CEI 79-2
XXX 00-0
EN 50131-3
EN 50131-6 CEB T014
SmartLiving Inbraakcentrale Gebruikershandleiding
INIM Electronics s.r.l. (Verkoper, Ons, wij) garanderen de originele koper dat dit product bij normaal gebruik vrij zal zijn van defecten in materialen en werkmanschap over een periode van 24 maanden. Aangezien INIM Electrononics s.r.l. dit product niet zelf installeert, en daardoor de mogelijkheid bestaat dat het gebruikt wordt met andere materialen niet goedgekeurd door Ons; geeft INIM Electronics s.r.l. geen garantie tegen verlies van kwaliteit, vermindering in prestatie van dit product of actuele beschadigingen tegen materialen, onderdelen of andere te vervangen goederen (verbruiksgoederen) die niet gemaakt of aanbevolen zijn door INIM Electronics s.r.l. De verplichting en aansprakelijkheid van de verkoper in deze garantie is nadrukkelijk beperkt tot herstel of vervanging, (keuze van de verkoper) van producten die niet voldoen aan de door ons vooropgestelde specificaties. Op geen enkel moment kan INIM electronics s.r.l. verantwoordelijk gehouden worden door de aankoper of een ander persoon voor verlies of beschadiging hetzij direct, indirect, ten gevolge van of inicidentieel, inbegrepen zonder beperking door schade gederfde winst, gestolen goederen of schadevergoeding van een andere partij veroorzaakt door defecte producten of ten gevolge van onjuiste installatie of gebruik van dit product.
Dit product wordt met ingang van de keuringsdatum 24 maanden lang tegen eventuele defecten in de bewerking of het materiaal gedekt. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door:
• Onjuist gebruik of nalatigheid
• Schade veroorzaakt door weersinvloeden
• Vandalisme
• Slijtage
INIM Electronics s.r.l. we behouden ons het recht voor om defecte producten naar ons inzien te repareren of te vervangen. De garantie is niet langer geldig als het defect te wijten is aan een onjuist gebruik of een gebruikswijze die niet in deze handleiding beschreven is. Raadpleeg het verkoopcontract voor overige informatie omtrent de garantie.
INIM Electronics acht zich niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade aan personen of voorwerpen veroorzaakt door het gebruik van het apparaat in andere omstandigheden dan voorzien.
De installatie van deze centrale moet in overeenstemming met de aanwijzingen van deze handleiding en de van kracht zijnde voorschriften, normen en reglementen op het gebied van brandbestrijding door ervaren personeel verricht worden.
De informatie in deze handleiding is gereserveerd eigendom van INIM Electronics s.r.l. De verveelvoudiging ervan is niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van INIM Electronics s.r.l.
Alle rechten voorbehouden.
Hiebij verklaart INIM Electronics s.r.l. dat de SmartLiving serie alarmpanelen, de Air 2 serie randmodules en de SmartLink in overeenstemming zijn met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen in richtlijn 1999/5/CE.
Verder verklaart INIM Electronics s.r.l. ook dat alle andere modules die in deze handleiding voorkomen in overeenstemming zijn met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen in richtlijn 2004/108/CE.
De volledige conformiteitsverklaring kan gevonden worden op: xxx.xxxx.xxx/xx.xxxx.
De modules beschreven in de handleiding, samen met de instellingen gedaan tijdens de installatiefase volgens de hier opvolgende geïllustreerde richtlijnen zijn in overeenstemming met de Italiaanse norm CEI 79-2:1998+Ab:2000 prestatie niveau 2 van Europese normen CEI EN 50131-3:2009 (in verwijzing naar controle en indicatie apparatuur - inbraakpanelen) en CEI EN 50131-6:2008 (in verwijzing naar voedingen) security graad 2.
Ter ondersteuning van onderzoek, ontwikkeling, installatie, testen, nazicht en onderhoud van alarmpanelen geïnstalleerd in gebouwen bekijk a.u.b. de volgende normatieve documenten:
XXX 00-0 en CEI CLC/TS 50131-7.
Bij het installeren van INIM systemen is het aan het installatiebedrijf om het system te installeren met XXX 00-0 conforme modules anders dan modules conform de Europese normen series EN50131 binnen de richtlijnen opgesomd in amendement CEI 79- 2;V1:2010.
Garantie
Uitsluiting van garantie
Copyright
Overeenstem ming met Europerse regelgeving
Installatievo orschriften (DM 37/08)
Inhoud- stabel
Garantie 2
Uitsluiting van garantie 2
Copyright 2
Overeenstemming met Europerse regelgeving 2
Installatievoorschriften (DM 37/08) 2
Inhoudstabel 3
Hoofdstuk 1 Algemene informatie 5
1-1 Gegevens van de fabrikant 5
1-2 Beschrijving van het product en de modellen 5
1-3 Omgevingsomstandigheden 6
1-4 Gecertificeerde elementen en conformiteit met de richtlijnen 6
1-5 Handleidingen 7
1-6 Kwalificatie van de bedieners 7
1-7 Toegangsniveaus 8
1-8 Definities – Begrippenlijst 8
Hoofdstuk 2 Het SmartLiving systeem 9
2-1 Inleiding 9
2-2 De technologieën 10
2-3 Keypads 10
2-4 Lezer - nBy 18
2-5 Gebruikerscodes 20
2-6 Tags 21
2-7 Meerdere installaties 22
2-8 Telefoonfuncties 23
2-9 Functies web / e-mail 23
2-10 AlienMobile applicatie 24
2-11 Activering scenario's 24
Hoofdstuk 3 Sneltoetsen 25
3-1 Sneltoetsen op keypad 25
3-2 Sneltoetsen op code 26
3-3 Sneltoets op tags en lezers 26
3-4 Lijst met sneltoetsen 27
Hoofdstuk 4 Spraakfuncties 28
Hoofdstuk 5 Het systeem gebruiken 29
5-1 Beheer alarmen 29
5-2 Partities activeren en deactiveren 31
5-3 Memo bericht en huistelefoon 33
5-4 Activaties 34
5-5 Bekijken 35
5-6 Activering en deactivering van de uitgangen 38
5-7 De datum en het tijdstip wijzigen 39
5-8 Instellingen keypad 39
5-9 De PIN code wijzigen 41
5-10 Telefoon Nummers wijzigen 42
3
5-11 Aanvraag teleassistentie 42
5-12 Overtijd 43
5-13 Thermostaat 43
5-14 Remote toegang met behulp van Nexus 44
5-15 Codes 45
5-16 Inluisteren 47
5-17 Afluisteren staat partities 47
5-18 De telefoon gebruiken 47
5-19 Functietoetsen Alien. 49
5-20 De SmartLAN/G gebruiken 51
5-21 Gebruik van de AlienMobile applicatie 52
5-22 Photo frame 52
Aanhangsel A Begrippenlijst 53
Aanhangsel B Default sneltoetsen 58
Aanhangsel C Gesignaleerde fouten 59
Notes 63
Hoofdstuk 1
ALGEMENE INFORMATIE
Gegevens van de fabrikant
Fabrikant: INIM Electronics s.r.l. Productielokatie: Xxx Xxxxx Xxxxxx - Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx: 00000, Xxxxxxxxxxxxx (XX) - Xxxxxx
Tel.: x00 0000 000000
Fax: x00 0000 000000
Het personeel, gemachtigd door de fabrikant om een willekeurig onderdeel van het systeem te vervangen of te repareren, mag uitsluitend op systemen met het merk INIM Electronics ingrijpen.
1-1
Beschrijving van het product en de modellen
Omschrijving: inbraakcentrale
Modellen: SmartLiving 505
SmartLiving 515
SmartLiving 1050 SmartLiving 1050L SmartLiving 10100L
Toegepaste normen: IEC 79-2:1998+Ab:2000, IEC EN 50131-3:2009 en IEC EN 50131-6:2008
Certificatie-instelling: IMQ – Beveiligingssystemen Beschermingsgraad: 2
In de tabel hieronder staan de belangrijkste eigenschappen van de verschillende modellen van de centrale:
1-2
Tabel 1: Centrales - algemene kenmerken
SmartLiving centrales | 000 | 000 | 0000 | 1050L | 10100L |
Totaal aantal aansluitklemmen | 5 | 15 | 50 | 100 | |
Aansluitklemmen in centrale | 5 | 10 | |||
Aansluitklemmen in de centrale die als ingangen geconfigu- reerd kunnen worden | 5 | 10 | |||
Aansluitklemmen in de centrale die als rolluik/schok geconfi- gureerd kunnen worden | 2 | ||||
Aansluitklemmen in de centrale die als uitgangen geconfigu- reerd kunnen worden | 0 | 5 | |||
Totale zones | 10 | 30 | 100 | 200 | |
Uitgangen relais in centrale | 1 | ||||
Open-collector uitgangen in centrale | 2 (150mA) | 2 (500mA) | |||
Partities | 5 | 10 | 15 | ||
Keypads (Joy, nCode/G, Concept/G, Alien) | 5 | 10 | 15 | ||
Lezers nBy | 10 | 20 | 30 | ||
Elektronische tags en afstandsbedieningen | 50 | 100 | 150 | ||
Mogelijke tagcombinaties | 4294967296 | ||||
Codes | 30 | 50 | 100 | ||
Scenario's | 30 | ||||
Timer | 10 | 20 | |||
Registreerbare events | 500 | 1000 |
Omgevingsomstandigheden
De randapparatuur Joy/GR, Joy/MAX, nCode/G, Concept/G, Alien/S, Alien/G, IB100, FLEX5, Nexus en nBy/X mogen niet buiten geïnstalleerd worden en functioneren bij de volgende omgevingsomstandigheden:
• Temperatuur: van -10° tot +40°C
• Maximale vochtigheid:75% (zonder condensatie)
• Omgevingsklasse:II
De lezer nBy/S kan buiten geïnstalleerd worden en functioneert bij de volgende omgevingsomstandigheden:
• Temperatuur: van -25° tot +70°C
• Maximale vochtigheid:93% (zonder condensatie)
• Beschermingsgraad:IP 34
• Omgevingsklasse:IV
1-3
Gecertificeerde elementen en conformiteit met de richtlijnen
De SmartLiving centrale en de apparaten die in deze handleiding beschreven worden, zijn door IMQ - Beveiligingssystemen gecertificeerd voor de conformiteit met normen IEC 79-2:1998+Ab:2000, IEC EN 50131-3:2009 en IEC EN 50131-6:2008, mits ze
geprogrammeerd worden.
De doos van de centrale bevat de volgende gecertificeerde elementen:
• Switching voeding INIM Electronics
• Hoofdkaart (IN082 of IN088)
• Kaart spraakmodule SmartLogos30M (optie)
• Kaart voor de uitbreiding van de in-/uitgangen FLEX5/U (optie)
• Kaart relais AUXREL32 (optie)
• LAN Interface kaart SmartLAN/SI en SmartLAN/G (optie)
• Kaart isolator BUS IB100/RU (optie)
• Kit temperatuurcompensatie voor laadspanning batterij ProbeTH (optie)
• Kit anti-sabotage TamperNO (optie)
• Back-up batterij, 12 V @ 17 Ah
• Waarschuwingsapparatuur type B, ingebouwd in de hoofdkaarten IN082 en IN088
De conformiteit van de centrale wordt tevens gewaarborgd als ze aangesloten is op de volgende apparatuur:
• Kaart voor de uitbreiding van de in-/uitgangen FLEX5/P
• Keypads Joy/MAX, Joy/GR, Concept/G, nCode/G
• Nabijheidslezer nBy/S voor uitwendige montage
• Nabijheidslezer voor universele montage nBy/X
• Isolator BUS IB100/RP
• Zelfvoedende Isolator BUS IB100/A
• Kaart voor nCard nabijheidslezers
• Tag voor nKey of nBoss nabijheidslezers
• Zelfvoedende sirene voor uitwendige montage Xxx, Xxx-F, Ivy-M, Ivy-FM, Ivy-B, Ivy- BF, Ivy-BM, Ivy-BFM
• Apparaten van het systeem via radio XXX0, XXX0-XX000 (zender-ontvanger), Air2- IR100 (infrarood sensor), Air2-MC100 (magnetisch contact)
De waarschuwingsapparatuur ATS2 (zie EN50131-1:2008-02, paragraaf 8.6 Melding, tabel 10, pag.
• Zendtijd - classificatie D2 (60 seconden)
• Zendtijd - max. waarden M2 (120 seconden)
• Classificatie tijd - classificatie T2 (25 seconden)
• Beveiliging voor vervanging S0 (geen detectie voor vervangen apparaat)
• Beveiliging voor informatie I0 (geen detectie voor vervangen boodschap)
1-4
TYPE B WAARSCHUWINGSAPPA RATUUR
Handleidingen
Installatiehandleiding
De installatiehandleiding is niet in de verpakking van de centrale ingesloten en kan bij de verkoper besteld worden. Xxxx deze handleiding aandachtig door zodat u en grondige kennis heeft van alle onderdelen van het SmartLiving systeem.
De installateur moet de aanwijzingen van de fabrikant zorgvuldig opvolgen, teneinde de correcte functionering van het systeem te waarborgen en tegelijkertijd de waarschuwingen inzake de actieve en passieve veiligheid van de installatie in acht te nemen.
1-5
1-5-1
Installatie- en programmeringshandleiding
De handleiding wordt samen met elke centrale geleverd en is een blad waarop de aanwijzingen staan beschreven en geïllustreerd die de installateur nodig heeft voor een snelle installatie en programmering van het systeem SmartLiving. Dit blad bevat een Quick Guide voor de eerste inschakeling, schema's voor de bedrading en de vereiste aansluitingen, een tabel voor de adressering van de randapparatuur, een Quick Guide voor programmering met keypad en de standaardwaarden van de parameters voor de programmering.
1-5-2
Gebruikershandleiding
(deze handleiding)
DCMUIND0SLIVINGE
5.10
De gebruikershandleiding wordt samen met elke centrale geleverd en moet aandachtig door de installateur doorgelezen worden. Aan het einde van de installatie moet de gebruikershandleiding aan de gebruiker overhandigd worden. De gebruiker moet alle functies van het systeem en de configuratie, ingesteld door de installateur, begrepen hebben.
De installateur moet controleren of de gebruiker in het bezit is van de gebruikershandleiding en of hij alle functies van het systeem correct begrepen heeft.
Kwalificatie van de bedieners
Installateur
De installateur is de persoon (of groep personen) die het inbraaksysteem installeert in overeenstemming met de vereisten van de opdrachtgever en de van toepassing zijnde normen en wetten. De installateur moet de gebruiker (of gebruikers) bovendien over het correcte gebruik van het systeem inlichten.
Onder normale omstandigheden mag de installateur het systeem zonder toestemming van de gebruiker niet activeren/deactiveren. Alle delen van het systeem moeten gedeactiveerd worden alvorens u zich toegang tot de programmering van de parameters verschaft.
De toegangscode van de installateur stemt overeen met de toegangscode van het niveau 3.
1-5-3
CODE VAN DE HANDLEIDING
HERZIENING
1-6
1-6-1
Gebruiker
De gebruiker of gebruikers zijn de personen die gebruik maken van de ruimte waar het SmartLiving inbraaksysteem geïnstalleerd is. De gebruikers kunnen het systeem of delen ervan activeren of deactiveren nadat ze zich hebben aangemeld.
Gezien de extreme flexibiliteit van het systeem kunnen de meest voorkomende handelingen ook zonder toestemming verricht worden. Deze functioneringswijze moet echter uitdrukkelijk door de opdrachtgever aangevraagd worden. De opdrachtgever moet in dit geval ingelicht worden over de gevaren die aan deze functioneringswijze gebonden zijn (valse alarmen, ongewenste activering/deactiveren, enz.).
1-6-2
Elke gebruiker heeft een code voor toegang tot het systeem. Via een codeprogrammering is het mogelijk een hiërarchisch niveau te bepalen:
• Gebruiker
• Manager
• Master
Naargelang uw hiërarchisch niveau ( waar “Gebruiker” het laagste niveau is) heeft elke code de mogelijkheid om het volgende uit te voeren op codes die hiërarchisch lager liggen:
•• activering/deactivering
•• wijziging PIN
•• wijziging van enkele programmeringsparameters
Als de systeemprogrammering conform is met de norm EN 50131 veiligheidsgraad 3, kan een verzoek via keypad voor invoer van partities of wissen van geheugens, geautoriseerd worden door, behalve de gebruikerscode, een code van het niveau 3 (code installateur) in te voeren.
Toegangsniveaus
De normen bepalen voor de centrale de volgende toegangsniveaus die door de beperkingen van de bruikbaarheid onderscheiden worden:
• Niveau 1 - toegankelijk voor een willekeurig persoon (bijv. voorbijganger)
• Niveau 2 - toegankelijk voor de gebruiker
• Niveau 3 - toegankelijk voor de installateur of het onderhoudspersoneel (uitdrukkelijk daarvoor bevoegd door een toegangsniveau 2)
• Niveau 4 - toegankelijk voor de fabrikant
Definities – Begrippenlijst
Teneinde de bestudering en het begrip van de handleiding en dus de installatie en het gebruik van het SmartLiving systeem te bevorderen, moet de begrippenlijst in het aanhangsel van deze handleiding geraadpleegd worden (zie Aanhangsel A, Begrippenlijst).
Deze begrippenlijst bevat de beschrijving van de meest voorkomende technische begrippen op het gebied van veiligheid en de SmartLiving centrales.
1-7
1-8
Hoofdstuk 2
HET SMARTLIVING
SYSTEEM
Inleiding
INIM Electronics dankt u dat u voor een SmartLiving inbraakcentrale en -systeem gekozen heeft. Dit systeem garandeert een hoge beveiliging van de personen en voorwerpen aan de hand van het gebruik van de meest geavanceerde technieken in combinatie met een zeer eenvoudig beheer en gebruik.
INIM Electronics raad u aan om de aanwijzingen van de installateur en van handleiding aandachtig door te bestuderen alvorens u uw SmartLiving systeem zult gebruiken. Als u de meest eenvoudige handelingen onder de knie heeft kunt u de meest geavanceerde functies vanzelf begrijpen. Raadpleeg voor het gebruik van deze functies met uw installateur: hij moet de parameters van het systeem immers op dusdanige wijze programmeren dat het aan uw vereisten voldoet en moet er het correcte gebruik van verklaren.
Het (typische) systeem bestaat uit:
• een SmartLiving centrale
• inbraakdetectiesysteem (infrarood of microgolven sensoren, magnetische contacten, barrières, enz.)
• randapparatuur voor het beheer van de installatie: nabijheidslezers, keypads
• systemen voor de signalering van de alarmen en de events die door het systeem gedetecteerd worden (sirenes, licht- en geluidssignalen, enz.)
Het keypad (de modellen Joy/GR, Joy/MAX, nCode/G, Concept/G, Alien/S en Alien/G is het meest complete en meest veelzijdige randapparaat voor het beheren van de installatie: het grafische display toont alle noodzakelijke informatie en levert een geavanceerde gebruikersinterface gebaseerd op iconen voor een onmiddellijke en duidelijke herkenning van de te verrichten handelingen. Elke gebruiker, voorzien van een PIN code die op de keypads ingevoerd moet worden en door de centrale herkend wordt, kan bevoegd worden om het hele systeem of een deel ervan te bedienen.
De geavanceerde technologie ontwikkeld voor vocale boodschappen kan de gebruiker begeleiden tijdens de keuze van de handelingen die met duidelijke vocale boodschappen, die de handelingen beschreven, verricht kunnen worden.
Het systeem kan tevens met behulp van de nBy lezers (nBy/S voor wandmontage en nBy/X voor inbouw) beheerd worden. In vergelijking met de keypads zijn de functies van de lezers beperkt, maar desondanks vormen ze een uiterst handige en snelle interface voor de meest voorkomende dagelijkse handelingen, waaronder activeringen en deactiveringen. De gebruikers die een elektronische kaart hebben, kunnen de functies activeren en geactiveerd worden door de tag naar de nabijheidslezer te brengen.
De verschillende modellen van de centrale kunnen allemaal het tweerichtingssysteem via radio “Air2”, geproduceerd door INIM, beheren. Dit systeem, dat een bekabelde installatie kan bevatten, maakt het gebruik van sensoren via radio en afstandsbedieningen mogelijk.
De SmartLiving centrales kunnen een groot aantal events (niet alleen alarmen, maar ook defecten, sabotages, de herkenning van codes en tags, activeringen) herkennen en licht-/geluidssignalen activeren, telefonische oproepen verrichten, SMS boodschappen versturen via GSM en via de optionele SmartLAN/G kaart e-mails met bijlagen verzenden. De volgende 2 oproepen zijn mogelijk:
1. telecontrole oproepen (gericht aan telecontrole centrales) waarvoor de SmartLi- ving centrales over de meest voorkomende protocollen beschikken.
2. vocale oproepen (gericht aan personen) door middel van een zeer geavanceerd systeem dat met vocale boodschappen de gebruiker inlicht door een duidelijk boodschap af te spelen zodat onmiddellijk begrepen kan worden wat er aan de hand is.
De events kunnen tevens vocaal door de keypads JOY/MAX en Alien afgespeeld worden.
2-1
De SmartLiving centrales beschikken over talloze automatiseringsfuncties:
• wekelijks op tijd geprogrammeerde activeringen en deactiveringen:
• eenvoudige maar doeltreffende controlefuncties voor de toegang waarmee de functionering van codes en tags op tijd ingesteld kan worden
• geprogrammeerde activeringen voor het in- en uitschakelen van bijvoorbeeld verlichting 's nachts
• enz.
De technologieën
De tientallen jarenlange ervaring van het ontwikkelingsteam heeft de invoering van innovatieve functies, gebaseerd op technologieën die speciaal voor de beveiligingssector ontwikkeld zijn, bevorderd.
2-2
EASY4U
Dit is een verzameling van grafische en functionele eigenschappen die speciaal voor de gebruiker ontwikkeld zijn. De SmartLiving centrales zijn allemaal voorzien van keypads met een grafisch display 96x32. Het display stelt maximaal 4 regels met 16 alfanumerieke tekens ter beschikking of kan iconen, geassocieerd met de verschillende handelingen van de gebruiker, weergeven. Met behulp van sneltoetsen (in verzamelingen of reeksen elementaire commando's) is het mogelijk om met een enkele druk op een toets meerdere handelingen te verrichten waarvoor de centrales op de markt een ingewikkelde navigatie in het gebruikersmenu vereisen. Het gebruik van grafische symbolen voor de signalering van de staat van het systeem helpt de gebruiker duidelijk de huidige situatie te begrijpen en maakt het tevens mogelijk om de iconen aan de persoonlijke vereisten aan te passen.
Dankzij de nBy lezers kunt u niet alleen traditionele activeringen en deactiveringen verrichten, maar kunt u tevens dezelfde sneltoetsen op de keypads activeren.
De Joy/MAX en Alien keypads bevatten tevens een nBy nabijheidslezer.
2-2-1
VOIB
Dit is de acroniem die staat voor Voice Over Inim-bus. De communicatiebus is ontworpen om zeer hoge snelheden te ontwikkelen, teneinde de verzending van de stem in digitale vorm te ondersteunen. De stem is mogelijk daar waar de bus bereik heeft. De Joy/MAX en Alien keypads bevatten een microfoon en een luidspreker waarmee u de boodschappen van de centrale kunt registreren en afspelen. De compressie van het vocale signaal en een kaart die maximaal 30 minuten stem kan opslaan, maken het mogelijk om met elke event een boodschap te associëren. Dit boodschap kan via de bus verstuurd worden en zo het keypad bereiken alwaar het vervolgens afgespeeld zal worden. De digitalisering van de stem beperkt achtergrondgeluid, terwijl de verzending via de bus het gebruik van extra kabels voor de registratie of het afspelen van de vocale boodschappen elimineert.
Keypads
Het keypad is de meest complete interface voor het beheren van het beveiligingssysteem. De SmartLiving centrales kunnen de Joy/GR, Joy/MAX, nCode/G, Concept/G, Alien/S en Alien/G keypads, waarvan de eigenschappen in de volgende tabel opgenomen zijn, beheren:
2-2-2
2-3
Tabel 2: Keypads - functies
Modellen | Joy/MAX | Joy/GR | nCode/G | Concept/G | Alien/S | Alien/G |
Grafische display | Monochromatisch 96x32 | Touchscreen met 65536 kleuren | ||||
4,3 inch 480x272 | 7 inch 800x480 | |||||
Toetsen | 23 (van rubber) | 23 (touch) | Nee | |||
Leds voor signaleringen | 4 | Nee | ||||
Xxxxxx | Xx | |||||
Klemmen | 2 | 1 | Nee | 2 | ||
Microfoon | Ja | Nee | Ja | |||
Luidspreker | Ja | Nee | Ja | |||
Ingebouwde nabijheidslezer | Ja | Nee | Ja | |||
Temperatuursensor | Ja | Nee | Ja |
Tabel 2: Keypads - functies
Modellen | Joy/MAX | Joy/GR | nCode/G | Concept/G | Alien/S | Alien/G |
Verlichting geactiveerd door nabij- heidssensor | Nee | Ja | Nee | |||
Blokkering toetsen | Nee | Ja | Ja | |||
USB Poort | Nee | Ja | ||||
SD card | Nee | Max 32 GByte |
De verschillende modellen keypads onderscheiden zich wegens bepaalde functies, de uitwendige vorm en de toegankelijkheid van de toetsen: de JOY keypads beschikken over een klepje dat de toetsen beschermt; in het geval van de nCode/G en Concept/G keypads zijn de toetsen echter zichtbaar. Het Concept/G keypad is voorzien van "touch" toetsen. De keypads Alien hebben geen knoppen maar zijn voorzien van een grafisch kleuren display met touchscreen en de toegang is door middel van aanraking met de vinger of met een pen (meegeleverd bij de Alien/G) op de display.
De installateur kent aan ieder keypad de bijbehorende partities, porties/delen van de installatie toe die gebruikers met een code door middel van het keypad kunnen betreden.
Ook is het mogelijk om voor gebruikers zonder code de mogelijkheid tot beheer van het systeem uit te breiden. De centrales SmartLiving voegen andere functioneringswijzen toe aan het traditionele gebruikersmenu, dat bereikbaar is door middel van een code
Door middel van de keypads is het mogelijk om de sneltoetsfuncties (zie "Sneltoets" in de begrippenlijst), geassocieerd met de toetsen, te gebruiken . Aangezien het een beveiligings-/inbraaksysteem betreft, zijn doorgaans uitsluitend de
gebruikers in het bezit van een code bevoegd om handelingen op de keypads te verrichten. Desondanks is het mogelijk om met de sneltoetsen geassocieerd met de
toetsen , ..., iedereen de bevoegdheid te verlenen om de handelingen te verrichten die anders uitsluitend door bevoegde gebruikers (in het bezit van een code) verricht kunnen worden.
Ook de keypads Alien beschikken over sneltoetsfuncties, zoals activering van scenario's, en over toepassingen, zoals de instellingen van het keypad zelf, die geactiveerd kunnen worden zonder het invoeren van een code, maar alleen via een aantal toetsen op de display.
Natuurlijk is het de taak van de installateur om de sneltoetsen te programmeren en de gebruiker over het gebruik in te lichten: bijvoorbeeld, uitsluitend gebruikers met een code mogen de partities deactiveren als het nuttig kan zijn dat ze door iedereen geactiveerd kunnen worden. Op deze manier wordt de handeling onder controle gehouden en kan vastgesteld worden wie de partities gedeactiveerd heeft. Doorgaans zijn de handelingen die de beveiligingsgraad van het systeem verhogen voor iedereen beschikbaar, terwijl de handelingen die de beveiligingsgraad van het systeem beperken (deactiveringen, wissen van het alarm/sabotage geheugen, deactivering van de alarm/ sabotage uitgangen) uitsluitend door gebruikers met een code verricht mogen worden.
Elk Joy/MAX en Alien keypad kan als een programmeerbare chronothermostaat functioneren. Op deze manier kan een verwarmingsinstallatie/klimaatbeheersing in zones (een zone per keypad) beheerd worden.
De referentietemperatuur wordt gemeten door de temperatuursensor op het keypad. De hysterese is vastgesteld op 0.4°C.
Het Concept/G keypad met touch toetsen bevat tevens twee extra functies voor de directe toegang van de gebruiker.
Een functie maakt het mogelijk om de achtergrondverlichting van het display en de verlichting van de toetsen te activeren aan de hand van de nabijheid van de gebruiker tot het keypad. Dit is mogelijk dankzij een nabijheidssensor die met behulp van een
druk op de toetsen en geactiveerd of met een druk op en gedeactiveerd kan worden.
Een andere functie is de vergrendeling of ontgrendeling van de toetsen: de gebruiker
kan het keypad vergrendelen of ontgrendelen door de toets 3 seconden lang
ingedrukt te houden. De display toont de icoon hiernaast als het keypad vergrendeld is en een van de toetsen wordt aangeraakt.
TOETSEN
SNELTOETSEN
CHRONOTHERMOSTAAT
TOEGANG CONCEPT/G
Display van de keypads Joy, nCode en Concept
Het grafische LCD display van de keypads (96 x 32 pixel) is voorzien van achtergrondverlichting. De helderheid en het contrast van het display kan in een deel van het Gebruikersmenu ingesteld worden (zie paragraaf 5-8 Instellingen keypad).
Het is opgedeeld in vier regels, die voortdurend informatie geven over het systeem en over de status van de centrale,zonder dat de gebruiker met zijn code toegang heeft:
1° lijn:
2° lijn:
3° lijn:
4° lijn:
In de onderstaande tabel geven we een beschrijving van de weergaven van het keypad, die variëren al naar gelang de situatie of de staat waarin de centrale zich bevindt:
• Rust, dat wil zeggen de natuurlijk werkingssituatie van de centrale, zonder signaleringen van alarm, sabotage of storingen
• Alarm of sabotage van zone, dus wanneer de centrale de schending detecteert of signaleert dat er een schending van de zone heeft plaatsgevonden, door een inbraak of door het verdwijnen van een systeem
• Service, werkingsstatus waarin de centrale door de installateur wordt geplaatst voor onderhoud of voor programmering
2-3-1
18 : 23 01 / 02 / 2014
UAG I UAG I --
Tabel 3: Bekijken op het display
Regel van de display | Staat van de centrale | ||
Rust | Alarm of sabotage | Onderhoud | |
1 | 18 : 23 01 / 02 / 2014 Op de eerste regel bovenaan op de display worden de datum en het tijdstip weergegeven. | Cen t r a l e T03 Achtereenvolgens wordt elke 3 secon- den de beschrijving van de partities die het alarm of de sabotage veroorzaakt hebben weergegeven, als minstens een van de partities waar het keypad deel van uitmaakt een alarm/sabotage- geheugen heeft. Nota Dit geval onderscheidt zich van het signaleren van geopende zones door het knipperen van de rode LED . | Se r v i c e K03 Als de centrale in de Servicestatus is wordt er een string getoond met het adres van het keypad (in de afbeel- ding is dit de lezer met het adres 3). |
18 : 23 25 . 4 In het geval van het Joy/XXX xxxxxx wordt elke 3 secon- den de weergave van de datum vervangen met de weer- gave van de omgevingstemperatuur. | Onde r houdK03 P05 In het geval van een Joy/MAX toet- senbord toont de string tevens het adres van de lezer in het keypad (in de afbeelding is dit de lezer met het adres 5). | ||
Cen t r a l e T03 Als de optie van de centrale “Zien open zones” geactiveerd is, wordt achtereenvolgens en om de 3 seconden de beschrijving van de zones weergegeven, die niet in rust- stand verkeren als de partities van het toetsenbord gede- activeerd zijn. Cen t r a l e T03 De automatisch uitsluitbare zones worden negatief weer- gegeven. | Cen t r a l e T03 Onde r houdK03 P05 Achtereenvolgens worden de bovengenoemde strings getoond als de centrale in de service staat verkeerd en minstens een van de partities waar het keypad deel van uitmaakt een alarm/sabotage-geheugen heeft. | ||
2 links | UAG I UAG I -- Op de tweede regel links worden de tekens behorende bij de activeringsstaat van de partities, waar het keypad deel van uitmaakt, weergegeven: • U = partitie gedeactiveerd • A = partitie helemaal geactiveerd • G = partitie gedeeltelijk geactiveerd • I = partitie onmiddellijk geactiveerd • - = het partitie behoort niet tot het keypad In het geval van SmartLiving 505 en 515 worden 5 tekens getoond die de staat van de partities van 1 tot 5 tonen. In het geval van SmartLiving 1050 en 1050L worden 10 tekens getoond die de staat van de partities van 1 tot 10 tonen. In het geval van SmartLiving 10100L worden afwisselend elke 3 seconden 10 tekens getoond die de staat van het partities van 1 tot 10 tonen; vervolgens worden 5 tekens weergegeven die de staat van de partities 11 tot 15 tonen. | UAG I UAG I -- U P I UAG I -- De rode led van het keypad knip- pert en ook de tekens van de partities met een alarm/sabotage-geheugen knipperen als het partitie een dergelijk geheugen bevat. | De regel blijft onveranderd ten opzichte van de ruststand |
SCENAR I O 001 Als de parameter van de centrale "Toon scenario" is geactiveerd wordt op de tweede regel van de display van de keypads, links, de beschrijving van het geactiveerde scenario weergegeven. |
Tabel 3: Bekijken op het display
Regel van de display | Staat van de centrale | ||
Rust | Alarm of sabotage | Onderhoud | |
2 rechts | UAG I UAG I -- Op de tweede regel rechts kunnen een aantal iconen met verschillende informatie over het systeem weergegeven worden. Voor de beschrijving van de iconen verwijzen we u naar Tabel 4: Informatie iconen. | ||
3 4 | De regels drie en vier van het display bevatten de iconen behorende bij de sneltoetsen van de functietoetsen , ..., . Als er niet op alle functietoetsen van het keypad sneltoetsen geprogrammeerd zijn, blijven de ruimtes op de display leeg. |
De iconen die op de tweede regel op het rechter gedeelte verschijnen, geven informatie over het systeem, dus hun verschijnen of status (vast of knipperend) hangt af van de signalering die ze weergeven:
Tabel 4: Informatie iconen
Keypads | Alien | Naam | Afwezig | Vast | Knippert of brandt |
Telefoonlijn | Telefoonlijn bezet | Storing telefoonlijn | |||
Verdwijning | De geconfigureerde randappara- tuur is aanwezig | Minstens een randapparaat is verdwenen (keypad, lezer, uit- breiding) | De geconfigureerde randappara- tuur is aanwezig, maar eerder was een randapparaat verdwe- nen (geheugen verdwenen) | ||
Responder | Responder niet geactiveerd | Responder geactiveerd | |||
Teleassistentie | Teleassistentie niet geactiveerd | Teleassistentie geactiveerd | |||
Tag | Foute tag | ||||
Sabotage randappa- ratuur | De randapparatuur verkeert in correcte staat en de kleppen zijn gesloten | Minstens een randapparaat (keypad, lezer, uitbreiding) is gesaboteerd (klep geopend of verwijderd). | De randapparatuur verkeert in correcte staat en de deksels zijn gesloten, maar eerder werd een randapparaat als gesaboteerd aangegeven (geheugen sabo- tage) | ||
Sabotage centrale | De centrale verkeerd in perfecte staat en de klep is gesloten | De centrale is gesaboteerd (klep geopend of de centrale is van de muur verwijderd) | De centrale verkeert in uitste- kende staat en de klep is geslo- ten maar eerder was de klep geopend (geheugen sabotage centrale) | ||
Oproep op Nexus | Een GPRS verbinding via de Nexus/G communicator is in uit- voering. | ||||
SMS zenden | De verzending van een SMS is in uitvoering via de Nexus/G com- municator | ||||
LAN | De verzending van een event met SIA-IP protocol is in uitvoe- ring via LAN | De LAN kaart is verdwenen | |||
SIA-IP op Nexus | De verzending van een event met SIA-IP protocol is in uitvoe- ring via Nexus/G of een teleas- sistentie op GPRS | ||||
Thermostaat: winterstand | De thermostaatfunctie is niet geactiveerd | De thermostaatfunctie van het keypad is in de winterstand geplaatst (verwarming). | |||
Thermostaat: zomerstand | De thermostaatfunctie van het keypad is in de zomerstand geplaatst (klimaatbeheersing). | ||||
Thermostaat: ketel/klimatiseerin- richting | Ketel/klimatiseerinrichting func- tioneert niet | Ketel/klimatiseerinrichting func- tioneert |
Indien door de installateur voorzien, zal de icoon niet weergegeven worden als de Teleassistentie geactiveerd is.
Nota
De toetsen gebruiken
Hieronder beschrijven we het typische gebruik van de toetsen. Bepaalde toetsen kunnen ook bijzondere functies hebben die vervolgens beschreven zullen worden:
Tabel 5: Toetsen van het keypad
2-3-2
Toetsen | Naam | Typisch gebruik |
| Nummertoetsen | Worden gebruikt voor het invoeren van de PIN van de gebruikerscodes |
OK | Wordt gebruikt voor het bevestigen van een keuze, een selectie of een waarde van een parameter | |
| OMHOOG, OMLAAG | Worden gebruikt om door de lijsten van de menu's te lopen en de parameters op grafi- sche wijze af te stellen (bijvoorbeeld afstellingen van het keypad of het volume) |
| LINKS, RECHTS | Worden gebruikt om horizontaal door de parameters of de weergegeven gegevens te lopen (bijvoorbeeld voor de weergave van de partities in het register met events of de keuze van het partitie in het In/Uitsch menu) |
C | Wordt gebruikt om tijdens de navigatie in het gebruikersmenu een stap terug te keren zonder parameters of delen te bevestigen of om, na invoer van een PIN gebruiker en een druk op , de 3 verschillende weergaven van het gebruikersmenu te doorlopen (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes. | |
ESC | Wordt gebruikt om het gebruikersmenu definitief te verlaten zonder de eventuele para- meters of keuzes te bevestigen | |
ACTIVEREN | Wordt gebruikt voor het activeren van een parameter of een optie (zie paragraaf 5-4 Acti- vaties) | |
DEACTIVEREN | Wordt gebruikt voor het deactiveren van een parameter of een optie | |
| X0, X0, X0, X0 of functietoetsen | Wordt gebruikt voor het activeren van de sneltoetsen die met de desbetreffende iconen geassocieerd zijn. Worden tevens gebruikt als Noodtoetsen (zie paragraaf 2-3-3 Noodfuncties) |
Noodfuncties
De centrale beschikt over 3 speciale functies die via het keypad kunnen geactiveerd worden:
• Nood Brand
• Nood Medisch assistentie
• Nood Openbare veiligheid
De activering van een van deze noodtoestanden leidt tot het verwekken van de desbetreffende events waarop de activeringen van de uitgangen en oproepen moeten worden geprogrammeerd.
Om een van deze noodtoestanden te activeren, moet u gelijktijdig de volgende toetsen indrukken en ze minstens 3 seconden ingedrukt houden. Wacht op de biep ter bevestiging:
2-3-3
Tabel 6: Noodtoetsen
Noodtoestand | Toetscombinatie Joy, NCode, Concept | Alien toetsen |
Brand | + | |
Medisch assistentie | + | |
Openbare veiligheid | + |
De sneltoetsen verbonden met de iconen, die met de ingedrukte functietoetsen geassocieerd zijn, worden niet geactiveerd als u twee functietoetsen tegelijkertijd indrukt.
Nota
Signaleringen met de leds op het keypad
De volgende tabel vermeldt de signaleringen van de leds van de keypads Joy, nCode en Concept of van de iconen op de display Alien waarmee ze worden weergegeven.
Tabel 7: Leds van het keypad
2-3-4
LED/icoon activering | Rood | Geel | Blauw | Groen |
OFF Icoon niet aanwezig | De partities van het keypad zijn gedeactiveerd. | Er zijn geen actieve defecten. | De geopende zones behoren tot de partities van het keypad. | De primaire voedingsspanning (230V a.c.) ontbreekt. |
ON Vaste icoon | Minstens een partitie van het keypad is geactiveerd. | Er is minstens een actief defect. | De zones behorende bij de par- tities van het keypad zijn in de ruststand geplaatst: ze zijn gereed om geactiveerd te wor- den. | De primaire voedingsspanning (230V a.c.) is aanwezig. |
Knippert langzaam (ON: 0,5sec OFF: 0,5sec) | De partities van het keypad zijn gedeactiveerd. Een alarm/sabotage-geheugen is op minstens een van de par- tities van het keypad aanwezig of een alarmgeheugen van het systeem is aanwezig. | Er zijn geen actieve defecten. Minstens een zone van de parti- ties van het keypad is geïnhibi- teerd (uitgesloten) of is in de teststand geplaatst. | De zones behorende bij de par- tities van het keypad zijn in de ruststand geplaatst. De voicemail box bevat een boodschap die nog niet afge- luisterd is. | |
Knippert snel (ON: 0,15sec OFF: 0,15sec) | Minstens een partitie van het keypad is geactiveerd. Een alarm/sabotage-geheugen is op minstens een van de par- tities van het keypad aanwezig of een alarmgeheugen van het systeem is aanwezig | Er is minstens een actief defect en minstens een zone van de partities van het keypad is geïnhibiteerd (uitgesloten) of in de teststand geplaatst | De geopende zones behoren tot de partities van het keypad De voicemail box bevat een boodschap die nog niet afge- luisterd is. |
Voor de lijst met defecten die de activering van de gele led veroorzaken, zie de tabel in Aanhangsel C, Gesignaleerde fouten.
Hieronder geven we de lijst met de events die het knipperen van de rode led voor systeemalarmen activeren:
• Sabotage openen centrale
• Sabotage verwijdering centrale van de muur
• Sabotage uitbreiding
• Sabotage keypad
• Lezer sabotage
• Uitbreiding vermist
• Keypad vermist
• Lezer vermist
• Foute tag
De event "Foute tag" zal het knipperen van de rode LED niet veroorzaken als de installateur deze event als een "Stil event" geprogrammeerd heeft.
De staat van de partities is niet zichtbaar, als de installateur de optie "50131StatVerborg" geactiveerd heeft; op het keypad wordt 30 seconden lang de reële staat van de installatie getoond als een correcte code ingevoerd is. Bovendien:
• Als de partities GEACTIVEERD zijn zal aan een onbevoegd persoon de reële staat van de installatie nooit getoond worden:
•• Rode led keypads uit
•• Gele led keypads uit
•• Groene led keypads brandt
•• iconen staat niet aanwezig
•• geheugens alarmen en sabotage niet zichtbaar
•• een event die zich meer dan vijf keer voordoet wordt niet verder door de centrale getoond als de partities geactiveerd zijn (dit betekent dat elke event door een teller geteld wordt. Elke keer dat de event zich voordoet neemt de teller met 1 toe. De tellers worden gereset als de partities gedeactiveerd worden).
• Als de partities GEDEACTIVEERD zijn:
•• functioneren de leds op regelmatig
•• iconen staat aanwezig
•• geheugens alarmen en sabotage zichtbaar
"FOUTE TAG" "50131STATVERBORG"
Noodsituatie
De display kan een van de weergaven hiernaast tonen als er sprake is van problemen in de configuratie van het keypad of de aansluitingen tussen de centrale en de randapparatuur.
In geval van een Alien keypad wordt de boven vermelde informatie weergegeven in de balk onder de homepage.
In dit geval moet de gebruiker contact opnemen met de installateur en het probleem laten verhelpen.
2-3-5
- JOY / MAX -
FW RELEASE 5 : 00
NO COMMUN I CAT I ON K01 P14
- JOY / MAX -
FW RELEASE 5 : 00 NOT ENROLLED
K01 P14
Keypads Alien
Alien is een gebruikersinterface 4,3 inch kleuren touchscreen voor het model Alien/S of 7 inch voor het model Alien/G. Deze displays maken de weergave van boodschappen en kleuren iconen mogelijk voor iedere functie en signalering uit de centrale; bij ieder geval toont Alien onmiddellijk de knoppen die nodig zijn voor het activeren van de functies aan verwant aan de specifieke situatie.
Door middel van een aanraking op het scherm kan de gebruiker een van de in de centrale geprogrammeerde scenarios activeren, en toegang hebben tot de informatie over de status van de systeemonderdelen (zones, uitgangen) of tot het geheugen van de events.
Het grafisch beheer geeft een ruime mogelijkheid tot personalisering, door het kiezen van het thema (“skin”) en de achtergrond (met een of meer afbeeldingen die draaiend worden weergegeven). De gebruiker kan ook helderheid, contrast en transparantie van de afbeeldingen aansturen.
Alien heeft een ingebouwde microfoon en luidspreker voor de spraakfuncties.
Via de temperatuursensor kan de temperatuur op de display weergegeven worden en kunnen de functies van de chronothermostaat geactiveerd worden.
Met de nabijheidslezers is er toegang tot het systeem zonder invoeren van een code, maar eenvoudig met de tag of de card.
Alien heeft een USB interface en een slot voor de SD card van max. 32GB, te gebruiken voor het opslaan van foto's en afbeeldingen, die in photoframe modus op het scherm kunnen gerold worden.
2-3-6
Display van de keypads
Alien
De toegang tot de keypads Alien is gebaseerd op de beschikbare toetsen op het display en die worden aangeduid door iconen, die hun functie activeren door het aanraken van de display op de betreffende hoogte.
De displays van ieder Alien model zijn verschillend, zowel qua afmeting als qua beschikbare iconen en toetsen, maar hebben wel dezelfde functies.
We beschrijven een weergave van de display Alien/S; of alle hieronder beschreven elementen aanwezig zijn is afhankelijk van de geactiveerde functie en van de pagina die geopend gaat worden:
2-3-7
Tabel 8: Alien - display
A | Datum en tijd van de centrale SmartLiving. Wanneer de centrale in de Service staat is worden op dat moment het adres van de Alien en van de ingebouwde lezer vermeldt. | A | G | B | C | D | ||
B | Iconen van de Leds van het keypad (Tabel 7: Leds van het keypad). | |||||||
C | Temperatuur gemeten door de thermometer in de Alien. | |||||||
D | Icoon dat aangeeft dat er een SD kaart in het bijbehorende slot zit. Na invoer van een geldige gebruikerscode, verschijnt in dit punt de toets Uitloggen, waarmee de open sessie kan afgesloten worden. | |||||||
E | Deel voor de actieve functies, met toetsen voor toegang tot de Alien, aan de applicaties en aan het SmartLiving systeem. Op de home page van de Alien/S (in de afbeelding) worden de functie- toetsen aangegeven in Tabel 15: Menu Alien vermeld. In de Alien/G worden deze toetsen vermeld in een gedeelte aan de linkerkant, altijd zichtbaar, ondanks dat de functie is geactiveerd. | E | ||||||
F | String die de staat van de centrale meldt, via het scenario in uitvoering of de staat van de partities. Wanneer de status van een partitie, waarvan het keypad deel uitmaakt, verandert t.o.v. hetgeen voor het lopend scenario is geprogrammeerd, of als het alarmpaneel in de service/onderhoud modus staat, meldt deze string de tekens behorende bij de activeringsstaat van de parti- ties, zoals beschreven in Tabel 3: Bekijken op het display. | F | G | H |
Tabel 8: Alien - display
G | Icoon voor informatie over het systeem, zoals weergegeven in Tabel 4: Informatie iconen. Na invoer van een geldige gebruikerscode, zal 3 seconden een venster met een lijst van de scenario's in uitvoering worden weergegeven als deze sectie van de display wordt aangeraakt. |
H | Wanneer u zich binnen een sectie bevindt, verschijnen in dit punt de volgende toetsen, die de informatie over de iconen weergeven: • Terug Toets waarmee u terug kunt keren naar de stap van de functie, actief voor de stap in uitvoering. • Verlaat Toets, alleen aanwezig bij het model Alien/S, waarmee direct naar de home page kan worden terug gekeerd. |
Andere weergaven op het display van de Aliens zijn afhankelijk van het deel/pagina dat men via de knoppen gaat openen. De samenstelling van deze pagina's hangt af van de beschikbare functies en knoppen en van hoe de gebruiker er mee omgaat (paragraaf 5- 19 Functietoetsen Alien).
Er zijn ook weergaven die door de centrale automatisch worden geactiveerd en als pop- up verschijnen wanneer de volgende events zich voordoen:
• Alarm of sabotage van zone
Als minimaal een van de partities waarvan het keypad deel uitmaakt een alarm- of sabotagegeheugen heeft verschijnt er een pop-up venster met de melding:
•• “ALARM,” met de beschrijving van de zone die de alarm- of sabotagesignalering heeft veroorzaakt.
•• de knop Uitgeschakeld, voor het deactiveren van alle geactiveerde partities die compatibel zijn met de partities waar de code en het keypad toegang toe hebben
•• de knop Stop alarmen, voor het deactiveren van de uitgangen die door de alarmsignalering zijn geactiveerd.
•• de knop Wis oproepen, om de hele wachtrij van telefonische oproepen te wissen.
•• de knop Verlaat, voor directe toegang tot de home page
• Activering Inloop tijd
• Activering Uitloop tijd
Als er een in- en uitloopstijd wordt geactiveerd verschijnt er een pop-up venster met de melding:
•• een string die aan het einde van de lopende tijd de resterende seconden meldt
•• de knop Uitgeschakeld, voor het deactiveren van alle geactiveerde partities die compatibel zijn met de partities waar de code en het keypad toegang toe hebben
•• de knop Scenarios, om toegang tot het deel te hebben met een opsomming van de beschikbare te activeren scenarios
•• de knop Home, voor directe toegang tot de home page
• , icoon die wordt weergegeven als de display wordt aangeraakt en het keypad is geblokkeerd doordat 5 keer achtereenvolgens een verkeerde code werd ingevoerd.
• , icoon die wordt weergegeven wanneer een tag de lezer nadert die geblokkeerd is doordat 5 keer achtereenvolgens een niet geldige tag werd gebruikt.
Door op de homepage de functietoets "Instellingen" gedurende 7 sec. indrukken, zal het scherm ongevoelig 20 sec. ongevoelig worden Tijdens dit interval verschijnt op de display de boodschap “POETS SCHERM” om aan te duiden dat het nu mogelijk is het scherm te reinigen.
Het herladen van de Touch screen instellingen en de gevoeligheid kan gedaan worden door op eender welke positie op het scherm 50 sec. te drukken.
Signalen zoemer
De keypads voorzien van buffer laten aan de gebruiker geluidssignalen horen, tenzij de gebruiker het volume heeft geannuleerd.
Als het keypad is voorzien van spraakfuncties signaleert de zoemer ook de oproep huistelefoon op een ander keypad.
De zoemer signaleert de ingangs-, uitgangs- en meldingstijden (zie Aanhangsel A, Begrippenlijst) van de geactiveerde partities. Het activeren van deze signaleringen kan worden ingesteld door middel van de opties van het keypad die staan beschreven in paragraaf 5-8 Instellingen keypad.
DE DISPLAY REINIGEN
HERSTARTEN
2-3-8
Tabel 9: Signaleringen en soort signalering
Signalering | Soort signalering |
Op een toets drukken | monopuls (biep) |
Actieve inloop tijd | 8 impulsen + 5 seconden pauze |
Actieve uitgangstijd | 3 impulsen + 5 seconden pauze; 4 korte impulsen + 5 seconden pauze tijdens de laatste 20 seconden van de uitgangstijd |
Actieve meldingstijd | 1 impuls + 5 seconden pauze |
Activering van de uitgang aangesloten op de klem “T1” van het keypad | voortdurend, tijdens de hele duur van activering van de uitgang |
Oproep huistelefoon | tweetonige impuls |
Lezer - nBy
De SmartLiving centrales kunnen de By/S, nBy/X lezers en de lezers in de Joy/MAX en Alien keypads beheren.
De lezer (tevens proxy genoemd) is de meest eenvoudige gebruikersinterface voor het beheren van het beveiligingssysteem.
Het nBY/S model is ontworpen om met behulp van twee schroeven op elke vlakke ondersteuning gemonteerd te worden. De lezer kan ook buiten geïnstalleerd worden dankzij de IP34 beschermingsgraad die een beveiliging teven weersinvloeden garandeert.
De lezer is voorzien van een zoemer en 4 leds:
• F1: Rood
• F2: Blauw
• F3: Groen
• F4: Geel
De nBy/X lezer (Geregistreerde Xxxxxxx) is ontworpen om geïnstalleerd te worden in elke aftakdoos voor de montage aan de wand van elk merk.
De lezer is voorzien van 4 leds (rood, blauw, groen en geel).
In vergelijking met het keypad heeft de lezer beperkte functies, maar dit systeem is handig en kan eenvoudige gebruikt worden voor de meest verrichte handelingen, kortom het activeren en deactiveren van de partities.
De lezer (doorgaans geplaatst in de nabijheid van de ingangs-/uitgangspunten van de site) kan met een mechanisch slot gecombineerd worden: uitsluitend de persoon die de tag heeft kan openen en sluiten. In tegenstelling tot een mechanisch slot kan de lezer een heleboel elektronische tags met persoonlijke parameters herkennen. De lezer functioneert op bepaalde partities, terwijl de elektronische tag geactiveerd is om te functioneren op de partities van de gebruiker waar de tag aan toegekend is. Door een tag naar de lezer te brengen kunnen uitsluitend de partities die door de lezer en de tag gedeeld worden functioneren.
Op elke lezer kunt u maximaal 4 verschillende sneltoetsen, een per led, programmeren. Op elke tag kunt u maximaal 4 sneltoetsen programmeren.
In tegenstelling tot het traditionele gebruik van de lezer (doorgaans uitsluitend gebruikt voor het activeren en deactiveren) kunt u in het geval van de SmartLiving centrales tevens een reek commando's activeren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de twee sneltoetsen voor de activering en deactivering te combineren met de rode en blauwe led, maar u kunt ook de groene led associëren met een sneltoets voor het openen van een hek en u kunt de gele led met een sneltoets voor het wissen van oproepen associëren.
De zoemer signaleert de ingangs-, uitgangs- en meldingstijden van de partities die op de lezer geactiveerd zijn (zie paragraaf 2-3-8 Signalen zoemer).
2-4
De leds kunnen op 2 manieren functioneren:
Signaleringen met de leds op de lezers
2-4-1
1. Als er geen tag aanwezig is (zie Tabel 10: LED van de lezer voor de ontbrekende tag), tonen de leds de huidige staat van de sneltoetsen die met de leds geassoci- eerd zijn.
2. Als een tag aanwezig is (zie Tabel 11: Leds van de lezer in de aanwezigheid van een tag), tonen de leds de gebruikers achtereenvolgens de beschikbare sneltoet- sen die de keuze van de juiste sneltoets mogelijk maken.
Tabel 10: LED van de lezer voor de ontbrekende tag
LED | Rood | Blauw | Groen | Geel |
OFF (Alle leds uit) | De partities van de lezer zijn gedeactiveerd. Deze partities bevatten geen alarm/sabotage-geheugens of systeem sabotage-geheugens. | |||
ON / OFF (afhankelijk van de geasso- cieerde snel- toets) | Het scenario geassocieerd met de sneltoets voor de acti- vering van de rode led is geactiveerd/gedeactiveerd. De uitgang geassocieerd met de sneltoets voor de active- ring van de uitgang op de rode led is geactiveerd/gede- activeerd. Defecten aanwezig/afwezig. | Het scenario geassocieerd met de sneltoets voor de acti- vering van de blauwe led is geactiveerd/gedeactiveerd. De uitgang geassocieerd met de sneltoets voor de active- ring van de uitgang op de blauwe led is geactiveerd/ gedeactiveerd. Defecten aanwezig/afwezig. | Het scenario geassocieerd met de sneltoets voor de acti- vering van de groene led is geactiveerd/gedeactiveerd. De uitgang geassocieerd met de sneltoets voor de active- ring van de uitgang op de groene led is geactiveerd/ gedeactiveerd. Defecten aanwezig/afwezig. | Het scenario geassocieerd met de sneltoets voor de acti- vering van de gele led is geac- tiveerd/gedeactiveerd. De uitgang geassocieerd met de sneltoets voor de active- ring van de uitgang op de gele led is geactiveerd/gedeacti- veerd. Defecten aanwezig/afwezig. |
Asymmetrisch knipperen (ON: 2,3sec OFF: 0,1sec) | Minstens een partitie van de lezer is geactiveerd. | |||
Knippert lang- zaam (ON: 0,5sec OFF: 0,5sec) | De partities van de lezer zijn gedeactiveerd. Een alarm/sabotage-geheu- gen is op minstens een van de partities van de lezer aanwe- zig of een systeem sabotage- geheugen is aanwezig. | Het scenario geassocieerd met de sneltoets van de laatst gelezen tag is actief. | ||
Knippert snel (ON: 0,15sec OFF: 0,15sec) | Minstens een partitie van de lezer is geactiveerd. Een alarm/sabotage-geheu- gen is op minstens een van de partities van de lezer aanwe- zig of een systeem sabotage- geheugen is aanwezig. |
Tabel 11: Leds van de lezer in de aanwezigheid van een tag
LED | Rood | Blauw | Groen | Geel |
OFF (Uit) | aanvraag voor de deactivering van alle partities die de lezer en de tag gemeen hebben. | |||
ON (Uitsluitend een led xxxxxx) | Aanvraag voor de activering van de sneltoets, geassoci- eerd met de rode led van de lezer, of van de eerste snel- toets van de tag | Aanvraag voor de activering van de sneltoets, geassoci- eerd met de blauwe led van de lezer, of van de tweede sneltoets van de tag | Aanvraag voor de activering van de sneltoets, geassoci- eerd met de groene led van de lezer, of van de derde snel- toets van de tag | Aanvraag voor de activering van de sneltoets, geassoci- eerd met de gele led van de lezer, of van de vierde snel- toets van de tag |
ON (Alle leds branden) | Aanvraag voor de activering van de sneltoets geassocieerd met de tag. | |||
Knippert snel (ON: 0,15sec OFF: 0,15sec uitsluitend een led brandt) | Een partitie is niet gereed voor de activering aangezien zones niet in de ruststand geplaatst zijn als de sneltoets geassocieerd met de rode led een activering betreft | Een partitie is niet gereed voor de activering aangezien zones niet in de ruststand geplaatst zijn als de sneltoets geassocieerd met de blauwe led een activering betreft | Een partitie is niet gereed voor de activering aangezien zones niet in de ruststand geplaatst zijn als de sneltoets geassocieerd met de groene led een activering betreft | Een partitie is niet gereed voor de activering aangezien zones niet in de ruststand geplaatst zijn als de sneltoets geassocieerd met de gele led een activering betreft |
Knippert snel (ON: 0,15sec OFF: 0,15sec alle leds bran- den) | Een partitie is niet gereed voor de activering aangezien zones niet in de ruststand geplaatst zijn als de sneltoets geassocieerd met de tag een activering betreft. |
De handelingen (activering, deactivering, enz.) worden op de partities gedeeld door de lezer en de tag toegepast als een tag aanwezig is.
De leds van de lezers zijn altijd uitgeschakeld als de tag ontbreekt (bijvoorbeeld om de activering van de partities niet te tonen) en de installateur de optie "50131LezerLedUIT" geactiveerd heeft.
Nota
"50131LEZERLEDUIT"
Gebruikerscodes
De gebruikerscode is een PIN voor het identificeren van een verzameling parameters die de hiërarchie en de functionele competenties van de eigenaar van de code bepalen.
De PIN is een 4-, 5- of 6-cijferige code die de gebruiker voor herkenning op het keypad moet invoeren.
De PIN van de enige default geactiveerde gebruikerscode is 0001. De standaard PIN code van de volgende gebruikercodes zijn “0002”, “0003”, enz.
De PIN codes van de gebruikerscodes kunnen door de installateur of door een gebruiker van een hoger hiërarchisch niveau gewijzigd worden.
De installateur moet de default PIN voor elke code leveren, teneinde de gebruikers de mogelijkheid te bieden om een nieuwe PIN in te stellen.
Elke gebruikerscode wordt gekenmerkt door de volgende parameters die door de installateur of door een gebruiker van een hoger hiërarchisch niveau geprogrammeerd worden.
• De partities waar de code op gebruikt kan worden.
De verzameling van de partities waar de code op gebruikt kan worden bestaat uit de partities die door de code en het keypad, waar de code op ingevoerd is, gedeeld worden. Bijvoorbeeld, een code geactiveerd op de partities 1, 2, 3, 4 en 5 ingevoerd op een keypad dat geactiveerd is voor de partities 4, 5, 6 en 7, kan functioneren op de partities 4 en 5.
• Het soort gebruiker.
Aan elke code kan een hiërarchisch niveau toegekend worden:
•• Gebruiker
•• Manager
•• Master
Naargelang uw hiërarchisch niveau ( waar “Gebruiker” het laagste niveau is) heeft elke code de mogelijkheid om het volgende uit te voeren op codes die hiërarchisch lager liggen:
- activering/deactivering
- wijziging PIN
- wijziging van enkele programmeringsparameters
• De wijze voor toegang tot het gebruikersmenu
De code krijgt op 3 verschillende manieren toegang tot menu (zie paragraaf 2-5-1 De toegangswijze tot het gebruikersmenu).
• telefoon commando's.
Activering met behulp van een telefoon commando. Een code met deze activering kan via de telefoon met de centrale communiceren. De gebruiker, als hij de centrale gebeld heeft of een oproep ervan ontvangen heeft, kan de PIN invoeren en de toetsen van de telefoon (zie Hoofdstuk 3 - Sneltoetsen) gebruiken om de desbetreffende sneltoetsen te activeren. In dit geval functioneren de sneltoetsen op de partities van de code.
• beperking functionering van de code op uurbasis.
De code wordt geactiveerd om uitsluitend te functioneren op het moment dat de timer geactiveerd wordt als de code met een timer geassocieerd is.
• De verzameling van de uitgangen die handmatig geactiveerd/gedeactiveerd kunnen worden.
In het deel gebruikersmenu - Uitgang AAN/UIT kan de gebruiker de geprogrammeerde uitgangen activeren/deactiveren.
• De delen van het menu die de gebruiker kan bereiken (zie paragraaf 2-5-1 De toegangswijze tot het gebruikersmenu punt 1)
• De Persoonlijke sneltoetsen.
Voor elke code kunt u het volgende programmeren:
•• tot 12 persoonlijke sneltoetsen geassocieerd met de toetsen , ...
•• tot 10 persoonlijke sneltoetsen geassocieerd met de toetsen , ...
Deze sneltoetsen zijn na de toegang tot het gebruikersmenu voor de code beschikbaar.
2-5
Nota
Voe r Code i n
*** ---
Geb r u i k e r sc ode |
A l a rm behee r |
I n / U i t sc h . op t. Sp r aa k f un c t i e s |
De toegangswijze tot het gebruikersmenu
Voor toegang tot het menu moet de gebruiker de code activeren. Hij moet dus de PIN intikken en op de toets drukken.
Als de installateur met de gebruikerscode de optie “Vaste lengte” heeft geactiveerd,
moet de gebruiker echter eerst op drukken en vervolgens de zijn eigen PIN invoeren.
2-5-1
“VASTE LENGTE”
De gebruiker beschikt nu over 3 verschillende wijzen voor de eerste toegang die afhangen van de programmeringen van de installateur, zie de beschrijving hieronder:
1. De gebruiker krijgt direct toegang tot het menu hiernaast (1.); de gebruiker kiest
met de toetsen en het gewenste deel van het menu en drukt op voor toegang tot dit deel. Hieronder geven we de lijst met de beschikbare delen van het gebruikersmenu:
• Alarm beheer
• In/Uitsch. opt.
• Spraakfuncties
• Activaties
• Bekijken
• UitgangAAN/UIT
• Zet datum/tijd
• Keypad instell.
• Wijzig Code
• TelefoonNummers
• Service aanvraag
• Overtijd
• Thermostaat
• Nexus Up/Downl
• Codes
2. Het keypad wist de iconen van de sneltoetsen op de toetsen , ..., e en vervangt ze met de iconen voor de persoonlijke sneltoetsen van de code, zie hier- naast (2.); de gebruiker kiest uit de toetsen , ..., en , ..., , de toets behorende bij de gewenste sneltoets.
3. De gebruiker krijgt toegang tot het menu met de beschrijving van de persoonlijke sneltoetsen die op de toetsen , ..., geprogrammeerd zijn, zie hiernaast (3.). De gebruiker kiest met toetsen en de beschrijving van de
gewenste sneltoets en activeert hem met een druk op .
Dit zijn de manieren waarop de gebruiker het menu kan betreden nadat hij de code heeft geactiveerd; dit gebeurt tijdens de eerste toegang. Van nu af aan worden met elke druk op de toets de 3 verschillende weergaven getoond; de gebruiker kiest de meest geschikte weergave voor de te verrichten handelingen en gaat voort.
Tags
Het SmartLiving systeem kan met elektronische tags zonder contacten, door INIM Electronics geleverd in drie verschillende soorten, gebruikt worden:
• nKey, nBoss - tag voor nabijheidslezers
• nCard - kaart voor nabijheidslezers
• Air2-KF100 - afstandsbediening
Elke elektronische tag is uniek en wordt gekenmerkt door een willekeurig nummer dat 4 miljard verschillende waarden kan aannemen. De installateur slaat tijdens de programmering van het systeem dit nummer in de centrale op zodat de tags tijdens het gebruik herkend worden.
Elke tag wordt gekenmerkt door de volgende parameters die uitsluitend door de installateur naar aanleiding van de vereisten van de gebruiker geprogrammeerd kunnen worden:
• De Partities waar de tag op gebruikt kan worden. De verzameling van de partities waarop de gebruiker kan functioneren wordt gegeven door de partities die door de tag en de benaderde lezer gegeven als een tag naar de lezer gebracht wordt. De gebruiker kan op de partities geassocieerd met de afstandsbediening handelingen verrichten als hij een toets op de afstandsbediening ingedrukt heeft.
• Maximaal 4 sneltoetsen.
• Een Timer, om de functionering van de tag op uurbasis te beperken; een tag waarmee een timer geassocieerd is, wordt niet buiten de tijden geprogrammeerd op de timer geaccepteerd.
• Optie "Bewaking"; een tag met de optie ronde is bestemd voor het surveillance personeel. Deze tag maakt het niet mogelijk om een "Soort activering" te kiezen. Als een tag met deze optie herkend wordt, zal de centrale de volgende handelingen verrichten:
1. Deactiveert de partities die door de tag en de lezer gedeeld worden.
2. Activeert voor deze partities de desbetreffende rondetijd.
3. Heractiveert de wijze waarop de partities voor de ronde geactiveerd waren als de rondetijd verstreken is.
(1.)
Geb r u i k e r sc ode |
A l a rm behee r |
I n / U i t sc h . op t. Sp r aa k f un c t i e s |
Geb r u i k e r sc ode |
S t op a l a rmen |
Wi s geheugen S t a t u s Ne x u s |
(2.)
Geb r u i k e r sc ode
(3.)
2-6
2-6-1
De rondetijd wordt onmiddellijk beëindigd en de partities worden dus weer geactiveerd als tijdens de rondetijd de rondetag de lezer benadert (het kan immers voorkomen dat de ronde korter duurt dan ingesteld is).
• De optie Service; een tag met de optie service, herkend door de centrale, deactiveert onmiddellijk de geassocieerde uitgangen en alarm en sabotage events van de zone en de partitie (op de partities die door de lezer en de tag gedeeld worden). Deze tag kan de sneltoetskiezen, behorende bij de lezer en de tag.
Afstandsbediening Air2-
KF100
De KF100 afstandsbediening beheert 4 toetsen waarop de installateur een sneltoets kan programmeren. U kunt kiezen uit twee verschillende manieren waarop de symbolen van de toetsen weergegeven worden.
De afstandsbediening is voorzien van 5 leds: 4 geassocieerd met de toetsen en een led ter bevestiging. Met behulp van deze leds en een zoemer kan de afstandsbediening, dankzij de tweerichtings communicatie met de BS100 zender-ontvanger, de gebruiker informeren over het succes van de handeling:
Tabel 12: Signalen afstandsbediening KF100
Toets | Icoon | LED 1 | LED 2 | LED 3 | LED 4 | Signalen zoe- mer | Handeling |
1 maal knipperen | biep | Activering sneltoets 1 | |||||
1 maal knipperen | biep | Activering sneltoets 2 | |||||
1 maal knipperen | biep | Activering sneltoets 3 | |||||
1 maal knipperen | biep | Activering sneltoets 4 | |||||
+ | + | 1 maal knipperen | 1 maal knipperen | biep | Blokkering/Deblokkering afstandsbediening | ||
Willekeurig | 4 maal knipperen | 4 maal knipperen | Afstandsbediening geblokkeerd |
De afstandsbediening geeft aan dat de batterij bijna op is als de led behorende bij een ingedrukte toets of een regulier verrichte handeling niet langer gaat branden.
We raden u aan om de batterij te vervangen alvorens hij helemaal op is.
Tabel 13: Signalen uit centrale op afstandsbediening
Reactie centrale | LED te bevestiging - groen | LED te bevestiging - rood | Signalen zoe- mer |
Commando niet ont- vangen | 1 maal knipperen | ||
Handeling niet ver- richt | 4 maal knipperen | bop | |
Handeling verricht | 3 maal knipperen | lange biep |
Meerdere installaties
Een gebruiker in het bezit van een tag of een PIN (van een code) of een afstandsbediening kan met dezelfde tag of PIN een of meerdere installaties beheren. Het is voldoende dat de tag of de PIN op alle installaties geprogrammeerd zijn, terwijl voor elke installatie de tag of de code, geassocieerd met de PIN, met verschillende activeringen en functioneringen geprogrammeerd kan worden.
De tag en de code moeten uitsluitend het nummer (tag) en de PIN (code) leveren om door de centrales geauthenticeerd te worden; de afzonderlijke centrales associëren vervolgens de tag en de PIN met de parameters die de installateur geprogrammeerd heeft. Bijvoorbeeld, de gebruiker bezit een tag die op installatie A voor de partities 1 en 2, op de installatie B voor de partities 7, 8 en 9 en op installatie C voor de partities 4 en 5 geactiveerd is.
Hetzelfde geldt de parameters van de codes.
Nota
2-7
Telefoonfuncties
Voor elke event die door de SmartLiving centrales herkend wordt, kunt u oproepen gericht aan de telecontrole centrales (digitale telefonische melder) en oproepen of SMS boodschappen naar persoonlijke nummers activeren.
U kunt op de telefoon de PIN van een gebruikerscode invoeren en de commando's met de sneltoetsen activeren als u naar een SmartLiving centrale belt of een oproep van de vocale melder ontvangt.
De sneltoetsen zijn verkrijgbaar op de toetsen “0” tot “9” van de telefoon nadat de PIN van de code herkend is. Voor elke code kunt u de gepersonaliseerde sneltoetsen programmeren en dus kunt u in- of uitschakelingen verrichten, uitgangen activeren of deactiveren, de alarmgeheugens wissen, enz.
De sneltoetsen geprogrammeerd op de toetsen “0” tot “9” voor de code, worden vocaal op de telefoon afgespeeld als de SmartLogos30M spraakmodule kaart aanwezig is; op deze manier kan de gebruiker op eenvoudige wijze de te verrichten handeling identificeren.
Het is tevens mogelijk het afluisteren van de omgeving te activeren zodat de gebruiker op de telefoon de geluiden afkomstig van de microfoon op de keypads van de beveiligde site af kan luisteren.
Telkens de gebruiker wilt, kan de centrale met een correct geformatteerd SMS boodschap of een oproep naar het telefoonnummer van de SIM. aanwezig in de Nexus, de sneltoetsen gebruiken, de activering van een event forceren en de uitvoering van het commando bevestigen.
2-8
Functies web / e-mail
De SmartLiving centrales kunnen e-mails verbonden aan de events van de centrale versturen als de centrales voorzien zijn van de optionele SmartLAN/G kaart.
Het totaal van de tekst van de e-mails, het onderwerp, de ontvangers en de bijlagen worden door de installateur geprogrammeerd. De gebruiker kan de programmering van de e-mails verricht door de installateur niet wijzigen. Met elke e-mail kunt u een onderwerp, een ltotaal van het boodschap (in tekstvorm die tevens een directe link naar een website of een apparaat dat als IP geadresseerd kan worden, zoals bijvoorbeeld een camera op IP, kan bevatten) en een document/bestand als bijlage associëren.
Voor de beschrijving van een e-mail, zie paragraaf 5-20-1 e-mail.
Naast de e-mails maakt de SmartLAN/G kaart het tevens mogelijk dat de gebruiker op een willekeurige centrale of mobiel apparaat (handapparatuur, mobiele telefoons, enz.) via een internet aansluiting en een browser met de centrale communiceert. De SmartLAN/G, bevat een webserver waarmee de gebruiker na een authenticatie zijn centrale kan beheren.
Voor het gebruik en de toegang tot de webserver verwijzen we u naar paragraaf 5-20-2 Toegang en gebruik van de web interface.
2-9
AlienMobile applicatie
INIM Electronics stelt, voor de gebruikers van de SmartLiving centrales, de applicatie Alien Mobile ter beschikking voor smartphone en tablets Android of Apple, in twee verschillende versies.
• AlienMobile - gratis app. met basisfunctionaliteiten
• AlienMobile+ - app. tegen vergoeding met geavanceerde functionaliteiten
De applicatie, te koop bij de online winkels voor applicaties Play store en Apple app store, biedt de gebruikers een complete interface, vergelijkbaar met de interface beschreven in deze handleiding voor de Alien keypads of voor de interface op de web browser van de kaart SmartLAN/G.
De installateur moet de centrale voorbereiden voor een directe aansluiting met de apparaten die gebruik maken van de applicatie Alien Mobile. Hij moet deze applicatie configureren met het te controleren systeem en tenslotte de gebruiker van alle gegevens voor de verbinding voorzien.
Voor het gebruik en de toegang tot het AlienMobile-systeem verwijzen we u naar
paragraaf 5-21 Gebruik van de AlienMobile applicatie.
Activering scenario's
Een scenarios is een configuratie van het SmartLiving systeem (geprogrammeerd door de installateur in overeenstemming met de gebruiker) waarmee de partities van het beveiligingssysteem geactiveerd/gedeactiveerd en een of meerdere uitgangen tijdens het gebruik geactiveerd kunnen worden.
Bijvoorbeeld, als alle bewoners een woning verlaten, zullen ze een scenario gebruiken waarin alle partities ingeschakeld worden. Het scenario zal de uitgangen voor het sluiten van de rolluiken en het uitschakelen van de verlichting activeren. Als vervolgens iemand thuiskomt, zal het scenario gebruikt worden dat bepaalde partities deactiveert en een uitgang activeert zodat de tuinverlichting ingeschakeld wordt.
De installateur programmeert het systeem en kiest in overeenstemming met de gebruiker welke en hoeveel scenarios beschikbaar moeten zijn. De scenario's kunnen door de gebruikers via keypad, lezer, afstandsbediening, telefoon met sneltoetsen (zie Hoofdstuk 3 - Sneltoetsen), via webserver met interface voor mobiele apparaten of PC of via de applicatie Alien Mobile in het deel "Scenario's" geactiveerd worden (paragraaf 5-2 Partities activeren en deactiveren).
Als de parameter van de centrale "Toon scenario" is geactiveerd wordt op de tweede regel van de display van de keypads, links, de beschrijving van het geactiveerde scenario weergegeven.
In het geval van Alien keypads, beschikt u over de keypad parameter “Part. status zien” (zie paragraaf 3-3-3 Sneltoetsen op afstandsbediening) waardoor op de balk onderaan het scherm de weergavemodus van de activeringsstaat kan gekozen worden:
• Afzonderlijke partities - de karakters met betrekking tot de activeringsstaat van de partities wordt weergegeven, zoals beschreven in het Tabel 3: Bekijken op het display
• Afzonderlijke scenario - de beschrijving van het actief scenario wordt weergegeven
Na invoer van de gebruikerscode zal door aanraking van de onderste balk op de homepage, 3 seconden een venster verschijnen waarin de scenario's in uitvoering worden gemeld.
2-10
2-11
“TOON SCENARIO”
“PART. STATUS ZIEN”
Hoofdstuk 3
SNELTOETSEN
Sneltoetsen op keypad
Voor elk keypad Joy, nCode en Concept kan de installateur maximaal 12 sneltoetsen op
4 functietoetsen programmeren . De sneltoetsen worden weergegeven door de iconen die aan de onderkant van het display zichtbaar is. De aanwezigheid van de pijlen rechts en links van de iconen geeft aan dat u met een druk
op de toetsen , , toegang kunt krijgen tot de andere sneltoetsen als er meer dan 4 op het keypad aanwezig zijn.
De 12 sneltoetsen op het keypad kunnen op 4 verschillende manieren geactiveerd worden:
1. Door iedereen. Met een druk op de toets tussen , ..., , wordt de snel- toets onmiddellijk zonder de invoering van codes geactiveerd. De sneltoets func- tioneert op de partities van het toetsenbord.
2. Door iedereen met een aanvraag voor bevestiging. Met de desbetreffende toets tussen , ..., , wordt aan de gebruiker vraagt om door te gaan.
Door op te drukken, wordt de sneltoets onmiddellijk geactiveerd en door op
of te drukken wordt de sneltoets niet geactiveerd. Kan gebruikt worden om de activering van de sneltoets zonder een code bewust te laten verrichten. De sneltoets functioneert op de partities van het toetsenbord.
3. Uitsluitend door gebruikers met een code. Met een druk op de toets tussen
, ..., , wordt een code gevraagd en na de validatie wordt de sneltoets geactiveerd is. De sneltoets functioneert op de partitie die door het keypad en de code gedeeld worden.
4. Uitsluitend door de gebruikers met een code als de activering van de sneltoets een afname van de beveiligingsgraad vereist. Het is duidelijk dat
voor de activering van een sneltoets een code vereist is als door de activering van de sneltoets "In/Uitschakelen" een scenario met de activering van een partitie of
3-1
18 : 23 01 / 02 / 2014
UAG I UAG I --
18 : 23 01 / 02 / 2014
UAG I UAG I --
DOORGAAN? OK=JA
Activering sneltoets
de gedeeltelijke activering van een geheel geactiveerd partitie toegepast wordt. De sneltoets functioneert op de partitie die door het keypad en de code gedeeld worden.
18 : 23 01 / 02 / 2014
UAG I UAG I --
Druk op een van de toetsen , ..., behorende bij de icoon die de sneltoets identificeert, om de gewenste sneltoets te activeren. De sneltoets wordt onmiddellijk geactiveerd (geval 1.) of een uitdrukkelijke bevestiging wordt gevraagd (geval 2.) of een code (geval 3. en 4.) de sneltoets wordt geactiveerd.
De keypads Alien echter beschikken niet over de functietoetsen , en ook niet over de toegang tot bepaalde functietoetsen via sneltoetsen, maar het beschikt over eigen toetsen, weergegeven op het display, waarmee via aanraking door de gebruiker functies en applicaties worden geactiveerd. Raadpleeg voor meer details paragraaf 5-19 Functietoetsen Alien.
(1.)
Activering sneltoets
(2.)
Voe r Code i n
******
Activering sneltoets
(3./4.)
Sneltoetsen op code
Naast de sneltoetsen op het keypad die voor iedereen op de toetsen zichtbaar zijn , is het mogelijk om aan elke gebruikerscode maximaal 22 persoonlijke sneltoetsen toe te kennen.
De sneltoetsen op de code zijn uitsluitend beschikbaar voor gebruiker als hij zijn PIN heeft geactiveerd (zie paragraaf 2-5-1 De toegangswijze tot het gebruikersmenu). Voor elke code kunt u het volgende programmeren:
• maximaal 12 sneltoetsen die geactiveerd kunnen worden op de toetsen , ..., en die door de desbetreffende iconen geïdentificeerd worden.
• tot 10 sneltoetsen die geactiveerd kunnen worden op de toetsen , ..., . Deze sneltoetsen zijn beschikbaar op de toetsen van de telefoon als de code voor telefoon commando's geactiveerd is
Als de code geassocieerd is met de sneltoets nr.9: tijdens de activering van deze sneltoets produceert het JOY/XXX xxxxxx een audio bericht met een lijst met alle sneltoetsen die met de toetsen geactiveerd kunnen worden.
3-2
1. De PIN activeren.
Op keypad
2. Betreed het gebruikersmenu op de wijze beschreven in paragraaf 2-5-1 De toe- gangswijze tot het gebruikersmenu, punt 2.
3. Druk op een van de toetsen , ..., behorende bij de icoon van de snel- toets of druk op een van de toetsen , ... , behorende bij de sneltoets.
Als de installateur met de gebruikerscode de optie “Vaste lengte” heeft geactiveerd zal de sneltoets geassocieerd met de toets F12 worden geactiveerd zodra de gebruiker de PIN intoetst zonder op de toets te drukken.
“VASTE LENGTE”
Op de Telefoon
1. Creëer de communicatie met de centrale (door middel van een telefonische oproep naar of van de centrale).
2. Voer uw PIN in en druk op "#".
3. Xxxxxxx het vocale boodschap met de beschikbare sneltoetsen af.
4. Druk op de nummertoets behorende bij de gewenste sneltoets.
Sneltoets op tags en lezers
Sneltoets op lezers nBy/S en nBy/X
De gebruiker moet de elektronische tag naar de lezer brengen. Zodra de lezer de tag herkend heeft gaan achtereenvolgens de leds behorende bij een sneltoets branden.
De gebruiker moet de tag van de lezer verwijderen als hij de gewenste sneltoets gevonden heeft. De lezer zal vervolgens de gekozen sneltoets activeren.
Hieronder geven we de volgorde waarop de leds gaan branden (zie tevens Tabel 11: Leds van de lezer in de aanwezigheid van een tag):
1. Xxxx led 3 seconden aan - sneltoets geassocieerd met de rode led van de lezer of eerste sneltoets van de tag
2. Xxxxxx led 3 seconden aan - sneltoets geassocieerd met de blauwe led van de lezer of tweede sneltoets van de tag
3. Xxxxxx led 3 seconden aan - sneltoets geassocieerd met de groene led van de lezer of derde sneltoets van de tag
4. Gele led 3 seconden aan - sneltoets geassocieerd met de gele led van de lezer of vierde sneltoets van de tag
5. Alle leds 3 seconden aan - eerste sneltoets geassocieerd met de tag
6. Alle leds 3 seconden uit - alle partities zijn gedeactiveerd
7. De hele reeks wordt beginnende bij de rode led doorgelopen tot de gebruiker de tag van de lezer verwijderd. Op deze manier kiest hij de sneltoets die met de brandende led geassocieerd is.
De reeks wordt bij punt 6 opgestart als partities geactiveerd zijn.
3-3
3-3-1
De leds van de lezer branden niet en dus moet de gebruiker de volgende handeling verrichten om een sneltoets te activeren als de installateur de optie "50131LezerLedUIT" geactiveerd heeft:
1. De tag naar de lezer brengen en ervan verwijderen: de leds tonen 30 seconden lang de staat.
2. Tijdens deze 30 seconden moet de gebruiker de tag weer naar de lezer brengen en de sneltoets op de beschreven wijze kiezen.
Sneltoetsen op lezers in Joy/MAX en Alien keypads
De gebruiker moet de elektronische tag naar de lezer in het keypad brengen (in de Joy/ MAX wordt de plaats van de lezer aangeduid met het symbool , maar in de Alien komt het overeen met de hoek rechts onderaan van het voorste paneel).
Zodra de tag herkend is begint de lezer op het display achtereenvolgens elke 3 seconden de beschikbare sneltoetsen op de lezer en de tag te tonen. De gebruiker moet de tag van het keypad verwijderen als hij de gewenste sneltoets gevonden heeft. Het keypad zal vervolgens de gekozen sneltoets activeren.
De sneltoetsen worden in de volgende volgorde weergegeven:
1. Omschrijving 3 seconden lang van de eerste sneltoets op de lezer
2. Omschrijving 3 seconden lang van de tweede sneltoets op de lezer
3. Omschrijving 3 seconden lang van de derde sneltoets op de lezer
4. Omschrijving 3 seconden lang van de vierde sneltoets op de lezer
5. Omschrijving 3 seconden lang van de sneltoets op de lezer
6. String “Uitschakelen”, voor het deactiveren van alle partities
7. De hele reeks wordt doorgelopen tot de gebruiker de tag van de lezer verwijderd. Op deze manier kiest hij de sneltoets die met de brandende led geassocieerd is.
Tag geb r u i k e r
Ac t i v ee r u i t gang He k
De reeks wordt bij punt 6 opgestart als partities geactiveerd zijn.
“50131LEZERLEDUIT”
3
Tag geb r u i k e r
I n / U i t sc ha k e l en Sc ena r i o 004
Pa r t i t i e s n i e t ge r eed
Tag geb r u i k e r
I n / U i t sc ha k e l en Sc ena r i o 003
Pa r t i t i e s ge r eed
3-3-2
3
Sneltoetsen op afstandsbediening
De gebruiker moet op de gewenste toets drukken om de sneltoetsen geprogrammeerd door de installateur op de 4 toetsen , ..., van de afstandsbediening te activeren. Vervolgens kan de gebruiker door middel van de licht- en geluidssignalen van de afstandsbediening controleren of de handeling verricht wordt (zie Tabel 12: Signalen afstandsbediening KF100).
3-3-3
Lijst met sneltoetsen
Voor een complete lijst met beschikbare sneltoetsen, raadpleeg de tabel in Aanhangsel B, Default sneltoetsen.
De sneltoetsen 0 tot 8 in deze tabel voeren de specifieke handeling onmiddellijk uit.
De sneltoets 9 kan uitsluitend op de telefoon geactiveerd worden.
De sneltoets 17 kan uitsluitend op de telefoon en het keypad geactiveerd worden.
De resterende sneltoetsen (van 10 tot 16 en 18 tot 37) geven direct toegang tot het specifieke gebruikersmenu en kunnen dus uitsluitend op het keypad gebruikt worden.
3-4
Hoofdstuk 4
SPRAAKFUNCTIES
U beschikt over talloze spraakfuncties die op de Joy/MAX keypads en de telefoon gebruikt kunnen worden als uw SmartLiving systeem de spraakmodule kaart SmartLogos30M bevat.
De installateur kan het afspelen van de vocale boodschappen programmeren:
• tijdens oproepen die met de events geassocieerd zijn
• op het keypad met adres 1 tijdens de events
Elk keypad heeft tevens een eigen voicemail, dit is een boodschap dat door de gebruikers geregistreerd en afgespeeld kan worden. Deze functie kan gebruikt worden om boodschappen achter te laten voor de gebruikers die toegang tot het keypad hebben (zie paragraaf 5-3 Memo bericht en huistelefoon). De gebruikers kunnen dit boodschap net zo vaak als ze willen registreren, afluisteren of wissen.
De aanwezigheid van een geregistreerd boodschap in de voicemail box dat nog niet is afgeluisterd wordt aangeduid door het knipperen van de blauwe led op het toetsenbord, zie de beschrijving in Tabel 7: Leds van het keypad.
De spraakmodule kaart SmartLogos30M stelt voor de voicemail boodschappen 60 seconden, te verdelen over de geïnstalleerde keypads, ter beschikking.
Het maximum aantal voicemail boodschappen is vastgesteld op 15.
Nota
Hoofdstuk 5
HET SYSTEEM GEBRUIKEN
In dit hoofdstuk beschrijven we alle handelingen die de gebruiker met of zonder toestemming (invoeren van een PIN) kan verrichten. Voor elke handeling beschrijven we de hulpmiddelen waarmee en de wijze waarop de gebruiker ze kan gebruiken.
De hulpmiddelen waarmee de gebruiker de handelingen kan verrichten zijn:
• Keypad Joy/GR, Joy/MAX, nCode/G, Concept/G
in dit geval activeert de gebruiker de handeling op twee verschillende wijzen:
1. Met behulp van sneltoetsen (zie paragraaf 3-1 Sneltoetsen op keypad).
2. Door middel van een toegang tot de code/Gebruikersmenu (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes en paragraaf 3-2 Sneltoetsen op code). We herinneren u eraan dat de gebruiker verschillende mogelijkheden heeft om het menu te tonen (zie paragraaf 2-5-1 De toegangswijze tot het gebruikersmenu), maar in dit hoofd- stuk beperken we ons tot het beschrijven van de procedure in een menu met de weergave beschreven in punt 1 van paragraaf 2-5-1 De toegangswijze tot het gebruikersmenu.
• Keypad Alien/S, Alien/G
In dit geval beschikt de gebruiker over toetsen, weergegeven op de display, die door aanraking functies en applicaties activeren. Raadpleeg voor meer details paragraaf 5-19 Functietoetsen Alien.
• Lezer (nBy/X, nBy/S, lezer ingebouwd in Joy/MAX en Alien)
in dit geval moet u een geldige tag en de unieke modus gebruiken, zoals beschreven in paragraaf 3-3 Sneltoets op tags en lezers.
• Telefoon
met behulp van een oproep naar (of van) de centrale en het invoeren van een PIN
• Commando zones
door de geprogrammeerde zone te schenden wordt een commando naar de centrale gestuurd.
• Afstandsbediening
door middel van een druk op de toetsen , ..., zoals beschreven is in paragraaf 0-0-0 Xxxxxxxxxxxxxxxxx Xxx0-XX000.
• Web
door middel van de toegang tot de webserver, geïntegreerd in de SmartLAN/G kaart, indien geïnstalleerd, aan de hand van een willekeurige browser(zie paragraaf 5-20-2 Toegang en gebruik van de web interface).
• AlienMobile applicatie
In dit geval beschikt de gebruiker over toetsen, weergegeven op de display van de smartphone, die via aanraking door de gebruiker remote functies en applicaties activeren (zie paragraaf 5-21 Gebruik van de AlienMobile applicatie.
Beheer alarmen
In deze paragraaf beschrijven we de procedure die de gebruiker in acht moet nemen, teneinde de typische handelingen in het geval van een alarm of sabotage te kunnen verrichten:
• Stop alarmen - deactiveert onmiddellijk de uitgangen behorende bij de alarm events en de sabotage van de zone en het partitie en de sabotage events van het systeem.
De systeem sabotage events zijn:
•• Het openen van de klep van de centrale
•• Het verwijderen van de centrale
•• Sabotage randapparatuur (uitbreiding, keypad, lezer)
•• Verdwijning randapparatuur (uitbreiding, keypad, lezer)
5-1
• Wis oproepen - wist de lijst met in de wacht gestelde oproepen en onderbreekt eventueel de geactiveerde oproep.
• Wis Alarm geh.- voert een "Stop alarm" uit en wist tegelijkertijd de opgeslagen alarmen en sabotages van het partitie en het systeem.
Methode 1
Op Keypad
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen display met of zonder code te activeren:
, ...,
weergegeven op het
• De sneltoets van het type“Alarm menu” (sneltoets nr.13: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het deel van het gebruikersmenu “Alarm beheer”; in dit deel kunt u een van de opties kiezen via een druk op de toetsen en en ze
vervolgens activeren via een druk op de toets :
•• Stop alarmen
•• Wis oproep geh.
•• Wis Alarm geh.
• De volgende sneltoetsen activeren het desbetreffende commando:
•• De sneltoets nr.2: “Stop alarm”
•• De sneltoets nr.3: “Wis oproepen”
•• De sneltoets nr.4: “Wis geheugen”
Methode 2
Ga naar het deel "Alarm beheer" in het Gebruikersmenu en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
18 : 23 01 / 02 / 2014 Methode 2
UUUUUUU
Alarm gestopt
Oproepen gewist
Geheugen gewist
Voe r Code i n
******
Op keypad Alien
Ga naar het deel “Menu” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Acties”.
Hier treft u de lijst met commando's van de centrale die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets ACTIVEER, zoals
• Stop alarmen
• Wis oproepwachtrij
• Wis alarmgeheugen
Methode 2
Geb r u i k e r sc ode |
A l a rm behee r |
I n / U i t sc h . op t. Sp r aa k f un c t i e s |
Op de Lezer
Xxxxx een geldige tag naar de lezer en kies de led of de beschrijving behorende bij de sneltoets "Stop alarm" (sneltoets nr.2), "Wis oproepen” (sneltoets nr.3), “Wis geheugen” (sneltoets nr.4).
Methode 1
Methode 2
A l a rm behee r |
S t op a l a rmen |
Wi s op r oep geh . Wi s A l a rm geh . |
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code op de telefoon in en druk op “#” en vervolgens op de toets (“0” tot “9”) die de installateur geprogrammeerd heeft voor de sneltoetsen "Stop alarm" (sneltoets nr.2), "Wis oproepen” (sneltoets nr.3), “Wis geheugen” (sneltoets nr.4).
Op de Afstandsbediening
Druk op de desbetreffende toets op de afstandsbediening en controleer of de handeling verricht wordt, zie paragraaf 2-6-1 Afstandsbediening Air2-KF100.
Op Web en AlienMobile
Ga eerstnaar het deel “Inbraak”, vervolgens naar het deel “Partities”.
In dit deel worden alle partities opgesomd die voor de gebruiker beschikbaar zijn en door het indrukken van de toets INSTELLEN verschijnt er een venster met een opsomming van de commando's voor het partitie. Met de knop RESET worden de
geheugens van de alarmen en, indien toegestaan, van de sabotages gewist.
Partities activeren en
deactiveren
U kunt de partities op keypads, lezers, de telefoon, commando partities, afstandsbedieningen en web activeren en deactiveren, zie de beschrijving hieronder.
Het keypad toont de gebruiker de lijst met de partities die niet in de ruststand geplaatst zijn, zie de afbeelding hiernaast, als u op het keypad een of meerdere partities wilt activeren en een of meerdere zones niet in de ruststand geplaatst zijn (hetgeen onmiddellijk een alarm zal veroorzaken).
De gebruiker kan de lijst doorlopen en controleren welke zones niet in de ruststand geplaatst zijn. Als u de activering alsnog wilt uitvoeren zullen de weergegeven zones onmiddellijk een alarm geven.
Het keypad toont de gebruiker de lijst met oorzaken, zie de afbeelding hiernaast, als u op het keypad een of meerdere partities wilt activeren en een of meerdere oorzaken voor een beperkte veiligheid (geprogrammeerd door de installateur) aanwezig zijn.
De gebruiker kan de lijst met oorzaken voor een beperkte veiligheid doorlopen.
Als u de activering alsnog wilt uitvoeren moet het keypad Joy, nCode of Concept worden
gebruikt en de toets worden ingedrukt. In dit geval wordt de event "Forcering activering partitie" veroorzaakt om aan te geven dat de partities geactiveerd zijn ondanks dat er oorzaken voor een beperkte veiligheid (zoals bijvoorbeeld "Lage
batterij" of "230V AC fout") gemeld werden. Met een druk op zal de invoering niet verricht worden als de installateur tussen de oorzaken voor beperkte veiligheid tevens de oorzaak "Sab/Vermiste mod" geprogrammeerd heeft.
5-2
Zone s n i e t k l aa r |
Cen t r a l e T01 |
Cen t r a l e T02 Cen t r a l e T03 |
Fou t aanwe z i g |
Lage ba tt e r ij |
Te l . li ne f ou t |
Methode 1
Op Keypad
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
Methode 2
Activering met Methode 1
Methode 2
Methode 2
Methode 1
I n / U i t sc h . op t. PART I T I E 001
To t aa l AUG-------
Voe r Code i n
******
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen , ..., weergegeven op het display met of zonder code te activeren:
• Als een sneltoets van het type “In/Uitschakelen” (sneltoets nr.1: ) past het daarvoor geprogrammeerde scenario toe.
Als de sneltoets wordt geactiveerd met het invoeren van de PIN van een code die de optie “Vaste lengte” actief heeft en als alle partities die de gebruiker betreden kan zijn gedeactiveerd resulteert het in de activering van de partities; de partities worden echter gedeactiveerd als ze geactiveerd waren.
• De sneltoets “In/Uitsch menu” (sneltoets nr.12: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het deel van het gebruikersmenu "In/Uitsch. opt.". In dit deel kan hij voor elk afzonderlijk partitie de wijze voor de activering of deactivering bepalen.
1. Kies het gewenste partitie met de toetsen en .
2. Xxxx met de toetsen en de wijze voor activering van het gekozen partitie.
3. Als de activering voor alle partities ingesteld is druk op .
Methode 2
In het deel "In/Uitsch. opt." van het Gebruikersmenu door de PIN van de code in te voeren. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Geb r u i k e r sc ode A l a rm behee r |
I n / U i t sc h . op t. |
Sp r aa k f un c t i e s |
Methode 3
De partities gedeeld door de code en het keypad worden onmiddellijk gedeactiveerd als tijdens een iingangstijd (zie "Inloop tijd" op Aanhangsel A, Begrippenlijst) een code ingevoerd en op gedrukt wordt en als deze code bevoegd is om toe te treden tot het deel "In/Uitsch. opt." van het gebruikersmenu.
Op keypad Alien
Op keypad Alien kunt u de geprogrammeerde scenarios voor de gebruiker activeren en het soort activering van de partities die de gebruiker kan openen instellen:
• Betreed het partitie "Scenarios" met een druk op de knop . Hier treft u de lijst met scenarios die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets ACTIVEER.
• Ga naar het deel “Inbraak” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Partities”.
In dit deel toont het display een partitie per keer: het partitie kan worden veranderd door met de toetsen rechts/links te scrollen en het soort activering te wijzigen door
met de toetsen naar boven en onder te scrollen; voor toepassing van het geselecteerde soort activering op de toets OK te drukken.
Op de Lezer
Breng een geldige tag naar de lezer en kies de led of de beschrijving behorende bij een sneltoets type "In/Uitschakelen" (sneltoets nr.1) past het daarvoor geprogrammeerde scenario toe.
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code in op de telefoon en druk op “#”. Druk de geprogrammeerde toets (van “0” tot “9”) in om een sneltoets type "In/Uitschakelen" (sneltoets nr.1) past het daarvoor geprogrammeerde scenario toe.
Met Commando zones
Doorgaans bestaat een commando zone uit een slot met mechanische tag of een knop die een bekabeld elektrisch contact van de commando zone activeert. Afhankelijk van de programmering van de commando zone kunt u:
• de partities waar de zone deel van uitmaakt activeren
• de partities waar de zone deel van uitmaakt deactiveren
• de staat voor de activering van de partities omkeren (activeer de gedeactiveerde partities en de geactiveerde partities deactiveren, zie "Schakelaar zone" in Aanhangsel A, Begrippenlijst)
• de partities waar de zone deel van uitmaakt activeren als de commando zone geschonden is en de partities waar de zone deel van uitmaakt deactiveren als de commando zone weer in de ruststand geplaatst is
Op de Afstandsbediening
Druk op de desbetreffende toets op de afstandsbediening en controleer of de handeling verricht wordt, zie paragraaf 0-0-0 Xxxxxxxxxxxxxxxxx Xxx0-XX000.
Met Auto-inschakelen
Het partitie wordt geactiveerd als de timer het ON tijdstip bereikt en het partitie wordt gedeactiveerd als de timer het OFF tijdstip bereikt door een timer voor de automatische activering met een partitie te associëren. De gebruiker die de automatische activeringen kan controleren, moet (zie paragraaf 5-4 Activaties):
• de timer geassocieerd met het partitie voor de automatische activering activeren
• de automatische activering voor de gewenste partities activeren
Op Web en AlienMobile
Op de web server en de mobiel kunt u de geprogrammeerde scenarios voor de gebruiker activeren en het soort activering van de partities die de gebruiker kan openen instellen:
• Betreed het deel "Scenarios". Hier treft u de lijst met scenarios die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets AAN.
De beschrijving van het scenario kan worden weergegeven op de balk linksonder.
• Betreed eerst het deel “Inbraak”, en vervolgens het deel “Partities”.
In dit deel worden alle partities opgesomd die voor de gebruiker beschikbaar zijn en door het indrukken van de betreffende toets INSTELLEN verschijnt er een venster met een opsomming van de knoppen voor het invoeren van de staat van activering:
•• ALLES IN activeert het partitie totaal en de icoon wordt
•• GEDEELTELIJK activeert het partitie gedeeltelijk en de icoon wordt
•• DIREKT activeert het partitie onmiddellijk en de icoon wordt
•• GEDEACTIVEERD deactiveert het partitie en de icoon wordt
De knop met de staat van actieve activering toont de adresssering van een kleur die verschilt van de andere toetsen.
Memo bericht en huistelefoon
De huistelefoon communicatie tussen twee keypads vindt in een richting plaats: op het ene keypad praat men en op het andere keypad luistert men. De gebruiker die wilt praten moet de communicatie op zijn keypad activeren om de communicatie tussen twee keypads af te kunnen wisselen.
De spraakfuncties zijn:
• Opnemen - start de registratie van het voicemail boodschap op het gebruikte keypad op.
• Afspelen - start het afspelen van het voicemail boodschap op het gebruikte keypad op.
• Wis - wist het voicemail boodschap op het gebruikte keypad.
• Intercom - maakt de vocale communicatie met een ander keypad mogelijk.
Op Keypad
5-3
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
Xx i s t e | l | e f oon |
KEYP . | 002 | |
KEYP . | 003 | |
KEYP . | 004 |
Keypad beller “KEYP.001”
Methode 1
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen , ..., weergegeven op het display met of zonder code te activeren:
• De sneltoets “Spraak xxxx.xxxx” (sneltoets nr.14: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het deel "Spraak functies". Kies de gewenste functie via de
toetsen en en druk op .
•• Opnemen/Afspelen - het display toont een balk en een timer met de
resterende tijd voor het registreren/afspelen uitgedrukt in seconden. Druk op als u handmatig het registreren/afspelen wilt onderbreken. Zo niet dan zal het registreren/afspelen beëindigd worden als de resterende tijd verstreken is.
Methode 1
Methode 2
Voe r Code i n
******
Methode 2
Methode 2
Sp r aa k f un c t i e s Opnemen
A f s pe l en Wi s
Sp r aa k f un c t i e s
Geb r u i k e r sc ode A l a rm behee r
I n / U i t sc h . op t.
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
Tijdens het afluisteren kunt u het volume met de toetsen en afstellen.
•• Wis - het display vraagt u om uw keuze te bevestigen met een druk op .
•• Intercom oproep - Het display toont een lijst met mogelijke keypads waarmee gecommuniceerd kan worden. Kies het gewenste keypad met en en
druk op om de oproep op te starten. De zoemer op het geactiveerde keypad signaleert de binnenkomende oproep en toont hetgeen in de afbeelding
weergegeven wordt. Xxxx vervolgens op om de accepteren of te weigeren. Druk op de toets .om de gestarte communicatie vanaf het bellende of het gebelde keypad te onderbreken. Op beide keypads kan tijdens het
afluisteren het volume afgesteld worden via de toetsen en .
• De sneltoets “Intercom oproep” (sneltoets nr.11: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het hierboven beschreven deel "Intercom oproep".
Methode 2
Voer in het deel "Spraak functies" van het gebruikersmenu de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Op keypad Alien kunt u de spraakfuncties activeren door het betreden van het deel “Apps” en op de knop te drukken en daarna het deel “Spraak functies” te betreden. Hier treft u de lijst met de delen voor iedere functie die bereikbaar is door op
de knop AAN te drukken:
• Opnemen
• Afspelen
• Wis
Deze delen geven functioneel de hierboven beschreven analoge spraakfuncties weer voor de keypads met knoppen.
Keypad gebelde persoon
Op r oep be z i g KEYP . 001 OK = SPREKEN Esc = E I NDE |
Activaties
De activering (en deactivering) van de elementen van het beschreven SmartLiving systeem maakt de handmatige functionering van de elementen aan de hand van de programmering (= activering) of de inhibitie ervan (= deactivering) mogelijk. De activering en deactivering worden door de gebruiker bepaald.
In dit deel kunnen de volgende elementen geactiveerd/gedeactiveerd worden:
• Zones - een geïnhibiteerde zone activeert geen alarmen (zone uitgesloten).
• Auto-inschakelen - kunnen voor elk partitie afzonderlijk geactiveerd/ gedeactiveerd worden. Het partitie wordt op uurbasis geactiveerd en gedeactiveerd als de automatische activering van een partitie geactiveerd is.
• Codes - een gedeactiveerde code wordt niet geaccepteerd.
De activering/deactivering is enkel mogelijk op codes van een lager hiërarchisch niveau (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes).
• Tags - een gedeactiveerde tag wordt niet geaccepteerd.
• Keypads - een gedeactiveerd keypad maakt het invoeren van codes (en dus de toegang tot het menu) en het uitvoeren van de sneltoetsen niet mogelijk. De LED- en displaysignaleringen worden bijgewerkt.
• Lezers - een gedeactiveerde lezer maakt het herkennen van de tags niet mogelijk. De signaleringen met de leds worden bijgewerkt.
• Timers - een geactiveerde timer volgt de programmering en maakt het beheer van de geassocieerde elementen (partities, codes, tags) mogelijk. De geassocieerde elementen gedragen zich alsof de timer op OFF geplaatst is als een timer gedeactiveerd wordt.
Bij het verlaten van de programmering worden alle timers geactiveerd. De gebruiker moet de timers, gedeactiveerd voor de programmering, deactiveren.
• Kiezer - geen enkele oproep, vocaal of digitaal, wordt verricht als de communicator gedeactiveerd is. De inkomende oproepen worden echter beheerd als ze geactiveerd zijn.
• Spraakmenu - de centrale reageert op de ontvangen telefonische oproepen en speelt het vocale boodschap, geregistreerd voor de functie "Spraakmenu", af als de transponder geactiveerd is.
• IP Up/Download - de centrale reageert onmiddellijk met een stemboodschap als deze functie samen met de transponder geactiveerd is.
• Remote toegang - de centrale reageert op een oproep van de installateur en via het modem als deze functie geactiveerd is. Met deze oproep kan de installateur de parameters van de centrale bereiken. Om deze reden moet de functie teleassistentie doorgaans gedeactiveerd zijn; de eventuele activering ervan moet tussen de installateur en de gebruiker overeengekomen zijn.
De centrale reageert op een oproep en geeft de prioriteit aan de teleassistentie oproepen als de functies "Spraakmenu" en "Remote toegang" beiden geactiveerd zijn: de centrale wacht 30 seconden lang op de communicatie met het modem van de installateur; als de communicatie niet gelegd wordt, zal de centrale het geregistreerde vocale boodschap van de functie "Spraakmenu" afspelen.
• Internet- de gebruiker activeert de toegang to de gegevens van de centrale via het LAN netwerk/internet als deze functie geactiveerd is en een SmartLAN/G kaart op de centrale aangesloten is. De toegang is alleen via teleassistentie (indien geactiveerd) mogelijk als deze functie gedeactiveerd is.
• Install.toelaten - de PIN installateur wordt geaccepteerd en de installateur heeft toegang tot het menu als deze functie geactiveerd is; de PIN installateur produceert een event "Foute code" en de installateur krijgt geen toegang tot het menu als deze functie niet geactiveerd is.
• SynchronismeIP2RX - de centrale stuurt naar de IP2RXsoftware een speciale string als deze functie is geactiveerd, waarmee de software de centrale kan identificeren.
5-4
Nota
Nota
Methode 1
Op Keypad
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen display met of zonder code te activeren:
, ...,
weergegeven op het
• De sneltoets "Activatie menu" (sneltoets nr.15: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het deel van het gebruikersmenu "Activaties" waarin hij:
1. Via de toetsen en en vervolgens de te activeren/deactiveren cate- gorie van elementen (zones, codes, enz.) kiezen.
2. Via de toetsen en en vervolgens eerst het te activeren/deactiveren afzonderlijk element kiezen.
3. Het geselecteerde element activeren via een druk op en deactiveren via een druk op .
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
• Andere sneltoetsen zijn beschikbaar voor de directe toegang tot de subdelen in het deel "Activeringen”:
•• De sneltoets nr.19 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Zones"
•• De sneltoets nr.22 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Spraakmenu"
•• De sneltoets nr.23 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Remote toegang"
•• De sneltoets nr.24 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Codes"
Methode 1
Methode 2
•• De sneltoets nr.25 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Tags"
•• De sneltoets nr.26 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Timers"
•• De sneltoets nr.27 ( ) voor toegang tot de "Activaties/Auto-inschakelen"
Methode 2
Betreed het deel "Activaties" van het Gebruikersmenu en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Ga naar het deel “Menu” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Activaties”.
Hier treft u de lijst met de delen voor de elementen die bereikbaar zijn door op de knop
ACTIVEER te drukken.
Ieder deel toont de elementen die in een lijst zijn vastgesteld en aan ieder element zijn er twee knoppen geassocieerd, AAN voor activering en UIT voor inhibitie, en een icoon dat wijzigt al naar gelang de activering:
• - geactiveerd/opgestart
• - gedeactiveerd/verhinderd
Op Web en AlienMobile
Ga eerst naar het deel “Inbraak”, vervolgens het deel “Zones”.
In dit deel worden alle zones opgesomd die voor de gebruiker beschikbaar zijn en voor ieder hiervan zijn beschikbaar de toetsen:
• AAN start de zone op en het betreffende icoon wordt
• UIT inhibiteert de zone en het betreffende icoon wordt
Voe r Code i n
******
Methode 2
Geb r u i k e r sc ode
I n / U i t sc h . op t. Sp r aa k f un c t i e s Ac t i v a t i e s
Methode 2
ACT I VAT I ES
Zone s Code s Tag s
ACT I VER I NG ZONES
Cen t r a l e T01
Cen t r a l e T02
Cen t r a l e T03
Bekijken
Dit deel biedt de gebruiker de mogelijkheid om het register met events en de staat van bepaalde elementen van het systeem weer te geven.
Met de delen "Register Events", "Register Alarmen", "Register storingen", "Register In/ Uitsch." kan de gebruiker de chronologie waarop de events plaatsgevonden hebben en hersteld zijn bestuderen.
Het deel "Status Nexus" geeft op de display een aantal parameters van de GSM Nexus communicator weer.
Het deel "Systeem spanning" geeft de voedingsspanning van de centrale weer..
Het deel “Zone status” geeft de staat van de zone weer (Rust, Alarm, Gesloten, Sabotage) en de inhibitie staat (OnOverbr, als alarmen gegeven kunnen worden, of Overbr., als geen alarmen gegeven kunnen worden).
In het deel "Fouten" kan de gebruiker de actieve defecten aanschouwen (zie
Aanhangsel C, Gesignaleerde fouten).
In het deel "Paneel versie"worden de versie van de firmware van de centrale en het model van de SmartLiving centrale weergegeven.
De laatste regel van het display toont de sterkte van het radiosignaal met een waarde tussen 0 en 7 als de zones via radio weergegeven worden: hogere waarden komen overeen met een hoger niveau en dus een betere kwaliteit van het radiosignaal.
5-5
Als u naar de centrale gaat met behulp van een browser, kunt u de staat weergeven van:
• partities
Panee l v e r s i e 5 . 10 01050
Zone n r . 77
Ru s t XxXx e r b r
• zones
• uitgangen
• timers
Methode 2
Voe r c ode i n
******
Geb r u i k e r sc ode Sp r aa k f un c t i e s Ac t i v a t i e s
Be k ij k en
Z I EN
Gebeu r t en i s geh A l a rm geheugen Fou t geheugen
Methode 1
J u i s t e c ode
18 : 23 01 / 02 / 2014
Geb r u i k e r sc ode KEYP . 001
J u i s t e c ode
18 : 23 01 / 02 / 2014
PART I T I E 001
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUUU --
• register events
Methode 1
Op Keypad
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen display met of zonder code te activeren:
, ...,
weergegeven op het
• De sneltoets nr.28 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Gebeurtenis geh"
• De sneltoets nr.29 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Alarm geheugen"
• De sneltoets nr.30 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Fout geheugen"
• De sneltoets nr.31 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/In/Uitsch. geh"
De weergave van de delen "Register" wordt door de gebruiker aan de hand van het partitie gefilterd: de zone alarmen van de zones die minstens een partitie met de code van de gebruiker en de partities van het gebruikte keypad delen worden weergegeven.
Xxxx met een druk op de toetsen en door de lijst met de chronologisch geordende events.
In het geval van bepaalde events kunt u met een druk op de toets de details van het partitie weergeven, bijvoorbeeld een event "Aanvraag activering" toont de code die de activering vereist, het keypad waarop de aanvraag verricht is en, met een
druk op de toets , de lijst met de partities waar de activering van vereist is.
• De sneltoets nr.16 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Status Nexus":
1° lijn: eheerder GSM netwerk (Wind, Tim, Vodafone, enz.) op de linkerzijde en verbinding met BUS op de rechterzijde van de string
- als niets verschijnt, betekent dit dat Nexus/G met de BUS is verbonden
- als de letter “G” verschijnt, betekent dit dat Nexus/G met de BUS is verbon- den en dat de GPRS service beschikbaar is.
- als de letter “C” verschijnt, betekent dit dat Nexus/G met de BUS is verbonden en een teleassistentie (TCP-verbinding) of het verzenden van een SIA-IO bericht in uitvoering is
- als de karakters “--” verschijnen, betekent dit dat Nexus met BUS is verbonden
2° lijn: intensiteit van het GSM netwerk (waarde tussen 1 en 100)
3° lijn: resterend tegoed van de laatste lezing (uitgedrukt in de plaatselijke valuta)
4° lijn: de aanwezigheid van storingen. Ga naar het deel "Bekijken-Fouten" voor gede- tailleerde informatie als storingen aanwezig zijn
• De sneltoets nr.32 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Systeem spanning"
• De sneltoets nr.33 ( ) voor toegang tot de "Bekijken/Zone status"
Druk op de toetsen en om door de lijst met beschikbare zones te lopen. Op de display ziet u de volgende parameters van de zone:
1° lijn: beschrijving van de zone
2° lijn: staat van de zone ("Rust", "Alarm", "Gesloten", "Sabotage"), de staat van de activering ("OnOverbr" als alarmen gegeven kunnen worden of "Overbr." als geen alarmen gegeven kunnen worden)
3° lijn: indicatie die varieert naargelang het soort systeem:
- radio zone; niveau radiosignaal
- rookdetector Air2-FD100; rookniveau in de kamer van de sensor, uitgedrukt in mdB/m
4° lijn: vervuilingsniveau van de sensorkamer van een rookdetector Air2-FD100 (%)
Bij een waarde van meer dan 90% is het aan te raden de sensor te reinigen.
• De sneltoets nr.36 () voor toegang tot de "Bekijken/Fouten"
Methode 2
Betreed het deel "Bekijken" van het Gebruikersmenu en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Nota
Op keypad Alien
Op keypad Alien kunt u de staat van de elementen van het systeem weergeven door middel van de verschillende delen die de gebruiker kan openen:
• Betreed het deel “Inbraak” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in. U heeft de beschikking over de volgende delen:
•• “Zones”; hier treft u de lijst met zones en wordt de staat getoond met een icoon links van de beschrijving van iedere zone:
• - groene bol - ruststand
• - rode bol - alarmstand
• - gele driehoek - storing/sabotage
Ook zijn er aan iedere zone twee knoppen geassocieerd, AAN voor activering en
UIT voor inhibitie, en een icoon dat wijzigt al naar gelang de activering:
• - geactiveerd/opgestart
• - gedeactiveerd/verhinderd
•• "Geheugen zien" ; hier zijn de events te zien, opgeslagen in het register en een voor een op de display getoond: rol de lijst door met de scroltoetsen.
Voor iedere event worden de details getoond; indien beschikbaar kunnen de betreffende partities worden weergegeven door het drukken op de knop PARTITIES.
• Betreed het deel “Systeem” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in. U heeft de beschikking over de volgende delen:
•• “Fouten”; hier treft u de lijst met defecten aan en voor ieder defect beschikt u indien mogelijk over de toets DETAILS om extra informatie hierover weer te geven.
•• “Spanning”; geeft de voedingsspanning van de centrale weer.
•• “Info GSM”; deel dat de parameters van de GSM Nexus communicator weergeeft.
Op Web en AlienMobile
Op de web server en de mobiel kunnen andere elementen van het systeem worden weergegeven via de betreffende delen:
• Partities
• Zones
• Uitgangen
• Timer (alleen op web server)
• Camera (alleen op mobiel)
Bijgaand een tabel met de betekenis van de iconen die worden weergegeven aan de zijkant van de beschrijving van het weergegeven element
Tabel 14: Weergave via web en mobiel
Deel | Icoon | |||
Parti- ties / Zones | Gedeactiveerd | Staat activering van het partitie/ zone | ||
Helemaal geacti- veerd | ||||
Gedeeltelijk geac- tiveerd | ||||
Onmiddellijk geactiveerd | ||||
Gedeactiveerd | ||||
Rust | Staat alarm van het partitie/zone | |||
Alarm | ||||
Sabotage of sto- ring | ||||
Een alarm of sabotage is gere- gistreerd | ||||
Zones | Zone kortgesloten | |||
Zone actief | Staat activering zone | |||
Zone gedeacti- veerd |
Deel | Icoon | ||
Geactiveerd | Staat van de uitgang | ||
Gedeactiveerd | |||
Geactiveerd | Staat timer | ||
Gedeactiveerd | |||
Play | Streaming commando's | ||
Stop |
• Register van de events- betreed eerst het deel “Inbraak”, en vervolgens het deel "Geheugen".
Er verschijnt een venster waarop knoppen beschikbaar zijn om het aantal weer te geven events aan te geven, te beginnen met de laatste.
Als u zich in dit deel bevindt worden de events met de betreffende informatie en de betreffende knop PARTITIES opgesomd. Wanner de knop is ingedrukt wordt er een venster geopend met een opsomming van de betrokken partities in de event.
• Informatie over het systeem - in het deel “Systeem” zijn de volgende delen beschikbaar:
•• “Fouten”; venster met een opsomming van de defecten.
•• “Spanning”; venster dat de voedingsspanning van de centrale weergeeft.
•• “Info GSM”; venster dat de parameters van de GSM Nexus communicator weergeeft.
Activering en deactivering
van de uitgangen
In dit deel kunt u handmatig de uitgangen waarvoor de code gebruikt kan worden activeren/deactiveren.
5-6
Methode 1
Op Keypad
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen display met of zonder code te activeren:
, ...,
weergegeven op het
• De sneltoets "Uitgang Bestur." (sneltoets nr.21: ), brengt de gebruiker naar de weergave van het deel van het gebruikersmenu "Uitgang AAN/UIT" waarin hij:
1. Kies de toetsen en de uitgang die moet geactiveerd/gedeactiveerd worden.
Uitgang Methode geactiveer
Uitgang gedeactive
Methode 2
Methode 2
Methode 1
U i t gangAAN / U I T
Geb r u i k e r sc ode Ac t i v a t i e s
Be k ij k en
Voe r Code i n
******
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
2. De geselecteerde uitgang activeren via een druk op en deactiveren via een druk op .
• De sneltoets “Activeer uitgang” (sneltoets nr.5: ) activeert de geprogrammeerde uitgang zodra de knop ingedrukt wordt.
• De sneltoets “Deactiv. uitgang” (sneltoets nr.6: ) deactiveert de geprogrammeerde uitgang zodra de knop ingedrukt wordt.
Methode 2
Betreed in het Gebruikersmenu het deel "Uitgang AAN/UIT" en voer de PIN van de code in.
Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Betreed het deel "Sturingen" met een druk op de knop , waar de volgende delen beschikbaar zijn:
• “Domotica”, voor toegang tot de uitgangen van het domotica systeem, zonder dat er een gebruikerscode wordt vereist.
• “Inbraak”, voor toegang tot de uitgangen van het inbraaksysteem, zonder dat er een gebruikerscode wordt vereist.
In beide delen worden de beschikbare uitgangen opgesomd en aan ieder deel zijn er twee knoppen geassocieerd, AAN voor activering en UIT voor deactivering, en een icoon dat wijzigt al naar gelang de activering:
• - uitgang geactiveerd
• - uitgang gedeactiveerd
Op de Lezer
U i t gangAAN / U I T | |
RELA I S 001 | |
U I TGANG 001 U I TGANG 002 |
Breng een geldige tag naar de lezer en kies de led of de beschrijving behorende bij de sneltoets “Activeer uitgang” (sneltoets nr.5) of “Deactiv. uitgang” (sneltoets nr.6).
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code op de telefoon in en druk op “#” en vervolgens op de toets (“0” tot “9”) die de installateur geprogrammeerd heeft voor de sneltoetsen “Activeer uitgang” (sneltoets nr.5) of “Deactiv. uitgang” (sneltoets nr.6).
Op de Afstandsbediening
Druk op de desbetreffende toets op de afstandsbediening en controleer of de handeling verricht wordt, zie paragraaf 2-6-1 Afstandsbediening Air2-KF100.
Ga naar het deel "Sturingen".
Op Web en AlienMobile
In dit deel worden de uitgangen van de centrale opgesomd en voor ieder hiervan zijn beschikbaar de toetsen:
• AAN activeert de uitgang en het betreffende icoon wordt
• UIT deactiveert de uitgang en het betreffende icoon wordt
De datum en het tijdstip wijzigen
Methode 2
Voe r Code i n
******
Methode 2
Geb r u i k e r sc ode Be k ij k en
U i t gangAAN / U I T Ze t da t um/t ij d
Methode 2
Methode 1
18 : 23 01 / 02 / 2014
dd / mm / jj jj
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
Maakt het mogelijk om de datum en het tijdstip en het weergaveformaat ervan te programmeren.
5-7
Methode 1
Op Keypad
Door de sneltoetsen “Tijd/datum inst” te activeren (sneltoets nr.35: ), geassocieerd met een van de toetsen , ..., gevisualiseerd op de display, met of zonder code, voor toegang tot het deel van de gebruikersmenu “Zet datum/tijd":
1. Gebruik de toetsen en om het te wijzigen veld (uren, minuten, seconden) te kiezen.
2. Gebruik de toetsen en om het gekozen veld te kiezen:
3. Druk op de toets om op te slaan.
Methode 2
Betreed in het gebruikersmenu het deel "Zet datum/tijd" en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Betreed op het Alien keypad het deel “Instellingen” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en betreed daarna het deel “Datum/Tijd - Code wijz. - Tel.Nr.wijz.”.
In dit deel kunt u toegang hebben tot het deel waar de datum en tijd kan worden veranderd. De aanpassing moet worden gedaan door met de toetsen naar rechts/links en naar boven/beneden te scrollen en te bevestigen met de toets OK.
Instellingen keypad
Maakt het mogelijk om de eigenschappen van de display en de zoemer van de keypads te programmeren voor toegang tot het systeem SmartLiving.
De beschikbare parameters variëren aan de hand van het model keypad.
• Verlichting - de intensiteit van de achtergrondverlichting en de leds van de toetsen als een toets ingedrukt wordt en vervolgens 20 seconden lang.
• VerlichtingStdby - de intensiteit van de achtergrondverlichting van het display en de leds van de toetsen als het keypad in stand-by geplaatst is.
• Contrast - wit/zwart afstelling.
• Volume - intensiteit van de zoemer in drie niveaus:
•• uit
•• laag volume
•• hoog volume
5-8
• Keypad opties:
•• Temperatuur uit - de temperatuur, gemeten door de temperatuursensor (uitsluitend op keypads) wordt niet weergegeven als deze optie niet geactiveerd is
•• GnZoemerBijUitsc - de zoemer gaat niet af tijdens de uitloop tijd als deze optie geactiveerd is
•• GnZoemerBijInsch- de zoemer gaat niet af tijdens de inloop tijd als deze optie geactiveerd is
Methode 2
Methode 2
Methode 2
Methode 1
Ve r li c h t i ngS t db y Con t r a s t
Ve r l i c h t i ng
Ke y pad i n s t e ll .
Ke y pad i n s t e ll .
Geb r u i k e r sc ode U i t gangAAN / U I T Ze t da t um/t ij d
Voe r Code i n
*** ***
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
•• ZoemerVolgtUitg. - de zoemer gaat af tijdens de activering van de T1 aansluitklem van het keypad als deze als uitgang geprogrammeerd is en de functie geactiveerd is
•• Deurbel uit- indien geactiveerd gaat de zoemer niet af als een zone deurbel geschonden wordt
Deze afstellingen gelden uitsluitend voor het gebruikte keypad en blijven ook als de centrale uitgeschakeld wordt opgeslagen.
Methode 1
Op Keypad
Door desneltoets te activeren “Keypad xxxx.xxxx” (sneltoets nr.18: ),geassocieerd met een van de toetsen , ..., gevisualiseerd op de display, met of zonder code, die de gebruiker naar de visualisering brengt van het deel van het
gebruikersmenu “Keypad instell.”, waar de gebruiker:
1. Via de toetsen en en daarna de te programmeren parameters kan kiezen.
2. De toetsen en gebruikt om de waarde van de gekozen parameter toe of af te laten nemen, of de gekozen optie te activeren met de toets , of te deactiveren met de toets .
3. Druk op om op te slaan.
Methode 2
Betreed in het gebruikersmenu het deel "Keypad instell." en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Betreed op het Alien keypad het deel “Instellingen” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en betreed daarna het deel “Alien”.
In dit deel kunt u de firmware versie van het gebruikte keypad van de aangesloten centrale visualiseren en de instellingen van de parameters van het Alien keypad wijzigen.
Deze instellingen blijven opgeslagen ook al wordt de centrale uitgeschakeld.
• Transparantie - de intensiteit van het transparante effect
• Helderheid - de intensiteit van de verlichting van het display als het wordt aangeraakt en vervolgens 45 seconden lang.
• Helderheid rust - de intensiteit van de verlichting van het display, als het keypad in stand-by geplaatst is.
• Zoemer volume - intensiteit van de zoemer
• Spraak volume -intensiteit van het volume van de luidspreker
• Skin - kiezen van een van de beschikbare thema's voor het grafische display van de Alien
• Vertr. diashow - wachttijd voor het automatisch opstarten van de applicatie photoframe als het keypad in stand-by geplaatst is
• Foto interval - tijdsinterval tussen de weergave van twee opeenvolgende afbeeldingen in de applicatie photoframe
• Taal - kiezen van de taal van het keypad Alien
• Temp. aanpassen - correctie van de temperatuur, gevisualiseerd op de display
• Part. status zien - weergavemodus van de activeringsstaat op de onderste balk van de display
• Uitlooptijd - activeert/deactiveert zoemer tijdens de uitgangstijd
• Inlooptijd - activeert/deactiveert zoemer tijdens de ingangstijd
• Deurbel - activeert/deactiveert zoemer tijdens voor de belfunctie
• Temperatuur - activeert/deactiveert lde temperatuurweergave op de display
• Alien sabotage - activeert/deactiveert de sabotage van het apparaat (enkel voor Alien/G)
Als de SmartLiving centrale zich in service status bevindt, verschijnen bovenaan de lijst de volgende parameters:
• Adres keypad
• Adres prox. - adressen van de gebruikte Alien en zijn geïntegreerde lezer
• Alien sabotage - activeert/deactiveert de sabotage van het apparaat (enkel voor Alien/S)
Kies de taal door met de toetsen naar boven en onder te scrollen en pas het aan met de toetsen + en -. Voor het bevestigen van de gemaakte wijzigingen het deel verlaten en drukken op de toets SAVE.
Engels is de standard taal van het Alien keypad.
Nota
De PIN code wijzigen
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
In dit deel kan de PIN van de gebruikerscode gewijzigd worden waarmee u zich toegang heeft verschaft en ook de PIN codes van alle codes van de lagere hiërarchische niveaus (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes).
De PIN van de codes moeten 6-cijferig zijn om aan de normen EN050131 te voldoen.
5-9
Methode 1
Op Keypad
Methode 2
Door de sneltoetsen “Wijzig Code” te activeren (sneltoets nr.34: ),geassocieerd met een van de toetsen , ..., gevisualiseerd op de display, met of zonder code, die de gebruiker naar de visualisering brengt van het deel van het gebruikersmenu “Wijzig Code”, waar de gebruiker:
1. Kies via de toetsen en en daarnaa de te programmeren code.
2. De nieuwe 4-, 5- of 6-cijferige PIN invoert met de toetsen , ..., en
drukt op .
3. De eerder ingevoerde PIN met de toetsen , , ..., opnieuw invoert en drukt op om de instelling op te slaan.
Methode 2
Betreed in het Gebruikersmenu het deel "Wijzig Code" en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Betreed op het Alien keypad het deel “Instellingen” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en betreed daarna het deel “Datum/Tijd - Code wijz. - Tel.Nr.wijz.”, en vervolgens naar het deel “Code wijz.”.
In dit deel moet er eerst een beschikbare code uit de lijst worden gekozen. In de volgende stap kan de code worden gewijzigd met het weergegeven knoppenbord en kan de wijziging worden bevestigd met de toets OK.
Wij z i | g | Code |
CODE | 001 | |
CODE | 002 | |
CODE | 003 |
Methode 1
Methode 2
Voe r Code i n
******
Geb r u i Da t um Ke y pad | k e r sc od / T ij d i n s t e | e ll | . |
Wij z i g | Code |
Methode 2
Telefoon Nummers wijzigen
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUUU --
De gebruiker kan de Telefoon Nummers wijzigen die door de telefoonschakelaar van de centrale SmartLiving worden gebruikt.
Uitsluitend de Telefoon Nummers die minstens een partitie met de ingevoerde gebruikerscode en het gebruikte keypad delen worden getoond.
5-10
U krijgt toegang tot een rubriek waarin u:
Op Keypad
Voe r Code i n *** *** |
1. Met de toetsen en een van de Telefoon Nummers kunt kiezen; druk
Te l e f oonNumme r s
Geb r u i k e r sc ode Ke y pad i n s t e ll . Wij z i g Code
vervolgens op . Voor elk van deze Telefoon Nummers kunt u een 20-cijferig nummer invoeren.
2. Gebruik de toetsen en en selecteer het veld dat u wilt wijzigen en voer met de nummertoetsen ( , enz.) het getal in. De tekens “,” (= pauze van 2 secon- den), “*” en “#” zijn toegestaan.
3. Druk op om de pagina te verlaten en de instelling op te slaan.
Op keypad Alien
Te l e f oonNumme r s |
NUMMER 001 |
NUMMER 00 2 NUMMER 00 3 |
Betreed op het Alien keypad het deel “Instellingen” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en betreed daarna het deel “Datum/Tijd - Code wijz. - Tel.Nr.wijz.”, en vervolgens naar het deel “Tel.Nr.wijz.”.
In dit deel moet er eerst een beschikbaar telefoonnummer uit de lijst worden gekozen. In de volgende stap kan het nummer worden gewijzigd met het weergegeven knoppenbord en kan de wijziging worden bevestigd met de toets OK.
Aanvraag teleassistentie
Methode 2
Methode 2
Methode 1
Oproep teleassistentie
Se r v i c e aan v r aag
Geb r u i k e r sc ode Wi j z i g Code
Te l e f oonNumme r s
Voe r Code i n
******
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
De aanvraag teleassistentie activeert onmiddellijk een oproep van de centrale naar het teleassistentie nummer van de installateur.
De installateur moet de optie van de centrale "Nr15VrMeldkamer" geactiveerd hebben, zodat de handeling correct uitgevoerd kan worden.
5-11
Methode 1
Op Keypad
Door desneltoets te activeren “Up/Downl Aanvr.” ((sneltoets nr.8: ).
Methode 2
Betreed het deel "Service aanvraag" van het Gebruikersmenu en voer de PIN van de code in.
Op keypad Alien
Ga naar het deel “Menu” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Acties”.
Hier treft u de lijst met commando's van de centrale die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets ACTIVEER, zoals "Up/Download".
Op de Lezer
Breng een geldige tag naar de lezer en kies de led of de beschrijving behorende bij de sneltoets "Up/Downl Aanvr." (sneltoets nr.8).
Overtijd
Dit is een handeling die op de partities onder de volgende voorwaarden verricht moet worden:
• het partitie moet een geassocieerde timer voor de automatische activering bezitten
Methode 2
Methode 2
Methode 1
Automatische activering vertraagd
Ov e r t ij d
Geb r u i k e r sc ode Te l e f oonNumme r s
Se r v i c e aan v r aag
Voe r Code i n
******
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
• de automatische activering van het partitie moet geactiveerd zijn (zie paragraaf 5-4 Activaties)
De tijd voor de automatische activering wordt met 30 minuten vertraagd als u een buitengewone aanvraag verricht.
5-12
Methode 1
Activeer de sneltoets type “Overtijd” (sneltoets nr.7: ).
Methode 2
Op Keypad
Betreed in het Gebruikersmenu het deel "Overtijd" en voer de PIN van de code in.
Op keypad Alien
Ga naar het deel “Menu” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Acties”.
Hier treft u de lijst met commando's van de centrale die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets ACTIVEER, zoals "Overtijd".
Op de Lezer
Xxxxx een geldige tag naar de lezer en kies de led of de beschrijving behorende bij de sneltoets "Overtijd" (sneltoets nr.7)
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code op de telefoon in en druk op “#” en vervolgens op de toets (“0” tot “9”) die de installateur geprogrammeerd heeft voor het activeren van de sneltoets type "Overtijd" (sneltoets nr.7).
Op de Afstandsbediening
Druk op de desbetreffende toets op de afstandsbediening en controleer of de handeling verricht wordt, zie paragraaf 2-6-1 Afstandsbediening Air2-KF100.
Thermostaat
De functie "thermostaat" van de JOY/MAX en Alien keypads maakt het mogelijk om een ketel of een klimatiseerinrichting afhankelijk van de ingestelde wijze te beheren:
• - Zomer/Koelen; als de temperatuur gemeten door het keypad hoger is dan de waarde die de gebruiker ingesteld heeft, wordt de uitgang aangesloten op de klimatiseerinrichting geactiveerd (op het display wordt de icoon
weergegeven)
• - Winter/Verwarmen; als de temperatuur gemeten door het keypad lager is dan de waarde die de gebruiker ingesteld heeft, wordt de uitgang aangesloten op de ketel geactiveerd (op het display wordt de icoon weergegeven)
De gebruiker moet de temperatuur instellen; hij kan kiezen uit 5 verschillende thermostaatfuncties:
• Uit - de thermostaat is uitgeschakeld, de uitgang geassocieerd met de ketel of de klimatiseerinrichting is gedeactiveerd.
• Manueel - de temperatuur die de gebruiker heeft is voor elk uur van de dag en elke dag van de week geldig.
• Dag - de gebruiker stelt de temperatuur voor elk uur van de dag in; de instelling is voor elke dag van de week geldig.
• Week - de gebruiker stelt de temperatuur voor elk uur van de dag en voor elke dag van de week in.
• Antivrie - in de winter is de functionering geforceerd; de uitgang aangesloten op de ketel wordt geactiveerd als de temperatuur lager is dan 5°C.
5-13
Methode 2
Methode 2
Methode 1
The rmo s t aa t
Geb r u i k e r sc ode Se r v i c e aan v r aag Ov e r t ij d
Voe r Code i n
******
18 : 23 01 / 02 / 2014
UUUUUUU
Methode 1
Op Keypad
Activeer de sneltoets type “Thermostaat” (sneltoets nr.37: ),geassocieerd met een van de toetsen , ... , gevisualiseerd op de display, met of zonder code, die de gebruiker naar de visualisering brengt van het deel van het gebruikersmenu “Thermostaat”.
1. Selecteer de functionering van de thermostaat met de nummertoetsen:
• - thermostaat uit
• - “Manueel”
• - “Dag”
• - “Week”
• - “Antivrie” De display toont:
1° lijn: de functionering van de thermostaat en de dag van de week
2° lijn: een balk met het ingestelde temperatuurniveau en de icoon voor de wijze "zo- mer/winter"
3° lijn: de ingestelde temperatuur en uren
Wee k V r ij dag
25 , 0 c H18 - 19
18 , 5 c - OFF
U i t
4° lijn: de gemeten temperatuur en de staat van de ketel/klimatiseerinrichting (ON/ OFF)
2. Selecteer de wijze "zomer/winter" van de thermostaat met de toets .
3. Selecteer de temperatuur via de toetsen en .
4. Selecteer de uren via de toetsen en .
5. Selecteer de dag van de week via de toetsen en .
6. Druk op om de pagina te verlaten en de instelling op te slaan.
Methode 2
Betreed in het Gebruikersmenu het deel "Thermostaat" en voer de PIN van de code in. Raadpleeg hetgeen hierboven beschreven is voor Methode 1.
Op keypad Alien
Op het keypad Alien het deel “Klima” betreden met een druk op de knop .
Het display toont onder het boodschap “KLIMA” de werkwijze van de thermostaat. Onder deze boodschap zijn knoppen aanwezig voor het selecteren van een van de 5 in te stellen modi.
Door het drukken op een van deze knoppen betreedt u het deel voor instelling van de parameters van de gekozen mogelijkheid. Met de toetsen + en - kan de temperatuur worden aangepast, het uur en de dag (indien beschikbaar) met de pijltjestoetsen.
Ook beschikt u over de toets Warm./Koeling voor het selecteren van de winter- of zomerstand.
De iconen voor de werking van de thermostaat zijn zichtbaar op de bovenste balk van de home page.
Remote toegang met behulp van Nexus
De aanvraag voor teleassistentie kan via GSM worden gedaan via de optie van het menu “Teleass. Up/Downl".
Deze functie geeft toegang tot de functies die de installateur nodig heeft om de centrale remote via GPRS te kunnen programmeren.
Gebruik deze functie uitsluitend als u dit met de installateur heeft afgesproken.
5-14
Nota
Ne x u s Up / Down l
Xxx r u i k e r sc ode Ov e r t ij d
The rmo s t aa t
Op Keypad
Betreed in het gebruikersmenu het deel "Nexus Up/Downl" door de PIN van uw code in te voeren.
Op keypad Alien
Ga naar het deel “Menu” en druk op de knop , voer de gebruikerscode in en ga daarna naar het deel “Acties”.
Hier treft u de lijst met commando's van de centrale die geactiveerd kunnen worden met een druk op de toets ACTIVEER, zoals " Nexus Up/Download".
Codes
In het gebruikersmenu is een deel beschikbaar voor de programmering van de parameters pvan de gebruikercodes van het lager hierarchisch niveau (zie paragraaf 2- 5 Gebruikerscodes).
vanuit deze sectie kunt u naar andere subsecties voor de wijzigbare parameters van deze zones.
Op Keypad
Door naar het deel "Codes" van het gebruikersmenu te gaan en de PIN van de code in te voeren.
1. Kies via de toetsen en en daarnaa de te programmeren code.
2. Kies via de toetsen en en daarnade te programmeren code kiest.
3. Wijzig de parameter en druk op om op te slaan.
• Beschrijving - de beschrijvende string van de code
• Partities - Keuze van de partities waarmee de code is geassocieerd. Gebruik de toets , om het partitie te activeren en de toets om het partitie te deactiveren.
• Opties - via de toetsen en kunt u de opties van elke code activeren:
•• Partitie filter - als deze optie actief is, kan de code enkel de parameters wijzigen naar een lagere hiërarchische niveaucode met partities die een deelverzameling zijn van de partities van de code onder programmering.
Bijvoorbeeld een code "Master" met "Partitie filter", geactiveerd op de partities 1, 3, 5 en 7, kan de PIN van een Gebruikerscode activeren/deactiveren of wijzigen, behorende tot de partities 1 en 5 maar niet de gebruikerscode, geactiveerd op de partities 1, 2 en 3.
(B)
Geb r u i k e r sc ode
(C)
•• Tekstmenu en Gebr menu - de combinatie van deze opties bepaalt de weergave op de keypads onmiddellijk nadat de toegang van de gebruikerscode is geactiveerd. Raadpleeg de volgende beschrijvingen:
5-15
Code s
Xxx r u i k e r sc ode The rmo s t aa t
Ne x u s Up / Down l
(A)
Geb r u i k e r sc ode |
A l a rm behee r |
I n / U i t sc h . op t. Sp r aa k f un c t i e s |
Geva l | Tekstmenu | Gebruikers- menu | Beschrijving |
A | Gedeacti- veerd | Geactiveerd | Toegang tot het traditionele gebruikersmenu met een lijst met de activiteiten die voor de gebruiker geactiveerd zijn. Op dit moment kan de gebruiker met de toetsen en door de lijst lopen en de handeling kiezen. |
B | Gedeacti- veerd | Gedeactiveerd | Weergave van de iconen van de code ter hoogte van de toetsen , ..., ; nu kan de gebruiker de functietoetsen indrukken en de des- betreffende sneltoets activeren. |
C | Geactiveerd | Gedeactiveerd | Weergave van de beschrijvingen behorende bij de sneltoetsen van de gebruiker die met de functie- toetsen geassocieerd zijn. In plaats van de iconen behorende bij de sneltoetsen worden de beschrij- vingen ervan weergegeven. Nu kan de gebruiker met de toetsen en door de lijst met de beschrijvingen van de sneltoetsen lopen en ze met een druk op activeren. |
D | Geactiveerd | Geactiveerd | Net als “C" |
Geb r u i k e r sc ode |
S t op a l a rmen |
Wi s geheugen S t a t u s Ne x u s |
Met een druk op de toets kunt u, ongeacht het geval van de ingang (A, B of C) de volgende gevallen cyclisch betreden/weergeven, zie de afbeelding hiernaast.
•• AnnounceShortcut - als deze optie geactiveerd is en als de gebruiker gebruik maakt van een keypad met spraakfuncties, zullen na de activering van de PIN de vocale beschrijvingen van de sneltoetsen behorende bij de code, ingesteld op de nummertoetsen, afgespeeld worden.
•• Remote toegang - indien geactiveerd kan de PIN van de code ingevoerd en voor handelingen via de telefoon bevoegd worden.
Met behulp van een code via de telefoon kunnen uitsluitend de sneltoetsen geassocieerd met de nummertoetsen 0 to 9 van de telefoon verricht worden. Uitsluitend de volgende sneltoetsen kunnen gebruikt worden:
- In/Uitschakelen
- Stop alarmen
- Wis oproep geh.
- Wis geheugen
- Activeer uitgang
- Deactiv. uitgang
- Inluisteren
- Inschakel status
Een andere programmering zal geen enkele uitwerking hebben.
•• Bewaking - indien geactiveerd is de code "Bewaking”.
•• Vaste lengte - indien geactiveerd, door de PIN in te toetsen zonder op de toets te
drukken , kan de gebruiker de sneltoets geassocieerd met de toets “F12”, geprogrammeerd door middel van de hieronder beschreven functie "F1/4 Sneltoetsen“ activeren.
Als bij activering de sneltoets het nummer 1 is (“In/Uitschakelen”) en als alle partities waartoe de gebruiker toegang heeft gedeactiveerd zijn, worden de partities geactiveerd; de partities worden echter gedeactiveerd als ze actief waren. De gebruikerscode heeft met deze geactiveerde optie alleen toegang tot het menu
als de gebruiker eerst op de toets drukt en vervolgens zijn PIN invoert.
• F1/4 Sneltoetsen - in dit deel kunt u maximaal 12 sneltoetsen programmeren, geassocieerd met de toetsen , ..., . Als u de PIN heeft geactiveerd zal het keypad de iconen tonen ter hoogte van de toetsen , ..., die met deze sneltoetsen geassocieerd zijn. Met een druk op de gekozen functietoets activeert de gebruiker de desbetreffende sneltoets.
• 0/9 Sneltoetsen - in dit deel kunt u maximaal 10 sneltoetsen programmeren, geassocieerd met de toetsen ,..., . Nadat de PIN is geactiveerd kan de gebruiker deze sneltoetsen met een druk op de desbetreffende nummertoets activeren.
De keuze van de sneltoetsen die met de functie- en en de nummertoetsen geactiveerd moeten worden, is als volgt mogelijk:
1. Kies via de toetsen en de toets die met de sneltoets moet geassoci- eerd worden en druk op .
2. Druk op en kies via de toetsen en de sneltoetsen uit de lijst "Type", die met de toets moeten geassocieerd worden.
3. Druk op om de pagina te verlaten en de instelling op te slaan.
4. U moet tevens de scenario kiezen als de geassocieerde sneltoets "In/Uitschake- len" is. Als de geassocieerde sneltoets “Activeer uitgang” of “Deactiv. uitgang” is, wordt gevraagd om tevens de uitgang te kiezen.
• Toegew. uitgang - in dit deel kunt u elke beschikbare uitgang activeren/ deactiveren om ze via de code manueel te activeren/deactiveren
Menu gebruiker, AAN / UI T u i t gangen .
1. Gebruik de toetsen en en selecteer de gewenste uitgang.
2. Druk op de toetsen en om de handmatige controle van de uitgang door de code te activeren/deactiveren.
3. Druk op om de pagina te verlaten en de instelling op te slaan.
• Timers- instelling van de geassocieerde timer om de werking van de code op tijdbasis te filtreren.
• Type - deel waarin het hiërarchisch niveau kan toegekend worden aan de gekozen gebruikerscode
• Mogelijkheden - in dit deel kunt u de toegang tot elk deel van het gebruikersmenu activeren/deactiveren.
De procedure die uitgevoerd moet worden is gelijk aan de procedure voor "Toegew. uitgang".
Nota
Inluisteren
Deze functie kan uitsluitend op de telefoon geactiveerd worden.
De gebruiker kan tijdens de communicatie met de centrale de functie afluisteren omgeving activeren en zo de geluiden afkomstig uit de omgeving van de keypads die minstens een partitie met de gebruikte code delen afluisteren.
De installateur moet de sneltoets nr.10 op een van de nummertoetsen behorende bij de code voor deze handeling activeren.
5-16
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code op de telefoon in en druk op “#” en vervolgens op de toets (“0” tot “9”) die de installateur geprogrammeerd heeft voor het activeren van de sneltoets type "Inluisteren" (sneltoets nr.10). De centrale opent het kaneel voor het afluisteren van de omgeving tussen de telefoon en het eerste keypad dat minstens een partitie met de code deelt. Tijdens het afluisteren kan de gebruiker het vocale kanaal op een ander keypad met een druk op de nummertoets behorende bij het adres van het gekozen keypad activeren, mits het keypad minstens een partitie met de code deelt.
Met een druk op de toets “*” wordt het afluisteren onderbroken en zal de centrale wederom de vocale begeleiding van de sneltoetsen geprogrammeerd op de nummertoetsen afspelen.
Afluisteren staat partities
Deze functie kan op de telefoon en het keypad geactiveerd worden.
De gebruiker kan de staat voor de activering/deactivering van de partities afluisteren door de sneltoets tijdens een communicatie met de telefoon of op een keypad te activeren. De centrale speelt de vocale boodschappen af die bij de staat van alle partities van de ingevoerde code horen.
De centrale laat de staat van de partities behorende bij de code horen zonder de partities van het keypad in beschouwing te nemen als de sneltoets op een keypad geactiveerd wordt.
De installateur moet de sneltoets nr.17 programmeren op de code die deze handeling op een van de toetsen , ..., of nummertoetsen van de code moet verrichten.
Op de Telefoon
Voer de PIN van een geactiveerde code op de telefoon in en druk op “#” en vervolgens op de toets (“0” tot “9”) die de installateur geprogrammeerd heeft voor het activeren van de sneltoets type "Inschakel status" (sneltoets nr.17). De centrale zal achtereenvolgens de beschrijving van het partitie en de relatie activeringsstatus tonen. Dit zal gebeuren voor elk van de partities waartoe de code behoort.
Met een druk op de toets “*” keert u naar het hoofdmenu terug waarin de boodschappen behorende bij de beschikbare sneltoetsen van de geauthenticeerde code afgespeeld worden.
5-17
Nota
Op Keypad
Druk, nadat u de gebruikerscode ingevoerd heeft, op de toets van de sneltoets "Inschakel status" (sneltoets nr.17). Het keypad laat van alle partities van de code achtereenvolgens de beschrijving van het partitie en de desbetreffende staat van de activering zien.
De telefoon gebruiken
Oproepen van de centrale naar
de gebruiker
De installateur bepaalt samen met de gebruiker tijdens welke events de centrale vocale oproepen moet verrichten. De centrale verricht vocale oproepen naar de geprogrammeerde nummers waarmee de gebruikers de geprogrammeerde reeks boodschappen kan afluisteren als een van deze events zich voordoet of hersteld wordt.
Tijdens het afluisteren kan de gebruiker:
• met een druk op de toets “*” op de telefoon naar het volgende boodschap overgaan of, als er geen andere boodschappen zijn, de oproep met een positief resultaat afsluiten.
5-18
5-18-1
• de sneltoetsen geprogrammeerd voor de code betreden door de PIN gevolgd door “ #” op de telefoon in te toetsen; de centrale laat een vocale begeleiding horen waarin de toetsen van de telefoon met de beschikbare sneltoetsen geassocieerd zijn. Via een druk op de toets, aangeduid door de vocale begeleiding, kunt u de gewenste sneltoets activeren.
Oproepen van de gebruiker
naar de centrale
De gebruiker kan de centrale met een willekeurige telefoon oproepen en commando's geven (zie paragraaf 5-4 Activaties) en de omgeving afluisteren (zie paragraaf 3-2 Sneltoetsen op code), als op de centrale de functie "Spraakmenu" geactiveerd is (zie paragraaf 5-16 Inluisteren).
1. Oproepen naar de centrale.
2. De centrale reageert als de lijn het ingestelde aantal keer overgegaan is en zal vervolgens het boodschap nr.216 - "Gebruikerscode gevolgd door #" invoeren afspelen.
3. Voer uw PIN in en druk op "#".
4. De centrale laat een vocale begeleiding horen die de toetsen van de telefoon met de mogelijke sneltoetsen associeert.
5. Met een druk op de toets aangeduid door de vocale begeleiding kunt u de gewenste sneltoets activeren.
U kunt echter ook commando's aan de centrale geven door het nummer van de SIM kaart in het apparaat te bellen als de centrale met de Nexus GSM communicator uitgerust is. De gebruiker ontvangt ter bevestiging van de uitvoering van het commando een SMS boodschap of een signaal van de Nexus communicator, mits dit in de programmering voorzien is.
5-18-2
SMS boodschappen van de centrale naar de gebruiker
De gebruiker kan SMS boodschappen die een event signaleren ontvangen als de SmartLiving centrale met een GSM communicator uitgerust is.
De centrale stuurt een SMS boodschap naar de geprogrammeerde nummers als een event, waarvoor de installateur een programmering ingesteld heeft, zich voordoet of hersteld wordt.
5-18-3
SMS boodschap van de gebruiker naar de centrale
U kunt echter ook commando's aan de centrale geven door een SMS boodschap te sturen aan het nummer van de SIM kaart in het apparaat als de SmartLiving centrale met de Nexus GSM communicator uitgerust is.
Het SMS boodschap met het commando moet met de volgende formattering samengesteld worden:
5-18-4
<xxxxxx> <Tekst SMS>
waar:
• <xxxxxx> de PIN van een gebruikerscode van de centrale is
• Voeg na de PIN een spatie toe
• <Tekst SMS> dit is de identificatie van het commando; de installateur moet deze parameter aan de gebruiker overhandigen.
De gebruiker ontvangt ter bevestiging van de uitvoering van het commando een SMS boodschap of een signaal van de Nexus communicator, mits dit in de programmering voorzien is.
De SmartLiving centrale is default met vijf commando's geprogrammeerd:
• Aanvraag resterend tegoed op de SIM kaart in de Nexus Als de gebruiker de volgende SMS boodschap stuurt:
<xxxxxx> CREDIT
waarin <xxxxxx> de gebruikerscode is, zal hij een SMS boodschap met het resterende tegoed ontvangen.
• Aanvraag Status Nexus communicator
Als de gebruiker de volgende SMS boodschap stuurt:
<xxxxxx> STATUS
waarin <xxxxxx> de gebruikerscode is, zal hij een SMS boodschap met de volgende informatie:
DEFAULT SMS BOODSCHAP
•• de naam van het apparaat met de firmware versie
•• de naam van de beheerder van het GSM netwerk
•• de sterkte van het GSM signaal
•• de sabotage staat van het apparaat
•• de staat van de BUS
•• het resterende tegoed
• Inhibitie (met de commando's “UITSL” of “EXC”) of activering (met het commando “INSL”) van de zones van de centrale
Als de gebruiker de volgende SMS boodschap stuurt:
<xxxxxx> EXC <beschrijving van de zone>
waar:
•• <xxxxxx> de PIN van een gebruikerscode van de centrale, gevolgd door een spatie, is
•• “EXC” (of “UITSL” of "INSL”) is het commando dat op de zone verricht moet worden, gevolgd door een spatie
•• <beschrijving van de zone> is de naam van de zone die geïnhibiteerd of geactiveerd moet worden
Functietoetsen Alien
De gebruikersinterface van de Alien keypads is een menu van functietoetsen, net als dat van de webserver van de netkaart SmartLAN/G en de applicatie Alien Mobile. Op de keypads Alien en de Alien Mobile applicatie worden de toetsen door iconen weergegeven, die door een aanraking de betreffende functie activeren, voor de webserver voldoet een muisklik.
In de onderstaande tabel geven we een beschrijving van de functietoetsen van het menu op de home page. Bij het keypad Alien/S, komt de home page overeen met de pagina die wordt weergegeven wanneer de gebruiker geen enkele functie of applicatie heeft geactiveerd of het display minstens 45 seconden niet heeft aangeraakt. Deze toetsen komen overeen met de toetsen in het deel rechts van de display van de Alien/G.
Bepaalde toetsen activeren hun functie na het invoeren van een gebruikerscode. Eeen sessie gaat open die weer gesloten kan worden door een druk op de toets “Uitloggen” bovenaan rechts van de home page of na 45 seconden dat het keypad niet wordt gebruikt.
In het geval van de webbrowser en de Alien Mobile applicatie wordt deze pagina weergegeven nadat de gebruiker zich door invoer van de vereiste inloggegevens toegang heeft verschaft.
5-19
Tabel 15: Menu Alien
Icoon / Toets | Functie | |||
Keypads Alien | Webbrowser | AlienMobile | ||
Scenario's | U gaat naar het deel met de lijst van de geprogrammeerde scenario's die geactiveerd kunnen worden. Raadpleeg paragraaf 5-2 Partities activeren en deactiveren. | |||
Geen code is voor de toegang vereist.. Voor de activering van de scenario's kan een code vereist zijn, naargelang de programmering. | / | Enkel beschikbaar voor AlienMo- bile+ | ||
Sturingen | U gaat naar een deel met de lijst van de geprogrammeerde uitgangen die kunnen geactiveerd worden. Raadpleeg paragraaf 5-6 Activering en deactivering van de uitgangen. | |||
De uitgangen worden in twee delen onderverdeeld: • “Domotica”, uitgangen voor het beheer van de activering Geen code vereist. • “Inbraak”, geprogrammeerde uitgangen op het inbraaksysteem. Gebruikerscode vereist. | / | Enkel beschikbaar voor AlienMo- bile+ | ||
Inbraak | U krijgt toegang tot een deel waarin het mogelijk is om de staat van de onderdelen van de inbraakinstallatie weer te geven en te wijzigen: • “Partities”, waar het weergeven van de staat van de partities kan worden geactiveerd en de staat van inschakeling kan worden gewijzigd. • “Zones”, waar de staat van de zones kan worden weergegeven en de activering kan worden gewijzigd. • “Geheugen”, waar het register events kan worden weergegeven nadat het aantal events is aangegeven. Xxxxxxxxx xx xxxxxxxxxx 0-0, 0-0 en 5-5. | |||
Gebruikerscode vereist. | • In het deel “Partities” kunt u het alarmgeheugen van het partitie resetten. • In het deel “Geheugen” kan het aantal weer te geven events worden aangegeven. |
Tabel 15: Menu Alien
Icoon / Toets | Functie | |||
Keypads Alien | Webbrowser | AlienMobile | ||
Menu | U gaat naar twee delen: • “Acties”, waar de commando's van de centrale bij alarmen en sabotages of verzoeken om teleassistentie en buitengewone aanvraag worden opgesomd. Raadpleeg de paragrafen 5- 1, 5-11, 5-12 en 5-14. • “Activaties”, waar de staat van de activeringen beschreven in paragraaf 5-4 Activaties kan worden weergegeven en geactiveerd. Gebruikerscode vereist. | Niet aanwezig. | Niet aanwezig. | |
Timer | Niet aanwezig. | U krijgt toegang tot een deel waar de timers en hun staat wor- den weergegeven. Raadpleeg paragraaf 5-5 Bekij- ken. | Niet aanwezig. | |
Camera | Niet aanwezig. | Niet aanwezig. | U krijgt toegang tot een deel waar de beelden van de camera, ingesteld in het deel “Instellin- gen” van Alien Mobile, in real time worden weergegeven. Raadpleeg paragraaf 5-5 Bekij- ken. Enkel beschikbaar voor AlienMo- bile+ | |
Instellin- gen | U krijgt toegang tot de delen voor de instellingen van het keypad en de centrale SmartLiving: • “Alien”, waar de informatie en de instellingen van het keypad Alien waarmee u aan het werk bent beschikbaar zijn. Het model, de revisie van de firmware, het adres van het keypad en de ingebouwde lezer worden getoond. Ook de gebruiker kan de mogelijkheid tot weergave van het display wijzigen door de waarde van de beschikbare parameters te veranderen met het drukken op de toetsen + en -. Raadpleeg paragraaf 5-8 Instellingen keypad. • “Datum/Tijd”, “Code wijz.”, “Tel.Nr.wijz.”, delen voor het beheer van de de datum en tijd van de centrale, van de PIN van de gebruikers en van de Telefoon Nummers in het geheugen. Xxxxxxxxx xx xxxxxxxxxx 0-0, 0-0 en 5-10. • “Installateur”, deel waar de installateur toegang heeft tot het eigen menu, door het betreden van de centrale in de programmeerstand. Gebruikerscode vereist. Installateurcode vereist voor “Installateur”. | U krijgt toegang tot een deel waarin het mogelijk is om: • de taal van de web interface in te stellen • de web interface bij te werken • een gids op de lijn te openen | U krijgt toegang tot een deel waarin het mogelijk is om: • de instellingen van de applicatie Alien Mobile te wijzigen • de aansluiting met de te controleren SmartLiving in te stellen • Instellen van het IP adres van de camera dat in het deel "Camera" kan worden weergegeven | |
Systeem | U krijgt toegang tot een deel waarin gedeeltes van het systeem kunnen worden weergegeven: • Lijst actieve defecten • Voedingsspanning van de centrale • Informatie over de communicatiekaart GSM Raadpleeg paragraaf 5-5 Bekijken. | |||
Gebruikerscode vereist. | / | Enkel beschikbaar voor AlienMo- bile+ | ||
Apps | U krijgt toegang tot de eigen applicaties van het keypad Alien: • “Photo frame”, applicatie die de achtereenvolgende weergave start van alle afbeeldingsbestanden op de aangebrachte SD- card (zie paragraaf 5-22 Photo frame). • “Spraak functies”, u krijgt toegang tot een deel waar de functies van de kaart spraakmodule van de centrale of de functie “huistelefoon” geactiveerd kunnen worden. Raadpleeg paragraaf 5-3 Memo bericht en huistelefoon. Geen code vereist. | Niet aanwezig. | Niet aanwezig. | |
Niet aanwezig. | Verbinding met de Twitter pagina van INIM Electronics. | |||
Klima | U gaat naar het deel voor de thermostaatfunctie. Raadpleeg paragraaf 5-13 Thermostaat. Geen code vereist. | Niet aanwezig. | Niet aanwezig. | |
Niet aanwezig. | Verbinding met de Facebook pagina van INIM Electronics. |
De SmartLAN/G gebruiken
De e-mail die een gebruiker in het geval van een event van de SmartLAN/G ontvangt kan helemaal door de installateur geprogrammeerd worden.
Hieronder geven we een voorbeeld van een e-mail die met de event "Juiste code" geassocieerd is.
5-20
5-20-1
Tabel 16: Parameters e-mail
Parameter | Voorbeeld | ||
Onderwerp | Centrale SmartLiving [Valid code ] | Bestaat uit een zin, ingesteld door de installa- teur, die gecombineerd wordt met de event, tussen vierkante haken, geassocieerd met de e-mail. | |
Afzender | Parameters die door de installateur ingesteld zijn. | ||
Ontvan- gers | |||
Lichaam | 01/02/2014 18:23:00 Valid code CODE 001 KEYPAD 005 [PART. 001] | Het eerste deel van het totaal van de e-mail bevat de datum en het tijdstip waarop de event geregistreerd is in combinatie met de aanverwante aanwijzingen. | |
Een toegang met een geldige code is gere- gistreerd. | Optionele tekst. Nu kunt u links naar websites of IP-adressen toevoegen. | ||
Bijlage | map.pdf | Optioneel document/bestand dat met de e- mail verzonden wordt. |
Toegang en gebruik van de web interface
De veiligheid van de aansluiting met de computer wordt door een ingebouwde codering gegarandeerd. In het geval van mobiele apparatuur wordt de veilige aansluiting gegarandeerd door het SSL protocol dat voor de HTTPS aansluitingen gebruikt wordt.
Hieronder beschrijven we de procedure voor de toegang tot de interface voor de remote administratie van de centrale.
1. Voer het IP-adres van de centrale in op de navigatiebalk van de browser.
Als u het HTTPS protocol wilt gebruiken, moet u de letter "s" aan "http" toevoe- gen (bijvoorbeeld “xxxx://000.000.0.00” wordt “xxxxx://000.000.0.00”).
2. Op dit moment toont de centrale de toegangspagina waar de volgende parame- ters (geleverd door de installateur) moeten worden ingevoerd:
- Gebruikersnaam
- Wachtwoord
- Code (geldige gebruikerscode voor de centrale)
Als de installateurcode wordt ingevoerd, zal deze enkel aanvaard worden als de teleassistentie is geactiveerd (paragraaf 5-4 Activaties).
3. Druk op de knop “Login” om de aansluiting te leggen. De toegang wordt in de volgende gevallen niet goedgekeurd:
• de ingevoerde PIN wordt niet herkend
• de ingevoerde code behoort tot geen enkel partitie
• de ingevoerde code is niet actief
• de code is onderworpen aan een timer en de timer is op OFF geplaatst
• de optie "Internet" in het deel "Activaties" van het gebruikersmenu is niet geactiveerd
Als de aansluiting verricht is zal de browser de startpagina van de web interface tonen, daar waar het hoofdmenu beschikbaar is. Dit menu bevat de functietoetsen die worden opgesomd in Tabel 15: Menu Alien.
Voor de navigatie tussen de verschillende delen wie boven worden aangegeven beschikt u, naast de toetsen van de beginpagina, over de volgende toetsen:
• HOME, toets, op de balk linksonder, waarmee de beginpagina wordt weergegeven
• MENU, toets, op de balk rechtsonder, waarmee in de hoek linksboven van de monitor een lijst toetsen/aansluitingenop de delen van de webinterface en de logout toets verschijnt.
5-20-2
LOGIN
MENU
NAVIGATIE
• LOGOUT, toets op de lijst “MENU”, waarmee de gebruiker wordt uitgelogd en vermeldt wordt op de pagina met de noodzakelijke velden voor het inloggen.
In ieder deel is altijd het scenario van inschakeling van de centrale zichtbaar, door middel van de string die op de onderste balk wordt weergegeven, in het linker gedeelte.
Gebruik van de AlienMobile applicatie
De Alien Mobile applicatie kan gebruikt worden door de gebruikers van de SmartLiving centrales, die een internetverbinding hebben.
Zodra het is gedownload en op de tablet of smartphone is geinstalleerd kan de gebruiker de parameters voor de aansluiting invoeren, geleverd door de installateur, in het deel “Instellingen - Centrales” van de applicatie (zie Tabel 15: Menu Alien).
• IP-adres en verbindingspoort van de centrale
• Gegevens van de gebruiker (gebruikersnaam, wachtwoord en gebruikerscode)
• Soort kaart SmartLAN gebruikt voor toegang tot het web
• Codering gegevens, indien aanwezig
Indien door de gebruiker gewenst kan er in het deel “Instellingen - Algemeen” van de applicatie (zie Tabel 15: Menu Alien) een wachtwoord worden ingegeven dat door de applicatie wordt gevraagd bij ieder opstarten wordt gevraagd als de optie “Vraag wachtwoord” wordt geactiveerd.
Zodra de applicatie is opgestart en het wachtwoord is ingegeven toont de beginpagina het hoofdmenu met de functietoetsen die worden opgesomd in Tabel 15: Menu Alien.
Tabel 17: AlienMobile - home page
SCENARIO
5-21
INTERNETVERBINDING
WACHTWOORD
MENU
A | Type SmartLiving centrale en FW herziening. | A B C D E |
B | Icoon van het soort mobiele aansluiting: • verbindingsgegevens • wifi | |
C | Deel voor de actieve functies, met toetsen voor toegang tot de applicaties en het SmartLiving systeem. Op de home page van de (in de afbeelding) worden de functietoetsen aan- gegeven in Tabel 15: Menu Alienvermeld. | |
D | String die de staat van activering van de centrale vermeldt, door middel van het scenario. | |
E | Wanneer u zich binnen een deel bevindt verschijnen op dat moment de vol- gende toetsen: • Terug Toets waarmee men weer omhoog kan gaan naar de stap voorafgaand aan die van de geactiveerde functie. • Hoofdmenu Toets, alleen aanwezig bij het model Alien/S, waarmee direct naar de home page kan worden terug gekeerd. |
Photo frame
"Foto frame" is een Alien keypad toepassing die afbeeldingen in een slideshow afspeelt.
De beeldbestanden moeten worden opgeslagen in een “images” map in de root van de micro SD kaart in het hiervoor bestemde slot van het Alien keypad. Ondersteunde afbeeldingformaten : JPG, GIF en BMP.
Voor optimale visualisatie is het aan te raden om de grote van de afbeeldingen onder de 500 kbytes te houden.
Er zijn 2 manieren om fotoframe te starten:
• Viap Alien keypad, ga naar de “Apps” sectie door op de knop te drukken en druk daarna op de "Foto frame” knop.
• De applicatie start automatisch als de waarde ingesteld voor "Vertr diashow" parameter anders is dan "Niet actief".
Om deze parameter te wijzigen, en alle andere van het Alien keypad en de
toepassingen ga naar de “Instellingen” sectie door op de knop te drukken en geef een gebruikerscode in (zieparagraaf 5-8 Instellingen keypad).
Door het aanraken van het display wordt de weergave onderbroken en keert u terug naar de home page.
5-22
Nota
Aanhangsel A
BEGRIPPENLIJST
Herkenning van een onbevoegde inbraak. Doorgaans de situatie voor de activering van een sensor.
Functie die door de gebruiker op elk partitie geactiveerd of gedeactiveerd kan worden.
Het partitie wordt automatisch geactiveerd/gedeactiveerd op de ON/OFF tijdstippen die op de timer ingesteld zijn als de automatische activering van een partitie geactiveerd is en als een timer met dit partitie geassocieerd is.
ALARM
AUTO-INSCHAKELEN
Periodieke controle door bevoegd personeel met behulp van de controle van de partities. BEWAKING
Dit is de reserve energiebron van het systeem die ingrijpt als de primaire voedingsbron ontbreekt.
Persoonlijke identificatienummer bestaande uit een 4-, 5- of 6-cijferige PIN geassocieerd met een persoon voor het beheren van het beveiligingssysteem.
Met elke code kunnen goedkeuringen en/of activeringen voor de toegang tot de verschillende functies van het systeem geassocieerd worden.
De belangrijkste codes zijn:
• Installateurcode: geassocieerd met de installateur van het beveiligingssysteem
• Gebruikerscode: geassocieerd met de eindgebruiker van het beveiligingssysteem
In een systeem via radio is de controletijd de tijdsinterval waarin de centrale minstens eenmaal het overlevingssignaal van alle apparaten via radio moet hebben ontvangen (alleen de sensoren via radio die een vaste stand hebben). Na deze tijd worden de niet gedetecteerde apparaten als verdwenen aangegeven en wordt een storing gesignaleerd.
Systeem waarmee de centrale met behulp van telefonische oproepen aan de hand van protocollen gecodeerde gegevens versturen kan naar de telecontrole centrales die met speciale ontvangers uitgerust zijn.
De digitale communicator is in de SmartLiving centrales ingebouwd.
Inbraakbeveiligingssysteem waarvan de controleapparatuur (sensoren, keypads, elektronische tags) niet met kabels maar met behulp van elektromagnetische golven op de centrale aangesloten is.
Doorgaans wordt in het geval van systemen via radio de centrale uitsluitend gevoed door een permanente voedingsbron (230V.a.c.)m terwijl de apparatuur door batterijen gevoed wordt. De levensduur van de batterijen is een zeer belangrijke parameter voor het ontwerp en de functionering van deze systemen.
Functionele staat die door de centrale herkend wordt.
Bijvoorbeeld: het alarm van een sensor, het ontbreken van de a.c. netspanning, een defecte zekering, de herkenning van de gebruikerscode, enz. zijn events die door de centrale herkend worden.
Elke event (bijvoorbeeld de black-out van de netspanning) wordt gekenmerkt door een activering (als de event zich voordoet) en een herstel (als de event eindigt).
Van elke event kunt u tijdens de activering of het herstel de volgende handelingen programmeren:
• activering van een of meerdere uitgangen
• verzending een of meerdere e-mails
• verzending een of meerdere SMS boodschappen
• activering van een of meerdere vocale oproepen
• activering van een of meerdere digitale oproepen
Niet vluchtig deel van het geheugen waarop de centrale in chronologische volgorde de herkende events registreert:
• de beschrijving van de event en of het een nieuwe event of een herstel betreft
• identificatie wie/wat de event veroorzaakt heeft
• identificatie van de plaats waar de event plaatsgevonden heeft
• datum en tijdstip van de event
Het events register kan door de gebruiker en de installateur geraadpleegd worden.
De events die tot de partities terug te leiden zijn (alarmen zone, alarmen partitie, activeringen, herkenning codes en tags, enz.) zijn uitsluitend beschikbaar voor de gebruikers met een code die minstens een partitie met het voorwerp deelt.
Bijvoorbeeld, als een gebruiker de aanvraag voor de activering van bepaalde partities op het keypad indient, zal het events register het volgende tonen:
• beschrijving van de event "Voll insch aanvr"
• beschrijving van de code en beschrijving van de partities waarop de activering aangevraagd is
• beschrijving van het keypad waarop de code ingevoerd is
• datum en tijdstip van de aanvraag
BUFFERBATTERIJ CODE
CONTROLE
DIGITALE TELEFONISCHE MELDER
DRAADLOOS
EVENT
GEBEURTENIS GEH
(OF GEHEUGEN EVENTS OF LOG)
De gebruikerscode bestaat uit:
• Een (4-, 5- of 6-cijferige) PIN voor de herkenning door het systeem.
• Een beschrijving voor de identificatie van de eigenaar van de code (doorgaans een naam, zoals bijvoorbeeld "Bianchi gebruiker").
• De verzameling met partities waarop de code kan functioneren (bijvoorbeeld activeren en deactiveren).
• Een verzameling van overige parameters voor de selectieve activering met de code van de functies die eraan toegekend zijn (bijvoorbeeld een code kan geactiveerd worden voor de raadpleging van het register met events maar niet voor het wijzigen van het tijdstip en de datum).
• Een hiërarchisch niveau, voor wijziging van de parameters van codes van een lager hiërarchisch niveau:
- Gebruiker (laagste)
- Manager
- Master
De lijst met functies die voor de gebruiker beschikbaar zijn nadat op het keypad een gebruikerscode geactiveerd is.
Als zich een van de volgende events voordoet:
• zone-alarm
• sabotage aansluitklem
• opening of verwijdering centrale
• sabotage randapparatuur (keypads, uitbreidingen, lezers)
• vermist randapparatuur (keypads, uitbreidingen, lezers)
• foute tag
de centrale toont met de rode leds op de keypads en de lezers dat een van deze events zich voorgedaan heeft. De situatie wordt ook weergegeven nadat de beschreven events beëindigd zijn (alarm geheugens) zodat de gebruiker erop gewezen wordt dat een van de events zich tijdens zijn afwezigheid heeft voorgedaan. Het einde van de weergave moet dus specifiek door de gebruiker aangevraagd worden (zie Wis geheugens).
Handeling die door de gebruiker vereist wordt om de signalering van de volgende events met rode Leds op de keypads en de lezers te beëindigen:
• zone-alarm
• sabotage aansluitklem
• opening of verwijdering centrale
• sabotage randapparatuur (keypads, uitbreidingen, lezers)
• vermist randapparatuur (keypads, uitbreidingen, lezers)
• foute tag
De weergaven van de rode leds op de keypads en lezers wordt beëindigd als een gebruiker de geheugens alarm/sabotage wist.
Een systeem waarmee de centrale oproepen op het GSM netwerk kan verrichten en waarmee de gebruiker met behulp van SMS boodschappen en telefonische oproepen met de centrale kan communiceren.
GEBRUIKERSCODE
GEBRUIKERSMENU
GEHEUGENS ALARM/ SABOTAGE
GEHEUGENS ALARM/ SABOTAGE WISSEN
GSM COMMUNICATOR
Digitale hoge snelheid communicatielijn in twee richtingen met 4 draden die gebruikt wordt voor de aansluiting van de randapparatuur op de centrale (keypads, lezers, uitbreidingen, enz.).
De 4 draden die duidelijk op de kaarten van de centrales en de uitbreidingen herkend kunnen worden zijn:
• “+” voeding 12 Volt
• “D” gegevens
• “S” gegevens
• “-” aarde
Een geïnhibiteerde (uitgesloten) zone geeft geen alarmen. De activering/deactivering van een zone kan handmatig door een gebruiker of onder bepaalde omstandigheden automatisch door de centrale verricht worden.
Dit, uitgedrukt in minuten of seconden, is de tijdsinterval waarbinnen een geactiveerd partitie na de toegang ertoe gedeactiveerd moet worden, teneinde een alarm te vermijden.
Elk partitie heeft zijn eigen inloop tijd.
Handeling die door de gebruiker op een of meerdere partities verricht wordt. Geeft doorgaans tevens de staat van de partities aan. De zones behorende bij een geactiveerd partitie kunnen doorgaans alarmen produceren. De zones behorende bij een gedeactiveerd partitie kunnen doorgaans geen alarmen produceren. Sabotages worden tevens door gedeactiveerde partities geproduceerd.
De installateurcode bestaat doorgaans uit de (4-, 5- of 6-cijferige) PIN die ingevoerd wordt op het keypad of in de software ingesteld is waarmee de installateur toegang heeft tot het programmering menu zodat hij de parameters van het systeem kan controleren en wijzigen, mits alle partities van het systeem gedeactiveerd zijn.
Lijst met begrippen en parameters voor de functionering van de centrale die op het keypad bereikt kunnen worden.
In dit menu kan de installateur bijna alle parameters wijzigen, controleren en nagaan. De toegang tot het installateurmenu is mogelijk op een keypad, mits de partities van de centrale gedeactiveerd zijn, door de PIN van de installateur in te voeren of op de PC met de SmartLeague software.
IBUS
INHIBITIE - DEACTIVERING VAN EEN ZONE
INLOOP TIJD
(OF VERTRAGING INGANG)
INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN
INSTALLATEURCODE
INSTALLATEURMENU
Een zone die de binnenkant van de site beveiligt.
Bijvoorbeeld de interne zones van een kantoorgebouw beveiligen de verschillende kamers en/of interne deuren voor toegang tot de kamers.
Als een van de partities behorende bij een interne zone gedeeltelijk of onmiddellijk geactiveerd is, zal de geschonden zone geen alarm geven.
Bediening voor het beheer door de gebruiker van het inbraaksysteem. De keypads zijn met de IBUS op de centrale aangesloten.
Met behulp van de keypads kan elke gebruiker het deel van de installatie bestaande uit de partities van het keypad die met de partities van de gebruikerscode gedeeld worden beheren. Het is dus mogelijk om partities te activeren/deactiveren, de staat van de zones te controleren, de licht-/geluidssignalen te onderbreken, enz.
Bediening voor het beheer door de gebruiker van het inbraaksysteem. De lezer zijn met de IBUS op de centrale aangesloten.
Met behulp van de lezers kan elke gebruiker de gemeenschappelijke partities van de lezer en de tag activeren/deactiveren en de Sneltoetsen activeren (zie Xxxxxxxxxxx). De gebruikers worden geïdentificeerd aan de hand van de tag die naar de lezer gebracht moet worden, zodat de inhoud ervan gelezen kan worden en de handelingen goedgekeurd worden. De lezer heeft meer beperkingen dan het keypad maar verricht de dagelijkse handelingen (activering en deactivering) snel en eenvoudig uit.
Dit is een verzameling oproepen die de centrale na de telefonische handelingen moet verrichten. De lijst met in de wacht gestelde oproepen kan door een bevoegd gebruiker gewist worden.
Het algemene magnetische contact is een detector/sensor met een magneet die in de nabijheid van de detector voor de mechanische afsluiting van een elektrisch contact zorgt.
U kunt met het keypad een vocaal boodschap registreren als voor elk keypad met spraakfuncties in de configuratie van het systeem de SmartLogos30M kaart geïnstalleerd. is. De gebruiker kan dit boodschap net zo vaak als hij wilt registreren, afluisteren of wissen.
Zone die een toegangspunt tot de site, buiten de site gelegen, beveiligt.
De omringende zones zijn doorgaans de vensters en directe toegangsdeuren. Bijvoorbeeld de vensters en de toegangsdeur van een appartement zijn omringende zones.
Signalering die met een noodstatus kan geassocieerd worden, waargenomen door de gebruiker en gesignaleerd aan de centrale tegen indringen, via een druk op een knop of door activering van een sneltoets.
Deze signalering veroorzaakt een event die de uitgangen en de geprogrammeerde oproepen activeert, maar ze activeert de rode LED op de keypads en lezers niet, noch wordt ze op de display van de keypads gevisualiseerd.
Een verzameling, een samenvoeging van een of meerdere zones.
Een partitie identificeert een verzameling zones behorende bij hetzelfde ruimtelijke en/of logische deel. Bijvoorbeeld een partitie kan alle zones bevatten die de eerste etage van een woning beschermen (ruimtelijke verzameling) of kan alle zones bevatten die de toegangen tot een gebouw beschermen (logische verzameling).
Dit is de primaire voedingsbron van het systeem en bestaat uit de 230V a.c. netspanning. 50 Hz (110V a.c. 60Hz in bepaalde landen).
Wordt aangesloten op de transformator of de switching voeding (afhankelijk van het model van de centrale) en zorgt ervoor dat de voedingsspanning van het systeem afgesteld wordt en dat de bufferbatterij altijd opgeladen is.
Systeem dat met de IBUS op de centrale aangesloten kan worden. De SmartLiving centrales beheren de volgende randapparatuur:
• Keypads (Joy, nCode, Concept, Alien)
• Nabijheidslezers (nBy)
• Uitbreidingen (Flex5)
• Zender-ontvanger (Air2-BS100)
• Sirene (Ivy)
• Isolatoren (IB100)
• GSM Communicator (Nexus)
De functie "responder", indien geactiveerd door de gebruiker, biedt de centrale de mogelijkheid om op een inkomende oproep te reageren: na een bepaald aantal keer overgaan zal de centrale de telefoonlijn activeren en een vocaal boodschap afspelen.
Tijdens het afspelen van het boodschap kan de beller de PIN van een gebruikerscode invoeren en toegang krijgen tot de functies waarvoor de code geactiveerd is.
Een optische rooksensor is een apparaat voorzien van een testkamer gebaseerd op het effect van de verspreiding van licht (Xxxxxxx effect)- Dit apparaat kan de aanwezigheid van bepaalde verbrandingsproducten en dus het ontstaan van brand detecteren.
De detector neemt in stand-by weinig stroom op. In het geval van een alarm neemt de opgenomen stroom aanzienlijk toe zodat de controlecentrale over het gevaar wordt gewaarschuwd.
Herkenning van een ernstige beschadiging aan de functionele eigenschappen van het gesaboteerde apparaat.
De herkenning van de sabotage wordt gedetecteerd op de sensoren verbonden met de zones, de keypads, de lezers, de uitbreidingen en de centrale. Doorgaans betreft het een onbevoegde toegang tot de beschreven apparaten zoals, bijvoorbeeld, het openen van de klep van een keypad.
Configuratie van de wijze voor het activeren van de aanvragen op de verschillende partities van het systeem.
INTERNE ZONE
KEYPAD
LEZER
LIJST MET IN DE WACHT GESTELDE OPROEPEN
MAGNETISCH CONTACT MEMO BERICHT
OMRINGENDE ZONE PANIEK
PARTITIE
PRIMAIRE VOEDINGSBRON
RANDAPPARATUUR
RESPONDER/ SPRAAKMENU
ROOKDETECTOR
SABOTAGE
(OF ONKLAAR MAKEN)
SCENARIO
Te beveiligen ruimte.
Identificeert doorgaans het hele inbraaksysteem. Bijvoorbeeld een appartement of een gebouw.
De sneltoetsen maken het mogelijk om snel de standen van het gebruikersmenu of de handelingen die doorgaans na verschillende stappen in het gebruikersmenu bereikbaar zijn te verrichten.
Storing aan een aantal onderdelen van het systeem
Bepaalde storingen kunnen het gevolg zijn van een ernstige verslechtering van de prestaties van het systeem. Typische storingen zijn het ontbreken van netspanning (230V a.c.), het ontbreken van de telefoonlijn of een lege batterij.
Draagbaar systeem (kaart of tag) van de gebruiker waarmee het alarmsysteem beheerd kan worden.
Breng de tag voor de identificatie naar de lezers en geef de gebruiker de mogelijkheid om de gewenste handeling te kiezen.
Elke tag wordt gekenmerkt door:
• Een enkele cijfercode met 4 miljard combinaties.
• Een beschrijving voor de identificatie van de eigenaar van de tag (doorgaans naam, zoals bijvoorbeeld "Tag Carlo").
• De verzameling met partities waarop de tag kan functioneren (bijvoorbeeld activeren en deactiveren).
• Een verzameling met overige parameters voor de selectieve activering van de functies waarvoor de tag bevoegd is (bijvoorbeeld een tag kan een uitgang activeren of deactiveren maar kan uitsluitend tijdens een bepaalde periode per dag gebruikt worden).
Service die door de installateur geleverd wordt en met de gebruiker afgesproken is waarmee de installateur zich door middel van een telefonische oproep, een GPRS verbinding of internet met de centrale kan verbinden en de gegevens van de programmering ervan kan wijzigen.
Service geboden door bedrijven voor het surveilleren van sites beveiligd met alarmsystemen met digitale communicator of telefonische melder.
De telecontrole centrales ontvangen de signalen van de beveiligingssystemen door middel van telefonische oproepen en verrichten de handelingen die met de eigenaar van het beveiligingssysteem overeengekomen zijn.
Dit zijn de oproepen die op het moment van de activering of het herstel van een event in de wacht geplaatst zijn.
Dit is een zone die een alarm kan geven maar geen lichtsignalen zal produceren en de geprogrammeerde uitgangen niet zal activeren, maar uitsluitend de event in het geheugen zal registreren.
De optie "Test" wordt ingesteld door de installateur om een zone die geen correct gedrag waarborgt te controleren.
Timer functie voor het beheren van events en procedures op tijd- of dagbasis. De SmartLiving centrales beheren 10 timers.
Systeem dat gebruikt wordt om het aantal aansluitklemmen (zones en uitgangen) toe te laten nemen en/of de verst gelegen delen van de centrale te kunnen bereiken. De uitbreidingen zijn met de IBUS op de centrale aangesloten.
Elektrisch uitgangspunt voor de activering/deactivering (deel van de Centrale) van een systeem voor signalen of activering na de herkenning van events.
Dit, uitgedrukt in minuten of seconden, is de tijdsinterval waarbinnen een zojuist geactiveerd partitie moet worden verlaten, teneinde een alarm te vermijden.
Elk partitie heeft zijn eigen uitloop tijd.
Optioneel systeem waarmee de centrale vocale boodschappen met behulp van telefonische oproepen versturen kan.
In de SmartLiving centrales bestaat de telefonische melder uit een SmartLogos30M kaart die in de centrale geïnstalleerd moet worden.
Dit, uitgedrukt in minuten, is de tijdsinterval die vooraf gaat aan de automatische activering van een partitie.
Bijvoorbeeld, u heeft voor een partitie een vooralarm tijd van 5 minuten ingesteld en stel dat voor dit partitie om 10:30 de automatische activering geprogrammeerd is. Om 10:25 beginnen de keypads en lezers van dit partitie de vooralarm tijd te geven tot op 10:30 de activering verricht wordt.
Elk partitie heeft zijn eigen vooralarm tijd.
Dit is de staat van de partities die door de gebruiker aangevraagd zijn. De gebruiker kan de volgende aanvragen verrichten:
• Uitschakelen, het partitie moet de staat "gedeactiveerd" aannemen. In deze staat kan geen enkele zone van het partitie alarmen geven.
• Totale invoering, u vraagt het partitie om de staat "totale activering" aan te nemen. In deze staat kunnen alle zones van het partitie alarmen geven.
• Gedeeltelijke invoering, u vraagt het partitie om de staat "gedeeltelijke activering" aan te nemen. In deze staat kunnen alle zones van het gpartitie, met uitzondering van de interne zones, alarmen verwekken.
• Onmiddellijke invoering, u vraagt het partitie om de staat "onmiddellijke activering" aan te nemen. In deze staat kunnen alle zones van het partitie, met uitzondering van de interne zones, alarmen geven en wordt de inloop tijd geannuleerd.
• Niets, de staat van het partitie wordt niet gewijzigd.
SITE SNELTOETSEN
STORING
TAG
TELEASSISTENTIE TELECONTROLE
TELEFONISCHE HANDELING
TEST ZONE
TIMER UITBREIDING
UITGANG
UITLOOP TIJD (OF VERTRAGING UITGANG)
VOCALE TELEFONISCHE MELDER
VOORALARM TIJD
WIJZEN VOOR DE INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN VAN HET PARTITIE
Apparaat voorzien van een zender en een ontvanger.
In een tweerichtings radio systeem zijn alle apparaten in het systeem zender-ontvangers. In een eenrichtingsradiosysteem is de centrale voorzien van een enkele ontvanger, terwijl de apparaten uitsluitend voorzien zijn van een zender.
Elektrisch ingangspunt voor het detecteren/controleren van het signaal, afkomstig van een apparaat voor inbraakdetectie.
Dit is een zone die in het geval van een schending geen onmiddellijk alarm geeft maar een ingestelde tijd activeert en afwacht (innloop tijd) waarbinnen het partitie/de partities waar de zone deel van uitmaakt gedeactiveerd moet/moeten worden. De zone geeft een alarm als de inloop tijd afloopt zonder dat het partitie/de partities gedeactiveerd is/zijn.
Bijvoorbeeld, de zone die de toegangsdeur van een appartement controleert is doorgaans een zone met vertraagde ingang. Op het moment van de schending wordt dus een ingangstijd geactiveerd waarbinnen het partitie moet worden gedeactiveerd.
Dit is een zone die geen alarm geeft als ze tijdens de uitloop tijd geschonden wordt. (Zie Uitloop tijd). Bijvoorbeeld, de zone die de toegangsdeur van een appartement controleert is doorgaans een zone met vertraagde uitgang. Op het moment van de schending wordt dus een uiitloop tijd geactiveerd waarbinnen het partitie verlaten moet worden. Als tijdens deze tijd de zones met vertraagde uitgang geschonden worden, wordt geen alarm gegeven om de personen in de zone de mogelijkheid te bieden het geactiveerde partitie te verlaten.
ZENDER-ONTVANGER
ZONE
ZONE VERTRAAGDE INGANG
ZONE VERTRAAGDE UITGANG
Aanhangsel B
DEFAULT SNELTOETSEN
nr. | icoon | omschrijving | functie | parameter |
1 | In/Uitschakelen | Past een van de geprogram- meerde scenario's toe | welk scena- rio | |
2 | Stop alarmen | Deactiveert onmiddellijk de uit- gangen behorende bij de alarm events en de sabotage van de zone en het partitie en de sabo- tage events van het systeem | ||
3 | Wis oproep geh. | Wist de lijst met in de wacht gestelde oproepen en onder- breekt eventueel de geacti- veerde oproep | ||
4 | Wis geheugen | Voert een "Stop alarm" uit en wist tegelijkertijd de opgesla- gen alarmen en sabotages van het partitie en het systeem | ||
5 | Activeer uitgang | Activeert een van de gepro- grammeerde uitgangen | welke uit- gang | |
6 | Deactiv. uitgang | Deactiveert een van de gepro- grammeerde uitgangen | welke uit- gang | |
7 | Overtijd | Vertraagt de tijd voor de auto- matische activering van de par- xxxxxx met 30 minuten | ||
8 | Up/Downl Aanvr. | Activeert een oproep naar het teleassistentie nummer | ||
9 | Spraakbesturing | Start het afspelen van een vocale boodschap die de snel- toetsen meldt die met de num- mertoetsen zijn geassocieerd | welke gebruikers- code | |
10 | Inluisteren | Maakt het mogelijk om met de telefoon de omgeving met behulp van de microfoon op een van de keypads af te luis- teren. | welk key- pad | |
11 | Intercom oproep | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Spraak func- ties / Intercom | ||
12 | In/Uitsch menu | Betreed het deel van het gebruikersmenu: In/Uitsch. opt. | ||
13 | Alarm menu | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Alarm beheer | ||
14 | Spraak xxxx.xxxx | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Spraak func- ties | ||
15 | Activatie menu | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties | ||
16 | Zien NexusSta- tus | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Status Nexus | ||
17 | Inschakel status | Vocale weergave van de staat voor de activering/deactivering van de partities | ||
18 | Keypad xxxx.xxxx | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Keypad instell. | ||
19 | ZoneOverbr. menu | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Zones | 19 |
nr. | icoon | omschrijving | functie |
20 | Memo bericht | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Spraak functies | |
21 | Uitgang Bestur. | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Uitgan- gAAN/UIT | |
22 | Act.Up/down- load | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Spraakmenu | |
23 | Act.teleservice | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Remote toegang | |
24 | Activeer codes | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Codes | |
25 | Activeer tags | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Tags | |
26 | Activeer timers | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Timers | |
27 | Activ.auto-Insch | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Activaties / Auto-inschakelen | |
28 | Geheugen zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Gebeurtenis geh | |
29 | Alarm geh. zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Alarm geheugen | |
30 | Fout geh. Zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Fout geheugen | |
31 | Insch. geh. Zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / In/Uitsch geh | |
32 | SysteemStat.Zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Systeem spanning | |
33 | Zone status Zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Zone status | |
34 | Wijzig Code | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Wijzig code | |
35 | Tijd/datum inst | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Datum / Tijd | |
36 | Fouten zien | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Bekijken / Fouten | |
37 | Thermostaat | Betreed het deel van het gebruikersmenu: Thermos- taat | |
38 | Paniek | Activeert een event zoals "Paniek". |
Aanhangsel C
GESIGNALEERDE
FOUTEN
De volgende tabel toont de defecten in het systeem die met een gele led op het keypad getoond worden :
STORING | Bericht in het gebruikers- menu "Bekijken/Fouten" | Mogelijke oorzaak | Opmerkingen |
Onderbreking van de zekering voor de bevei- liging van de zones | Zone zeke r . f ou t | Te grote stroomopname door de "+AUX" aansl- uitklemmen van de centrale | |
Onderbreking van de zekering voor de bevei- liging van de BUS | I BUS zeke r f ou t | Te grote stroomopname door de "+" aansluit- klemmen van de centrale | |
Bufferbatterij werkt niet of ontbreekt | Lage ba tt e r ij | De bufferbatterij van de centrale is bijna leeg of is niet aangesloten | |
Primaire voeding ont- breekt | 230V AC f ou t | De primaire voedingsspanning (230 Vac) ont- breekt of is niet aangesloten | |
Telefoonlijn ontbreekt | Te l . li ne f ou t | De PSTN telefoonlijn ontbreekt | |
Radio interferenties | Jammi ng | Het radiosignaal vertoont vele storingen | |
Batterij van de senso- ren via radio leeg | Lage ba t . d r aad l | De batterij van een of meerdere sensoren via radio is bijna leeg | Voor de signaleringen “Lage bat. draadl” en “Draadl zone verm” kunt u via een druk op de toets naar de lijst met apparaten die de storing vertonen, op voor- waarde dat u zich in het gebrui- kersmenu, “Bekijken/Fouten” bevindt. |
Verdwijnen van senso- ren via radio | Dr aad l . zone ve rm | Een of meer sensoren via radio ontbreekt | |
Storingen aan de GSM Nexus communicator | Nexus f ou t / Laag s i gnaa l | Het bereik van het GSM veld is onvoldoende | Met een druk op de toets in “Nexus fout” krijgt u toegang tot de lijst met actieve storingen. |
Nexus f ou t / Fou t GSM Modu l e | De GSM module van de Nexus communicator functioneert niet op correcte wijze. Neem contact op met de installateur. | ||
Nexus f ou t / S IM f ou | t De De SIM kaart reageert niet of ontbreekt. PIN van de SIM kaart is niet gedeactiveerd. | ||
Nexus f ou t / Laag k r ed i e t | Het resterende tegoed van de SIM kaart is lager dan het ingestelde minimum | ||
Nexus f ou t / Geen p r ov i de r | De GSM provider van de gebruikte SIM kaart ontbreekt | ||
Nexus f ou t / Ve r b . GPRS ve r l o r en | NEXUS/G neemt storingen waar in de GPRS net- verbinding | ||
Verdwenen IP-verbin- ding | Ve r b . I P ve r l o r en | De controle van de IP verbinding faalt. | |
Actieve verdwijningen of sabotages | Sab / Ve rmi s t e mod | Een of meerdere van de volgende events is gaande: • Paneel geopend • Dislodged panel • Uitbreiding Sab. • Keypad sabotage • Lezer sabotage • Sirene sabotage • Uitbr. vermist • Keypad vermist • Lezer vermist • Sirene vermist |
Storingen IVY-BUS sire- nes | S i r ene f ou t en / Hoo r n f ou t | De luidsprekernek/luidspreker van de sirene is gestoord. | Met een druk op in "Sirene fouten" krijgt u toegang tot de lijst met de sirenes met minstens een actief defect. Via een druk op de toets van de sirene krijgt u toegang tot de lijst met actieve storingen. |
S i r ene f ou t en / S i r ene l age Ba t . | De batterijspanning van de batterij in de sirene is laag. Als deze spanning onder een waarde van 10V daalt, kunt u het knipperlicht activeren en wordt de activering van de luidspreker geïnhibiteerd; als de waarde onder een waarde van 8V daalt zal tevens de activering van het knipperlicht geïnhi- biteerd worden. | ||
S i r ene f ou t en / Ba t - t e r ij wee r s t. | De interne weerstand van de batterij in de sirene is te groot. Deze storing wijst op een te grote achteruitgang van de batterij. We raden u dan ook aan om de batterij te vervangen. | ||
Schending zones gestoord | Zone f ou t en | Een of meerdere zones met de optie "Fout zone" geactiveerd is geschonden | Met een druk op de toets krijgt u toegang tot de lijst met de desbetreffende zones. |
Rookdetector vuil | Rookde t. ve r vu il d | Een of meerdere rooksensoren Air2-FD100 geven aan dat in de detectiekamer vuil aanwezig is. |
DCMUIND0SLIVINGE-R510-20140224
Notes
Azienda certificata ISO 9001: 2008
ISO 9001:2008 registered company
xxx Xxxxx Xxxxxx Xxx. Xxxxxxxxxx 00000 Xxxxxxxxxxxxx (XX) XXXXX
Tel. x00 0000 000000 _ Fax x00 0000 000000
xxxx@xxxx.xxx _ xxx.xxxx.xxx XX 000000