STATUTENWIJZIGING STICHTING
Zaaknummer: 17727
STATUTENWIJZIGING STICHTING
Xxxxx, éénentwintig april tweeduizend zeventien (21-04-2017),
verschenen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxx, notaris in de gemeente Winsum: _
1. de xxxx XXXXXXXX XXXXXXXX XXXX, enzovoorts,
2. xxxxxxx XXXXXX XXXXXX XXXXXXXXX, enzovoorts,
3. de xxxx XXXXXXXXX XXX XXXXXXXXXX, enzovoorts,
de sub 3 genoemde comparant te dezen handelende in zijn hoedanigheid van Directeur- bestuurder sector VO en de sub 1 en 2 genoemde comparanten te dezen handelende als voorzitter en (toeziend) lid van het bestuur van de stichting SCHOOLBESTUUR VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS TUSSEN LAUWERS EN EEMS-STICHTING,
opgericht op dertig december negentienhonderd negenennegentig (30-12-1999), gevestigd in de gemeente Eemsmond, kantoorhoudende te 9989 AA Warffum, Xxxxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 02068659 (RSIN:808448456) en als zodanig bevoegd de stichting rechtsgeldig te vertegenwoordigen op grond van het bepaalde in de statuten,
hierna ook te noemen: de stichting.
Het bestuur van de stichting heeft in de vergadering gehouden op tien november tweeduizend vijftien (10-11-2015) besloten de statuten te wijzigen; van dit besluit blijkt uit een aan deze akte gehecht stuk.
TOESTEMMING
De voor de statutenwijziging op grond van de statuten vereiste toestemming van het Gemeenschappelijk Orgaan Noord Groningen is op veertien december tweeduizend vijftien (14-12-2015) en op tien april tweeduizend zeventien (10-04-2017) verleend, zoals blijkt uit de aan deze akte gehechte twee stukken.
STATUTENWIJZIGING
De comparanten verklaarden ter uitvoering van het besluit tot statutenwijziging dat de _
gewijzigde statuten met ingang van vandaag luiden als volgt:
Artikel 1 Naam en zetel
1. De Stichting draagt de naam: Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting.
2. De Stichting wordt bij verkorting genaamd: Schoolbestuur L & E (Noord-Groningen).
3. De Stichting heeft haar zetel in de gemeente Eemsmond.
4. De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 Begripsbepalingen
In deze statuten wordt verstaan onder:
a) bevoegd gezag: de Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting, in het vervolg aangeduid als de Stichting;
b) Schoolbestuur: het bestuursorgaan van het bevoegd gezag dat op basis van deze statuten belast is met de eindverantwoordelijkheid voor de uitoefening van de taken en bevoegdheden, in het vervolg aangeduid als algemeen bestuur;
c) toeziende bestuursleden: bestuursleden die op basis van deze statuten belast zijn met het houden van toezicht;
d) het dagelijks bestuur: de directeur-bestuurder VO en de directeur-bestuurder PO;
e) de gemeenteraden: de gemeenteraden van de gemeenten Eemsmond, de Marne en _
Winsum;
f) het gemeenschappelijk orgaan: het Gemeenschappelijk Orgaan Openbaar Primair Onderwijs Noord Groningen, waarin de gemeenteraden vertegenwoordigd zijn;
g) de organisatie: het geheel van scholen, organen en functionarissen ressorterend onder het bevoegd gezag;
h) GMR: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor de openbare primaire scholen die onder bevoegd gezag van de Stichting staan;
i) MR: de medezeggenschapsraad van Het Xxxxxxxx College;
j) de WPO: de Wet op het Primair onderwijs;
k) de WVO: de Wet op het Voortgezet onderwijs.
Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld sluit een verwijzing naar het mannelijk geslacht een verwijzing naar het vrouwelijk geslacht in en omgekeerd.
Artikel 3
Doel en grondslag
1. De Stichting heeft ten doel het verzorgen, instandhouden en verbreden van het openbaar primair en voortgezet onderwijs in Noord-Groningen als bedoeld in artikel 48 van de WPO en artikel 42 B van de WVO. De Stichting beoogt niet het maken van winst.
2. Het onder de Stichting ressorterende onderwijs:
a) draagt bij aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke ontwikkeling en vorming van de leerlingen met aandacht voor de waarden in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden;
b) wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging.
3. Het bestuur van de Stichting ziet toe op de uitvoering en handhaving van het in het eerste en tweede lid gestelde.
4. Het bestuur brengt jaarlijks aan het gemeenschappelijk orgaan verslag uit, waarbij _ het in ieder geval aandacht schenkt aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekend gemaakt.
Artikel 4 Middelen
De Stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. het in stand houden van openbare scholen voor primair en voortgezet onderwijs;
b. het samenwerken met andere scholen, overheden, organisaties en/of personen, die _
een zelfde dan wel aanverwant doel nastreven;
c. het gebruik van alle andere wettige middelen voor zover deze bevorderlijk kunnen zijn voor het verwezenlijken van het doel van de Stichting.
Artikel 5 Vermogen
1. Het vermogen van de Stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de Stichting.
2. Het vermogen van de Stichting bestaat uit:
a) het bij de oprichting tot verwezenlijking van haar doel bestemde bedrag en de _
opbrengsten daarvan;
b) rijksvergoedingen en andere subsidies;
c) ouder- en andere bijdragen;
d) inkomsten uit diensten verleend door de Stichting;
e) schenkingen, erfstellingen (welke alleen onder het recht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard) en legaten;
f) alle andere verkrijgingen en baten.
Artikel 6
Organisatie van de Stichting
1. De functies van bestuur en intern toezicht zijn binnen de Stichting ondergebracht in één bestuursorgaan.
2. De Stichting kent een algemeen bestuur dat enerzijds bestaat uit bestuursleden die belast zijn met het intern toezicht, in het vervolg toeziende bestuursleden genoemd, en anderzijds twee bestuursleden, die belast zijn met het dagelijks bestuur. De leden van het dagelijks bestuur worden aangeduid als directeur-bestuurders. Het dagelijks bestuur maakt deel uit van het algemeen bestuur.
3. De toeziende bestuursleden oefenen geen taken uit die in deze statuten aan het dagelijks bestuur zijn toebedeeld.
4. Een lid van het dagelijks bestuur kan geen voorzitter zijn van het algemeen bestuur.
5. Het algemeen bestuur kan, al dan niet uit zijn midden, commissies instellen die onder verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het algemeen bestuur behoren.
6. Van een auditcommissie, renumeratiecommissie of selectie- en benoemingscommissie kan een lid van het dagelijks bestuur geen deel uitmaken.
7. Het algemeen bestuur stelt nadere regels vast voor de werkwijze en samenstelling van de commissies.
8. Het gemeenschappelijke orgaan houdt overeenkomstig de wet en deze statuten extern toezicht namens de gemeenteraden.
Artikel 7
Samenstelling en benoeming bestuur
1. Het algemeen bestuur bestaat uit zeven (7) leden. Slechts natuurlijke personen zijn
benoembaar tot lid van het bestuur.
2. De samenstelling van het algemeen bestuur is zodanig, dat zij bijdraagt aan de verankering van de Stichting in de samenleving.
3. Het algemeen bestuur stelt een procedure vast voor de voordracht van leden van het algemeen bestuur als bedoeld in lid 4 sub a. tot en met d. en stelt een openbare profielschets vast. De profielschets bevat de kwaliteiten en deskundigheden waarover een lid van het algemeen bestuur dient te beschikken. Voor de leden van _ het dagelijks bestuur worden aparte profielschetsen opgesteld.
4. Het gemeenschappelijk orgaan benoemt:
a. één (1) lid van het algemeen bestuur op bindende voordracht van de oudergeleding van de GMR van de scholen voor primair onderwijs;
b. één (1) lid van het algemeen bestuur op bindende voordracht van de oudergeleding van de MR van Het Xxxxxxxx College;
c. één (1) lid van het algemeen bestuur op bindende voordracht van de oudergeleding van de GMR van de scholen voor primair onderwijs en van de MR van Het Xxxxxxxx College gezamenlijk;
d. twee (2) leden van het algemeen bestuur op bindende voordracht van het algemeen bestuur;
e. twee (2) leden van het dagelijks bestuur op bindende voordracht van het algemeen bestuur.
5. De voordrachtsrechten van de oudergeledingen strekken zich niet uit tot het dagelijks bestuur.
6. Elke voordracht wordt opgemaakt met inachtneming van de profielschets als bedoeld in lid 3 van dit artikel.
7. Voor de benoeming van de leden van het algemeen bestuur ten aanzien waarvan de oudergeledingen een hun toekomend voordrachtsrecht niet hebben uitgeoefend binnen twee maanden na daartoe door het algemeen bestuur te zijn uitgenodigd, heeft het algemeen bestuur een bindend voordrachtsrecht.
8. Leden van het algemeen bestuur hebben recht op een jaarlijks door het algemeen bestuur vast te stellen vergoeding. De vergoedingsregeling is openbaar.
Artikel 8
Tegenstrijdig belang en onafhankelijkheid
1. De leden van het algemeen bestuur functioneren zonder last of ruggespraak en waken in algemene zin tegen verstrengeling van hun persoonlijke of zakelijke belangen met de belangen van de Stichting.
2. Het algemeen bestuur is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
3. Een bestuurslid neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp waarbij dit bestuurslid een tegenstrijdig belang heeft.
Artikel 9
Onverenigbare functies en hoedanigheden
1. Niet lid van het algemeen bestuur zijn personen die:
a) een gesalarieerde functie hebben bij de Stichting, met uitzondering van de directeur-bestuurders;
b) middellijk of onmiddellijk betrokken zijn bij de levering van goederen of diensten aan de Stichting;
c) zitting hebben in de GMR, de MR van Het Xxxxxxxx College of één van de medezeggenschapsraden verbonden aan de door de Stichting in stand gehouden scholen en het Decentraal Georganiseerd Overleg;
d) een zodanige andere functie bekleden dat het lidmaatschap van het algemeen _ bestuur kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de Stichting dan wel tot ongewenste vermenging van belangen;
e) lid zijn van het gemeenschappelijk orgaan, de gemeenteraden of de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten De Marne, Eemsmond en _ Winsum;
2. Niet lid van het algemeen bestuur zijn personen - en hun bloed- en aanverwanten _ tot en met de eerste graad die werknemer zijn van de Stichting, met uitzondering van leden van het dagelijks bestuur.
3. Leden van het algemeen bestuur, evenals hun bloed- en aanverwanten tot de tweede graad mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de Stichting. Zij melden hun nevenfuncties aan het algemeen bestuur, dat zorg draagt voor een geactualiseerd toegankelijk overzicht.
Artikel 10 Zittingsduur
1. De zittingsduur van een lid van het dagelijks bestuur wordt bepaald door de duur van de benoeming. De overige leden van het algemeen bestuur worden voor vier jaar benoemd en kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maximaal twee maal, worden herbenoemd.
2. De in lid 1 bedoelde leden van het algemeen bestuur treden na het verstrijken van hun zittingstermijn af volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen rooster van aftreden. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
3. Een lid van het algemeen bestuur, niet zijnde het dagelijks bestuur, dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.
4. Bij herbenoeming houdt het algemeen bestuur rekening met de wijze van taakvervulling in de voorafgaande periode en met de profielschets als bedoeld in artikel 7, lid 3.
5. Ingeval van vacatures behoudt het algemeen bestuur zijn bevoegdheden.
Artikel 11
Einde lidmaatschap algemeen bestuur
1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt door:
a) het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;
b) overlijden;
c) schriftelijke ontslagneming;
d) door verlies van het vrije beheer over het vermogen;
e) door ontslag op grond van artikel 2: 298 Burgerlijk Wetboek;
2. Een lid van het dagelijks bestuur verliest zijn lidmaatschap van het dagelijks bestuur door het eindigen van zijn aanstelling en op het moment dat betrokkene het lidmaatschap van het algemeen bestuur verliest.
Artikel 12
Xxxxxxxxx en ontslag
1. Een lid van het algemeen bestuur, dat door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van het algemeen bestuur kan door het algemeen bestuur voor maximaal vier (4) maanden worden geschorst of worden ontslagen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde leden aanwezig zijn.
2. De stem en aanwezigheid van het lid die de schorsing of het ontslag betreft, wordt _
bij het bepaalde in de vorige volzin niet meegerekend.
3. Het algemeen bestuur doet van een besluit als bedoeld in lid 1 mededeling aan het _
gemeenschappelijk orgaan.
Artikel 13
Functies in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur
1. De leden van het algemeen bestuur kiezen uit de leden, niet zijnde een lid van het dagelijks bestuur, voor een periode van vier (4) jaar een voorzitter van het algemeen bestuur en kunnen eventuele taken onderling verdelen bij reglement.
2. De leden van het algemeen bestuur benoemen één van de leden van het dagelijks bestuur als voorzitter van het dagelijks bestuur.
Artikel 14
Taken en bevoegdheden dagelijks bestuur
1. Onverminderd het bepaalde in lid 2, 3 en lid 4 van dit artikel en de bevoegdheden van het algemeen bestuur zoals beschreven in artikel 15 is het dagelijks bestuur belast met het besturen van de Stichting en de instandhouding van de scholen die _ onder het bevoegd gezag van de Stichting ressorteren.
2. Het dagelijks bestuur is met voorafgaande goedkeuring van het algemeen bestuur bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen die voortvloeien uit door het algemeen bestuur vastgesteld respectievelijk goedgekeurd beleid, waaronder uitdrukkelijk begrepen:
a) het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen;
b) het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Op het ontbreken van de goedkeuring van het algemeen bestuur kan jegens derden _
een beroep worden gedaan.
3. Voorts heeft het dagelijks bestuur voorafgaande goedkeuring van het algemeen
bestuur nodig voor besluiten tot:
a) de vaststelling van de kaderstellende missie, doelstellingen en ambities op Stichtingsniveau;
b) de vaststelling van de begroting;
c) de vaststelling van de jaarrekening;
d) het wijzigen van de statuten;
e) de vaststelling van het jaarverslag;
f) investeringen die niet zijn opgenomen in een door het algemeen bestuur goedgekeurd investeringsplan;
g) het wijzigen van de grondslag, opheffing, overname, overdracht of afsplitsing van één of meerdere scholen, onverminderd de bevoegdheid van het Gemeenschappelijk orgaan;
h) het aangaan, wijzigen en verbreken van samenwerking met een andere rechtspersoon of organisatie voor zover die samenwerking van ingrijpende betekenis is voor de Stichting;
i) het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en het oprichten van een andere rechtspersoon, alsmede de vaststelling en wijziging van diens statuten voor zover het dagelijks bestuur daartoe is bevoegd;
j) een reorganisatie;
k) het verlenen en uitbreiden van procuratie;
l) het verkrijgen alsmede het overdragen van het bestuur van een school en het voorstel aan de betrokken gemeenteraad of -raden tot het sluiten van een school die onder het bevoegd gezag van de Stichting staat, voor zover het het _ Voortgezet onderwijs betreft.
4. Het algemeen bestuur kan besluiten dat een in lid 2 en 3 genoemd besluit niet aan _ haar goedkeuring is onderworpen wanneer het daarmee gemoeide belang een door _ het algemeen bestuur te bepalen en schriftelijk aan de directeur-bestuurder op te geven waarde niet te boven gaat.
5. Het algemeen bestuur is bevoegd ook andere besluiten dan in lid 2 en 3 van dit artikel zijn genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Die andere besluiten dienen duidelijk omschreven te worden en schriftelijk aan het dagelijks bestuur te worden meegedeeld.
6. Het ontbreken van goedkeuring als bedoeld in dit artikel tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directeur-bestuurder niet aan behoudens _ het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
Artikel 15
Taken en bevoegdheden algemeen bestuur
1. Met inachtneming van artikel 14 komt het algemeen bestuur de navolgende verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe:
a) het op onafhankelijke wijze houden van integraal toezicht op het beleid van het dagelijks bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting;
b) het toezien op een rechtmatige verwerving van de middelen van de organisatie;
c) het erop toezien dat middelen efficiënt en effectief worden ingezet en het erop toezien dat de organisatie haar maatschappelijke en wettelijke functie vervult _ en daardoor voldoende maatschappelijk is gelegitimeerd;
d) het vaststellen van een algemeen bestuursreglement;
e) het gevraagd en ongevraagd adviseren van het dagelijks bestuur;
f) het fungeren als klankbord voor het dagelijks bestuur;
g) het aanstellen, schorsen, berispen en ontslaan van de leden van het dagelijks bestuur;
h) het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden en bezoldiging van de leden van het dagelijks bestuur;
i) het in de hoedanigheid van werkgever periodiek beoordelen en evalueren van het functioneren van de leden van het dagelijks bestuur;
j) voorzien in de waarneming van leden van het dagelijks bestuur bij tijdelijke ontstentenis.
k) het toezien op de naleving door het algemeen bestuur van wettelijke verplichtingen, de door het algemeen bestuur gehanteerde code van goed bestuur en de afwijkingen van die code;
l) de periodieke beoordeling en evaluatie van het functioneren van het algemeen bestuur en individuele leden van het algemeen bestuur;
m) het benoemen van de externe registeraccountant;
2. Het dagelijks bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming over _
de in lid 1g tot en met 1i van dit artikel genoemde onderwerpen.
3. Bij de vervulling van zijn taak richt het algemeen bestuur zich naar het belang van _ de Stichting en de samenleving met inachtneming van de door de Stichting aanvaarde code(s) voor goed bestuur, deze statuten en het bestuursreglement als bedoeld in artikel 17.
Artikel 16 Vertegenwoordiging
1. Het algemeen bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan het dagelijks bestuur.
3. Het dagelijks bestuur kan anderen die werkzaam zijn bij de Stichting de bevoegdheid geven om de Stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
4. In gevallen waarin naar het oordeel van het algemeen bestuur sprake is van een verstrengeling van belangen en/of tegenstrijdig belang tussen het dagelijks bestuur en de Stichting, wordt de Stichting vertegenwoordigd door een bijzonder vertegenwoordiger, door het algemeen bestuur daartoe al dan niet uit zijn midden _ aangewezen.
Artikel 17 Bestuursreglement
1. Het algemeen bestuur stelt een bestuursreglement vast, waarin bepalingen over de _
werkwijze van het dagelijks bestuur alsook bepalingen over de relatie tussen het
dagelijks bestuur en algemeen bestuur zijn opgenomen. In dit reglement zijn eveneens richtlijnen opgenomen over de wijze waarop het algemeen bestuur het intern toezicht uitoefent.
2. Leidend voor het bestuursreglement zijn de statuten van de Stichting en de door de Stichting aanvaarde code(s) voor goed bestuur.
Artikel 18
Vergaderingen van het algemeen bestuur
1. Het algemeen bestuur vergadert ten minste vier (4) maal per jaar.
2. Vergaderingen van het algemeen bestuur worden gehouden:
a) indien de voorzitter dit nodig of wenselijk acht;
b) indien ten minste twee leden van het algemeen bestuur daartoe schriftelijk - daaronder mede begrepen per fax of email - en onder opgave van de te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richten. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, zodanig dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie (3) weken na het verzoek, zijn de verzoekers bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
3. Het bijeenroepen van de vergadering van het algemeen bestuur geschiedt tenminste vijf (5) dagen tevoren, schriftelijk door of namens de voorzitter, behoudens het bepaalde in het tweede lid onder b van dit artikel.
4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het algemeen bestuur. Indien deze afwezig is, wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
5. Van het behandelde in de vergaderingen van het algemeen bestuur wordt een verslag gemaakt door een door het algemeen bestuur aan te wijzen notulist. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur vastgesteld
Artikel 19
Openbaarheid van vergaderingen
1. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. Het kan slechts met de deuren gesloten vergaderen voor zover naar zijn oordeel onderwerpen aan de orde zijn, waarvan behandeling in een openbare vergadering, bij afweging van het belang of _ het belang gelegen in de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, niet gerechtvaardigd is.
2. De vergadering wordt besloten gehouden, wanneer tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of wanneer de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. _ Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het algemeen bestuur anders beslist.
Artikel 20
Geheimhouding van stukken
1. Het algemeen bestuur kan op grond van belangen genoemd in artikel 4 van de Wet Openbaarheid van Bestuur, omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de
inhoud van de stukken die aan hem zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.
2. De opgelegde geheimhouding uit het voorgaande lid wordt zowel door degenen die bij de behandeling aanwezig waren, als door degenen die op andere wijze van het behandelde of van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur de geheimhouding opheft.
Artikel 21
Besluiten in vergadering algemeen bestuur
1. De vergadering wordt niet geopend voordat de meerderheid van het aantal zitting hebbende leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
2. Indien een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen veertien (14) dagen een nieuwe vergadering.
3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten, indien een meerderheid van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
4. Het algemeen bestuur kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de in artikel 18 gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van de vergadering in acht zijn genomen, behoudens het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
5. Indien in een vergadering van het algemeen bestuur alle in functie zijnde leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn voorschriften voor het oproepen en houden van de vergadering niet in acht genomen.
6. Ieder lid van het algemeen bestuur heeft het recht tot het uitbrengen van één (1) stem. Voor zover deze statuten of een reglement geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle besluiten van het algemeen bestuur genomen met meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
7. Een lid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering, voldoende volmacht. De volmacht dient te zijn verleend voor één of meer duidelijk bepaalde onderwerpen. Een lid van het algemeen bestuur kan slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
8. Alle stemmingen ter vergadering over zaken geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke toestemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
9. Indien de stemmen staken bij een stemming over personen, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist de voorzitter.
10. Indien de stemmen staken bij een stemming over zaken, wordt het nemen van een _
besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien bij herstemming de stemmen
xxxxxx, beslist de voorzitter. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.
11. Een algemeen bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming _ indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is _ met het belang van de Stichting en/of de onder haar bevoegd gezag ressorterende scholen.
Artikel 22
Besluiten buiten vergadering
Het algemeen bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle algemeen _ bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk of door middel van een door enig telecommunicatiemiddel overgebracht geschrift hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de notulist een verslag opgemaakt dat na medeondertekening door de voorzitter bij het verslag van de eerstvolgende vergadering wordt gevoegd.
Artikel 23 Verantwoording
1. Het algemeen bestuur brengt jaarlijks aan het gemeenschappelijk orgaan verslag uit omtrent zijn werkzaamheden. Het algemeen bestuur besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en aan de wijze waarop het intern toezicht op het bestuur is uitgeoefend.
2. Het verslag wordt bekendgemaakt.
Artikel 24
Boekjaar en jaarstukken
1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het dagelijks bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Aan het gemeenschappelijk orgaan biedt het dagelijks bestuur jaarlijks aan voor één december, een door het algemeen bestuur goedgekeurde begroting met toelichting _ voor het komende jaar van de baten en de lasten van de activiteiten, ter goedkeuring, op basis van de wettelijke vereisten. Aan het gemeenschappelijk orgaan biedt het dagelijks bestuur jaarlijks aan vóór één juli, een door het algemeen bestuur goedgekeurde rekening over het afgelopen jaar van de Stichting, ter instemming, op basis van de wettelijke vereisten.
4. Het algemeen bestuur is te allen tijde bevoegd om een aan een registeraccountant _ verleende opdracht in te trekken teneinde een andere registeraccountant aan te wijzen.
5. Nadat goedkeuring als bedoeld in lid 3 van dit artikel is verkregen, stelt het dagelijks bestuur de begroting en jaarrekening vast.
6. Indien vóór één februari van het jaar waarvoor de begroting geldt de begroting niet is goedgekeurd, neemt het gemeenschappelijk orgaan de maatregelen die hij nodig _ acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
Artikel 25 Archief
Het dagelijks bestuur draagt met inachtneming van de Archiefwet zorg voor de archiefbescheiden.
Artikel 26 Statutenwijziging
1. Het dagelijks bestuur is na instemming van het algemeen bestuur en het gemeenschappelijk orgaan bevoegd de statuten te wijzigen.
2. Het besluit van het algemeen bestuur tot het verlenen van instemming behoeft twee/derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin alle leden vertegenwoordigd zijn. Indien niet het vereiste aantal leden van het algemeen bestuur vertegenwoordigd is, zal binnen veertien (14) dagen na het houden van de _ eerste vergadering een tweede vergadering worden bijeengeroepen, waarin alsdan met meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen een besluit tot statutenwijziging kan worden genomen.
3. Instemming door het gemeenschappelijk orgaan kan slechts worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het bestuur niet is verzekerd.
4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
5. Ieder van de algemeen bestuurders is bevoegd deze akte te doen verlijden. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
Artikel 27
Juridische fusie en juridische splitsing
1. Het dagelijks bestuur is met goedkeuring van het algemeen bestuur bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische splitsing van de Stichting.
2. Het bepaalde in artikel 26, lid 2 is van overeenkomstige toepassing op besluiten van het algemeen bestuur tot verlening van goedkeuring tot fusie en splitsing.
3. Een besluit tot juridische fusie waarbij de Stichting verdwijnt is
voorts onderworpen aan de goedkeuring van het gemeenschappelijk orgaan. Een besluit tot juridische fusie waarbij de Stichting als verkrijgende rechtspersoon optreedt, is niet onderworpen aan zodanige goedkeuring
Artikel 28
Ontbinding en vereffening
1. Het dagelijks bestuur is na voorafgaande goedkeuring van het algemeen bestuur en het gemeenschappelijk orgaan bevoegd de Stichting te ontbinden.
2. Het bepaalde in artikel 26, lid 2, is van overeenkomstige toepassing op besluiten van het algemeen bestuur tot verlening van goedkeuring aan ontbinding van de Stichting.
3. Voorts is het gemeenschappelijk orgaan, in geval van ernstige taakverwaarlozing door het algemeen bestuur of in geval van functioneren van het algemeen bestuur _
in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de Stichting te ontbinden.
4. Tenzij het algemeen bestuur anders besluit, is het dagelijks bestuur belast met de vereffening.
5. De vereffenaar draagt er zorg voor dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het handelsregister gehouden op het kantoor van de Kamer van koophandel.
6. Het algemeen bestuur stelt de bestemming van het batig liquidatiesaldo vast. Het batig liquidatiesaldo wordt zoveel mogelijk bestemd in overeenstemming met het doel van de Stichting, tenzij het algemeen bestuur na goedkeuring van het gemeenschappelijk orgaan anders beslist.
7. Na de ontbinding blijft de Stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening _ van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaar aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het handelsregister gehouden op het kantoor van de Kamer van koophandel.
Artikel 29
Vrijwaring en vrijtekening
1. De Stichting stelt iedere persoon die, vanwege het feit dat hij lid van het algemeen bestuur is of was (derhalve het dagelijks bestuur daaronder begrepen), als partij betrokken is of was of als een op diens betrokkenheid als partij uitlopende ontwikkeling aannemelijk is bij een op handen zijnde, aanhangige of beëindigde actie of procedure van welke aard dan ook, door of namens de Stichting dan wel door derden ingesteld, schadeloos voor alle nadelige financiële gevolgen, daaronder begrepen kosten en boetes, die hij in werkelijkheid en redelijkerwijze heeft moeten _ dragen in verband met een dergelijke actie of procedure, mits hij heeft gehandeld op een wijze die hij redelijkerwijze kon beschouwen in het belang van of niet tegen de belangen van de Stichting te zijn, en tenzij (en voor zover) het doen van een beroep op deze regeling in strijd zou zijn met de goede trouw. Daarbij wordt het begrip goede trouw zo ruim uitgelegd als juridisch van tijd tot tijd mogelijk is.
2. Een schadeloosstelling door de Stichting bedoeld in het vorige lid geschiedt na een _
vaststelling dat het lid van het algemeen bestuur voldaan heeft aan de van toepassing zijnde gedragsnorm genoemd in het vorige lid. Deze vaststelling geschiedt door het algemeen bestuur in een voltallige vergadering.
3. Kosten gemaakt voor het voeren van verweer in een actie of procedure kunnen door de Stichting worden voorgeschoten in afwachting van de einduitspraak in de actie _ of procedure en wel krachtens besluit van het algemeen bestuur met betrekking tot het desbetreffende geval, na ontvangst van een schriftelijke toezegging door of namens het lid van het algemeen bestuur om dit bedrag terug te betalen, tenzij uiteindelijk vastgesteld wordt dat hij het recht heeft door de Stichting schadeloos
gesteld te worden zoals in dit artikel bepaald.
4. De schadeloosstelling voorzien in dit artikel wordt niet geacht enig ander recht uit te sluiten, die de betrokken persoon zou kunnen toekomen krachtens een reglement,
(verzekerings)overeenkomst of van de niet-belanghebbende algemeen bestuursleden of anderszins en zal blijven gelden voor een persoon die geen lid van het algemeen _ bestuur meer is en zal ook ten goede komen aan de erfgenamen of legatarissen.
Artikel 30
Overgangs- en slotbepalingen
1. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
2. In gevallen waarin de wet, een reglement of deze statuten niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.
3. In alle gevallen waarin de bepalingen van deze statuten in strijd blijken te zijn met _
de wet, prevaleert de wet.
SLOT
Deze akte is verleden te Winsum op de datum als in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
De verschenen personen hebben eenparig verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte van de inhoud kennis te hebben genomen, hiermee in te stemmen en de gevolgen hiervan onvoorwaardelijk te aanvaarden. Zij verklaarden op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen. De zakelijke inhoud van de akte is door mij, notaris, aan de verschenen personen medegedeeld en toegelicht. De verschenen personen zijn door mij, _ notaris, gewezen op de gevolgen die voor hen uit de inhoud van de akte voortvloeien.
Onmiddellijk daarna is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR WOORDELIJK GELIJKLUIDEND UITTREKSEL:
Volgt ondertekening