HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Inhoudsopgave
Artikel 3 Rechten en verplichtingen leden 4
Artikel 4 Ereleden en leden van verdienste 6
Artikel 7 Financiële verplichtingen 7
Artikel 8 Beroepsprocedure niet toelaten als lid 7
Artikel 9 Einde lidmaatschap 7
Artikel 10 Procedure opzegging door de vereniging 8
Artikel 11 Procedure ontzetting uit het lidmaatschap 8
Artikel 12 Kandidaatstelling 8
Artikel 15 De penningmeester 9
Artikel 16 Overige bestuurders 9
Artikel 17 Rooster van aftreden 9
Artikel 18 Procedure schorsen en ontslag bestuurder 9
Artikel 19 Taken en bevoegdheden commissies 10
Artikel 20 Aard van de commissies 10
Artikel 23 Taxatiecommissie en taxaties 11
Artikel 25 Tuinkeuringscommissie 12
Artikel 26 Commissie Flora en Fauna 12
Artikel 28 Vergaderbijeenkomsten 12
Artikel 29 Algemene vergadering 13
Algemene vergadering en Leidse Bond van Amateurtuinders 13
Artikel 30 Bestuursvergaderingen 13
1. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld, aangevuld en/of gewijzigd door de algemene vergadering.
2. Aanvullingen en/of wijzigingen treden niet in werking, alvorens zij door de algemene vergadering zijn goedgekeurd en via de mededelingenborden bekend zijn gemaakt dan wel aan alle leden zijn rondgezonden.
3. Ieder lid, erelid, lid van verdienste, kandidaatlid en donateur wordt geacht de bepalingen van de statuten, reglementen, besluiten van de algemene vergadering en openbaar bekend gemaakte bestuursbesluiten te kennen en na te leven.
4. De vereniging is lid van de Leidse Bond van Amateurtuinders en van het Algemeen Verbond van Volktuindersverenigingen in Nederland (AVVN).
1. De aanvraag voor een lidmaatschap moet schriftelijk worden ingediend bij de secretaris van de vereniging.
2. Het nieuwe lid verstrekt aan het bestuur zijn volledige adres en telefoonnummer.
3. Alleen leden van Tuinvereniging Het Zonneveld kunnen een tuin huren.
Artikel 3 Rechten en verplichtingen leden
1. Ieder lid heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1, de vrije beschikking over de tuin, die hem in gebruik is gegeven, maar is verplicht de tuin vanaf het begin in goede staat te brengen en te houden. De uitoefening van de hobby en het onderhouden van de tuin dient op een zodanige wijze te geschieden, dat er geen nadelige effecten voor het milieu (kunnen) optreden.
2. De tuin en de opstallen op de tuin dienen, overeenkomstig de doelstelling van de vereniging, uitsluitend gebruikt te worden door het lid en diegene met wie het lid een gemeenschappelijke huishouding voert.
3. Het is verboden handel of bedrijf op de tuin uit te oefenen.
4. Leden worden geacht voor een goed onderhoud van de tuin in de periode van 1 maart tot 1 oktober gemiddeld drie uur per week op de tuin te werken.
5. Leden zijn verplicht deel te nemen aan algemene werkzaamheden ten behoeve van de vereniging volgens een door het bestuur vast te stellen rooster.
6. Eigendommen van de vereniging moeten op verzoek van het bestuur of een door het bestuur aangewezen persoon worden ingeleverd.
7. Leden worden geacht de opstallen en beplantingen op hun tuin in eigendom te bezitten.
8. Leden mogen hun tuin, de opstallen en beplantingen slechts overdragen door tussenkomst van het bestuur.
9. Een lid kan, na bekendmaking van het vrijkomen van een tuin op de algemene vergadering en/of het mededelingenbord, binnen 14 dagen een schriftelijk verzoek indienen om voor deze tuin in aanmerking te komen. Het bestuur beslist over de toewijzing van het verzoek. Indien meerdere leden opteren voor eenzelfde tuin, krijgt diegene die het langst lid is voorrang.
10. De leden dienen ervoor te zorgen dat:
a. het toegangspad vóór de tuin en de paden en veuren langs de tuin vrij zijn van begroeiing; ook onder de heg is begroeiing niet toegestaan;
b. zo er een heg is, de toegestane omvang ongeveer 80 cm hoog en 30 cm breed is;
x. xx xxxxxxxxx binnen de begrenzing blijft zoals die door het Hoogheemraadschap is vastgesteld;
d. vóór half oktober de begroeiing uit de sloot is verwijderd of onder water is afgesneden; door de wet beschermde waterplanten mogen niet verwijderd worden;
e. niet meer dan enkele exemplaren van de volgende plantensoorten op de tuin voorkomen: kweek, zevenblad, heermoes (paardenstaart), winde, brandnetel en paardenbloem;
f. bestrijding van ziekten en plagen alleen plaats vindt met middelen die door de wet zijn toegestaan voor gebruik door particulieren;
g. bomen minimaal één meter vanaf de grens van de eigen tuin worden geplant en wel zodanig dat de schaduw van de boom op de eigen tuin valt; bomen mogen niet zonder toestemming van het bestuur worden gekapt.
h. m.b.t. aardappelteelt:
i. aardappelteelt in een ander dan het aangegeven vak is streng verboden.
ii. Indien er sprake is van een niet verwijderbare opstal (of opstallen) zodat een op lengte gebaseerde verdeling van de tuin in drie delen leidt tot ongelijke teeltoppervlakken, mag van deze regel worden afgeweken nadat schriftelijk dispensatie bij het bestuur is aangevraagd. Hierbij dient een alternatieve driedeling van de tuin in een tekening te worden gepresenteerd, zoveel mogelijk gelijkend op de standaard situatie. Is deze dispensatie niet verleend dan is de sanctie direct rooien van toepassing.
iii. Bij niet adequaat reageren, kan het bestuur het lidmaatschap opzeggen.
11. De leden zijn verplicht de tuin voor uiterlijk 15 april een grondbewerking te geven. In buitengewone gevallen kan na een schriftelijk verzoek daartoe door het bestuur uitstel voor deze bewerking worden verleend.
12. Indien bij een keuring door de Tuinkeuringscommissie nalatig onderhoud wordt geconstateerd, zijn de leden gehouden op de eerste schriftelijke aanzegging van bestuur of commissie de nodig geachte maatregelen te treffen. Herkeuring van de desbetreffende tuin vindt plaats binnen een redelijke termijn na de schriftelijke aanzegging, dit ter beoordeling van het bestuur. Indien een lid voor de derde keer binnen een periode van 6 opeenvolgende keuringen een aanzegging heeft gehad en niet adequaat heeft gereageerd, kan het bestuur het lidmaatschap opzeggen.
13. Het is verboden zonder vergunning van de bouwcommissie een tuinhuis, kas of andere opstal te bouwen; bij de aanvraag dienen de tekeningen in drievoud op A4-formaat te worden overgelegd. De bebouwing mag maximaal 10 % van het tuinoppervlak bedragen.
14. De leden zijn verplicht de opstallen goed te onderhouden en bij nalatig onderhoud op de eerste aanzegging van bestuur of commissie de nodig geachte maatregelen te treffen. Bij ernstig verval kan dit het verwijderen van de opstal betreffen.
15. Het is niet toegestaan in de tuinhuisjes te overnachten.
16. Het is verboden tuinhuisjes of andere opstallen aan niet-leden tijdelijk of bij voortduring al dan niet tegen vergoeding ter gebruik af te staan.
17. Het is verboden:
a. afscheidingen te plaatsen welke voor anderen hinderlijk zijn;
b. vee te houden; voor klein vee kan op schriftelijke aanvraag door het bestuur ontheffing worden verleend. Deze ontheffing is 1 jaar geldig. Voor de afloop van de geldigheid dient een nieuwe aanvraag te worden ingediend;
c. honden of andere huisdieren niet aangelijnd met zich mee te voeren en/of over het complex te laten lopen;
d. vuilnis of afval te verbranden;
e. ongevraagd andere tuinen te betreden, kasjes of huisjes te bezoeken zonder toestemming van de eigenaar. Het bestuur en de daarvoor aangewezen commissieleden zijn ter uitoefening van de hun opgedragen taken wél bevoegd om de tuinen te betreden;
f. op zondag motorisch aangedreven apparaten in werking te hebben;
g. het toegangspad te berijden met auto’s, brommers en/of motoren met
ingeschakelde motor;
h. met het ten gehore brengen van muziek geluidshinder te veroorzaken aan de medetuinders op het complex;
i. vuilnis te storten in de sloot, op de paden, de tuinpercelen, het pestbosje of elders op het complex, behalve op de door het bestuur aangewezen locatie, in overleg met de daarvoor aangewezen functionaris.
18. De vereniging bevordert het natuurlijk tuinieren door het in stand houden en zo nodig ontwikkelen van bijzondere verenigingstuinen, zoals de paddenpoel, het beschermen van zeldzame flora en fauna en volgt daarbij de richtlijnen van het Natuurlijk Tuinieren, zoals vastgesteld door het AVVN, dit ter beoordeling van het bestuur.
Artikel 4 Ereleden en leden van verdienste
1. Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van contributie en het deelnemen aan algemene werkzaamheden.
2. Ereleden hebben toegang tot de algemene vergadering. Zij hebben geen stemrecht.
3. Leden van verdienste zijn gewoon lid van de vereniging.
1. De aanvraag voor een kandidaatlidmaatschap moet schriftelijk worden ingediend bij de secretaris van de vereniging.
2. Kandidaatleden worden door het bestuur op een wachtlijst geplaatst in volgorde van ontvangst van de aanmelding.
3. Een kandidaatlid betaalt een inschrijfgeld en vervolgens een jaarlijkse contributie.
4. Vrijgekomen tuinen worden in volgorde van de ontvangst van de aanmelding aangeboden aan kandidaatleden.
5. Een kandidaatlid heeft het recht om éénmaal een aangeboden tuin te weigeren zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn plaats op de wachtlijst.
6. Het bestuur beslist bij een tweede weigering over het al dan niet handhaven van het desbetreffende kandidaatlid op de wachtlijst dan wel over het terugplaatsen van het kandidaatlid op de wachtlijst.
1. Donateurs betalen een jaarlijkse bijdrage, die tenminste gelijk is aan de contributie voor leden.
2. Aan donateurs kunnen in bepaalde gevallen rechten worden verleend.
Artikel 7 Financiële verplichtingen
1. Bij toetreding tot de vereniging is nieuw lid entreegeld en een waarborgsom verschuldigd.
2. De huur voor het gebruik, de contributie aan de vereniging, de Leidse Bond van Amateurtuinders en het AVVN, en andere (jaarlijkse) vergoedingen moeten vóór 1 februari van het desbetreffende verenigingsjaar aan de penningmeester zijn voldaan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met het bestuur.
3. Na overschrijding van deze datum kunnen administratie- c.q. incassokosten in rekening worden gebracht.
4. De financiële verplichtingen worden berekend over het verenigingsjaar, zoals is bepaald in artikel 11 van de statuten.
Artikel 8 Beroepsprocedure niet toelaten als lid
1. Het bestuur is verplicht de leden binnen een maand, nadat een besluit is genomen, dat iemand als lid is geweigerd, schriftelijk te informeren.
2. Het bestuur is voorts verplicht de persoon, waarvan het lidmaatschap niet is aanvaard binnen een maand nadat een dergelijk besluit is genomen, schriftelijk met redenen omkleed hiervan in kennis te stellen. De genomen beslissing kan op de eerstvolgende algemene vergadering ter discussie worden gesteld. Betrokkene dient binnen een maand na ontvangst van de in kennis stelling schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken, dat hij het besluit bij de algemene vergadering ter discussie wil stellen. Betrokkene zal in de gelegenheid worden gesteld op deze algemene vergadering zijn standpunt terzake uiteen te zetten en te bepleiten.
3. De algemene vergadering besluit vervolgens of de betrokkene alsnog als lid zal worden aanvaard.
1. Bij beëindiging van het lidmaatschap dient het lid de in gebruik gegeven tuin teeltklaar, in goed verzorgde staat en vrij van opstallen en andere bouwwerken op te leveren, tenzij met het bestuur schriftelijk een andere afspraak is overeengekomen.
2. Bij (tussentijdse) beëindiging van het lidmaatschap vindt geen terugbetaling plaats van contributies, tuinhuur, verzekeringspremies en overige vooruitbetaalde kosten, zoals bedoeld in artikel 7 lid 2 van het huishoudelijk reglement.
3. Indien bij beëindiging van het lidmaatschap de in gebruik gegeven tuin niet in goed verzorgde staat is opgeleverd, zal de vereniging de kosten, die gemaakt moeten worden om de tuin alsnog in een goed verzorgde staat te brengen, ten laste brengen van het lid. Hieraan voorafgaand zal het lid schriftelijk in gebreke worden gesteld en 14 dagen de gelegenheid worden gegeven om alsnog aan de opleveringsverplichting te voldoen. Indien niet wordt voldaan aan de opleveringsverplichting en/of nog vorderingen aanwezig zijn, zal de
waarborgsom toevallen aan de vereniging ter dekking van de kosten en onkosten. Indien de waarborgsom lager is dan de vordering, zal het nog resterende bedrag in rekening worden gebracht.
Artikel 10 Procedure opzegging door de vereniging
1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 4 van de statuten, kan het lidmaatschap van een lid door het bestuur worden opgezegd. De opzegging geschiedt, schriftelijk en met reden omkleed, tegen het einde van het verenigingsjaar met inachtname van een opzegtermijn van twee maanden. De genomen beslissing kan op de eerstvolgende algemene vergadering ter discussie worden gesteld. Het lid dient binnen een maand na ontvangst van de in kennis stelling schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken, dat hij het besluit bij de algemene vergadering ter discussie wil stellen. Het lid zal in de gelegenheid worden gesteld op deze algemene vergadering zijn standpunt terzake uiteen te zetten en te bepleiten. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
2. Indien de algemene vergadering besluit tot verwerping van de opzegging, blijft het lidmaatschap onverminderd voortduren.
Artikel 11 Procedure ontzetting uit het lidmaatschap
3. Betrokkene zal in de gelegenheid worden gesteld op de algemene vergadering waarin zijn beroep tegen het besluit tot ontzetting zal worden behandeld, zijn standpunt uiteen te zetten en te bepleiten.
1. De kandidaatstelling voor een bestuursfunctie dient te geschieden bij het bestuur uiterlijk 6 dagen voor de algemene vergadering waarin de verkiezing zal plaatsvinden.
2. De kandidaat of kandidaten moeten dit vergezeld laten gaan van een bevestiging van instemming. Het bestuur is bevoegd tot het stellen van kandidaten om te voorzien in vacatures van het bestuur. Voor bestuursleden geldt een maximale zittingsperiode van 3 x 3 jaar. Uitsluitend op voordracht van de algemene vergadering kan het vertrekkend bestuurslid verzocht worden zich opnieuw herkiesbaar te stellen.
1. De voorzitter is belast met de algemene leiding van de vereniging. Hij leidt de vergaderingen, is woordvoerder namens de vereniging en representeert de vereniging naar buiten.
2. Hij houdt toezicht op de naleving van de statuten en het huishoudelijk reglement alsmede van de besluiten door de diverse organen genomen.
3. Belangrijke stukken worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend, betreft het financiële aangelegenheden, dan tekent de penningmeester mee.
1. De secretaris is belast met de gehele administratie van de vereniging, met uitzondering van de financiële administratie, waaronder toezicht houden op en het voeren van de correspondentie, de centrale ledenadministratie, de notulen van de vergaderingen, de convocaties, de presentielijsten, het jaarverslag, het archief.
2. De secretaris verzendt oproepen tot algemene vergaderingen tenminste zeven dagen van te voren aan de leden en aan de Leidse Bond van Amateurtuinders.
3. Zie artikel 13. lid 3.
De penningmeester is belast met:
1. het zorgvuldig beheren en bewaken van de geldmiddelen en verdere eigendommen van de vereniging en het voeren van de administratie hiervan;
2. het innen van de in artikel 9 van de statuten genoemde geldmiddelen en het verrichten van de betalingen;
3. het opmaken van het jaarverslag over het gevoerde financiële beleid met de daarbij behorende balans en staat van baten en lasten;
4. het opstellen van de begroting en het bewaken van de door de algemene vergadering goedgekeurde begroting;
5. het toezicht houden op de penningmeesters van de commissies;
6. zie artikel 13. lid 3.
Artikel 16 Overige bestuurders
1. De secretaris en de penningmeester kunnen met instemming van de overige bestuurders een deel van hun werkzaamheden overdragen aan een andere bestuurder.
Artikel 17 Rooster van aftreden
1. Het rooster van aftreden wordt opgesteld door het bestuur.
2. Het rooster van aftreden wordt zodanig opgesteld, dat voorzitter, secretaris en penningmeester nimmer gezamenlijk gelijktijdig aftreden.
3. Bij ontstentenis van een lid van het bestuur kan deze vacature tijdelijk vervuld worden door een door het bestuur aan te wijzen lid van de vereniging tot op de daarop volgende algemene vergadering in de vacature kan worden voorzien.
Artikel 18 Procedure schorsen en ontslag bestuurder
1. Een bestuurder kan worden geschorst overeenkomstig artikel 12 lid 7 en verder van de statuten. Alvorens de schorsing van een bestuurder door het bestuur kan worden uitgesproken, dient de desbetreffende bestuurder schriftelijk met redenen omkleed in gebreke te worden gesteld.
2. De bestuurder heeft tot drie weken na de in gebreke stelling de gelegenheid om de onregelmatigheden te herstellen. Indien de onregelmatigheden na deze termijn niet zijn hersteld, dient de desbetreffende bestuurder schriftelijk (aangetekend) te worden meegedeeld, dat hij op de eerstvolgende bestuursvergadering voor schorsing zal worden voorgedragen.
3. Deze vergadering zal worden gehouden uiterlijk in de maand volgend op die, waarin voornoemde mededeling werd verzonden. Tevens zal hem worden meegedeeld, dat hij bij de behandeling van het desbetreffende agendapunt in de gelegenheid zal worden gesteld zich te verweren.
Artikel 19 Taken en bevoegdheden commissies
1. Het bestuur is onder nadere goedkeuring van de algemene vergadering bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van haar taak te doen uitvoeren door commissies.
2. De leden van de commissie worden op voordracht van het bestuur of van tenminste vijf leden benoemd door de algemene vergadering en kunnen leden, gezinsleden en donateurs zijn.
3. Iedere commissie bestaat uit tenminste drie leden.
4. De leden van een commissie worden benoemd voor een periode van drie jaren en zijn terstond herkiesbaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden.
5. Een commissie kan worden ingesteld voor het uitvoeren van een taak van het bestuur of ter advisering van het bestuur of van de algemene vergadering.
6. De taakstelling en bevoegdheden van de commissies, die door het bestuur worden ingesteld, worden door het bestuur bij de instelling nader bepaald. Taakstelling en bevoegdheden van commissies, die door de algemene vergadering worden ingesteld, worden door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur bij de instelling nader bepaald.
7. In overleg met het bestuur worden eventueel een voorzitter en een secretaris van de commissie benoemd.
8. De commissie dient regelmatig haar bevindingen aan het bestuur voor te leggen.
9. De commissie brengt in de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen over het afgelopen jaar en maakt haar plannen kenbaar voor het komende jaar.
10. Mededelingen die uit naam van een commissie worden gedaan behoeven instemming van het bestuur.
11. Voor eventueel te maken kosten dient een commissie een begroting in te dienen bij de penningmeester ter goedkeuring in de bestuursvergadering.
12. Het bestuur is bevoegd tot het schorsen van leden van commissies tot de eerstvolgende algemene vergadering. In de eerstvolgende vergadering, waarvoor dit nog in de oproep kan worden vermeld, wordt een voorstel tot ontslag of tot verlenging van de schorsing van het betreffende commissielid geagendeerd.
Artikel 20 Aard van de commissies
1. De vereniging kent in ieder geval de volgende commissies:
a. de inkoopcommissie;
b. de bouwcommissie;
c. de taxatiecommissie;
d. de kascommissie;
e. de tuinkeuringscommissie;
f. de commissie flora en fauna.
1. De inkoopcommissie heeft tot taak het aankopen van zaden, planten en andere tuinbenodigdheden ten behoeve van haar leden.
1. De bouwcommissie verleent vergunning voor het bouwen van een opstal op een tuin, zoals vermeld in artikel 3, lid 13.
2. De bouwcommissie controleert jaarlijks de opstallen van het complex.
3. De leden van de bouwcommissie hebben in dit geval het recht om tuin en opstallen vrijelijk te betreden.
Artikel 23 Taxatiecommissie en taxaties
1. De taxatiecommissie heeft tot taak het op waarde taxeren van opstallen, gebruikte materialen (waaronder terrassen, afscheidingen e.d.) en beplanting op de tuinen van leden die bij het beëindigen van het lidmaatschap met het bestuur zijn overeengekomen, dat zij deze zaken overdoen aan een ander lid dan wel een nieuw lid.
2. De taxatiecommissie heeft in dit geval het recht om tuin en opstallen vrijelijk te betreden.
3. De taxatiecommissie bestaat uit drie leden
4. De taxatiecommissie taxeert volgens een door de algemene vergadering vastgesteld taxatiereglement en rapporteert aan het bestuur.
5. Het desbetreffende lid ontvangt zo spoedig mogelijk na de taxatie een afschrift van het taxatieformulier, waarop in ieder geval de waarde van de opstallen, de gebruikte materialen en de beplanting staan vermeld.
6. Alleen die opstallen en bouwwerken, waarvoor door het bestuur schriftelijk toestemming is verleend om deze te plaatsen en die conform deze toestemming zijn gebouwd, worden getaxeerd.
7. De algemene vergadering kan een maximum taxatiebedrag vaststellen, waarvoor de opstal(len) van een tuin kunnen worden verkocht.
8. Indien een lid geen genoegen neemt met de taxatiewaarde kan hij binnen 14 dagen na verzending van het in lid 5 van dit artikel genoemde taxatieformulier schriftelijk bezwaar aantekenen bij het bestuur. Maakt een lid hiervan gebruik dan is het bestuur verplicht binnen 14 dagen een bijeenkomst te beleggen waarbij het betreffende lid, (een afvaardiging van) de taxatiecommissie en het bestuur aanwezig zijn en waarin alsnog getracht zal worden om met betrekking tot de geschillen overeenstemming te bereiken.
Mocht in de desbetreffende bijeenkomst geen overeenstemming worden bereikt, dan zal eenmalig een nieuwe taxatiecommissie worden samengesteld uit ter zake kundige personen, waarvan één lid wordt benoemd door het desbetreffende lid, één lid door het bestuur en één lid in gezamenlijk overleg tussen het desbetreffende lid en het bestuur. Uitsluitend het gezamenlijk te benoemen lid behoeft geen lid te zijn van de vereniging.
De uitspraak van deze commissie is bindend voor beide partijen en dient door het bestuur binnen 14 dagen schriftelijk aan het desbetreffende lid kenbaar te worden gemaakt. Direct nadat deze commissie het bestuur schriftelijk van haar uitspraak in kennis heeft gesteld, is zij ontbonden.
1. De kascommissie komt bijeen zo dikwijls zij dit nodig achten.
2. Het reservelid van de commissie zal zoveel mogelijk de bijeenkomsten van de commissie bijwonen.
3. Een commissielid, dat zijn lidmaatschap van de kascommissie beëindigt, zal uiterlijk 14 dagen na datum van beëindiging van het lidmaatschap, alle in zijn bezit zijnde gegevens, de werkzaamheden betreffende, aan het bestuur overhandigen of bij aangetekende brief toezenden.
4. Een lid of reservelid van de commissie kan zijn lidmaatschap van de kascommissie tussentijds beëindigen door dit tijdig schriftelijk aan het bestuur bekend te maken.
5. Zie ook artikel 20 van de statuten.
Artikel 25 Tuinkeuringscommissie
1. De tuinkeuringscommissie heeft tot taak door middel van het keuren van de individuele tuinen het complex in een goede staat te houden. De keuringen vinden in de periode van 1 maart tot 1 november 3 maal plaats. Data van de tuinkeuringen worden medegedeeld op de voorjaarsvergadering en aangekondigd op het mededelingenbord.
2. De leden van de tuinkeuringscommissie hebben het recht voor deze keuringen een tuin vrijelijk te betreden.
3. De tuinkeuringscommissie bepaalt bij beëindiging van een lidmaatschap of een tuin in goed verzorgde staat is achtergelaten. Uiterlijk half januari bericht de tuinkeuringscommissie aan het dagelijks bestuur welke kosten bij nalatig onderhoud aan het desbetreffende lid in rekening moeten worden gebracht (zie artikel 9 lid 3 van dit huishoudelijk reglement). Na goedkeuring door het dagelijks bestuur zal de penningmeester zorg dragen voor het innen van deze gelden en voor het terugstorten van de waarborgsommen.
4. De tuinkeuringscommissie kan aan het bestuur voorstellen doen om de indeling van vrijgekomen tuinen te wijzigen.
Artikel 26 Commissie Flora en Fauna
De commissie flora en fauna heeft tot doel:
1. het bestuderen en inventariseren van planten en dieren die op en rond het complex van de vereniging voorkomen;
2. de resultaten van dit onderzoek voor een breder publiek (binnen en buiten de vereniging) beschikbaar te maken;
3. aanbevelingen te doen aan het bestuur, de leden en derden om de leefomgeving van in het wild levende planten en dieren te behouden en waar mogelijk te verbeteren.
1. Een werkgroep is een commissie, ingesteld voor een bepaalde tijd, voor een bepaald project. Een werkgroep wordt na afloop van het project weer ontbonden.
Artikel 28 Vergaderbijeenkomsten
De vergaderingen worden onderscheiden in:
1. halfjaarlijkse algemene vergadering (voorjaarsvergadering en najaarsvergadering);
2. buitengewone algemene vergadering;
3. bestuursvergadering;
4. commissievergadering.
Artikel 29 Algemene vergadering
1. De voorzitter schorst of verdaagt zo nodig de vergadering.
2. In een algemene vergadering voert een lid alleen het woord wanneer de voorzitter het hem heeft verleend.
3. Indien een lid het woord is verleend dient hij zich te houden aan het onderwerp van beraadslaging. Wijkt hij hiervan af dan kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
4. De voorzitter verleent in beginsel aan niemand meer dan tweemaal het woord over eenzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter anders besluit.
5. De voorzitter kan een maximale spreektijd per spreker vaststellen.
6. Maakt een lid zich bij herhaling schuldig aan verstoring van de orde tijdens een algemene vergadering, dan kan het bestuur bij monde van de voorzitter besluiten hem de verdere aanwezigheid op de algemene vergadering te ontzeggen.
7. Tijdens de beraadslaging kan via een door een lid ingediende motie van orde worden besloten het desbetreffend onderwerp zonder verdere bespreking in stemming te brengen. Moties van orde worden tijdens de discussies ingediend. Een motie van orde wordt onmiddellijk in stemming gebracht.
8. De schriftelijke stemming heeft plaats door middel van gewaarmerkte en te sluiten briefjes. Ondertekende, onjuist of onleesbaar ingevulde stembriefjes zijn ongeldig.
9. Bij een schriftelijke stemming wijst de voorzitter met goedkeuring van de algemene vergadering drie leden aan - dit mogen geen bestuurders zijn - die gezamenlijk als stemcommissie optreden. De voorzitter benoemt een van de leden van de stemcommissie tot voorzitter van de stemcommissie. De stemcommissie onderzoekt of het aantal stembriefjes gelijk is aan de aanwezige stemgerechtigde leden of afgevaardigden. De voorzitter van de stemcommissie maakt na het tellen der stemmen de uitslag bekend aan de secretaris.
10. Bij de rondvraag wordt de leden de gelegenheid geboden vragen te stellen over onderwerpen die niet als afzonderlijk punt van bespreking op de agenda voorkomen.
Algemene vergadering en Leidse Bond van Amateurtuinders
11. In de algemene vergadering komen zo nodig aan de orde:
a. het opstellen van een bindende voordracht tot het benoemen van een bestuurder voor het bestuur van de Leidse Bond van Amateurtuinders, indien er een vacature is waarin door de vereniging moet worden voorzien;
b. de beschrijvingsbrief van het congres van de Leidse Bond van Amateurtuinders;
c. de benoeming uit de leden van een of meer afgevaardigden naar het congres van de Leidse Bond van Amateurtuinders.
Artikel 30 Bestuursvergaderingen
1. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit nodig acht.
2. Op voorstel van de voorzitter of op voorstel van tenminste twee bestuurders wordt binnen een redelijke termijn doch uiterlijk binnen 21 dagen een bestuursvergadering uitgeschreven.
3. De oproep van een vergadering dient tenminste zeven dagen voor de datum van de vergadering verzonden te worden.
4. Er wordt mondeling gestemd, tenzij de voorzitter xxxxxx xxxxxxxxx acht.
5. Xxxxx bestuurslid heeft één stem.
6. Alle besluiten dienen te worden genomen bij volstrekte meerderheid (de helft plus 1).
7. Bij het staken van de stemmen is het oordeel van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 31 Commissievergaderingen
1. Commissievergaderingen worden gehouden zo dikwijls als nodig geacht is voor een goed functioneren van de commissie. In eerste instantie schrijft de secretaris van de commissie de vergaderingen uit.
2. Er wordt mondeling gestemd.
3. Ieder lid heeft één stem.
Artikel 32 Boetes en/of andere maatregelen
1. Conform artikel 13 lid 5 van de statuten is het bestuur bevoegd tot het opleggen van boetes en/of andere maatregelen.
2. Het bestuur kan overgaan tot het opleggen van boetes en/of andere maatregelen indien een lid:
3. zonder voorafgaande schriftelijke opgave van redenen de hem opgedragen algemene werkzaamheden niet of niet naar behoren uitvoert;
4. zijn tuin en de daarop aanwezige opstallen niet naar behoren onderhoudt;
5. zich niet aan de bepalingen in de statuten, reglementen, besluiten van de algemene vergadering en/of openbaar bekendgemaakte bestuursbesluiten houdt.
6. Het bestuur kan een termijn bepalen waarbinnen de in lid 2 van dit artikel genoemde nalatigheden alsnog kunnen worden uitgevoerd of worden hersteld, maar is hiertoe niet verplicht.
VI. HUUROVEREENKOMST
7. VERENIGING - LID 8.
9. BEPALINGEN
10. Artikel 1
11. Tuinvereniging Het Zonneveld (verhuurder) verhuurt aan huurder, die in huur aanneemt, een tuin gelegen op het complex van Tuinvereniging Het Zonneveld aan de Nachtegaallaan te
Leiden, te noemen ‘het gehuurde’.
12. Huurder is voor de huur van de tuin aan verhuurder jaarlijks huur verschuldigd. Voor het lidmaatschap van de vereniging is huurder aan verhuurder jaarlijks contributie en eventuele andere verenigingsbijdragen verschuldigd. De algemene vergadering van verhuurder bepaalt de hoogte van huur, contributie en andere verenigingsbijdragen. Betaling van deze bedragen dient te geschieden vóór 1 februari van het kalenderjaar door overschrijving op girorekening nummer 1942402 ten name van Penningmeester Het Zonneveld te Leiden.
13. Bij ondertekening van de huurovereenkomst en toetreding tot de vereniging is huurder entreegeld en een waarborgsom verschuldigd. Ook deze dient voor 1 februari te zijn overgemaakt op het gironummer zoals vermeld in lid 2 van dit artikel.
14.
15. Artikel 2 Lidmaatschap vereniging
16. Huurder verklaart bij ondertekening van deze overeenkomst als lid te zijn toegetreden tot Tuinvereniging Het Zonneveld, de statuten en reglementen van deze vereniging te hebben ontvangen en zonder voorbehoud in te stemmen met de inhoud van de statuten en reglementen.
17. Verhuurder is lid van de Leidse Bond van Amateurtuinders en het Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland (AVVN). Huurder verklaart dat hij geen bezwaar zal maken, dat zijn adres aan het AVVN wordt doorgegeven in verband met de verzending van het voorlichtingsblad en aan de Leidse Bond van Amateurtuinders.
18.
19. Artikel 3 Duur van de overeenkomst, beëindiging
20. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 1 jaar, ingaande op 1 januari en aldus eindigend op 31 december. Na afloop van deze periode wordt deze overeenkomst stilzwijgend met telkens 1 jaar verlengd tot opzegging geschiedt door een van beide partijen.
21. Opzegging van de overeenkomst door huurder dient schriftelijk te geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden (dus vóór 1 november). Bij opzegging van de huurovereenkomst dient tevens het lidmaatschap van de vereniging opgezegd te worden. Het lidmaatschap van de vereniging kan niet worden opgezegd indien de huurovereenkomst niet is beëindigd en vice versa.
22. Bij (tussentijdse) opzegging is in ieder geval aan verhuurder huur, contributie en eventuele andere verenigingsbijdragen verschuldigd voor het jaar, waarin door huurder werd opgezegd.
23. Van deze reeds betaalde gelden zal noch geheel noch gedeeltelijke restitutie plaatsvinden.
24. Opzegging van de huurovereenkomst door verhuurder kan slechts geschieden, indien het verenigingslidmaatschap van huurder namens de vereniging wordt opgezegd dan wel dat huurder uit zijn lidmaatschap wordt ontzet. Opzegging van deze overeenkomst dient schriftelijk te worden aangekondigd gelijktijdig met de opzegging van of de ontzetting uit het lidmaatschap. Beëindiging van de huurovereenkomst wordt geacht te zijn geschied, op het moment dat de opzegging of ontzetting effectief is.
25.
26.
27. Artikel 4 Aanvaarding en oplevering van het gehuurde
28. Huurder aanvaardt het gehuurde in de staat waarin het zich bevindt bij ondertekening van de huurovereenkomst.
29. Huurder ziet af van alle aanspraken wegens zichtbare of onzichtbare gebreken aan het gehuurde en doet afstand van alle rechten voortvloeiende uit artikel 1588 Burgerlijk Wetboek (Boek 7A).
30. Bij beëindiging van de huur dient het gehuurde in goed verzorgde staat te worden opgeleverd. Indien het gehuurde niet in goed verzorgde staat wordt opgeleverd, zal de vereniging de kosten, die gemaakt moeten worden om het gehuurde alsnog in een goed verzorgde staat te brengen, ten laste brengen van huurder. Hieraan voorafgaand zal huurder schriftelijk in gebreke worden gesteld en 14 dagen de gelegenheid worden gegeven om alsnog aan de opleveringsverplichting te voldoen. Indien niet wordt voldaan aan de opleveringsverplichting en/of nog vorderingen op huurder aanwezig zijn, zal de waarborgsom toevallen aan de vereniging ter dekking van de kosten en onkosten. Indien de waarborgsom lager is dan de vordering, zal het nog resterende bedrag in rekening worden gebracht.
31.
32. Artikel 5 Rechten en plichten van de huurder
33. Huurder heeft recht op een tuin op het complex en, mits niet geschorst, recht tot het betreden van het complex en tot het gebruik maken van de algemene voorzieningen van de vereniging.
34. Huurder is gehouden het gehuurde en de zich daarop bevindende opstallen in goede staat te onderhouden. Voor een goed onderhoud van de tuin wordt huurder geacht in de periode van 1 maart tot 1 oktober gemiddeld drie uur per week op de tuin te werken.
35. Huurder mag geen overlast veroorzaken voor andere huurders of gebruikers van het complex.
36. Huurder aanvaardt de verplichting om deel te nemen aan het gemeenschappelijke werk ten behoeve van het algemeen onderhoud van het complex zoals dit door het bestuur wordt bekend gemaakt. Huurder zal de vereniging niet aansprakelijk stellen voor persoonlijke schade, die ontstaat tijdens het verrichten van deze werkzaamheden en voorzover deze niet te wijten is aan nalatigheid van de vereniging.
37. Huurder is verplicht aan verhuurder, of diens gemachtigde(n), te allen tijde toegang te verlenen tot het gehuurde.
38. Huurder zal het gehuurde niet aan derden verhuren of in gebruik geven.
39. Artikel 6 Opstallen - beëindiging huur
40. Bij beëindiging van de huur dienen de opstallen binnen 14 dagen na opzegging van de overeenkomst verwijderd te worden, tenzij lid 2 van dit artikel van toepassing is.
41. Huurder kan zijn opstal(len) met goedkeuring van verhuurder verkopen tegen een in overleg met de taxatiecommissie van de vereniging overeengekomen verkoopprijs (maximaal 2500 Euro). Overdracht van het opstal/de opstallen dient plaats te vinden op de datum van opzegging van de huurovereenkomst door huurder.
42. Indien huurder is geschorst als lid van de vereniging, kan in overleg met verhuurder een regeling worden getroffen voor het onderhoud van zijn opstal(len) tot het moment dat de schorsing wordt opgeheven, dan wel dat de schorsing wordt omgezet in een ontzetting uit het lidmaatschap.
43. Indien huurder is ontzet uit het lidmaatschap van de vereniging dient hij zijn opstal(len) binnen 14 dagen van het complex te verwijderen. In overleg met verhuurder wordt een datum bepaald waarop huurder het complex kan betreden om aan zijn verplichtingen te voldoen. Gedurende een eventueel beroep van huurder tegen de ontzetting kan met verhuurder een regeling worden getroffen voor het onderhoud van zijn opstal(len). Indien huurder zijn opstal(len) wenst te verkopen, dient dit te geschieden met goedkeuring van verhuurder tegen een door de taxatiecommissie reëel getaxeerde prijs. Gaat huurder niet akkoord met de taxatieprijs, dan dient hij alsnog binnen 14 dagen, nadat hem de taxatieprijs is bekend gemaakt, zijn opstallen te verwijderen.
44. Huurder verklaart, dat hij afstand doet van zijn eigendomsrechten, indien hij niet binnen de in dit artikel gestelde termijnen gebruik gemaakt heeft van de mogelijkheid tot het verwijderen van zijn opstal(len) dan wel zijn medewerking heeft verleend aan het verkopen van zijn opstal(len).
45.
46. Artikel 7 Slotbepaling
47. Onverminderd het in deze overeenkomst bepaalde zijn de statuten en reglementen van de vereniging van toepassing.
48.
49.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
63.
64. De ondergetekenden:
65.
66. Tuinvereniging Xxx Xxxxxxxxx 00.
68. Secretariaat .....................................................................................
69.
70. ............................................................................................................
71.
72. hierna te noemen ‘verhuurder’,
73.
74. en 75.
76. de heer/mevrouw ..............................................................................
77.
78. straat en huisnummer .......................................................................
79.
80. postcode en plaats ............................................................................
81.
82. tel ................................... e-mail ................................
83.
84. gironummer .................. banknummer ...................
85.
86. hierna te noemen ‘huurder’,
87.
88. verklaren akkoord te zijn met de Huurovereenkomst van
89. Tuinvereniging Het Zonneveld, genaamd:
90. HUUROVEREENKOMST VERENIGING - LID 91.
92. voor de huur van de tuin, genummerd ................. en groot m²
93.
94. Handtekening secretaris Handtekening lid 95.
97.
98. Datum ........................... Datum ....................
99. Plaats ........................... Plaats ....................
100.
101.
102.