De ondergetekenden:
PENSIOENUITVOERINGSOVEREENKOMST ingaande 1 juli 2024
De ondergetekenden:
De Stichting Pensioenfonds Provisum, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: het fonds;
De Commanditaire Vennootschap C&A Nederland (of diens rechtsopvolger), gevestigd te Amsterdam, te dezen handelend:
a. voor zich, hierna te noemen C&A;
b. als gevolmachtigde van de in bijlage B vermelde vennootschappen, hierna zo tezamen als ieder afzonderlijk te noemen: de “Werkgever”;
overwegende:
• dat het fonds een aan C&A verbonden ondernemingspensioenfonds is in de zin van de Pensioenwet;
• dat Werkgever pensioenovereenkomsten afsluit met haar werknemers en deze overeenkomsten wil laten uitvoeren door het fonds;
• dat het fonds de op grond van de pensioenovereenkomsten te verwerven pensioenaanspraken heeft vastgelegd in
o pensioenreglement A 2006, pensioenreglement B, beide houdende pensioenregelingen op basis van een uitkeringsovereenkomst, en
o pensioenreglement B excedent, houdende een pensioenregeling op basis van een premieovereenkomst;
• dat in het pensioenreglement A 2006 (eindloonregeling) de indexatie van pensioenrechten voorwaardelijk is, met die uitzondering dat de indexatie van de pensioenrechten tot een maximale hoogte van 3% onvoorwaardelijk is voor zover deze betrekking heeft op jaren opgebouwd tot het jaar 2001.
Voor het A 2006 reglement geldt:
‘Op de pensioenrechten wordt jaarlijks een indexatie verleend van maximaal de prijsontwikkeling. Ten aanzien van de voorwaardelijke indexatie beslist het bestuur van het fonds evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenaanspraken en - rechten worden aangepast. Voor de voorwaardelijke indexering is geen reserve gevormd. De voorwaardelijke indexering wordt gefinancierd uit het rendement. Voor de onvoorwaardelijke indexering is een reserve gevormd.’ De onvoorwaardelijke indexatie kan enkel worden beperkt als er sprake is van een situatie waarin pensioenrechten kunnen worden gekort op grond van artikel 134 Pensioenwet.
• dat in het pensioenreglement B (middelloonregeling) de indexatie van pensioenrechten en pensioenaanspraken voorwaardelijk is, met die uitzondering dat de indexatie van de pensioenrechten tot een maximale hoogte van 3% onvoorwaardelijk is voor zover deze betrekking heeft op jaren opgebouwd tot het jaar 2001.
Voor het B reglement geldt:
‘Op de pensioenaanspraken en - rechten wordt jaarlijks een indexatie verleend van maximaal de prijsontwikkeling. Ten aanzien van de voorwaardelijke indexatie beslist het bestuur van het fonds evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten worden aangepast. Voor de voorwaardelijke indexering is geen reserve gevormd. De voorwaardelijke indexering wordt gefinancierd uit het rendement.
Voor de onvoorwaardelijke indexering is een reserve gevormd. De onvoor- waardelijke indexatie kan enkel worden beperkt als er sprake is van een situatie
waarin pensioenaanspraken en -rechten kunnen worden gekort op grond van artikel 134 Pensioenwet.
• dat in deze pensioenreglementen is vastgelegd op welke wijze wordt vastgesteld wie in welke regeling wordt opgenomen of opgenomen kan blijven;
• dat aan de deelnemers van beide regelingen (A 2006 en B) met medewerking van het fonds de mogelijkheid wordt geboden deel te nemen aan een vrijwillige aanvullende pensioenregeling op basis van een premieovereenkomst;
• dat met ingang van 1 juli 2024 de premies van de premieovereenkomsten niet langer op de individuele beleggingsrekeningen bij ABN AMRO Pension Services gestort worden, maar naar het fonds worden overgemaakt;
• dat met deze beschikbare premies vanaf 1 juli 2024 extra pensioen bij het fonds wordt ingekocht op basis van de inkoopfactoren die zijn vastgelegd in pensioenreglementen A2006 en B;
• dat het met ingang van 1 januari 2025 niet meer mogelijk zal zijn om premie in te leggen voor de vrijwillige aanvullende pensioenregeling;
• dat de uitvoering van de beleggingen van de opgebouwde kapitalen in de premieovereenkomsten kan worden uitbesteed door het fonds en thans is uitbesteed aan ABN AMRO Pension Services;
• dat het fonds een overeenkomst inclusief serviceafspraken heeft afgesloten met ABN AMRO Pension Services, die per 1 juli 2024 wordt aangepast;
• dat het fonds tevens een verwerkersovereenkomst is overeengekomen met ABN AMRO Pension Services voor het vastleggen van de voorwaarden die van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens;
• dat de statuten en de reglementen van het fonds rechten en verplichtingen voor Werkgever inhouden;
• dat het fonds de beschikking dient te hebben over de nodige middelen ter financiering van de pensioenaanspraken en ter uitvoering van de regelingen;
• dat het fonds en Werkgever de wederzijdse rechten en verplichtingen die uit het voorgaande voortvloeien schriftelijk wensen vast te leggen;
• dat overleg heeft plaatsgevonden met sociale partners en de fondsorganen over het beleid inzake de financiële opzet en de risicohouding van het fonds;
verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Wederzijdse aanvaarding van rechten en plichten
Werkgever aanvaardt de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeen- komst, de statuten en reglementen van het fonds.
Het fonds aanvaardt de uitvoering van de pensioenregeling tegen de in deze over- eenkomst vastgelegde premie.
Artikel 2 Aanmelding en informatie daaromtrent
a. 1. Werkgever zal iedere werknemer binnen een maand na aanvang van diens werkzaamheden voor de Werkgever schriftelijk informeren dat de betrokkene op de eerste van de maand waarin de werkzaamheden zijn aangevangen, of indien dit later is, op de eerste van de maand waarin de betrokkene de leeftijd van 18 jaar bereikt, zal worden opgenomen in pensioenregeling B van het fonds, welke regeling het karakter heeft van een uitkeringsovereenkomst, waarbij
pensioenaanspraken worden verworven over het salarisgedeelte boven de in pensioenregeling B opgenomen franchise (2024: € 16.108). Deze informatie wordt in het hiernavolgende aangeduid als de pensioenovereenkomst.
2. Indien het salaris van de werknemer hoger is dan het maximum pensioengevend salaris van pensioenregeling B (2024: € 71.628) wordt aan betrokkene namens Werkgever aanvullend medegedeeld dat over het meerdere aan salaris tot aan het fiscaal maximum (2024: € 137.800) vanaf hetzelfde tijdstip pensioenaanspraken zullen worden verworven krachtens de B excedentregeling, een beschikbare premieregeling op basis van een premieovereenkomst.
b. Werkgever zal de werknemer als bedoeld in lid a binnen één maand na de schriftelijke mededeling als bedoeld in lid a bij het fonds aanmelden en bij uitdiensttreding afmelden. Daarbij zal Werkgever de gegevens van de betreffende werknemer die het fonds noodzakelijk acht in verband met de uitvoering van de statuten en reglementen van het fonds, inclusief de vaststelling van de hoogte van de pensioenaanspraken en pensioenrechten, het doen van uitkeringen en de vaststelling van de identiteit van de werknemer, aan het fonds verstrekken, alsmede de wijzigingen in deze gegevens, zoals die in de loop van het deelnemerschap optreden. Werkgever vrijwaart het fonds van alle mogelijke gevolgen, waaronder begrepen maar niet beperkt tot claims en aanspraken van deelnemers en/of hun nagelaten betrekkingen, van of vanwege
(a) het niet, onvolledig of onjuist verstrekken van informatie aan het fonds en
(b) het niet of niet tijdig betalen aan het fonds van bijdragen, premies, koopsommen, kosten en andere betalingen.
c. Het fonds is jegens Werkgever verplicht alle werknemers, die Werkgever overeenkomstig het in lid b bepaalde bij het fonds aanmeldt, als deelnemer in de betreffende pensioenregeling van het fonds op te nemen en aan die deelnemer en zijn nabestaandenpensioen toe te kennen volgens de regels en voorwaarden, zoals deze zijn vastgelegd in het pensioenreglement dat voor de betreffende deelnemer van toepassing is.
d. Uiterlijk binnen drie maanden na de aanmelding bedoeld in lid a zal het fonds de werknemer informeren over de kenmerken van de pensioenregeling bedoeld in artikel 21 Pensioenwet, voor zover de Pensioenwet daartoe verplicht. Het fonds zal Werkgever tijdig voorzien van alle financiële gegevens met betrekking tot de pensioenen van de deelnemers die Werkgever nodig heeft uit het oogpunt van een goede bedrijfsvoering en de verslaglegging daarover.
e. De onder ‘a t/m d’ vermelde gang van zaken geldt niet als de Werkgever en de werknemer hebben afgezien van het afsluiten van een pensioenovereenkomst. Het afzien van een pensioenovereenkomst is enkel mogelijk op verzoek van de werknemer en indien er sprake is van een geldige afstandsovereenkomst naar een door Werkgever en het fonds afgesproken model. De afstandsovereenkomst is geldig indien deze naast de partijen in de arbeidsovereenkomst is medeondertekend door de partner van de werknemer en door het fonds. In de betreffende arbeidsovereenkomst wordt bovendien in voorkomende gevallen expliciet vermeld dat er geen sprake is van een pensioenovereenkomst en dat de werknemer en de Werkgever in dat kader een afstandsovereenkomst hebben ondertekend.
Artikel 3 Vaststelling en wijziging van de pensioenovereenkomst en/ of pensioenreglementen
a. Indien een wijziging van een pensioenovereenkomst tevens een wijziging vereist van het daarin genoemde pensioenreglement, is het fonds gehouden die reglementswijziging door te voeren mits wordt voldaan aan hetgeen daarover in de statuten van het fonds is bepaald en naar het oordeel van het bestuur van het fonds, na wijziging:
i. de pensioenovereenkomst niet strijdig is met relevante wet- en regelgeving;
ii. de financiële toestand van het fonds de uitvoering daarvan toelaat;
iii. de uitvoering van de gewijzigde pensioenregeling spoort met de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding, van het fonds; en
iv. de bepalingen in redelijkheid uitvoerbaar zijn.
b. Werkgever zal voor zover nodig medewerking verlenen aan wijziging van de reglementen indien ook de ondernemingsraad van Werkgever haar instemming voor wijziging van de reglementen heeft gegeven, ten minste indien wettelijke voorschriften, rechtspraak of bij de uitvoering blijkende onevenwichtigheden daartoe nopen, en zo nodig de pensioenovereenkomst hierop aanpassen.
c. Het bestuur van het fonds kan met inachtneming van het bepaalde in de statuten van het fonds en het desbetreffende reglement, besluiten tot het zelfstandig doorvoeren van de door de wetgever, De Nederlandsche Bank, De Autoriteit Financiële Markten of enige andere toezichthouder verlangde wijziging van het desbetreffende reglement die betrekking heeft op de uitvoering van die pensioenregeling.
d. Het bestuur van het fonds zal de noodzakelijke wijzigingen van een pensioen- reglement teneinde de inhoud daarvan binnen de fiscale begrenzingen te houden onder de aandacht brengen van Werkgever. Indien geen wijziging van de pensioenovereenkomst tot stand komt, kan het bestuur van het fonds zelfstandig besluiten de noodzakelijke wijzigen in het pensioenreglement door te voeren teneinde binnen de fiscale begrenzingen te blijven.
Artikel 4 Informatieverstrekking door het fonds
a. Het fonds is gehouden vóór 1 oktober van enig jaar alle (gewezen) deelnemers informatie te verstrekken over de door hen in en aan het eind van het afgelopen jaar opgebouwde pensioenaanspraken, een en ander in overeenstemming met het bepaalde in artikel 38 Pensioenwet en artikel 5 van het besluit houdende vaststelling van regels ter uitwerking van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
b. Het fonds is gehouden alle deelnemers schriftelijk te informeren over een wijziging van de voor hen geldende pensioenovereenkomst en/of het daarbij behorende reglement, uiterlijk drie maanden nadat de wijziging van kracht is geworden.
c. Alle overige informatie die blijkens de Pensioenwet aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden dient te worden verstrekt, zal door het fonds worden verstrekt.
Artikel 5 Premievaststelling voor de uitkeringsovereenkomsten
a. Werkgever is voor de A 2006- en de B regeling jaarlijks aan het fonds een kostendekkende premie verschuldigd die wordt bepaald als het totaal der individuele koopsommen (zie voor te hanteren uitgangspunten bijlage A).
b. Het fonds stelt de koopsommen genoemd onder a vast op basis van het verwacht rendement van het fonds zoals bedoeld in artikel 128 lid 2 Pensioenwet jo artikel 4, lid 2, sub b, van het Besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen (Besluit FTK) en op basis van actuariële grondslagen die gelden voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen (zie bijlage A).
c. Het verwachte rendement op de portefeuille van het fonds wordt voor de periode 2024 tot en met 2028 vastgesteld op basis van de rentestand 30 september 2023, rekening houdend met de parameters zoals vastgesteld in artikel 23a van het Besluit FTK.
d. Het verwachte rendement wordt gecorrigeerd door middel van een afslag op het verwachte rendement die rekening houdt met een toekomstbestendige indexatie van 2,0% (voor prijsinflatie) in de A 2006 en de B regeling. Hierbij wordt een (alternatief) ingroeiperiode van 8 jaar gehanteerd naar het genoemde niveau van prijsinflatie, zoals bedoeld in artikel 23a van het Besluit FTK. Bij de afslag op het verwachte rendement houdt het fonds er rekening mee dat de op te bouwen pensioenen in de A 2006 regeling gedurende het deelnemerschap niet uit de middelen van het pensioenfonds geïndexeerd hoeven te worden.
e. De percentages bedoeld onder ‘c’ en ‘d’ leiden, rekening houdend met een afslag als bedoeld onder ‘d’, tot een reële rendementscurve voor de vaststelling van de koopsommen. Deze reële rendementscurve wordt vastgelegd voor de periode 2024 tot en met 2028. Aanpassing van de reële rendementscurve binnen deze periode vindt evenwel plaats als de strategische beleggingsmix wordt aangepast zoals bedoeld onder lid c, of als de wet -en regelgeving noopt tot aanpassing. De reële rendementscurve is gewijzigd per 1 januari 2024 i.v.m. een wijziging van de te hanteren parameters en een tussentijdse aanpassing van de rentestand (stand 30 september 2023). De reële rendementscurve is vastgelegd in bijlage C.
f. Bij de hiervoor omschreven koopsommen worden toekomstige uitvoerings- kosten ingerekend van 3,3% op basis van rendementscurve (zie bijlage c). Op deze opslag wordt in mindering gebracht de jaarlijkse vrijval uit de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten. De in mindering gebrachte vrijval zal nooit hoger zijn dan de opslag voor toekomstige uitvoeringskosten in het betreffende jaar.
g. Naast de koopsommen als bedoeld in de vorige leden is de Werkgever jaarlijks risicopremies aan het fonds verschuldigd als weergegeven in bijlage A.
h. Tenslotte maken de uitvoeringskosten van het fonds deel uit van de kostendekkende premie die wordt vastgesteld. Deze uitvoeringskosten worden verdeeld op basis van aantallen actieve deelnemers per aangesloten vennootschap per 1 januari van het desbetreffende jaar.
i. Het bestuur kan tot invoering van het nieuwe pensioenstelsel jaarlijks besluiten om het restant van de jaarlijkse vrijval uit de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten in mindering te brengen op de uitvoeringskosten waarbij de volgende cumulatieve criteria gelden:
▪ Dat de beleidsdekkingsgraad ultimo 2023 hoger is dan de bovenkant van de indexatiestaffel (t.w. 120%) of de minimale grens om volledig te kunnen indexeren (de hoogste van de bovenkant van de indexatiestaffel of de TBI- grens).
▪ Dat de Werkgever niet in aanmerking komt voor een premiekorting.
▪ Dat de opbouwpercentages en de eigen bijdrage van de actieve deelnemers op hetzelfde niveau worden gehouden als in 2023.
Artikel 6 Premiekorting en restitutie
a. De beleidsdekkingsgraad in dit artikel betreft de beleidsdekkingsgraad zoals weergegeven in artikel 133a van de Pensioenwet.
b. Op de premie als bedoeld in artikel 5 kan het bestuur van het fonds een korting toepassen, met dien verstande dat de premie nooit lager zal zijn dan de som van:
- 8% van de totale premiegrondslag betreffende Pensioenreglement B (waarbij de opslag voor toekomstige uitvoeringskosten van 3,3% buiten beschouwing worden gelaten), vermeerderd met
- de uitvoeringskosten van het fonds in het betreffende premiejaar.
Indien wordt besloten tot premiekorting, geldt het volgende: het deel van de premie dat na premiekorting bestemd is voor de dekking van de uitvoeringskosten in dat jaar, is gelijk aan de uitvoeringskosten verminderd met de vrijval uit de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten die na de toepassing van artikel 5 lid f resteert. Er vindt dus uitsluitend een cash neutrale uitruil van premiekorting en uitvoeringskosten plaats in het jaar van premiekorting.
c. De onder b genoemde korting kan worden toegepast indien en voor zover de beleidsdekkingsgraad op de peildatum hoger is dan:
- de bovenkant van de indexatiestaffel (t.w. 120%) of de minimale grens om volledig te kunnen indexeren, TBI-grens (de hoogste van de twee), vermeerderd met
- het percentage eigen vermogen dat, gezien de strategische beleggingsmix die van toepassing is op het jaar waarin de premiekorting wordt gegeven, vereist is op basis van artikel 132 van de Pensioenwet.
d. De premiekorting wordt pro rata verdeeld over de aangesloten vennootschappen op basis van de kostendekkende premie.
e. Premiekorting kan enkel plaatsvinden als eventuele gemiste voorwaardelijke of onvoorwaardelijke indexatie en kortingen van nominale rechten over de laatste 10 jaren volledig zijn hersteld.
e. Restitutie van gelden van het fonds aan Werkgever is niet mogelijk.
Artikel 7 Vaststelling van de definitieve premie en betaling van de premie
a. De door Werkgever verschuldigde premie over enig jaar zal jaarlijks uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het jaar definitief worden vastgesteld en dient binnen één maand na vaststelling te zijn voldaan. De nacalculatie ten opzichte van de voorschotnota genoemd onder b vindt enkel plaats op grond van aangepaste bestandsgegevens, waaronder begrepen de salarisgegevens.
b. Per 1 januari van ieder jaar is Werkgever een voorlopige premie verschuldigd zoals deze op basis van de op 31 januari van dat jaar uit de administratie van het fonds blijkende gegevens kan worden vastgesteld. Deze voorlopige premie dient uiterlijk 31 maart van dat jaar te zijn voldaan.
c. In hoeverre bij de vaststelling van de voorlopige premie een korting kan worden toegepast zoals bedoeld in artikel 6 beoordeelt het bestuur op basis van de financiële positie op de peildatum. De peildatum is 31 december van het jaar voorafgaande het betreffende premiejaar.
d. Alle voorlopige en definitieve premies als bedoeld in de voorafgaande leden van dit artikel worden met valuta 1 januari van het jaar waarop ze betrekking hebben in rekening-courant verrekend, eventueel vermeerderd met rente die ten minste gelijk is aan de basis depositorente van de Europese Centrale Bank plus 1% punt, waarbij de rente nooit negatief kan zijn. De minimale rente is dus 0,0%. Verminderingen van deze premies en aanvullende premies als gevolg van tussentijdse mutaties worden per de mutatiedatum in rekening-courant verrekend. Berekening en bijboeking van rente over deze rekening-courant geschiedt eenmaal per jaar per 31 december. Uiterlijk één maand nadat Werkgever in kennis is gebracht van een schuld in rekening-courant aan het fonds wordt het verschuldigde saldo overgemaakt op een door het fonds aangewezen bankrekening.
e. Partijen beogen dat met uitzondering van de situatie als bedoeld in artikel 6 het fonds in enig jaar zodoende nimmer minder premie zal ontvangen dan de kostendekkende premie op basis van verwacht rendement.
Artikel 8 Beschikbare premieregelingen
a. Aanvullend op de eindloonregeling A 2006 en de middelloonregeling B biedt het fonds de deelnemers tot 1 januari 2025 de mogelijkheid tot pensioensparen in een beschikbare premieregeling (vrijwillig aanvullende pensioenregeling).
b. Werkgever kan daaraan een financiële bijdrage leveren.
c. Werkgever draagt voor degenen die participeren in de excedentregeling als bedoeld in artikel 2 onder a.2, premie af volgens de staffel weergegeven onder d.
d. De staffel als bedoeld onder c luidt als volgt:
leeftijd: | van de excedentgrondslag: |
18 en 19 jaar | 5,3% |
20-24 jaar | 5,9% |
25-29 jaar | 6,9% |
30-34 jaar | 8,0% |
35-39 jaar | 9,3% |
40-44 jaar | 10,8% |
45-49 jaar | 12,6% |
50-54 jaar | 14,7% |
55-59 jaar | 17,3% |
60-64 jaar | 20,4% |
65 en 66 jaar | 23,7% |
e. Daarenboven is de deelnemer in de excedentregeling ten laste van Werkgever bij het fonds verzekerd voor:
1. een nabestaandenpensioen op risicobasis volgens het B excedentreglement
2. opbouw van pensioen bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement
3. een WIA excedentuitkering bij arbeidsongeschiktheid volgens het B excedentreglement.
De risicopremies voor nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op en tenminste gelijk aan de door het fonds verschuldigde risico- herverzekeringspremies.
f. Naast de premie genoemd onder c en e is Werkgever voor de uitvoering van de excedentregeling jaarlijks per 1 januari een opslag verschuldigd van 4,5% van de premie bedoeld onder d.
g. Partijen komen overeen dat in verband met het risico voor het fonds als gevolg van de zorgplicht deelnemers participeren in een op het life cycle principe gerichte beleggingsmix waarbij een mogelijkheid tot ‘opting out’ naar ‘eigen beheer’ wordt geboden. Indien een deelnemer kiest voor ‘eigen beheer’ draagt het fonds zelf dan wel via geselecteerde partijen zorg voor de relevante aspecten van de zorgplicht zoals de ‘ken uw klant’ principes.
h. Werkgever draagt er zorg voor dat de premie bedoeld in dit artikel onder a en c vanaf 1 juli 2024 wordt afgedragen en overgemaakt aan het fonds.
i. Voor de betaling van de premies en kosten genoemd onder c, e en f aan het fonds is artikel 7 van overeenkomstige toepassing.
j. Het fonds biedt binnen de premieregelingen geen mogelijkheid tot een keuze voor variabele uitkering zoals bedoeld in artikelen 63a, 63b en 63c van de Pensioenwet. Op de pensioendatum vindt volledige inkoop in de basisregeling
plaats danwel kan de (gewezen) deelnemer indien en voor zover hij/zij participeert in de excedentregeling gebruik maken van de mogelijkheid tot aankoop van een pensioen bij een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet.
Artikel 9 Winst- en verliesrekening van het fonds
a. De balans en winst- en verliesrekening van het fonds worden opgemaakt conform de op dat moment geldende regels, waarbij de voorziening voor pensioenverplichtingen wordt berekend met inachtneming van de door De Nederlandsche Bank NV bekend gemaakte rentetermijnstructuur per de balansdatum.
b. Het saldo van de winst- en verliesrekening wordt per 31 december van enig jaar toegevoegd aan de algemene reserve.
Artikel 10 Bemensing van organen van het fonds
Indien Werkgever in gebreke blijft om (tijdig) te voldoen aan haar verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst is Werkgever in verzuim en zal het bestuur van het fonds, binnen tien dagen na de dag waarop aan de verplichtingen had moeten worden voldaan, Werkgever hierop bij aangetekende brief wijzen. Dat is louter ter informatie. Indien Werkgever binnen tien dagen na de dag waarop de aangetekende brief is verzonden niet alsnog haar verplichtingen is nagekomen, zal het bestuur van het fonds schriftelijk De Nederlandsche Bank N.V. hiervan in kennis stellen en, indien het de niet-nakoming van de premiebetaling betreft, aan het eind van het kalenderkwartaal waarin aan de verplichtingen had moeten worden voldaan, de ondernemingsraad van Werkgever en alle (gewezen) deelnemers en gepensioneerden informeren.
Artikel 12 Ontoereikende middelen van het fonds
Indien de middelen van het fonds ontoereikend zijn voor de nakoming van de verplichtingen van het fonds zullen bestuur en Werkgever binnen een maand na vaststelling daarvan met elkaar in overleg treden om binnen de daarvoor geldende termijn de situatie van een tekort aan vereist eigen vermogen op te heffen. Uitgangspunt daarbij is dat, rekening houdend met de alsdan geldende omstandigheden, een evenwichtige keuze zal worden gemaakt uit de ten dienste staande mogelijkheden, waaronder, doch niet beperkt tot: de aanpassing van het beleggingsbeleid, vrijwillige extra premiestortingen, beperking van indexaties, het verstrekken van een renteloze achtergestelde lening en in het uiterste geval vermindering van pensioenrechten en/of pensioenaanspraken.
Artikel 13 Persoonsgegevens
Werkgever en het fonds vrijwaren elkaar ten aanzien van claims in het kader van het niet voldoen aan de van toepassing zijnde wetgeving inzake het verwerken van persoonsgegevens en (vermoedens van) data lekken worden zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 24 uur, gemeld aan elkaar.
De onderhavige overeenkomst zal worden gewijzigd respectievelijk worden beëindigd indien de in de pensioenreglementen van het fonds neergelegde
pensioenregelingen in de voor deze overeenkomst relevante zin worden gewijzigd respectievelijk beëindigd. Deze Overeenkomst kan slechts worden gewijzigd of aangevuld door middel van een door partijen ondertekend document.
Indien door C&A krachtens de in de pensioenreglementen van het fonds aan haar verleende bevoegdheid een vennootschap of rechtspersoon wordt aangewezen als “Werkgever” in de zin van artikel 1 van de pensioenreglementen zal voor de uitvoering van deze overeenkomst C&A optreden voor en in de plaats van de aangewezen Werkgever.
C&A verbindt zich jegens het fonds hieromtrent afspraken te maken met een vennootschap of rechtspersoon alvorens deze vennootschap of rechtspersoon als zodanig aan te wijzen.
Een lijst met de vennootschappen, die bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst door C&A als Werkgever zijn aangewezen in de zin van de reglementen van het fonds, is als bijlage B bijgevoegd. Deze vennootschappen zijn partij bij deze overeenkomst en hoofdelijk tot nakoming gehouden. C&A is gevolmachtigd mede namens hen deze overeenkomst aan te gaan en verstrekt op verzoek van het fonds een kopie van de betreffende volmachten.
Buiten de lijst weergegeven in bijlage B wijst C&A ook ‘het fonds’ aan als Werkgever in de zin van artikel 1 van de pensioenreglementen. Voor ‘het fonds’ geldt niet deze overeenkomst, maar een separaat vastgesteld Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 23 lid 3 van de Pensioenwet. Voor zover er sprake is van materiële wijzigingen in premie en pensioenrechten en - aanspraken in deze uitvoeringsovereenkomst zal het genoemde Uitvoeringsreglement overeenkomen met deze uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 16 Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 julii 2024 en vervangt alle voorgaande overeenkomsten tussen het fonds en C&A. De looptijd van deze overeenkomst is een half jaar. Hierna wordt deze telkens met één jaar verlengd, tenzij de overeenkomst 9 maanden voor het einde van de looptijd is opgezegd.
Indien op enig moment mocht blijken uit de haalbaarheidstoets zoals vastgelegd bij of krachtens de Pensioenwet, dat de door het fonds vastgelegde risicogrenzen zijn overschreden, zullen partijen met elkaar in overleg treden over de inhoud van deze overeenkomst.
Artikel 17 Gevolgen eindigen uitvoeringsovereenkomst
a. Met ingang van de datum waarop deze overeenkomst eindigt, is de deelneming van deelnemers in het fonds beëindigd en vervallen risicodekkingen. De gewezen deelnemers hebben alsdan jegens het fonds premievrije aanspraken op pensioen, overeenkomstig het bepaalde in het voor hen van tijd tot tijd geldende pensioenreglement ter zake van de beëindiging van de deelneming anders dan door ingang van het ouderdomspensioen of door overlijden.
b. Partijen zullen zo spoedig als praktisch uitvoerbaar na beëindiging, opzegging of ontbinding van deze overeenkomst en/ of wanneer duidelijk is dat deze overeenkomst niet wordt voortgezet, te goeder trouw meewerken aan (a) een ordelijke afwikkeling van deze overeenkomst en (b) het mogelijk maken van continuering van de uitvoering door het fonds van reeds opgebouwde pensioen- rechten en pensioenaanspraken zonder nadelige gevolgen voor pensioen- en aanspraakgerechtigden en/ of het door de Werkgever dragen van liquidatiekosten indien het fonds tot liquidatie zou besluiten. Partijen treden alsdan over het maken van die afspraken in overleg.
c. Na het eindigen van deze overeenkomst behouden Werkgever en het fonds jegens elkaar de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen voor zover deze betreffen de pensioenaanspraken en kosten ter zake van tijdvakken
gelegen voor de datum van beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst. Dit betekent dat de bedragen die Werkgever aan het fonds op grond van deze overeenkomst verschuldigd is geworden voor het tijdstip van deze overeenkomst eindigt onverminderd verschuldigd blijven, ongeacht of deze bedragen na dit tijdstip van beëindiging moeten worden betaald.
Artikel 18 Toepasselijk recht en forumkeuze
a. Deze overeenkomst wordt beheerst door Nederlands recht.
b. Partijen verbinden zich om, indien tussen hen een verschil van mening bestaat met betrekking tot de interpretatie, de naleving of het van toepassing zijn van deze overeenkomst, te trachten eerst in overleg tot overeenstemming te komen.
c. Wanneer het onder b bedoelde overleg niet tot overeenstemming of een oplossing leidt, zal het geschil ter behandeling worden voorgelegd aan een geschillencommissie. Partijen verklaren de uitspraak van die commissie als bindend te beschouwen en naar de letter van deze uitspraak te zullen handelen.
d. De in lid c bedoelde geschillencommissie bestaat uit drie personen, waarvan elke partij er één benoemt. De twee aldus aangewezen leden benoemen gezamenlijk, binnen 30 dagen na hun benoeming, een derde lid.
e. De geschillencommissie zal binnen 30 dagen na benoeming van het laatste lid een uitspraak doen waarbij zij als ‘goede mannen’ naar billijkheid oordeelt. De voorvermelde termijn kan met instemming van beide partijen worden verlengd.
Stichting Pensioenfonds Provisum C&A Nederland C.V.
………………………………… …………………………………
G.J.M. Pieters D.J. Bussink
………………………………… …………………………………
L.E. ten Xxxxxx L.P.J.E. Kouijzer
Bijlagen: A, B en C
Bijlagen: A, B en C
Grondslagen, als bedoeld in artikel 5 lid b van de pensioenuitvoeringsovereenkomst 1 juli 2024.
1. Sterfte
• voor mannen: de door het Koninklijk Actuarieel Genootschap 2022 gepubliceerde prognosetafels AG
• voor vrouwen: de door het Koninklijk Actuarieel Genootschap in 2022 gepubliceerde prognosetafels AG
met startjaar 2024 en toepassing van een correctietabel met de volgende ijkpunten.
Leeftijd | Correctiefactor | |
Mannen | Vrouwen | |
<=50 | 0,495 | 0,712 |
51 | 0,502 | 0,717 |
52 | 0,509 | 0,722 |
53 | 0,516 | 0,726 |
54 | 0,523 | 0,731 |
55 | 0,531 | 0,736 |
56 | 0,538 | 0,741 |
57 | 0,546 | 0,747 |
58 | 0,554 | 0,752 |
59 | 0,561 | 0,757 |
60 | 0,569 | 0,762 |
61 | 0,577 | 0,767 |
62 | 0,586 | 0,772 |
63 | 0,594 | 0,778 |
64 | 0,602 | 0,783 |
65 | 0,611 | 0,788 |
66 | 0,620 | 0,794 |
67 | 0,628 | 0,799 |
68 | 0,637 | 0,804 |
69 | 0,646 | 0,810 |
70 | 0,655 | 0,815 |
71 | 0,665 | 0,821 |
72 | 0,674 | 0,827 |
73 | 0,684 | 0,832 |
74 | 0,693 | 0,838 |
75 | 0,703 | 0,844 |
76 | 0,713 | 0,849 |
77 | 0,723 | 0,855 |
78 | 0,734 | 0,861 |
79 | 0,744 | 0,867 |
80 | 0,755 | 0,873 |
81 | 0,765 | 0,879 |
82 | 0,776 | 0,885 |
83 | 0,787 | 0,891 |
84 | 0,798 | 0,897 |
85 | 0,810 | 0,903 |
86 | 0,821 | 0,909 |
87 | 0,833 | 0,915 |
88 | 0,845 | 0,922 |
89 | 0,856 | 0,928 |
Leeftijd | Correctiefactor | |
Mannen | Vrouwen | |
90 | 0,869 | 0,934 |
91 | 0,881 | 0,941 |
92 | 0,893 | 0,947 |
93 | 0,906 | 0,954 |
94 | 0,919 | 0,960 |
95 | 0,932 | 0,967 |
96 | 0,945 | 0,973 |
97 | 0,959 | 0,980 |
98 | 0,972 | 0,986 |
99 | 0,986 | 0,993 |
100 | 1,000 | 1,000 |
2. Leeftijdsverschil tussen partners en partnerfrequentie
Aangenomen wordt, dat een mannelijke deelnemer een vrouwelijke partner heeft, die 3 jaar jonger is dan hij en dat een vrouwelijke deelnemer een 3 jaar oudere mannelijke partner heeft. De partnerfrequentie is afhankelijk van de leeftijd en wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tabel:
Leeftijd begin | Leeftijd eind | Mannen | Vrouwen |
18 | 24 | 5*(X-18) | 5*(Y-18) |
25 | 29 | 5*(X-18) | 5*(Y-18) |
30 | 34 | 60+2*(X-30) | 60+2*(Y-30) |
35 | 39 | 60+2*(X-30) | 60+2*(Y-30) |
40 | 44 | 80 | 80 |
45 | 49 | 80 | 80 |
50 | 54 | 85 | 85 |
55 | 59 | 90 | 90 |
60 | 64 | 90+2*(X-60) | 90+2*(Y-60) |
65 | 65+ | 100 | 100 |
X = leeftijd voor mannen Y = leeftijd voor vrouwen
3. Leeftijdsbepaling
Aangenomen wordt, dat alle verzekerden geboren zijn op de eerste van de maand samenvallend met of onmiddellijk voorafgaand aan hun werkelijke geboortedag.
4. Risicopremies nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en opslag voor vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid.
De risicopremies nabestaandenpensioen (partnerpensioen, wezenpensioen en Anw-hiaat), arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid, zijn gebaseerd op de verschuldigde risicoherverzekeringspremies
5. Uitbetaling
Uitgegaan wordt van continue uitbetaling.
• Anthos Fund & Asset Management B.V.
• Anthos Private Wealth management B.V.
• Sub Tecto B.V. (voorheen COFRA Amsterdam B.V.)
• COFRA Amsterdam C.V. (voorheen Anthos Amsterdam C.V.)
• Porticus Amsterdam C.V.
• Redevco B.V.
• Redevco Nederland B.V.
• Redevco Living B.V.
• Fashion for Good B.V.
• Caresco C.V. (of diens rechtsopvolger)
• Laudes B.V.
• Philanthropy Support B.V.
jlage C
Looptijd: | Verwachte nominale rendementscurve | Verwacht rendement na afslag voor toeslagverlening (=reële rendementscurve)1 |
1 | 4,90% | 3,00% |
2 | 4,70% | 2,16% |
3 | 4,57% | 2,03% |
4 | 4,51% | 1,99% |
5 | 4,48% | 2,01% |
6 | 4,46% | 2,05% |
7 | 4,46% | 2,08% |
8 | 4,46% | 2,10% |
9 | 4,47% | 2,14% |
10 | 4,47% | 2,17% |
11 | 4,49% | 2,21% |
12 | 4,49% | 2,24% |
13 | 4,50% | 2,27% |
14 | 4,50% | 2,28% |
15 | 4,50% | 2,30% |
16 | 4,49% | 2,30% |
17 | 4,47% | 2,29% |
18 | 4,46% | 2,29% |
19 | 4,45% | 2,29% |
20 | 4,43% | 2,28% |
21 | 4,41% | 2,27% |
22 | 4,39% | 2,26% |
23 | 4,38% | 2,25% |
24 | 4,36% | 2,24% |
25 | 4,35% | 2,23% |
26 | 4,32% | 2,21% |
27 | 4,30% | 2,19% |
28 | 4,28% | 2,18% |
29 | 4,26% | 2,16% |
30 | 4,25% | 2,15% |
1 De reële rendementscurve wordt als volgt berekend in de volgende stappen:
1) De totale curve bestaat uit 120 jaren c.q. looptijden.
2) Het verwachte rendement word berekend op basis van de strategische asset allocatie waarbij het verwachte rendement van de commissie parameters als uitgangspunt dient.
3) Op het verwachte rendement (stap 2) wordt 2,0% inflatie afgetrokken, waarbij in de eerste 8 jaren een ingroeipad geldt op basis van DNB voorschrift. Tevens wordt een correctie meegenomen voor de eindloners (0,0413%) aangezien hier geen inflatiecorrectie voor geldt op het pensioen, maar via de Werkgever loopt in de premie. Vanaf jaar 9 is de inflatie 1,96%. Hierdoor ontstaan reële rendementen per jaar waarbij rekening wordt gehouden met toekenning van de indexatie per 1 januari van elk jaar.
4) Xxxxxxxxxx wordt er een curve gecreëerd door deze reële rendementen over de jaren te middelen met behulp van een wortelformule.
31 | 4,23% | 2,13% |
32 | 4,21% | 2,12% |
33 | 4,20% | 2,11% |
34 | 4,18% | 2,10% |
35 | 4,17% | 2,09% |
36 | 4,16% | 2,08% |
37 | 4,15% | 2,07% |
38 | 4,13% | 2,06% |
39 | 4,12% | 2,05% |
40 | 4,11% | 2,04% |
41 | 4,10% | 2,03% |
42 | 4,08% | 2,02% |
43 | 4,07% | 2,00% |
44 | 4,06% | 1,99% |
45 | 4,05% | 1,98% |
46 | 4,04% | 1,97% |
47 | 4,03% | 1,97% |
48 | 4,02% | 1,96% |
49 | 4,01% | 1,95% |
50 | 4,00% | 1,94% |
51 | 3,99% | 1,93% |
52 | 3,98% | 1,93% |
53 | 3,97% | 1,92% |
54 | 3,97% | 1,92% |
55 | 3,96% | 1,91% |
56 | 3,96% | 1,91% |
57 | 3,95% | 1,90% |
58 | 3,94% | 1,90% |
59 | 3,94% | 1,89% |
60 | 3,93% | 1,89% |
61 | 3,93% | 1,88% |
62 | 3,92% | 1,88% |
63 | 3,92% | 1,88% |
64 | 3,91% | 1,87% |
65 | 3,91% | 1,87% |
66 | 3,90% | 1,86% |
67 | 3,90% | 1,86% |
68 | 3,90% | 1,86% |
69 | 3,89% | 1,85% |
70 | 3,89% | 1,85% |
71 | 3,88% | 1,85% |
72 | 3,88% | 1,84% |
73 | 3,88% | 1,84% |
74 | 3,87% | 1,84% |
75 | 3,87% | 1,84% |
76 | 3,87% | 1,83% |
77 | 3,86% | 1,83% |
78 | 3,86% | 1,83% |
79 | 3,86% | 1,83% |
80 | 3,86% | 1,82% |
81 | 3,85% | 1,82% |
82 | 3,85% | 1,82% |
83 | 3,85% | 1,82% |
84 | 3,84% | 1,81% |
85 | 3,84% | 1,81% |
86 | 3,84% | 1,81% |
87 | 3,84% | 1,81% |
88 | 3,83% | 1,81% |
89 | 3,83% | 1,80% |
90 | 3,83% | 1,80% |
91 | 3,83% | 1,80% |
92 | 3,82% | 1,80% |
93 | 3,82% | 1,80% |
94 | 3,82% | 1,79% |
95 | 3,82% | 1,79% |
96 | 3,82% | 1,79% |
97 | 3,81% | 1,79% |
98 | 3,81% | 1,79% |
99 | 3,81% | 1,79% |
100 | 3,81% | 1,78% |
101 | 3,81% | 1,78% |
102 | 3,80% | 1,78% |
103 | 3,80% | 1,78% |
104 | 3,80% | 1,78% |
105 | 3,80% | 1,78% |
106 | 3,80% | 1,78% |
107 | 3,80% | 1,77% |
108 | 3,79% | 1,77% |
109 | 3,79% | 1,77% |
110 | 3,79% | 1,77% |
111 | 3,79% | 1,77% |
112 | 3,79% | 1,77% |
113 | 3,79% | 1,77% |
114 | 3,78% | 1,77% |
115 | 3,78% | 1,76% |
116 | 3,78% | 1,76% |
117 | 3,78% | 1,76% |
118 | 3,78% | 1,76% |
119 | 3,78% | 1,76% |
120 | 3,78% | 1,76% |