Regeling ten behoeve van het leven en werken
Regeling ten behoeve van het leven en werken
1. Samenstelling Kerkenraad en Moderamen
1.1 De Kerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:
1 predikant, 1 jeugd- en jongerenwerker, 6 pastorale ouderlingen, 2 jeugdouderlingen, 4 ouderling- kerkrentmeesters, 4 rentmeester-diakenen en 2 ouderlingen voor de functie van voorzitter* en scriba*, totaal 20 personen (*naar de werkelijke situatie aangepast 2 april 0000).
Xx Xxxxxxxxxx werkt met werkgroepen. Toegevoegd, geen lid:
De secretaris van de Kerkenraad. Dit geldt ook voor 1.2.
Ook voor niet-leden van de Kerkenraad is ordinantie 4-2 van de kerkorde inzake de geheimhouding van toepassing.
1.2 Samenstelling Moderamen
1 (Waarnemend) predikant, de jeugd- en jongerenwerker, scriba, ouderling pastoraat, ouderling- kerkrentmeester en diaken.
2. Taken van de werkgroepen
De volgende werkgroepen zijn ingesteld en hebben naast bezinning de volgende taak:
2.1. Werkgroep pastoraat
De Werkgroep pastoraat heeft 6 pastorale teams onderverdeeld in 15 sectoren.
De werkzaamheden van de Werkgroep pastoraat omvatten onder meer het bevorderen van individueel pastoraat en groepspastoraat (groot-huisbezoek), en toerusting van ambtsdragers en contactpersonen: het uitvoeren van de pastorale zorg in de betreffende sector.
2.2 Werkgroep ZWO
De Werkgroep ZWO heeft als taak: Alle werkzaamheden uit te voeren op het terrein van ZWO en deze onder aandacht te brengen van de gemeente.
2.3 Werkgroep jeugdwerk
De Werkgroep jeugdwerk heeft als taak: coördinatie van alle activiteiten op het terrein van het jeugdwerk en deze onder aandacht te brengen van de gemeente.
2.4 Werkgroep evangelisatie
De Werkgroep evangelisatie heeft als taak: uitvoering van alle werkzaamheden op het terrein van evangelisatie en deze onder aandacht te brengen van de gemeente.
2.5 Werkgroep vorming en toerusting
De Werkgroep vorming en toerusting heeft als taak: uitvoering van alle werkzaamheden op het gebied van vorming en toerusting aan de gemeente.
2.6 Werkgroep eredienst
De Werkgroep eredienst heeft als taak: uitvoeren of laten uitvoeren van alle werkzaamheden behorende bij het beleid voor de eredienst.
2.7 Voor alle werkgroepen geldt dat hun werkzaamheden blijven binnen de kaders van het beleid dat door de Kerkenraad wordt vastgesteld.
2.8 De instructies voor de werkgroepen zijn met de oprichting door het Breed moderamen vastgesteld en aan deze plaatselijke regeling gehecht, zie bijlage.
2.9 De Kerkenraad, het College van kerkrentmeesters of het College van diakenen, kan zich in zijn arbeid laten bijstaan door commissies. Deze commissies ontvangen een instructie van het orgaan dat hen heeft ingesteld en zij werken onder verantwoordelijkheid van en in verantwoording aan het betreffende orgaan.
3. Verkiezing van ambtsdragers
3.1 Algemeen
3.1.1 De belijdende leden zijn stemgerechtigd. Tevens zijn de doopleden, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, stemgerechtigd.
3.2 De verkiezing van ouderlingen en diakenen
November: Gemeenteleden worden in de gelegenheid gesteld om namen in te leveren voor de te ontstane vacatures.
Januari: Vaststellen van de voorlopige verkiezingslijst met de mogelijkheid tot aanvulling door de Kerkenraad.
De namen van de kandidaten worden gelezen en als iemand bezwaar heeft tegen een kandidaat volstaat een ‘nee’. Verdere toelichting wordt niet gevraagd. Echter het kan ook voorkomen dat een gemeentelid zich zelf aanmeldt. In dat geval hebben de voorzitter en de scriba een motivatiegesprek met het betrokken gemeentelid. Als dat gesprek goed is geweest komt de naam van het gemeentelid alsnog op een vergadering van de Kerkenraad/Breed moderamen zodat, na toelichting, ingestemd kan worden met deze kandidaat.
De dienst van bevestiging ambtsdragers vindt plaats op de eerste of tweede zondag na Pasen.
4. Werkwijze van de Kerkenraad
4.1. De Kerkenraad vergadert in de regel achtmaal per jaar en het Moderamen komt in de regel maandelijks bijeen.
4.2. De vergaderingen van de Kerkenraad worden tenminste 5 dagen van te voren bijeengeroepen door het Moderamen, onder vermelding van de zaken die aan de orde zullen komen (de agenda). De vergaderdata worden aan het begin van het seizoen bekend gemaakt.
4.3 Van die vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door de Kerkenraad wordt vastgesteld.
4.4 De jaarlijkse vaststelling van het Moderamen van de Kerkenraad, College van Kerkrentmeesters en College van diakenen vindt plaats in de vergadering van de Kerkenraad in de maand oktober.
4.5 Plaatsvervangers. In de vergadering genoemd in art. 4.4 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aangewezen.
4.6 In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft, dat de Kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort, belegt de Kerkenraad een bijeenkomst met de (betreffende) leden van de gemeente, die wordt
- aangekondigd in het kerkblad en/of in de weekbrief maar bij voorkeur in beide, die voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt; en
-afgekondigd op tenminste 2 zondagen, die aan de bijeenkomst voorafgaan.
In deze berichtgeving vooraf maakt de Kerkenraad kenbaar over welke zaak zij de gemeente wil horen.
4.7. Tot de vergaderingen van de Kerkenraad worden de gemeenteleden en andere belangstellenden als toehoorder toegelaten, tenzij de Kerkenraad besluit een zaak in beslotenheid te behandelen.
4. 8 Het lopend archief van de Kerkenraad berust bij de secretaris van de Kerkenraad, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van het College van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van ordinantie 11, artikel 2, lid 7g.
5. Besluitvorming
5.1. In alle kerkelijke lichamen worden besluiten steeds na overleg en zo mogelijk met eenparige stemmen genomen. Blijkt eenparigheid niet bereikbaar, dan wordt besloten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij blanco stemmen niet meetellen.
5.2. Xxxxxxxx over zaken geschiedt mondeling tenzij om schriftelijke stemming wordt gevraagd. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is het voorstel verworpen.
5.3. Xxxxxxxx over personen geschiedt schriftelijk.
Wanneer er niet meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, kan mondeling worden gestemd als niemand van de aanwezige leden tegen mondelinge stemming bezwaar maakt.
Indien één kandidaat wordt voorgesteld en de stemmen staken, vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is de kandidaat niet verkozen.
Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op
wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, tot het aantal vacatures dat vervuld moet worden.
Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden.
Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot.
5.4 Geen besluiten kunnen worden genomen indien niet ten minste de helft van het aantal leden van het kerkelijk lichaam ter vergadering aanwezig is.
Wanneer in een vergadering het quorum niet aanwezig is, kan ten aanzien van een op die vergadering ingediend voorstel een besluit worden genomen op een volgende vergadering die ten minste twee weken later wordt gehouden, ook wanneer dan het quorum niet aanwezig is.
5.5 Een besluit wordt aangenomen als 2/3 van de voltallige Kerkenraad voor het besluit is.
6. De kerkdiensten, doop, opdragen, avondmaal, levensverbintenis
6.1 De wekelijkse kerkdiensten van de gemeente worden volgens een door de Kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in de Doarpstsjerke en in De Flambou.
6.2 De doop kan worden aangevraagd door alle leden van de gemeente waarvan een van de doopouders tenminste dooplid van onze gemeente moet zijn.
De toelating tot de doop krijgt met name vorm in een gesprek met de doopouders of dopelingen, waarin de betekenis van de doop en het verlangen van de doopouders - en uiteraard in voorkomende gevallen ook dat van de dopelingen - aan de orde komen.
In de doopdienst bestaat de mogelijkheid dat ouders die dat nog niet hebben gedaan, belijdenis afleggen van hun geloof. Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.
6.3 Ook het opdragen van kinderen kan door leden van onze gemeente worden aangevraagd waarvan een van de ouders tenminste dooplid van onze gemeente moet zijn.
Het opdragen van kinderen gebeurt in tegenstelling tot in een doopdienst, niet in een speciale dienst.
6.4 De deelname aan het avondmaal staat open voor iedereen.
6.5 Levensverbintenis: Wanneer twee mensen van hetzelfde geslacht, lid of leden van onze gemeente, een verzoek indienen om hun relatie in een dienst te laten zegenen, wordt hieraan meegewerkt.
7. De vermogensrechtelijke aangelegenheden
7.1. College van kerkrentmeesters
7.1.1 Het College van kerkrentmeesters telt tenminste 6 leden.
7.1.2 Van de 6 kerkrentmeesters zijn er 4 ouderling. De overige leden zijn geen ouderling.
7.1.3 Het College van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.
7.1.4 De penningmeester van het college is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente, met in achtneming van het door de gemeenschappelijke Kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van € 5.000,00 per betaling.
7.1.5 Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd.
7.1.6 Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester xxxxxx de voorzitter op als diens plaatsvervanger.
7.1.7 Tijdens de collegevergadering in de maand september wijst het college de plaatsvervangers van de voorzitter en de secretaris aan.
7.1.8 Besluiten van het College van kerkrentmeesters behoeven steeds de instemming van de meerderheid van het college (zie ook 5. Besluitvorming).
7.1.9 Het College van kerkrentmeesters registreert op een lijst alle vermogensbestanddelen die door (een van) de gemeenten bij het sluiten van de fusieovereenkomst zijn ingebracht.
7.2. College van diakenen
7.2.1 Met ingang van september 2016 kennen we in onze gemeente diakenen, zij zijn bevestigd, en rentmeester-diakenen. Zij zijn niet bevestigd maar hebben wel hun taak binnen het College van diakenen. Diakenen wonen de vergaderingen van de Kerkenraad bij.
7.2.2 Het College van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van het college.
7.2.3 De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de Diaconie, met in achtneming van het door de Kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van
€ 5.000,00 per betaling.
7.2.4 Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd.
7.2.5 Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester xxxxxx de voorzitter op als diens plaatsvervanger.
7.2.6 Tijdens de vergadering van het college in de maand september wijst het college de plaatsvervangers van de voorzitter en de secretaris aan.
7.2.7 Besluiten van het College van diakenen behoeven steeds de instemming van de meerderheid van het college (zie ook 5. Besluitvorming).
7.3. Ten aanzien van beide colleges: begrotingen, jaarrekeningen, collecterooster
7.3.1 De Colleges van kerkrentmeesters c.q. diakenen stellen voor hun vermogensrechtelijke aangelegenheden begrotingen en jaarrekeningen op.
7.3.2 Het in de gelegenheid stellen van gemeenteleden hun mening kenbaar te maken over begroting en jaarrekening:
-Voor de vaststelling dan wel wijziging van de begroting en voor de vaststelling van de jaarrekening worden deze stukken in samenvatting gepubliceerd in het kerkblad.
-De volledige stukken kunnen gedurende een week worden ingezien. Bij de publicatie worden tijd en plaats vermeld.
-Reacties kunnen tot drie dagen na het einde van de periode van ter inzagelegging worden gestuurd aan de scriba van de Kerkenraad.
8. Overige bepalingen
8.1. In gevallen waarin noch de kerkorde met ordinanties, noch deze plaatselijke regeling voorziet, beslist de Kerkenraad.
Aldus vastgesteld en besloten in de vergadering van de Kerkenraad van de Protestantse gemeente Surhuisterveen-Boelenslaan, 11 oktober 2016, (laatst gewijzigd 6 oktober 2020: 1.2 en 6.5).
Instructies werkgroepen
Het gaat hierbij om het benoemen van de volgende zaken:
Samenstelling, benoeming, taakstelling, contacten tussen Xxxxx moderamen en werkgroepen, werkwijze en rapportage.
a. Werkgroep pastoraat
1.Samenstelling:
De Werkgroep pastoraat bestaat uit 15 sectorteams waarin werkzaam zijn sectorouderlingen, contactpersonen, een afgevaardigde uit Ons Groot Gezin, diakenen en de predikanten.
2.Benoeming: Door het Breed moderamen
3.Taakstelling: De werkzaamheden van de Werkgroep pastoraat omvatten onder meer het bevorderen van individueel pastoraat en groepspastoraat (groot-huisbezoek) en toerusting van ambtsdragers en contactpersonen: het uitvoeren van de pastorale zorg in de betreffende sector. 4.Contacten tussen Breed moderamen en Werkgroep pastoraat:
De predikanten en 2 sectorouderlingen uit de Werkgroep pastoraat zijn vertegenwoordigd in het Breed moderamen.
5.Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de Werkgroep pastoraat zelf bepaald.
6. Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.
b. Werkgroep ZWO
Werkgroep Zending Werelddiaconaat en Ontwikkeling (ZWO). 1.Samenstelling: De Werkgroep ZWO bestaat uit diakenen en gemeenteleden. 2.Benoeming: Door het Breed moderamen.
3.Taakstelling: Contacten leggen en onderhouden met christenen in Derde Wereldlanden, gemeente voorlichten, informeren over en actief betrekken bij het werk van de ZWO, geldwerven voor de diverse ZWO-projecten die door middel van Kerk in Actie worden aangedragen.
4.Contacten tussen Breed moderamen en werkgroep ZWO:
De werkgroep heeft geen rechtstreekse vertegenwoordiging in het Breed moderamen. De contacten verlopen veelal via de Diaconie of de secretaris.
5.Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de Werkgroep ZWO zelf bepaald.
6. Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.
c. Werkgroep jeugdwerk: de Jeugdraad
1. Samenstelling:
De Jeugdraad bestaat uit de aanwezige jeugdouderlingen, 1 diaken, 1 afgevaardigde uit alle geledingen die zich met jeugdwerk bezighouden en 1 jeugd- en jongerenwerker.
2. Benoeming: Door het Breed moderamen.
3. Taakstelling:
Alle activiteiten met betrekking tot jeugd en jongeren vallen onder verantwoordelijkheid van de Jeugdraad. Van belang is dat de eredienst past in het leven van alledag. Met name ten aanzien van onze jonge leden moet van de kerk afstralen, dat de kerkdienst op zondag wel degelijk iets te maken heeft met het leven in de rest van de week. Samen met de jeugd- en jongerenwerker en de gemeente moet de zoektocht van geloven worden beleefd in een goede afstemming op jong en oud. Voor jongeren is er een speciaal aantal op hen toegesneden activiteiten (jeugddiensten/clubwerk/ kinderdienst/tienerdienst).
4. Contacten tussen Breed moderamen en Jeugdraad:
De jeugdouderling is vertegenwoordigd in het Breed moderamen.
5. Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de Xxxxxxxxx zelf bepaald. 6.Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.
d. Werkgroep evangelisatie
1. Samenstelling:
De Werkgroep evangelisatie bestaat uit minimaal 1 diaken en 3 gemeenteleden.
2. Benoeming: Door het Breed moderamen.
3. Taakstelling: Uitvoering van alle werkzaamheden op het gebied van evangelisatie. De Werkgroep evangelisatie verzorgt o.a. de verspreiding van de Xxxxxxxxx Xxxx, is plaatselijk actief voor het NBG en verspreidt evangelisatielectuur onder gevangenen. Ze werkt hiermee samen met de Stichting Het Bevrijdend Woord.
4. Contacten tussen Breed moderamen en de Werkgroep evangelisatie:
De werkgroep heeft geen rechtstreekse vertegenwoordiging in het Breed moderamen. De contacten verlopen veelal via de Diaconie of de secretaris.
5. Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de werkgroep zelf bepaald.
6. Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.
e. Werkgroep vorming en toerusting
1. Samenstelling:
De werkgroep bestaat uit een van de aanwezige predikanten, een ouderling/diaken en gemeenteleden. Op dit moment is er nog geen sprake van een werkgroep maar regelen de beide predikanten de vorming en toerusting onderling.
2. Benoeming: Door het Breed moderamen.
3. Taakstelling: Het aanbieden van een breed scala van vorming en toerusting.
4. Contacten tussen Breed moderamen en werkgroep:
De predikanten uit de werkgroep zijn vertegenwoordigd in het Breed moderamen.
5. Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de werkgroep zelf bepaald.
6. Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.
f. Werkgroep eredienst
1. Samenstelling:
De Werkgroep eredienst bestaat uit de predikant(en), een organist en 1 afgevaardigde uit alle geledingen die zich met de eredienst bezighouden en de preekvoorzieners.
2. Benoeming: Door het Breed moderamen.
3. Taakstelling: De Werkgroep eredienst zorgt voor een evenredige verdeling van het aantal erediensten.
Hierbij moet rekening worden gehouden met de verscheidenheid in geloofsbeleving binnen onze gemeente. Verder zal er een evenredige verdeling van erediensten over de verschillende gebouwen moeten zijn. De Werkgroep eredienst maakt het preekrooster volgens de afspraken die hierover binnen de Kerkenraad zijn gemaakt.
4. Contacten tussen Breed moderamen en Werkgroep eredienst:
De predikanten/jeugd- en jongerenwerker uit de Werkgroep eredienst zijn vertegenwoordigd in het Breed moderamen.
5. Werkwijze: Wordt in onderling overleg door de Werkgroep eredienst zelf bepaald.
6. Rapportage: Periodieke verslaglegging aan Breed moderamen.