OBLIGATIEVOORWAARDEN
OBLIGATIEVOORWAARDEN
Op of omstreeks 7 februari 2020 is een trustakte ondertekend (de “Trustakte”) waarin de bepalingen zijn vastgelegd waaronder STICHTING OBLIGATIEHOUDERS LITIFUND 2 (de “Stichting Obligatiehouders”) in verband met de uitgifte van 249 verhandelbare obligaties, met een nominale waarde van € 20.000 per obligatie, alsmede de uitgifte van 400 verhandelbare obligaties met een nominale waarde van € 25.000,- per obligatie, beide exclusief 3 % emissiekosten (de “Obligaties”), door
LITIFUND 3 B.V. (de “Uitgevende Instelling”), zal optreden voor en ten behoeve van de houders van de Obligaties (de “Obligatiehouders”).
De Obligatiehouders dienen de bepalingen zoals uiteengezet in deze obligatievoorwaarden (de “Obligatievoorwaarden”) te lezen in samenhang met de voorwaarden in de Trustakte. Door inschrijving op de Obligaties aanvaardt de inschrijver expliciet, onvoorwaardelijk en onherroepelijk deze Obligatievoorwaarden, alsmede de daarmee samenhangende bepalingen in de Trustakte.
De Obligatiehouder verklaart kennis genomen te hebben van de bepalingen in de Trustakte. De Trustakte verklaart de aard en de mate van de rechten van de Obligatiehouder. De Obligatiehouder stemt door acceptatie hiervan in tot gebondenheid aan alle bepalingen en voorwaarden waaronder de Obligaties worden uitgegeven en gehouden. In het bijzonder stemt de Obligatiehouder er mee in dat zijn rechten in verband met de Obligaties worden uitgeoefend door de Stichting Obligatiehouders in de mate en op de wijze als nader bepaald in de Trustakte. De uitoefening door en positie van de Stichting Obligatiehouders is – bij wijze van bewind – een eigenschap van de (vorderings-)rechten van de Obligatiehouder ter zake de door hem gehouden Obligatie(s) en berust niet op vertegenwoordiging, volmacht of (overeenkomst tot) lastgeving. De Stichting Obligatiehouders zal de rechten uitoefenen ten behoeve van de Obligatiehouder zoals nader bepaald in de Trustakte.
ARTIKEL 1 OBLIGATIES
1.1. De Uitgevende Instelling geeft de Obligaties uit aan de Obligatiehouders in overeenstemming met de in deze Obligatievoorwaarden beschreven voorwaarden. De Obligatiehouders dienen de Obligatievoorwaarden te lezen in samenhang met de bepalingen van de Trustakte en zijn daaraan gebonden.
1.2. De Obligaties bedragen nominaal € 20.000 - per Obligatie respectievelijk € 25.000,- per Obligatie (“Hoofdsom”), exclusief 3% emissiekosten. De uitgifteprijs per Obligatie is gelijk aan de Hoofdsom, te weten € 20.000,- respectievelijk € 25.000,-. De totale obligatielening is groot maximaal € 14.980.000,- (“Obligatielening”) en er zijn dus maximaal 249 Obligaties van
€ 20.000,- en 400 Obligaties van € 25.000,-beschikbaar. De Obligaties van € 20.000,- zijn doorlopend genummerd vanaf 1 tot en met 249 en de Obligaties van € 25.000,- zijn genummerd 251 tot en met 650. De minimale afname per belegger bij uitgifte bedraagt één (1) stuk voor Obligaties van € 20.000,- en 4 (4) stuks voor Obligaties van € 25.000,-.
1.3. Inschrijving op de Obligaties, toewijzing van de Obligaties en storting van gelden in verband met de inschrijving op de Obligaties geschiedt overeenkomstig het in artikel 4 van deze Obligatievoorwaarden bepaalde.
1.4. De Obligaties luiden op naam. Van de Obligaties worden geen bewijzen afgegeven.
1.5. Uitgifte van Obligaties geschiedt door inschrijving in een register van Obligatiehouders, dat wordt gehouden door de Stichting Obligatiehouders overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van deze Obligatievoorwaarden (het “Register”).
1.6. Uitgifte van de (eerste) Obligaties zal plaatsvinden op of omstreeks 1 april 2020. Mochten op 31 maart 2021 niet alle beschikbare Obligaties kunnen worden geplaatst bij beleggers, dan zal de aanbieding met betrekking tot de alsdan nog beschikbare Obligaties mogelijk door de Uitgevende Instelling worden voortgezet om zodoende de omvang van de Obligatielening te vergroten (tot maximaal € 14.980.000,-). De Obligaties kunnen telkens op de eerste werkdag van een maand worden uitgegeven en geplaatst bij beleggers (de datum waarop een Obligatie wordt uitgegeven zal hierna met betrekking tot die Obligatie worden aangeduid als “Relevante Uitgiftedatum”).
1.7. De Obligaties worden 60 maanden na de Relevante Uitgiftedatum afgelost
(“Aflossingsdatum”), met dien verstande dat de Uitgevende Instelling bevoegd is de Obligaties te eniger tijd geheel vervroegd af te lossen overeenkomstig artikel 7 van deze Obligatievoorwaarden.
ARTIKEL 2 STATUS OBLIGATIES
2.1 De Obligaties staan op naam van de Obligatiehouder.
2.2 De verplichtingen van de Uitgevende Instelling uit hoofde van de Obligaties vormen directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling. De Obligaties zijn onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang, zonder enig verschil in preferentie.
2.3 Obligatiehouders zijn ten minste van gelijke rang ten opzichte van alle huidige en toekomstige concurrente schuldeisers van de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 3 BESTEMMING VAN DE OBLIGATIELENING
3.1 De opbrengst van de Obligatielening zal door de Uitgevende Instelling worden aangewend uitsluitend ter financiering van de activiteiten van de Uitgevende Instelling, zijnde het investeren in de kosten van gerechtelijke procedures en het uitwinnen en innen van vorderingen, waaronder begrepen vorderingen ter zake waarvan een executoriale titel is verkregen (“Vorderingen”), alsmede griffiegelden en verschotten in het gerechtelijk
uitwintraject van de Vorderingen. Daarnaast zal de Uitgevende Instelling de opbrengsten van de Obligatielening ten dele aanwenden ter eventuele betaling respectievelijk voorfinanciering van de eenmalige plaatsingskosten en daarmee gepaard gaande advieskosten ten behoeve van de uitgifte van de Obligatielening, de jaarlijkse algemene kosten waaronder de bezoldiging van het bestuur en de accountants kosten.
3.2 Opbrengsten uit de activiteiten van de Uitgevende Instelling worden door de Uitgevende Instelling als eerste gebruikt ter voldoening van haar verplichtingen onder deze Obligatielening
jegens de Obligatiehouders en vervolgens ter voldoening van (betalings-)verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de servicer, Liesker Procesfinanciering B.V. (“Servicer”) en de betaling van kosten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening.
ARTIKEL 4 TOEWIJZING EN UITGIFTE VAN OBLIGATIES EN STORTING VAN GELDEN
4.1 Inschrijven op de Obligaties vindt plaats door het volledig invullen, rechtsgeldig ondertekenen en retourneren van een door de Uitgevende Instelling op verzoek van de inschrijver beschikbaar te stellen inschrijfformulier.
4.2 De inschrijvingsperiode in verband met de uitgifte van Obligaties eindigt op het moment dat de inschrijving voor de Obligatielening voltekend is, doch uiterlijk op 31 maart 2021. De Uitgevende Instelling behoudt zich expliciet het recht voor de inschrijvingsperiode te verkorten of te verlengen indien het aantal inschrijvingen hiertoe aanleiding geeft.
4.3 Door het ondertekenen van het inschrijfformulier verklaart de inschrijver kennis te hebben genomen van het informatiememorandum van de Uitgevende Instelling in verband met de aanbieding en uitgifte van de Obligaties van 7 februari 2020 (“Informatiememorandum”), deze Obligatievoorwaarden en de Trustakte en zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan de voorwaarden die daarin zijn opgenomen te onderwerpen. De Uitgevende Instelling behoudt zich steeds het recht voor om zonder nadere opgaven van reden en de inschrijving geheel of gedeeltelijk te (doen) weigeren.
4.4 Inschrijvingen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Indien op meer Obligaties wordt ingeschreven dan beschikbaar zijn voor toewijzing, kunnen inschrijvingen geheel of gedeeltelijk niet in aanmerking worden genomen.
4.5 Om voor toewijzing in aanmerking te komen, moet het inschrijfformulier vergezeld gaan van een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de persoon die het inschrijfformulier ondertekent. In geval van een rechtspersoon, dient tevens (i) een kopie van het uittreksel van die rechtspersoon uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel te worden meegestuurd alsmede (ii) een kopie van de statuten van die rechtspersoon.
4.6 Aan de Obligatiehouders worden geen commissies of kosten in rekening gebracht ter zake van betalingen die overeenkomstig deze Obligatievoorwaarden worden gedaan, met uitzondering van de 3% emissiekosten plus Eur 100,= per inschrijving, welke kosten in rekening worden gebracht door de plaatsingspartij Xxxxxxx Invest B.V..
4.7 Voorwaardelijke toewijzing van de Obligaties door de Uitgevende Instelling vindt plaats door middel van schriftelijke kennisgeving hiervan aan de inschrijver. De kennisgeving gaat vergezeld van een verzoek door de Uitgevende Instelling tot storting van de gelden overeenkomstig artikel 4.8 tijdig vóór de alsdan eerste Relevante Uitgiftedatum
(“Stortingsverzoek”).
4.8 Binnen de gestelde termijn zoals schriftelijk door de Uitgevende Instelling in het Stortingsverzoek aangegeven na voorwaardelijke toewijzing van de Obligaties, dient de Obligatiehouder de Hoofdsom van alle aan hem voorwaardelijk toegewezen Obligaties en de emissiekosten te storten, door tijdige overschrijving van het bedrag op een daartoe aangehouden bankrekening van de Uitgevende Instelling. De uiterste betalingsdatum en de betalingsgegevens zullen zijn vermeld in het Stortingsverzoek.
4.9 Na een controle op juistheid en volledigheid van de ingevulde inschrijfformulieren en controle van de ontvangen gelden, vindt – tenzij een beroep wordt gedaan op het hierna in artikel 4.10 bepaalde – onvoorwaardelijke toewijzing en uitgifte van de Obligaties plaats per de alsdan eerstvolgende Relevante Uitgiftedatum. Na de onvoorwaardelijke toewijzing en uitgifte ontvangt de Obligatiehouder van de Stichting Obligatiehouders een afschrift van zijn inschrijving in het Register.
4.10 De Uitgevende Instelling behoudt zich expliciet het recht voor zonder opgaaf van redenen een inschrijving, geheel of gedeeltelijk, op enig moment te weigeren dan wel niet te effectueren. Eventuele stortingen in verband met de inschrijvingen voor Obligaties die worden geweigerd of niet geëffectueerd, zullen worden gestorneerd op het bankrekening-/ IBAN-nummer waarvan de oorspronkelijke storting werd gedaan. Er zal in geval van stornering geen rente worden vergoed over het gestorneerde bedrag.
4.11 De resultaten van de uitgifte van Obligaties zullen door de Uitgevende Instelling op of omstreeks de betreffende Relevante Uitgiftedatum worden gepubliceerd op haar website, bereikbaar via xxx.xxxxxxxx0.xx.
ARTIKEL 5 ADMINISTRATIE VAN OBLIGATIES; REGISTER
5.1 De administratie van de Obligaties wordt namens de Uitgevende Instelling verzorgd door de Stichting Obligatiehouders, tenzij in de Trustakte of in deze Obligatievoorwaarden anders is bepaald.
5.2 Er wordt door de Stichting Obligatiehouders, zulks namens de Uitgevende Instelling, een Register bijgehouden waarin de naam, het adres, het relevante bankrekening-/IBAN-nummer in Nederland en het aantal door de Obligatiehouder gehouden Obligaties is opgenomen met vermelding per Obligatiehouder van de betreffende nummers van de gehouden Obligaties en de Relevante Uitgiftedata van die Obligaties. In het Register worden tevens opgenomen de namen en de adressen van de pandhouders en vruchtgebruikers van Obligaties, met vermelding van de datum waarop zij hun rechten hebben verkregen.
5.3 Het Register wordt gehouden door en ten kantore van de Stichting Obligatiehouders. De Stichting Obligatiehouders voert in het Register de noodzakelijke wijzigingen door en verricht al hetgeen ter uitvoering van de Trustakte en/of de Obligatievoorwaarden ter zake nuttig of noodzakelijk is. De Uitgevende Instelling alsmede de Obligatiehouders zijn steeds gerechtigd tot inzage in het Register. De Stichting Obligatiehouders zal de Uitgevende Instelling op de hoogte houden van de door haar verrichte handelingen inzake het Register.
5.4 Het Register wordt regelmatig bijgehouden. Iedere inschrijving of wijziging in het Register wordt getekend door een bestuurder dan wel gevolmachtigde van de Stichting Obligatiehouders. Obligatiehouders, vruchtgebruikers en pandhouders zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun gegevens als bedoeld in artikel 5.2 bij de Stichting Obligatiehouders bekend zijn.
5.5 Obligatiehouders, vruchtgebruikers en pandhouders zijn verplicht alle wijzigingen in de gegevens, zoals genoemd in dit artikel 5, onverwijld en schriftelijk mede te delen aan de Stichting Obligatiehouders. Gevolgen welke voortvloeien uit of verband houden met het door een Obligatiehouder, vruchtgebruiker of pandhouder niet, niet juist of niet tijdig doen van voornoemde mededeling(en), komen volledig voor rekening en risico van de betreffende Obligatiehouder, vruchtgebruiker of pandhouder en kunnen niet aan de Stichting Obligatiehouders en/of de Uitgevende Instelling worden tegengeworpen.
5.6 Op schriftelijk verzoek van een Obligatiehouder aan de Stichting Obligatiehouders, verstrekt de Stichting Obligatiehouders aan de betreffende Obligatiehouder kosteloos een persoonlijk uittreksel uit het Register.
ARTIKEL 6 RENTE
6.1 Alle Obligaties dragen met ingang van de betreffende Relevante Uitgiftedatum rente over hun uitstaande Hoofdsom, tegen een rentevoet van 8 % enkelvoudig per jaar (de “Rente”).
6.2 De Rente wordt achteraf betaalbaar gesteld en wel in het eerste kwartaal na ommekomst van een volledig jaar gerekend vanaf de Relevante Uitgiftedatum van de betreffende obligaties
(“Rentebetalingsdatum”), voor het eerst naar verwachting op 30 juni 2021. De Obligaties houden op Rente te dragen met ingang van de datum waarop de volledige Hoofdsom van de Obligaties overeenkomstig de Obligatievoorwaarden onvoorwaardelijk en onherroepelijk is terugbetaald, al dan niet vervroegd.
6.3 De Uitgevende Instelling draagt zorg voor betalingen aan de Obligatiehouders, met dien verstande dat de Uitgevende Instelling de mogelijkheid behoudt om de feitelijke (administratieve) werkzaamheden gericht op het uitvoeren van betalingen aan de Obligatiehouders uit te besteden aan een (nader te bepalen) derde.
6.4 De Obligaties houden op Rente te dragen met ingang van de datum waarop de volledige Hoofdsom van de Obligatie overeenkomstig artikel 7 van deze Obligatievoorwaarden onvoorwaardelijk en onherroepelijk is terugbetaald.
6.5 Indien op de Aflossingsdatum betaling van de Hoofdsom ten onrechte uitblijft of sprake is van enige andere nalatigheid ter zake van betaling, blijft de Rente aangroeien tot de datum waarop alle ter zake van de Obligaties verschuldigde bedragen zijn betaald.
ARTIKEL 7 VARIABELE BELONING, AFLOSSING EN VERVOEGDE GEDEELTELIJKE AFLOSSING
7.1 Een Obligatie van € 20.000,- geeft pro rata parte recht op 50% van de Netto Winst na Belasting van Litifund 3 en een Obligatie van € 25.000,- geeft recht op een variabele vergoeding van 60% (Variabele Vergoeding). In principe wordt deze pas uitgekeerd nadat alle claims zijn afgesloten. Het is echter aan de directie van Litifund 3 toegestaan, nadat de lening volledig is afgelost inclusief de reeds vervallen en nog te vervallen rente én de Liquiditeit het toestaat, een deel van de Netto Winst na Belasting uit te keren als voorschot. Van deze mogelijkheid dient terughoudend te worden gebruik gemaakt, zodat er steeds voldoende liquiditeit in reserve wordt gehouden om aan de toekomstige verplichtingen van Litifund 3 te kunnen voldoen. Het resterende percentage dient in voorkomende gevallen steeds tegelijk te worden uitgekeerd aan de Servicer.
7.2 Tenzij eerder afgelost conform het bepaalde in artikel 7.3 en 7.4 hierna, lost de Uitgevende Instelling de Obligaties af op de Aflossingsdatum en wel tegen hun Hoofdsom, zulks te vermeerderen met de verschenen doch onbetaalde Rente.
7.3 De Uitgevende Instelling heeft het recht om vanaf de Relevante Uitgiftedatum op eigen initiatief alle of slechts enkele Obligaties te eniger tijd geheel dan wel gedeeltelijk vervroegd af te lossen (“Vervroegde Aflossing Initiatief Uitgevende Instelling”). Indien de liquiditeitspositie van de Uitgevende Instelling niet toestaat dat alle Obligaties vervroegd worden afgelost, maar de Uitgevende Instelling wenst wel de omvang van de Obligatielening te verminderen, zal de Uitgevende Instelling bevoegd zijn om hetzij alle obligaties gedeeltelijk vervoegd af te lossen, hetzij een selectie te maken van de vervroegd af te lossen Obligaties. Welke Obligaties alsdan vervroegd worden afgelost, wordt bepaald aan de hand van een door de Uitgevende Instelling en de Stichting Obligatiehouders gezamenlijk vast te stellen, met voldoende waarborgen omklede, lotingprocedure die zal uitgaan van niet-discretionaire regels. Indien de Uitgevende Instelling en de Stichting Obligatiehouders overeenstemming hebben bereikt over de te volgen lotingsprocedure, zal de Stichting Obligatiehouders schriftelijk aan de Uitgevende Instelling bevestigen dat deze lotingsprocedure zal worden gevolgd.
7.4 Ook na Vervroegde Aflossing behoudt de Obligatiehouder aanspraak op de Variabele Vergoeding.
ARTIKEL 8 DE SERVICER
De Uitgevende Instelling heeft met de Servicer: Liesker Procesfinanicering B.V. een vaste management fee afgesproken van 4 % over het totale bedrag van de Obligatielening- exclusief btw op jaarbasis, per kwartaal vooraf te voldoen in 4 kwartaaltermijnen. In verband hiermee wordt met de Servicer een “Service Level Agreement” afgesloten, waarbij een aantal feitelijke werkzaamheden zal worden uitgevoerd door de Servicer, waaronder:
♦ het werven en selecteren van Claims;
♦ het fiatteren (accepteren) van Claims;
♦ het management van geaccepteerde Claims;
Al deze werkzaamheden worden verricht door De Liesker Groep op basis van een Service Level Agreement.
ARTIKEL 9 BETALINGEN
Betalingen ter zake van de Obligaties (inclusief betalingen ter zake van Hoofdsom, Rente en Variabele Vergoeding) zullen geschieden in Euro’s en overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in artikel 5.1 van de Trustakte.
ARTIKEL 10 BELASTINGEN
Alle betalingen ter zake van de Obligaties door of namens de Uitgevende Instelling worden gedaan zonder inhouding of aftrek voor of wegens huidige of toekomstige belastingen, heffingen, aanslagen of overheidskosten van welke aard ook (de “Belastingen”), tenzij de inhouding of aftrek van de Belastingen door de wet wordt vereist. In dat geval verwerkt de Uitgevende Instelling de vereiste inhouding of aftrek van de desbetreffende Belastingen voor rekening van de Obligatiehouders en betaalt de Uitgevende Instelling de Obligatiehouders geen extra bedragen.
ARTIKEL 11 VERJARING
Vorderingen ter zake van de Obligaties (waaronder begrepen vorderingen ter zake van de Hoofdsom en Rente) verjaren door tijdsverloop van 1 jaar na de datum waarop de betreffende betaling verschuldigd werd.
ARTIKEL 12 OVERDRACHT
12.1 De Obligaties zijn direct overdraagbaar met inachtneming van het bepaalde in artikel 12.2. De Obligaties worden uitsluitend uitgegeven voor verkoop en verhandeling in Nederland. De Uitgevende Instelling aanvaardt geen verantwoordelijkheid dan wel aansprakelijkheid ter zake van een overdracht van Obligaties buiten Nederland.
12.2 De eigendom van een Obligatie kan enkel worden overdragen door een daartoe bestemde (onderhandse) akte en schriftelijke mededeling daarvan aan de Uitgevende Instelling én de Stichting Obligatiehouders. Van de mededeling wordt door de Stichting Obligatiehouders melding gemaakt in het Register, zodat de overdracht kenbaar is uit het Register. Het voorgaande geldt ook voor vestiging van een beperkt recht op de Obligaties.
12.3 De Obligaties worden niet genoteerd aan een gereglementeerde markt (effectenbeurs) en er zal geen markt worden onderhouden in de Obligaties door de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 13 VERZUIM
Er is sprake van verzuim zijdens de Uitgevende Instelling indien:
I. de Uitgevende Instelling in gebreke blijft ter zake van de betaling van de Hoofdsom verschuldigd ter zake van de Obligaties of een deel van de Obligaties en de betreffende nalatigheid ten minste één (1) kwartaal duurt; of
II. geen Rente wordt betaald op de Obligaties en de betreffende nalatigheid duurt tenminste vier (4) kwartalen nadat de Uitgevende Instelling een kennisgeving per aangetekende brief heeft ontvangen van de Stichting Obligatiehouders waarin deze nalatigheid wordt geconstateerd;
III. de Uitgevende Instelling een andere verplichting uit hoofde van de Obligatievoorwaarden en/of de Trustakte niet uitvoert of nakomt en de nalatigheid voortduurt gedurende een periode van ten minste één (1) kwartaal nadat de Uitgevende Instelling een kennisgeving per aangetekende brief heeft ontvangen van de Stichting Obligatiehouders waarin deze nalatigheid wordt geconstateerd; of
IV. de Uitgevende Instelling in staat van faillissement wordt verklaard, er een aanvraag tot verlening van surséance of schuldsanering bij de rechter is ingediend, of de Uitgevende Instelling wordt ontbonden, vereffend en/of geliquideerd (ook voor zover dit geschiedt in het kader van een reorganisatie of fusie), of de Uitgevende Instelling schriftelijk erkent dat zij niet in staat is haar schulden te betalen wanneer die opeisbaar worden of een akkoord aangaat met schuldeisers; of
V. de Uitgevende Instelling haar bedrijfsactiviteiten of een belangrijk deel daarvan staakt of dreigt te staken; of
VI. een besluit, machtiging, goedkeuring, instemming, aanvraag, registratie of vrijstelling die noodzakelijk is voor de realisering en levering van de Obligaties namens de Uitgevende Instelling en de nakoming van de verplichtingen van de Uitgevende Instelling op grond van de Obligaties wordt ingetrokken of gewijzigd of anderszins niet langer volledig van kracht is, of het onwettig is voor de Uitgevende Instelling haar verplichtingen op grond van de Obligaties na te komen of de Uitgevende Instelling de geldigheid of afdwingbaarheid daarvan bestrijdt of deze verwerpt. In geval van verzuim zal de Stichting Obligatiehouders hetgeen doen als bepaald in artikel 9 van de Trustakte.
ARTIKEL 14 VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS
14.1 Een vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden (i) indien de Stichting Obligatiehouders dit wenselijk acht, (ii) op schriftelijk verzoek van de Uitgevende Instelling; of
(iii) op schriftelijk verzoek van de houders van ten minste dertig procent (30%) van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties. Een schriftelijk verzoek als hiervoor bedoeld, moet het te behandelen onderwerp bevatten.
14.2 De vergadering van Obligatiehouders zal worden uitgeschreven door de Stichting Obligatiehouders. De Stichting Obligatiehouders roept de vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen ten minste vijftien (15) dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de vergadering van Obligatiehouders ontvangen. De oproepingsbrief moet de te bespreken onderwerpen bevatten, de plaats waar de vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden alsmede een begeleidende toelichting daarop.
14.3 In spoedeisende gevallen, zulks ter beoordeling van de Stichting Obligatiehouders, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot zeven (7) dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend.
14.4 Indien de Stichting Obligatiehouders in gebreke blijft met het bijeenroepen van een vergadering van Obligatiehouders, als bedoeld in artikel 14.2, heeft de Uitgevende Instelling casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de in artikel 14.1(iii) en 14.2 omschreven termijnen en formaliteiten.
14.5 De vergadering van Obligatiehouders wordt voorgezeten door een door de Stichting Obligatiehouders aan te wijzen persoon. Indien de door de Stichting Obligatiehouders aangewezen persoon niet ter vergadering aanwezig is of de Stichting Obligatiehouders geen persoon heeft aangewezen, wordt de vergadering van Obligatiehouders voorgezeten door een door de vergadering uit haar midden aan te wijzen persoon.
14.6 Op een vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op één stem in de vergadering van Obligatiehouders.
14.7 Tenzij het een Gekwalificeerd Besluit (als gedefinieerd in artikel 14.8 hierna) betreft, worden besluiten in de vergadering van Obligatiehouders genomen met een absolute meerderheid van stemmen.
14.8 In het geval dat de besluiten van de vergadering van Obligatiehouders betrekking hebben op onderwerpen zoals hieronder beschreven, kunnen deze slechts genomen worden met een meerderheid van twee/derde (2/3) gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee/derde (2/3) gedeelte van het totaal aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is (een “Gekwalificeerd Besluit”). Deze onderwerpen hebben betrekking op:
a) het verruimen van de looptijd van de Obligaties, het verlengen van de rentebetalingsdatum en/of het uitstellen van de Aflossingsdatum; of
b) het verminderen van de Hoofdsom ter zake van en/of de Rente op de Obligaties; of
c) het veranderen van de Obligatievoorwaarden die betrekking hebben op het betalen van Hoofdsom en Rente door de Uitgevende Instelling op een manier die nadelig is voor de Obligatiehouders;
d) het ontslaan van een bestuurder van de Stichting Obligatiehouders en het instemmen met de benoeming van een bestuurder van de Stichting Obligatiehouders als bedoeld in artikel 8 van de Trustakte; of
e) het verlenen van een machtiging als bedoeld in artikel 4.3, 7.4, 9.3 of 11.3 van de Trustakte of artikel 16 van deze Obligatievoorwaarden.
Indien in een zodanige vergadering van Obligatiehouders niet twee/derde (2/3) gedeelte van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is, zal – met inachtneming van
dezelfde oproepingsformaliteiten als van de eerste vergadering van Obligatiehouders – binnen vier (4) weken daarna een tweede vergadering van Obligatiehouders moeten worden gehouden, waarin opnieuw een Gekwalificeerd Besluit kan worden genomen en waarin ten minste de helft (1/2) van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd zal moeten zijn.