DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIIste KAMER,
nr. 212 606 van 21 november 2018 in de zaak RvV X / VIII | ||
In zake: | X | |
Gekozen woonplaats: | ten kantore van advocaat X. XXXXXXXXX Xxxxxxxxxxx 0 0000 XXXXX | |
tegen: de stad ANTWERPEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen. | ||
DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIIste KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Zuid-Afrikaanse nationaliteit te zijn, op 13 november 2017 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen van 5 september 2017 tot niet- inaanmerkingneming van een aanvraag voor een machtiging tot verblijf (bijlage 41ter).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 25 september 2018, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2018, datum waarop de zaak tegensprekelijk werd uitgesteld naar de terechtzitting van 7 november 2018.
Xxxxxxx het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. VERHAERT.
Gehoord de opmerkingen van advocaat X. XXXXXXXXX, die verschijnt voor de verzoekende partij en van advocaat C. XXXXXX, die loco advocaat M. DAL verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Xxxxxxxxxx echtgenote X. X. xxxx naar België in het kader van een “Erasmus Mundus Fellowship” aan de universiteit van Antwerpen voor de periode oktober 2016 - 2017. Zij werd in het bezit gesteld van een A-kaart tot 3 april 2017.
1.2. Xxxxxxxxx diende op 25 januari 2017 een aanvraag in om machtiging tot verblijf op grond van artikel 10bis van de wet van 15 december betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de vreemdelingenwet).
1.3. Op 5 september 2017 nam de stad Antwerpen een “beslissing tot niet-inaanmerkingneming van een aanvraag voor een machtiging tot verblijf”. Dit is de bestreden beslissing, die als volgt gemotiveerd is:
“(…)
Gelet op artikel 26/21, §2, 2e lid van het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Naam: J. Voornaam J. A.
Nationaliteit: Zuid-Afrika Geboortedatum: 23/09/1969 Geboorteplaats: (Zuid-Afrika) Rijksregisternummer:
Dit geldt eveneens voor de kinderen: J.-P., X. (°13/09/2011), M., C. P. (°29/11/2004) en M., I. T. (°17/05/2006)
Verblijvend in deze gemeente op het adres (…)
Heeft zich op 25/01/2017 aangemeld bij het gemeentebestuur om een aanvraag om een verblijfsaanvraag in te dienen met toepassing van artikel 10bis en 10ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Deze aanvraag is niet in aanmerking genomen en is niet doorgestuurd naar de Minister of zijn gemachtigde op grond van het feit dat:
Na onderzoek van het dossier blijkt dat betrokkene niet voldaan heeft aan de ontvankelijkheidvoorwaarden van artikel 10bis van de wet van 15.12.1980, meer bepaald:
De referentiepersoon J. L. 24/09/1976 (RR: …) had verblijf op basis van een contract met de universiteit van Antwerpen van 04.10.2016 tot 03.04.2018.
De A-kaart is reeds vijf maanden vervallen (A-kaart tot 03.04.2017). De gezinsleden kunnen bijgevolg geen aanvraag indienen bij de referentiepersoon (moeder of echtgenote). In de buitengewone omstandigheden werd verder aangehaald dat ze verblijf willen tot haar verblijf vervalt, deze termijn is inmiddels al verstreken. De dienst vreemdelingenzaken heeft op 03/04/2017 en 09/05/2017 vereiste documenten gevraagd aan de referentiepersoon om de A-kaart te verlengen nl.:
• een attest van de Universiteit met de vermelding van het statuut van de post-doctorandus en de duur van het onderzoek;
• een beursattest met vermelding van het bedrag van de tegemoetkoming;
• een medisch attest;
• een uittreksel uit het strafregister;
• een bewijs van betaling van de administratieve bijdrage (350 euro); doch zijn deze stukken niet overgemaakt.
Xxxxxxxxxx legt niet alle in artikel 26/2, §2 van het KB van 08.10.1981 bedoelde bewijzen voor:
• Stabiele en regelmatige bestaansmiddelen (recent)
• Bewijs behoorlijke huisvesting, geregistreerd huurcontract. (…)”
2. Over de ontvankelijkheid
Ter terechtzitting merkt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad) op dat het door de verzoeker aangevraagde recht op verblijf een afgeleid recht is, dat verbonden is aan het verblijf van zijn echtgenote. Nu de opdracht en het daaraan gekoppelde verblijf van zijn echtgenote afliep in 2017, rijst dan ook de vraag naar het actuele belang van verzoeker bij de zaak. Ter terechtzitting van 24 oktober 2018 verzocht de Raad de partijen hieromtrent meer duidelijkheid te verschaffen en werd de verdere behandeling van de zaak uitgesteld naar de terechtzitting van 7 november 2018.
Ter terechtzitting van 7 november 2018 verklaart de advocaat van verzoekende partij een e-mail te hebben ontvangen waarbij verzoeker bevestigt dat hij inmiddels met het hele gezin is teruggekeerd naar Zuid-Afrika.
De Raad stelt dan ook vast dat verzoeker niet langer doet blijken van het rechtens vereiste actueel belang, aangezien de referentiepersoon in deze zaak – verzoekers echtgenote – die vergezeld wordt, zelf niet meer in België verblijft en er ook niet langer een verblijfsrecht heeft. De partijen hebben ter terechtzitting geen verdere opmerkingen over die zienswijze.
Aangezien verzoeker niet langer beschikt over het rechtens vereiste actueel belang, wordt het beroep onontvankelijk verklaard.
OM DIE REDENEN BESLUIT DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN:
Enig artikel
Het beroep tot nietigverklaring wordt verworpen.
Aldus te Brussel uitgesproken in openbare terechtzitting op eenentwintig november tweeduizend achttien door:
xxx. X. XXXXXXXX, wnd. voorzitter, rechter in vreemdelingenzaken,
dhr. K. VERKIMPEN, griffier.
De griffier, De voorzitter,
K. VERKIMPEN C. VERHAERT