Protocol LV/FAVV/DEF/2021/03 ter vervanging van LV/FAVV/DEF/2021/01 voor de overdracht van gegevens tussen het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en het Departement Landbouw en Visserij overeenkomstig artikel 20 van de Wet van...
Protocol LV/FAVV/DEF/2021/03 ter vervanging van LV/FAVV/DEF/2021/01 voor de overdracht van gegevens tussen het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en het Departement Landbouw en Visserij
overeenkomstig artikel 20 van de Wet van 30 juli 2018
I. Identificatie van de partijen
Dit protocol wordt gesloten tussen
1. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, afgekort “FAVV”, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer BE 0267.387.230, gevestigd te Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, en vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx, Gedelegeerd Bestuurder.
En
2. Het Vlaams Gewest, afgekort “het Departement LV”, geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer BE 0316.380.841, waarvan de administratieve zetel zich bevindt te Koning Xxxxxx XX laan 35 bus 40, 1030 Brussel, en vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van de leidend ambtenaar van het Departement Landbouw en Visserij, mevr. ir. Xxxxxxxx Xx Xxxxxx, Secretaris-generaal.
De partijen zijn het volgende overeengekomen:
II. Context
Het FAVV heeft als doel de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel teneinde de gezondheid van de consumenten te beschermen.
Met het oog hierop is het FAVV belast met het uitwerken, toepassen en controleren van maatregelen die betrekking hebben op de analyse en de beheersing van de risico’s die de gezondheid van de consumenten kunnen schaden.
De reglementaire basis is te vinden op xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/, meer bepaald xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/_xxxxxxxxx/0000-00-00_xx0.xxx.
Vanaf 1 januari 2015 zijn het Agentschap voor Landbouw en Visserij en het Departement LV gefuseerd en is het Departement LV in de rechten en plichten van het Agentschap voor Landbouw en Visserij getreden (Artikel 1 BVR van 19 december 2014 houdende aanpassing van de sectorale regelgeving
n.a.v. de fusie van het Departement Landbouw en Visserij en het Agentschap voor Landbouw en Visserij).
Het Departement LV is de bevoegde instantie voor de identificatie en registratie in het GBCS (Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem) van de landbouwers en van de landbouwgronden vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 22 december 2006 tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en het landbouwbeleid (besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers,
exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, art.2, §1).
Volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, artikel 30, behoort de beleidsmatige informatie en communicatie tot de taak van de departementen. Het Departement LV heeft als kerntaak om heel haar doelpubliek te informeren over (de implementatie van) nieuwe regelgeving die een directe impact heeft op de bedrijfsvoering van het landbouw- of visserijbedrijf en beschikt hiervoor over uitgebreide identificatiegegevens van alle Vlaamse landbouwers, andere landbouwers actief op Vlaams en Brussels grondgebied en bedrijven actief in de Visserij.
Om deze taken uit te voeren doet het Departement LV beroep op gegevens van het FAVV.
Vandaag worden er reeds gegevens uitgewisseld tussen de beide partijen in het kader van de volgende twee machtigingen:
SCFO 03/2011 (taken voormalig Agentschap Landbouw en Visserij
- Doel 1: Toekenning rundveepremies (zoogkoeien en kalveren), momenteel bij de Dienst Aangiftes.
- Doel 2: Controle agromilieuverbintenissen vlinderbloemige gewassen, momenteel bij de Dienst Aangiftes.
- Doel 3 Toekenning steun uit het Vlaams Investeringsfonds (VLIF), momenteel bij de Dienst Ondernemen.
- Doel 4: Controle op naleving randvoorwaarden, momenteel bij de Dienst Controles.
- Doel 5: Fytosanitaire keuring
momenteel bij de Dienst Kwaliteit.
SCFO 19/2012 (taken voormalig Departement Landbouw en Visserij)
- Doel 6: Beleidsondersteuning
momenteel bij de diensten van de Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving.
- Doel 7: Rapportering voor Landbouw en Visserij (XXXX, XXXX) momenteel bij de Dienst Xxxxxx.
- Doel 8: Communicatie visserijbeleid momenteel bij de Dienst Visserij.
III. Doel van het protocol
Dit protocol is een aanvulling op de machtigingen SCFO nr 3/2011 en SCFO nr 19/2012, die van kracht blijven en in bijlage aan dit protocol toegevoegd zijn. Om de huidige taken van het Departement LV te vervullen, zijn volgende aanvullingen nodig:
- verruiming naar bijkomende doelgroepen;
- toegang tot bijkomende gegevens;
- uitbreiding met bijkomende doeleinden zowel voor reeds gemachtigde als voor bijkomende gegevens.
IV. Definities
Overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van de Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, afgekort “AVG”) wordt in het kader van dit protocol verstaan onder:
- “ontvanger”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, al dan niet een derde, aan wie/waaraan de persoonsgegevens worden verstrekt. Overheidsinstanties die mogelijk persoonsgegevens ontvangen in het kader van een bijzonder onderzoek overeenkomstig het Unierecht of het lidstatelijke recht gelden echter niet als ontvangers; de verwerking van die gegevens door die overheidsinstanties strookt met de gegevensbeschermingsregels die op het betreffende verwerkingsdoel van toepassing zijn.
- "persoonsgegevens": alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon.
- "verwerkingsverantwoordelijke": een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. Wanneer de doeleinden van en de middelen voor deze verwerking in het Unierecht of het lidstatelijke recht zijn vastgesteld, kan daarin worden bepaald wie de verwerkingsverantwoordelijke is of volgens welke criteria deze wordt aangewezen.
- "verwerker": een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt.
- "derde": een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, niet zijnde de betrokkene, noch de verwerkingsverantwoordelijke, noch de verwerker, noch de personen die onder rechtstreeks gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gemachtigd zijn om de persoonsgegevens te verwerken;
- "verwerking": een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens.
Bovendien verstaat men voor de toepassing van dit protocol onder:
- “doel”: bedoeling waarvoor de gegevens worden verwerkt.
V. Verwerkingsverantwoordelijke – Data Protection Officer
a) Verwerkingsverantwoordelijke(n)
In de zin van de algemene verordening gegevensbescherming zijn de verwerkingsverantwoordelijken voor de uitvoering van dit protocol:
1. het FAVV
2. het Departement LV
Het FAVV en het Departement LV handelen afzonderlijk in hun hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke als organen die respectievelijk het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststellen.
b) DPO contactgegevens
1. De Data Protection Officer van het FAVV is momenteel Mevr. Xxxxxxx Xxxxxxx (tel.: 02/0000000) en e-mail : xxx@xxxx.xx. Zij gaf op 8/10/2021 advies over dit protocol.
2. De Data Protection Officer van het Departement LV is momenteel de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx (tel.: 02/0000000) en e-mail : xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xx.xxxxxxxxxx.xx. Hij gaf op 13/09/2021 advies over dit protocol.
De partijen komen overeen dat indien de identiteit van de Data Protection Officer van één van hen wijzigt, de betrokken partij de andere hiervan onmiddellijk op de hoogte zal brengen.
VI. Rechtmatigheid
a) Rechtmatigheid in hoofde van het FAVV
De beoogde gegevensverwerking in hoofde van het FAVV is rechtmatig in het licht van artikel 6, 1., e), van de AVG. De verwerking is namelijk noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de
De Wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen bepaalt de missie van het FAVV, namelijk de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel teneinde de gezondheid van de consumenten te beschermen. Artikel 4 van deze wet luidt als volgt:
Ҥ 1. Het Agentschap heeft als doel de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel teneinde de gezondheid van de consumenten te beschermen.
§ 2. Met het oog hierop is het Agentschap belast met het uitwerken, toepassen en controleren van maatregelen die betrekking hebben op de analyse en de beheersing van de risico's die de gezondheid van de consumenten kunnen schaden.
§ 3. In het belang van de volksgezondheid is het Agentschap bevoegd voor :
1° de controle, het onderzoek en de keuring van de voedselproducten en hun grondstoffen in alle stadia van de voedselketen, en dit in het belang van de volksgezondheid;
2° de controle en de keuring van de productie, de verwerking, de bewaring, het vervoer, de handel, de in- en uitvoer, de productie-, verwerking-, verpakking-, verhandeling-, opslag- en verkoopplaatsen van de voedselproducten en hun grondstoffen, (alsmede alle andere plaatsen waar zich elk product of elke materie behorend tot de bevoegdheden van het Agentschap kunnen bevinden of waar zich zaken kunnen bevinden die toelaten inbreuken vast te stellen);
3° (het verlenen, schorsen en intrekken van erkenningen en vergunningen verbonden aan de uitoefening van zijn opdracht);
4° de integratie van en uitwerking van traceer- en identificatiesystemen van de voedselproducten en hun grondstoffen in de voedselketen en de controle erop;
5° de inzameling, de ordening, het beheer, de archivering en de verspreiding van alle informatie in verband met haar opdracht. Xx Xxxxxx stelt bij een in de Ministerraad overlegd besluit de regels vast met betrekking tot de organisatie, de werking en de toegankelijkheid van databanken, die door het Agentschap of met zijn medewerking kunnen worden uitgebouwd, (het Agentschap kan de gegevens aan de gewestelijke overheden over maken die voor de uitvoering van hun reglementaire opdrachten noodzakelijk zijn);
6° de uitbouw en de doorvoering van een beleid inzake preventie, sensibilisatie en informatie, in overleg met de gewesten en de gemeenschappen;
7° het toezicht op de naleving van de wetgeving betreffende alle schakels van de voedselketen.
…”
De beoogde gegevensverwerking in hoofde van het FAVV is bovendien rechtmatig in het licht van artikel 6, 1., c), van de AVG. De verwerking is namelijk noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust.
b) Rechtmatigheid in hoofde van het Departement LV
De beoogde gegevensverwerking in hoofde van het Departement LV is rechtmatig in het licht van artikel 6, 1., e), van de AVG. De verwerking is namelijk noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de
De beoogde gegevensverwerking in hoofde van het Departement LV is bovendien rechtmatig in het licht van artikel 6, 1., c), van de AVG. De verwerking is namelijk noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust.
De specifieke wetgeving staat in detail beschreven in VII Doel – Overgedragen gegevens.
VII. Doel – Overgedragen gegevens
a) Xxxxxxxxxx waarvoor het FAVV de gegevens die worden verwerkt, heeft verzameld:
Het FAVV verwerkt deze gegevens voor de doeleinden beschreven in Artikel 4 van de Wet van 4 februari 2000 (zie VI a - Rechtmatigheid in hoofde van het FAVV)
b) Doeleinden waarvoor het Departement LV om toegang verzoekt tot de gegevens die worden verwerkt
Het Departement LV verzoekt om toegang tot de gegevens omwille van volgende extra doeleinden:
Doel 9: Toekennen subsidie voor behoud van lokale rundveerassen
Het kweken van bepaalde rundveerassen geeft recht op een premie indien de landbouwer zich hiervoor aanmeldt. Om de naleving van de premievoorwaarden administratief en ter plaatse te kunnen controleren heeft het departement LV gegevens nodig uit Sanitel (bv. aanhoudingsperiode, controle op de tijdige registratie van de geboorte-, vertrek- en aankomstdatum,…). Deze gegevens worden aangevuld met gegevens van de stamboeken.
Wetgeving:
• Verordening (EU) Nr. 1305/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (art 28);
• Besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Aangiftes.
Doel 10: Beleidsmatige informatie, communicatie en sectoradvies (uitbreiding DOEL 3 beraadslaging FO nr. 19/2012)
Volgens het organisatiebesluit van de Vlaamse administratie behoort de beleidsmatige informatie en communicatie tot de taak van de departementen. Dit doel was reeds gedeeltelijk opgenomen in beraadslaging FO nr. 19/2013, namelijk voor communicatie over nieuwe regelgeving naar de visverwerkers en groothandelaars. Met dit protocol wordt dit doel verruimd tot alle sectoren van het Departement LV.
Het Departement LV heeft als kerntaak om heel haar doelpubliek te informeren over nieuwe regelgeving van het Departement LV, maar ook om regelgeving van andere beleidsdomeinen die
een directe impact heeft op de bedrijfsvoering van het landbouw- of visserijbedrijf toe te lichten. Naast kennisverspreiding van het beleid, kunnen ook activiteiten georganiseerd worden om kennis uit studies tot bij de landbouwer of het visserijbedrijf te brengen. Voor deze vormingen en studiedagen worden geïnteresseerde landbouwers en vissers aangeschreven. Hiervoor is het gebruik van bepaalde specifieke contactgegevens noodzakelijk om de juiste doelgroep te kunnen selecteren en te komen tot een gericht schrijven voor de sectoradviesactiviteit in kwestie.
Ook worden de gegevens gevraagd als proactieve informatiedeling in het kader van fytosanitaire crisissen. Op dat moment zou het Departement LV een lijst met getroffen bedrijven moeten kunnen opvragen, aangezien het Departement LV controles doet op die bedrijven, ook omdat het Departement LV binnen een EU context en marktopvolging op de hoogte moet zijn van het aantal getroffen bedrijven.
Wetgeving:
• Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikels III.1 en III.2;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, artikel 30;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, artikel 20.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorende tot de Dienst Landbouwbeleid en Sectoradvies.
Doel 11: Beheer van het landbouwmonitoringsnetwerk
In het Vlaamse Gewest staat het Departement LV in voor het beheer van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). Het LMN is een steekproef van een 750-tal Vlaamse landbedrijven.
Vlaamse landbedrijven die wensen deel te nemen aan het LMN sluiten hiervoor een overeenkomst af met het Vlaamse Gewest. Via deze overeenkomst geeft de landbouwer de toestemming om de bevraagde gegevens ook rechtstreeks bij de bron te mogen bevragen.
Dit LMN kadert in het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, hierna informatienet te noemen, welk geregeld wordt door verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009. Het informatienet heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens te verzamelen, noodzakelijk voor het jaarlijks constateren van de inkomens van de landbouwbedrijven en de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.
De gegevens uit het LMN dienen ook als input voor heel wat economische en milieuanalyses die uitgevoerd worden door het Departement LV.
Op basis van de LMN-gegevens kan de Standaard Output (SO) worden berekend. Deze geeft de gemiddelde mogelijke opbrengst van een landbouwproduct weer en wordt berekend voor een bepaalde regio (Vlaanderen) voor een representatieve groep bedrijven. De SO wordt gebruikt bij de opmaak van het steekproefplan voor het Landbouwmonitoringsnetwerk en zorgen er voor dat
er vergelijkende analyses kunnen worden gemaakt tussen landbouwdeelsectoren binnen een lidstaat en voor een bepaalde landbouwdeelsector tussen verschillende lidstaten.
Het rechtstreeks opvragen van de gegevens bij het FAVV in plaats van bij de landbouwer betekent een administratieve lastenverlaging voor de landbouwer.
Wetgeving:
• Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap;
• Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie;
• Decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005, artikel 54.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Xxxxxx.
Doel 12: Opmaken van bedrijfstypologie
De bedrijfstypologie is een Europese uniforme classificatie van de landbouwbedrijven welke zodanig is opgezet dat op verschillende detailleringniveaus homogene bedrijfsgroepen kunnen worden gevormd. Deze bedrijfstypologie is noodzakelijk bij het uitvoeren van beleidsvoorbereidende analyses. Het bedrijfstype wordt bepaald op basis van het aandeel van de standaardopbrengsten (SO) voor de verschillende teelten en dieren op het bedrijf aanwezig ten opzichte van de totale standaardopbrengst van het bedrijf.
Om de typologie van een landbouwbedrijf te kunnen bepalen moet men een zicht hebben op de volledige bedrijfsstructuur en zijn de volgende gegevens noodzakelijk: Gedetailleerde areaalgegevens op bedrijfsniveau, afkomstig van de afdeling Inkomenssteun van het Departement LV, aantallen per diersoort en gedetailleerde rundergegevens op bedrijfsniveau afkomstig van het FAVV.
De bedrijfstypologie is een noodzakelijk instrument voor de beleidsondersteunende taak van het Departement LV. De bedrijfstypologie is namelijk een instrument dat het mogelijk maakt om de toestand van (een homogene groep) landbouwbedrijven te analyseren aan de hand van economische kengetallen en om de toestand van (een homogene groep) landbouwbedrijven te vergelijken tussen de verschillende klassen van de typologie, tussen lidstaten of gebieden van de lidstaten en in de tijd.
Heel wat van de beleidsanalyses die het Departement LV uitvoert zijn gebaseerd op de bedrijfstypologie. De typologie van de landbouwbedrijven vormt de basis van de sectorbeschrijvingen van het Landbouwrapport .
Wetgeving:
• De communautaire typologie van de landbouwbedrijven werd ingevoerd bij verordening (EG) nr. 1242/2008 van de Commissie van 8 december 2008 (vanaf 2015: gedelegeerde verordening (EU) nr. 1198/2014 van de Commissie van 1 augustus 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie).
• De wettelijke basis voor het doorgeven van de resultaten van de berekening met betrekking tot de bedrijventypologie aan ADSEI is te vinden in artikel 13, §7, van het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Xxxxxx.
Doel 13: Crisismaatregelen en landbouwrampen
Wanneer een crisismaatregel wordt ingesteld door Europa of de federale of Vlaamse regering, of wanneer er een landbouwramp wettelijk wordt erkend, is het betaalorgaan van het Departement LV verantwoordelijk voor de uitbetaling.
Administratieve controles door het Departement LV (bv. welke beslagen en/of welke dieren kunnen in aanmerking komen voor welke landbouwer) van de voorwaarden is een eerste stap voor het toekennen van de steun bij crisismaatregel. Eventueel is een controle ter plaatste noodzakelijk voor het nagaan van de voorwaarden.
Natrekken van de voorwaarden voor het toekennen van steun bij een erkende landbouwramp indien er dieren bij betrokken zijn.
Wetgeving:
• Verordening (EU) nr 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad
– art 25;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie (artikel 12, §1, 1°, b)); Wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen;
De speciefieke wetgeving omtrent de erkenning van de crisimaatregel of de landbouwramp zal bij de opvraging van de gegevens telkens worden meegedeeld. Voorbeelden bij de vorige crisissen zijn:
• Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1853 van de Commissie van 15 oktober 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone steun voor landbouwers in de veehouderijsectoren;
• Gedelegeerde verordening (EU) 2016/1613 van de commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren;
• Notificatie voor België zoals bedoeld in artikel 3 van verordening (EU) nr 2015/1853;
• Nota crisissteun voor crisismaatregelen 2016.
Ontvangers zijn afhankelijk van de aard van de crisis belast met dit doel.
Doel 14: Controles in de biologische sector
Het controlesysteem voor biologische productiemethode is wettelijk (EU en Belgisch/Vlaams) geregeld sinds 1992 en moet worden opgevolgd door het Departement LV. De controles bij de bedrijven, zijn gedelegeerd aan de door de minister van Landouw erkende controleorganen. Het Departement LV is verantwoordelijk voor het toezicht op de correcte implementatie van de Europese en Vlaamse verplichtingen, waaronder het toezicht op de erkende controleorganen. De erkende controleorganen zijn op de volgende website te vinden: xxxxx://xx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxx/xxxxxxxxxxxxxxx.
Ten einde regelmatig te kunnen beschikken over informatie in verband met de veebeslagen en de daar gehouden dieren, moeten de erkende controleorganen Sanitelgegevens kunnen raadplegen. De controleorganen zijn voor dit doel dus externe verwerkers. Dit met het oog op een efficiënte controle van zowel (bio)slachthuizen als veehouders. Op die manier kunnen ze immers extra toezichthouden op de volledige bioketen, en nagaan of de verklaringen afgelegd door de (bio)bedrijven overeenstemmen met de werkgelijkheid. Sinds 2008 hebben de controleorganen toegang tot deze gegevens. Opdat het Departement LV zijn rol als toezichthouder op het biocontrolesysteem volledig kan uitvoeren is het bijgevolg noodzakelijk dat ook het Departement LV toegang heeft tot minstens diezelfde gegevens.
Daarnaast is het Departement LV ook verantwoordelijk voor het algemene toezicht op de bioketen en handhaving. In dat opzicht kan het ook nodig zijn om gegevens van bedrijven die niet aangesloten zijn bij een erkend controleorgaan, maar waarvan vermoed wordt dat ze (onterecht/onwettelijk) bio-producten verhandelen, te raadplegen.
Het raadplegen van controlerapporten en de analyseverslagen van alle veevoeder-, landbouw- en levensmiddelenbedrijven die bij het Departement LV gekend zijn als biobedrijf (zie lijst op onze website : xxxx://xx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxx/xxxxxxxxx-xxxxx-xxxxxxxx) draagt bij aan een coherent toezicht door de overheid.
Wetgeving:
• Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91;
• Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorende tot de Dienst Controles.
Doel 15: Toekenning van subsidie voor zorgboerderijen
Voor het verkrijgen van deze subsidie moet een minimale bedrijfsomvang aangetoond worden. Deze berekening gebeurt analoog aan die voor de VLIF-regelgeving. Er moet een berekening van het bruto bedrijfsresultaat (BBR) per bedrijfsleider worden bepaald. Een methode om dit voor veebedrijven uit te voeren, bestaat er in om vertrekkend van de veestapel en een BBR per dier, het totale BBR van het veebedrijf te bepalen.
Wetgeving:
• Besluit van de Vlaamse van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten;
• Ministerieel besluit van 20 december 2013 tot uitvoering van artikel 11, 12, 15, 16, 17 en 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorende tot de Dienst Ondernemen.
Doel 16: Markttransparantie en toezicht op handelsnormen voor pluimvee en eieren
De Europese wetgeving legt voorwaarden vast betreffende de handelsnormen voor pluimveevlees, eieren, broedeieren en eendagskuikens. De naleving van deze handelsnormen wordt opgevolgd door het Departement LV. Voor consumptie-eieren gaat het hierbij over de vermelding van het houderijsysteem met een verwijzing naar de voorwaarden met betrekking tot dierenwelzijn en de facultatieve vermelding van de voederwijze van de kippen alsook bijzondere kenmerken van het houderijsysteem. Voor pluimveevlees gaat het over de facultatieve vermeldingen met betrekking tot het dier zelf, de voederwijze en het houderijsysteem. Daarnaast volgt het Departement LV ook de handelsnormen op voor broedeieren en eendagskuikens waarbij in Vlaanderen deze bedrijven dienen te beschikken over een zoötechnisch erkenning en volgt het ook de opzet- en afvoergegevens op om alzo een inschatting te kunnen maken van de hoeveelheid geproduceerde eieren per houderijsysteem om vervolgens te rapporteren conform de Europese wetgeving, dit zonder de bedrijven ermee te moeten belasten.
Het Departement LV kan de gegevens die in Sanitel geregistreerd worden gebruiken om na te gaan welke pluimveebedrijven geregistreerd zijn door het FAVV in het kader van voedselproductie en diergezondheid, welk houderijsysteem in Sanitel werd geregistreerd alsook de contactgegevens van de bedrijven. Het is bijgevolg bijzonder nuttig om toegang te hebben tot Sanitel voor afstemming van de gegevens zodat er niet gewerkt wordt met 2 verschillende lijsten bij het Departement LV en FAVV. Het werken met 2 verschillende lijsten houdt het risico in dat een bedrijf bij het FAVV met een ander houderijsysteem werd geregistreerd dan bij het Departement LV.
Daarnaast draagt het raadplegen van controlerapporten in verband met het dierenwelzijn op de pluimveebedrijven bij tot een coherent toezicht door de overheid.
Wetgeving:
• Verordening (EU) Nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de RaadHandelsnormen voor broedeieren en kuikens;
• Verordening (EG) nr. 617/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor broedeieren en kuikens van pluimvee o Koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen o Ministerieel besluit van 17 maart 2005 betreffende de erkenning van gespecialiseerde pluimveebedrijven Handelsnormen voor vlees van pluimvee;
• Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee;
• Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1185 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aan de Commissie te melden informatie en documenten en tot wijziging en intrekking van diverse verordeningen van de Commissie.
• Koninklijk besluit van 28 november 1991 betreffende de handelsnormen voor vlees van pluimvee gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1996, 24 april 1996, 16 maart 1998 en 27 juni 1996 Handelsnormen voor eieren;
• Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren;
• Koninklijk besluit van 10 november 2009 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Kwaliteit.
Doel 17: Opmaak van de Vlaamse Landbouwimpactstudie
De beleidsondersteunende taak van het Departement LV houdt ook de opvolging van een aantal ruimtelijke processen in. Een belangrijke doelstelling hiervan is de nadelige effecten van een aantal processen inzake ruimte, wonen, natuur, milieu, energie, klimaat op het functioneren van de Vlaamse land- en tuinbouwsector te beperken of te milderen door het inzetten van een aantal instrumenten. De landbouwimpactstudie (LIS) is één van die instrumenten.
De LIS is een gebiedsgebonden computeranalyse. Ze geeft op een snelle, transparante en objectieve manier indicatief de impact van een proces of een gebiedsontwikkeling weer op de landbouw. De LIS vertrekt vanuit de landbouwimpactkaart die jaarlijks wordt geactualiseerd voor het landbouwgebruik en de agrarische bestemming in Vlaanderen.
Wetgeving:
• Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikels III.1 en III.2.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, artikel 30.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Omgeving.
Doel 18: Advisering natuur- en omgevingsdossiers
Het Departement LV heeft onder meer de opdracht om aanvragen voor omgevingsvergunningen, verkavelingsaanvragen, planologische en stedenbouwkundige attesten te adviseren, alsook ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en milieueffectenrapporten (MER).
In kader van die adviesbevoegdheid moet het Departement LV telkens de landbouwkundige aspecten onderzoeken. Bij de advisering zijn de veegegevens een belangrijk aspect om een landbouwactiviteit aan te tonen. De veegegevens worden nu aan de betrokkene gevraagd, deze kan via het veeportaal op een efficiënte wijze, volgens het “once only”-principe, uit de authentieke bron worden gehaald.
Wetgeving:
• Als reglementaire basis gelden hier alle besluiten waarin het Departement LV wordt aangeduid als advies verlenende instantie. Bij opvraging van gegevens kan het Departement LV de nieuwe besluiten mee sturen ter staving.
• Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen (art. 7 en bijlage).
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Omgeving.
Doel 19: Het opvragen van karkas- en slachtgegevens
Er werden op Vlaams niveau omtrent kwaliteitsbeoordeling verstrengde maatregelen opgelegd in de dierlijke sector zodat de administratie nood heeft aan bijkomende informatie omtrent karkasclassificatie. Het gaat hier om de administratieve controle van de identificatie-, karkas-, slacht- en weeggegevens die slachthuizen moeten registreren, bijhouden en doorgeven van de karkassen van geslachte runderen, kalveren en varkens.
Wetgeving:
Europese regelgeving legt het communautaire indelingsschema vast van runderen en varkens in volgende verordeningen:
• Verordening (EU) nr 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad;
• Gedelegeerde verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren
• Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema's van de Unie voor de indeling van runder-, varkensen schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren.
Voor toepassing van het communautaire indelingsschema en het verzekeren van het correcte bepalen en doorgeven van het warme karkasgewicht van karkassen van geslachte runderen, kalveren en varkens en voor het toezicht daarop, werden de bepalingen vervat in:
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens;
• Het ministerieel besluit van 23 december 2015 tot uitvoering van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens.
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorende tot de Dienst Kwaliteit.
Doel 20: De naschoolse vorming (Navo)
Via de landbouwvorming worden opleidingen gesubsidieerd voor landbouwers, hobbylandbouwers en starters in de landbouw.
Om de subsidievoorwaarde per activiteit van de doelgroep te controleren is kennis van hun eventuele registratie bij het FAVV zeer waardevol.
Inzage in de registratie bij het FAVV zou een vereenvoudiging en toepassing van het “Once Only”- principe inhouden.
Wetgeving:
• Het BVR van 4 juni 2004 en het uitvoeringsbesluit van 26 november 2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector.
• De opleidingen voor landbouwers en starters vallen onder de maatregel steun voor opleiding van PDPO III. In art. 14 van de plattelandsverordening (verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Ontvangers zijn belast met dit doel en momenteel behorend tot de Dienst Ondernemen.
Doel 21: Uitbreiding doel 5 Fytosanitaire keuring en controle op de handel van plantaardig teeltmateriaal
De Europese wetgeving (‘handelsrichtlijnen’) legt voorwaarden vast betreffende de handelsnormen voor plantaardig teeltmateriaal. De naleving van deze handelsnormen (omgezet in Vlaamse wetgeving) wordt opgevolgd door het Departement LV.
In de huidge Europese plantengezondheidsregelgeving werd de indeling van de schadelijke organismen aangepast en kreeg het begrip ‘fytosanitaire’ keuring of maatregelen een ruimere invulling. Naast de quarantaineorganismen (‘Q’) die een federale bevoegdheid zijn, is er de nieuwe categorie van gereguleerde niet-quarantaineorganismen (regulated non quarantine pests, oftewel de RNQP’s) toegevoegd die voor wat de preventieve maatregelen betreft, een
gewestelijke bevoegdheid zijn. Deze categorie van RNQP’s bestaat uit gedereguleerde Q’s én de kwaliteitsorganismen die in de Europese handelsrichtlijnen van het plantaardig teeltmateriaal en de betreffende Vlaamse regelgeving vervat zitten en waarvan het plantaardig teeltmateriaal onder de vastgestelde drempelwaarden voor de RNQP’s moet liggen.
Naar aanleiding van de verruimde Europese invulling van het begrip ‘fytosanitair’, is het doel 5 uitgebreid.
Voor de concrete uitvoering van de controles werd er op 5 januari 2021 een samenwerkingsakkoord tussen de Minister van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten afgesloten met als doel opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten op een efficiënte en kosteneffectieve manier te kunnen uitvoeren en aan elkaar toe te vertrouwen. Vanwege de verstrengelde bevoegdheden en de vaststelling dat er voor de sectoren in het plantaardig teeltmateriaal zowel controles op Q’s als op RNQP’s moeten gebeuren en dat resultaten van beide controles nodig zijn om één en hetzelfde plantenpaspoort (voor verkeer intern EU) of fytosanitair certificaat (voor uitvoer buiten EU) te kunnen uitreiken, drong een afsprakenkader zich op.
Dit samenwerkingsakkoord bevat afspraken voor alle deelsectoren van het plantaardig teeltmateriaal en legt de principes vast waarbij een aantal deelsectoren (deze waarbij er voor het teeltmateriaal een officiële certificering conform de Europese/gewestelijke regelgeving vereist is) toevertrouwd worden aan de gewesten en waarbij de andere deelsectoren (deze waarbij er voor het teeltmateriaal wel bepalingen en voorwaarden gelden zonder officiële certificering voor het in de handel brengen ervan) toevertrouwd worden aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).
Met dit nieuwe samenwerkingsakkoord werd de overeenkomst van 28 juni 2019 tussen het FAVV en het Departement LV opgeheven. De controletaken die via de toenmalige delegatie van het FAVV aan het departement (zonder omgekeerde delegatie van gewesten naar FAVV) toevertrouwd werden, zijn grotendeels overgenomen in het huidige samenwerkingsakkoord.
In het kader van het toevertrouwen van (controle)opdrachten door het departement LV aan het FAVV is het noodzakelijk dat het departement LV kan beschikken over alle gegevens die het FAVV in de uitoefening van deze (controle)opdrachten heeft verzameld:
- de gegevens van de gecontroleerde professionele marktdeelnemers;
- de resultaten van deze toevertrouwde opdrachten;
- de vastgestelde niet-conformiteiten en de hiervoor ondernomen maatregelen in het kader van de gedelegeerde opdrachten;
- de vastgestelde inbreuken in het kader van de toevertrouwde opdrachten.
Daarnaast is het noodzakelijk voor het departement LV dat het, in het kader van zijn bevoegdheid om te controleren of het plantaardig teeltmateriaal dat in de handel komt aan de juiste normen voldoet, over de noodzakelijke gegevens van het FAVV kan beschikken om fraude in de handel op te sporen en te bestrijden. Het betreft alle noodzakelijke gegevens m.b.t. de bij het FAVV gekende professionele marktdeelnemers die activiteiten uitoefenen in het kader van of gerelateerd aan het plantaardig teeltmateriaal.
In het kader van het toevertrouwen van controleopdrachten door het FAVV aan het Departement LV in het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 bezorgt het FAVV aan het Departement LV alle gegevens die noodzakelijk zijn het departement toe te laten de toevertrouwde opdrachten correct uit te voeren.
Wetgeving:
• Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad;
• Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad;
• Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie;
• “handelsrichtlijnen”:
- Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen;
- Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen;
- Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken;
- Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;
- Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;
- Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad;
- Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad;
- Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen;
- Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;
- Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad;
- Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;
• Besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de handel van plantaardig teeltmateriaal:
- Besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad;
- Besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt.
• Koninklijk besluit van 10 oktober 2003 houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren;
• Samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten
Voor de uitvoering van deze overeenkomst en haar onderliggende doelstellingen worden gegevens verwerkt/uitgewisseld die geheel of gedeeltelijk bestaan uit persoonsgegevens in de zin van artikel 4,
1) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming – hierna “AVG” genaamd).
De ontvanger mag de gegevens van het FAVV uitsluitend voor deze doeleinden gebruiken. Ieder ander doeleinde wordt niet als legitiem gebruiksdoel beschouwd.
c) Compatibiliteit
Gelet op alle hierboven vermelde overwegingen, zijn de oorspronkelijke doeleinden waarvoor de gegevens worden ingezameld bij het FAVV compatibel met de hiervoor vermelde doeleinden van verdere verwerking door het Departement LV.
VIII. Overgedragen gegevens
Het Departement LV treedt op als ontvanger conform artikel 4, 9) AVG, waaraan de persoonsgegevens door het FAVV worden doorgegeven conform de AVG.
Volgende persoonsgegevens zullen met het oog op de uitvoering van de overeenkomst tussen de Partijen worden uitgewisseld:
Gegeven 1 | |
Inhoud | Identificatiegegevens van landbouwers, exploitaties, beslagen en andere ondernemingen: Basisgegevens van het beslag: (vee)beslagnummer (straat, nr, busnummer, PC, gemeente, land), verantwoordelijke (naam, straat, nr, busnummer, PC, gemeente, diersoort, diersequentie, status van het beslag (actief/niet- actief), einddatum, ondernemingsnummer. Het Departement LV bezorgt aan FAVV het beslagnummer, en alle identificatiegegevens van de exploitatie (exploitatienummer, exploitatie_LB_NAAM, exploitatie_LB_nummer, exploitatie_STRAAT, exploitatie_HUISNUMMER, exploitatie_POSTCODE, exploitatie_GEMEENTE, exploitatie_LAND_ISOCODE) waarop FAVV de beslaggegevens en de identificatiegegevens van de verantwoordelijke aanvult en terug bezorgt zodat de gegevens van beide databanken afgestemd zijn. Voor gegevens die niet gebonden zijn aan een landbouwexploitatie (slachthuizen, verwerkende bedrijven, hoeveproducenten, vis- of |
biogerelateerde bedrijven) worden het ondernemingsnummer, vestigingsnummer, adres , PC, gemeente uitgewisseld. | |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Deze basisgegevens zijn vereist om de link te kunnen leggen tussen de gegevens van het Departement LV (exploitatie, onderneming of vestiging) en de gegevens in Sanitel of andere FAVV-gegevens. Op basis van deze link zullen de controles op premie-, verbintenis- of randvoorwaarden voor de betrokkene al dan niet kunnen leiden tot het ontvangen van bepaalde subsidies, of een controle kunnen gebeuren op de voorwaarden (zorgboerderijen, biogerelateerde bedrijfsgegevens, karkas- slachtgegevens). Gebruikt voor de doelen: 1 t.e.m 21 |
Gegeven 2 | |
Inhoud | Gegevens diersoorten aanwezig per exploitatie: diertype, diersubtype, diercategorie, aantal dieren, capaciteit bedrijf, opzet- en afvoergegevens, broedcapaciteit, productie, huisvestingstype, aantal stallen, aantal kooien, tellingsdatum, blokkerings- en begindatum, voorraad oormerken. (Afhankelijk van de nodige administratieve controles worden de gegevens gedeeltelijk of volledig geraadpleegd) |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Voor het uitvoeren van haar controle- en beleidstaken heeft het Departement LV gegevens nodig over aantallen en diersoorten per exploitatie van de landbouwers. Deze gegevens worden enkel uitgewisseld voor exploitaties die gekoppeld zijn aan de veebeslagen door het Departement LV. Gebruikt voor de doelen: 1, 3, 4, 6, 7, 9 t.e.m. 18 Voor doelen 1, 3 en 4 werd dit gegeven reeds gemachtigd in SCFO 03/2011. |
Gegeven 3 | |
Inhoud | Rundergegevens per dier (zie bijlage 1) |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Voor het uitvoeren van haar controle- en beleidstaken heeft het Departement LV gegevens nodig over de runderen van de landbouwers. Deze gegevens worden enkel uitgewisseld voor exploitaties die gekoppeld zijn aan de veebeslagen door het Departement LV. Gebruikt voor de doel(en): 1, 3, 4, 6, 7, 9, 11, 12 en 15 Voor doel 1 werd dit gegeven reeds gemachtigd in SCFO 03/2011 |
Gegeven 4 | |
Inhoud | Controlerapporten van FAVV (zie bijlage 2) |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Voor het uitvoeren van haar controle- en beleidstaken heeft het Departement LV gegevens toegang nodig tot de controlerapporten die het FAVV opstelt over de uitgevoerde plaatscontroles. Gebruikt voor de doelen: 4, 14 en16 Voor doel 4 werd dit gegeven reeds gemachtigd in SCFO 03/2011 |
Gegeven 5 | |
Inhoud | Karkas-, slacht- en leveranciersgegevens |
- Identificatienummer; geboortedatum; slachtdatum; slachttijdstip; warm slachtgewicht; aanbiedingsvorm van het karkas, klopnummer van het karkas - Identificatienummer slachthuis; type van slachting; status van het geslachte dier; afgekeurde delen/karkassen - Naam en adres van de leverancier; telefoonnummer; e-mailadres. | |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | - Het opvragen van karkasgegevens laat toe om de controles op leeftijd en gewicht uit te voeren en een unieke link te verkrijgen met de producent (landbouwer) - Om een controle op het dier mogelijk te maken is het nodig het slachthuis te kennen. Afhankelijk van type slachting moeten een aantal controlegegevens kunnen worden nagekeken in Beltrace - Nagaan of de correcte gegevens werden bezorgd aan de leveranciers en mogelijkheid om de leveranciers te contacteren in verband met de controle Gebruikt voor doel: 19 |
Gegeven 6 | |
Inhoud | Gegevens op staalname- en analyseverslag Analyseresultaten van stalen genomen door FAVV bij levensmiddelenbedrijven, landbouw- en veevoederbedrijven |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Monitoring van controlesysteem en toezicht op de erkende controleorganen bio. Deze gegevens zijn nodig om toezicht op het controlesysteem te kunnen uitvoeren en fraude in de sector op te sporen. De lijst met biobedrijven zal jaarlijks worden overgemaakt aan de FAVV. Toezicht op de controle op het in de handel brengen van plantaardig teeltmateriaal. Deze gegevens zijn nodig om toezicht te kunnen doen op de kwaliteit van het plantaardig teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht. Het Departement LV heeft nood aan staalname- en analysegegevens van de bij het FAVV gekende professionele marktdeelnemers die activiteiten uitoefenen in het kader van of gerelateerd aan het plantaardig teeltmateriaal. Enkel voor deze bedrijven heeft het Departement LV interesse in de controlerapporten en analyseresultaten. Gebruikt voor doelen: 14 en 21 |
Gegeven 7 | |
Inhoud | Activiteiten en heffing per operator De activiteitenlijst van FAVV bevat de codes en omschrijvingen van alle FAVV activiteiten die gebruikt moeten worden wanneer een operator een aanvraag tot erkenning/toelating/registratie indient bij het FAVV. |
De activiteiten zijn als volgt opgebouwd : plaatscode (PL) – activiteitcode (AC) – productcode (PR). De heffing wordt jaarlijks geïnd in alle sectoren die actief zijn binnen de voedselketen of waarbij het FAVV controleopdrachten uitvoert. Zij dient om een deel van de kosten te dekken verbonden aan het controleprogramma van het FAVV en de BSE-testen. Het bedrag van deze heffing is afhankelijk van diverse factoren zoals: - de sector waarin een bedrijf actief is; - de productiecapaciteit; - de personeelssterkte. | |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Dit gegeven is nodig voor het Departement LV om de uitgevoerde activiteiten en omvang ervan te kennen in het kader van de GLB- hervorming en adviseringen. Gebruikt voor de doelen: 6, 10 en 18 |
Gegeven 8 | |
Inhoud | De imkers De imker op basis van zijn activiteit: • Voor natuurlijke personen: INSZ-nummer1 • Voor ondernemingen: ondernemings- en vetigingsnummer. |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Enkel via deze gegevens kunnen we imkers koppelen aan onze deelnemers van een gesubsidieerde naschoolse opleiding en dat is nodig ter controle van de subsidievoorwaarde, het aantal geldige deelnemers (imkers). Gebruik voor doel 20 |
Gegeven 9 | |
Inhoud | Controlegegevens plantaardig teeltmateriaal in kader van het toevertrouwen van (controle)opdrachten door het departement LV aan het FAVV. Het gaat om de volgende gegevens: - de gegevens van de gecontroleerde professionele marktdeelnemers - de resultaten van deze toevertrouwde opdrachten; - de vastgestelde niet-conformiteiten en de hiervoor ondernomen maatregelen in het kader van de toevertrouwde opdrachten; - de vastgestelde inbreuken in het kader van de toevertrouwde opdrachten. |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Deze gegevens zijn nodig voor het Departement LV ter controle van de uitvoering van de controleopdrachten toevertrouwd door het Departement LV aan het FAVV en om bij vaststelling van non- conformiteiten of inbreuken te kunnen optreden. . Gebruik voor doel 21 |
1 Beraadslaging RR nr 19/2016 van 13 april 2016
Gegeven 10 | |
Inhoud | Gegevens families, geslachten, soorten of rassen planten en plantaardige producten en ligging van de percelen waarop dit materiaal geproduceerd wordt. |
Doeleinde en bewijs van proportionaliteit | Gegevens over families, geslachten, soorten of rassen planten en plantaardig (teelt)materiaal en de ligging van de percelen waarop dit materiaal geproduceerd wordt, worden gevraagd in het kader van de controle op de handel door het Departement LV. Deze gegevens worden enkel uitgewisseld voor de vestigingen van de bij het FAVV gekende professionele marktdeelnemers die activiteiten uitoefenen in het kader van of gerelateerd aan het plantaardig teeltmateriaal. Gebruik voor doel 21 |
Bijkomende gegevens die uitgewisseld worden onder SCFO 03/2011 en SCFO 19/2012:
Gegeven 11 Gegevens van bedrijf met erkenning 17.1 in het kader van het in de handel brengen van teeltmateriaal voor doel 5
Gegeven 12 Lijst hoeveproducenten voor de doelen 6, 7 en 8
Gegeven 13 Lijst met visverkende bedrijven, visgroothandels en vishandelaren voor de doelen 6, 7 en 8
Indien er zich wijzigingen voordoen in de structuur van de meegedeelde gegevens, meldt het FAVV dit onmiddellijk aan het Departement LV.
IX. Bewaartermijn van de gegevens
Het Departement LV hanteert de bewaaringstermijnen in overeenstemming met de machtigingen voor de gemachtigde doelen 1 tot 8. Voor de andere doelen hanteert het Departement LV de volgende bewaartermijnen:
- 2 jaar voor de doelen: 10 en 12. Het zijn jaarlijkse beleidstaken waarbij de gegeven met een jaar vertraging worden aangeleverd.
- 5 jaar voor doel 11 om eventueel te kunnen teruggrijpen naar de oorspronkelijk documenten en bij doel 17 om korte termijnsevoluties te kunnen opvolgen en bij doel 19 voor de dossieropvolging.
- 10 jaar voor de doelen: 9, 13, 14, 15, 16, 19, 20 en 21. Voor de dossieropvolging meestal in Europees kader.
- 30 jaar voor doel 18: vergunningsadvisering. Hier wordt het advies meestal opgenomen in de vergunning. Daarmee heeft het advies dezelfde waarde als de vergunning. Voor een vergunning geldt er geen verjaringstermijn. In de praktijk wordt er 30 jaar bewaard omdat het daarna weinig waarschijnlijk is dat er nog naar een oud dossier wordt teruggegrepen of er nog beroepsdossiers hangende zijn.
X. Regels voor de mededeling van gegevens
De mededeling van gegevens zal via de volgende wijze gebeuren:
- De gegevens uit 1 zullen meegedeeld worden in combinatie met één van de andere gegevens en dit op dezelfde wijze als hieronder beschreven voor de andere gegevens.
- De gegevens 2, 3 en 5 zijn beschikbaar via Sanitel en zullen via de webservice of via versleutelde bestanden overgemaakt worden en zijn op individuele vraag via het veeportaal of beltrace te bevragen.
- De gegevens 4, 6 en 9 zijn verslagen, controlerapporten en de overdracht zal via een afgeschermde rapporteringsomgeving van het FAVV (BI4) gebeuren.
- De gegevens uit 10 worden adhoc via de experten van het FAVV opgevraagt.
- De gegevens 7 tot 12: de activiteiten of afgeleide ervan zijn individueel te bevragen via de publieke site Foodweb en kunnen ook als lijsten uitgewisseld worden adhoc of indien mogelijk via webservice.
Het Departement LV en het FAVV nemen de nodige maatregelen om de veiligheid te garanderen.
XI. Frequentie
De toegang tot de gegevens is permanent. Het Departement LV vraagt de gegevens op wanneer dat nodig wordt geacht voor het goed functioneren in het kader van haar missie.
Voor de doelen 1 tot 8 is dit in overeenstemming met de machtigingen. Voor de andere doelen is dit:
- Adhoc bij de dossierbehandeling voor de doelen 9, 14, 15, 16, 18, 19, 20 en 21 (gegeven 6 en
10);
- Maandelijks voor de maandelijkse opvolging bij doel 11;
- Jaarlijks bij de jaarlijkse opmaak voor de doelen 10, 12, 17 en 21 (gegeven 9)
- Indien nodig bij een incident voor de doelen 13 en 21.
XII. Ontvangers en doorgifte aan derden
De interne gebruikers op het niveau van de aanvrager zijn de volgende
• de personeelsleden die de gegevens nodig hebben voor de uitvoering van de doelen 1-20,
• de informatici van het Departement LV voor softwareontwikkeling- en ondersteuning,
• de personeelsleden van de dienst Interne Audit voor hun auditactiviteiten,
• de personeelsleden van de inspectiediensten voor hun controleactiviteiten. Er worden geen gegevens doorgegeven aan derden.
XIII. Verwerkers
De verplichtingen die uit dit protocol voortvloeien, worden aan de eventuele verwerkers van de partijen meegedeeld.
Overeenkomstig artikel 28 van de AVG zijn de volgende verplichtingen van toepassing wanneer de verwerking door een verwerker wordt verricht:
- De verwerkingsverantwoordelijke doet uitsluitend een beroep op verwerkers die afdoende garanties bieden met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen,
- De verwerker neemt geen andere verwerker in dienst zonder voorafgaande specifieke of algemene toestemming van de verwerkingsverantwoordelijke,
- De verwerker verwerkt de persoonsgegevens uitsluitend op basis van schriftelijke instructies van de verwerkingsverantwoordelijke,
- De verwerker waarborgt dat de tot het verwerken van de persoonsgegevens gemachtigde personen zich ertoe hebben verbonden vertrouwelijkheid in acht te nemen,
- De verwerker verleent bijstand aan de verwerkingsverantwoordelijke bij het vervullen van diens plicht om verzoeken om uitoefening van de rechten van de betrokkenen te beantwoorden,
- De verwerker wist alle persoonsgegevens na afloop van de verwerkingsdiensten,
- De verwerker stelt alle informatie die nodig is om de nakoming van de in artikel 28 van de AVG neergelegde verplichtingen aan te tonen ter beschikking van de verwerkingsverantwoordelijke,
- De verwerker stelt de verwerkingsverantwoordelijke onmiddellijk in kennis indien naar zijn mening een instructie inbreuk oplevert op de AVG.
Het Departement LV verbindt zich ertoe om de naam en wijzigingen mee te delen van de verwerker(s) die toegang zal (zullen) hebben tot de door dit protocol bedoelde gegevens.
Mocht het FAVV niet akkoord gaan met het feit dat het Departement LV een beroep doet op een bepaalde verwerker, dan verbindt het Departement LV zich ertoe deze te vervangen en een beroep te doen op een door het FAVV erkende verwerker.
Bij verandering van de verwerker of indien een beroep wordt gedaan op een andere verwerker, is een voorafgaande schriftelijke toestemming van het FAVV nodig.
XIV. Beveiliging
Overeenkomstig artikel 32 t.e.m. 34 van de AVG zijn de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker verplicht om hun persoonsgegevens te beschermen tegen inbreuken op de beveiliging die accidenteel of onrechtmatig leiden tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de toegang tot die persoonsgegevens.
Het Departement LV verbindt zich ertoe technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen te treffen voor de bescherming van de meegedeelde gegevens tegen elke ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking, elk verlies of elke wijziging van de persoonsgegevens, alsook voor het vermijden of verkleinen van het risico op inbreuken, tegen accidenteel verlies of diefstal van gegevens, tegen wijzigingen, tegen ongeoorloofde toegang of misbruik en elk ander onrechtmatig gebruik van de persoonsgegevens.
Met de ondertekening van dit protocol is het Departement LV zeker dat de netwerken waarmee de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokken voorzieningen in verbinding staan, de vertrouwelijkheid en de integriteit van die persoonsgegevens waarborgen.
In het geval van een inbreuk op de beveiliging verbindt het Departement LV zich ertoe het FAVV onmiddellijk te verwittigen volgens de overeengekomen modaliteiten.
De partijen stellen elkaar in kennis van substantiële wijzigingen van de technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen in verband met de verwerking van gegevens zoals bepaald in dit protocol.
XV. Fouten in de gegevens van het FAVV
Indien er fouten in de gegevens worden aangetroffen, verbindt het Departement LV zich ertoe het FAVV onmiddellijk te verwittigen volgens de overeengekomen modaliteiten.
XVI. Rechten van betrokkenen
Overeenkomstig de AVG beschikken de betrokkenen over een bepaald aantal rechten in verband met hun persoonsgegevens2.
De betrokkenen hebben de volgende rechten:
- Het recht op inzage van hun persoonsgegevens.
- Het recht op rectificatie van hen betreffende onjuiste persoonsgegevens.
- Het recht op beperking van de verwerking van hun persoonsgegevens in bepaalde gevallen die in de AVG zijn vastgelegd3.
- Het recht van bezwaar tegen de verwerking van hun persoonsgegevens in bepaalde gevallen die in de AVG zijn vastgelegd4.
- Het recht niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, gebaseerd besluit waaraan voor hen rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hen treft, tenzij dat besluit noodzakelijk is voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst, wettelijk is toegestaan of berust op de toestemming van de betrokkenen.
- Het recht op wissing van de persoonsgegevens in bepaalde gevallen die in de AVG zijn vastgelegd5,
De partijen verbinden zich ertoe de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de uitoefening van de rechten van de betrokkene en om op doeltreffende wijze samen te werken aan het vervullen van die verplichtingen.
De partijen informeren de betrokkenen aan de hand van hun privacyverklaring over de bron en verwerking van de persoonsgegevens die onder dit protocol vallen. De privacyverklaringen zijn raadpleegbaar op de website van de partijen.
In de praktijk kan de betrokkene, mits hij zijn identiteit bewijst en op basis van een door hem gedagtekend en schriftelijk verzoek, bij de ontvanger kosteloos de mededeling van de hem betreffende gegevens verkrijgen, alsook de verbetering van onvolledige, onjuiste of overmatige gegevens.
2 Art.15, 16, 17, 18, 21 en 22 van verordening (UE) 2016/679 van het Europees Parlement en van de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van de Richtlijn 95/46/EG.
3 Art.17, ibid.
4 Art.6, ibid.
5 Art.17, ibid.
Wanneer een persoon op wie de verwerking van persoonsgegevens van toepassing is zich op een recht uit de reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer beroept, brengen de partijen elkaar onmiddellijk op de hoogte.
Van zodra het protocol bekrachtigd is wordt dit gepubliceerd op de website van het FAVV, meer bepaald onder xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/, evenals op de website van het Departement LV, meer bepaald onder xxxxx://xx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx-xxx-xxxxxx.
XVII. Vertrouwelijkheid
Het Departement LV waarborgt de vertrouwelijkheid van de gegevens van dit protocol. Hieruit volgt dat deze gegevens:
• enkel indien nodig zullen gebruikt worden voor de doeleinden die in dit protocol worden beschreven,
• niet verspreid noch gekopieerd zullen worden,
• niet langer zullen worden bewaard dan de bewaartermijn die in dit protocol wordt bepaald.
De personeelsleden van het Departement LV zijn gehouden aan een geheimhoudingsplicht via de Vlaamse deontologische code en via haar eigen ‘Gedragscode informatieveiligheid en gebruik van ICT middelen’ welk deel uitmaakt van het arbeidsreglement.
Het Departement LV is verantwoordelijk voor alle schade waarvan het FAVV het slachtoffer zou zijn omdat hijzelf, de verwerker of het personeel de verplichtingen van dit artikel niet hebben nageleefd.
XVIII. Audits – controles
Indien het noodzakelijk wordt geacht, behoudt het FAVV zich het recht voor om steekproefsgewijs audits en onderzoeken te doen bij de personen op wie de verwerking van persoonsgegevens van toepassing is, maar ook bij het Departement LV en/of de eindgebruikers om na te gaan of de verplichtingen die voortvloeien uit dit protocol worden nageleefd.
Het FAVV is gemachtigd om het eindgebruik van de gegevens te controleren.
Daartoe verbindt het Departement LV zich ertoe om een register te bewaren van de logins waarin minstens melding moet worden gemaakt van:
- De dienst die tot de gegevens toegang heeft gehad
- De natuurlijke personen die de gegevens hebben geraadpleegd
- De gegevens die werden geraadpleegd
- De logindata
Dit register moet op eerste verzoek ter beschikking worden gesteld van het FAVV.
XIX. Intellectuele eigendom
Het FAVV behoudt de intellectuele eigendom van de gegevens in de zin van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten alsook in de zin van boek XI “Intellectuele eigendom” van het Wetboek van Economisch Recht.
Bijgevolg verbindt het Departement LV zich ertoe om de bron van de gegevens als volgt te vermelden:
“Gegevens verstrekt door het FAVV op […].”
XX. Gebruiksovereenkomsten
Om de goede werking van het systeem te waarborgen, kan het FAVV, zo nodig, gebruiksovereenkomsten uitvaardigen die aan dit protocol zullen worden aangehecht.
Deze overeenkomsten zullen preciseren hoe de databases van het FAVV kunnen worden geraadpleegd of hoe haar ICT-infrastructuur moet worden gebruikt om eventuele technische problemen, een verkeerd gebruik van de gegevens en/of een eventuele overbelasting van het systeem te vermijden.
XXI. Sancties
In geval van een inbreuk op de goede uitvoering van dit protocol door het Departement LV, kan het FAVV zonder voorafgaande ingebrekestelling de overhandiging van de gegevens bedoeld in dit protocol schorsen.
Het FAVV behoudt zich het recht voor om het Departement LV voor de rechtbank te vervolgen en de betaling te eisen van alle schade geleden ingevolge de niet-naleving van dit protocol.
XXII. Kosten en facturatie
De overdracht van deze gegevens gebeurt via elektronische weg aan een andere overheidsdienst, en zal dus kosteloos gebeuren.
XXIII. Wijzigingen en evaluaties van het protocol
De ontvanger organiseert jaarlijks een overlegvergadering met het FAVV teneinde de opvolging van dit protocol te evalueren. Bijkomende overlegvergaderingen kunnen georganiseerd worden in functie van de noodzakelijkheid en in functie van de behoeften en dringendheid aangegeven door één van beide partijen.
Indien één van de partijen een wijziging van dit protocol wenst of indien dat nodig zou zijn door een nieuwe wetgeving of technische vooruitgang, kan er op elk moment een aanhangsel worden opgemaakt. Zodra dat aanhangsel is ondertekend, wordt het aan dit protocol toegevoegd en maakt het er integraal deel van uit.
XXIV. Technische bijstand - communicatie
Voor de specifieke technische behoeften die uit dit protocol voortvloeien, kunnen de partijen technische bijstand regelen via een SLA.
XXV. Geschillen
Als zich moeilijkheden voordoen bij de interpretatie of de toepassing van dit protocol, verbinden de partijen zich ertoe in overleg te treden in een poging een minnelijke schikking te treffen.
Als dat niet lukt, zijn enkel de burgerlijke rechtbanken van Brussel bevoegd om het geschil te beslechten.
XXVI. Beëindiging
Elke partij kan dit akkoord beëindigen door de andere partij via een aangetekende brief op de hoogte te brengen van de opzegtermijn van 12 maanden.
XXVII. Duur van het protocol en inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan en wordt gesloten voor de duurtijd dat de beschreven doeleinden (punt VII.) van kracht zijn.
Opgemaakt te Brussel, op 12/10/2021 via digitale ondertekening.
Voor het FAVV De Gedelegeerd Bestuurder, Date: 2021.10.1 5 06:47:18 +02'00' Xxxxxx Xxxxxxx, | Voor het Departement LV Secretaris-generaal, Xxxxxxxx Xx Xxxxxx, |
Digitally signed
by Xxxxxxxx Xx Xxxxxx 12/10/2021
Documentnr:
20211012-21064-50