BIJLAGE B DER MEMORIE VAN TOELICHTING.
280 . 6.
Bevordering samenwerking tramwegen in N.-Brabant. — Wijziging en verhooging hoofdstuk IX voor 1933.
380 . 6.
BIJLAGE B DER MEMORIE VAN TOELICHTING.
EXPLOITATIE-OVEREENKOMST.
B.B.A.
De Naamlooze Vennootschap „Brabantsche Buurtspoor- wegen en Autodiensten", gevestigd te 's-Hertogenbosch, in deze overeenkomst aangeduid door ,,Dc Onderneming" ver- tegenwoordigd door
ten deze handelende, na vooraf daartoe de goedkeuring te heb- ben verkregen van den raad van Commissarissen dezer vennoot- schap
en
de Stoomtrammaatschappij
gevestigd te
in deze overeenkomst aangeduid als ,,De Maatsc-happij", namens welke handelt
, als commissaris dezer maatschappij,
na daartoe gemachtigd te zijn door de vergadering van aandeel- houders dier maatschappij, gehouden te , den verklaren, onder goedkeuring van den Minister van Waterstaat en van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brahant, te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1.
(1). Di' maatschappij draagt gedurende het bestaan dezer overeenkomst aan de Onderneming over de volledige exploitatie
u. van de aan de maatschappij in eigendom toebehoorende tramwegen, voor den aanleg en de exploitatie waarvan concessie is verleend xxxx' den Minister van Waterstaat bij overeenkomst van ;
/». van de autobusdiensten, voor de uitoefening «aarvan ver- gunningen werden verleend door Xxxxxxxxxxxx Staten bij be- schikking van ;
c van alle overige vervoermiddelen, als stoombooten, vracht- auto's, enzoovoort.
(•_'). De onderneming, die zich op eigen kosten en risico met de expolitatie van den tramweg en van de autobusdiensten be- last, krijgt daartoe het recht van gebruik over al de aan de maatschappij in eigendom "f erfpacht toebehoorende gronden, gebouwen, materialen en roerenden inventaris niets uitgezon- derd, met dien verstande, dat, in verband met het bepaalde in artikel 10, magazijnvoorraad en brandstoffen verrekend worden.
Artikel 2.
tl). De onderneming verbindt zich de na te noemen bepa- lingen na te leven van de in artikel 1 genoemde concessie met de daarin aangebrachte en nog aan te brengen wijzigingen, zoomede de voorschriften van de bestaande en nog te maken wetten en wettelijke verordeningen, voor zoover die voorschriften de exploi- tatie van den tramweg betreffen. Do bovenbedoelde bepalingen der concessie zijn die, vervat in de artikelen
De Maatschappij wordt gevrijwaard voor het niet nakomen door de onderneming van al de verplichtingen, die uit de overeen- komst en de concessie voortvloeien, voor zoover die op onder- houd en exploitatie betrekking hebben.
(2). De onderneming verbindt zich tevens de voorwaarden na te leven die door de Gedeputeerde Staten aan de vergunningen voor het uitoefenen der in artikel 1 genoemde autobusdiensten verbonden zijn en alsnog verbonden zullen worden.
(3). De maatschappij verplicht zich, ten genoege van de onderneming tijdig het noodige te doen voor verlenging der ten name der maatschappij staande concessiën en vergunningen. Mocht hieraan niet behoorlijk worden voldaan, dan zal de onder- neming bevorderen, dat de concessiën en vergunningen ten name van de onderneming worden gesteld.
(4). Autobusvergunningen, ter vervanging van bestaande tramdiensten, worden aangevraagd ten name van de maat- schappij .
Artikel 3.
(1). De maatschappij zal bij het in werking treden der over- eenkomst aan de onderneming copieën geven van do volledige plannen en van de beschrijving der «erken, voor zoover een en ander aanwezig is, benevens afschriften van de koopakten en van de overeenkomsten, welke voor de exploitatie van belang kunnen zijn.
(2). Al de vergoedingen en bevoegdheden, die aan de maat- schappij zijn of zullen worden toegekend voor zoover die ver- band houden met de exploitatie van tramweg- en autobusdieu- sten, gaan tijdens den duur van deze overeenkomst aan de onderneming over.
(3). De onderneming verbindt zich de overeenkomsten, door de maatschappij met derden aangegaan en de exploiltatie betref- fende, te zullen nakomen en de maatschappij tegen namaning van derden ter zake van de niet-nakoming dier overeenkomsten te vrijwaren.
Artikel 4.
(1). Ge maatschappij machtigt de onderneming onherroepe- lijk gedurende liet bestaan dezer overeenkomst, om namens baar overeenkomsten aan te gaan omtrent spoorwegaansluitin- gen, spoorwegkruisingen en gemeenschappelijk gebruik van stations en van den weg.
(2). Zij is gedurende het bestaan van deze overeenkomst niet bevoegd — behoudens het naastingsrecht van het Rijk — den tramweg te vervreemdeii of te bezwaren of hare rechten, uit deze overeenkomst of' uit de in artikel 1 vermelde concessie en vergunningen voortvloeiende, aan anderen over te dragen.
280 . 6.
Bevordering samenwerking tramwegen in N.-Brabant. — Wijziging en verhooging hoofdstuk IX voor 1933.
(3). Zij is niet bevoegd om zonder schriftelijke vergunning van de onderneming wijzigingen in de concessievoorwaarden toe te staan of overeenkomsten met derden aan te gaan, waardoor lasten aan de exploitatie worden opgelegd.
(3). Jaarlijks wordt door de onderneming aan de maat- schappij medegedeeld, welke waardevermeerdering de goederen, genoemd in het borderel, hebben ondergaan en welke goederen afgevoerd zijn.
Artikel 5.
(1). De onderneming verbindt zich het vaste personeel der maatschappij, thans reeds krachtens schriftelijke aanstelling bij de exploitatie werkzaam, op de bezoldiging, die het thans ge- niet, behoudens wijzigingen ingevolge het Reglement-Dienst- voorwaarden (K.D.V.) van de onderneming, in haren dienst over te nemen.
(2). Zij heeft intusschen de bevoegdheid ambtenaren en be- ambten, die voor haren dienst door haar niet noodig geacht worden te ontslaan.
(3). Het overgenomen personeel zal, zoo dikwijls zijn belang het medebrengt, geacht worden op den datum, met welks in- gang het schriftelijk bij de maatschappij aangesteld werd, in dienst der onderneming te zijn getreden.
(4). Van den datum af, waarop het personeel in dienst van de onderneming overgenomen wordt, neemt de onderneming op zich de lasten, die uit het R.D.V. en uit de bestaande wetten en reglementen op ziekenfondsen, op ongevallenverzekering en op ouderdoins- en invaliditeits-uitkeeringen voortvloeien.
(5). Tegenover deze verplichtingen gaan de pensioen- en ziekenfondsen, voorzoover zij bestaan, aan de onderneming mede over.
(6). De lasten, voortspruitende uit de pensioenen, die thans uit de exploitatierekening van de maatschappij worden betaald, worden door de onderneming overgenomen.
Artikel 6.
(1). De onderneming neemt de brandschade aan de gebou- wen voor hare rekening.
(2). Zij is belast met het onderhoud en de eventueele ver- nieuwing van weg en werken in vollen omvang.
(3). Zij zorgt voor de stortingen in de reserve- en vernieu- wingsfondsen en heeft hot beheer en de beschikking over deze fondsen met bevoegdheid om daaruit, met inachtneming der concessiebepalingen, voor de vernieuwingen gelden te besteden.
(4). De onderneming is verplicht bij het eindigen van deze overeenkomst de eigendommen der maatschappij met alle inge- volge artikel 8 gemaakte werken -— voorzooveel een en ander niet is gewijzigd of vervallen — in een toestand van goed onderhoud op te leveren.
Artikel 7.
De onderneming zorgt voor herstelling van de schade aan de eigendommen van de maatschappij toegebracht door ijsgang, oorlog, oproer, dijkbreuk, buitengewoon hoogwater ot' andere overmacht.
Artikel 8.
(1). Alle wei-ken tot wijziging, verbetering of uitbreiding, welke door de onderneming noodig geacht worden of door con- cessie, vergunningen, wetten of wettelijke verordeningen wor- den opgelegd, zullen door de onderneming worden uitgevoerd en gemaakt.
(2). De onderneming heeft de bevoegdheid, behoudens goed- keuring van den .Minister van Waterstaat, bestaande baanvak- ken op te heffen, op te ruimen en/of nieuwe verbindingen te maken. De maatschappij verbindt zich uitdrukkelijk om. aan verkoop van terreinen, van gebouwen, rollend materieel, mate- dialeil of wat dan ook, voorzooveel dit gevorderd wordt in het belang van de onderneming, hare volle medewerking te ver- leenen, blijvende de baten, zoolang de overeenkomst van kracht is, aan de onderneming.
Artikel 9.
(1). De onderneming is bevoegd alle tarieven vast te stel- len, zonder daarover de maatschappij te raadplegen.
(2). Zij zal aan de leden van liet bestuur der maatschappij, voor zoolang zij deze functie bekleeden, voor hun persoon koste- loos vervoer over den tramweg en in de autobussen, bedoeld in artikel 1 dezer overeenkomst, verleenen.
Artikel 10.
•
De magazijnvoorraad en de brandstoffen worden bij het in werking treden c.q. bij het eindigen dezer overeenkomst tegen vergoeding van den kostenden prijs aan de nieuwe exploitante overgedragen.
Artikel 11.
(1). De onderneming geniet alle opbrengsten en inkomsten van de exploitatie, van welken aard ook en waaruit ook voort- spruitende.
(2). Daarentegen zijn ten laste van de onderneming alle uitgaven, welke uit de exploitatie voortspruiten.
(3). De maatschappij blijft verantwoordelijk voor de na- koming van hare verplichtingen, welke uit de overeenkomst met het Rijk voortvloeien.
Artikel 12.
(1). De onderneming verbindt zich van den dag af, waarop de tramweg door haar in exploitatie genomen is, over elk exploitatiejaar aan de maatschappij uit te keeren:
«. eene som van f 1000 voor restitutie van kosten en admi- nistratie en van vergaderingen van het bestuur;
b. het bedrag van de belastingen, welke op de eigendommen der maatschappij drukken;
e. een bedrag van f om de maatschappij in staat te stellen aan hare Einancieele verplichtingen te voldoen. Deze uitkeering wordt vóór den aanvang der exploitatie voor elk jaar vastgesteld, waarbij rekening gehouden wordt met de in annuï- teiten omgezette obligatieleningen.
(2). Voorzoover de eigendommen van de maatschappij, waarvan bet gebruik aan de onderneming is overgedragen, be- zwaard zijn met hypothecaire inschrijvingen, worden de renten dezer hypotheken en de eventueele verplichte aflossingen door de onderneming aan den hypotheekhouder betaald.
(3). De betaling van de volgens dit artikel 12 aan de maat- schappij toekomende bedragen beeft telkens na tijdige schrifte- lijke aanvraag plaats uiterlijk 14 dagen vóór dr)\ vervaldag van rente of van rente en aflossing.
Artikel 13.
(1). liet exploitatie]aar vangt aan nu-t den eersten Januari en eindigt op 31 December.
(2). Het eerste exploitatiejaar vangt aan met den dag, waarop de tramweg in exploitatie aan de onderneming is over- gedragen en eindigt met den daaropvolgenden Sisten December.
Artikel 14.
(1). Deze overeenkomst wordt aangegaan voor den duur der concessie van den tramweg.
(2). Zij vervalt van rechtswege:
280 . 6.
Bevordering samenwerking tramwegen in N.-Brabant. — Wijziging en verhooging hoofdstuk IX voor 1933.
ii. wanneer het Rijk den tramweg naast of
b. wanneer het Rijk tot naasting van de eigendommen van de onderneming overgaat of
c. wanneer de maatschappij van hare rechten betreffende de exploitatie van haren tramweg mocht worden vervallen ver- klaard.
(3). Zoodra een der partijen kennis krijgt van het voor- nemen der Regeering om hare eigendommen te naasten zal zij daarvan onmiddellijk bericht geven aan de wederpartij.
Artikel 15.
De onroerende en roerende goederen komen, zoodra liquidatie intreedt, wederom in het bezit van den eigenaar. De opbrengst van verkochte en van tenietgegane onroerende en roerende goederen komt ten bate van de betreffende maatschappij als preferente vordering. De overige bezittingen worden volgens be- staande wettelijke bepalingen geliquideerd.
Artikel 16.
(1). Alle geschillen, tusschen de onderneming en de maat- schappij eventueel uit deze overeenkomst voortspruitende, wor- den onderworpen aan de uitspraak van drie scheidsmannen, die, indien omtrent hunne benoeming tusschen partijen geene overeenkomst wordt verkregen, op verzoek van de meest ge- recde partij benoemd worden door de Arrondissemcnts-Recht- bank te 's-Hertogenbosch.
(2). Deze scheidsmannen zullen als goede mannen naar billijkheid uitspraak doen.
(3). De kosten van een scheidsrechterlijke uitspraak worden gedragen door de partij, daarvoor door de scheidsmannen aan- gewezen.
Artikel 17.
De kosten van zegels en registratie dezer overeenkomst wor- den door de onderneming gedragen.