OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx betreffende samen- werking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
en
DE REGERING VAN DE XXXXXXXXXXXXXX XXXXX,
hierna de „overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
GELET OP het belang van de handelsbetrekkingen tussen de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx en de Europese Gemeen- schap en verlangende bij te dragen tot de harmonieuze ontwikkeling van deze betrekkingen in het voordeel van beide overeenkomstsluitende partijen;
ERKENNENDE dat, om dit doel te bereiken, de partijen zich ertoe dienen te verbinden de douanesamenwer- king te intensiveren;
REKENING HOUDENDE MET de ontwikkeling van de douanesamenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen, met name wat douaneprocedures betreft;
OVERWEGENDE dat overtredingen van de douanewetgeving, waaronder inbreuken op intellectuele eigen- domsrechten, de economische, fiscale en commerciële belangen van de overeenkomstsluitende partijen schaden, en het belang erkennende van een nauwkeurige vaststelling van de douanerechten en andere heffingen, met name door een correcte toepassing van de voorschriften inzake douanewaarde, oorsprong en tariefindeling;
OVERTUIGD dat maatregelen ter voorkoming van deze overtredingen door samenwerking tussen de douane- autoriteiten doeltreffender kunnen worden gemaakt;
GELET OP de verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten die reeds door de overeen- komstsluitende partijen zijn aanvaard of worden toegepast, alsmede op de activiteiten op het gebied van douaneaangelegenheden van de Wereldhandelsorganisatie;
GELET OP de Overeenkomst inzake Handel en Economische Samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx die in 1985 is ondertekend,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „douanewetgeving”: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepa- lingen en andere rechtsinstrumenten van de Europese Ge- meenschap en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx betreffende de in- voer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaat- sing daarvan onder andere douaneregelingen, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
b) „douaneautoriteit”: in de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, de algemene douanediensten van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, en in de Eu-
ropese Gemeenschap, de voor douanezaken bevoegde dien- sten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Ge- meenschap;
c) „verzoekende autoriteit”: een bevoegde douaneautoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand indient;
d) „aangezochte autoriteit”: een bevoegde douaneautoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand ontvangt;
e) „persoonsgegevens”: alle informatie betreffende een persoon wiens identiteit bekend is of kan worden vastgesteld;
f) „met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtre- ding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;
g) „persoon”: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
h) „informatie”: gegevens, al dan niet verwerkt of geanalyseerd, en documenten, verslagen en andere mededelingen in welke vorm dan ook, met inbegrip van de elektronische vorm, of gewaarmerkte kopieën daarvan.
Artikel 2
Territoriaal toepassingsgebied
Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds op het douane- gebied van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx en anderzijds op de ge- bieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Ge- meenschap van kracht is, op de daarin vastgestelde voorwaar- den.
Artikel 3
Toekomstige ontwikkelingen
De overeenkomstsluitende partijen kunnen deze overeenkomst in onderling overleg, door middel van overeenkomsten betref- fende specifieke sectoren of aangelegenheden, uitbreiden ten- einde de douanesamenwerking overeenkomstig hun respectieve douanewetgevingen te intensiveren en aan te vullen.
TITEL II
WERKINGSSFEER VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 4
Uitvoering van de samenwerking en de bijstand
De overeenkomstsluitende partijen verlenen alle samenwerking en bijstand op grond van deze overeenkomst in overeenstem- ming met hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere rechtsinstrumenten. Daarnaast wordt alle samenwerking en bijstand op grond van deze overeenkomst door elke overeen- komstsluitende partij verleend binnen de grenzen van haar be- voegdheid en beschikbare middelen.
Artikel 5
Verplichtingen uit hoofde van andere overeenkomsten
1. Onverminderd de respectieve bevoegdheden van de Euro- pese Gemeenschap en de lidstaten:
a) doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen krachtens andere in- ternationale overeenkomsten of verdragen;
b) wordt deze overeenkomst geacht een aanvulling te vormen op de overeenkomsten inzake douanesamenwerking en we- derzijdse administratieve bijstand die tussen afzonderlijke lid- staten en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx zijn gesloten of kunnen worden gesloten;
c) doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de regelgeving van de Gemeenschap inzake de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van informatie die krachtens deze overeenkomst is verkregen en die van belang kan zijn voor de Gemeenschap.
2. In afwijking van lid 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven die van alle bilaterale overeenkomsten in- zake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bij- stand die tussen afzonderlijke lidstaten en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx zijn gesloten of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van de laatstgenoemde overeenkomsten onverenig- baar zijn met die van deze overeenkomst.
3. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar over alle vraagstukken in verband met de toepasselijkheid van deze overeenkomst en trachten hiervoor een oplossing te vinden in het bij artikel 21 van deze overeenkomst ingestelde Gemengd Comité douanesamenwerking.
TITEL III
DOUANESAMENWERKING
Artikel 6
Reikwijdte van de samenwerking
1. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de douanesamenwerking te intensiveren. De overeenkomstsluitende partijen zullen met name samenwerken bij:
a) het opzetten en onderhouden van communicatiekanalen tus- sen hun douaneautoriteiten om tot een veilige en snelle uitwisseling van informatie te komen;
b) het bevorderen van een effectieve coördinatie tussen hun douaneautoriteiten;
c) alle andere administratieve aangelegenheden in verband met deze overeenkomst die soms een gemeenschappelijk optre- den noodzakelijk kunnen maken.
2. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe om handelsbevorderingsacties op het gebied van douane te ont- wikkelen, rekening houdend met het werk dat in dit verband door internationale organisaties is gedaan.
3. De douanesamenwerking in het kader van deze overeen- komst heeft betrekking op alle aangelegenheden in verband met de toepassing van de douanewetgeving.
Artikel 7
Samenwerking bij de toepassing van douaneprocedures
De overeenkomstsluitende partijen bevestigen hun verbintenis het legitieme goederenverkeer te vereenvoudigen en informatie en ervaring uit te wisselen over maatregelen ter verbetering van douanetechnieken en -procedures en over geautomatiseerde sys- temen, met het doel deze verbintenis overeenkomstig het be- paalde in de overeenkomst ten uitvoer te leggen.
Artikel 8
Technische bijstand
De douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen kunnen elkaar technische bijstand verlenen wanneer dit in het voordeel van beide partijen is in douaneaangelegenheden, zoals
a) de uitwisseling van personeel en deskundigen om tot een beter begrip te komen van elkaars douanewetgeving, -proce- dures en -technieken;
b) opleiding, met name de ontwikkeling van bijzondere vaar- digheden bij hun douaneambtenaren;
c) de uitwisseling van professionele, wetenschappelijke en tech- nische gegevens betreffende de douanewetgeving en -proce- dures;
d) technieken en verbeterde methodes voor de behandeling van reizigers en goederen;
e) alle andere administratieve zaken die soms een gemeen- schappelijk optreden van hun douanediensten noodzakelijk kunnen maken.
Artikel 9
Coördinatie in internationale organisaties
Het streven van de douaneautoriteiten zal erop gericht zijn de samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang te ontwikkelen en te intensiveren om tot een gecoördineerd stand- punt te komen wanneer deze onderwerpen in het kader van internationale organisaties worden besproken.
TITEL IV
WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND
Artikel 10
Reikwijdte
1. De douaneautoriteiten verlenen elkaar bijstand door pas- sende informatie te verstrekken die bijdraagt tot de correcte toepassing van de douanewetgeving en de preventie, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving.
2. De bijstand in douanezaken waarin deze overeenkomst voorziet, is van toepassing op elke uitvoerende instantie van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd is voor de toe- passing van deze overeenkomst. Zij vormt geen beletsel voor de toepassing van de voorschriften inzake wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krach- tens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend.
3. De bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes, het aanhouden of in hechtenis nemen van personen en de inbeslagneming van goederen vallen niet onder deze over- eenkomst.
Artikel 11
Bijstand op verzoek
1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verstrekt de aangezochte autoriteit haar alle terzake dienende informatie die zij nodig kan hebben om ervoor te zorgen dat de douane- wetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie over geconstateerde of voorgenomen handelingen die strijdig zijn of kunnen zijn met de douanewetgeving. Met name ver- schaffen de douaneautoriteiten elkaar informatie over activitei- ten die op het grondgebied van de andere partij tot overtredin- gen zouden kunnen leiden, zoals onjuiste douaneaangiften, oor- sprongscertificaten en facturen of andere documenten waarvan bekend is of vermoed wordt dat zij onjuist of vervalst zijn.
2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aan- gezochte autoriteit haar mee:
a) of officiële documenten die ter staving van goederenaangif- ten bij de douane van de verzoekende autoriteit zijn xxxx- xxxxx echt zijn;
b) of goederen die uit een overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd op wettelijke wijze in de andere overeenkomst- sluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorko- mend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;
c) of goederen die in een overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd op wettelijke wijze uit de andere overeenkomst- sluitende partij zijn uitgevoerd, onder vermelding, in voor- komend geval, van de douaneregeling waaronder deze goe- deren zijn geplaatst.
3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aan- gezochte autoriteit overeenkomstig haar wettelijke en bestuurs- rechtelijke bepalingen en andere rechtsinstrumenten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat bijzonder toezicht wordt gehouden op:
a) personen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;
b) plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of kunnen worden opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om bij handelingen in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;
c) goederen die op zodanige wijze worden of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te wor- den gebruikt;
d) vervoermiddelen die op zodanige wijze worden of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt.
Artikel 12
Ongevraagde bijstand
Op eigen initiatief en overeenkomstig hun wettelijke en be- stuursrechtelijke bepalingen en andere rechtsinstrumenten ver- lenen de overeenkomstsluitende partijen elkaar bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met name in situaties die aanzienlijke schade kunnen toebrengen aan de economie, de volksgezondheid, de openbare veiligheid of vergelijkbare vitale belangen van de an- dere overeenkomstsluitende partij, in het bijzonder door infor- matie te verstrekken over:
a) handelingen die met de douanewetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de andere overeenkomstsluitende partij;
b) nieuwe middelen of methoden die bij handelingen in strijd met de douanewetgeving worden gebruikt;
c) goederen waarvan bekend is dat zij het onderwerp zijn van handelingen in strijd met de douanewetgeving;
d) personen van wie redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;
e) vervoermiddelen waarvan redelijkerwijze kan worden ver- moed dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelin- gen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn.
Artikel 13
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
1. Verzoeken in het kader van deze overeenkomst worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de documenten die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen mondelinge verzoeken worden aanvaard, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
2. Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:
a) de officiële waarmerking van de verzoekende autoriteit;
b) de gevraagde maatregel;
c) het doel en de reden van het verzoek;
d) de relevante wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of andere rechtsinstrumenten;
e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie over de personen op wie het onderzoek betrekking heeft;
f) een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd.
3. Verzoeken moeten worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Deze eis is niet van toepassing op documen- ten die bij het in lid 1 bedoelde verzoek zijn gevoegd.
4. Indien een verzoek niet aan de hierboven vermelde eisen voldoet, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; in afwachting daarvan kunnen voorzorgsmaatregelen worden ge- nomen.
Artikel 14
Behandeling van verzoeken
1. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bij- stand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeen- komstsluitende partij handelde, door reeds beschikbare informa- tie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten.
2. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere rechts- instrumenten van de aangezochte autoriteit.
3. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomst- sluitende partij kunnen met instemming van de andere overeen- komstsluitende partij en op de door deze gestelde voorwaarden aanwezig zijn bij onderzoek dat in specifieke gevallen in het rechtsgebied van laatstgenoemde autoriteit wordt verricht.
4. Indien geen gevolg kan worden gegeven aan een verzoek wordt de verzoekende autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis gesteld, met opgave van de redenen en van alle andere infor- matie die volgens de aangezochte autoriteit nuttig kan zijn voor de verzoekende autoriteit.
Artikel 15
Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt
1. De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het inge- stelde onderzoek schriftelijk mee aan de verzoekende autoriteit en voegt bij deze mededeling documenten, gewaarmerkte ko- pieën van documenten, rapporten en dergelijke.
2. Deze informatie mag per computer worden verstrekt waarna, zonodig, onmiddellijk een schriftelijke bevestiging volgt.
Artikel 16
Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend
1. Bijstand kan worden geweigerd of van voorwaarden af- hankelijk worden gesteld wanneer een partij van mening is dat het verlenen van bijstand in het kader van deze overeen- komst:
a) de soevereiniteit van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx of van de lid- staat van de Europese Gemeenschap die om bijstand in het kader van deze overeenkomst is verzocht, kan aantasten, of
b) de openbare orde, de veiligheid, of andere essentiële belan- gen in gevaar kan brengen, in het bijzonder in de in artikel 17, lid 2, bedoelde gevallen, of
c) een schending zou betekenen van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.
2. De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of pro- cedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte auto- riteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
3. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bij- stand vraagt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
4. In de in lid 1 en lid 2 bedoelde gevallen dient het met redenen omklede besluit van de aangezochte autoriteit onver- wijld aan de verzoekende autoriteit te worden meegedeeld.
Artikel 17
Uitwisseling van gegevens en geheimhoudingsplicht
1. Alle informatie die ter uitvoering van deze overeenkomst in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeen- komstsluitende partijen. De verstrekte gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en worden beschermd volgens de wetge- ving van de partij die ze heeft ontvangen, dan wel volgens de regelgeving die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing is.
2. Persoonsgegevens kunnen uitsluitend worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die ze ontvangt, zich ertoe verbindt deze gegevens ten minste de bescherming te verlenen die deze zouden krijgen in de overeenkomstsluitende partij die ze verstrekt. De overeenkomstsluitende partij die de informatie verstrekt, stelt hiervoor geen eisen die strenger zijn dan die welke in haar eigen rechtsgebied gelden.
De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van hun terzake geldende regelgeving, met inbegrip van, in voorko- mend geval, de wetgeving van de lidstaten van de Gemeenschap.
3. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst vormt een beletsel voor het gebruik van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie of documenten als bewijsmateriaal in ad- ministratieve procedures die achteraf worden ingesteld ingevolge de vaststelling van handelingen die in strijd zijn met de douane- wetgeving. De overeenkomstsluitende partijen kunnen derhalve in hun bewijsvoeringen, verslagen en getuigenissen en in admi- nistratieve procedures gebruik maken van krachtens deze over- eenkomst verkregen informatie en documenten. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft ge- geven in deze documenten wordt van dergelijk gebruik in ken- nis gesteld.
4. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor doeleinden van deze overeenkomst. Indien een van de
overeenkomstsluitende partijen deze informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schrifte- lijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de infor- matie heeft verstrekt. Voor dit gebruik gelden dan de eventueel door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.
5. De bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden door het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité douanesamenwer- king vastgesteld.
Artikel 18
Deskundigen en getuigen
Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden ge- machtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als deskundige of getuige op te treden in administratieve pro- cedures in verband met aangelegenheden waarop deze overeen- komst van toepassing is in het gebied van de andere overeen- komstsluitende partij, en daarbij de voor de procedure beno- digde voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte af- schriften van bescheiden voorleggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke administratieve au- toriteit de ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid hij zal worden gehoord.
Artikel 19
Kosten van de bijstand
1. De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van deze overeenkomst zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.
2. Indien de uitvoering van een verzoek aanzienlijke of bui- tengewone uitgaven met zich brengt, plegen de overeenkomst- sluitende partijen overleg om de voorwaarden vast te stellen waarop aan het verzoek gevolg zal worden gegeven en de wijze waarop de kosten zullen worden gedragen.
TITEL V
SLOTBEPALINGEN
Artikel 20
Uitvoering
1. De douaneautoriteiten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de douaneautoriteit van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, anderzijds, dragen zorg voor de ten- uitvoerlegging van deze overeenkomst. Deze autoriteiten stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de geldende regel- geving, met name op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in deze overeenkomst dienen te worden aangebracht.
2. De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst worden vastgesteld.
Artikel 21
Gemengd Comité douanesamenwerking
1. Er wordt een Gemengd Comité douanesamenwerking in- gesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de douaneauto- riteiten van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx en van de Europese Ge- meenschap. Het comité stelt in onderling overleg de plaats, de data en de agenda van zijn bijeenkomsten vast.
2. Het Gemengd Comité douanesamenwerking zal, onder meer:
a) toezien op de correcte werking van de overeenkomst;
b) alle kwesties onderzoeken die zich bij de toepassing ervan voordoen;
c) de voor douanesamenwerking nodige maatregelen nemen, overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst;
d) ideeën uitwisselen over onderwerpen van gemeenschappelijk belang op het gebied van de douanesamenwerking, waaron- der te nemen maatregelen en de daarvoor benodigde midde- len;
e) oplossingen aanbevelen om de doelstellingen van deze over- eenkomst te bereiken.
3. Het Gemengd Comité douanesamenwerking stelt zijn re- glement van orde vast.
4. Het Gemengd Comité douanesamenwerking brengt in voorkomend geval verslag uit over activiteiten op grond van deze overeenkomst aan de Gemengde Commissie die is inge- steld bij artikel 15 van de Overeenkomst inzake Handel en Economische Samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx.
Artikel 22
Inwerkingtreding en duur
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de daartoe benodigde procedures zijn voltooid.
2. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen. De overeenkomst vervalt drie maanden na de dag van opzegging aan de andere overeenkomstsluitende partij. Verzoe- ken om bijstand die vóór de beëindiging van de overeenkomst werden ontvangen, worden overeenkomstig het bepaalde in de overeenkomst afgehandeld.
Artikel 23
Authentieke teksten
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de volgende talen: Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch, Zweeds en Chinees, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Ten blijke waarvan de gevolmachtigden deze overeenkomst hebben ondertekend. Gedaan te 's-Gravenhage, 8 december 2004.
Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
az Európai Közösség részéről Voor de Europese Gemeenschap
X xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx
Xx Európske spoločenstvo za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por el Gobierno de la República Popular China Za vládu Činské lidové republiky
For Folkerepublikken Kinas regering
Im Namen der Regierung der Volksrepublik China Hiina Rahvavabariigi valitsuse nimel
Για την κυβέρνηση της Λαϊκής Δημοκρατίας της Κίνας
For the Government of the People's Republic of China Pour le gouvernement de la République populaire de Chine Per il Governo della Repubblica popolare cinese
Xxxxx Xxxxxx Republikas vārdā
Kinijos Liaudies Respublikos Vyriausybės vardu A Kínai Népköztársaság kormánya részéről Voor de Regering van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx W imieniu rządu Chińskiej Republiki Ludowej Pelo Governo da República Popular da China Za vládu Činskey ľudovej republiky
Za Vlado Ljudske republike Kitajske
Kiinan kansantasavallan hallituksen puolesta På Folkrepubliken Kinas regerings vägnar