VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID “BOUWWERKEN”
VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID “BOUWWERKEN”
INHOUDSTAFEL
DEFINITIES.
ALGEMENE VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE AFDELING.
AFDELING I : — Xxxxxxx tegen risico’s die tijdens de bouwwerken gelopen worden.
Sectie A : Verzekering tegen Burgerlijke Aansprakelijkheid.
Sectie B : Verzekering tegen schade aan het werk en aan de toevertrouwde goederen
veroorzaakt door brand, ontploffing en blusmiddelen.
Sectie C : Verzekering tegen de Burgerlijke Aansprakelijkheid van de veiligheids- en gezondheidscoördinatoren.
AFDELING II : — Xxxxxxx tegen risico’s die na levering gelopen worden. AFDELING III : — Rechtsbijstand.
GEMEENSCHAPPELIJKE ALGEMENE VOORWAARDEN. BIJZONDERE BEPALINGEN.
DIVERSE BEPALINGEN
DEFINITIES
1. Maatschappij
Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506 - Verzekeringsmaatschappij toegelaten onder het nr. 87 door de Nationale Bank van België.
2. Verzekeringsnemer
De ondertekenaar van de overeenkomst.
3. Verzekerden
a) De Verzekeringsnemer en zijn aangestelden.
b) Alle personen die bij de Verzekeringsnemer inwonen, voor daden die zij verrichten in hun hoedanigheid van hulp bij de exploitatie van zijn onderneming.
c) De werkende vennoten, bestuurders, zaakvoerders, mandatarissen en commissarissen, wanneer zij handelen binnen de perken van hun functies in de verzekerde onderneming.
4. Derden
Elke persoon die niet de hoedanigheid van verzekerde heeft op het ogenblik van het schadegeval.
Hebben niet de hoedanigheid van derden:
a) de feitelijke of tijdelijke vennoten van de Verzekeringsnemer,
b) de werkende vennoten anderen dan die welke in a) hierboven vermeld zijn, bestuurders, zaakvoerders, mandatarissen en commissarissen,
c) alle personen die bij de Verzekeringsnemer inwonen.
Bij uitzondering worden de aangestelden van de Verzekeringsnemer en de personen vermeld in b) hierboven, voor zover zij niet aan de oorsprong van het schadegeval liggen, binnen de perken van artikel 8.2, toch als derden beschouwd met betrek- king tot materiële schade andere dan schade aan werktuigen vervoerd op de werkplaatsen.
Xxxxxx tevens beschouwd als derden in geval van een arbeidsongeval dat toe te schrijven is aan een verzekerde:
— de werknemer die ter beschikking gesteld is van de Verzekeringsnemer, indien het arbeidsongeval ten laste genomen
wordt door de arbeidsongevallenverzekeraar van de eigenlijke werkgever.
In dat geval geldt de dekking van deze overeenkomst voor de verzekerden, wat betreft het verhaal dat het slachtoffer, diens
rechthebbenden en de arbeidsongevallenverzekeraar op hen zouden kunnen uitoefenen;
— de aangestelden van de Verzekeringsnemer en hun rechthebbenden, bij een verkeersongeval zoals bepaald in artikel 46,
§ 1, 6° van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, dat zich voordoet tijdens de uitvoering van de arbeidsovereen-
komst;
— de rechthebbenden van het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval - verschillend van de rechthebbenden vastgesteld in de artikels 12 tot 17 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 - die krachtens deze wet een rechtsvordering kun- nen instellen volgens de regels van de burgerlijke aansprakelijkheid, tegen de werkgever van het slachtoffer, diens man- datarissen of aangestelden.
5. Leidinggevende personen
Al de personen die beschikken over het gezag van bedrijfsleider of aan wie dit gezag gedeeltelijk werd overdragen met de bedoeling om beslissingen te nemen of instructies te geven, wanneer zij handelen binnen het kader van hun opdracht en niet als uitvoerende aangestelden.
6. Verzekeringsjaar
De periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse vervaldatums van de overeenkomst.
7. Materiële schade
Elke beschadiging, vernieling of verlies van een goed of elke fysieke aantasting van een dier.
8. Lichamelijke schade
De geldelijke en morele gevolgen van iedere aantasting van de fysieke integriteit van een persoon.
9. Immateriële schade
Alle vormen van in geld waardeerbare schade als gevolg van het ontnemen van voordelen verbonden met de uitoefening van een recht, met het genot van een goed of met de diensten van een persoon, zoals de winstderving, het klantenverlies, de aantasting van de commerciële reputatie, het productieverlies, de roerende en/of onroerende gebruiksderving, de stijging van de algemene kosten en andere vergelijkbare schade.
10. Schadegeval
Schade veroorzaakt door een gebeurtenis en die aanleiding kan geven tot toepassing van de dekking.
11. Ongeval
Een voor de verzekerden onvoorzienbare, onvrijwillig ontstane, toevallige, plotseling intredende abnormale gebeurtenis.
12. Levering
Deze heeft plaats vanaf het ogenblik waarop de verzekerden niet meer in het bezit zijn van praktische middelen om een directe materiële controle uit te oefenen over hun producten of werken, of er de gebruiks- of verbruiksvoorwaarden van te wijzigen, zonder toedoen of instemming van de ontvanger.
Voor bouwwerken heeft de levering plaats na de eerste intrede van de hierna vermelde gebeurtenissen: voltooiing, inbezitne- ming, voorlopige oplevering van de werken of van een gedeelte van deze.
13. Eigen risico
Aandeel van de verzekerde in de totale kosten van het schadegeval.
Het eigen risico wordt per schadegeval slechts éénmaal toegepast.
Ingeval er verschillende eigen risico’s van toepassing zijn op eenzelfde schadegeval, zal enkel het hoogste eigen risico wor- den toegepast.
De in een percentage uitgedrukte eigen risico’s worden berekend op basis van het laagste bedrag van ofwel de begrenzing van de dekking ofwel de kosten van het schadegeval, met inachtneming van de in de bijzondere voorwaarden vermelde maxima en minima.
14. Bezoldigingen
Brutobedrag van het geheel van de geldsommen en in geld waardeerbare voordelen, ontvangen door een persoon die door een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst gebonden is, met de enkele uitsluiting van de werkelijk gedragen reis- en verblijfskosten.
15. Reddingskosten
De Maatschappij neemt ten laste, zelfs boven de verzekerde som, de reddingskosten die betrekking hebben op de gedekte
schade.
Zijn alleen gedekt:
1. de kosten die voortvloeien uit de maatregelen die de Maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van de gedekte scha- degevallen te voorkomen of te beperken;
2. de kosten die voortvloeien uit de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging en als een goed huisvader heeft genomen overeenkomstig de regels van de zaakwaarneming, ofwel om een gedekt schadegeval te voorkomen, ofwel om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, voor zover dat:
— deze maatregelen dringend zijn, dat wil zeggen dat de verzekerde verplicht is ze onmiddellijk te nemen, zonder moge- lijkheid om de Maatschappij te verwittigen en voorafgaand haar akkoord te verkrijgen, op gevaar af de belangen van de Maatschappij te schaden;
— indien het gaat om maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen, er nakend gevaar is, dat wil zeggen dat er op zeer korte termijn zeker een gedekt schadegeval zou volgen indien deze maatregelen niet werden genomen.
De verzekerde verbindt er zich toe de Maatschappij onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke reddingsmaatregel die genomen is.
Voor zover nodig wordt gepreciseerd dat de volgende kosten ten laste van de verzekerde blijven :
— de kosten die voortvloeien uit maatregelen om een gedekt schadegeval te voorkomen bij ontstentenis van nakend gevaar
of wanneer het nakend gevaar afgewend is;
— de kosten die voortvloeien uit de laattijdigheid van de verzekerde, uit zijn nalatigheid om preventiemaatregelen te nemen die vroeger al hadden moeten zijn genomen.
— de kosten die voortvloeien uit (preventieve) maatregelen die moeten worden genomen in het kader van de goede uitvoe- ring van de verzekerde activiteiten of die de voortzetting van de verzekerde activiteiten mogelijk maken.
ALGEMENE VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE AFDELING
AFDELING I
DEKKING TEGEN XXXXXX’X DIE TIJDENS DE BOUWWERKEN GELOPEN WORDEN
Sectie A
Verzekering tegen Burgerlijke Aansprakelijkheid Artikel 1 Voorwerp van de dekking
De Maatschappij dekt, binnen de hiernavermelde grenzen, de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden krachtens de
Belgische of buitenlandse wetgeving, waarin de verantwoordelijkheden wegens fout, uit hoofde van schade aan derden, worden vastgesteld.
Artikel 2 Gedekte schade en bedragen
Lichamelijke en materiële schade is gedekt tot het beloop van de in de bijzondere voorwaarden bepaalde bedragen. Deze respectieve bedragen omvatten
— de immateriële schade, die het gevolg is van gedekte lichamelijke of materiële schade,
— de immateriële schade veroorzaakt aan een derde die niet de bouwheer is, die het gevolg is van lichamelijke of materiële schade door een verzekerde geleden en die uitsluitend hierom niet gedekt is.
De immateriële schade die niet het gevolg is van lichamelijke of materiële schade is gedekt wanneer die voor de Verzekerings- nemer en de leden van zijn leidinggevend personeel het karakter van een ongeval vertoont. Deze schade is begrepen onder het bedrag dat voor materiële schade verzekerd is.
Artikel 3 Territoriale draagwijdte
De verzekering dekt overal ter wereld de activiteiten van de in België gelegen bedrijfszetels van de verzekerde onderneming.
Artikel 4 Looptijd van de dekking
Behoudens afwijking in de bijzondere voorwaarden, slaat de waarborg op de schade voorgevallen tijdens de duur van de over-
eenkomst, zelfs indien de vorderingen worden ingediend na het einde van de overeenkomst.
Artikel 5 Uitbreidingen van de dekking
1. De dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid in geval van schade aan derden is eveneens voor de verzekerden verworven voor:
a) de burgerlijke aansprakelijkheid die op hen rust uit hoofde van de gebouwen die dienen voor de exploitatie van de onder- neming van de Verzekeringsnemer, zelfs indien deze door hem zelf of door een lid van zijn personeel gedeeltelijk voor privédoeleinden gebruikt worden, of wanneer zij bij gelegenheid aan derden uitgeleend worden, met uitzondering van verhuring of terbeschikkingstelling met het oog op verhuring of verkoop;
b) de fouten begaan door het personeel van de verzekerde onderneming wanneer het bij gelegenheid kleine huishoudelijke werkzaamheden verricht, zoals eenvoudige herstellingswerken, schoonmaakwerk, tuinieren, als privédienstverlening aan een lid van de directie van deze onderneming en wanneer het hierdoor schade toebrengt aan derden, mits de bezoldiging betreffende dergelijke werkzaamheden of de kosten ervan aan de Maatschappij worden aangegeven;
c) de bijkomstige activiteiten die in noodzakelijk verband staan met de exploitatie van de verzekerde onderneming;
d) de burgerlijke aansprakelijkheid die op hen rust voor schade uit hoofde van artikel 3.101 van het Burgerlijk Wetboek. Deze dekking geldt voor de verzekerde die niet de hoedanigheid van bouwheer heeft, voor zover hij er zich contractueel toe verbonden heeft de bouwheer te vrijwaren tegen elke vordering voor schade uit hoofde van artikel 3.101 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Onder voorbehoud van artikel 38, wordt de dekking voor de Verzekeringsnemer uitgebreid tot zijn burgerlijke aansprakelijkheid
als opdrachtgever:
a) van zijn aangestelden, die ter beschikking gesteld zijn van andere werkgevers, welke soortgelijke activiteiten verrichten als
die welke door deze overeenkomst verzekerd zijn;
b) van uitzendpersoneel of personeel ter beschikking gesteld door een andere werkgever (zoals verhuring, uitlening, stage).
3. Onder voorbehoud van artikel 38 wordt de dekking uitgebreid tot de burgerlijke aansprakelijkheid van een verzekerde bij een schadegeval dat zich voordoet door toedoen van een onderaannemer. De persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaan- nemers blijft evenwel uitgesloten.
Artikel 6 Facultatieve dekkingen
Worden slechts gedekt krachtens een bijzondere bepaling en binnen de perken hiervan:
1. Toevertrouwde goederen.
De schade toegebracht aan goederen die zijn toevertrouwd aan een verzekerde om het voorwerp uit te maken van een werk, een advies, een dienst of een bestek. De aan de verzekerde toevertrouwde goederen die zich in zijn werkplaatsen en opslag- plaatsen bevinden, worden beschouwd als in hun geheel te zijn toevertrouwd, zelfs indien het werk van de verzekerde enkel betrekking heeft op een gedeelte van bedoelde goederen.
2. Springstoffen.
De schade veroorzaakt door de ontploffing van springstoffen waarvan een verzekerde gebruiker of bezitter is.
3. Materieel gebruikt op binnenwateren.
De schade veroorzaakt door vaartuigen gebruikt op binnenwateren en door het daarop drijvend materieel, evenals door de
vervoerde of gesleepte goederen.
Artikel 7 Schade veroorzaakt door vuur, brand, ontploffing, rook, water, aantasting van het milieu, verzakking, zetting, afkalving, verschuiving, instorting of elke andere beweging van de grond, van het bouwwerk, van een slakkenberg of steenberg
De Maatschappij dekt de schade veroorzaakt door de hieronder vermelde gevaren:
1. Vuur, brand, ontploffing, rook en water, behalve wanneer dergelijke schade voor de Verzekeringsnemer verzekerbaar is krach- tens een verzekeringsovereenkomst tegen brand en bijbehorende gevaren.
2. Aantasting van het milieu, als gevolg van:
— bezoedeling van de grond, het water, de atmosfeer door geloosde, uitgewasemde, achtergelaten of gestorte vloeibare,
vaste of gashoudende substanties;
— lawaai, stank, damp, temperatuur, straling, uitstraling, andere golven dan schokgolven en dan golven veroorzaakt door
trillingen.
De dekking is enkel van toepassing indien de oorsprong van de aantasting van het milieu het karakter heeft van een ongeval en indien de schade zich plotseling en gelijktijdig met de oorsprong van die aantasting voordoet.
Deze dekking is beperkt tot 500.000 EUR per schadegeval inzake lichamelijke, materiële en immateriële schade vermengd.
Er wordt echter geen dekking verleend voor de schade veroorzaakt door de niet-naleving van de reglementering betreffende de milieubescherming, voor zover deze niet-naleving geduld werd door de Verzekeringsnemer, de vennoten, zaakvoerders, bestuurders, leidinggevende personen van de verzekerde onderneming of door de verantwoordelijke technici , met name die belast met het voorkomen van milieuaantasting.
3. Verzakking, zetting, afkalving, verschuiving, instorting of elke andere beweging van de grond, een bouwwerk, een slakkenberg of steenberg.
21.03.157 08/21
Er wordt echter geen dekking verleend voor de schade veroorzaakt aan de onroerende goederen of delen van onroerende goederen, die eigendom zijn van de bouwheer en waarvan de stabiliteit bedreigd kan worden door de werken die een verze- kerde aan die goederen uitvoert.
Op straffe van verval van de dekking, verplicht de verzekerde zich ertoe, bij het graven van sleuven langs bouwwerken, de
sleuven zover mogelijk van de muren van aangrenzende gebouwen verwijderd te houden, voornamelijk wanneer het gaat om:
— oude gebouwen;
— gebouwen die reeds barsten of scheuren vertonen;
— gebouwen die zijn opgericht op een zanderig, opgehoogd terrein of op mijngrond.
Met dit doel zal de Verzekeringsnemer, voordat de werken beginnen, contact opnemen met de bouwheer, ten einde de plan- nen eventueel te wijzigen.
In alle gevallen verbindt de Verzekeringsnemer zich ertoe:
— zowel de bouwput als de aangrenzende gebouwen behoorlijk te stutten;
— de sleuf slechts open te houden gedurende de tijd die daartoe strikt noodzakelijk is en derhalve deze onmiddellijk te dempen;
— op zijn kosten, vóór het begin van de werken, een tegensprekelijke plaatsbeschrijving voor genoemde gebouwen op te
stellen.
Artikel 8 Motorrijtuigen
1. Motorrijtuigen die toebehoren aan de Verzekeringsnemer of die hem ter beschikking gesteld worden.
De schade veroorzaakt door het gebruik van deze motorrijtuigen is gedekt, met uitsluiting van de verkeersrisico’s zoals be- doeld bij de Belgische wetgeving inzake de verplichte motorrijtuigverzekering. Deze verkeersrisico’s zijn evenwel gedekt voor de niet-ingeschreven bouwplaats- en hefwerktuigen in geval van schade veroorzaakt op het bedrijf of op een werf, alsook in de onmiddellijke omgeving tot een maximumafstand van 50 meter van de grenzen van de werf of van een toegangsdeur van het bedrijf, overeenkomstig de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake mo- torrijtuigen en de minimumvoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen De dekking is beperkt tot 100.000.000 EUR per schadegeval voor de materiële schade. Wat de schade betreft die voortvloeit uit lichamelijke letsels, is de dekking onbeperkt. Ze zal echter beperkt worden tot 100.000.000 EUR of tot een ander hoger bedrag, vastgesteld bij koninklijk besluit (artikel 3, § 2, lid 2 van de wet van 21 november betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motor- rijtuigen, zoals gewijzigd door de wet van 12/01/2007) vanaf de inwer- kingtreding van dit koninklijk besluit.
2. Schade veroorzaakt aan motorrijtuigen die toebehoren aan de aangestelden van de Verzekeringsnemer.
Deze aangestelden genieten van de dekking indien hun rijtuig beschadigd wordt op en in de omgeving van bouwplaatsen en bedrijfszetels van de Verzekeringsnemer door de verzekerde activiteiten die daar worden verricht zonder dat de aangestelde, die de hoedanigheid heeft van eigenaar, bezitter of houder van een dergelijk motorrijtuig, geheel of gedeeltelijk aan de oor- sprong van het schadegeval ligt.
3. Schade veroorzaakt door motorrijtuigen die gebruikt worden door de aangestelden van de Verzekeringsnemer.
Met uitsluiting van de burgerlijke aansprakelijkheid van de aangestelde, die de hoedanigheid heeft van eigenaar, bezitter of houder van een dergelijk motorrijtuig, zal de burgerlijke aansprakelijkheid van de Verzekeringsnemer als opdrachtgever voor de schade geleden door derden als gevolg van het onrechtmatige gebruik van dat motorrijtuig door de aangestelde, gedekt zijn tot beloop van de bedragen die bepaald zijn in artikel 8.1.
Artikel 9 Uitsluitingen uit de dekking
Is uitgesloten, de schade:
1. die het voorwerp zelf van het aannemingscontract treft;
zijn eveneens uitgesloten de kosten en schade met betrekking tot wegneming, terugtrekking van de markt, opsporen van
gebreken, onderzoek, vervanging, terugbetaling, herstelling en nieuwe plaatsing van het geleverde goed of bouwwerk;
2. die te wijten is aan de niet-uitvoering of aan de laattijdige uitvoering van de overeenkomst als ook zij die louter bestaat uit het uitblijven van de voordelen of de resultaten, die van de goede uitvoering van de overeenkomst verwacht worden;
21.03.157 08/21
3. na levering, die het gevolg is van producten of werken;
4. veroorzaakt door elk middel van vervoer of verkeer door de lucht, over zee en door het op zee drijvend materieel, evenals voor goederen welke door dergelijke middelen vervoerd of gesleept worden;
5. veroorzaakt aan goederen, waarvan de verzekerden eigenaar, huurder, vruchtgebruiker, leasingnemer, gebruiker of lener zijn.
Sectie B
Verzekering tegen schade aan het werk en aan de toevertrouwde goederen
veroorzaakt door brand, ontploffing en blusmiddelen
De bepalingen van sectie A zijn automatisch van toepassing op deze sectie, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 10 Voorwerp van de dekking
De Maatschappij verleent tijdens de uitvoering van de werken, maar uiterlijk tot de levering haar dekking:
1. tegen materiële schade, voor zover deze zich voordoet op een bouwplaats, veroorzaakt door brand, ontploffing, blikseminslag of aanraking van door bliksem getroffen voorwerpen
— aan bouwwerken die de Verzekeringsnemer uitvoert en aan tijdelijke beroepsinstallaties die eigendom zijn van de Verze- keringsnemer of die door hem gehuurd worden en die voor de uitvoering van het in aanbouw zijnde werk op de bouwplaats noodzakelijk zijn. Er wordt dekking verleend voor de schade veroorzaakt aan de door een onderaannemer uitgevoerde bouwwerken vanaf de oplevering aan de Verzekeringsnemer van de in onderaanneming uitgevoerde werken.
— aan persoonlijke voorwerpen die aan de personeelsleden van de Verzekeringsnemer toebehoren;
— aan materialen, materieel, werktuigen en uitrustingen van bouwplaatsen, die aan de Verzekeringsnemer toebehoren of
onder zijn bewaking vallen en waarvan het gebruik noodzakelijk is voor de uitvoering van het in aanbouw zijnde werk.
De dekking beperkt zich echter enkel tot schade waarvan de oorzaak geen verband houdt met één of ander gebrek van het
beschadigde goed.
2. voor de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor de schade toegebracht door vuur, brand, ontploffing, rook aan goederen die zijn toevertrouwd aan een verzekerde om het voorwerp uit te maken van een werk, een advies, een dienst of een bestek.
De dekking beperkt zich echter enkel tot schade waarvan de oorsprong het karakter van een ongeval vertoont en waarvan de
oorzaak geen verband houdt met één of ander gebrek van het beschadigde goed.
Artikel 11 Schadegevallen
De schade wordt bepaald met inachtneming van de gemiddelde kostprijs op de markt voor de in uitvoering zijnde bouwwerken en de materialen, of van de werkelijke waarde voor alle andere posten van artikel 10, op het ogenblik van het schadegeval.
Artikel 12 Uitsluitingen
Zijn uitgesloten:
a) de beschadiging veroorzaakt aan elektrische of elektronische toestellen en uitrustingen door hun eigen werking;
b) schade aan dossiers, plannen, rekeningen, facturen, software van informatica-uitrustingen, munt- of andere speciën, postze- gels, akten, schuldbekentenissen, bankbiljetten, titels, juwelen, handelseffekten, archieven, minuten en soortgelijke zaken;
c) de beschadiging of vernieling van verwarmingstoestellen en/of hun onderdelen teweeggebracht door de warmte van hun haard of de rechtstreekse werking van de vlammen van die haard.
21.03.157 08/21
Sectie C
Verzekering tegen de Burgerlijke Aansprakelijkheid van de veiligheids- en gezondheids- coördinatoren
Artikel 13 Voorwerp van de dekking
De Maatschappij dekt de geldelijke gevolgen van de Burgerlijke aansprakelijkheid uitbating en de burgerlijke beroepsaansprake- lijkheid die kunnen worden ten laste gelegd van de verzekerden voor de schade aan derden door de uitvoering van de taken van veiligheids- en gezondheidscoördinator, uitgevoerd voor rekening van derden en ten professionele titel, met uitzondering van de tienjarige aansprakelijkheid zoals bedoeld in de artikels 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek.
De dekking wordt verleend volgens de voorwaarden en grenzen van de “wet betreffende de verplichte verzekering van de be- roepsaansprakelijkheid in de bouwsector” van 01 juli 2019.
Artikel 14 Voorwaarden van de dekking
De dekking wordt verleend op voorwaarde dat:
1) de aansprakelijke verzekerde de functie van veiligheids- en gezondheidscoördinator mag uitoefenen, zoals gedefinieerd door de artikels 3, §1, 12° of 13 van de wet van 4 augustus 1996 inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en door de uitvoeringsbesluiten van voornoemde wet.
2) de taken van veiligheids- en gezondheidscoördinator hebben betrekking op werven in België waar de Verzekeringsnemer werken uitvoert als aannemer.
Artikel 15 Omvang van de dekking
De schade is gedekt ten belope van de bedragen voorzien in de bijzondere voorwaarden van het huidige contract, met een mini- mum van de volgende bedragen inbegrepen die van toepassing zijn per schadegeval:
a) 1.500.000 euro voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels;
b) 500 000 euro voor het totaal van de materiële en immateriële schade;
c) 10 000 euro voor de voorwerpen die aan de verzekerde zijn toevertrouwd door de bouwheer,
met een jaarlijkse limiet van 5 000 000 euro, alle schadegevallen gecombineerd.
Het bedrag in de bepaling onder a) van het eerste lid is gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. De basisindex is deze van de maand april 2007.
De bedragen in de bepalingen onder b) en c), van het eerste lid zijn gekoppeld aan de ABEX-index. De basisindex is deze van
het eerste semester van 2007.
Voor de indexering neemt men de index van het moment waarop het schadegeval wordt gemeld, in aanmerking.
Artikel 16 Territoriale draagwijdte
De dekking is van toepassing op activiteiten van veiligheids- en gezondheidscoördinator voor zover dat ze betrekking hebben op intellectuele prestaties die geleverd worden in het kader van onroerende werken uitgevoerd in België.
Artikel 17 Toepassingesgebied van de dekking in de tijd
De verzekeringsdekking geldt voor de vorderingen tot vergoeding die tijdens de looptijd van de verzekeringsovereenkomst schrif- telijk worden ingesteld tegen de verzekerden of de verzekeringsonderneming en die betrekking hebben op schade die zich tijdens dezelfde looptijd heeft voorgedaan.
1) Posterioriteit
De dekking heeft ook betrekking op vorderingen tot vergoeding, op voorwaarde dat ze schriftelijk worden ingesteld tegen de verzekerde of de verzekeringsonderneming binnen een termijn van zesendertig maanden te rekenen van het einde van de verzekeringsovereenkomst, en dat ze betrekking hebben op:
21.03.157 08/21
• schade die zich tijdens de looptijd van deze overeenkomst heeft voorgedaan indien bij het einde van deze overeenkomst het risico niet door een andere verzekeringsonderneming is gedekt;
• daden of feiten die aanleiding kunnen geven tot schade, die tijdens de duur van deze overeenkomst zijn voorgevallen en aan de verzekeringsonderneming zijn aangegeven.
met uitzondering van vorderingen tot vergoeding die betrekking hebben op de tienjarige aansprakelijkheid zoals bedoeld in de
artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek.
2) Verlenging van de dekking
De Maatschappij dekt ook aansprakelijheid van veiligheids- en gezondheidscoördinatoren voor elke vordering die wordt inge- steld binnen een termijn van 3 jaar te rekenen vanaf de dag van waarop de verzekerde zijn activiteiten stopzet, voor zover hij deze stopzet tijdens de duur van het huidige contract.
Artikel 18 Uitsluiting van de dekking
In afwijking van de uitsluitingen hernomen in artikel 33 van de huidige overeenkomst, die niet van toepassing zijn in het kader van
deze Sectie C, zijn uitgesloten van dekking :
a) de schade ingevolge radioactiviteit;
b) de schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels ingevolge de blootstelling aan wettelijk verboden producten;
c) schade ten gevolge van de gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering van contractuele verbintenissen, daaronder begrepen:
— de gevolgen van het niet respecteren van een verplichting om eender welke verzekeringsovereenkomst af te sluiten of in stand te houden of om een borgstelling neer te leggen;
— de opgelopen vertraging in de uitvoering van een opdracht of een prestatie;
— de gemaakte kosten om een slecht uitgevoerde prestatie te herbeginnen of te verbeteren;
d) de contractuele, administratieve of economische boeten;
e) de vorderingen betreffende de adviezen die werden verstrekt in verband met:
— keuze en plaats van een installatie, voor zover die vorderingen betrekking hebben op het financiële of economische nadeel
dat volgt uit die keuze en niet op de intrinsieke kwaliteiten van de installatie, inzonderheid haar stabiliteit of haar werking;
— conjunctuur of marktsituatie, financiële verrichtingen;
f) de vorderingen betreffende overschrijdingen van kostenramingen of budgetten, het ontbreken van controles of het maken van
fouten in de kostenberekening alsook iedere vordering betreffende betwistingen of inhoudingen van honoraria en kosten;
g) schade ten gevolge van financiële verrichtingen, misbruik van vertrouwen, oplichting, verduistering of alle dergelijke han- delingen, alsook oneerlijke concurrentie of aantasting van intellectuele rechten zoals uitvindingsoctrooien, handelsmerken, tekeningen of modellen en auteursrechten;
h) de vorderingen tot schadeloosstelling wegens milieuaantasting en de schade die hier het gevolg van is;
i) de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de maatschappelijke lasthebbers van de verzekerde onderneming krachtens de geldende wetgeving betreffende de fouten in het beheer die zij zouden begaan in hun hoedanigheid van bestuurder of zaak- voerder;
j) schade veroorzaakt door motorrijtuigen in de gevallen van aansprakelijkheid als beoogd door de wetgeving op de verplichte verzekering van motorrijtuigen;
k) schade voor dewelke de regelgeving in een financiële tussenkomst voorziet ten voordele van slachtoffers van terreurdaden.
De uitsluitingen bedoeld in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen zijn eveneens van toepassing.
Artikel 19 Verval van de dekking
In alle gevallen van verval van waarborg gedefinieerd in het huidige artikel en in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzeke- ringen, heeft de verzekeraar die gehouden is ten aanzien van derden, een recht van verhaal tegen de verzekerde ten belope van zijn persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid.
Het verval van waarborg is van toepassing voor de verzekerde waarvan de aansprakelijkheid in het gedrang komt voor schade
die het gevolg is van één ven de volgende zware fouten:
a) De persoonlijke aansprakelijkheid van de verzekerde die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, alsook de aansprake- lijkheid van de Verzekeringsnemer voor de schadegevallen die opzettelijk veroorzaakt werden door een verzekerde die een leidinggevende functie uitoefent in de verzekerde onderneming.
b) Het opzettelijk niet naleven van de verplichtingen opgelegd door de wet en de reglementen betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen alsook het opzettelijk niet naleven van de wettelijke bepalingen, de stedenbouwkundige voorschriften, de voor- schriften inzake veiligheid, de bouwvergunning en de omgevingsvoorschriften van toepassing op de betrokken bouwplaats..
c) De beslissing die indruist tegen de normale regels van de kunst en waarvan de risico’s werden aangetoond door een andere tussenkomende partijen in de bouw.
d) De daden gepleegd in staat van dronkenschap of onder invloed van verdovende middelen.
21.03.157 08/21
e) Iedere illegale uitoefening van de verzekerde beroepsactiviteit dat niet beantwoordt aan de voorwaarden voor de uitoefening van
beroep overeenkomst de artikels 55 tot 59 van het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
f) het aannemen door de verzekerde van een gedrag waarvan hij, ingevolge reeds voorgekomen schade, weet dat dit normaal
aanleiding zal geven tot nieuwe schade.
Wanneer de maatschappij ten aanzien van de bouwheer gehouden is, heeft ze in de hierboven voorziene gevallen van verval van waarborg en overeenkomstig artikel 152 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, behoudens elke andere vordering waarover zij beschikt, een mogelijkheid van verhaal tegen de verzekerde, ten belope van zijn persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid.
De maatschappij verbindt zich ertoe om de verzekerde te informeren over zijn voornemen om een verhaal in te stellen van xxxxx
hij op de hoogte is van de feiten waarop dat besluit gegrond is.
Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoeding, intresten en gerechtskosten inbegrepen.
AFDELING II
DEKKING TEGEN XXXXXX’X DIE NA LEVERING GELOPEN WORDEN
Artikel 20 Voorwerp van de dekking
De Maatschappij dekt, binnen de hiernavermelde grenzen, elke burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden krachtens de
Belgische wetgeving of krachtens een soortgelijke buitenlandse wetgeving.
Artikel 21 Gedekte schade
De Maatschappij dekt de vergoeding van lichamelijke en materiële schade. Valt onder de dekking de immateriële schade welke, in hoofde van dezelfde derden, rechtstreeks voortvloeit uit lichamelijke of materiële schade, gedekt door deze afdeling. De bepa- lingen van de artikels 5,1d) en 7 zijn eveneens van toepassing op deze afdeling.
Artikel 22 Territoriale draagwijdte
Behoudens andersluidende overeenkomst, geldt de dekking voor de Verzekeringsnemer binnen het raam van de activiteit van de in België gelegen bedrijfszetels, voor de in Europa geleverde producten en uitgevoerde werken of bouwwerken en voor zover de eis tot schadevergoeding wordt ingesteld in Europa.
Voor de buiten Europa uitgevoerde werken of bouwwerken evenals voor de vervaardigde of bewerkte producten die bestemd zijn om buiten Europa te worden geleverd, is de dekking slechts verworven na voorafgaande aanvaarding door de Maatschappij.
Artikel 23 Looptijd van de dekking
Behoudens afwijking in de bijzondere voorwaarden slaat de waarborg op de schade voorgevallen tijdens de duur van de overeen-
komst, zelfs indien de vorderingen worden ingediend na het einde van de overeenkomst.
Indien de Maatschappij haar recht tot opzegging van deze afdeling uitoefent, kunnen de verzekerden niettemin van de dekking
genieten tegen schade, die zich voordoet na deze opzegging, wanneer voldaan is aan de drie hierna volgende voorwaarden:
— de schade is door één zelfde oorzakelijkheid verbonden met andere schade die door de Maatschappij, vóór de opzegging ten laste genomen wordt;
— de schade heeft zich voorgedaan binnen drie maanden, te rekenen vanaf het ogenblik waarop de overeenkomst eindigt;
— de verzekerden hebben de door de Maatschappij geëiste preventiemaatregelen toegepast.
Artikel 24 Begrenzing van de dekking
De dekking is per schadegeval en per verzekeringsjaar beperkt tot de in de bijzondere voorwaarden aangegeven bedragen.
21.03.157 08/21
Artikel 25 Uitsluitingen van dekking
Uitgesloten is,
a) schade aan door de verzekerden geleverde of geplaatste producten of werken indien deze producten of werken, vóór het schadegeval, zelf aangetast waren door welk gebrek ook zoals inzake fabricage, uitvoering, plaatsing, opslag, etikettering, vervoer, keuze, assemblage.
De kosten en schade met betrekking tot wegneming, terugtrekking van de markt, opsporen van gebreken, onderzoek, vervan- ging, terugbetaling, herstelling en nieuwe plaatsing van deze producten of werken worden niet ten laste genomen;
b) de kosten om de geleverde producten of werken in overeenstemming te brengen met de contractuele specificaties;
c) de schade gekend door de Verzekeringsnemer voor het afsluiten van de overeenkomst, evenals deze veroorzaakt door ge- breken waarvan een verzekerde zich bewust had moeten zijn vóór de levering van de producten of de werken;
d) de schade aan de onroerende goederen die onder de toepassing valt van de tienjarige aansprakelijkheid van de architecten
en aannemers, of zou vallen, indien de termijn voor deze tienjarige aansprakelijkheid reeds zou zijn aangevangen;
e) schade bestaande in het ontberen van voordelen of resultaten die de doelmatigheid of de degelijkheid van de producten of werken hadden moeten opleveren. Andere schade die veroorzaakt is door de nadelige werking van deze producten of werken blijft gedekt.
AFDELING III RECHTSBIJSTAND
Artikel 26 Voorwerp van de dekking
De Maatschappij dekt tot beloop van het bedrag dat in de bijzondere voorwaarden vermeld is, per schadegeval, de betaling voor
de kosten en erelonen van advocaten en deskundigen, evenals de kosten van onderzoek, expertise en rechtsgeding:
— die ingevolge een krachtens Afdeling I en II van deze overeenkomst daadwerkelijk gedekt schadegeval nodig zijn om de straf- rechtelijke verdediging waar te nemen van een verzekerde die vervolgd wordt wegens een tijdens dit schadegeval begaan misdrijf. De dekking wordt tevens toegekend aan een verzekerde die vervolgd wordt wegens onopzettelijke doodslag of ver- wonding, toegebracht aan een aangestelde van de Verzekeringsnemer, op voorwaarde dat die schade aanleiding kan geven tot een eis tot schadevergoeding in het kader van de arbeidsongevallenwet.
— die worden uitgegeven om binnen het raam van het gedekte risico, minnelijk dan wel gerechtelijk, vergoeding te verkrijgen voor een schade van uitsluitend niet-contractuele aard geleden door een verzekerde door de daad van een derde, voor zover het schadegeval dat de schade heeft veroorzaakt, gedekt zou zijn onder de afdelingen I en II indien verzekerde hiervoor aan- sprakelijk zou zijn geweest tegenover een derde en op voorwaarde dat de in te dienen vordering groter is dan 500 euro. Wor- den uitgesloten, de geschillen met architecten en studiebureaus, al dan niet aangesteld door de verzekerde, die betrekking hebben op een opdracht aan de verzekerde toevertrouwd. De dekking wordt tevens toegekend aan de Verzekeringsnemer in geval van lichamelijke verwondingen opgelopen door één van zijn aangestelden als gevolg van een ongeval van het privéle- ven, om bij de aansprakelijke derde, minnelijk dan wel gerechtelijk, de terugbetaling te verkrijgen van het gewaarborgd loon dat de Verzekeringsnemer krachtens de wet op de arbeidsovereenkomst of krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, moet betalen, op voorwaarde dat de in te stellen eis hoger is dan 500 EUR.
Anderzijds worden de kosten voor geschillen niet gedekt indien ze moeten worden voorgelegd aan het Hof van Cassatie of aan een buitenlandse rechtsmacht van dezelfde rang en het bedrag van de schade kleiner is dan 1.500 euro
De verzekerde heeft het recht de behartiging van zijn belangen toe te vertrouwen aan een advocaat van zijn keuze:
1. van zodra hij uit hoofde van de overeenkomst het recht heeft het optreden van de Maatschappij te eisen;
De bepalingen van voorgaande alinea verhinderen niet dat, buiten elke gerechtelijke procedure om en alvorens een advocaat
gekozen te hebben, de verzekerde beroep kan doen op een door de Maatschappij tot dit doel aangestelde persoon;
2. wanneer overgegaan moet worden tot een gerechtelijke, administratieve procedure of arbitrageprocedure. In het geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, heeft de verzekerde het recht om vrij een persoon te kiezen die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen;
21.03.157 08/21
3. telkens wanneer er zich een belangenconflict voordoet met de Maatschappij, zonder afbreuk te doen aan de procedure voor-
zien in artikel 27 hierna ingeval van onenigheid betreffende de regeling van een schadegeval.
In het kader van deze waarborg wordt ieder ander persoon die de nodige kwalificaties heeft om de belangen van de verzekerde te verdedigen, in de mate waarin de wet betreffende de procedure dit toestaat, gelijkgesteld met een advocaat.
De Maatschappij zal de verzekerde inlichten over de rechten die dit artikel hem toekent in het geval van een belangenconflict of van een meningsverschil betreffende de regeling van de zaak.
De verzekerde verbindt zich ertoe:
— de Maatschappij in te lichten betreffende de identiteit van zijn advocaat alvorens deze te contacteren, behalve in geval van gerechtvaardigde hoogdringendheid;
— te antwoorden op iedere vraag naar informatie vanwege de Maatschappij betreffende de evolutie van de zaak.
Wanneer deze verplichtingen niet gerespecteerd worden kan de Maatschappij een verhaal tegen de verzekerde uitoefenen in de
mate van de door haar geleden schade. De bewijslast wordt door de Maatschappij gedragen.
Artikel 27 Territorialiteit
De dekking is slechts verworven voor de rechtsvorderingen die ingesteld worden voor een rechtbank die zich binnen de Europese Unie bevindt.
Artikel 28 Objectiviteitsclausule
Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid een gerechtelijke procedure te beginnen, heeft de verzekerde het recht een advo- caat van zijn keuze te raadplegen wanneer hij een meningsverschil heeft met de Maatschappij over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval na betekening door de Maatschappij van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen.
Zo de advocaat het standpunt van de Maatschappij bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft terugbetaald van de kosten en erelonen van deze raadpleging.
Indien tegen het advies van deze advocaat de verzekerde op zijn kosten een procedure begint en een beter resultaat bekomt dan hetgeen hij zou bekomen hebben indien hij het standpunt van de Maatschappij had gevolgd, dan is deze laatste gehouden haar waarborg te verlenen en de kosten en erelonen van de raadpleging terug te betalen die ten laste van de verzekerde zouden zijn gebleven.
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de Maatschappij, ongeacht de afloop van de proce-
dure, ertoe gehouden haar waarborg te verlenen met inbegrip van de kosten en de erelonen van de raadpleging.
Artikel 29 Duur
De dekking is voor één jaar afgesloten.
Behalve wanneer één van de partijen zich er tegen verzet minstens drie maand vóór de vervaldag van de overeenkomst wordt
deze stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
Wanneer één van de partijen de dekking “Rechtsbijstand” opzegt, kan de andere partij de hele overeenkomst opzeggen.
21.03.157 08/21
GEMEENSCHAPPELIJKE ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 30 Draagwijdte van de dekking
De dekkingen zijn slechts verworven binnen het kader van de beroepsactiviteiten die in de bijzondere voorwaarden omschreven
zijn en binnen de perken van de afdelingen die daarin ondertekend zijn.
Artikel 31 Verzekerde bedragen
De verzekerde bedragen die vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden gelden per schadegeval of, naargelang van het geval,
per verzekeringsjaar.
Voor de toepassing van de verzekerde bedragen, vormt het geheel van de schade als gevolg van éénzelfde gebeurtenis of van
een reeks gelijkaardige gebeurtenissen, één enkel schadegeval.
Indien de schade slechts gedekt is door de gelijktijdige toepassing van verscheidene dekkingen, zal de vergoeding beperkt wor- den tot het kleinste bedrag van één van deze dekkingen.
Onder verzekerd totaalbedrag wordt verstaan het verzekerde bedrag van de betrokken waarborg(en); het verzekerde bedrag in uitbreiding van de waarborg is altijd begrepen in het bedrag onderschreven voor de betrokken afdeling.
De gerechtelijke, transactionele, fiscale, administratieve, disciplinaire of economische boeten, de schadevergoedingen die als strafmaatregel of afschrikmiddel worden toegepast (zoals “punitive damages” of “exemplary damages” in sommige buitenlandse rechtsstelsels), alsmede de terugbetalingen en de kosten van strafrechtelijke vervolgingen worden volledig gedragen door dege- nen ten laste van wie zij worden uitgesproken.
Artikel 32 Eigen risico’s
Een algemeen eigen risico van 250 EUR is van toepassing voor de materiële en immateriële schade.
Dit eigen risico wordt evenwel gebracht op:
• 10 % met een minimum van 250 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor de schade veroorzaakt
— aan de toevertrouwde goederen alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit (bijzondere bepaling nr 1);
— door vuur, brand, ontploffing, rook, water, aantasting van het milieu (art. 7 - art. 10 - art. 21).
• 25 % met een minimum van 250 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor
— de aansprakelijkheid krachtens artikel 3.101 van het Burgerlijk Wetboek (art.5,1d – art. 21);
— de schade veroorzaakt door verzakking, zetting, afkalving, verschuiving, instorting of elke andere beweging van de grond, van het bouwwerk, van een slakken- of steenberg (art.7-art.21);
— de schade veroorzaakt aan ondergrondse kabels – verschillend van de glasvezelkabels - en aan ondergrondse leidingen,
alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit;
— de schade veroorzaakt door opspringende of neervallende verfdeeltjes bij het spuiten.
• 25 % met een minimum van 2.000 EUR en een maximum van 3.500 EUR voor de schade aan ondergrondse glasvezelkabels, alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit.
Artikel 33 Afwezigheid van verzekering of uitsluitingen
Onder de dekking valt niet:
1. de schade opzettelijk veroorzaakt door een verzekerde
2. schade veroorzaakt door de zware fout van een verzekerde die als volgt gedefinieerd wordt :
— staat van dronkenschap, alcoholvergiftiging of invloed van drugs of verdovende middelen. Het bewijs van die staat mag
geleverd worden door de uitslag van een bloedonderzoek, door getuigenissen of diverse aanwijzingen;
— de betrokkenheid bij een weddenschap, een uitdaging, een hevige twist of een kennelijk roekeloze daad.
21.03.157 08/21
— het niet nemen van redelijke voorzorgsmaatregelen tegen schade die normaal zeker of voorzienbaar is;
— de volharding van de verzekerde in een gedrag waarvan hij weet dat het reeds schade aangericht heeft en waarvan hij
derhalve normaal de schadelijkheid moet beseffen;
— het aannemen door de verzekerde van een gedrag waarvan hij, ingevolge reeds voorgekomen schade, weet dat dit nor- maal aanleiding zal geven tot nieuwe schade;
— de afwezigheid of de buitenwerkingstelling van wettelijke veiligheidsuitrustingen om het werk sneller te laten verlopen.
3. de schade:
— ontstaan ter gelegenheid van een oorlogshandeling, vijandelijkheden, invasie of militaire bezetting, burgerlijke of politieke onlusten, terrorisme, gemeenschappelijk bedreven gewelddaden, muiterij, staking, volksopstand of soortgelijke gebeurte- nissen;
— voortvloeiend uit ontvreemding of andere verduisteringen, evenals uit elke financiële verrichting;
— waarvoor een verzekerde, zonder instemming van de Maatschappij, afstand gedaan heeft van een eventueel verhaal op
een derde;
— veroorzaakt door daden van oneerlijke mededinging of door aantasting van intellectuele rechten;
— veroorzaakt door een verzekerde wegens zijn onevenwichtige geestelijke toestand;
— veroorzaakt door een schadebrengend feit of een opeenvolging van zulke feiten met dezelfde oorzaak, mits dat feit of die opeenvolging van feiten of enige daardoor veroorzaakte schade voortkomt uit of het gevolg is van de radioactieve eigen- schappen of een combinatie van radioactieve eigenschappen met giftige, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen van splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen, alsook de schade die rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt wordt door elke ioniserende stralingsbron;
— veroorzaakt door de aanwezigheid, de verspreiding, het opslaan of de behandeling van asbest;
— die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de verspreiding van computervirussen;
— veroorzaakt door de niet-aanstelling van een veiligheids- en gezondheidscoördinator op de bouwwerven die wettelijk on- derworpen zijn aan die verplichting.
— veroorzaakt door het niet respecteren van een contractuele verplichting door een verzekerde of door een derde.
4. de conventionele vergoedingen in de mate waarin zij ruimer zouden zijn dan hetgeen verschuldigd zou zijn bij afwezigheid van contractuele bepalingen met betrekking tot de schadeloosstelling, evenals de verwijlboetes.
5. de aansprakelijkheid van de “Bouwheer” of de “Bouwdirectie”, zoals vastgesteld in de wet van 4 augustus 1996 inzake het
welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en in de uitvoeringsbesluiten.
6. de burgerlijke aansprakelijkheid die de vennootschapsmandatarissen van de verzekerde onderneming oplopen krachtens de
geldende wetgeving, indien zij een beheersfout begaan hebben in hun hoedanigheid van bestuurder of zaakvoerder.
7. de kosten gemaakt door een verzekerde op grond van artikel 3.102 van het Burgerlijke Wetboek zowel voor het uitvoeren van preventieve maatregelen die hem worden aangerekend, alsook voor het instellen van een vordering tegen een derde ter uitvoering van preventieve maatregelen.
Artikel 34 Beschrijving van het risico - Mededelingsplicht van de Verzekeringsnemer
De Verzekeringsnemer is verplicht, bij het sluiten van de overeenkomst, alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Maatschappij.
Artikel 35 Wijzigingen van het risico - Mededelingsplicht van de Verzekeringsnemer
In de loop van de overeenkomst heeft de Verzekeringsnemer de verplichting om de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van die aard zijn om een aanzienlijke en blijvende vermindering of verzwaring te bewerk- stelligen van het risico.
Artikel 36 Toegang tot de werkplaatsen, gegeven adviezen en opgelegde
maatregelen
De verzekerden verplichten er zich toe, aan de vertegenwoordigers van de Maatschappij vrije toegang te verlenen tot de plaats
waar de verzekerde activiteiten worden uitgeoefend en zich te richten naar de maatregelen die aanbevolen werden.
21.03.157 08/21
PREMIES
Artikel 37 Aanvang van de waarborg - Premiebetaling
De overeenkomst is rechtsgeldig op grond van het akkoord tussen de partijen. De waarborg vangt aan op de in de bijzondere voorwaarden bepaalde datum.
De premies zijn jaarlijks en vooruit betaalbaar.
Artikel 38 Berekening van de premie
De premie wordt vastgesteld op de basis vermeld in de bijzondere voorwaarden. Ze wordt opgemaakt, behoudens andersluidend beding, in functie van het omzetcijfer en / of de bezoldigingen.
1. Wanneer de premie berekend wordt op het omzetcijfer, moet de Verzekeringsnemer het totale bedrag van de facturen aange- ven, taksen niet inbegrepen, met betrekking tot de geleverde producten en de uitgevoerde werken die vallen onder de in de bijzondere voorwaarden aangegeven activiteit, hierin begrepen de prestaties geleverd door de onderaannemers.
Dit bedrag omvat eveneens onttrekkingen, dienstverleningen, leveringen en bouwwerken voor eigen rekening, evenals ver- richtingen met betrekking tot de uitrusting van bebouwde of te bebouwen gronden.
Het omzetcijfer mag niet minder bedragen dan het viervoud van het maximum basisloon bepaald voor het betrokken jaar door
de Belgische wetgeving inzake arbeidsongevallen.
2. Wanneer de premie berekend wordt op de bezoldigingen, moet de Verzekeringsnemer het volgende aangeven:
— Voor iedere persoon tewerkgesteld in de verzekerde onderneming (arbeiders, bedienden, leerjongens, stagiairs...) de
individueel betaalde bezoldigingen en het aantal gepresteerde dagen.
De Maatschappij zal bij het berekenen van de premie rekening houden met de bruto bezoldiging. Per tewerkgestelde persoon mag dit bedrag niet lager zijn dan 65 % van het maximum basisloon bepaald voor het betrokken jaar door de Belgische wetgeving inzake arbeidsongevallen.
De sommen die wel als bezoldigingen beschouwd moeten worden maar niet rechtstreeks door de werkgever uitbetaald worden aan de tewerkgestelde personen in de verzekerde onderneming, hoeven niet te worden aangegeven. De maat- schappij stelt hiervoor een percentage van de aangegeven bezoldigingen in de plaats dat overeenkomt met de tegen- waarde van deze sommen.
— Voor uitzendpersoneel of in huur genomen personeel, het totale bedrag van de facturen, taksen niet inbegrepen, opge- maakt door de ondernemingen die dit personeel geplaatst hebben bij de Verzekeringsnemer. De Maatschappij zal dit bedrag bij de bezoldigingen voegen ten belope van 60 %.
— Het aantal personen onder zelfstandigenstatuut die werkzaamheden uitoefenen binnen het kader van de verzekerde on- derneming. De Maatschappij zal bij de aangegeven bezoldigingen, per persoon, een forfaitaire som toevoegen gelijk aan 75 % van het maximum basisloon bepaald voor het betrokken jaar door de Belgische wetgeving inzake arbeidsongevallen.
— Het totale bedrag van de facturen, taksen niet inbegrepen, opgemaakt door de onderaannemers en met betrekking tot de prestaties geleverd voor de Verzekeringsnemer. De Maatschappij zal dit bedrag bij de bezoldigingen voegen ten belope van 25 %.
Artikel 39 Het verstrekken van de gegevens voor de berekening van de premie
De Verzekeringsnemer moet aan de Maatschappij, op door haar verstrekte formulieren, binnen de 20 dagen vanaf hun ontvangst, de gegevens die noodzakelijk zijn voor de berekening van de premie doorsturen.
Indien de bovenvermelde aangiften niet binnen de voorgeschreven termijn verstrekt worden, behoudt de Maatschappij zich het recht om automatisch en onherroepelijk een premieafrekening op te maken waarbij als basis 150 % van het omzetcijfer en/of de bezoldigingen genomen wordt, op grond waarvan de laatste jaarlijkse premie berekend werd.
21.03.157 08/21
Artikel 40 Tijdstip en termijn van betaling van de premies
De premies zijn betaalbaar op vertoon van de kwitantie.
Bij het begin van elk kalenderkwartaal, zal een provisionele premie opgemaakt worden waarvan het bedrag overeenkomt met één vierde van de geschatte jaarlijkse premie.
Deze provisionele premies zullen aangerekend worden op de betaling van de definitieve jaarlijkse premie.
De Maatschappij behoudt zich het recht voor ze elk jaar te herzien, om ze in overeenstemming te brengen met de evolutie van de gegevens die verstrekt worden door de Verzekeringsnemer.
Artikel 41 Niet-betaling van de premies
De Maatschappij kan bij niet-betaling van de andere dan de eerste premie de dekking van de overeenkomst schorsen of opzeg- gen indien de Verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag
volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief.
De betaling van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met intresten, maakt een einde aan de schorsing. Onder betaling verstaat men de ontvangst door de Maatschappij van de verschuldigde bedragen, vermeerderd met de intresten.
Artikel 42 Controle door de Maatschappij
De Verzekeringsnemer verbindt zich ertoe om, op haar verzoek, aan de Maatschappij alle documenten, boeken of andere stukken te bezorgen, die het mogelijk maken de juistheid van de aangegeven gegevens te controleren.
SCHADEGEVALLEN
Artikel 43 Aangifte van het schadegeval
Wanneer zich een schadegeval voordoet, dan moet daarvan onmiddellijk en ten laatste binnen 8 werkdagen na het voorval aan de Maatschappij melding worden gemaakt.
Evenwel mag de Maatschappij zich niet beroepen op het niet naleven van de bovenvermelde termijn waarbinnen de bekendma- king moet geschieden, indien deze bekendmaking zo snel mogelijk gedaan werd als redelijk mocht worden verwacht.
De Verzekeringsnemer moet zonder verwijl aan de Maatschappij alle nuttige inlichtingen verstrekken en antwoorden op de vragen die hem gesteld worden.
Indien de Verzekeringsnemer deze verplichtingen niet nakomt, dan heeft de Maatschappij niet alleen het recht een vermindering van haar prestatie te verlangen tot beloop van de schade die zij geleden heeft, maar, in geval van bedrieglijk opzet, kan zij zelfs haar dekking weigeren.
Artikel 44 Voorkoming en beperking van de schadegevallen
De verzekerden moeten:
— alle redelijke maatregelen nemen om de schadegevallen te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken, alle opzoekingen vergemakkelijken, de richtlijnen volgen en de handelswijzen naleven die voorgeschreven zijn door de Maatschappij.
— zich ervan onthouden, veranderingen aan te brengen aan de beschadigde voorwerpen die het bepalen van de oorzaak van het schadegeval of van de omvang van de schade zouden kunnen bemoeilijken of onmogelijk maken, tenzij de verandering aangebracht wordt om de schade te beperken in het algemeen belang.
21.03.157 08/21
Artikel 45 Regeling van schadegevallen
De Verzekeringsnemer moet aan de Maatschappij binnen 48 uur na ontvangst - voor zover deze termijn niet langer is dan de termijn bepaald om te verschijnen voor het gerecht - alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten betreffende een schadegeval doorsturen.
De Maatschappij kiest advocaten en deskundigen en behoudt zich de leiding voor van elke onderhandeling met derden en van de burgerlijke procedure evenals de mogelijkheid de strafrechtelijke procedure te volgen.
De Verzekeringsnemer moet zich van elke erkenning van verantwoordelijkheid, van elk vergelijk, van elke schadebepaling en van
elke vergoedingsbetaling of -belofte onthouden.
De Maatschappij betaalt de reddingskosten enerzijds en de intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de
kosten betreffende burgerlijke rechtsvorderingen, alsook de honoraria en de kosten van de advocaten en deskundigen anderzijds.
Boven het verzekerde totaalbedrag worden deze intresten en kosten beperkt tot:
1. 500.000 EUR wanneer het verzekerde totaalbedrag lager is dan of gelijk is aan 2.500.000 EUR,
2. 500.000 EUR plus 20 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag wanneer dit tussen 2.500.000 EUR en 12.500.000 EUR ligt,
3. 2.500.000 EUR plus 10 % van het deel van het verzekerde totaalbedrag boven 12.500.000 EUR, met een maximumbedrag
van 10.000.000 EUR aan reddingskosten, intresten en kosten.
Het bedrag van deze kosten is geïndexeerd overeenkomstig het indexcijfer van de consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van november 1992, namelijk 113,77.
Artikel 46 Indeplaatsstelling
Door het bestaan van de overeenkomst treedt de Maatschappij:
— tot beloop van de door haar betaalde vergoeding, in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegen elke persoon die voor het ongeval aansprakelijk is;
— in de rechten van de verzekerde voor de terugvordering van de ten laste genomen kosten, uitgaven en vergoedingen, onder meer in de vorm van een rechtsplegingsvergoeding.
Indien deze indeplaatsstelling wegens een handeling van de verzekerde niet kan geschieden ten gunste van de Maatschappij, dan is deze, tot beloop van de bedragen waarvoor de indeplaatsstelling niet kan plaatsvinden door dit feit:
— ontheven van haar verplichtingen;
— gerechtigd een verhaal uit te oefenen.
XXXX EN OPZEGGING VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 47 Duur van de overeenkomst
De duur van de overeenkomst bedraagt 3 jaar.
Behalve wanneer één van de partijen zich er tegen verzet minstens drie maand vóór de vervaldag van de overeenkomst wordt ze
stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van 3 jaar.
Deze duur wordt, indien nodig, verlengd met de periode die de aanvangsdatum van de overeenkomst scheidt van 1 januari van
het jaar dat erop volgt.
Artikel 48 Overlijden van de Verzekeringsnemer - Eigendomsoverdracht en ontbinding van de Maatschappij - Faillissement
— In geval van overgang van het verzekerde belang ten gevolge van het overlijden van de Verzekeringsnemer, hebben de Maat- schappij en de erfgenamen het recht de overeenkomst op te zeggen. De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
— Wanneer de verzekerde onderneming ophoudt toe te behoren aan de Verzekeringsnemer, is deze gehouden, in de akte van overdracht voor zijn opvolger de verbintenis te vermelden, de overeenkomst voort te zetten. Wanneer de opvolger de ver- zekeringsovereenkomst niet overneemt, moet de Verzekeringsnemer behalve de vervallen en niet betaalde premies, aan de Maatschappij een vergoeding betalen gelijk aan het bedrag van de laatste door de Maatschappij vastgestelde jaarlijkse pre- mie. Niettemin, behoudt de Maatschappij zich het recht voor de opvolger te weigeren en de overeenkomst op te zeggen.
21.03.157 08/21
— Bij ontbinding van de verzekerde onderneming is elk van de vennoten gehouden door de Maatschappij de risico’s van zijn nieuwe onderneming te laten verzekeren. Bij niet-naleving van hogervermelde verplichting zullen de onderneming of, als zij zulks niet doet, de vennoten hoofdelijk een opzeggingsvergoeding zoals hierboven bepaald, verschuldigd zijn.
— Bij faillissement van de Verzekeringsnemer hebben de Maatschappij en de curator het recht de overeenkomst op te zeggen.
De curator kan de overeenkomst slechts opzeggen gedurende de drie maanden na de faillietverklaring.
Artikel 49 Opzegging
De overeenkomst kan opgezegd worden bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Behoudens in het geval bedoeld in de artikelen 40, 46 en 51 heeft de opzegging uitwerking na het ver- strijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of in het geval van een aangetekende brief te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
Zonder af te wijken van de overige bepalingen voorzien in de overeenkomst kan de Maatschappij de overeenkomst eveneens opzeggen na iedere aangifte van een ongeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering van uitbetaling van vergoeding.
De opzegging van de overeenkomst door de Maatschappij na aangifte van een ongeval heeft evenwel reeds uitwerking bij de betekening ervan, wanneer de Verzekeringsnemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het ongeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden.
De overeenkomst wordt van rechtswege opgezegd indien de bedrijfszetels buiten België gevestigd worden.
DIVERSEN
Artikel 50 Betwistingen
Elke betwisting die tussen de partijen kan ontstaan zal aan de rechtbanken van de woonplaats van de Verzekeringsnemer worden
voorgelegd.
Artikel 51 Woonplaats van de contractanten
De woonplaats van de contractanten wordt van rechtswege gekozen en wel die van de Maatschappij op haar zetel te Brussel en
die van de Verzekeringsnemer in zijn wettelijke woonplaats of maatschappelijke zetel.
Elke kennisgeving aan de Verzekeringsnemer zal geldig gedaan worden op de laatst bij de Maatschappij bekende woonplaats.
Artikel 52 Wijziging van het tarief
Indien de Maatschappij haar tarief wijzigt, past ze deze wijziging toe op de in de overeenkomst voorziene premie vanaf de eerst- volgende jaarlijkse vervaldag.
Indien de Verzekeringsnemer hiervan minder dan vier maanden voor de jaarlijkse vervaldag van zijn verzekeringsovereenkomst in kennis wordt gesteld, mag hij de overeenkomst alsnog opzeggen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving van die wijziging.
Deze opzegging is onverhevig aan de modaliteiten voorzien door artikel 48, eerste alinea van deze overeenkomst.
Artikel 53 Belastingen
Alle belastingen, rechten of taksen die uit hoofde van de overeenkomst geheven kunnen worden, komen ten laste van de Verze- keringsnemer.
Artikel 54 Ingebrekestelling
De Verzekeringsnemer kan in gebreke gesteld worden per aangetekende brief, die de Maatschappij richt, onder de vermelding
van de verplichting die hij niet zou hebben nageleefd.
VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID “BOUWWERKEN”
BIJZONDERE BEPALINGEN
Enkel de bijzondere bepalingen waarvan het nummer voorkomt in de bijzondere voorwaarden zijn van toepassing.
nr 1 TOEVERTROUWDE GOEDEREN.
Overeenkomstig artikel 6.1. en onverminderd de andere bepalingen van de overeenkomst, wordt de dekking toegekend voor de schade toegebracht aan goederen die zijn toevertrouwd aan een verzekerde om het voorwerp uit te maken van een werk, een advies, een dienst of een bestek.
De Maatschappij dekt eveneens de schade toegebracht aan die goederen tijdens hun transport door een verzekerde. Die dekking wordt echter niet verleend, als de verplaatsing of het transport van het goed het voorwerp van de overeen- komst is.
Enkel schade ingevolge een ongeval en waarvan de oorzaak geen verband houdt met een gebrek van het beschadigde- goed is gedekt.
Er wordt verduidelijkt dat de schade veroorzaakt aan goederen die door een verzekerde zijn verkocht, verschaft, vervaar-
digd en/of geleverd en die door hem geplaatst worden of bestemd zijn om door hem geplaatst te worden niet gedekt is.
Deze dekking strekt zich niet uit tot schade:
• die bestaat in een aantasting van de stabiliteit van de structuur van de ruwbouw of van het dak van een bouwwerk van onroerende aard;
• veroorzaakt door de gevaren, die vermeld zijn onder Afdeling I, Sectie B van deze overeenkomst.
De dekking geldt tot het beloop van het bedrag bepaald in de bijzondere voorwaarden. Dit bedrag evenals het eigen risico gelden per schadegeval.
nr 4 SPRINGSTOFFEN.
Overeenkomstig artikel 6.2. van de algemene voorwaarden, wordt de dekking toegekend voor de schade veroorzaakt door de ontploffing van springstoffen waarvan een verzekerde gebruiker of bezitter is, binnen de perken toegelaten door de reglementering die op de dag van het schadegeval van kracht is.
nr 5 MATERIEEL GEBRUIKT OP BINNENWATEREN.
Overeenkomstig artikel 6.3. van de algemene voorwaarden, wordt de dekking toegekend voor de schade veroorzaakt door vaartuigen gebruikt op binnenwateren en door het daarop drijvend materieel, evenals door de vervoerde of gesleepte goederen, voor zover dergelijke schade veroorzaakt is door de uitvoering van een werk.
Het vaarrisico (met name het verkeer en het meren) blijft uit de dekking uitgesloten.
nr 45 ALGEMEEN EIGEN RISICO 500 EUR.
Het artikel 32 van de algemene voorwaarden wordt door de volgende tekst vervangen:
Een algemeen eigen risico van 500 EUR is van toepassing voor de materiële en immateriële schade.
Dit eigen risico wordt evenwel gebracht op:
• 10 % met een minimum van 500 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor de schade veroorzaakt
— aan de toevertrouwde goederen alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit (bijzondere bepaling nr 1);
— door vuur, brand, ontploffing, rook, water, aantasting van het milieu (art.7 – art.10 – art. 21).
• 25 % met een minimum van 500 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor
— de aansprakelijkheid krachtens artikel 3.101 van het Burgerlijk Wetboek (art.5,1d – art. 21);
— de schade veroorzaakt door verzakking, zetting, afkalving, verschuiving, instorting, of elke andere beweging van de grond, een bouwwerk, een slakkenberg of steenberg (art.7-art.21);
— de schade veroorzaakt aan ondergrondse kabels - verschillend van de glasvezelkabels - en aan ondergrondse
leidingen, alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit;
— de schade veroorzaakt door opspringende of neervallende verfdeeltjes bij het spuiten.
• 25 % met een minimum van 2.000 EUR en een maximum van 3.500 EUR voor de schade aan ondergrondse glas- vezelkabels, alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit.
nr 46 Algemeen eigen risico 1.000 EUR.
Het artikel 32 van de algemene voorwaarden wordt door de volgende tekst vervangen:
Een algemeen eigen risico van 1.000 EUR is van toepassing voor de materiële en immateriële schade.
Dit eigen risico wordt evenwel gebracht op:
• 10 % met een minimum van 1.000 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor de schade veroorzaakt
— aan de toevertrouwde goederen alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit (bijzondere bepaling nr 1);
— door vuur, brand, ontploffing, rook, water, aantasting van het milieu (art.7 – art.10 – art. 21).
• 25 % met een minimum van 1.000 EUR en een maximum van 2.500 EUR voor
— de aansprakelijkheid krachtens artikel 3.101 van het Burgerlijk Wetboek (art.5,1d – art. 21);
— de schade veroorzaakt door verzakking, zetting, afkalving, verschuiving, instorting, of elke andere beweging van de grond, een bouwwerk, een slakkenberg of steenberg (art.7-art.21);
— de schade veroorzaakt door opspringende of neervallende verfdeeltjes bij het spuiten.
• 25 % met een minimum van 1.000 EUR en een maximum van 3.500 EUR voor de schade veroorzaakt aan onder- grondse kabels - verschillend van de glasvezelkabels - en aan ondergrondse leidingen, alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit;
• 25 % met een minimum van 2.000 EUR en een maximum van 3.500 EUR voor de schade aan ondergrondse glasve- zelkabels, alsook de immateriële schade die hieruit voortvloeit.
nr 50 MEDEVERZEKERING.
De Maatschappij is op de hoogte van het bestaan van een andere overeenkomst die eerder werd afgesloten door de Ver- zekeringsnemer bij een andere verzekeraar en die gelijkwaardige dekkingen verleent.
Deze andere overeenkomst wordt aangeduid en omschreven in de bijzondere voorwaarden. Bij een schadegeval komt de Maatschappij enkel op aanvullende wijze tussen, dat wil zeggen na uitputting van de dekkingen van de andere overeen- komst. De eigen risico’s van de eerste overeenkomst zijn evenwel niet ten laste van de Maatschappij.
Tot de eindvervaldatum moet elke eventuele wijziging van de andere overeenkomst onderworpen worden aan het vooraf- gaand akkoord van de Maatschappij.
DIVERSE BEPALINGEN
A. Fraude
In het kader van de huidige bepalingen verstaat men onder “verzekeringsfraude” het misleiden van de Maatschappij of van een verzekeringsonderneming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de Verzekeringsnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere verzekeringsfraude of poging tot verzekerings- fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaar- den en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
B. Sancties
De in deze overeenkomst bepaalde dekkingen zullen als zonder uitwerking worden beschouwd als door de toekenning van deze dekkingen de Maatschappij blootgesteld wordt aan sancties, verbodsbepalingen of beperkingen in het kader van de Organisatie van de Verenigde naties of commerciële of economische sancties in het kader van Wetten en Reglementen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika.
C. Bescherming van uw persoonsgegevens
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van het verzekeringscontract en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het voldoen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzeke- ring in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringscontract, net als de verplichting die uit dit contract en de eventuele bijakten volgt voor de verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voorkomen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijk- heid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringscontract na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gege- vens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoe- fening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verze- kering of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorde- ringen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening
21.03.157 08/21
voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwer- kingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen. Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering
t.a.v. de Data Protection Officer – Stoofstraat 12 te 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
21.03.157 08/21