STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 12720
14 maart
0000
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Inspectie en Autoriteit Persoonsgegevens
Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen de Inspectie van het onderwijs en de Autoriteit Persoonsgegevens, gericht op het verbeteren van het toezicht op de verwerking van persoonsgege- vens door onderwijsinstellingen.
Partijen:
De Inspectie van het onderwijs, te dezen vertegenwoordigd door de inspecteur-generaal van het onderwijs, hierna te noemen: de Inspectie,
en
de Autoriteit Persoonsgegevens, te dezen vertegenwoordigd door de plaatsvervangend voorzitter. Overwegende dat:
– de Autoriteit Persoonsgegevens toezicht houdt op de naleving van de wettelijke regels voor bescherming van persoonsgegevens;
– de Inspectie toezicht houdt op de naleving van de onderwijswet- en regelgeving;
– partijen de intentie hebben om samen te werken aan een efficiënt en effectief toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door onderwijsinstellingen en elkaar in dat kader relevante gegevens zullen verstrekken;
– partijen het wenselijk achten dat onderling afspraken worden gemaakt ter verwerkelijking van de hiervoor genoemde doelstelling en deze afspraken vastgelegd worden in een samenwerkingsover- eenkomst.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Afstemming in geval van onderzoek
1. Indien de Autoriteit Persoonsgegevens voornemens is onderzoek in te stellen naar het verwerken van persoonsgegevens door een onderwijsinstelling, wordt de Inspectie daarover vertrouwelijk geïnformeerd.
2. Indien de Inspectie naar aanleiding van de in het eerste lid genoemde informatie constateert, dat bij de betreffende onderwijsinstelling ook mogelijk sprake is van andere nalevingsproblematiek, vindt nadere afstemming tussen partijen plaats.
3. De Autoriteit Persoonsgegevens informeert de Inspectie over de uitkomsten van het onderzoek bedoeld in het eerste lid.
Artikel 2 Uitwisseling informatie
Desgevraagd verstrekken partijen elkaar alle informatie die mogelijk relevant kan zijn voor de uitvoering van hun taak.
Artikel 3 Meldingen / klachten bij het loket
1. Een ieder die bij de Inspectie melding maakt van een vermeende schending van de wettelijke regels voor bescherming van persoonsgegevens door een onderwijsinstelling wordt doorverwe- zen naar de Autoriteit Persoonsgegevens en de inhoud van de melding wordt terstond doorgege- ven aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
2. Indien de melder daarmee instemt, worden bij het doorgeven van de melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens de gegevens van de melder vermeld.
3. De Inspectie stelt de Autoriteit Persoonsgegevens jaarlijks vóór 1 augustus een geaggregeerd overzicht ter beschikking, waaruit blijkt van het aantal door de Inspectie ontvangen meldingen zoals bedoeld in het eerste lid, de aard van de meldingen, de datum waarop de meldingen zijn ontvangen en de naam van de betreffende onderwijsinstelling(en).
Artikel 4 Waarnemingen bij de uitoefening van het inspectietoezicht
1. Indien medewerkers van de Inspectie bij de uitoefening van hun toezichthoudende taak vermoe- den dat een onderwijsinstelling persoonsgegevens verwerkt in strijd met de bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens gestelde voorschriften, wordt hiervan terstond melding gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
2. Een vermoeden zoals bedoeld in het eerste lid kan door de Inspectie met het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling worden besproken.
3. Het aantal meldingen, de aard van de meldingen, de datum waarop de melding wordt gedaan en de naam van de betrokken onderwijsinstelling wordt verwerkt in het overzicht bedoeld in artikel 3, derde lid.
4. De Autoriteit Persoonsgegevens geeft binnen vier weken na ontvangst van de melding aan, aan de Inspectie, of en zo ja, op welke wijze opvolging zal worden gegeven aan de desbetreffende melding.
Artikel 5 Evaluatie en overleg (input toezichtstrategie)
1. Partijen evalueren jaarlijks de uitvoering van deze overeenkomst en treden zo nodig eerder in overleg wanneer zij dat in het belang achten van een goede uitvoering van deze overeenkomst.
2. Bij de jaarlijkse evaluatie kunnen partijen feedback geven op elkaars toezichtstrategieën.
Artikel 6 Contactpersonen
1. Alle communicatie over de uitvoering van de overeenkomst verloopt via door partijen aan te wijzen contactpersonen. Daarbij kunnen contactgegevens van andere betrokkenen worden gedeeld.
2. De jaarlijkse evaluatie bedoeld in artikel 5, wordt geïnitieerd door de contactpersonen bedoeld in het eerste lid.
Artikel 7 Inwerkingtreding, looptijd, wijziging en opzegging van de overeenkomst
1. Deze samenwerkingsovereenkomst treedt op 1 januari 2016 in werking en duurt voor onbepaalde tijd.
2. Indien beide partijen daartoe besluiten, kan de samenwerkingsovereenkomst op ieder moment worden gewijzigd.
3. Elke partij kan de samenwerkingsovereenkomst onder opgave van redenen jaarlijks vóór 1 septem- ber schriftelijk opzeggen.
Artikel 8 Bekendmaking / publicatie
1. De tekst van deze samenwerkingsovereenkomst wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
2. De Inspectie en de Autoriteit Persoonsgegevens stellen ieder op hun eigen website de tekst van deze samenwerkingsovereenkomst beschikbaar voor het publiek.
Den Haag, 4 maart 2016
De Inspectie van het onderwijs, namens deze,
de inspecteur-generaal van het onderwijs,
X. Xxxxxxxxx
Den Haag, 4 maart 2016 Autoriteit Persoonsgegevens,
W.B.M. Tomesen