
Partijen genoemd onder [1 tot en met 3] ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna gezamenlijk te noemen: "Het Rijk";
4. De provincie Drenthe, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de H. G. Jumelet, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van … 2019, hierna te noemen: de Provincie Drenthe;
5. De provincie Fryslân, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de X.X. Xxxxxx, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van … 2019, hierna te noemen: de Provincie Fryslân;
6. De provincie Groningen, dan wel voor zover het bestuursbevoegdheden betreft, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde, de xxxx X. Xxxxxxxxxx, en als zodanig handelend ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van … 2019, hierna te noemen: de Provincie Groningen;
Partijen genoemd onder [4 tot en met 6] hierna gezamenlijk te noemen: "Provincies"; Alle Partijen hierna allen tezamen te noemen: Partijen.
Algemene overwegingen
1. Het kabinet Xxxxx XXX erkent dat elke regio uniek is. Regio’s hebben verschillende kenmerken waardoor elke regio behoefte heeft aan een eigen aanpak en afweging bij het aanpakken van de regionale opgave. De verschillende krachten en uitdagingen die specifiek zijn voor een regio vormen de basis voor een regionale opgave om de brede welvaart, leefbaarheid en economische kracht te bevorderen.
2. De regionale opgave heeft een meervoudig karakter en vergt een integrale aanpak op de verschillende onderdelen van die opgave. Doel is om door verschillende beleidskolommen heen te werken. Verder heeft de regionale opgave een gebiedsoverstijgende impact waarvoor inzet op rijksniveau nodig is maar die ook zorgt voor een vliegwieleffect.
3. Regio Deals hebben tot doel om de regionale opgave aan te pakken. Hierbij wordt samen gewerkt tussen vakdepartementen, decentrale overheden, het bedrijfsleven,
kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Voor de aanpak van deze regionale opgaven stelt het kabinet middelen beschikbaar uit de Regio Envelop.
4. Deze integrale en gezamenlijke aanpak met bijbehorende afspraken over de financiering is het onderscheidende karakter van de Regio Deals ten opzichte van reguliere beleidsinstrumenten.
5. Met de Regio Deal gaan Rijk en Provincies een duurzaam partnerschap aan om de opgave die in de regio speelt gezamenlijk aan te pakken. Het ondertekenen van de Regio Deal is daarbij niet het einde, maar slechts het begin van de samenwerking.
6. Regio Deals gaan om meer dan alleen de inzet van financiële middelen. Zij kenmerken zich ook door een sterke, continue inzet van alle betrokkenen, creëren nieuwe samenwerkingsvormen en niet-financiële ondersteuning om de in de regionale opgave gestelde ambities en doelen te bereiken.
7. Regio Deals leveren daarmee een bijdrage aan welvaart in brede zin.
8. Met deze Regio Deal geven Partijen commitment aan een nieuwe manier van samenwerken. De Regio Deal is een ‘coproductie’ met bestuurlijke partners, waarbij het primair gaat om het samen oplossen van regionale vraagstukken. In dit samenwerkingsverband zullen Partijen wederzijdse afspraken maken over de aanpak van de regionale opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk bewaken van de voortgang. Partijen hebben de intentie om op reguliere basis samen te komen om de aanpak, bekostiging en voortgang te bespreken.
9. De in de Regio Deal gemaakte wederzijdse afspraken over ambitie, doelen, beoogde resultaten en inzet en aanpak zijn op initiatief van de Regio en in gezamenlijk overleg tussen Rijk en Regio tot stand gekomen en hebben niet als doel eenzijdig vanuit het Rijk voorwaarden te stellen en (financiële) consequenties te verbinden aan de uitkomsten.
10. De middelen uit de Regio Envelop worden beschikbaar gesteld als een decentralisatie- uitkering. De Financiële-verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan een openbaar lichaam dat aldus zelf de inzet bepaalt van de verkregen middelen.
Specifieke overwegingen
De huidige manier van voedsel produceren zet ruimtelijk-economisch en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zoals landschappelijke kwaliteiten, de biodiversiteit en het voortbestaan van boeren onder druk. De transitie van de landbouw die daarom nodig is, is een complexe en brede maatschappelijke opgave die de organisatorische grenzen en bestuurlijk-juridische mogelijkheden van afzonderlijke provincies, gemeenten, waterschappen, departementen en andere stakeholders overstijgt. Daarom is een gecombineerde aanpak en lange-termijn inzet noodzakelijk.
De landbouw staat in Nederland voor een transitie. De dominante werkwijze van voortdurende verlaging van de kostprijs van producten heeft een grens bereikt. De zorg voor natuur, landschap, bodem, water en de aantrekkelijkheid van agrarisch ondernemerschap is daardoor onder druk komen te staan.
De biodiversiteit gaat in een steeds hoger tempo achteruit, onder meer in agrarische gebieden. Het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity (IPBES) luidde in mei 2019 om die reden de noodklok met een oproep om ingrijpende veranderingen in gang te zetten om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen1.
1 xxxxx://xxx.xxxxx.xxx/xxxx/Xxxxx-Xxxxxxx-Xxxxxx-Xxxxxxxxxx Nature’s Dangereous Decline ‘Unprecedented’ Species Extinction Rates Accelerating
De landbouw is van oudsher een belangrijke onderlegger voor brede welvaart op het platteland van Noord-Nederland, en een beeldbepalende sector in deze regio. De benodigde transitie heeft dan ook grote impact op dit gebied en raakt niet alleen aan een sector, maar ook aan vraagstukken zoals krimp, werkgelegenheid en een vitaal platteland. De Wageningen Universiteit & Research (WUR) bracht in 2017 de Noord-Nederlandse Agrosector en Agrocluster in beeld. Daaruit volgt het volgende beeld:
- De sector is van wezenlijk belang voor de regionale economie, zowel wat omzet als werkgelegenheid betreft.
- Door de grote mate van grondgebondenheid van de primaire landbouw in Noord-Nederland, heeft de sector een grote invloed op de kwaliteit van natuur en landschap en daarmee op de vitaliteit en leefbaarheid van de woon- en werkomgeving en de toeristische aantrekkingskracht.
- Belangrijke factoren voor de kracht van de landbouw in Noord-Nederland zijn de sterke, innovatieve agro-productieketens onder andere op gebied van melk, pootgoed, aardappelzetmeel, suiker, de sterke drive van agrarische ondernemers om te innoveren en te verduurzamen, de aanwezigheid van toonaangevende onderwijs- en onderzoeksinstellingen zoals Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Van Hall Larenstein, WUR, Nordwin College en Terra, het grote aandeel grondgebonden landbouwtakken (met name akkerbouw en melkvee) en de dwarsverbanden met andere sectoren zoals chemie, zorg en toerisme.
- De krachtige landbouwsector in het noorden kent ook kwetsbaarheden. Zo verschillen de bedrijven onderling sterk als het gaat om hun gemiddelde bedrijfseconomische robuustheid. De melkveebedrijven zijn ook nog eens minder robuust dan de akkerbouwbedrijven. De vergrijzing onder boeren speelt een rol, net als afnemende bedrijfsopvolging en dus continuïteit van de bedrijven.
- Noord-Nederland is bij uitstek een gebied waar regionale natuurinclusieve kringlopen vorm kunnen krijgen. Dat heeft te maken met de aanwezigheid van melkveehouderij en akkerbouw, met de lagere veedichtheid (veel minder intensieve veehouderij dan in Oost- en Zuid-Nederland) en met de grote interesse in Noord-Nederland bij ondernemers om een bijdrage te leveren aan landschap en natuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de grote deelname aan natuur- en Landschapsbeheer. Tenslotte kent Noord-Nederland veel al lang bestaande samenwerkingsverbanden in gebieden variërend van Boermarkes in Drenthe tot agrarische natuurverenigingen in Fryslân en Groningen.
Richtinggevend in de regio is het onlangs gepubliceerde Kwaliteitsbeeld 2030: Op Weg naar Top Voedsel in een Rijk Landschap van de AgroAgenda Noord-Nederland (een samenwerkingsverband van overheden, LTO-Noord, kennisinstellingen, agrobedrijven en maatschappelijke instellingen). Deze ambitie, die naadloos aansluit bij de LNV-visie, verbindt vitale bedrijven aan vitale natuur, vitale ketens en een vitaal platteland.
De 3 noordelijke provincies geven met verschillende programma’s en beleidslijnen zelf ook vorm aan een ‘andere’ landbouw. Provincie Drenthe kent het programma Toekomstgerichte landbouw en de Ontwikkelagenda Melkveehouderij, Fryslân heeft een Living Lab Natuurinclusieve landbouw en de provincie Groningen een meerjarig programma Duurzame Landbouw. Met de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland willen zij deze inspanningen een extra impuls geven. Xxxx van het voorstel is de gebiedsgerichte aanpak die ertoe leidt dat meer boeren straks een handelingsperspectief hebben om meer met de natuur te boeren. De gebiedsgerichte aanpak
versterkt een ontwikkeling die nu vooral ‘van onderop’ op kleine schaal vorm krijgt; het samen en in
samenhang zorgen voor bijvoorbeeld betere bodemkwaliteit, het behouden of herstellen van
landschappen, het vergroten van het aantal weidevogels, het verbeteren van de waterkwaliteit, het op peil houden van het inkomen, etc.
Met haar visie voor 2030 geeft LNV richting aan de verandering die nodig is, ook in Noord- Nederland. Daarbij komen afspraken uit het ontwerp-Klimaatakkoord die eisen stellen aan de uitstoot van broeikasgassen door de agrarische sector. Tot slot zal het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in 2022 zijn omgevormd naar een landbouwbeleid dat prestaties vraagt op natuur, landschap en vitaal platteland. Dit alles samen maken dat Xxxx en Regio elkaar als partners nodig hebben. Immers de data en ervaringen uit de Regio Deal in Noord-Nederland zijn bruikbaar voor de rest van Nederland en voor het bijstellen van visies en beleid. De samenwerking kan volop benut worden door LNV om input op te halen voor het nieuwe GLB en kennisuitwisseling te organiseren. Het Rijk is voor de regio onmisbaar vanwege de ambitie om knellende wet- en regelgeving voor kringlooplandbouw/natuurinclusieve landbouw te inventariseren en waar mogelijk aan te passen.
Het doel van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland is om met een gebiedsgerichte aanpak een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw te ontwikkelen, te toetsen en toepasbaar te maken op basis van ecologische en landbouwkundige kennis, en kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen.
Dit vraagt om een andere, gebiedsgerichte benadering waarbij geëxperimenteerd wordt met nieuwe werkwijzen, methoden en technieken. Vanuit de sector zijn er diverse ideeën en initiatieven om hier stappen in te zetten. De gezamenlijke overheden willen hierbij actief faciliteren, koplopers ruimte geven, knelpunten inventariseren en met alle relevante betrokkenen gezamenlijk toewerken naar een financieel gezond en duurzaam perspectief voor natuurinclusieve landbouw.
In 8 gebieden die sterk van elkaar verschillen wordt samen met de stakeholders een gezamenlijk streefbeeld voor 2030 opgesteld, met een bijbehorend actieplan dat optimaal is ingericht om handelingsperspectief voor de grondgebruikers te bieden, kennis te ontwikkelen en te delen en dit alles met het aanwezige netwerk van overheden, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties vorm te geven en door te ontwikkelen.
In deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland hebben Partijen de ambitie om met elkaar nieuwe wegen te verkennen om rendabele voedselproductie, biodiversiteitswinst en een aantrekkelijke leefomgeving hand in hand te laten gaan. Dat betekent ook dat Partijen met relevante betrokkenen samen willen ontdekken wat er daarbij kan en wat er niet kan. LNV heeft in haar Realisatieplan Visie LNV (kamerstuk 35000 - XIV, nr. 76) aangegeven in specifieke gebieden en situaties experimenteerruimte te willen bieden om tegemoet te kunnen komen aan de vragen die leven over toepassing van kringlooplandbouw, onder meer voor een of enkele specifieke projecten in Noord-Nederland.
Noord-Nederland wordt daarmee een proeftuin waar een structurele verandering zichtbaar wordt, die anticipeert op het nieuwe Europese landbouwbeleid, die een inspiratie en kennisbron wordt op landelijk en mogelijk internationaal niveau. In de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland staan de gebieden centraal. Om de gewenste variatie te bereiken – en zodoende veel te kunnen leren – hebben de Provincies de volgende gebieden gekozen:
1. De Veenkoloniën (Groningen/Drenthe)
2. Westerwolde (Groningen)
3. Oldambt (Groningen)
4. Noordelijke kleischil (Groningen/Fryslân)
5. Veenweidegebied (Fryslân)
6. Kleiweidegebied (Fryslân)
7. Schiermonnikoog (Fryslân)
8. Drents Plateau (Drenthe)
Met dit doel en de keuze voor deze gebieden worden ook de drie pijlers zichtbaar waarbinnen maatregelen concreet vorm krijgen: 1) Gebiedsgerichte aanpak van natuurinclusieve landbouw, 2) Ontwikkelen instrumentarium natuurinclusieve landbouw en 3) Netwerk en communicatie
1. Ambitie, doel en beoogde resultaten Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw
Artikel 1 - Definities
Partijen verstaan in deze Regio Deal het volgende onder natuurinclusieve landbouw: een vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig
eco- en voedselsysteem dat optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving
en integreert die in de bedrijfsvoering. Daarnaast draagt natuurinclusieve landbouw actief bij aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving, met een positief effect op de biodiversiteit2.
Artikel 2 – Ambitie
Partijen willen de transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw versnellen en willen een schaalsprong maken, om zo in 2030 een sterke landbouw te realiseren die topvoedsel produceert, geworteld is in de samenleving en bijdraagt aan een rijke leefomgeving.
Hiervoor is het nodig dat de overheden de verschillende grondgebruikers (boeren, landschap- en natuurbeheerders) samen laten werken, handelingsperspectief bieden voor een andere manier van boeren, zodanig dat het inkomen op peil blijft en dus jonge boeren een kans houden een bedrijf over te nemen of te starten.
Artikel 3 - Doelen
In de periode tot en met 2023 werken Partijen in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland via een integrale en (provinciegrensoverschrijdende) gebiedsgerichte aanpak aan de volgende doelen:
Pijler 1 Gebiedsgerichte aanpak natuurinclusieve landbouw
Doel van de gebiedsgerichte aanpak is om elke grondgebruiker in de 8 verschillende gebieden in Noord-Nederland, een handelingsperspectief te bieden om invulling te geven aan natuurinclusieve landbouw die past in de gebiedsspecifieke situatie.
Pijler 2 Ontwikkelen instrumentarium natuurinclusieve landbouw
Het doel is om grondgebruikers ook in andere dan de gekozen 8 gebieden instrumenten, voorbeelden en handvatten te bieden om tot natuurinclusieve landbouw te komen. Veel van het bestaande instrumentarium (kennis, regelgeving, subsidie) is gericht op bedrijfsniveau en het produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Het nieuwe instrumentarium moet gericht zijn op het creëren van toegevoegde waarde voor ondernemers, de samenleving en voor de markten (landbouwproducten en diensten zoals landschaps- en natuurbeheer, schoon water). De inspanningen zijn aanvullend (en dus gebiedsoverstijgend) op de kennisontwikkeling – en deling die in de eerste pijler vorm krijgen.
2 Definitie uit: Maatregelen voor Natuurinclusieve Landbouw, Xxxxx Xxxx Instituut & WUR, juni 2017.
Pijler 3 Netwerk en communicatie
Een transitie vraagt om een brede beweging in het hele gebied, zeker in Noord-Nederland waar zoals gezegd de landbouw heel bepalend is voor de leefomgeving (economie, samenleving). Het hoofddoel van deze pijler is om het huidige netwerk in de regio dat aan de lat staat voor de veel grotere (en langer dan de deal durende) transitie te benutten, te betrekken, te faciliteren én te versterken. Dat gebeurt onder meer door de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland te verbinden met de Agro Agenda Noord-Nederland. Hierdoor wordt het eigenaarschap verbreed naar landbouworganisaties, ketenpartijen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden. Zo kan worden geborgd dat ook na deze Regio Deal die samenwerkingspartners samen vorm blijven geven aan de benodigde transitie. Daarnaast kan deze Regio Deal inspirerend, faciliterend en daarmee aanjagend zijn voor anderen die ook stappen willen zetten in de transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw.
Artikel 4 – Beoogde resultaten
Pijler 1: Gebiedsgerichte aanpak natuurinclusieve landbouw
In de 8 verschillende gebieden in Noord-Nederland zijn gebiedsgerichte aanpakken voor natuurinclusieve landbouw gerealiseerd. Hoofddoel van deze pijler is het ontwikkelen, toetsen en toepasbaar maken van een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw op basis van ecologische en landbouwkundige kennis, en kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen. Om de gewenste variatie te bereiken – en zodoende veel te kunnen leren – hebben de Provincies de volgende gebieden gekozen:
1. De Veenkoloniën (Groningen/Drenthe)
2. Westerwolde (Groningen)
3. Oldambt (Groningen)
4. Noordelijke kleischil (Groningen/Fryslân)
5. Veenweidegebied (Fryslân)
6. Kleiweidegebied (Fryslân)
7. Schiermonnikoog (Fryslân)
8. Drents Plateau (Drenthe)
Per gebied beogen Partijen in het gebied samen de volgende resultaten te behalen:
- Er is een gebiedstrekker/makelaar aangesteld die samen met de stakeholders in het gebied de gebiedsgerichte aanpak opstart en uitvoert.
- Er is met grondgebruikers in het gebied een streefbeeld (analyse en ambitie) opgesteld op basis waarvan een actieplan wordt gemaakt dat maatregelen en projecten bevat.
- Er zijn 7 projecten afgerond (niet in elk gebied mogelijk), die vooruitlopend op het actieplan per gebied, als inspiratie/stimulans en bron van nieuwe kennis dienen.
- Met het uitvoeren van het actieplan is een proeftuin ontstaan van maatregelen en projecten voor meer natuurinclusieve landbouw en voor onderlinge samenwerking tussen grondgebruikers.
- Er is een 0-meting en eindmeting uitgevoerd over de interesse van grondgebruikers in natuurinclusieve maatregelen, de mate waarin nu natuurinclusief wordt geboerd, de mate van samenwerking tussen de grondgebruikers en de betrokkenheid bij de eigen omgeving.
- Er is een evaluatie uitgevoerd naar de resultaten van de zeven vooruitlopende projecten.
- 0 meting en eindmonitoring van de effecten van het actieplan (indicatoren worden bepaald op basis van het opgestelde streefbeeld, en kunnen gaan over emissies, biodiversiteit, bodemkwaliteit, weidevogelstand, weidevogelmelk, samenwerkingsgraad, inkomen van de boer, waardering voor landbouw door omgeving, et cetera)
- Er zijn evaluaties gemaakt met aanbevelingen, lessons learned en een instrumenten-mix die toepasbaar en deelbaar zijn met vergelijkbare gebieden in Noord-Nederland en daarbuiten.
Pijler 2 Ontwikkelen instrumentarium natuurinclusieve landbouw
Er is nieuw instrumentarium ontwikkeld dat niet langer puur gericht is op bedrijfsniveau en op minimaliseren van de kosten maar op het creëren van toegevoegde waarde voor de samenleving en voor de markten (landbouwproducten en diensten zoals landschaps- en natuurbeheer, schoon water). Bestaande kennis wordt beter benut, nieuwe kennis is ontwikkeld en het beschikbaar stellen van deze kennis in beleid, instrumenten en fysieke ontmoetings- en inspiratieplekken is geborgd.
In deze pijler beogen Partijen de volgende resultaten te behalen:
- Er is een programmaleider/kenniscoördinator aangesteld die alle activiteiten binnen deze pijler coördineert en verantwoordelijk is voor de verbinding tussen de 8 gebieden.
- Er is een structurele samenwerking met onderwijs- en kennisinstellingen opgezet die bestaande kennis in de gebieden brengt, Leven Lang Ontwikkelen stimuleert, kennisvragen ophaalt en antwoorden teruglegt, kennisuitwisseling tussen de gebieden faciliteert (zowel over gebiedsprocessen als over concrete maatregelen). Voortgezet onderwijs (specifiek het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs), hoger beroepsonderwijs en universitair onderwijs werken hierbij nauw samen met bedrijfsleven en overheid.
- Er zijn minimaal 3 fysieke plekken die als ‘kristallisatiepunt’ voor kennis en praktijk dienen. Deze kristallisatiepunten bieden inspiratie en concrete praktijkvoorbeelden en vormen ontmoetingsplekken voor stakeholders.
- Het thema ‘Gebiedsbenadering’ is ingepast in het curriculum van het groene onderwijs in het Noorden.
- Er is een borgingssysteem op gebieds- en bedrijfsniveau voor geleverde prestaties van de getoetste maatregelen (o.a. biodiversiteitsmonitor, prestatiebeloning, grondinstrument). Deze systemen zijn getest in de praktijk en op hun potentie om als beleidsinstrument te functioneren.
- Er zijn een of meerdere uitrolbare methodiek(en) voor gebiedsbenadering van natuurinclusieve landbouw beschikbaar, waarin grondgebruikers, bewoners, ketenpartijen, overheden, kennisinstellingen en niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) samen optrekken.
- Er is een inventarisatie gereed van knellende wet- en regelgeving voor natuurinclusieve landbouw.
- Voor ten minste 5 voorbeelden van knellende regelgeving zijn oplossingsrichtingen ontwikkeld. Hierbij wordt zo nodig gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor experimenteerruimte die in het Realisatieplan LNV-Visie is beschreven.
- De inzet van LNV is om van het nieuwe GLB, en daarbinnen het Nationaal Strategisch Plan, zoveel mogelijk een stimulerende werking uit te laten gaan voor de integratie van biodiversiteit in de agrarische bedrijfsvoering. Deze Regio Deal heeft daarvoor input geleverd.
- Er is instrumentarium (gericht op bodem, natuur, verdienmodel, et cetera) beschikbaar dat bruikbaar en ingepast kan worden in verschillende gebieden.
Pijler 3 Netwerk en communicatie
Voor een brede beweging in Noord-Nederland op basis van het huidige netwerk in Noord-Nederland dat al actief is en aan de lat staat voor de veel grotere (en langer dan de looptijd van deze Regio Deal durende) transitie, te benutten, te betrekken, te faciliteren én te versterken wordt in het kader van deze pijler:
- een communicatie- en netwerkplan opgesteld en uitgevoerd dat op draagvlak steunt in het netwerk;
- een betrokken netwerk verder verankerd;
- inspanningen en resultaten van deze Regio Deal zichtbaar gemaakt om anderen te inspireren.
Artikel 5 – Inzet en aanpak
Pijler 1 Gebiedsaanpak natuurinclusieve landbouw: opzetten 8 gebiedsaanpakken
In de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland staan de gebieden centraal waarvoor een aanpak wordt gerealiseerd: het ontwikkelen, toetsen en toepasbaar maken van een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw op basis van ecologische en landbouwkundige kennis en kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen.
De invulling van natuurinclusieve landbouw in een gebied hangt sterk af van verschillende factoren:
- Fysiek: grondsoort, waterhuishouding
- Sociaal: cultuur en landschap
- Ecologisch: biotopen passend bij grondsoort, waterhuishouding en landschap
- Economisch: grondgebruik (bouwplan, grasland, oogsten uit natuur).
Om de gewenste variatie te bereiken – en zodoende veel te kunnen leren – hebben de Provincies op grond van de hiervoor genoemde factoren de gebieden gekozen voor de gebiedsaanpakken die staan in de afbeelding op de volgende pagina.
In elk gebied wordt het volgende proces doorlopen:
- In elk gebied komt een onafhankelijke gebiedstrekker of –makelaar.
- Per gebied wordt een streefbeeld en vervolgens een bijbehorend actieplan opgesteld. Het eigenaarschap om tot een streefbeeld en actieplan te komen ligt bij de grondeigenaren in het gebied. De regie ligt uitdrukkelijk bij de gebieden zelf en de Partijen hebben hierin een faciliterende rol.
- Uitvoering van de actieplannen. Binnen het actieplan kunnen bijvoorbeeld experimenten plaatsvinden die de bouwstenen vormen voor nieuwe instrumenten, zal kennis op gebiedsniveau ontwikkeld en gedeeld worden, kunnen samenwerkingsverbanden worden opgezet en structurele aanpakken ontwikkeld en getoetst die een duurzaam verdienmodel voor de boer opleveren.
- De activiteiten zullen worden gemonitord (aan de hand van een 0-en eind meting)
- Gedurende het proces zal een actieve samenwerking met de betrokkenen in andere gebieden en met kennisinstellingen plaatsvinden om nieuwe kennis, ervaringen en geleerde lessen te ontwikkelen en te delen.
Bij deze opzet wordt zoveel mogelijk aangesloten bij dat wat er al is aan collectieven en activiteiten op het gebied van natuurinclusieve landbouw in Noord-Nederland. In sommige gebieden zal door eerdere activiteiten mogelijk al een streefbeeld zijn of een collectief dat al samenwerkt om waarde te creëren voor bijvoorbeeld natuur en landschap. Ook starten in een aantal gebieden al 7 projecten in 2019 die als voorlopers beschouwd kunnen worden, bedoeld om nu al te inspireren en de beweging op gang te brengen.
Pijler 2 Ontwikkelen instrumentarium natuurinclusieve landbouw
Veel van het bestaande instrumentarium (kennis, regelgeving, subsidie) is gericht op bedrijfsniveau en het produceren tegen zo laag mogelijke kosten. Het nieuwe instrumentarium moet gericht zijn op creëren van toegevoegde waarde voor ondernemers, de samenleving en voor de markten (landbouwproducten en diensten zoals landschaps- en natuurbeheer, schoon water). De inspanningen zijn aanvullend (en dus gebied overstijgend) op de kennisontwikkeling – en deling die in de eerste pijler vorm krijgen. Er wordt gekozen voor een drietal aandachtsgebieden; Kennis, Beleid en Borging. Er moet op een andere manier kennis worden gegenereerd, beleid moet mee- veranderen en het moet geborgd worden dat de nieuwe aanpak ook werkelijk wordt uitgevoerd. De aanpak binnen deze pijler sluit naadloos aan bij de Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs.
Beleid
- Ontwikkelen van een “uitrolbare” vorm voor gebiedsbenadering waarin grondgebruikers, bewoners, ketenpartijen, overheden en NGO’s samen optrekken.
- Ontwikkelen beleidsinstrumenten die natuur- en landbouwinclusief werken stimuleren op gebiedsniveau en op bedrijfsniveau.
- Bij het instrumentarium zal in ieder geval gewerkt worden aan:
o Grondinstrumenten
o Knellende regelgeving omzetten in stimulerende regelgeving
o Inpassen van gebiedsgericht werken in het Nationaal Strategisch Plan (voor het nieuwe GLB)
o Verkennen hoe financiële en fiscale instrumenten kunnen worden ingericht waardoor natuurinclusief werken in gebieden wordt gestimuleerd.
Kennis
- Het ontwikkelen van een infrastructuur voor kennis die aansluit op een gebiedsaanpak. Kennis op gebied van sociale ontwikkeling, economie, ecologie en landbouw zijn hierin bouwstenen.
- Het ontwikkelen van scholings- en opleidingsprogramma’s die zowel in het regulier onderwijs als zelfstandige training in het kader van een Leven Lang Ontwikkelen aangeboden worden.
- Organiseren dat kennis benut, gedeeld en ontwikkeld kan worden, zowel over de gebiedsaanpak als over concrete maatregelen in het gebied.
- Monitoren van de ontwikkelingen in de gebieden in aanpak, resultaten en betrokkenheid.
- Het ontwikkelen van een praktische manier om gebiedsbenadering in te passen in het Groen Onderwijs.
- Inzicht in de processen bij gebiedsgerichte aanpak met als resultaat handvatten voor andere gebieden.
Borging (verankering)
- Borgingssystemen ontwikkelen en/of toepassen op gebieds- en bedrijfsniveau voor geleverde prestaties inclusief het testen van deze systemen in de praktijk en testen op gebruik als beleidsinstrument door keten en overheden.
Pijler 3 Netwerk en communicatie
In de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland is de samenwerking tussen partners in een gebied cruciaal. In de gebieden moeten netwerken functioneren van alle betrokkenen en ook over de gebieden heen is betrokkenheid van alle samenwerkingspartners nodig. Persoonlijke communicatie is de voornaamste strategie, gericht op zowel informeren, inspireren als betrekken en laten ervaren is de inzet binnen deze pijler. Daarnaast wordt het bestuur van de AgroAgenda Noord- Nederland op bestuurlijk niveau betrokken bij de uitvoering van deze Regio Deal. Overige activiteiten gaan in de richting van:
- Opbouwen netwerk en betrokkenheid alle betrokkenen in ieder gebied zodanig dat langdurig partnerschap (mogelijk met inzet van geld – hefboom - en capaciteit) wordt gerealiseerd.
- Versterken betrokkenheid van het Noord-Nederlands netwerk met als doel dat alle betrokkenen zich mee verantwoordelijk voelen voor een gebiedsgerichte aanpak.
- Actief communiceren over proces en behaalde resultaten waarbij xxxxxxxxx (streefbeelden, actieplannen, evaluaties) breed worden gedeeld.
- Inspireren en kennis delen via bijeenkomsten, masterclasses en excursies naar de gebieden.
Partijen zetten in op het doorontwikkelen van output-indicatoren zoals bedoeld in artikel 4, pijler 1. Dit wordt onder meer door Partijen met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) opgepakt en in samenhang met het Deltaplan Biodiversiteit en het ‘groen’ punten-/scoresysteem dat ontwikkeld wordt door Xxxx en Natuur.3
2. Financiële bijdragen Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland
Artikel 6 - Gezamenlijke financiële bijdragen voor de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland
1. Het realiseren van de in artikel 3 genoemde doelen, vraagt volgens Partijen de volgende gezamenlijke indicatieve inzet van financiële middelen verdeeld aan de hand van de in artikel 3 genoemde pijlers:
Pijler 1 Gebiedsgerichte aanpak | € 18.000.000,- |
Pijler 2 Ontwikkelen instrumentarium | € 1.200.000,- |
Pijler 3 Netwerk en Communicatie | € 600.000,- |
Organisatie en uitvoering Regio Deal | € 200.000,- |
Totaal | € 20.000.000,- |
2. Partijen spreken af de volgende bijdragen te doen voor de aanpak van de regionale opgaven van Noord-Nederland en de in de artikel 3 genoemde doelen van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland:
a. LNV reserveert € 10 miljoen inclusief eventueel verschuldigde BTW vanuit de Regio Envelop als Rijksbijdrage voor de aanpak van de regionale opgave Natuurinclusieve Landbouw om de in artikel 3 genoemde doelen van de Regio Deal te realiseren;
b. de Provincies spannen zich in een Regiobijdrage van € 10 miljoen (inclusief
eventueel verschuldigde btw) te leveren;
3. Partijen hebben de intentie de bijdrage uit de Regio Envelop en de bijdrage van de Regio zoals genoemd in het tweede lid, in te zetten voor het initiëren en/of realiseren van initiatieven en projecten in het kader van de Pijlers die voortvloeien uit de afspraken in de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland, om bij te kunnen dragen aan de ambitie en de beoogde doelen van deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland, zoals verwoord in artikelen 2 en 3.
3 Position Paper Natuurinclusieve Landbouw, Stichting Boer en Natuur, 2017. Zie xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xx- content/uploads/2017/02/Positionpaper-Natuurinclusieve-landbouw-BoerenNatuur.pdf
4. De in het eerste lid genoemde verdeling van de gezamenlijke indicatieve financiële middelen op hoofdlijnen, geldt als een richtlijn voor de inzet van Partijen van hun bijdragen zoals genoemd in het tweede lid.
5. LNV stelt de in het tweede lid onder deel a. genoemde Rijksbijdrage in afstemming met BZK en de Minister van Financiën beschikbaar als een decentralisatie-uitkering. De Financiële- verhoudingswet schrijft voor dat daarbij sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid. De decentralisatie-uitkering wordt beschikbaar gesteld aan de provincie Groningen. Provincies bepalen de inzet van de verkregen middelen.
6. De in het vijfde lid bedoelde decentralisatie-uitkering komt beschikbaar volgens een aantal termijnen in de jaren 2019 tot en met 2021, waarbij de 1e termijn in 2019 € 6,4 miljoen euro bedraagt. De daaropvolgende termijnen worden op nader te bepalen momenten in de jaren 2020 of 2021 uitgekeerd. Hierover worden in het in artikel 7 bedoelde overleg afspraken gemaakt.
7. Partijen zijn zich ervan bewust dat gedurende de looptijd van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland omstandigheden en/of prioriteiten kunnen wijzigen. Jaarlijks wordt gezamenlijk door de Partijen bezien of wijziging van de verdeling van de gezamenlijke indicatieve financiële inzet wenselijk is en zij leggen eventuele nadere afspraken hierover vast.
3. Governance uitvoering Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland
Artikel 7 Governance
1. Periodiek treden Partijen in overleg over de onderlinge samenwerking in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en met andere samenwerkingspartners waaronder de AgroAgenda Noord-Nederland. Dit overleg zorgt voor het gezamenlijk uitwerken van de afspraken uit deze Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en voor het volgen van de voortgang, inclusief de in artikel 8 bedoelde monitoring.
2. Het in lid één bedoelde overleg bestaat uit de volgende vertegenwoordigers:
a. Vanuit Provincies
i. Gedeputeerde landbouw, provincie Groningen
ii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Fryslân
iii. Gedeputeerde landbouw, Provincie Drenthe
b. Vanuit de ministeries van het Rijk
i. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
ii. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
iii. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
3. Het overleg heeft geen (beslissings-)bevoegdheden, maar zorgt voor afstemming tussen Partijen. Hierbij kunnen ook programmatische en financiële ontwikkelingen besproken worden en indien gewenst adviseert het overleg hierover aan de Partijen.
4. Het overleg voorziet in zijn eigen werkwijze. Voor de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland maakt het overleg hiertoe nadere werkafspraken en legt deze vast.
5. Provincies en LNV vormen samen een Regioteam dat de uitvoering coördineert van de pijlers zoals genoemd in artikel 5, besprekingen van het in het eerste lid bedoelde overleg voorbereidt en het secretariaat voert van dat overleg.
4. Monitoring, evaluatie en communicatie Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland
Artikel 8 – Monitoring en evaluatie
1. Partijen delen het in artikel 7 bedoelde overleg gegevens en documenten over de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en informeren elkaar in dat overleg in elk geval over de haalbaarheid van voorgenomen initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland en de voortgang van lopende initiatieven en projecten in het kader van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland.
2. Monitoring van de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland als geheel aan de hand van informatie-uitwisseling als bedoeld in het eerste lid vindt door Partijen plaats op drie niveaus:
a. op het niveau van de inhoudelijke realisatie van concrete programma’s en uitputting
van de beschikbare gezamenlijke financiële bijdragen;
b. op het niveau van de in artikel 4 afgesproken beoogde resultaten en indicatoren;
c. op het niveau van de in artikel 6, eerste lid,1 genoemde indicatieve verdeling van de gezamenlijke financiële inzet van middelen.
3. Er wordt wat betreft de beoogde resultaten zoals genoemd in artikel 4, primair gerapporteerd op output-indicatoren, eenvoudig weg omdat het in een tijdsbestek van een paar jaar lastig is om verbetering in biodiversiteit, bodemkwaliteit, leefbaarheid, etc. vast te stellen. Wel wordt dit type indicatoren ontwikkeld tijdens de looptijd van de deal om in de toekomst de voortgang van de transitie te kunnen volgen.
4. De uitkomsten van de monitoring hebben als doel inzicht te bieden in het verloop en de resultaten van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland alsmede de Regio Envelop in zijn geheel. De monitoring heeft niet ten doel eenzijdig vanuit het Rijk (financiële) consequenties te kunnen verbinden aan de uitkomsten.
5. Partijen zijn voornemens om op basis van deze monitoring, onder leiding van de Provincies éénmaal per jaar een voortgangsrapportage op te stellen over het daarvoor voorafgaande jaar. Hierin wordt melding gemaakt van:
a. de programmatische aanpak van de in artikel 3 genoemde doelen;
b. de voortgang van het doelbereik in relatie tot de in artikel 4 afgesproken beoogde resultaten;
c. de financiële realisatie van de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland op het niveau van de in artikel 3 genoemde doelen. Indien een voortgangsrapportage (in concept) wordt opgesteld is het voornemen dit te bespreken in het in artikel 7 bedoelde overleg.
5. De Provincies kunnen met de jaarlijkse voortgangsrapportage de Provinciale Staten informeren. LNV gebruikt die rapportage als input voor de jaarlijkse voortgangsrapportage van alle Regio Deals voor de Tweede Kamer.
6. Partijen zijn voornemens om vanaf 2019 op vaste momenten met elkaar in overleg te treden op basis van de monitoring en jaarlijkse voortgangsrapportages.
7. Partijen spreken af dat de Provincies de uitvoering en werking van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland evalueren en daarvan een eindevaluatie opmaken conform de in het tweede lid onder a. tot en met c. genoemde onderdelen, aangevuld met de thema’s ‘samenwerking’ en ‘partnerschap.
8. Ten behoeve van de evaluatie van de Regio Portefeuille voert het Planbureau voor de Leefomgeving een lerende evaluatie uit. De Provincies kunnen hier desgewenst in participeren.
Artikel 9 – Communicatie
1. Partijen communiceren eensluidend over de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland. Hiertoe wordt gewerkt met een nog te formuleren en vast te stellen kernboodschap.
2. De communicatie over de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland verloopt via de bestaande kanalen van zowel regio als Rijk. Dit geldt voor het programma als geheel maar ook voor de afzonderlijke projecten. Er wordt een gezamenlijk communicatieplan opgesteld en afgestemd in het Regioteam, zoals bedoeld in artikel 7, vijfde lid.
3. Projecten die onderdeel vormen van de realisatie van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland worden in de communicatie gevraagd kenbaar te maken dat het project onderdeel is van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland.
5. Slotbepalingen
Artikel 10 – Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze Regio Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 11- Gegevensuitwisseling
1. De in het kader van (de uitvoering van) deze Regio Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheim houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze Regio Deal.
2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacy gevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.
Artikel 12 - Wijzigingen
1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze Regio Deal te wijzigen als er sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden die een partij dwingen tot een andere uitvoering van haar aandeel in de Regio Deal. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een Partij het verzoek tot wijziging heeft kenbaar gemaakt aan het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 7 lid, vijfde lid. Het secretariaat informeert de overige Partijen uit de Regio over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.
3. Nadat alle Partijen (Rijk en Regio) aan het secretariaat van het overleg zoals bedoeld in artikel 7, vijfde lid, schriftelijk of per e-mail kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze Regio Deal gehecht.
Artikel 13 - Toetreding nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Regio Deal, die een betekenisvolle/concrete bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen van deze Regio Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding met daarin opgenomen haar concrete bijdrage/actie/inzet zoals bedoeld in lid 1 schriftelijk of per e-mail bekend aan het
secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 7, vijfde lid. Het overleg adviseert hierover, waarna Partijen vervolgens besluiten.
3. Zodra alle Partijen schriftelijk of per e-mail via secretariaat hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij hiervan schriftelijk bericht waarbij ook de eventuele voorwaarden en consequenties (financiële, juridische, organisatorische en projectgebonden gevolgen) die hieraan verbonden zijn gemeld worden.
4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal gehecht.
Artikel 14 - Uittreding
1. Indien een der Partijen zelf uit de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland wil treden, dan kan deze Partij haar verzoek tot uittreding, met motivatie, schriftelijk bekend maken aan het in artikel 7 bedoelde overleg. De Regio kan onderling uittredingsafspraken maken, waarop het Rijk de Regio niet kan aanspreken en vice versa.
2. Op kosten van de uittredende Partij worden voorafgaand aan de uittreding de consequenties van de uittreding voor de uitvoering van de Regio Deal in brede zin inzichtelijk gemaakt (financiële, juridische, organisatorische en projectgebonden gevolgen.
3. In geval van uittreding van een of meerdere Partijen is geen van de andere Partijen jegens de andere Partij(en) schadeplichtig.
4. Zodra alle Partijen schriftelijk of per e-mail via secretariaat hebben ingestemd met het verzoek en proces tot uittreding, verliest de uittredende partij de status van Partij van de Regio Deal en zijn de voor die Partij uit deze Regio Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen niet meer van toepassing.
5. Wanneer een Partij uittreedt, blijft deze Regio Deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
6. Wanneer alle Partijen uittreden, eindigt deze Regio Deal voor alle Partijen.
7. Het verzoek tot uittreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de Regio Deal gehecht.
Artikel 15 - Geschillenbeslechting
1. Er is sprake van een geschil indien een van de Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partijen, waarna de geschilpartijen binnen 20 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden. Zij informeren het secretariaat van het overleg, zoals bedoeld in artikel 7 lid, vijfde lid over het resultaat hiervan.
2. Indien het minnelijk overleg niet binnen twee maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen de Partijen overeenkomen om het geschil te laten beslechten door een advies van een onafhankelijk adviseur die door hen gezamenlijk wordt benoemd.
3. Indien het onmogelijk is gebleken het geschil met behulp van de adviseur zoals bedoeld in het tweede lid op te lossen kan een van de geschilpartijen of kunnen alle geschilpartijen zoals bedoeld in het eerste lid, uit deze Regio Deal treden of kunnen alle Partijen in overeenstemming met elkaar deze Regio Deal beëindigen, beide met inachtneming van artikel 14 van dit convenant.
Artikel 16 - Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Regio Natuurinclusieve Landbouw niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 17 - Citeertitel
Deze Regio Deal kan worden aangehaald als Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord- Nederland.
Artikel 18 – Inwerkingtreding
1. Deze Regio Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2023.
2. Partijen treden uiterlijk juli 2023 met elkaar in overleg over een verlenging van deze Regio Deal Natuurinclusieve landbouw.
Artikel 19 - Openbaarmaking
1. Deze Regio Deal wordt samen met andere afgesloten Regio Deals openbaar gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Regio Deals.
2. Het Rijk rapporteert over de Regio Portefeuille, alsmede de hieruit voortvloeiende Regio Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
3. Provincies informeren Provinciale Staten over de Regio Deal.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,