Contract
GS1 Data Source/My Product Manager |
Versie 2.16, Definitief - goedgekeurd, september 2021 |
Samenvatting
Documenteigenschap | Waarde |
Naam | GS1 Data Source/ My Product Manager – Sectorafspraken voor doe-het- zelf, tuin en dier |
Datum | September 2021 |
Versie | 2.16 |
Status | Definitief - goedgekeurd |
Beschrijving | Toelichting op het datamodel (de Excel veldenlijst) voor de doe-het-zelf, tuin en dier |
Versiebeheer
Versie | Datum | Aangepast door | Samenvatting van revisie |
1.0 | Augustus 2015 | Xxxx Xxxxx | Eerste versie van het document. |
2.0 | Juli 2016 | Xxx Xxxxxx | - GDSN Major Release 3.1 update. - Uitleg over bedrag, afmeting en tekstvelden. - Uitbreiding gegevens m.b.t. wetgeving. - Toelichting opbouw Datamodel. Voor een overzicht van alle wijzigingen verwijzen wij u graag naar de veldenlijst in Excel. |
2.1 | September 2016 | Xxxx Xxxxx | - Hoofdstuk 3 verplaatst naar hoofdstuk 1 - Paragraaf 4.1 geïntegreerd in paragraaf 2.1 - Hoofdstuk 4 verplaatst naar hoofdstuk Appendix - Verwijzingen naar attributen gevaarlijke stoffen en wetgeving aangepast. - Par. 1.7 Omschrijvingsvelden toegevoegd - Par. 1.2.2: verwijzing opgenomen naar appendix over flexibele velden - Par. 2.1.2 Afhankelijkheid attributen toegevoegd - Par. 2.3: verwijzing opgenomen naar appendix over meest voorkomende verpakkingstypes - Par. 1.5.1 verplaatst naar hoofdstuk 3 |
2.2 | Januari 2017 | Xxxx Xxxxx | - Inleiding aangepast: MPM van GS1 België & Luxemburg toegevoegd - Par. 2.1: kenmerk meertaligheid toegevoegd - Par. 2.1.1 en 2.1.2 toegevoegd - Par. 2.1.3: tabel aangepast - Par. 2.3 en 2.4 toegevoegd - Par. 3.1 en 3.2 aangepast en par. 3.1.1 en 3.1.2 toegevoegd |
2.3 | Mei 2017 | Xxx Xxxxxx | - Volgorde en inhoud conform Excel veldenlijst versie 7.2.0 gemaakt. |
2.4 | Juli 2017 | Xxx Xxxxxx | - Paragraaf 1.3: XML voorbeeld gecorrigeerd. - Paragraaf 2.1: de definitie van een ‘Fixed’ of ‘Commercial field’ is gewijzigd. - Paragraaf 2.4 en 2.5: typefout verwijderd (Nederland 🡪 s). - Appendix A.1: veldlengte van ‘propertyCode’ gewijzigd van 17 naar 80 (zoals in het datamodel). |
2.5 | Oktober 2017 | Xxx Xxxxxx | - Paragrafen 1.3 t/m 1.14 toegevoegd om artikel hiërarchieën te kunnen opnemen. - Appendices A.4 en A.5 toegevoegd om dezelfde reden. - Tabel 2.1.3. in overeenstemming gebracht met laatste versie van het datamodel (8.0). |
2.6 | Februari 2018 | Xxx Xxxxxx | - Appendix A.3: toegevoegd land en taal code verwijzingen - CR 17-178: toegevoegd belasting tarieven in par 1.16.5 - Toegevoegd par 2.1.5 met een tabel met te wijzigen/vervallen FieldID’s op mei 0000 - Xxxxxx met FieldID 6.451; 4.293; 4.697; 4.990; 5.026; 5.035; 5.045; 5.027; 5.049; 5.050; 6.481; 6.558; 7.119 en 7.162 zijn vervangen/ te vervallen verklaard en zullen in de volgende release van het datamodel worden verwijderd. |
2.7 | Mei 2018 | Sebastiaan van Zundert | - Paragraaf 1.17, 1.18 en 2.4 toegevoegd i.v.m. validaties en tijdelijke bricks. - Velden toegevoegd die vervangen/ te vervallen verklaard zijn in de volgende release van het datamodel en zullen worden verwijderd. |
2.8 | Juni 2018 | Xxxxx Xxxxxx | - In tabel A.1 bij Attributen, 2e bullet de volgende zin verwijderd: (voor herhaalbare groepen te vullen met een oplopend groep volgnummer te beginnen bij 0). |
2.9 | Juli 0000 | Xxxxxxx Xxxxxxxxx | - Xx tabel 2.1.5 de attributen die komen te vervallen toegevoegd: 4.508, 4.519, 4.532 en 4.960. Bij attribuut 4.881 aangegeven dat deze niet meer zal vervallen. |
2.10 | November 2018 | Xxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx | - In Appendix A1 toegevoegd een voorbeeld met herhalingen van commerciële attributen in het CIN bericht. - Extra kolom met GDSN naam toegevoegd bij de betreffende Excel TABs. - In tabel 2.1.5 de attributen die komen te vervallen geüpdatet. Aparte tabel gecreëerd voor attributen die veranderd zijn van naam (2.1.6). - Tabel 2.7.1 (verwijderde/ toegevoegde GPC bricks) toegevoegd. |
2.11 | Februari 2019 | Xxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx | - Paragraaf 1.9.1: verwijderd tekst rondom vrijstellingsregelingen, omdat die uit het Datamodel verdwijnen. - Paragraaf 2.1 en 3.1.1 Stuk HMC herzien op basis van nieuwe afspraken en de andere verwijzingen naar HMC. - Paragaraaf 2.1.3: FieldID’s gevaarlijke stoffen aangepast vanwege harmonisatie Gevaarlijke stoffen met FMCG sector. - Paragraaf 2.1.4: en 3.1.1. Gepland Gebruik verwijderd omdat dat veld komt te vervallen. - Paragrafen 2.1.5 (FieldID’s die vervallen of worden vervangen) en 2.1.6 (XxxxxXX’x die een andere naam hebben gekregen) verwijderd. - Paragraaf 2.7.1 (Nieuwe en gewijzigde Bricks) verwijderd. - Paragraaf 2.7.8 Tabblad Bricks; toegevoegd uitleg van Franstalige kolommen. - Paragraaf 2.9 over tabblad Delta verwijderd. - Paragraaf 1.16.3.6 titel gewijzigd van “Volledige omschrijving (optioneel)” naar “Volledige omschrijving (verplicht)”. - Appendix A3: Hyperlinks geactualiseerd. |
2.12 | Mei 2019 | Xxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx | - Paragraaf 3.4 Toegevoegd uitgebreide beschrijving milieuheffingen herbruikbare verpakkingen. - Appendix A2: Tabel vervangen door hyperlink naar (sectoroverstijgende) codelijst met verpakkingstypes. |
2.13 | Augustus 2019 | Xxxxx Xxxxxxxx | - Titel aangepast. - Tekstuele (redactionele) wijzigingen. - Paragraaf 1.3 toegevoegd over Global product Classification. - Paragraaf 1.10.1 (voorheen 1.9.1) aanpassing titel van Inleiding naar Vrijstellingsregelingen. - Paragraaf over Tijdelijke bricks (was 1.147) verwijderd. - Vertaling naar Nederlands van tabel in 1.14. - Voorbeeld validatie verduidelijkt in 1.18. - Hoofstuk 2 (Opbouw Excel veldenlijst) (datamodel)) verwijderd en verwijzing gemaakt in inleiding naar de vernieuwde uitgebreide uitleg in datamodel zelf. Verwijzingen elders in de tekst naar dit hoofdstuk verwijderd. - Omschrijving in tabel in A.5 vertaald naar Nederlands. |
2.14 | Februari 2020 | Xxxxx Xxxxxxx | - Paragraaf 1.19 toegevoegd over afhankelijkheid velden. |
2.15 | Mei 2020 | Xxx Xxxxxx | - FieldID’s toegevoegd en attribuutnamen gecorrigeerd in paragraaf 1.14 voor GTIN en nonGTIN lastdragers. |
2.16 | September 2021 | Xx Xxx Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxx | - Engels en Duits optioneel maken bij verplichte tekstvelden voor Belgische doelmarkt, tenzij het gaat over wettelijk verplichte informatie (WR-1279) in 1.16. - Central Data Bank is door My Product Manager vervangen. |
Disclaimer
GS1, under its IP Policy, seeks to avoid uncertainty regarding intellectual property claims by requiring the participants in the Work Group that developed this My Product Manager Toelichting op de Excel veldenlijst voor doe-het-zelf, tuin en dier to agree to grant to GS1 members a royalty-free license or a RAND license to Necessary Claims, as that term is defined in the GS1 IP Policy. Furthermore, attention is drawn to the possibility that an implementation of one or more features of this Specification may be the subject of a patent or other intellectual property right that does not involve a Necessary Claim.
Any such patent or other intellectual property right is not subject to the licensing obligations of GS1. Moreover, the agreement to grant licenses provided under the GS1 IP Policy does not include IP rights and any claims of third parties who were not participants in the Work Group.
Accordingly, GS1 recommends that any organization developing an implementation designed to be in conformance with this Specification should determine whether there are any patents that may encompass a specific implementation that the organization is developing in compliance with the Specification and whether a license under a patent or other intellectual property right is needed. Such a determination of a need for licensing should be made in view of the details of the specific system designed by the organization in consultation with their own patent counsel.
THIS DOCUMENT IS PROVIDED “AS IS” WITH NO WARRANTIES WHATSOEVER, INCLUDING ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY, NONINFRINGMENT, FITNESS FOR PARTICULAR PURPOSE, OR ANY WARRANTY OTHER WISE ARISING
OUT OF THIS SPECIFICATION. GS1 disclaims all liability for any damages arising from use or misuse of this Standard, whether special, indirect, consequential, or compensatory damages, and including liability for infringement of any intellectual property rights, relating to use of information in or reliance upon this document.
GS1 retains the right to make changes to this document at any time, without notice. GS1 makes no warranty for the use of this document and assumes no responsibility for any errors which may appear in the document, nor does it make a commitment to update the information contained herein.
Inhoudsopgave
1.1 Werken met de My Product Manager (MPM) 9
1.2.3 Wetgeving: gevaarlijke stoffen en milieu 9
1.3 Global Product Classification (GPC) 10
1.4.1 Verpakkingshiërarchie 10
1.4.2 Samengestelde artikelen 17
1.4.3 Logistieke samengestelde artikelen 19
1.4.4 Componentenhiërarchie 21
1.5 Toepassing hiërarchieën 23
1.6 Consumenteninformatie en hiërarchieën 23
1.7 Accessoires/onderdelen en hiërarchieën 24
1.8 Displays en hiërarchieën 24
1.10 Gevaarlijke stoffen, wet- en regelgeving en hiërarchieën 26
1.10.1 Vrijstellingsregelingen 26
1.10.2 Verpakkingshiërarchie 26
1.10.4 Samengesteld artikel 27
1.10.5 Logistiek samengestelde artikelen 27
1.10.6 Componentenhiërarchie 27
1.11 Afmetingen van onderdelen in de hiërarchie 27
1.12 Identificatie van de hiërarchieën 27
1.13 Publicatie van de hiërarchieën 28
1.15 Attributen artikelhiërarchie 30
1.17.1 Definitie omschrijving 32
1.17.2 Attribuut namen en gebruiksregels 32
1.17.3 Toepassing van de zes attributen voor omschrijving 33
1.19 Afhankelijkheid van velden 35
2. Groepen attributen voor specifieke doeleinden 36
2.1. Gevaarlijke stoffen en Declaration of Performance (DoP) 36
2.1.2. Declaration of Performance (DoP) 37
2.4. Xxxxxx, verpakkingenbelasting en verwijderingsbijdrage (MVV) 37
2.4.1. Eisen milieuheffingen van herbruikbare verpakkingen 38
2.4.2. Beschikbare GDSN-velden 38
2.4.3. Stappenplan voor het invullen van gegevens 38
2.6. Verwijzingen naar productafbeeldingen en documenten 40
A.1 Flexibele gegevensvelden 41
A.2 Meest voorkomende verpakkingstypes 43
A.3 Verwijzingen naar externe bronnen 43
A.4 Codelijst type lastdrager 44
Inleiding
GS1 Nederland heeft, in nauwe samenwerking met GS1 België & Luxemburg, een oplossing voor een eenduidige en betrouwbare uitwisseling van artikelgegevens in de doe-het-zelf-, tuin- en dier sector in de Benelux. Deze oplossing heet GS1 Data Source bij GS1 Nederland en My Product Manager (MPM) bij GS1 België & Luxemburg. Met behulp van deze oplossingen wisselen leveranciers en afnemers artikelgegevens uit via één centraal internationaal netwerk.
In dit document staan achtergrondinformatie en sectorafspraken over het invoeren van artikelgegevens in My Product Manager (MPM) in de sector doe-het-zelf, tuin en dier. Het datamodel bestaat uit een veldenlijst in Excel met meerdere tabbladen. Deze lijst helpt u bij het verzamelen en invoeren van uw gegevens in GS1 Data Source. In het datamodel staan de namen van gegevensvelden (attributen) en alle overige relevante kenmerken zoals definitie, regels en formaat. Daarnaast vindt u daarin codewaarden voor attributen waarvoor een codelijst is vastgesteld en vindt u een overzicht van attributen per artikelgroep (GPC brick). In het laatste tabblad van het datamodel vindt u een toelichting over wat u in alle tabbladen kunt vinden.
1. Algemene informatie
1.1 Werken met My Product Manager (MPM)
Na het invoeren van uw gegevens in My Product Manager (MPM) stuurt u als leverancier in één keer uw artikelgegevens naar de centrale database. Daarbij bepaalt u zelf welke afnemers over die informatie kunnen beschikken. Vervolgens kunnen afnemers deze artikelgegevens gebruiken in hun eigen systemen. Bij het uitwisselen van informatie maakt MPM gebruik van het Global Data Synchronization Network (GDSN), de standaard die bepaalt welke gegevens op welke manier worden opgeslagen en gedeeld.
Centrale informatie-uitwisseling via MPM werkt optimaal als alle schakels in de sector kunnen vertrouwen op de kwaliteit van artikelgegevens. Goed ingevoerde artikelgegevens zijn compleet, volgens de standaarden en afgesproken regels ingevoerd, en consistent. GS1 Belgilux en GS1 Nederland voert een datakwaliteit- programma uit dat een onlosmakelijk onderdeel van de oplossing uitmaakt.
1.2 Soorten gegevens
U kunt bijna 3.000 verschillende soorten gegevens via MPM uitwisselen. Deze gegevens zijn vastgesteld door toonaangevende retailers en leveranciers/fabrikanten in de sector doe-het-zelf, tuin en dier in de Benelux. De gegevens kunnen op basis van relevantie en doel worden opgedeeld in een aantal groepen:
- Basisgegevens
- Consumenteninformatie
- Gegevens om te voldoen aan wetgeving: gevaarlijke stoffen en milieu
In de volgende paragrafen vindt u meer informatie over deze soorten gegevens.
Basisgegevens zijn relevant voor alle artikelen en vult u altijd in. De gegevens zijn bedoeld om bedrijfsprocessen efficiënt te laten verlopen en betreffen onder andere:
- Productinformatie: zoals artikelcode, productnaam en categorie
- Logistieke informatie: zoals verpakkingen, afmetingen en gewicht
- Financiële informatie: zoals soort belasting en belastingtarief
1.2.2 Consumenteninformatie
Onder consumenteninformatie vallen gegevens die bedoeld zijn voor met name de online verkoop via webshops, maar ook voor bijvoorbeeld promotionele uitingen (acties, folders). Afhankelijk van het soort artikel zijn bepaalde gegevens optioneel of wel verplicht. Xxxx meer hierover in paragraaf 1.4.3.
Om de gegevens voor leveranciers gemakkelijk vindbaar te maken, zijn deze gegroepeerd. Als basis daarvoor is het Global Product Classification (GPC) systeem gebruikt. Voor een toelichting op het GPC-systeem bekijkt u het document ‘GPC in een notendop’ op onze website. Elk artikel is gekoppeld aan een brick (artikelgroep) uit het GPC-systeem.
De gegevens voor consumenteninformatie worden in de Data Source vastgelegd volgens de werkwijze van flexibele velden. In Appendix A.1 vindt u meer informatie over deze methode.
1.2.3 Wetgeving: gevaarlijke stoffen en milieu
Sommige artikelen vallen onder de wetgeving vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR). In het kader van deze wetgeving voert u specifieke gegevens in. De gegevens over gevaarlijke stoffen en milieu zijn in een aantal subgroepen onderverdeeld:
- Gegevens over gevaarlijke stoffen
- DoP (Declaration of Performance)
- Meststoffen
- Batterijen
- MVV: Milieu, Verpakkingenbelasting en Verwijderingsbijdrage
- Keurmerken
In hoofdstuk 2 vindt u meer informatie over deze subgroepen.
1.3 Global Product Classification (GPC)
Het datamodel voor de sector doe-het-zelf, tuin en dier is gebaseerd op het indelen van producten in categorieën volgens de Global Product Classification. GPC is een classificatiesysteem dat bestaat uit vier steeds fijner gedetailleerde groepen. Het laagste niveau (de brick) wordt gebruikt om gegevensvelden (attributen) aan te koppelen.
1.4 Artikelhiërarchieën
Binnen de doe-het-zelf-, tuin- en diersector komt een aantal soorten hiërarchieën voor. In onderstaand paragrafen worden ze met hun kenmerken toegelicht.
Een bepaald product kan in meerdere verschijningsvormen en ook in meerdere soorten verpakkingen in de logistieke keten zijn opgenomen. Het doel hiervan is het efficiënter ondersteunen van bedrijfsprocessen (bestellen, voorraadbeheer, leveren, financiële-afhandeling).
Een voorbeeld:
- Eén blik verf met GS1 artikelcode (GTIN) 8712345000004. De verpakkingsvorm is blik en is bedoeld om aan de consument te verkopen (consumenteneenheid en evt. besteleenheid).
Eén doos met GTIN 8712345000011. De verpakkingsvorm is de doos met als inhoud 6 blikken verf met GTIN 8712345000004 (dit is de consumenteneenheid) en is bedoeld om opslag (voorraad, handling) en distributieprocessen (transport) efficiënter te ondersteunen. Deze verpakkingsvorm wordt ook wel handelseenheid genoemd en kan ook als besteleenheid fungeren.
- Display
Dit is een verpakkingsvorm bedoeld om één of meerdere consumentenartikelen geclusterd te presenteren, vaak op een aparte plaats in de winkel.
1.4.1.1 Voorbeeld: Pallet tuintegels, gipsplaten, zand, etc.
Tuintegels, gipsplaten, zand, etc. worden per pallet of palletlaag bij de leverancier besteld en worden per stuk verkocht aan de consument. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van een pallet met balen speelzand.
Het kan voorkomen dat de lagen niet allemaal bestaan uit hetzelfde aantal eenheden. In dat geval geeft u aan dat de pallet onregelmatig gestapeld is (Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld).
GS1 artikelcode | 8712345000028 | Zak speelzand |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee | |
Stapelfactor | 8 | |
Type Stapelfactor | TRANSPORT_UNSPECIFIED |
GS1 artikelcode | 8712345000011 | Pallet laag met zakken speelzand |
Hiërarchisch niveau | CASE | |
Aantal kinderen | 1 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 6 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000028 | |
Aantal onderliggende eenheden per laag op de pallet | 6 | |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 6 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000004 | Pallet met zakken speelzand |
Hiërarchisch niveau | PALLET | |
Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld | Nee | |
Aantal kinderen | 1 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 6 | |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 6 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000011 | |
Aantal lagen op de pallet | 6 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
1.4.1.2 Voorbeeld: Geneste artikelen
Eenvoorbeeld van een genest artikel is bloempotten, die met z’n drieën in elkaar zitten. Zij worden als set
van drie besteld, maar kunnen per stuk worden verkocht.
GS1 artikelcode | 8712345000042 | Bloempot Ø 30 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee |
GS1 artikelcode | 8712345000547 | Bloempot Ø 40 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee |
GS1 artikelcode | 8712345000554 | Bloempot Ø 50 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee |
GS1 artikelcode | 8712345000035 | Set van 3 bloempotten |
Hiërarchisch niveau | PACK_OR_INNER_PACK | |
Aantal kinderen | 3 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 3 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000042 | Bloempot Ø 30 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000547 | Bloempot Ø 40 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000554 | Bloempot Ø 50 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
1.4.1.3 Voorbeeld: Tuinstoelen
Tuinstoelen worden per stuk verkocht, maar worden per twee stuks in één doos verpakt. Ze worden aan de retail geleverd met 5 dozen op een pallet.
GS1 artikelcode | 8712345000066 | Tuinstoel |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee | |
Stapelfactor | 8 | |
Type Stapelfactor | TRANSPORT_UNSPECIFIED |
GS1 artikelcode | 8712345000059 | Doos met 2 tuinstoelen |
Hiërarchisch niveau | CASE | |
Aantal kinderen | 1 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 2 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000066 | |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 2 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000561 | Pallet met 5 dozen met ieder 2 tuinstoelen |
Hiërarchisch niveau | PALLET | |
Aantal kinderen | 1 |
Totaalaantal onderliggende eenheden | 5 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000059 | |
Hoeveelheid GS1-artikelcode (GTIN) dochterniveau | 5 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Nee |
1.4.1.4 Voorbeeld: Muurverfset
Een ander voorbeeld van een verpakkingshiërarchie is een muurverfset als samengesteld artikel. De muurverfset als consumenteneenheid (primaire verpakking) bestaat uit een verfbak en 2 verschillende soorten verfrollers.
Zie ook 1.4.2.2 (muurverfset als samengesteld artikel). Ze worden per 10 stuks in een doos verpakt en met 30 dozen op een pallet gestapeld geleverd aan de retail.
GS1 artikelcode | 8712345000189 | Muurverfset |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Nee | |
Stapelfactor | 8 | |
Type Stapelfactor | TRANSPORT_UNSPECIFIED |
GS1 artikelcode | 8712345000240 | Doos met 10 muurverfsets |
Hiërarchisch niveau | CASE | |
Aantal kinderen | 1 | |
Totaalaantal onderliggende eenheden | 10 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000189 | |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 10 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000110 | Pallet met 30 dozen muurverf sets |
Hiërarchisch niveau | PALLET | |
Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld | Ja | |
Aantal kinderen | 1 | |
Totaalaantal onderliggende eenheden | 30 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000240 | |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 30 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
1.4.1.5 Voorbeeld: Kamerplanten mix display
De display is een verpakkingsvorm met als bedoeling om één of meerdere consumentenartikelen geclusterd te presenteren, vaak op een aparte plaats in de winkel. In de volgende paragraaf staat een voorbeeld van een display met daarbij vermeld welke relevante attributen in MPM worden gevuld.
Een voorbeeld van een display is een mix met kamerplantvoedingen. De mix bestaat uit vier soorten voedingsmiddel voor kamerplanten die op een display worden gepresenteerd.
N.B. Een display hoeft niet persé fysiek een barcode te bevatten. De display zelf gaat namelijk niet langs de kassa. In de datapool hebben alle niveaus van een hiërarchie echter wèl een GTIN.
GS1 artikelcode | 8712345000264 | Anthuriumvoeding 500 ml |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000288 | Palmvoeding 250 ml |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000486 | Kamerplantenvoeding 500 ml |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000363 | Orchideevoeding 500 ml |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000257 | Kamerplanten voedingsmiddel display |
Hiërarchisch niveau | DISPLAY_SHIPPER | |
Indicatie displayeenheid | Ja | Het gaat om een display |
Type display | FDR | Kant en klare display op de winkelvloer |
Aantal kinderen | 4 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 36 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000264 | Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx |
Xxxxxxxxxxx GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 7 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000288 | Xxxxxxxxxxx 000 xx |
Xxxxxxxxxxx GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 18 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000363 | Xxxxxxxxxxxxxxx 000 xx |
Xxxxxxxxxxx GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 6 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000486 | Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000 xx |
Xxxxxxxxxxx GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 5 | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
Een samengesteld artikel (ook wel assortiment verpakking genoemd) is een consumentenartikel dat bestaat uit twee of meer andere consumenteneenheden die ook zelfstandig kunnen worden verkocht. Hieronder treft u een aantal voorbeelden aan van een hiërarchie van een samengesteld artikel met daarbij vermeld welke relevante attributen in MPM worden gevuld.
1.4.2.1 Voorbeeld: Winterset auto
De consumenteneenheid in dit voorbeeld bestaat uit ruitontdooier, ruitensproeiervloeistof en slotontdooier. Deze onderdelen worden individueel en als set aan de consument verkocht.
GS1 artikelcode | 8712345000332 | Ruitontdooier |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000349 | Ruitensproeiervloeistof |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000356 | Slotontdooier |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000103 | Winterset auto |
Hiërarchisch niveau | PACK_OR_INNER_PACK | |
Aantal kinderen | 3 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 3 |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000332 | Ruitontdooier |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000349 | Ruitensproeiervloeistof |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000356 | Slotontdooier |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
1.4.2.2 Voorbeeld: Muurverfset
De muurverfset als samengesteld artikel in dit voorbeeld bestaat uit een verfbak, twee verschillende soorten vachtrollers met bijbehorende beugels. Zie ook 1.4.1.4 (Muurverfset in een verpakkingshiërarchie).
GS1 artikelcode | 8712345000196 | Verfbak |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000202 | Verfbeugel 18 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000219 | Verfbeugel 25 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000226 | Vachtroller 18 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000233 | Vachtroller 25 cm |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000189 | Muurverfset |
Hiërarchisch niveau | PACK_OR_INNER_PACK | |
Aantal kinderen | 5 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 5 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000196 | Verfbak |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000202 | Verfbeugel 18 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000219 | Verfbeugel 25 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000226 | Vachtroller 18 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000233 | Vachtroller 25 cm |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
1.4.3 Logistieke samengestelde artikelen
Met logistiek samengestelde artikelen bedoelen we consumenteneenheden die door hun omvang en/of volume bestaan uit meerdere verpakkingen. De onderdelen van deze consumenteenheden zijn niet bedoeld om door consumenten apart te kunnen worden besteld. Vaak heeft de vestiging van de retailorganisatie wel de mogelijkheid om individuele onderdelen afzonderlijk te bestellen. Om die reden worden de verschillende onderdelen geïdentificeerd met een GTIN en kunnen dan als een hiërarchie worden gedefinieerd in Data Source. Voorbeelden zijn een tuinset of een kast. Hieronder treft u een voorbeeld aan van een logistiek samengesteld artikel met daarbij vermeld welke relevante attributen in MPM worden gevuld.
1.4.3.1 Voorbeeld: Kast
Xxxxxx en/of badmeubelen worden regelmatig als logistiek samengesteld artikel verkocht. Hierbij moet worden gedacht aan één kast die uit drie pakketten bestaat:
■ Deuren
■ Ombouw
■ Binnenwerk
GS1 artikelcode | 8712345000158 | Pakket met deuren |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000165 | Pakket met ombouw |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000172 | Pakket met binnenwerk |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Consumenteneenheid | Nee | |
Besteleenheid | Ja |
GS1 artikelcode | 8712345000141 | Kast met deuren, ombouw en binnenwerk |
Hiërarchisch niveau | PACK_OR_INNER_PACK | |
Aantal kinderen | 3 | |
Totaal aantal onderliggende eenheden | 3 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000158 | Pakket met deuren |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000165 | Pakket met ombouw |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
GS1 artikelcode dochterniveau | 8712345000172 | Pakket met binnenwerk |
Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | 1 | |
Consumenteneenheid | Ja | |
Besteleenheid | Ja |
Met een componentenhiërarchie wordt een consumenteneenheid bedoeld waarvan de componenten zelf niet verkoopbaar zijn maar alleen in combinatie. Voorbeelden van een componentenhiërarchie zijn:
□ De componenten zijn als eenheid verpakt en moeten ook gezamenlijk worden verwerkt en toegepast. Bijvoorbeeld een zaklamp of een twee componenten lijm.
□ De componenten zijn los verpakt maar alleen in combinatie te bestellen. Bijvoorbeeld een tuinset met één tafel en vier stoelen die alleen als set verkocht wordt.
□ De componenten zijn onderdelen van de consumenteneenheid die als service artikel niet door de consument maar wel door de afnemer kunnen worden besteld. Bijvoorbeeld een zaklamp waarvan het lampje of reflectorhuis niet los wordt verkocht, maar wel is te bestellen bij de leverancier.
De componenten zelf hebben geen eigen GTIN maar worden als component met een aantal kenmerken gedefinieerd bij de GTIN van de consumenteneenheid waartoe de componenten behoren.
1.4.4.1 Voorbeeld: Zaklamp met componenten
U ziet hier een voorbeeld van een zaklamp die bestaat uit een aantal componenten. Deze componenten worden niet los verkocht aan de consument, maar kunnen door de afnemer als service-artikel worden besteld bij de leverancier.
GS1 artikelcode | 8712345000080 | Zaklamp met componenten |
Hiërarchisch niveau | BASE_UNIT_OR_EACH | |
Aantal unieke componenten | 4 | |
Totaal aantal componenten | 4 | |
Component id | 123456 | Batterijhouder |
Componentnummer | 1 | |
Aantal componenten | 1 | |
Component id | 234567 | Reflectorhuis |
Componentnummer | 2 | |
Aantal componenten | 1 | |
Component id | 345678 | Lampje |
Componentnummer | 3 | |
Aantal componenten | 1 | |
Component id | 456789 | Afdichtingsring |
Componentnummer | 4 | |
Aantal componenten | 1 |
1.4.4.2 Voorbeeld: Tuinmeubelset
Een ander voorbeeld is een tuinmeubelset die bestaat uit een tafel met vier stoelen. De tuinmeubelset wordt als geheel besteld en geleverd aan de consument. De onderdelen kunnen niet los worden besteld bij de leverancier.
De tuinmeubelset bestaat uit drie pakketten in een omdoos:
- Eén tafel
- Twee pakketten met ieder twee stoelen
GS1 artikelcode | 8712345000301 | Tuinmeubelset |
Hiërarchisch niveau | PACK_OR_INNER_PACK | |
Aantal unieke componenten | 2 | |
Totaal aantal componenten | 3 | |
Componentnummer | 1 | Pakket met 2 stoelen |
Componentbeschrijving | Pakket met 2 stoelen | |
Component id | 123456 | |
Aantal componenten | 2 | |
Componentnummer | 2 | |
Componentbeschrijving | Tuintafel | |
Component id | 234567 | |
Aantal componenten | 1 |
1.5 Toepassing hiërarchieën
In onderstaand overzicht vindt u een aantal aspecten waarbij artikelhiërarchieën een belangrijke rol (kunnen) spelen.
■ Gevaarlijke stoffen (o.a. aanduiding op omverpakking)
Het toezicht op de naleving van de regelgeving omtrent Milieu en Transport neemt steeds toe. De behoefte aan uitwisseling van informatie over gevaarlijke stoffen in producten groeit navenant. Voor het vervoer van producten in dozen, op pallets en dergelijke is het ook nodig om die informatie op dat niveau te kunnen uitwisselen in de keten.
■ Logistieke optimalisatie (o.a. bestel-, lever- en ontvangstproces)
- Een groot deel van het assortiment in de doe-het-zelf-, tuin- en diersector wordt fysiek gedistribueerd in verpakkingen (bv.6 blikken verf in een doos). Daarnaast bestaat een deel van de consumenteneenheden uit verschillende bij elkaar horende maar gescheiden verpakkingen (bv. een grote barbecue, keukenblok, e.d.). Bij logistieke operaties (ontvangst, opslag, e.d.) biedt de barcode op de verpakking de mogelijkheid om door scanning de logistieke processen efficiënter af te handelen als de samenhang tussen de verpakkingen en/of onderdelen van een consumenteneenheid bekend is.
- De artikelhiërarchie biedt de mogelijkheid om het bestellen, leveren en factureren uit te voeren in een voor dat proces passende eenheid, bv. bestellen in consumenteneenheid en leveren in handelseenheid.
- Een artikelhiërarchie kan ondersteuning bieden bij de controle of een consumenteneenheid, die uit meerdere verpakkingen/onderdelen bestaat, compleet is.
- Met een artikelhiërarchie kan het bestellen, leveren en factureren van onderdelen van een consumenteneenheid efficiënter administratief beheerd en verwerkt worden.
- Prijsafspraken kunnen worden vastgelegd op juiste eenheid (bv. op pallet niveau) en bestellen op basis van de meest gunstige eenheid (bv. handelseenheid).
1.6 Consumenteninformatie en hiërarchieën
Onder consumenteninformatie, ook wel e-commerce attributen genoemd, vallen gegevens die bedoeld zijn voor met name de online verkoop via webshops, maar ook voor bijvoorbeeld promotionele uitingen (acties, folders). Voor de consumenteninformatie zijn e-commerce attributen gedefinieerd en vastgelegd in de veldenlijst. De e-commerce attributen vermeldt u alleen bij de consumenteneenheid. Met consumenteneenheid wordt bedoeld de eenheid (artikel) die bij de kassa of via de webshop door de consument wordt afgerekend.
Is de consumenteneenheid een samengesteld artikel dan hoeft u de e-commerce attributen bij het samengestelde artikel niet te vermelden. De afnemer haalt dan de e-commerce attributen op bij de individuele artikelen die tot het samengestelde artikel horen.
1.7 Accessoires/onderdelen en hiërarchieën
Bij accessoires/onderdelen is er sprake van twee situaties:
1. Het accessoire/ onderdeel is door consumenten in de winkel of via de webshop te koop.
U kent aan het accessoire/ onderdeel een eigen GTIN toe en neemt het accessoire/ onderdeel dan met de bijbehorende gegevens op in GS1Data Source. Samen met de consumenteneenheid, waarbij de accessoire/ onderdeel hoort, is dit een samengesteld artikel.
2. Het accessoire/ onderdeel is niet voor consumenten te koop of te bestellen.
U vermeldt het accessoire/ onderdeel niet als component bij de consumenteneenheid waarbij deze hoort, tenzij afnemer en leverancier onderling afspraken hebben gemaakt om voor bepaalde artikelen wel de onderdelen als componenten te vermelden.
1.8 Displays en hiërarchieën
Een display bestaat uit verschillende onderdelen en kan in een vorm van een hiërarchie worden vastgelegd in MPM. Logistiek gezien zijn er twee situaties:
1. De display wordt als een complete en opgebouwde eenheid geleverd.
Dan is het voldoende om de display als een samengesteld artikel in een hiërarchie te vermelden in MPM.
2. De display wordt in onderdelen, maar wel gezamenlijk, geleverd en in de winkel opgebouwd. Hoewel hier dan sprake is van een verpakkingshiërarchie hoeft u alleen de display als logistiek samengesteld artikel in een hiërarchie te vermelden in MPM.
1.9 GPC en hiërarchieën
In hiërarchieën, met name bij samengestelde artikelen, kan het voorkomen dat de onderdelen van de hiërarchie een verschillende GPC code (brick) hebben. In onderstaand overzicht staat per soort hiërarchie welke GPC code u invult.
Hiërarchie | GPC code |
Verpakkingshiërarchie | Er zijn twee situaties: 1. De verpakkingshiërarchie is homogeen Elke onderdeel van de hiërarchie bestaat uit dezelfde consumenteneenheden met zijn eigen unieke GTIN. U vult dezelfde GPC code in op ieder niveau van de hiërarchie. 2. De verpakkingshiërarchie is heterogeen De onderdelen van de hiërarchie bestaan uit verschillende consumenteneenheden met ieder hun eigen GTIN. Vermeld dan de GPC code volgens de gebruiksregels voor een samengesteld artikel. |
Samengesteld artikel | 1. De onderdelen behoren tot dezelfde GPC klasse Vermeld dan de GPC code voor assortimenten van de betreffende klasse. Bijvoorbeeld: GPC code 10002453 - Vloermateriaal – Assortimenten bij klasse Vloermateriaal 2. De onderdelen behoren niet tot dezelfde GPC klasse maar wel tot dezelfde familie Xxxxxxx dan de GPC code voor assortimenten van de betreffende familie. Bijvoorbeeld: GPC code 10002506 - Bouwbenodigdheden – Assortimenten bij familie Bouwbenodigdheden 3. De onderdelen behoren niet tot dezelfde GPC klasse en ook niet tot dezelfde familie maar wel tot hetzelfde segment Vermeld dan de GPC code voor assortimenten van het betreffende segment. Bijvoorbeeld: GPC code 10003682 - Elektrisch Gereedschap/Apparatuur – Assortimenten bij segment Elektrisch Gereedschap/Apparatuur 4. De onderdelen behoren niet tot dezelfde GPC klasse, niet tot dezelfde familie en ook niet tot hetzelfde segment Vermeld dan de GPC code voor segment overstijgende classificatie t.w.: GPC code 10000624 – Segment overstijgende Classificatie – Assortimenten |
Logistiek samengesteld artikel | U vult dezelfde GPC code in op ieder niveau van de hiërarchie. |
Componentenhiërarchie | De component heeft geen eigen GTIN en daarom hoeft u ook geen GPC code te vermelden bij het component. |
1.10 Gevaarlijke stoffen, wet- en regelgeving en hiërarchieën
In dit hoofdstuk treft u de richtlijnen voor verschillende hiërarchieën, aan voor:
■ Het hanteren van de regels voor het vermelden van gegevens over gevaarlijke stoffen en wet- en regelgeving.
■ Vereisten van de wet- en regelgeving over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR). Het ADR kent diverse vrijstellingsregelingen. Met een vrijstellingsregeling kunnen gevaarlijke stoffen worden vervoerd zonder dat alle ADR-voorschriften van toepassing zijn. Behalve stofgebonden
Voor het vervoer van artikelen met gevaarlijke stoffen is het van belang onderscheid te maken tussen stamgegevens van artikelen en transactionele gegevens. Transactionele gegevens zijn gekoppeld aan een daadwerkelijke levering waarbij een transporteenheid wordt samengesteld op basis van een order van een afnemer. Dit hoofdstuk heeft alleen betrekking op de stamgegevens van een artikel.
1.10.1 Vrijstellingsregelingen
In de doe-het-zelf-, tuin- en diersector is voor het vervoer van artikelen met gevaarlijke stoffen tussen leverancier en afnemer de ADR regeling viscositeit en de vrijstellingsregelingen LQ (Limited Quantity) uitgangspunt genomen. De kenmerken van deze vrijstellingsregelingen zijn:
■ Viscositeitregel
De viscositeitsregel houdt in dat producten met bepaalde kenmerken niet onderworpen zijn aan de voorschriften van de ADR wet- en regelgeving.
■ LQ regeling
De LQ houdt een vrijstelling in voor gevaarlijke stoffen in kleinverpakkingen. Voorwaarde voor deze vrijstelling is dat de ondernemer gebruik maakt van een samengestelde verpakking en dat deze samengestelde verpakking het toegestane gewicht niet overstijgt (30 kg bruto massa voor de buitenverpakking en 20 kg voor trays).
In deze paragraaf staat per onderdeel van de verpakkingshiërarchie welke vrijstellingsregeling van toepassing is en hoe u dat aangeeft in MPM.
1. Handelseenheid
Voor de handelseenheid (of omverpakking) is de viscositeitregel of de LQ regeling van toepassing. U vermeldt in het attribuut ADR vrijstellingsregeling de betreffende waarde. In combinatie met het verplichte attribuut Bruto gewicht kan deze regeling worden toegepast. De overige attributen t.b.v. gevaarlijke stoffen hoeft u niet te vermelden.
2. Lastdrager (pallet, rolley, e.d.) met alleen omverpakkingen
Als de lastdrager bestaat uit alleen omverpakkingen is de viscositeitregel of de LQ regeling van toepassing. U vermeldt in het attribuut ADR vrijstellingsregeling de betreffende waarde. In combinatie met het verplichte attribuut Bruto gewicht kan deze regeling worden toegepast. De overige attributen
t.b.v. gevaarlijke stoffen hoeft u niet te vermelden.
3. Lastdrager (pallet, rolley, e.d.) met alleen consumenteneenheden
Als de lastdrager bestaat uit alleen maar consumenteneenheden met gevaarlijke stoffen (bv. grootverpakkingen verf) is de 1000 punten regeling van toepassing. U vermeldt in het attribuut ADR vrijstellingsregeling de betreffende waarde. In combinatie met het verplichte attribuut Bruto gewicht kan deze regeling worden toegepast. De overige attributen t.b.v. gevaarlijke stoffen hoeft u niet te vermelden.
Bij displays zijn er twee vormen: een display die als losse onderdelen wordt geleverd en in de vestiging van de afnemer wordt opgebouwd en een display die klant-en-klaar wordt geleverd.
1. Display wordt in de vestiging opgebouwd
Zie voor het hanteren van de betreffende vrijstellingsregelingen paragraaf
1.10.2 Verpakkingshiërarchie.
2. Display wordt kant-en-klaar geleverd
Als de producten, met gevaarlijke stoffen, worden verpakt in een omverpakking geldt de viscositeit regel of de LQ vrijstellingsregeling. U vermeldt in het attribuut ADR vrijstellingsregeling de betreffende waarde. In combinatie met het verplichte attribuut Bruto gewicht kan deze regeling worden toegepast. De overige attributen t.b.v. gevaarlijke stoffen hoeft u niet te vermelden.
Als de producten, met daarin gevaarlijke stoffen, NIET worden verpakt in een omverpakking geldt de 1000 punten vrijstellingsregeling. U vermeldt in het attribuut ADR vrijstellingsregeling de betreffende waarde. In combinatie met het verplichte attribuut Bruto gewicht kan deze regeling worden toegepast. De overige attributen t.b.v. gevaarlijke stoffen hoeft u niet te vermelden.
Samengestelde artikelen kunnen worden geleverd en vervoerd in een omverpakking als handelseenheid of los op een lastdrager. Zie voor het hanteren van de betreffende vrijstellingsregelingen paragraaf
1.10.2 Verpakkingshiërarchie.
1.10.5 Logistiek samengestelde artikelen
Het is mogelijk dat één van de onderdelen van deze hiërarchie producten bevat met gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de ADR wetgeving. Zie dan voor het hanteren van de betreffende vrijstellingsregelingen paragraaf
1.10.2 Verpakkingshiërarchie.
In deze paragraaf treft u de richtlijnen aan voor het vermelden van de gevaarlijke stoffen in de componenten en het vervoer van het artikel met gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de ADR wetgeving.
1. Gevaarlijke stoffen en de componenten
Naast de attributen waarmee u bijvoorbeeld het aantal en nummer van een component vermeldt in MPM kunt u ook gegevens uit de diverse modules van GDSN vermelden bij de component. Daarmee kunt u per component gegevens over gevaarlijke stoffen en andere wetgeving uitwisselen via MPM.
2. Vervoer artikel met gevaarlijke stoffen
Een artikel kan bestaan uit componenten met daarin gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de ADR wetgeving. Bij het leveren en vervoeren van het artikel met componenten maakt u gebruik van één van de logistieke hiërarchieën zoals hiervoor is beschreven. U volgt dan de richtlijn en de vrijstellingsregeling zoals bij de betreffende logistieke hiërarchie is vermeld.
1.11 Afmetingen van onderdelen in de hiërarchie
U kent aan ieder onderdeel van een artikelhiërarchie een eigen unieke GTIN toe, behalve bij de componentenhiërarchie. Op deze GTIN’s zijn de GS1 meetregels van toepassing, zie daarvoor het document Meetregels voor veelvoorkomende verpakkingen.
1.12 Identificatie van de hiërarchieën
De diverse soorten artikelhiërarchieën zijn te herkennen aan het attribuut Hiërarchisch niveau.
In onderstaand overzicht treft u per soort artikelhiërarchie de waarde van het attribuut Hiërarchisch niveau aan voor de betreffende artikelhiërarchie.
Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxxxx niveau |
Verpakkingshiërarchie | CASE, TRANSPORT_LOAD of PALLET |
Display | DISPLAY_SHIPPER of MIXED_MODULE |
Samengesteld artikel | PACK_OR_INNER_PACK |
Logistiek samengestelde artikelen | PACK_OR_INNER_PACK |
Componentenhiërarchie | BASE_UNIT_OR_EACH in combinatie met ingevulde waarden voor de componenten attributen zoals bijvoorbeeld Component nummer en Component id. |
In onderstaand overzicht zijn voor de onderdelen van deze hiërarchieën de waarden vermeld van zowel de attributen Indicatie consumenteneenheid als Hiërarchisch niveau.
Hiërarchie | Indicatie consumenteneenheid bij onderdelen hiërarchie | Hiërarchisch niveau bij onderdelen hiërarchie |
Samengesteld artikel | true | BASE_UNIT_OR_EACH |
Logistiek samengestelde artikelen | false | BASE_UNIT_OR_EACH |
1.13 Publicatie van de hiërarchieën
Nadat nu duidelijk is wat hiërarchieën zijn en waaruit ze kunnen bestaan, is het tijd om uw gegevens in te voeren en te publiceren. Voer eerst de respectievelijke GTIN’s voor alle niveaus uit de hiërarchie in. Uiteraard is e.e.a. afhankelijk van de gebruikte software. Basisregel is dat alle GTIN’s waaruit de hiërarchie bestaat eerst worden opgevoerd. Daarna voert u door middel van het aanvullen van de basisgegevens per GTIN de onderliggende GTIN’s en hun aantallen per GTIN in de hiërarchie in op alle niveaus van de hiërarchie.
Als u een GTIN op het hoogste niveau publiceert (de pallet of mogelijk een ander lastdrager zoals een dolly of trolley) dan worden automatisch alle onderliggende GTIN’s (niveaus) gepubliceerd aan de ontvanger van uw keuze.
Op aanvraag kan GS1 een online training organiseren voor een gedetailleerde instructie.
1.14 Attribuut details
Voor het uitwisselen van informatie over lastdragers zijn er twee scenario’s: het gebruik van beladen lastdragers (bijv. pallets) met een GTIN of zonder een GTIN. De informatie over de belading op deze pallets wordt in beide scenario’s in andere velden opgeslagen. De beladen pallets met GTIN worden als hiërarchie opgenomen. De palletgegevens van een beladen pallet zonder een GTIN (non-GTIN pallet) worden opgeslagen op het niveau van de omdoos. Onderstaand overzicht (Engelstalig want deze komt uit de Trade Item Implementation Guide) geeft aan welke velden in welk scenario moeten worden gebruikt. In het datamodel wordt of slechts één GDSN naam vermeld (als deze gebruikt worden voor beide scenario’s) of er staan twee GDSN namen. In dat geval wordt de eerste naam gebruikt als de pallet een GTIN heeft en de tweede als het een Non-GTIN pallet is.
Behoeften van de business | Scenario Logistieke Eenheid met GTIN | Scenario Logistieke Eenheid zonder GTIN De data wordt toegevoegd aan het hoogste niveau dat wordt geïdentificeerd met een GTIN |
Aantal onderliggende eenheden per laag op de pallet | Quantity Of Trade Items Contained In A Complete Layer (7.232) Attribute: quantityOfTradeItemsContainedInACompleteLayer Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule | Quantity Of Trade Items Per Pallet Layer (7.233) Attribute: quantityOfTradeItemsPerPalletLayer Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule |
Aantal lagen op de pallet | Quantity Of Complete Layers Contained In A Trade Item (7.230) Attribute: quantityOfCompleteLayersContainedInATradeItem Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule | Quantity Of Layers Per Pallet (7.231) Attribute: quantityOfLayersPerPallet Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule |
Hoeveelheid GS1- artikelcode (GTIN) dochterniveau | Quantity Of Next Lower Level Trade Item (0.044) Attribute: quantityOfNextLowerLevelTradeItem Class: ChildTradeItem Module: TradeItem (core) | Quantity Of Trade Items Per Pallet (7.226) Attribute: quantityOfTradeItemsPerPallet Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule |
Lastdrager- brutogewicht | Gross Weight (3.015) Attribute: grossWeight Class: TradeItemWeight Module: TradeItemMeasurementsModule | Logistics Unit Gross Weight (7.237) Attribute: grossWeight Class: NonGTINLogisticsUnitInformation Module: NonGTINLogisticsUnitInformationModule |
Lastdragerhoogte | Height (3.012) Attribute: height Class: TradeItemMeasurements Module: TradeItemMeasurementsModule | Logistics Unit Height (7.234) Attribute: height Class: NonGTINLogisticsUnitInformation Module: NonGTINLogisticsUnitInformationModule |
Lastdragerdiepte | Depth (3.014) Attribute: depth Class: TradeItemMeasurements Module: TradeItemMeasurementsModule | Logistics Unit Depth (7.236) Attribute: depth Class: NonGTINLogisticsUnitInformation Module: NonGTINLogisticsUnitInformationModule |
Lastdragerbreedte | Width (3.013) Attribute: width Class: TradeItemMeasurements Module: TradeItemMeasurementsModule | Logistics Unit Width (7.235) Attribute: width Class: NonGTINLogisticsUnitInformation Module: NonGTINLogisticsUnitInformationModule |
Stacking factor | * Stacking Factor (7.227) Attribute: stackingFactor Class: TradeItemStacking Module: TradeItemHandlingModule | Logistics Unit Stacking Factor (7.228) Attribute: logisticsUnitStackingFactor Class: NonGTINLogisticsUnitInformation Module: NonGTINLogisticsUnitInformationModule |
Stacking factor type | * Stacking Factor Type (7.229) Attribute: stackingFactorTypeCode Class: TradeItemStacking Module: TradeItemHandlingModule | Geen attribuut beschikbaar |
Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld | * Is Trade Item Packed Irregularly (7.238) Attribute: isTradeItemPackedIrregularly Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule | Is Non GTIN Logistic Unit Packed Irregularly (7.239) Attribute: isNonGTINLogisticsUnitPackedIrregularly Class: TradeItemHierarchy Module: TradeItemHierarchyModule |
* Nota: De attributen Stacking Factor (stapelfactor), Stacking Factor Type (Type stapelfactor), Pallet Type Code (Type lastdrager) en Is Trade Item Packed Irregularly (Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld) zijn optioneel.
Voor een handelsitem zijn er twee mogelijkheden:
■ Ofwel: zijn ze altijd hetzelde voor dit type handelsitem? Geef ze dan door als masterdata, gevuld met de (normale) warden voor het handelsitem;
■ Ofwel: kunnen ze anders zijn per transactie, bijvoorbeeld als er geen standaard geconfigureerd platform wordt gebruikt voor dit handelsitem? Geef dan deze informatie mee in de Despatch Advice / Advanced Shipping Notice (EDI verzendbericht) en niet als masterdata.
1.15 Attributen artikelhiërarchie
In onderstaand overzicht staan de attributen die een rol spelen bij het uitwisselen van artikelgegevens over een artikelhiërarchie.
Bij het uitwisselen van artikelgegevens via MPM vult u per artikel de complete artikelhiërarchie.
Naast deze gegevens vult u ook de overige relevante gegevens van de betreffende GTIN in zoals in het datamodel.
Para- graaf | Attribuut | Definitie | Ver- pak- king | Samen- gesteld artikel | Logistiek samen- gesteld artikel | Com po- nent |
0.022 | GS1 artikelcode (GTIN) | Wereldwijd uniek nummer voor identificatie van het product. | x | x | x | |
0.062 | Indicatie consumenteneenheid | Logische waarde die aangeeft of dit product een consumenteneenheid is. | x | x | x | |
0.063 | Indicatie besteleenheid | Logische waarde die aangeeft of dit product een besteleenheid is. | x | x | x | |
3.007 | Hiërarchisch niveau | Code die het hiërarchisch niveau (pallet, doos, basiseenheid) van het product aangeeft. | x | x | x | |
0.041 | Aantal kinderen | Getal dat het aantal unieke producten (GTIN’s) aangeeft dat in een hiërarchie zit. | x | x | x | |
0.042 | Totaal aantal onderliggende eenheden | Getal dat het totaal aantal producten aangeeft dat in een hiërarchie zit. | x | x | x | |
0.043 | GTIN dochterniveau | De referentie naar de GTIN van de onderliggende eenheid die onderdeel is van deze hiërarchie. | x | x | x | |
0.044/ 7.226 | Hoeveelheid GS1 artikelcode (GTIN) dochterniveau | Getal dat het aantal eenheden van de GTIN op dochterniveau aangeeft. | x | x | x | |
7.223 | Indicatie displayeenheid | Code die aangeeft dat dit product een displayeenheid is of als zodanig kan worden gebruikt. Een display is bedoeld om naar een winkel te vervoeren zonder te worden opgesplitst in een distributie- centrum. De display wordt getoond in een winkel of op een schap. | x | |||
7.224 | Type display | Code die het type display voor het product aangeeft. | x | |||
7.225 | Type lastdrager | Aanduiding of de verzendeenheid op een lastdrager geleverd wordt en op wat voor soort lastdrager. | x | |||
7.227/ 7.228 | Stapelfactor | Aanduiding van het maximum aantal lagen waarop het product kan worden gestapeld. | x | |||
7.229/ - -- | Type stapelfactor | Aanduiding van het type stapelfactor ofwel voor welk proces de stapelfactor is opgegeven. | x | |||
7.230/ 7.231 | Aantal lagen op de pallet | Het aantal lagen van de onderliggende handelseenheden op de lastdrager. Is niet van toepassing op een basiseenheid. | x |
7.232/ 7.233 | Aantal onderliggende eenheden per laag op de pallet | Het aantal handelseenheden in een complete laag van de bovenliggende verpakkingsconfiguratie. Wordt gebruikt in de hiërarchische verpakkingsstructuur van een handelseenheid. | x | |||
7.234 | Lastdragerhoogte | De waarde van de gemiddelde hoogte van de eenheden op de lastdrager vermeerderd met de lastdragerhoogte. | x | |||
7.235 | Lastdragerbreedte | Het getal dat de breedte aangeeft van de lastdrager, gemeten overeenkomstig de GS1 meetregels. | x | |||
7.236 | Lastdragerdiepte | Het getal dat de diepte aangeeft van de lastdrager, gemeten overeenkomstig de GS1 meetregels. | x | |||
7.237 | Lastdrager brutogewicht | De waarde van het totale gewicht van de eenheden op de lastdrager, vermeerderd met het lastdragergewicht. | x | |||
7.238 / 7.239 | Indicatie lastdrager onregelmatig gestapeld | Code die aangeeft dat de lastdrager onregelmatig gestapeld is. | x | |||
7.240 | Totaal aantal componenten | Getal dat het totaal aantal componenten aangeeft dat in een componentenhiërarchie zit. | X | |||
7.241 | Aantal unieke componenten | Getal dat het aantal unieke componenten aangeeft dat in een componentenhiërarchie zit | x | |||
7.242 | Componentnummer | Getal dat het volgnummer aangeeft in een componentenhiërarchie. | x | |||
7.243 | Component- beschrijving | Tekst waarmee de component wordt beschreven. | x | |||
7.244 | Component id | Tekst waarmee een component uniek wordt geïdentificeerd in een componentenhiërarchie. | x | |||
7.245 | Aantal componenten | Getal dat het aantal componenten aangeeft van deze component. | X |
1.16 Taalcodes
In MPM is het mogelijk om met taalcodes één of meerdere talen aan te geven. In de veldenlijst in Excel herkent
u de mogelijkheid om een andere taalcode te gebruiken aan de waarde ‘Yes’ in de kolom ‘Multi-Lingual’.
De taalcode wordt meegegeven in de XML ‘Description’ velden (als languageCode, zie het XML voorbeeld). Dit wordt vaak door de software geregeld die u gebruikt om artikelgegevens toe te voegen en te onderhouden.
Let op: het is voor het attribuut ‘Vervoersnaam – aanvulling’ niet mogelijk om de taalcode in het aparte element in te voeren. Vermeld de taal in de waarde zelf, bijvoorbeeld: nl: Pyrrolidine, Formaldehyde
Doelmarkt | Verplicht | Wenselijk |
Nederland (NL) | Nederlands = NL | |
België (BE) | Nederlands = NL Frans = FR Duits = DE | Engels = EN |
In onderstaande tabel vindt u de regels voor het gebruik van de taalcode:
Definitie | Code waarmee de taal wordt aangegeven, waarin de gegevensvelden uit deze groep (omschrijving gegevensvelden) zijn ingevoerd. | ||||
Regel(s) | Voor een tekstgegevensveld met betrekking tot wettelijk verplichte gegevens (zoals bijvoorbeeld betreffende gevaarlijke stoffeninformatie): Voor andere tekstgegevensvelden (ongeacht of deze optioneel of verplicht zijn): | ||||
Doelmarkt | Verplicht | Wenselijk | |||
Nederland (NL) | Nederlands = NL | ||||
België (BE) | Nederlands = NL Frans = FR | Engels = EN Duits = DE | |||
Voorbeeld | NL | ||||
Voorbeeld XML | Voorbeeld van gebruik taalcode in XML van attribuut Volledige omschrijving: <tradeItemDescription languageCode=”en”>Flexa Creations Wallpaint Extra matte Havana 3550 medium yellow 0,75 litre</tradeItemDescription> <tradeItemDescription languageCode=”nl”>Flexa Creations Muurverf Extra mat Havana 3550 midden geel 0,75 liter</tradeItemDescription> |
Zie appendix A.3 voor een verwijzing naar de te gebruiken taal- en landcodes
1.17 Omschrijvingsvelden
De attributen voor het omschrijven van een artikel worden gebruikt om in woorden uit te drukken om wat voor artikel het gaat. In de standaard zijn er meerdere attributen beschikbaar om het artikel te omschrijven. De zes attributen uit onderstaande lijst zijn nodig om een juiste en volledige omschrijving op te stellen. De omschrijving moet onder andere gebruikt kunnen worden voor aanvullende herkenning van het artikel, schapkaarten, de kassabon en etikettering.
1.17.2 Attribuut namen en gebruiksregels
De beschrijving van een artikel kan in de volgende attributen worden uitgedrukt:
- Merknaam
- Submerk
- Functionele naam
- Variant
- Netto inhoud
- Volledige omschrijving
Deze zes attributen gebruikt u om het artikel uniek te identificeren. Er kunnen geen twee verschillende artikelen zijn waarbij de zes attributen identiek zijn.
Als algemene regel geldt dat de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam, Variant en Netto inhoud achterelkaar uitgedrukt een logische omschrijving opleveren. Bijvoorbeeld: Flexa – Creations – Muurverf - Extra mat Wit morning snow– 750 ml.
De attributen voor het beschrijven van een artikel kunnen in meerdere talen ingevoerd worden. Als basisregel geldt dat deze velden in de taal van de doelmarkt (Target Market) worden ingevuld. Dus voor Target Market Nederland: Nederlands en voor Target Market België: Nederlands en Frans.
1.17.3 Toepassing van de zes attributen voor omschrijving
In de volgende paragrafen staat een toelichting van elk attribuut en krijgt u voorbeelden wat u in het attribuut kunt invoeren.
1.17.3.1 Merknaam (verplicht)
De naam van het merk waaronder het artikel wordt verkocht en gepromoot. Bijvoorbeeld Flexa of Pokon. Het is belangrijk het merk steeds hetzelfde te spellen, niet af te korten en hoofd- en kleine letters en leestekens uniform te gebruiken.
Bijzondere situaties
- Merkloze artikelen krijgen (UNBRANDED) als merknaam
- Een combinatieverpakking met verschillende merken (bijvoorbeeld een display, maar ook een geschenkverpakking) krijgt ook (UNBRANDED) als merknaam
1.17.3.2 Submerk (optioneel)
Van een submerk is sprake als er binnen een merk series zijn waarop een aparte marketinginspanning is gericht. Bijvoorbeeld:
- Merk = Flexa
- Submerk = Couleur Locale
Het kan zijn dat sommige artikelen van een merk wel een submerk hebben en andere niet. De leverancier bepaalt of er sprake is van een submerk. Deze is zichtbaar op het artikel en/of de verpakking. Als er geen submerk op het artikel staat dan blijft het attribuut Submerk leeg.
1.17.3.3 Functionele naam (verplicht)
Deze waarde in dit attribuut geeft antwoord op de vraag ‘naar welk artikel is de consument op zoek?’
Bijvoorbeeld:
- Muurverf
- Vouwgordijn
De waarde die wordt ingevuld is zo concreet mogelijk, dus niet verf maar muurverf, niet raamdecoratie maar vouwgordijn. Een bepaalde functionele naam zal vaak bij meerdere leveranciers voorkomen, maar dat hoeft niet: sommige artikelnamen zijn door een enkele leverancier ontwikkeld en een soortnaam geworden.
1.17.3.4 Variant (optioneel)
Het attribuut variant bevat informatie die het artikel onderscheidt van andere artikelen van hetzelfde merk en met dezelfde functionele naam v.w.b. kleur, geur, samenstelling, werking, etc. Bijvoorbeeld:
- Bij verf: appelgroen/ mosgroen
Het kan ook zijn dat bij het ene artikel (de basisuitvoering) het attribuut variant niet gevuld is en bij het
andere artikel (de variant) wel. Bijvoorbeeld:
- Bij verf: <geen variant> / helderwit
- Bij potgrond: <geen variant> / met voedingstoffen
Let op: voor een langere omschrijving van de variant of bij meerdere variant eigenschappen kunt u dit attribuut meerdere malen invoeren.
1.17.3.5 Netto inhoud (verplicht bij basiseenheid)
In het attribuut vermeldt u de netto inhoud zoals op de verpakking staat. Meer informatie over hoe u dit attribuut kunt gebruiken vindt u in het datamodel.
1.17.3.6 Volledige omschrijving (verplicht)
Naast de attributen Merknaam, Submerk, Functionele naam, Variant en Netto inhoud die samen een omschrijving van het artikel vormen, bevat de standaard ook nog het attribuut Volledige omschrijving.
Aangeraden wordt om dit attribuut te vullen door een combinatie van de attributen ‘Merknaam’, ‘Submerk’, ‘Functionele naam’ en ‘Variant’.
Wanneer deze samenstelling niet voldoende informatie geeft of geen recht doet aan de manier waarop in de handel of marketing naar dit artikel gerefereerd wordt, kunt u ook een aangepaste omschrijving bij dit attribuut invullen. Dit attribuut dan niet meer of andere informatie bevatten dan wat reeds beschikbaar is in de attributen ‘Merknaam’, ‘Submerk’, ‘Functionele naam’, ‘Variant’ en ‘Netto Inhoud’.
Merk | Submerk | Functionele naam | Variant | Inhoud |
Bison | PVC lijm | Hard | 250 milliliter | |
Brabantia | Pedaalemmer | Kunststof binnenemmer Wit 3 l | 1 stuks | |
Etna | Trendline | Afzuigkap | Schouwmodel 60cm RVS | 1 stuks |
Flexa | Creations | Muurverf | Extra mat Havana 3550 midden geel | 0,75 liter |
Xxx xx Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Uni Zwart (1910) B 1100 mm H 1900 mm | 1 stuks | |
Naturado | Potgrond | RHP kwaliteit | 20 liter | |
Rambo | Tuinbeits | 4000 Lichtgroen | 2,5 liter | |
Sealskin | Douchegordijnsta ng | SEALLUX Wit 80-130 CM | 1 stuks | |
WOOOD | Duo | Eettafel | Eiken-grenen Wit 150 x 85 | 1 stuks |
Xxxx&Xxxxx | Opdekdeur | ABB001 Links 630x2015 mm | 1 stuks | |
Cetabever | Binnenbeits | TRANSPARANT ACRYL | 0,75 liter |
In de datapool worden de belastingtarieven voor BTW aangegeven met een code. De interpretatie van de code is echter afhankelijk van de doelmarkt waaraan producten worden geleverd. In onderstaande tabel staat aan wat de diverse codes in de drie Benelux landen inhouden:
TAX CATEGORY CODE | VAT BELGIUM | VAT LUXEMBOURG | VAT NETHERLANDS |
ZERO | 0% | 0% | 0% |
LOW | 6% | 3% | 9% |
MEDIUM | 12% | 8% | / |
HIGH | / | 14% | 21% |
STANDARD | 21% | 17% | / |
EXEMPT | No tax | No tax | No tax |
Bij samengestelde producten geeft u de tax category met het hoogste van toepassing zijnde tarief aan. |
1.18 Validaties
Sinds datamodel versie 9.0.0 zijn validaties onderdeel van het datamodel. Met validaties wordt een voorwaardelijke afhankelijkheid toegevoegd. Door een ‘if’ / ‘then’ statement wordt afgedwongen dat een specifiek attribuut verplicht wordt. Deze verplichting is afhankelijk van de ingevulde waarde in het ‘if’ gedeelte van het statement.
De validatie is enkelvoudig, dat betekent dat de regel uit één ‘if’ / ‘then’ statement bestaat en dus maar één conditie bevat. Verschillende regels worden dan ook individueel geïnterpreteerd. De validatie is tevens brick onafhankelijk: geldt voor elke brick waar het ‘if’ veld voorkomt.
Ter verduidelijking ziet u hieronder een voorbeeld:
Kolommen * | Voorbeeld inhoud |
ValidationID | V_DIY_000001 |
FieldID (if) | 7.673 |
Attributename Dutch (if) | Materiaal specifiek |
GDSN/ FREE? (if) | FREE |
Value | hout |
FieldID (then mandatory) | 7.407 |
Attribute name (then mandatory) | Type hout |
GDSN/ FREE? (then) | FREE |
Added in version? | 9.0.0 |
Uitgeschreven in tekstvorm wil dit voorbeeld zeggen dat als de waarde ‘hout’ wordt ingevuld bij attribuut 7.673 ‘Materiaal specifiek’, het anders optionele attribuut 7.407 ‘Type hout’ verplicht is om in te vullen. Deze validatieregel is van toepassing sinds datamodel 9.0.0.
1.19 Afhankelijkheid van velden
Het kan voorkomen dat er tijdens het invoeren van artikelgegevens ‘extra’ velden bij bepaalde velden verschijnen. Wij spreken dan van afhankelijkheid (dependence). Het verschijnen van het ‘secundaire’ veld is dus afhankelijk van het wel of niet in vullen van het basisveld. Informatie hierover is terug te vinden in het tabblad ‘Fielddefinitions’ van het datamodel. Als er voor een attribuut een afhankelijkheid geldt, dan staat er in ‘kolom R’ ‘Dependency’ het FieldID van het attribuut waarvan dit attribuut afhankelijk is. In ‘kolom AL’ is te zien of het attribuut verplicht is als het ‘basis’ attribuut wordt ingevuld.
2. Groepen attributen voor specifieke doeleinden
Via GS1 Data Source worden naast de basis- en consumenteninformatie ook gegevens uitgewisseld voor specifieke doeleinden of soort product (zoals batterijen).
2.1. Gevaarlijke stoffen en Declaration of Performance (DoP)
In de toelichting bij de attributen met FieldID 5.001 ‘Code SDS’ en 5.038 ‘Code DoP’ in kolom Instruction Dutch en Instruction English in het datamodel is opgenomen dat op grond van EU verordeningen (publiekrechtelijk) de merk eigenaar (brandowner) verantwoordelijk is voor de levering van het SDS (Safety Data Sheet) respectievelijk de DoP. Privaatrechtelijk kan echter worden afgesproken dat de producent/groothandel de praktische gevolgen van deze verantwoordelijkheid overneemt en het SDS en/of DoP feitelijk opstelt en/of levert. Dit behoeft enige uitleg:
■ De leverancier van een stof of mengsel verstrekt een SDS als dat nodig is (artikel 31 Reach).
■ De verstrekker van een SDS wordt vermeld in sectie 1.3 van het SDS. Hiermee wordt de verstrekker van het SDS materieel dezelfde als de leverancier van een mengsel.
■ De producent stelt een DoP op en verstrekt deze als dat nodig is.
Praktisch gesproken is de eerste die een stof of mengsel (waarvoor een SDS of DoP nodig is) binnen de EU verstrekt, degene die een SDS of DoP moet opstellen en dat ook moet verstrekken aan zijn professionele afnemers.
Als een producent van een A-merk (bijvoorbeeld tegellijm) zijn product verstrekt aan een professionele afnemer, zoals een retailer, heeft hij daarbij de op grond van Reach en de Bouwproductenverordening geldende verplichtingen. Hij verstrekt dan een SDS en een DoP met zijn eigen gegevens in sectie 1.3. Hij baseert het SDS en DoP op documentatie die hij van zijn leveranciers van grondstoffen heeft ontvangen. De retailer die het product doorverkoopt hoeft in beginsel geen SDS ter beschikking te stellen aan zijn consumenten en hoeft daarmee ook geen SDS met zijn eigen gegevens in sectie 1.3 te hebben. Hij geeft slechts door wat hij ontvangt.
Als een producent in opdracht van een retailer een private label product maakt, ligt het anders. De merkhouder (dat kan nog steeds de producent zijn) is degene die het product op de markt brengt. Deze heeft de verantwoordelijkheid voor Reach en de Bouwproductenverordening die overeenkomt met die van producent. Dat betekent dat de merkhouder in dat geval een SDS en een DoP opstelt. Dat zal hij ook baseren op bladen die hij heeft ontvangen van zijn leveranciers van grondstoffen. In dit geval is de grondstof echter het complete mengsel. De merkhouder zet zijn gegevens in sectie 1.3 van het SDS als verstrekker en vermeld zijn eigen gegevens als fabrikant op het DoP.
Zowel Reach als de Bouwproductenverordening zijn onderdeel van het staats- en bestuursrecht, wat publiekrechtelijke verplichtingen inhoudt. Partijen kunnen onderling privaatrechtelijk afspraken maken waarmee ze de praktische gevolgen van deze publiekrechtelijke verantwoordelijkheden overnemen. Dat kan in het voorbeeld van tegellijm betekenen dat ze afspreken dat de fysieke producent het SDS en het DoP levert met vermelding van de merk eigenaar als verstrekker op het SDS en fabrikant op het DoP. Ze kunnen evenwel niet afspreken dat publiekrechtelijke verantwoordelijkheden niet gelden. Dus de verstrekker van een SDS die in sectie 1.3 wordt genoemd blijft voor Reach de officiële partij. De invulling van de verantwoordelijkheden die daarbij horen kunnen overgedragen worden. Zoals het opstellen van het SDS, garanderen dat deze juist is en instaan voor eventuele fouten, of het fysiek verstrekken ervan.
Voor sommige artikelen is een veiligheidsblad, of Safety Data Sheet (SDS), wettelijk verplicht. In dat geval geeft u in het attribuut ‘Code SDS’ aan dat er een SDS voor het artikel aanwezig is. Ook vermeldt u dat alle relevante attributen, zoals bijvoorbeeld ‘Laatste verificatiedatum SDS-geldigheid’ en ‘Handelsnaam’ op het SDS zijn ingevuld. Is ‘Code SDS’ niet ingevuld, dan geeft u daarmee expliciet aan dat er geen SDS voor het artikel nodig/aanwezig is.
Bij het invoeren van gegevens voor deze artikelen houdt u rekening met het volgende:
- De GS1 artikelcode (GTIN), de dataleverancier en de doelmarkt zijn de primaire sleutels van een artikel in MPM. In de praktijk leidt dit soms tot meerdere veiligheidsbladen voor één artikel. Een veiligheidsblad is altijd opgesteld in een taal waarvan u de taalcode vermeldt in MPM. We adviseren u om die taalcode ook in de bestandnaam van het SDS op te nemen. Wanneer een artikel bijvoorbeeld
wordt geleverd aan de doelmarkt België, voeg dan de SDS-bladen in het Nederlands, Duits en Frans toe. Meer informatie over veiligheidsbladen vindt u op de website van Echa Europe, zie Appendix A.3 voor de verwijzing naar deze externe bron.
- Sommige artikelen bevatten meerdere componenten, bijvoorbeeld tweecomponentenlijm. Om de gegevens op het veiligheidsblad van een component via MPM uit te wisselen, kent u aan iedere component een eigen (administratieve) GS1 artikelcode toe. De componenten met bijbehorende GS1 artikelcode neemt u vervolgens op als een samengesteld artikel. Voor ieder component is een apart veiligheidsblad nodig, met bijbehorende gevaarlijke stoffen gegevens.
- Voor de Nederlandse deelnemers biedt GS1 in samenwerking met een Data Management Service (DMS) een dienst aan voor het verifiëren van veiligheidsbladen. Het openbare internetadres van het veiligheidsblad wordt met het veld ‘URL bestandsnaam SDS’ (FieldID 5.004) kenbaar gemaakt. De DMS download het veiligheidsblad en richt zich minimaal op de velden die zijn opgenomen in de veldenlijst. In de veldenlijst kunnen de velden die betrekking hebben op gevaarlijke stoffen met een ‘Yes’ in de kolom ‘Dangerous Goods’ (kolom Y) worden geselecteerd.
2.1.2. Declaration of Performance (DoP)
Voor sommige artikelen is een prestatieverklaring wettelijk verplicht, deze wordt ook wel Declaration of Performance (DoP) genoemd. In dat geval geeft u in het attribuut ‘Code DoP’ aan dat er een DoP voor het artikel aanwezig is en dat alle relevante attributen, zoals bijvoorbeeld ‘Laatste verificatiedatum DoP geldigheid’, ‘Datum laatste herziening DoP Titel’ op het DoP blad zijn ingevuld. De inhoudelijke informatie op het blad wordt niet opgeslagen, zoals bij SDS-sheets voor sommige velden wel het geval is. Door ‘Code DoP’ niet in te vullen geeft u expliciet aan dat er geen DoP nodig/aanwezig is voor het artikel.
De producent/leverancier is verantwoordelijk voor de juistheid van de prestatieverklaring (DoP) en is daarmee ook degene die kan verklaren of een DoP van een bepaalde datum wel of niet juist is. Wanneer leveranciers informatie aanleveren, vragen zij bij de producent na of de DoP nog geldig is. Dat geldt dan voor alle (taal)versies die beschikbaar zijn. Periodiek kan die geldigheid door de afnemer worden opgevraagd bij de leverancier. GS1 biedt geen dienst aan voor het verifiëren van de DoP zoals een DMS dat doet bij SDS sheets.
2.2. Meststoffen
In België is het voor sommige artikelen wettelijk verplicht op een kassabon en/of factuur een tekst af te drukken met de typering van de meststof. In het Excel data model is daarvoor het attribuut 5.059 ‘Type aanduiding meststoffen’ opgenomen. Het formaat van deze tekst is voorgeschreven door de Belgische overheid. Voorbeelden van gegevens die tot deze groep behoren zijn ‘indicatie nitraat houdende meststof’, ‘indicatie EU toegestaan meststof’ en ‘gehalte ammoniumnitraat’.
2.3. Batterijen
De artikelgroep batterijen bevat zowel consumentgerichte gegevens als gegevens met betrekking tot gevaarlijke stoffen en recycling. Consumentgerichte gegevens zijn bijvoorbeeld ‘oplaadtijd’, ‘type batterij’ (AA, AAA, e.d.) en ‘soort batterij’ (Li-Ion, NiCD, NiMH). De gegevens die betrekking hebben op gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld ‘batterij gewicht’, ‘lood’, ‘kwik’, ‘cadmium percentage’ en ‘lithium gehalte’.
2.4. Xxxxxx, verpakkingenbelasting en verwijderingsbijdrage (MVV)
Als op een artikel wetgeving van toepassing is voor milieu, verpakkingenbelasting en/of verwijderingsbijdrage vult u de daarvoor geldende gegevens in bij het artikel. Het gaat over de gegevens over ‘Recupel’, ‘Bebat’, ‘Wecycle’, ‘Stibat’, ‘Auvibel’, ‘Valorlub’ en ‘Recytyre’.
Daarnaast zijn in het datamodel de gedetailleerde gegevens voor aangifte opgenomen.
Afnemers verwachten in sommige gevallen (vooral in het geval van geïmporteerde artikelen) van leveranciers dat zij gedetailleerde informatie over de verpakkingen van producten aanleveren via GDSN. Zo kunnen afnemers deze gegevens bijvoorbeeld gebruiken voor afvalverwerking of om aan wettelijke eisen (zoals Fost Plus, Afvalfonds en VAL-I-PAC) te voldoen.
2.4.1. Eisen milieuheffingen van herbruikbare verpakkingen
Voor alle verpakkingen levert u informatie over verpakkingen aan. Voor herbruikbare verpakkingen gelden afwijkende eisen. In Nederland en België geldt:
- Verpakkingen waarvoor milieuheffingen wel van toepassing zijn: Emballageartikelen/herbruikbare artikelen die gebruikt worden als verpakking voor een consumenteneenheid en daarom door de consument retour gebracht worden in de winkel. Voorbeelden zijn bierflesjes en bierkratten.
- Verpakkingen waarvoor milieuheffingen niet van toepassing zijn: Emballageartikelen/herbruikbare artikelen die gebruikt worden als verpakking in de logistiek tussen leveranciers en retailers. Voorbeelden zijn CBL kratten en pallets.
Voor Delhaize Le Lion/De Leeuw geldt in België een uitzondering. Zij ontvangen ook graag de verpakkingsinformatie van logistieke herbruikbare verpakkingen.
In Luxemburg geldt onderstaande:
- Verpakkingen waarvoor milieuheffingen niet van toepassing zijn: alle herbruikbare artikelen.
2.4.2. Beschikbare GDSN-velden
U kunt de volgende GDSN-velden gebruiken voor het vullen van gegevens over verpakkingsmaterialen:
1. Emballageartikel/herbruikbaar artikel (isPackagingMarkedReturnable)
2. Verpakkingsomschrijving (packagingTypeDescription)
3. Verpakkingstype (packagingTypeCode)
4. Verpakkingsniveau (packagingLevel)
5. Code verpakkingsmateriaal (packagingMaterialTypeCode)
6. Materiaaldikte (packagingMaterialThickness) + UOM
7. Materiaal kleurcode (packagingMaterialColourCodeReference)
8. Hoeveelheid verpakkingsmateriaal (packagingMaterialCompositionQuantity) + UOM
9. Is verpakkingsmateriaal valoriseerbaar? (isPackagingMaterialRecoverable) (only for glass)
10. Samengesteld verpakkingsmateriaal – Code verpakkingsmateriaal (compositeMaterialDetail.packagingMaterialTypeCode)
11. Samengesteld verpakkingsmateriaal – Hoeveelheid verpakkingsmateriaal (compositeMaterialDetail.packagingMaterialCompositionQuantity) + UOM
12. Samengesteld verpakkingsmateriaal – Materiaaldikte (compositeMaterialDetail.packagingMaterialThickness) + UOM
Let op: veld 2, 3 en 5 t/m 12 kunt u meerdere keren invullen voor eenzelfde product. Dit doet u bijvoorbeeld wanneer er meerdere verpakkingselementen zijn of als een verpakkingselement uit meerdere materialen bestaat.
2.4.3. Stappenplan voor het invullen van gegevens
Hieronder helpen we u stap voor stap op weg bij het invullen van gegevens over verpakkingsmateriaal. Herhaal deze stappen voor elk verpakkingsniveau (consumenteneenheid, handelseenheid, pallet, etc.).
1. Geef aan of de verpakking wel of geen emballageartikelen/herbruikbare artikelen bevat:
Gebruik hiervoor het veld ‘Indicatie emballageartikel/herbruikbaar artikel’ isPackagingMarkedReturnable). Voorbeeld: bier in een glazen flesje dat retour komt: isPackagingMarkedReturnable = true.
2. Bepaal het hoofd verpakkingselement:
Kies een code uit Guideline for choosing the right packaging type. Voorbeeld: BO voor Fles. Als een product uit meerdere verpakkingselementen bestaat dan kiest u alleen een code voor het hoofdelement van de verpakking. Andere verpakkingselementen die losgemaakt kunnen worden van het hoofdelement duidt u aan met de code verpakkingstype ‘PUG’ (geen specificatie).
Het is mogelijk dat er verschillende hoofdverpakkingselementen zijn. Bijvoorbeeld een plastic pot met yoghurt of roomkaas die een kartonnen huls heeft. Deze heeft twee hoofd verpakkingselementen: de pot en de huls. In dit geval voert u voor beide hoofdverpakkingselementen een code verpakkingstype in: pot=’PT’ en huls=’SY’. Het deksel van de pot is onderdeel van de pot en kan ervan worden losgemaakt, daarom duidt u deze aan met de code ‘PUG’.
Een voorbeeld van elementen die u los kunt maken van de verpakking: een product dat bestaat uit een doos van karton met een plastic folie er omheen en een papieren etiket. Dit product heeft drie verpakkingselementen, daarom vult u het veld ‘Verpakkingstype’ (packagingTypeCode) drie keer in:
■ Doos van karton: packagingTypeCode ‘BX’.
■ Papieren etiket: packagingTypeCode ‘PUG’ (geen specificatie).
■ Plastic folie: packagingTypeCode ‘PUG’ (geen specificatie).
Uitzondering op deze regel: doppen van flessen die van hetzelfde materiaal zijn als de fles zelf (bv. PET) geeft u dezelfde code (packagingTypeCode): ‘BO’. Alleen als ze gemaakt zijn van ander materiaal (bv. METAAL) geeft u deze een apart verpakkingstype ‘PUG’.
Voor elk van de verpakkingselementen vult u de materialen in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (PackagingMaterialTypeCode) in (zie ook stap 5).
3. Geef het verpakkingsniveau aan:
Gebruik het veld ‘Verpakkingsniveau’ (packagingLevel) en geef het niveau van de
verpakking aan:
■ 1 = Primair: een verpakking die is ontwikkeld als één verkoopeenheid voor de consument. Dit is het verpakkingsniveau voor producten die de aanduiding ‘BASE_UNIT_OR_EACH’ of ‘PACK_OR_INNER_PACK’ hebben (zie veld ‘Hiërarchisch niveau’). Ook multipacks (bv. een sixpack) krijgen het verpakkingsniveau 1.
■ 2 = Secundair: dit is een groepering van meerdere primaire verpakkingen. Vaak is dit een handelseenheid of omdoos (aangeduid met ‘CASE’ in het veld ‘Hiërarchisch niveau’).
■ 3 = Tertiair: verpakking voor het transport van verkoopeenheden. Vaak is dit het niveau van
de pallet (aangeduid met ‘PALLET’ in het veld ‘Hiërarchisch niveau’). Voorbeeld: een plastic PET fles die verkocht wordt aan de consument heeft packagingTypeCode = BO en packagingLevel = 1.
4. Geef voor het hoofdverpakkingselement een gedetailleerde beschrijving van de verpakking:
Geef voor het hoofdverpakkingselement in het veld ‘Verpakkingsomschrijving’ (packagingTypeDescription) een gedetailleerde beschrijving van het hele product, inclusief alle verpakkingselementen. U herkent het hoofdverpakkingselement aan het feit dat er geen ‘PUG’ ingevuld is als verpakkingstype, zie stap 2. Voorbeeld: petfles met HDPE dop, omwikkeld door plastic wikkel met een papieren/plastic handvat.
5. Benoem alle materialen die horen bij de code verpakkingstype (packagingTypeCode):
Vul alle materialen die bij het verpakkingstype horen in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (packagingMaterialTypeCode) in. Gebruik hiervoor de codes van de Benelux ‘PackagingMaterialTypeCode’ (zie Attribute Explorer). Als het om een samengesteld verpakkingsmateriaal gaat, dan vult u in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (PackagingMaterialTypeCode) ‘COMPOSITE’ in.
6. Vul het gewicht van de materialen in:
Vul het gewicht in het veld ‘Hoeveelheid verpakkingsmateriaal’
(packagingMaterialCompositionQuantity) (+ UOM) in.
7. Voor sommige materialen voegt u extra informatie toe of gaat u anders te werk:
■ Als u in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (packagingMaterialTypeCode) de code ‘GLASS’ of ‘GLASS_COLOURED’ kiest, dan geeft u ook aan of het glas hergebruikt kan worden. Dit doet u met behulp van het veld ‘Is verpakkingsmateriaal valoriseerbaar?’ (isPackagingMaterialRecoverable) (TRUE/FALSE).
■ Als u in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (packagingMaterialTypeCodes) de codes ‘METAL_STAINLESS_STEEL’ of ‘METAL_STEEL’ of ‘METAL_ALUMINUM’ kiest, dan geeft u ook aan wat de dikte van het materiaal is in het veld ‘Materiaaldikte’ (packagingMaterialThickness). U gebruikt deze codes alleen als het verpakkingsmateriaal voor meer dan 50% in gewicht uit staal of aluminium bestaat.
■ Als u in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (packagingMaterialTypeCodes) de code ‘POLYMER_PET’ gebruikt, dan geeft u ook de doorschijnendheid/kleur van het materiaal aan
in het veld ‘Materiaalkleurcode’ (packagingMaterialColourCodeReference). U kiest daarvoor één
van de volgende waarden:
○ ‘NON_TRANSPARENT’
○ ‘TRANSPARENT_BLUE’
○ ‘TRANSPARENT_COLOURLESS’
○ ‘TRANSPARENT_GREEN’
○ ‘TRANSPARENT_OTHER’
■ Als het om samengesteld verpakkingsmateriaal gaat, dan gebruikt u in het veld ‘Code verpakkingsmateriaal’ (packagingMaterialTypeCode) de code ‘COMPOSITE’.
○ In dat geval vult u in het veld ‘Samengesteld verpakkingsmateriaal – Code verpakkingsmateriaal’ (CompositeMaterialDetail.packagingMaterialTypeCode) ook de materialen in waaruit het samengesteld materiaal bestaat.
○ Geef dan ook het gewicht aan in het veld ‘Samengesteld verpakkingsmateriaal – Hoeveelheid verpakkingsmateriaal’ (CompositeMaterialDetail.packagingMaterialCompositionQuantity) + UOM.
■ Als u in het veld ‘Samengesteld verpakkingsmateriaal – Code verpakkingsmateriaal’ (CompositeMaterialDetail.packagingMaterialTypeCode) de codes ‘METAL_STAINLESS_STEEL’, ‘METAL_STEEL’ of ‘METAL_ALUMINUM’ gebruikt, dan vult u ook de dikte van het materiaal in het veld ‘Samengesteld verpakkingsmateriaal – Materiaaldikte’ (CompositeMaterialDetail.packagingMaterialThickness) in.
2.5. Keurmerken
2.6. Verwijzingen naar productafbeeldingen en documenten.
Er is een groep velden opgenomen (Group 6.445) die per artikel meerdere kan voorkomen. Het doel daarvan is om bijvoorbeeld productafbeeldingen of gebruiksaanwijzingen ed. als externe bronnen beschikbaar te stellen aan retailers. De externe bron kan een website zijn van een leverancier of elders op het internet gepubliceerde verwijzingen naar foto’s of documenten. Vooralsnog wordt voor dergelijke bestanden géén gebruik gemaakt van de beeldbank van de datapool.
Appendix
A.1 Flexibele gegevensvelden
Naast de gestandaardiseerde gegevensvelden zijn er ook nieuwe gegevensvelden nodig. Deze velden zijn met name nodig voor consumentgerichte informatie voor bijvoorbeeld verkoop via webshops. Om deze informatie in te voeren zijn flexibele gegevensvelden beschikbaar. De methodiek om deze flexibele gegevensvelden te definiëren is gestandaardiseerd. Dit zorgt ervoor dat u de gegevens op een gestructureerde manier kunt uitwisselen. De attributen om flexibele gegevensvelden te definiëren zijn opgenomen in de Additional Trade Item Classification Module van GDSN.
In onderstaande tabel vindt u een overzicht met definitie van de attributen die u nodig heeft om gegevens via een flexibel gegevensveld door te geven:
Attributen | ■ additionalTradeItemClassificationSystemCode: vaste waarde ‘64’ voor alle gegevensvelden (64 is een waarde uit de codelijst ‘AdditionalTradeItemClassificationCodeListCode’ ) ■ additionalTradeItemClassificationCodeValue: vaste waarde ‘0’ voor alle gegevensvelden. ■ additionalTradeItemClassificationPropertyCode: code (an..17) waaronder een flexibel gegevensveld binnen een groep is vastgelegd. Dit attribuut wordt gevuld met het FieldID uit het datamodel. Welke van de onderstaande attributen u verder moet gebruiken, bekijkt u in de kolom ‘GDSN name’ in het datamodel. ■ propertyMeasurement: waarde (n..15) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld, inclusief eenheid (an..3) in MeasurementUnitCode [unitOfMeasure]. ■ propertyCode: code uit de waarde lijst (an..80) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld. De omschrijving kan lokaal in de juiste taal worden gepresenteerd. ■ propertyInteger: numerieke gehele waarde (n..15) die wordt toegekend aan het betreffende gegevensveld. ■ propertyString: vrije tekst voor het betreffende gegevensveld waarvan de waarde voor alle talen hetzelfde is. ■ propertyDescription: vrije tekst (an..5000) voor het betreffende gegevensveld. Deze vrije tekst kan in meerdere talen worden vermeld. Als dit veld wordt ingevuld moet ook een waarde in het volgende veld worden vermeld. Zie paragraaf 1.3 voor de regel over de vermelding in meerdere talen. □ languageCode: vermeld een geldige waarde uit de waarde lijst voor taalcode. |
Herhaalbaarheid
Sommige flexibele commerciële gegevensvelden kunnen meerdere keren voorkomen. Hoe dit technisch geïmplementeerd moet worden, staat in onderstaand deel uit het CIN bericht:
Samenvattend:
• Herhalingen van waardes voor identieke velden moeten ieder onder vermelding van hun FieldID in een eigen ‘additionalTradeItemClassificationProperty’ groep worden opgenomen.
• Vertalingen van tekstwaardes mogen wel binnen die groep worden opgenomen onder vermelding van de taal. Elke taal mag echter maar één keer voorkomen binnen die groep.
A.2 Meest voorkomende verpakkingstypes
In dit document vindt u de meest voorkomende verpakkingstypes voor het veld ‘Verpakkingstype’.
A.3 Verwijzingen naar externe bronnen
In de onderstaande tabel vindt u verwijzingen naar externe bronnen.
Omschrijving | Bron |
ADR handboek | xxxx://xxx.xxxxx.xxx/xxxxx/xxxxxx/xxxxx/xxx/xxx0000/00xxxxxxxxx.xxxx |
GDSN codelists | |
GHS-symboolcode | |
GPC-classificatiecode | xxxx://xxx.xx0.xxx/0/xxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxx/xxx/xxxxxxx/xxxxx.xxxx |
Informatie over veiligheidsbladen | xxxxx://xxxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx/00000/00000000/xxx_xxxxxxxx_xxxxx nce_nl.pdf/ccf94b6b-fc94-4249-b99d-796e3e7e4bb7 |
Landcodes | |
Taalcodes | |
Uitleg GPC | xxxxx://xxx.xx0.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xx_xxx_xxxxxxxxxxxxxxxx.xxx |
A.4 Codelijst type lastdrager
Voor eenheden die op een pallet geleverd worden, is het verplicht om het type lastdrager/pallet in MPM op te geven. In MPM wordt het pallettype altijd gecodeerd opgegeven. Hieronder vindt u de beschrijving van de pallettypes:
Code | Officiële naam (GS1, in het Engels) | Nederlandse naam |
9 | Slip sheet - A firm sheet of plastic, cardboard or other material which may be hooked or attached to a forklift or other transportation equipment. | Slip sheet. Typisch kartonnen of kunststof platen gebruikt om het product vast te zetten voor opslag of transport. |
10 | Half size flat pallet with dimensions of 800 x 600 mm. also known as ISO 0 Pallet, 1/2 EUR Pallet, EUR 6 Pallet. | Pallet ISO 0 - 1/2 EURO Pallet. Standaard pallet met afmetingen 80 x 60 cm. |
11 | Pallet ISO 1 - EUR Pallet: Flat pallet with dimensions of 1200 x 800 mm as defined in ISO 6780. | Pallet ISO 1 - 1/1 EURO Pallet. Standaard pallet met afmetingen 80 x 120 cm. |
12 | Pallet ISO 2 - EUR 2 Pallet: Flat pallet with dimensions of 1200 x 1000 mm as defined in ISO 6780. | Pallet ISO 2. Standaard pallet met afmetingen 100 x 120 cm. |
13 | Quarter size of the standard EuroPallet with dimensions of 600 x 400 mm, Quarter size of the standard EuroPallet (EUR) | 1/4 EURO Pallet. Standard pallet met afmetingen 60 x 40 cm. |
14 | Eighth size of the standard EuroPallet (EUR) with dimensions of 400 x 300 mm. 1/8 EUR Pallet. | 1/8 EURO Pallet. Standaard pallet met afmetingen 40 x 30 cm. |
25 | Australian Pallet - Standardised square pallet with dimensions of 1165 x 1165 mm, which perfectly fits in the RACE container of the Australian Railway. | Australische Pallet (115.5 x 116.5 cm) |
27 | Unspecified - Platform of Unspecified Weight or Dimension: Pallet level hierarchy is being shipped on a shipping platform of unknown dimensions or unknown weight. | Pallet met onbekend gewicht en afmeting: pallet hiërarchie wordt geleverd op een verzendplatform van onbekende dimensies of onbekende gewicht. |
31 | Half size flat pallet with dimensions of 1000 x 600 mm. 1/2 ISO 2 Pallet. | 1/2 ISO 2 Pallet: halve grootte vlakke pallet met een afmeting van 1000 x 600 mm. |
32 | Block Pallet - A pallet constructed with blocks at the corners and middle to which three stringers boards are attached with top deck boards attached perpendicular to the stringers. | Blokpallet |
33 | Dolly - A portable, horizontal, rigid platform on wheels or rollers. | Dolly |
35 | Standard EuroPallet (EUR3) size with dimensions of 1000 x 1200 mm. EUR 3 Pallet. | Standaard Europallet (EUR 3) formaat met een afmeting van 1000 x 1200 mm. EUR 3 Pallet. |
38 | Horizontal Drum Pallet - A rigid platform with integrated restraints to prevent horizontally orientated cylindrical containers from slipping. | Horizontale Drum pallet |
39 | IBC Pallet: A Rigid Intermediate Bulk Container (RIBC) that is attached to a pallet or has the pallet integrated into the RIBC. The container is used for the transport and storage of fluids and other bulk materials. | IBC Pallet: A Rigid Intermediate Bulk Container (RIBC) die is bevestigd aan een pallet of waarvan de pallet een onlosmakelijk deel uitmaakt. Deze verpakking wordt gebruikt voor vervoer en opslag van vloeistoffen en andere bulk. |
40 | ISO 3 Pallet Flat pallet with dimensions of 1219 x 1016 mm (48 x 40 In) primarily used in the Americas region. ISO 3 Pallet. | Vlakke pallet met afmetingen van 1219 x 1016 mm (48 x 40 In) hoofdzakelijk gebruikt in de regio Zuid-Amerika. ISO 3 Pallet. |
41 | Flat pallet with dimensions of 1067 x 1067 mm (42 x 42 in) primarily used in the Americas region. ISO 4 Pallet. | Vlakke pallet met een afmeting van 1067 x 1067 mm (42 x 42 inch) voornamelijk gebruikt in de regio Zuid-Amerika. ISO 4 Pallet. |
42 | Flat pallet with dimensions of 1100 x 1100 mm primarily used in the Asia Pacific region. Also referred to as the ‘T11’ pallet. ISO 5 Pallet. | Vlakke pallet met een afmeting van 1100 x 1100 mm voornamelijk gebruikt in Azië en de Pacific. Ook wel aangeduid als de ‘T11’ pallet. ISO 5 Pallet. |
43 | Flat pallet with dimensions of 1140 x 1140 mm primarily used in the European region. ISO 6 Pallet. | Vlakke pallet met een afmeting van 1140 x 1140 mm vooral gebruikt in de Europese regio. ISO 6 Pallet. |
44 | Skid - A group of parallel wooden runners attached to the undersides of boxes, crates, and machines to allow entry of platform trucks or fork lift tines. | Skid |
45 | Stringer Pallet - A pallet constructed with boards (stringers) on edge to which the top deck and bottom deck boards are attached. The stringers may be notched to facilitate four way entries and lifting by a fork lift or other pallet jacking device. | Stringer Pallet |
46 | Vertical Drum Pallet - A rigid platform with integrated restraints to prevent vertically orientated cylindrical containers from slipping. | Verticale Drum Pallet |
47 | One third size of the standard Euro Pallet size with dimensions of 800 x 400 mm. 1/3 European Pallet. | Een derde grootte van de standaard Europallet grootte met afmetingen van 800 x 400 mm. 1/3 Europese Pallet. |
48 | 1/2 ISO 3 Pallet - Half size flat pallet with dimensions of 610 x 1016 mm (24 x 20 In); primarily used in the Americas region. | 1/2 ISO 3 Pallet - Half formaat vlakke pallet met afmetingen van 610 x 1016 mm (24 x 20 in), voornamelijk gebruikt in de Amerikaanse regio. |
49 | 1/4 ISO 3 Pallet - Quarter size flat pallet with dimensions of 610 x 508 mm (24 x 20In); primarily used in the Americas region. | 1/4 ISO 3 Pallet - Kwart formaat vlakke pallet met afmetingen van 610 x 508 mm (24 x 20 in), voornamelijk gebruikt in de Amerikaanse regio. |
50 | Custom Platform: A portable, horizontal, rigid platform used as a base for assembling, storing, stacking, handling and transporting goods as a unit load, suitable for lifting by a forklift, pallet jack, or other jacking device. | Maatwerkplatform: een draagbaar, horizontaal, stijf platform gebruikt als basis voor het samenstellen, opslaan, stapelen, hanteren en vervoeren van goederen als een transporteenheid, geschikt voor het heffen door een vorkheftruck, palletwagen of ander hulpmiddel. |
A.5 Codelijst type display
Voor eenheden die een display zijn geeft u met een code aan welke type display wordt geleverd. In MPM wordt het display type altijd gecodeerd opgegeven. Hieronder vindt u de beschrijving van de displaytypes:
Code | Officiële naam (GS1, in het Engels) | Omschrijving |
FDR | Floor Display Ready Packaging | Een display unit die al klaar is om op de winkelvloer te gebruiken. |
FND | Floor Non-Assembled Display Packaging | Een display unit die nog in elkaar gezet moet worden voordat die gebruikt kan worden. Product types die van origine aangeduid werden met codes MX and DS gebruiken nu deze code als ze een display zijn. |
SDR | Shelf Display Ready Packaging | Een display unit die klaar is om te worden gebruikt op een plank of toonbank. |
SND | Shelf Non-Assembled Display Packaging | Een display unit die nog in elkaar gezet moet worden om te gebruiken op een plank of toonbank. |
UNS | Unspecified | Ongespecificeerd voor gevallen waarin de leverancier wel wil aangeven dat het om een display gaat, maar op dat moment nog niet kan aangeven welk type het is of dat er nog geen code voor dit type bestaat. |