ARBOCATALOGUS
Werken onder Overdruk Duikarbeid
Droge duikklok / saturatie
Documentcode: CAT 001.4 IV
(Beheer)stichting Werken onder Overdruk - SWOD - Xxxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxxxxxx, W xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx E ln fo@werkenonderoverdruk .nl T 015- 2512026 KvK 34307106
Voorwoord
De Beheerstichting Werken onder Overdruk – kortweg SWOD – vertegenwoordigt de drie werkvelden, duikarbeid, caissonarbeid en arbeid hyperbare geneeskunde binnen de drie subsectoren Defensie, Brandweer en Civiele sector op het gebied van Arbeidsomstandigheden
Civiele
sector
Duikarbeid
Caissonarbeid
Arbeid
Hyperbare Geneeskunde
Defensie
Duikarbeid
Arbeid
Hyperbare Geneeskunde
Brandweer
Duikarbeid
Deze versie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk inclusief WOD-SOE en twee informatiebladen duiken zijn op 23 juni 2020 goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) en zijn van kracht vanaf 1 oktober 2020.
Disclaimer
Hoewel deze Arbocatalogus met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaardt de Stichting Werken onder Overdruk noch de website beheerder, noch de auteur geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuiste gegevens, de mogelijke oorzaken en de mogelijke gevolgen daarvan.
Projectgroep Arbocatalogus Werken onder Overdruk Penvoerder: X. Xxxxxxx
Brandweer: M. van Hattum Civiele Sector: X. Xxxxxxxxx Defensie: X. Xxxxxxxx
Beheerstichting Werken onder Overdruk – SWOD – Xxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx
T 015 – 2512026
W xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx E Xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
Documentcode | Vervallen versie | Huidige versie d.d. | Status | Goedgekeurd door CCvD | Goedgekeurd door Bestuur |
CAT 001.4 IV | CAT 001.3 IV | 23 juni 2020 | Openbaar | 23 juni 2020 | 26 juni 2020 |
Inhoudsopgave
1.1 Scope van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk 5
2 Partijen Arbocatalogus Werken onder Overdruk 6
3 Veel Gestelde Xxxxxx en antwoorden 8
3.1 Voor wie is de Arbocatalogus bedoeld? 8
3.2 Wat is een Arbocatalogus? 8
3.3 Wat is het doel van de Arbocatalogus? 8
3.4 Wat verandert er met deze Arbocatalogus Werken onder Overdruk? 8
3.5 Wat kunnen en moeten de werknemers met de Arbocatalogus? 9
3.6 Is het verplicht om te doen wat er in de Arbocatalogus staat? 9
4 Arbowetgeving, Arbocatalogus, wijzigingen, geldigheid en beheer 10
4.1 Arbocatalogus documenten en wijzigingen 10
5 Toelichting Arbocatalogus Droge duikklok/ saturatie 12
5.3 Minimale beheersmaatregel 12
5.4 Naslagwerken/ Xxxxxxxxxxx 00
6 Werken onder Overdruk Systeem- en Onderhoudseisen -WOD SOE 15
8 Arbocatalogus Duikarbeid Droge duikklok/ saturatie 17
8.1 Verplichtingen, verantwoordelijkheden en eisen 17
8.6 Noodprocedures en voorzieningen 47
9 Naslagwerk Arbocatalogus Duikarbeid Droge duikklok/ saturatie 49
9.1.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving / Arbowet (AW) 49
9.1.3 Arbobesluit en ZZP-ers 49
9.1.5 Arbeidstijdenwetgeving 50
9.1.6 Arbeidstijden in de mijnbouwsector 50
9.1.7 Besluit medische hulpmiddelen 51
9.1.8 BHV Bedrijfshulpverlening 51
9.1.9 Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) 51
9.2 Werken onder Overdruk Systeem- en Onderhoudseisen (WOD-SOE) 51
9.3 Duikarbeid Richtlijnen / Normen 51
1 INTRODUCTIE
Het deel Duikarbeid Droge duikklok/ saturatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk is van toepassing op alle werkgevers en werknemers die betrokken zijn bij duikwerkzaamheden die worden uitgevoerd met een droge duikklok en met een saturatiesysteem.
In deze Arbocatalogus zijn risico’s benoemd welke kunnen voorkomen bij het uitvoeren van werken onder overdruk. Voor al deze risico’s wordt aangegeven welke minimale beheersmaatregelen een werkgever en werknemer moeten nemen om de genoemde risico’s te beheersen.
De Arbocatalogus Werken onder Overdruk duikarbeid bestaat uit 4 documenten. Dit zijn:
• SCUBA Categorie A1
• SCUBA Overig
• SSE
• Droge duikklok / saturatie
1.1 SCOPE VAN DE ARBOCATALOGUS WERKEN ONDER OVERDRUK
De Arbocatalogus Werken onder Overdruk is volgens de Arbowet van toepassing:
1. Op Nederlands grondgebied.
2. Binnen de grenzen van de exclusieve economische zone van Nederland. De grenzen vallen samen met:
a. de grens van de territoriale zee van Nederland, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee; en
b. de grenzen van het aan Nederland toekomende gedeelte van het continentaal plat.
3. Op in Nederland geregistreerde zeeschepen.
Dit is ook van toepassing op permanent geïnstalleerde platforms en FPSO’s werkend binnen de grenzen van de exclusieve economische zone van Nederland.
2 PARTIJEN ARBOCATALOGUS WERKEN ONDER OVERDRUK
CNV | CNV Vakmensen |
Defensie | Ministerie van Defensie |
NADO | Nederlandse Associatie van Duikondernemingen |
Nautilus /FNV | Nautilus International |
NDC | Voormalig Nationaal Duikcentrum (tot 2014) |
CvD CS | College van Deskundigen Civiele Sector (na 2014) |
NVB | Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers |
NVD | Nederlandse Vereniging van Dierentuinen |
Politie |
Caissonsector | |
NVvHG | Nederlandse Vereniging voor Hyperbare Geneeskunde |
IFV | Instituut Fysieke Veiligheid |
Brandweer Nederland |
3 VEEL GESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN
3.1 VOOR WIE IS DE ARBOCATALOGUS BEDOELD?
De Arbocatalogus is speciaal bedoeld voor werkgevers en werknemers in de Sector Werken onder Overdruk maar ook voor de opdrachtgevers zoals vermeld in de risicogroep: verplichtingen, verantwoordelijkheden en eisen.
Werken onder Overdruk definities en toepasselijkheid:
• Duikarbeid: het verrichten van arbeid in een vloeistof of in een droge duikklok met inbegrip van het verblijf in die vloeistof of in die droge duikklok, waarbij voor de ademhaling gebruik wordt gemaakt van een gas onder een hogere druk dan de atmosferische druk.
• Caissonarbeid: het verrichten van arbeid in een ruimte die onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk staat en geheel of gedeeltelijk door een vloeistof wordt omgeven alsmede het verblijf in en het transport van en naar die ruimte.
• Hyperbare geneeskunde: het verrichten van arbeid in een hyperbare behandelkamer onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk.
• Overige arbeid onder overdruk: het verrichten van andere arbeid dan duik- of caissonarbeid in een ruimte onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk met inbegrip van het verblijf in die ruimte.
3.2 WAT IS EEN ARBOCATALOGUS?
Een Arbocatalogus bevat afspraken over het beheersen van (prioritaire) arborisico’s op sector-, branche- of bedrijfsniveau. Sociale partners (werkgevers en werknemers) spreken samen af op welke manier aan de eisen van de Arbowet- en regelgeving kan worden voldaan. Zij geven met praktische oplossingen invulling aan de doelvoorschriften van de overheid. Zij kiezen zelf de vorm, inhoud en verspreiding van de catalogus. Het gaat dus om maatwerk. Deze eigen invulling vervangt de wettelijke beleidsregels.
3.3 WAT IS HET DOEL VAN DE ARBOCATALOGUS?
Het belangrijkste doel van deze Arbocatalogus is werkgevers en werknemers een zo praktisch mogelijk handvat te bieden om de arbeidsomstandigheden op de werklocatie te kunnen verbeteren.
3.4 WAT VERANDERT ER MET DEZE ARBOCATALOGUS WERKEN ONDER OVERDRUK?
Voor het arbobeleid verandert er niet zo veel. De werkgever blijft verantwoordelijk voor het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, die minimaal voldoen aan de eisen uit de Arbowet- en regelgeving.
De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen.
In deze Arbocatalogus staan oplossingen/maatregelen om risico's te verkleinen.
3.5 WAT KUNNEN EN MOETEN DE WERKNEMERS MET DE ARBOCATALOGUS?
In de catalogus wordt het beschermingsniveau voor de risico’s vastgelegd. Werknemers kunnen met behulp van de catalogus zelf nagaan of hun werkplek voldoet. Aan de andere kant zijn de werknemers ook verplicht om zelf de richtlijnen van de Arbocatalogus te volgen. “Ik wist het niet!” geldt niet meer.
3.6 IS HET VERPLICHT OM TE DOEN WAT ER IN DE ARBOCATALOGUS STAAT?
De Inspectie SZW controleert bedrijven op naleving van de wet- en regelgeving en houdt daarbij rekening met de oplossingen uit de Arbocatalogus. Als u van deze oplossingen afwijkt, moet u een niveau van veiligheid en gezondheid bereiken dat minstens even hoog is als wanneer u de Arbocatalogus gevolgd zou hebben. De Inspectie SZW zal hierop toezien.
4 ARBOWETGEVING, ARBOCATALOGUS, WIJZIGINGEN, GELDIGHEID EN BEHEER
4.1 ARBOCATALOGUS DOCUMENTEN EN WIJZIGINGEN
2014 actualisatie
Daar de Arbocatalogus naadloos past in de doelstellingen van de Stichting Werken onder Overdruk (SWOD) is de Arbocatalogus met ingang van 2012 onder beheer van SWOD gebracht. Medio 2013 is een projectgroep binnen SWOD gestart met de actualisatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk. en het maken van de Werken Onder Overdruk – Systeem- en Onderhoudseisen (WOD-SOE), wat onderdeel vormt van de Arbocatalogus. In het voorjaar van 2014 is deze versie van de Arbocatalogus en de WOD-SOE door Inspectie SZW positief getoetst, waarna deze van kracht geworden is. De officiële publicatie in de Staatscourant vond plaats op 18 augustus 2014 Staatscourant 23207.
2018 actualisatie
Xxxx 0000 is de projectgroep binnen SWOD gestart met een nieuwe actualisatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk voor duikarbeid en caissonarbeid en ook van het document Werken onder Overdruk Systeem-en Onderhoudseisen (WOD-SOE). Op 20 maart 2018 zijn deze versies goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) waarna deze versies van kracht zijn vanaf
1 oktober 2018.
2020 actualisatie
In 2018 is weer gestart met een actualisatie van de Arbocatalogus Duikarbeid en WOD-SOE en ook zijn er twee informatiebladen duiken ontwikkeld. Deze zijn goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) op 23 juni 2020 en zijn van kracht vanaf 1 oktober 2020.
De wijzigingen in de 2020 actualisatie zijn onder andere:
Arbocatalogus
• Een sectie over training voor het gebruik van SCUBA met Oppervlakte Luchtvoorziening (OLV), wat alleen gebruikt mag worden door overheidsdiensten;
• Eisen betreffende minimum informatie die een opdrachtgever aan een opdrachtnemer moet verschaffen;
• Extra eisen waar op gelet moet worden tijdens de Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA).
WOD-SOE
• Een definitie voor SCUBA met Oppervlakte Luchtvoorziening (OLV);
• Onderhoudssysteem eisen, verlenging van de geldigheidsduur van certificaten;
• Minimum systeem eisen voor SCUBA met Oppervlakte Luchtvoorziening (OLV), wat alleen gebruikt mag worden door overheidsdiensten;
• De minimum systeem eisen verdeeld in drie separate secties SCUBA, Surface Supplied Equipment (SSE) en Saturatiesysteem duikwerkzaamheden en is er een verwijzing naar de relevante Detailbladen, die waar nodig aangepast zijn.
Informatiebladen duiken
Twee informatiebladen duiken zijn ontwikkeld waarin staan uitgebreide en gedetailleerde informatie over gevaren en risicobeheersing van drukverschillen (Delta P) en werkzaamheden met een
hogedrukspuit. Deze zijn een aanvulling op de “Risico’s en Minimale beheersmaatregelen” die in deze Arbocatalogus vermeld staan. (Zie ook sectie 7 Informatiebladen duiken).
4.2 GELDIGHEID
De huidige Arbocatalogus Werken onder Overdruk deel: Duikarbeid en het deel: Caissonarbeid en Overige arbeid onder overdruk (versie 2018 inhoudelijk ongewijzigd), WOD-SOE en informatiebladen duiken zijn van kracht vanaf 1 oktober 2020.
De werkgevers en werknemers hebben bij het opstellen van de eerste Arbocatalogus afgesproken dat de Arbocatalogus na perioden van 3 jaar geëvalueerd wordt. Er kan dan worden gekeken of zich grote veranderingen hebben voorgedaan in de aard van de werkzaamheden, dan wel maatregelen of werkmethoden. En dat kan op zich aanleiding zijn om de inhoud van de Arbocatalogus hierop aan te passen.
De werkgevers en werknemers kunnen ook gezamenlijk het besluit nemen dat een tussentijdse actualisatie noodzakelijk is, bijvoorbeeld vanwege onderzoeksresultaten en aanbevelingen na ongevallen tijdens werken onder overdruk. Daarnaast ontwikkelt de kennis en techniek zich voortdurend hetgeen ook kan leiden tot actualisatie van de Arbocatalogus.
Commentaar/ opmerkingen documenten
Indien u verbeterpunten dan wel aanbevelingen heeft voor de Arbocatalogus, WOD-SOE en Informatiebladen duiken wordt u verzocht deze aan SWOD door te geven. Bij een volgende actualisatie kunnen deze punten besproken en meegenomen worden.
4.3 HET BEHEER
Het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD)beheert de Arbocatalogus. In het CCvD zitten vertegenwoordigers van de brandweer, civiele sector en defensie. Gezamenlijk zullen zij de ontwikkelingen op het werkveld werken onder overdruk volgen en indien nodig de Arbocatalogus aanpassen en vervolgens, wanneer van toepassing, laten toetsen door Inspectie SZW.
5 TOELICHTING ARBOCATALOGUS DROGE DUIKKLOK/ SATURATIE
Deze sectie geeft een toelichting betreffende de termen, naslagwerken en afkortingen die gebruikt worden in sectie 8 Arbocatalogus Duikarbeid Droge duikklok/ saturatie.
5.1 ACTOR/ONDERWERP
In de kolom Actor/ Onderwerp is de onderverdeling van de beschreven xxxxxx’x opgenomen. De projectgroep Arbocatalogus Werken onder Overdruk heeft gekozen voor een onderverdeling welke IMCA hanteert in haar document “International Code of Practice for Offshore Diving”.
5.2 RISICO’S
In de kolom Xxxxxx’x betreft het alle risico’s welke betrekking hebben op een bepaalde Actor/ Onderwerp. Elk risico wordt in een zo kort mogelijke beschrijving weergegeven.
5.3 MINIMALE BEHEERSMAATREGEL
De minimale beheersmaatregelen die zijn beschreven in de Arbocatalogus zijn dan ook de minimale maatregelen die een werkgever en werknemer moeten treffen om het bijbehorende risico te kunnen beheersen. Het staat een werkgever altijd vrij om aanvullende (c.q. verder gaande) maatregelen te treffen.
5.4 NASLAGWERKEN/ AFKORTINGEN
In de Arbocatalogus zijn verwijzingen opgenomen waar betreffende beheersmaatregel en/of het risico verder worden toegelicht.
Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt:
Afkorting | Naslagwerk /omschrijving afkorting |
AB | Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) |
AR | Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) |
ATB | Arbeidstijdenbesluit |
ATW | Arbeidstijdenwet |
AW | Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) |
ADC | Association of Diving Contractors |
ADCI | The International Association of Offshore Diving Contractors |
BHV | Bedrijfshulpverlening |
CCvD | Centraal College van Deskundigen |
DMAC | Diving Medical Advisory Committee |
EHBO | Eerste Hulp Bij Ongelukken |
IMO | International Maritime Organisation |
IMCA | International Marine Contractors Association |
XxXX000 (XXX XX) | Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxx & Xxxxxx Xxxxxxxxx (Xxxxxx Xxxxxxx) |
Afkorting | Naslagwerk /omschrijving afkorting |
SWOD | Stichting Werken onder OverDruk |
VCA | Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers |
Wet BIG | Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg |
5.5 TERMEN / AFKORTINGEN
In de Arbocatalogus Duikarbeid Droge duikklok/ saturatie zijn ook een aantal termen / afkortingen gebruikt waarvan de betekenis als volgt luidt:
Term/afkorting | Omschrijving |
Caisson | Een bouwkundige constructie die door middel van ontgraving van grond aan de onderzijde op een dieper niveau wordt gebracht of door middel van afzinken in open water op de bodem wordt geplaatst (Ref. WOD-SOE) |
Caissonarbeid | Het verrichten van arbeid in een ruimte die onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk staat en geheel of gedeeltelijk door een vloeistof wordt omgeven alsmede het verblijf in en het transport van en naar die ruimte. (Ref. AB art. 6.13) |
DP | Dynamic Positioning |
Duikarbeid | Het verrichten van arbeid in een vloeistof of in een droge duikklok met inbegrip van het verblijf in die vloeistof of in die droge duikklok, waarbij voor de ademhaling gebruik wordt gemaakt van een gas onder een hogere druk dan de atmosferische druk (Ref. AB art. 6.13) |
Duikarbeid Categorie A | Duiken met SCUBA (Self Contained Underwater Breathing Apparatus) (Ref. AR art. 6.5, lid 3en Bijlage XVI c) |
Duikarbeid Categorie B | Duiken SSE (Surface Supply Equipment) met luchtvoorziening van de oppervlakte (Ref. AR art. 6.5, lid 3 en Bijlage XVIc) |
Duikarbeid Categorie C | Duiken met een gesloten duikklok c.q. saturatieduiken (Ref. AR art. 6.5, lid 3 en Bijlage XVIc) |
Habitat | Een verplaatsbare werkkamer onderwater met een open toegang onderwater die slechts door middel van duiken kan worden bereikt (Ref. WOD-SOE) |
Handboek | Zorgsysteem, kwaliteitshandboek |
HES | Hyperbaar evacuatiesysteem |
Hyperbare behandelkamer (2 of meer compartimenten) | Een in een ziekenhuis of medische instelling vast opgestelde compressiekamer, bedoeld voor behandeling van patiënten onder overdruk volgens een door een arts voorgeschreven behandelprotocol (Ref. WOD-SOE) |
Hyperbare behandelkamer (1 compartiment) | Een behandelkamer (mono place) welke niet voldoet aan WOD-SOE daar er alleen maar één compartiment aanwezig is. Hierdoor is er geen directe toegang mogelijk tot een patiënt tijdens behandeling |
Hyperbare faciliteit | Een gebouw met hyperbare behandelkamer, controle paneel, patiënten-, personeel-, ademgas- en nood voorzieningen. |
Term/afkorting | Omschrijving |
Hyperbare Geneeskunde | Het behandelen van patiënten in een hyperbare behandelkamer met zuurstof onder overdruk begeleid door een deskundig arts bij behandelindicaties die evidence based zijn onderbouwd of indicaties in onderzoeksverband conform MEC richtlijnen. |
MEC | Medisch Ethische Commissie |
MSC | Marine Safety Committee (IMO) |
NADO | Nederlandse Associatie voor Duikondernemingen |
NDC | Nationaal Duikcentrum (tot 2014) |
NEN-EN | Europese norm die is aanvaard als Nederlandse norm |
Overige arbeid onder overdruk | Het verrichten van andere arbeid dan duik- of caissonarbeid in een ruimte onder een druk van ten minste 104 Pa boven de atmosferische druk met inbegrip van het verblijf in die ruimte. (Ref. AB art. 6.13) |
RI&E | Risico-inventarisatie en –evaluatie |
ROV | Remotely Operated Vehicle |
SCUBA SCUBA met Oppervlakte Luchtvoorziening (OLV) | Self Contained Underwater Breathing Apparatus SCUBA met voor iedere duiker apart ook nog een hogedruk lucht voorziening van de oppervlakte. Dit is geen vervanging van SSE duiken. |
SSE | Surface Supplied Equipment |
Werkinstructie | (Duik) instructie, (duik) voorschrift, (duik) handboek en werkplan |
Werkplan | Specifiek voor een klus, operationeel werkplan |
5.6 BASISMATERIAAL
De beheersmaatregelen in de Arbocatalogus zijn onder meer gebaseerd op de:
• Huidige Arbowet, Arbobesluit, Arboregeling en voormalige Beleidsregels en Beoordelingsrichtlijn duik- en caissonsystemen.
• IMO wat betreft schepen met een (DP) Dynamic Positioning systeem die gebruikt worden voor duikwerkzaamheden.
• IMO wat betreft voorzieningen voor het redden van saturatieduikers ingeval deze onder overdruk van een schip geëvacueerd moeten worden.
• Industrie richtlijnen betreffende duikwerkzaamheden zoals uitgegeven door IMCA.
• Medische richtlijnen betreffende duikwerkzaamheden uitgegeven door DMAC.
• NEN-EN 14931
6 WERKEN ONDER OVERDRUK SYSTEEM- EN ONDERHOUDSEISEN -WOD SOE-
De WOD-SOE maakt integraal onderdeel uit van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk en bestaat onder andere uit:
• Eisen aan het onderhoudssysteem. (hoofdstuk 3);
• Minimumeisen aan systemen (hoofdstuk 4);
• Detailbladen waarin de minimale eisen aan materieel zijn opgenomen wanneer nieuw en tijdens gebruik (hoofdstuk 5).
De systeem- en onderhoudseisen in de WOD-SOE zijn tot stand gekomen door de inbreng van een brede kring van deskundigen die afkomstig zijn uit diverse sectoren van de duik- en caissonindustrie, hyperbare geneeskunde, overheden, werkgevers- en werknemersorganisaties. “De Beoordelingsrichtlijn voor het onderhoudssysteem duik en caissonmaterieel, versie 01 d.d. 31 maart 2006 (BRL D&C)” heeft als basis gediend voor de WOD-SOE. Waar nodig zijn de eisen aangepast aan de huidige stand der techniek en wetenschap.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 6.15 lid 1sub b) is gesteld dat bij het uitvoeren van arbeid onder overdruk aan de werknemers deugdelijk materieel dat in goede staat verkeert ter beschikking gesteld moet worden. Om invulling te geven aan het bovenstaande artikel moet het materieel wat gebruikt wordt bij werkzaamheden onder overdruk minimaal voldoen aan de Systeem- en Onderhoudseisen (WOD-SOE).
Door te voldoen aan de eisen in de WOD-SOE, borgt u als werkgever dat de werknemers beschikken over deugdelijk materieel en dat dit materieel in goede staat verkeert. Het werken met deugdelijk materieel dat in goede staat verkeert, vormt samen met de eisen gesteld aan personeel en risicobeheersing de voorwaarden die bijdragen aan de veiligheid bij werken onder overdruk.
Inspectie SZW zal bij het uitoefenen van haar inspectietaak ook de WOD-SOE als onderdeel van de wet- en regelgeving geldend voor werken onder overdruk hanteren en op basis van deze documenten inspecteren en indien nodig hierop handhaven.
De WOD-SOE is goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) op 23 juni 2020 is van kracht vanaf 1 oktober 2020. Het document is te vinden op xxx.XxxxxxxxxxxxxXxX.xx en kan gedownload worden als PDF document.
7 INFORMATIEBLADEN DUIKEN
Hierin staan uitgebreide en gedetailleerde informatie over gevaren en risicobeheersing van
drukverschillen (Delta P)” en werkzaamheden met een hogedrukspuit. Deze zijn een aanvulling op de “Risico’s en Minimale beheersmaatregelen” die in deze Arbocatalogus vermeld staan.
Tijdens de actualisatie van de Arbocatalogus Werken onder Overdruk die van kracht is sinds 1 oktober 2018 zijn er ook twee informatiebladen ontwikkeld. Dit zijn Informatieblad duiken nr. 1 “Risico’s en beheersmaatregelen van Drukverschillen (Delta P)” en Informatieblad duiken nr.2 “Risico’s en
beheersmaatregelen van Werkzaamheden met Hogedrukspuit”.
Beide informatiebladen zijn gebaseerd op richtlijnen en informatie van de duikindustrie uit diverse landen, alsmede van de Nederlandse duikindustrie en werknemersorganisatie.
Het doel van deze informatiebladen is het creëren van bewustzijn van mogelijke risico’s die aanwezig zijn bij duiken met drukverschillen (Delta P) en werkzaamheden met een hogedrukspuit.
Door de risico’s te benadrukken en daarbij richtlijnen te geven over methoden om deze risico’s te beoordelen en zo goed mogelijk te beheersen kunnen de risico’s van duiken met drukverschillen (Delta P) en werkzaamheden met een hogedrukspuit verminderd of zelfs weggenomen worden.
De informatiebladen duiken zijn goedgekeurd door het SWOD Centraal College van Deskundigen (CCvD) op 23 juni 2020 en zijn van kracht vanaf 1 oktober 2020. Ze zijn te vinden op xxx.XxxxxxxxxxxxxXxX.xx en kunnen gedownload worden als PDF document
8 ARBOCATALOGUS DUIKARBEID DROGE DUIKKLOK/ SATURATIE
8.1 VERPLICHTINGEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN EISEN
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
1.1 | Werkgever | |||
1.1.1 | Werk- | Werkinstructie | Versiebeheer, wijzigingenstaat, evaluatie | |
instructie | niet in lijn met | en onderhoud (custodian/penvoerder). | ||
wet- en regel- | ||||
geving en stand | ||||
der techniek | ||||
Werkinstructie | Minimale inhoud: • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden; • Materieel en onderhoud; • Duikprocedures, waaronder noodprocedures (Zie ook NOODPROCEDURES EN VOORZIENINGEN); • Inschakeling en gereedheid/gekleedheid van de reserveduiker; • Voorzieningen en procedures voor situaties welke afwijken van de algemeen voorkomende werksituaties; • Richtlijnen voor decompressie; • Ongevalsmelding en medische hulp; • Samenstelling en gebruik van de EHBO-uitrusting; • Teamsamenstelling (omvang, kwalificaties, en taken en bevoegdheden). | AB: 6.15 lid 1a | ||
onvolledig | (deugdelijke | |||
(ondeugdelijke | werkinstruc- | |||
werkinstructie) | tie) | |||
IMO | ||||
resolution | ||||
A.692(17) | ||||
Guidelines and | ||||
Specifications | ||||
for Hyperbaric | ||||
Evacuation | ||||
Systems | ||||
1.1.2 | Werk- | Het | • Beschikbaar hebben van RI&E (Zie ook WERKPLANNING Risico’s en Minimale Beheersmaatregelen). • Beschikbaar stellen van een veilige en geschikte werklocatie. • Vastleggen van de taken en de verantwoordelijkheden van derden. | AW: 5, |
situatie | onvoldoende | IMO | ||
borgen van een | resolution | |||
veilige | A.831(19) | |||
werksituatie | Code of Safety | |||
for Diving | ||||
Systems | ||||
AW: 19 | ||||
1.1.3 | Inhoud werkplan | Werkplan onvolledig | Minimale inhoud werkplan: • Project specifieke Taken, Verantwoordelijkheden en Bevoegdheden; • Project specifieke RI&E. | |
1.1.4 | Fysieke belasting | Fysieke belasting | Inventariseren zwaar materieel, geven van voorlichting | AB: Hfd 5, afdeling 1 |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
1.2 | Opdracht- gever/ derden | |||
1.2.1 | Informatie aan opdracht- nemer | Het niet volledig informeren van de opdracht- nemer | Formeel vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor alle betrokken partijen, bijvoorbeeld door middel van een werkvergunningen systeem ter voorkoming van het in gevaar brengen van de opdrachtnemer. | AW: 19 |
Informeren over: 1. Verontreinigende grond en water. 2. Gevaren op de werklocatie, zowel bovenwater als onderwater, waaronder ook mogelijk gevaar voor drukverschillen (Delta P). 3. Andere werkzaamheden die plaats vin- den op en nabij de werklocatie die een gevaar kunnen vormen voor duikpersoneel. | AB 2.28 Veiligheids- en gezondheids- plan | |||
1.3 | Duikploeg- leider | |||
1.3.1 | Bekendheid werkin- structie en werkplan | Xxxxxxxxxxx bekend met de werkinstructie en het werkplan | Duikploegleider dient voldoende tijd te krijgen om de werkinstructie en het werkplan te bestuderen. | |
1.3.2 | Bekendheid duik- systeem | Onvoldoende bekend met het duiksysteem | Duikploegleider dient voldoende tijd te krijgen om zich te bekwamen in het gebruik van het gebruikte overdruk/duiksysteem. | |
1.3.3 | Personeel | Niet geschikt/ getraind / gekeurd | De duikploegleider controleert of de duik- ploeg geschikt is voor de taken die de duikploeg gaat uitvoeren en of de duik- ploeg in bezit is van de juiste en geldige (duik)certificaten en een geldige medische keuring. | |
1.3.4 | Ademgas | Te geringe ademgas- voorraad tijdens het duiken | In geval van nood dient de duiker gebruik te kunnen maken van een zodanige hoe- veelheid reserve ademgas om de duik af te breken en op een veilige wijze te be- ëindigen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van controlelijst, controle door de duikploegleider, reservedrukwaar- schuwingsinrichting (actief of passief afhankelijk van de omstandigheden) en een duikplanning / duik werktijd berekening. Werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen AB 6.15 lid 1 b |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Onvoldoende ademgas en/of zuurstof om een duiker met een decompressie- ziekte te kunnen behandelen in een compressie- kamer | Voorafgaand aan de duik dient de duikploegleider te controleren dat de aanbevolen minimum hoeveelheden ademgas en zuurstof aanwezig zijn voor het behandelen van een duiker met een decompressieziekte in een compressiekamer. | IMCA D 050 | ||
Onjuist ademgas | Voorafgaand aan de duik dient de duikploegleider zeker te stellen dat het juiste ademgas wordt gebruikt. (Zie ook VERPLICHTINGEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN EISEN 1.1.5) | AB 6.15 lid 1 b | ||
1.4 | Duikers | |||
1.4.1 | Bekendheid werkplan | Onvoldoende bekend met het werkplan | Duikers dienen voldoende geïnstrueerd te worden, deugdelijke instructie (bv startwerkvergadering/kick-off) en formeel vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. | AW: 8, AB: 6.15 |
1.5 | Duik assistent (Tender) | |||
1.5.1 | Bekendheid Werkzaam- heden | Onvoldoende bekend met de overdrukwerkza amheden en hun daarbij behorende taken en verantwoor- delijkheden | Deugdelijke instructie (bv startwerkvergadering/kickoff) en formeel vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. | AW: 8, AB: 6.15 |
1.6 | Ander onder- steunend personeel | |||
1.6.1 | Bekendheid werkzaam- heden | Onvoldoende bekend met de overdrukwerk- zaamheden en hun daarbij behorende taken en verantwoor- delijkheden | Deugdelijke instructie (bv startwerkvergadering/kick-off) en formeel vastleggen van taken en verantwoordelijkheden. | AW: 8, AB: 6.15 |
8.2 MATERIEEL
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
2.1 | Materieel algemeen en Persoonlijke Bescher- mings- middelen | Beschadigd | Materiaalbeheer, controle door duiker en duikploegleider, werken conform de WOD-SOE. | WOD –SOE Onderhouds- systeem eisen |
Ongekeurd | Controle door of onder verantwoording van duikploegleider, werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE Detailbladen | ||
Ondeugdelijk | Controle door of onder verantwoording van duikploegleider, werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE - Detail- bladen; - Minimum- eisen aan systemen | ||
Verkeerd gereedgemaakt c.q. niet werkend | Controle door of onder verantwoording van duikploegleider, werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE - Onderhouds- systeem eisen - Detailbladen - Minimum- eisen aan systemen | ||
Niet voldoen aan de minimale systeemeisen | Werken conform WOD-SOE. | WOD-SOE Minimum- eisen aan systemen en IMO | ||
2.2 | Ademgas | Verkeerde ademgas- kwaliteit | Periodieke controle installatie en controle vooraf van keuringsrapport, werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE Detailbladen |
2.3 | Het verplaatsen van een (gewonde) duiker van en naar de duikwerkplek | Het oplopen van letsel, schade duikuitrusting of vertraging | Het beschikbaar hebben van een voorziening waarmee de duiker op veilige wijze in en uit de vloeistof kan komen waarin de duikarbeid wordt verricht. Het beschikbaar hebben van een voorziening om in geval van nood een gewonde of bewusteloze duiker aan dek c.q. aan wal te brengen. Werken conform WOD-SOE. | WOD-SOE Minimum- eisen aan systemen |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
2.4 | Schroefdraad- verbinding van afsluiters op duik- flessen | Oplopen van schade en verwonding van personeel, mogelijk met dodelijke afloop, door gebruik van verschillende type schroefdraad van de fles en de afsluiter waardoor de afsluiter door de druk in de fles met grote kracht uit de fles kan schieten. Dit kan plaats- vinden bij onderhouden en inspecteren van duikflessen | Controle dat de schroefdraad van de fles precies hetzelfde type is als de schroefdraad van de afsluiter. | NEN-EN 000-0 XXXX X 064 |
8.3 PERSONEEL
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.1 | Kwalificatie en com- petentie | |||
3.1.1 | Duiker | Niet gekwalificeerd en/of incom- petent duikpersoneel | Opleiding, oefenen, competentiebewaking en controle certificaten. De duiker moet aangeven dat hij opgeleid en competent is voor de werkzaamheden. | AW: 11, AB: 6.14 en 6.16, AR: hfd 6 en Bijlage XVIc |
Het ontbreken van praktijk- ervaring of specifieke praktijkervaring | Het aantal in te zetten duikers met geen of beperkte specifieke praktijkervaring moet afgewogen worden tijdens de werkvoorbereiding. | |||
3.1.2 | Reserve- duiker | Te laat inzetbaar om een duiker in nood te assisteren | Bij gebruik van een droge duikklok is de reserveduiker in de klok aanwezig. Bovendien moet er aan de oppervlakte ook nog een reserve duiker aanwezig zijn, inclusief materiaal, die kan assisteren binnen het bereik van duiken met ademgasvoorziening van de Oppervlakte/Surface Supplied Equipment (SSE). Het is niet nodig dat deze duiker volledig aangekleed is. | AB: 6.16, IMCA D 014 |
3.1.3 | Dekbeman- ning/ Riggers | Incompetent personeel | Opleiding, oefenen, competentie- bewaking conform IMCA of gelijkwaardig door werkgever en aangeven door de werknemer. | XXXX X000 en AW: 11 |
3.1.4 | Life Support Personeel | Niet gekwalificeerd en/of incompetent personeel | Opleiding, oefenen, competentie- bewaking conform IMCA of gelijkwaardig door werkgever en aangeven door de werknemer. | XXXX X000 en AW: 11 |
3.1.5 | Duik- technician | Incompetent personeel | Opleiding, oefenen, competentiebewaking conform IMCA of gelijkwaardig door werkgever en aangeven door de werknemer. | XXXX X000 en AW: 11 |
3.1.6 | Duikploeg- leider | Xxxx gekwalificeerd en/of incom- petent duik- personeel | Opleiding, oefenen, competentiebewaking en controle certificaten door werkgever en aangeven door de werknemer. | AW: 11, AB: 6.14 en 6.16, AR: hfd 6 en Bijlage XVIb |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.1.7 | Duikmedisch begeleider | Niet gekwalificeerd en/of incompetente duikmedisch begeleider | 1. Opleiding, oefenen, competentiebewaking en controle certificaten en aangeven door de werknemer. 2. Bij duikarbeid binnen: Categorieën X0, X0, X0 en B4 en C (niet zijnde saturatieduiken) dient de duikmedisch begeleider minimaal in het bezit te zijn van een certificaat Duikmedisch Begeleider (MAD A, eindtermen WSCS-WOD-B-B2). Echter bij duikarbeid in omstandigheden waar adequate medische zorg niet voldoende snel aanwezig kan zijn dient de duikmedisch begeleider minimaal in het bezit te zijn van een certificaat Uitgebreid Duikmedisch Begeleider (MAD B, eindtermen WSCS-WOD-B-B3). Noot: Uitgebreid Duikmedisch Begeleider moet bepaalde medische voorbehouden handelingen kunnen verrichten. Deze vallen in Nederland onder de Wet BIG. Het bepalen of de aanwezige medische zorg adequaat is of voldoende snel aanwezig kan zijn, dient te worden vastgesteld met behulp van een RI&E. Categorie C dient de duikmedisch begeleider minimaal in het bezit te zijn van een certificaat Uitgebreid Duikmedisch Begeleider (MAD B, eindtermen WSCS-WOD-B-B3). Noot: Uitgebreid Duikmedisch Begeleider moet bepaalde medische voorbehouden handelingen kunnen verrichten. Deze vallen in Nederland onder de Wet BIG. | AW:11 AB: 6.15 lid 1c (duikmedisch begeleider) AR: hfd 6 en Bijlage XVId |
Niet inzetbaar voor begeleiding hyperbare behandeling in de compressie- kamer | De eventueel gemaakte duiken van de duikmedisch begeleider mogen geen beperking opleveren voor zijn inzetbaarheid als duikmedisch begeleider. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
3.1.8 | Duikerarts | Niet gekwalificeerd en/of incompetente duikerarts | Een duikerarts B of een duikerarts A dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat behorend bij de werkzaamheden die hij gaat uitvoeren, waarbij geldt dat: Een duikerarts A is alleen bevoegd tot periodiek onderzoek (herkeuring) van beroepsduikers . Een duikerarts B is bevoegd tot: 1. Het uitvoeren van het initiële arbeidsgezondheidskundig onderzoek bij personen die belast worden met het verrichten van duikarbeid; 2. Het uitvoeren van onderzoek (herkeuring) van beroepsduikers; 3. Het uitvoeren van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek bij personen die belast worden met het verrichten van duikarbeid na de constatering van een duikerziekte, zoals decompressieziekte, luchtembolie of aandoeningen genoemd als contra- indicatie (Zie tabel in 4.2) of na een duik gerelateerd ongeval; 4. Het optreden als duikmedisch begeleider; 5. Het optreden als duikmedisch adviseur. | AB: 6.14 a lid 1 en lid 2 AB: 6.14 b AB: 6.15 lid 2 AR: hfd 6 en Bijlage XVIa |
3.2 | Aantal personeel/ teamomvang | Te klein team om in nood geraakte duiker uit vloeistof te halen en/of om op adequate wijze externe hulp in te schakelen | Minimale teamomvang bij het duiken is te allen tijde conform AB art 6.16 lid 1 (ten minste één duiker, één reserveduiker en één duikploegleider). Indien gedoken wordt in de duikarbeid categorie A2 + A3 of categorie B0 - B4, mag geen gebruik gemaakt worden van de afwijking die is opgenomen in AB art 6.16 lid 4. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimale Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Te klein team om de werkzaamheden op veilige wijze uit te kunnen voeren | Teamomvang wordt bepaald door aard van de werkzaamheden, duikmethode en de afhandeling van mogelijke noodsituaties. Onder de hierna te noemen omstandigheden is sprake van een voorzienbare kans dat de duikers in moeilijkheden raken, zoals bedoeld in AB artikel 6.16 lid 4: • reserveduiker kan duikuitrusting niet zelf aantrekken; • slecht zicht, te weten: op minder dan 1 meter zijn personen of voorwerpen niet duidelijk zichtbaar; • onmogelijkheid vrij op te stijgen; • aanwezigheid obstakels; • betreden van holle ruimten; • het opleiden en trainen van duikers met uitzondering van de situatie waar ten minste twee gecertificeerde duikers met duikuitrusting zich in het water bevinden. Bij Mijnbouw/energiewinning gerelateerd overdrukwerk bedraagt de minimale teamomvang vijf personen (duikploegleider, duiker, reserveduiker, duikassistent voor de duiker en een duikassistent voor de reserveduiker). | |||
3.3 | Werkperio- den/ -tijden | Oververmoeid- heid en concentratie- verlies | Werken conform ATW, en ingeval van saturatieduiken in elke 24 uur ten minste 12 uur onafgebroken rust voor de duiker. Xxxxxxxx mogen van afkoppelen van tot en met aankoppelen aan het systeem niet langer duren dan 8 uur. Een duiker mag zich niet langer dan 6 uur buiten de duikklok bevinden. | ATW, DMAC 20 |
3.4 | Veiligheids- training (Safety Training) | Onvoldoende kennis en ervaring ten aanzien van veilig werken | Het in voldoende mate volgen van veiligheidstrainingen en beoefenen van noodprocedures (zie ook NOODPROCEDURES EN VOORZIENINGEN) in relatie met de werkzaamheden. | VCA, BHV, EHBO, etc. |
8.4 MEDISCH
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
4.1 | Medische uitrusting | Onjuiste samenstelling medische uitrusting | Zuurstofkoffer is noodzakelijk onderdeel van de eerste hulp uitrusting. De hoeveelheid beschikbare zuurstof dient te worden afgestemd op de reistijd naar de dichtstbijzijnde recompressiefaciliteit (Zie ook NOODPROCEDURES EN VOORZIENINGEN 6.4.1) of de tijd die verstrijkt tot het arriveren van professionele medische hulp. Duikmedisch begeleider B2 (MAD A, eindtermen WSCS-WOD-B-B2). minimum medische uitrusting: Op de duiklocatie zonder compressiekamer: • Xxxxxxxxxxxxxx • Verbandkoffer zoals voorgeschreven door bedrijfsgeneeskundige dienst of voldoet aan Oranje Kruis richtlijnen voor bedrijven • Middelen om de diagnose te kunnen stellen, zoals: - stethoscoop - reflexhamer - bloeddrukmeter - otoscoop (op batterijen) - navulbaar penlight - thermometer elektrisch (geschikt voor onderkoeling en koorts) - tongspatels hout - stemvork 512 Hz; - reddingsdeken Bij duikwerkzaamheden waar adequate medische zorg niet voldoende snel aanwezig kan zijn dienen minimaal de volgende extra middelen aanwezig te zijn op de duiklocatie: - Brancard - AED | AB: 6.15 lid 1d (EHBO- uitrusting) DMAC 15 DMAC 28 |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Op de duiklocatie met compressiekamer: de minimum medische uitrusting zonder compressiekamer aangevuld met in de compressiekamer de volgende middelen: • een mondwig (voor acute zuurstofvergiftiging); • een drukvaste zaklantaarn; • schrijfgerei (drukvast). Uitgebreid Duikmedisch Begeleider X0 (XXX X, xxxxxxxxxx XXXX-XXX-X-X0). minimum medische uitrusting: • Gebaseerd op de richtlijn DMAC 15 en in overleg met de duikerarts B Saturatie duiken minimum medische uitrusting: 1. Op de duiklocatie Gebaseerd op de richtlijn DMAC 15 en in overleg met de duikerarts B 2. In de duikklok Gebaseerd op de richtlijn DMAC 15 en in overleg met de duikerarts B 3. In de hyperbare reddingsboot Gebaseerd op de richtlijn DMAC 15 en in overleg met de duikerarts B Voorzieningen voor medische behandeling van duikers in saturatie Voorzieningen in de compressie kamer. Gebaseerd op de richtlijn DMAC 28 en in overleg met de duikerarts B | ||||
4.2 | Medische keuring/ controle | Medicijn gebruik, alcohol gebruik en gebruik geest- verruimende middelen | Aangeven duiker | AW: 11 en AB: 9.5 |
Lichamelijke gesteldheid | Aangeven duiker | AW: 11 en AB: 9.5 | ||
Geestelijke gesteldheid | Aangeven duiker | AW: 11 en AB: 9.5 |
Duikmedisch ongekeurd | 1. Controle duiker logboek + aangeven duiker. 2. De keuring voor aanvang van de arbeid onder overdruk dient door een duikerarts met het certificaat Duikerarts B uitgevoerd te worden in een voldoende toegerust centrum om alle aspecten te kunnen onderzoeken. Periodieke herkeuringen, iedere twaalf maanden, kunnen ook door artsen met het certificaat Duikerarts A worden uitgevoerd. Na een doorgemaakte duikerziekte - zoals decompressieziekte, luchtembolie of aandoening genoemd als absolute contra-indicatie dient het medisch onderzoek plaats te vinden door een duikerarts met het certificaat Duikerarts B. Met betrekking tot het arbeidsgezondheidskundig onderzoek van personen die duikarbeid, caissonarbeid, of overige arbeid onder overdruk verrichten geldt het volgende: Een persoon die wordt belast met het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk: • moet onbelemmerd zijn werkzaamheden onder overdruk kunnen uitvoeren, onder fysiek zware omstandigheden kunnen zwemmen/lopen, communiceren en de verantwoordelijkheid psychisch aankunnen; • mag zichzelf of een ander lid van het team niet in gevaar brengen door een medische aandoening bij werkzaamheden onder overdruk zoals bewustzijnsverlies, oriëntatieverlies of paniekaanval; • mag geen aandoening hebben die ten gevolge van arbeid onder overdruk kan verergeren; • mag geen aandoening hebben die aanleiding kan geven tot het ontstaan van een duikerziekte zoals decompressieziekte of barotrauma. | AW: 11 AB: 6.14 AR: Bijlage XVIa, behorend bij Artikel 6.5, 1e lid |
• | |||||||||
Ten minste dienen de volgende | |||||||||
aspecten onderzocht te worden: | |||||||||
CI | Onderzoek/ Biometrie | ||||||||
1 | Infectieziekten | ||||||||
- indien onbehandeld | R | ||||||||
2 | Endocriene organen | ||||||||
- diabetes mellitus | A | ||||||||
3 | Psychische aandoeningen | ||||||||
- Psycho- syndromen en psychotische toestands- beelden | A | ||||||||
- claustrofobie | A | ||||||||
4 | Zenuwstelsel | * baseline | |||||||
-episoden van bewustzijns- verlies, convulsies, gezichts- verlies, verlies motoriek en/of oriëntatie | A | neurologische status * visus | |||||||
- duizeligheid | A | ||||||||
- epilepsie | A | ||||||||
5 | Tractus circulatorius | * ergometrie | |||||||
- septumdefecten | A | ||||||||
- angina pectoris | A | ||||||||
- decompensatio cordis | A | ||||||||
- myocard infarct | A | ||||||||
- arrythmiën | R | ||||||||
- hypertensie | R | ||||||||
6 | Tractus respiratorius | * 1ste keuring : X-thorax | |||||||
- luchtembolie | A | * longfunctie onderzoek | |||||||
- CARA | A | ||||||||
7 | Tractus digestivus | ||||||||
- hiatus herniae/ | R | ||||||||
abdominale hernia | |||||||||
- acute en/of chronische hepatitis of - pancreatitis | A | ||||||||
- haemorrhoiden | R | ||||||||
8 | Tractus urogenitalis | * urine onderzoek | |||||||
-- aandoenin gen met abnormale nierfunctie | A | ||||||||
9 | Keel-Neus-Oor | * toon |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk | |||||
audiogram | |||||||||
- chronische otitis media | A | ||||||||
- middenoor plastieken | A | ||||||||
- M. Ménière | A | ||||||||
- mastoiditis | A | ||||||||
- gebitstoestand (losse elementen) | R | ||||||||
10 | Haematologie | * volledig | |||||||
- thallassaemia major | A | bloedbeeld incl. Hb, Ht en leucocyten * glucose * sikkelcel uitsluiten op indicatie | |||||||
11 | Overige aandoeningen | ||||||||
- maligniteit | R | ||||||||
CI (contra indicatie): A = absoluut, R = relatief (meestal tot correctie) | |||||||||
4.3 | Liaison met een geschik- te duikerarts | Geen duikerarts beschikbaar | Afspraak/contract met duikerarts waarin beschikbaarheid van de duikerarts wordt vastgelegd. | AB 6.15 lid 2 | |||||
Niet functio- nerende communicatie- middelen | Geschikte communicatiemiddelen in relatie tot de werklocatie (inclusief back- up). | ||||||||
4.4 | Medische en Fysiologische Overwegin- gen | ||||||||
4.4.1 | Duiker controle | Het niet waarnemen van wijzigingen in de gezond- heidstoestand van de duiker | Het bewaken van de gezondheids- toestand van de duiker. Mogelijke manieren zijn: video (ROV), spraakcommunicatie en lijnsignalen. Uit de RI&E blijkt welke methode gebruikt moet worden. | ||||||
4.4.2 | Vliegen na duiken | Oplopen van een de- compressie- ziekte tijdens het vliegen na het duiken | Vliegreizen plannen conform de randvoorwaarden van de gebruikte decompressietabellen. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
4.4.3 | Tijdsduur saturatie blootstelling | Chronische gezond- heidsproblemen | Duur saturatie en atmosferische periode plannen in overleg met de betrokken arts. | DMAC 21 en ATW/ATB in de Mijnbouw (regeling SODM) |
4.4.4 | Duikers uit een droge duikklok (closed bell) | Dehydratatie | De duiker dient voldoende gelegenheid te krijgen om te drinken. | |
4.4.5 | Duik- medische risico’s | Primaire duikerziekte, secundaire duikerziekte, overige aandoeningen en decom- pressieziekte | Duikmedische aspecten van het duiken zoals opgenomen in het cursusboek duikmedische begeleiding voor desbetreffende categorie duikarbeid, briefing, aanwezigheid van een duikmedisch begeleider en medisch evacuatieplan, contact mogelijkheden met duikerarts, aanwezigheid van een EHBO-uitrusting. | AR: bijlage XVI a, c en d |
Decompressie- ziekte | Controle duikerlogboek + aangeven duiker (evt sportduiken en duiken bij derden) en hanteren decompressietabellen, aanwezigheid decompressietank conform AB: 6.18. | AW: 11 |
8.5 WERKPLANNING
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.1 | Risico Manage- ment Proces | Niet beschreven of nieuwe risico’s welke niet beheerst worden. | • Periodiek herbeoordelen van de beschikbare RI&E. • Het uitvoeren van een specifieke RI&E voor het duikproject. • Het uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) op de werkplek door de duikploegleider en personeel voorafgaande aan de duikoperatie, bij gewijzigde omstandigheden en na een voorval waarbij het werk werd gestopt en bijna-ongeluk. (Denk hierbij aan 'management of change'). | AW: art. 5 |
Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) controle van actuele situatie op de werkplek en eventuele afwijkingen van de project specifieke RI&E: 1. Werkzaamheden in de omgeving die invloed hebben op de veiligheid tijdens de duikarbeid. 2. Duikers/duikploeg geschikt/ inzetbaar voor het uit te voeren werk. 3. Duikuitrusting en arbeidsmiddelen zijn geschikt voor de uit te voeren werk. 4. Voldoende ademgas aanwezig en juiste samenstelling. 5. Veiligheids- en noodvoorzieningen aanwezig en functioneel. | ||||
5.2 | Operatio- nal en Safety Aspects | |||
5.2.1 | Duikdiepte | Niet in staat om op de gewenste duikdiepte te blijven | Een voorziening die de duiker in de gelegenheid stelt op een gewenste duikdiepte te verblijven. | |
Duikmethode / categorie / materieel ongeschikt voor duikdiepte en/of duikwerkzaam- heden | Hanteren van de limieten gesteld in AR Bijlage XVIc. Werken conform de WOD-SOE. | AR Bijlage XVIc, WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Gebruik onjuiste decompressie- tabel | Vaststellen van de duikdiepte. Voorzieningen conform WOD-SOE. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen | ||
Duiken dieper dan 50 meter | Uitvoeren aanvullende RI&E met expliciet aandacht voor hoeveelheid beschikbare ademgas in geval van falen primaire ademgasvoorziening, gebruikte type ademgas, gebruikte decompressie- procedures in geval van nood. In het geval bij Mijnbouw/ energiewinning gerelateerd overdrukwerk een gesloten droge duikklok. Werken conform de WOD-SOE. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen | ||
5.2.2 | Uitlaten | Vervuild water (thermisch en/of chemisch), ongecon- troleerd 'wegblazen' van de duiker | Uitlaat dichtzetten of voldoende afstand houden, voor vervuiling. (Zie WERKPLANNING 5.3.2). | |
5.2.3 | Gevaren van druk- verschillen (Delta P) O.a. bij, maar niet beperkt tot: Dammen, dijken, sluizen, stuwen, water reservoirs, zwemba- den en af- voeren Schepen, | Duikers, duikploeg- leiders en overig betrokken personeel zijn niet in staat om de aanwezig- heid van de gevaren te herkennen en/of te onderkennen | Haal het eventuele drukverschil weg of zorg dat deze niet kan ontstaan. Het uitvoeren en vastleggen van een gedetailleerde RI&E met een bedrijfskundige en opdrachtgever bekend met de betreffende locatie en opstellen van een werkplan. (Zie ook WERKPLANNING 5.1 Risico Management Proces). Voor aanvang van het werk: Controleer met de bedrijfskundige en opdrachtgever bekend met de betreffende werklocatie of alle veiligheidsmaatregelen die vastgelegd zijn in het werkplan genomen zijn en leg dit vast. Bij wijziging van het werkplan of werksituatie: Voer opnieuw de RI&E uit met de bedrijfskundige en opdrachtgever en leg dit vast in een gewijzigd werkplan (Management of change). | Association of Diving Contractors International (ADCI) video on the dangers of differential pressure: xxxx://xxxxxx. adc- xxx.xxx/xxxxxx s-of-delta-p xxxx://xxxxxx. adc- xxx.xxx/xxxxxx ed-approach- to-calculating- the-effects-of- differential- pressure- delta-p-on- |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
pijpleid- ingen en andere holle bouw- werken Water- kracht- centrales, ontzilting installaties en installa- ties van andere inlaten | Voorkom het risico. Laat een duiker niet aan de hoge kant benaderen bij een zichtbare of onzichtbare flow door drukverschil. Benader alleen van de lage kant als dit mogelijk is. Bespreek met de duikploeg en overig betrokken personeel het risico voor elk potentieel gevaar op de werklocatie. Uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA). Bespreek de noodscenario’s en de te nemen acties mochten er onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden. Voorzie al het betrokken personeel van de benodigde informatie om de werkzaamheden veilig te laten verlopen. Indien het falen van een (tijdelijke) constructie tot het risico behoort, moet de integriteit van de (tijdelijke) constructie deel uitmaken van de RI&E . Gebruik de referentietabel “annex F” in het HSE document XX 000 om na te gaan of er voorzienbare omstandigheden kunnen optreden waarbij de omvang van een drukverschillen gevarenzone groter kan worden of de geschatte krachten de geaccepteerde waarden kunnen overschrijden. | UK Health & Safety Executive (UKHSE) Diving Information Sheet No. 13: Differential pressure hazards in diving research report: RR761 - Differential pressure hazards in diving Video produced by the Ontario Ministry of Labour, this video talks about the hazards of Delta P around dams (Courtesy Ontario Ministry of Labour. 2011) xxxxx://xxx.x xxxxxx.xxx/x atch?v=7yEmC ADC ADC-GP-01 Diving From, On or in Close Proximity to Merchant | ||
Vastzuigen van duiker en of reserveduiker en mogelijk verwonding of overlijden | Vraag u af of er gedoken moet worden of dat er alternatieven zijn. Controleren of beheersmaatregelen effectief zijn voor de duiker te water gaat. Gebruik SSE voor het uitvoeren van deze werkzaamheden of andere duikmethode na het maken van een gedetailleerde RI&E. Gebruik vooraf geïnstalleerde middelen |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
ter voorkoming van aanzuiging door druk verschillen. Voorkom dat een duiker in de gevaren zone kan komen door gebruik van een kooi en/of het beperken van de duikslang of seinlijn lengte. Gebruik waar mogelijk extra of dubbel uitgevoerde kleppen of afsluiters. Laat de duiker niet werken aan een afdichting welke op dat moment een uitstroom moet voorkomen. Beheersmaatregelen nemen wanneer leidingen met drukverschillen open gemaakt worden. | Vessels – Protocol for Isolating Machinery Systems (ADC UK website or IMCA Information Note 13/09) ADC-GP-02 Identification, Assessment and control of differential pressure hazards (ADC UK website) Voor uitgebreide gedetailleerde informatie over gevaren en risico beheersing zie: Informatieblad duiken nr. 1 | |||
5.2.4 | Duiken bij ROV- operaties | Ongewenst contact met de ROV | Direct contact tussen duikploegleider en ROV-supervisor. Videobeeld ROV beschikbaar voor duikploegleider. Schroeven moeten afgeschermd zijn. | XXXX X 000 XXXX X 000 XXXX X 054 |
5.2.5 | Veilig gebruik van elektriciteit | Oplopen elektrische schok | Specialist benaderen voor minimale beheersmaatregel. | XXXX X 000 xx XXXX X 000 |
Xx | Xxxxx/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.2.6 | Gebruik hogedruk- spuit met een werkdruk hoger dan 250 Bar of wanneer het pomp- vermogen meer dan 10kW is bij een werkdruk hoger dan 25 bar | Duik- en dek- personeel niet getraind om met de hoge- drukspuit te werken | Werkgever moet er zorg voor dragen dat het personeel is opgeleid voor het gebruik van een hogedrukspuit. | AW. 8 Voor uitgebreide gedetailleerde informatie over gevaren en risico beheersing zie: Informatieblad duiken nr. 2 |
Verwonden van duiker door hogedrukspuit | De lengte van de spuitlans is zodanig dat de duiker zich niet kan verwonden en minimaal 75 centimeter is. Indien korter dan 75 centimeter dan twee handen activatie van de spuitlans. De spuitlans mag nooit korter zijn dan 50 centimeter. Uiteinde van de spuitlans moet voorzien zijn van een einde lans markering. Dit kan een ring om de lans zijn zodat de duiker kan voelen dat zijn hand dicht bij het uiteinde van de spuitlans is. Beschermende kleding, schoeisel en handschoenen dragen. Uitlaat retrojet watersnelheid zodanig dat deze niet de duiker kan verwonden. Retrojet venturie moet zodanig afgeschermd zijn dat de duiker niet gewond kan raken. Retrojet zodanig bevestigd dat deze niet los kan raken. Bescherming van het trigger mechanisme. Niet vast zetten van het trigger mechanisme. | XXXX X 000 |
Xx | Xxxxx/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Hogedrukpomp alleen aanzetten wanneer de duiker gereed is en de duiker daarvoor opdracht heeft gegeven. EHBO kaart aanwezig met alle informatie over eerste hulp bij hogedrukspuit verwondingen en de behandeling van hogedrukspuit verwondingen. Beschikbaar hebben van contact nummers van ervaren arts(en) in het behandelen van wonden veroorzaakt door een hogedrukspuit die beschikbaar is (zijn) 24 uur per dag. Vermelden op de EHBO kaart | ||||
Ongecontro- leerd laten zakken van de hogedrukslang | Afhankelijk van de waterdiepte gebruik maken van een haspel. Op de juiste wijze uitgeven van de slang zodat de duiker niet negatief beïnvloed wordt door een te lange of te korte slang. | IMCA D 049 | ||
Ondeugdelijk/ niet gekeurd materieel | Inspectie van materieel voor ingebruikneming. Minimaal 1 maal per jaar laten testen en keuren door een gespecialiseerd bedrijf, onafhankelijk deskundig persoon of instelling met aantoonbare specifieke kennis op het desbetreffende gebieden met toegang tot de noodzakelijke testfaciliteiten. Afhankelijk van het gebruik en conditie regelmatiger laten testen en keuren | XXXX X 000 XX 0 XXX-XX 1829 | ||
Communicatie | Alleen werken met duidelijk hoorbare communicatie of een andere geschikte methode. Aanwezig zijn van een noodstop bij degene die de pomp bedient. Hij moet in direct of onmiddellijk contact staan met de duikploegleider. Gebruik maken van een head mounted camera bij voldoende zicht. | IMCA D 049 | ||
Gehoorschade duiker en dek- personeel | Duiker gebruiken maken van harde duikhelm met binnenvoering en indien nodig geschikte gehoorbescherming. | XXXX X 000 |
Xx | Xxxxx/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Verstoring van het plaats- bepaling systeem van een Dynamic Positioned (DP) schip | Informeren van de brug voor aanvang van hogedrukspuit operaties. | IMCA D 049 | ||
Verwonding van duikers die in de buurt van werkzaamhe- den met een hogedrukspuit werken | Minimaal 5 meter afstand houden van hogedrukspuit operaties. | |||
5.2.7 | Hefballon | Ongecontro- leerd opstijgen van de 'last' waarbij duiker meegesleurd wordt | Maatregelen treffen om ongecontroleerd opstijgen te voorkomen, bijvoorbeeld door verankering van de last, een automatische dump. Werken conform WOD-SOE. | IMCA D 016 WOD-SOE Detailbladen |
Na opstijgen weer ongecontro- leerd afdalen van de last | Bij voorkeur gebruik maken van een gesloten hefballon. | IMCA D 016 | ||
5.2.8 | Doorslijp- schijven | Breken en/of fragmenteren tijdens gebruik (rondvliegende scherven) | Gebruik van droge schijven (niet eerder aan water blootgesteld). | |
5.2.9 | Snijden en branden | Explosie als gevolg van ophopende gassen | Borgen van de directe afvoer van gassen/ ophoping van gassen voorkomen (bv preventief gaten maken, van boven naar beneden werken). | IMCA D 003 OGP Report 471 |
Het bekneld raken onder afgesneden constructie- delen | Plan maken voor snijden en borgen van los te snijden constructiedelen. | |||
Het snijden in lichaamsdelen en/of uitrusting- stukken | Deugdelijke instructie, training, familiarisatie. | |||
5.2.10 | Duiken vanaf en/of aan DP- schepen of | Het ongewenst van positie raken met als gevolg een | Bij DP-schepen ten minste een IMO equipment class 2, en werken conform XXXX X 000. | XXXX X 000, XXX XXX/ Circ.645 Guidelines for |
Nr | Actor/ Onderwerp | Risico’s | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
drijvende construc- ties | ongecon- troleerde verplaatsing (horizontaal of verticaal) van de duiker | Bij mechanische ankering (spudpalen, ankers en/of trossen) een zodanige verankering dat het schip stationair blijft. | vessels with dynamic positioning systems | |
Het ongewenst contact tussen duiker en voortstuwings- middelen (o.a. schroeven, roeren, thrusters, jets) | Voortstuwingsmiddelen uitschakelen en borgen, in geval van duikoperaties vanaf DP-schepen werken conform IMCA D 010. | |||
5.2.11 | Werken met zuurstof verrijkte mengsels en zuurstof in com- pressie- kamers en overige afgesloten ruimten | Zelf ontbranding/ explosie gevaar en brand versnelling in een compres- siekamer en overige afgesloten ruimten door hoog zuurstof percentage | Het aandeel zuurstof mag in een compressiekamer en overige afgesloten (controlekamers, woon-, verblijfs- of werk-) ruimten niet boven de 23% komen. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
Brand in compressie- kamer door onjuiste/ vuile vette kleding en schoeisel. | Brand kan ontstaan door statische elektriciteit en vuile vette kleding en schoeisel en kunnen makkelijk ontbranden speciaal onder overdruk en bij een verhoogd zuurstof percentage. Schone vetvrije kleding gebruiken. | |||
Brand in compressie- kamer door gebruik van verboden stoffen en apparatuur | 1. Een lijst opstellen welke stoffen en apparatuur zijn verboden in de compressiekamer en personen hierover informeren. Verboden stoffen en apparatuur zijn middelen die brand of een explosie onder overdruk kunnen veroorzaken, die beschadigen onder overdruk en schoonmaak middelen en verf die een gevaar voor de gezondheid zijn onder overdruk. 2. Controle geen verboden middelen worden de compressiekamer ingenomen. | A European Code of Good Practice for Hyperbaric Oxygen Therapy Annex 7 |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.2.12 | Werken met zuurstof verrijkte adem- gassen | In systemen die gebruikt worden met ademgassen die een zuurstof percentage tussen 25% en 40% bevatten explosie en brand gevaar door aan- wezigheid van vetten en oliën | 1.Toegepaste materialen en uitrusting voor gebruik van zuurstof met een percentage tussen 25 - 40% moeten gereinigd zijn van zichtbaar vuil, vetten en oliën. 2. Gebruik maken van zuurstof compatibele smeermiddelen. 3. Rekening houden met richtlijnen fabrikant. | |
In systemen die worden gebruikt met ademgassen die een zuurstof percentage van 40% en hoger bevatten explosie en brand gevaar door gebruik ongeschikte materialen en door aan- wezigheid van vetten en oliën | 1. De toegepaste materialen en uitrusting moeten geschikt voor gebruik van zuurstof percentage van 40% en hoger conform eisen in de WOD-SOE. 2. De toegepaste materialen en uitrusting zijn zuurstof schoon gemaakt en blijven zuurstof schoon. Bij zuurstofschoon moeten de kleinste sporen van koolwaterstoffen en verontreinigingen verwijderd zijn en dit moet worden bevestigt door middel van een inspectie door een deskundig persoon. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen IMCA D 031 | ||
5.2.13 | Zuurstof- niveau in helium | Ongewenst toedienen van helium aan de duiker | Helium voorraadcilinders dienen een minimaal zuurstofpercentage te bevatten. Pure helium mag enkel in de vorm van kalibratiegas voor handen zijn | AODC 038 |
5.2.14 | Lengte van de umbilical | Reserveduiker kan niet bij duiker in problemen komen wegens een te korte umbilical | De umbilical van de reserveduiker dient zodanig lang te zijn dat de reserveduiker de duiker veilig kan bereiken. | |
Onvoldoende reserve ademgas in bailout | Beschikbare hoeveelheid ademgas in bailout afstemmen op de uit te geven lengte van de umbilical. Werken conform WOD-SOE. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Langere umbilical geeft vergrote kans op vastraken van umbilical | Het plannen van de kortst mogelijke routing van het uitgiftepunt van de umbilical naar de werklocatie (streef naar een zo kort mogelijke umbilical). | |||
Langere umbilical maakt het bereiken van de duiker door de reserveduiker moeizamer | Het plannen van de kortst mogelijke routing van het uitgiftepunt van de umbilical naar de werklocatie (streef naar een zo kort mogelijke umbilical). | |||
5.2.15 | Transfer Under Pressure | Ongewenst drukverlies bij koppelen systeem | Deuren altijd dichthouden, behalve wanneer duikers moeten passeren. | |
5.2.16 | Onder- water ob- structies | Verstrikt raken | Indien mogelijk en noodzakelijk verwijderen, verkennende duik. Opnemen in een specifiek werkplan. Raadplegen van beschikbare data betreffende duiklocatie. | |
Schade aan duikuitrusting | Indien mogelijk en noodzakelijk verwijderen, verkennende duik. Opnemen in een specifiek werkplan. Raadplegen van beschikbare data betreffende duiklocatie. | |||
5.2.17 | Hijswerk- zaamheden en steiger- bouw | Duiker/ duik- uitrusting wordt geraakt door vallende/ bewegende objecten en/of raakt bekneld | Steigerbouw en hijswerkzaamheden op platforms en werklocaties nabij duikwerkzaamheden niet tegelijkertijd laten plaats vinden. Fysiek scheiden van steigerbouw, hijs- en duikwerkzaamheden zodanig dat vallende/ bewegende objecten in geen enkel geval een duiker/ duikuitrusting kan raken/ beknellen. | |
5.2.18 | Duiken in de buurt van pijp- leidingen | Letsel als gevolg van overdruk- reacties (bijvoorbeeld bij testen of beschadigin- gen) | Tijdens het testen moeten duikers uit de buurt zijn van de pijpleiding. Bij het werken aan beschadigde pijpleidingen, druk reduceren. | |
Letsel als gevolg van hitte | Voldoende afstand houden. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Duiken in vervuild water (lekkage van de inhoud) | Zie WERKPLANNING 5.3.2 | |||
5.2.19 | Duiken op drukvrije of lege pijp- leidingen, slangen en onderzeese construc- ties | Vastzuigen door onderdruk | Indien mogelijk gebruiken van een diffuser. Beschikbaarheid van druk nivellerende maatregelen (bijvoorbeeld een noodklep om de onderdruk snel op te heffen). | |
5.2.20 | Duiken op wellheads en onder- zeese faciliteiten | Letsel als gevolg van overdruk- reacties. | Plaatsen van veiligheidsbarrières. | |
Duiken in vervuild water (lekkage van de inhoud) | Zie WERKPLANNING 5.3.2 | |||
5.2.21 | Katho- dische bescher- ming | Oplopen elektrische schok | Systeem uitschakelen, afhankelijk van het voltage en de afstand tot de duiker. | IMCA D 045 |
5.2.22 | Duiken in de buurt van affakkel installatie | Letsel door hitte en fallout | Vooraf definiëren van het risicogebied en daar buiten blijven. | |
5.2.23 | Boor- en injectie vloeistof- fen en constructie materialen zoals beton, klei, bentoniet | Letsel | Deugdelijke RI&E voor de gebruikte stof om te komen tot effectieve beschermingsmaatregel (zoals juiste beschermende kleding). Zie WERKPLANNING 5.3.2 | |
Schade aan duikuitrusting | Intensievere controle van duikuitrusting, correctief en preventief onderhoud. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.2.24 | (Ketting)ta- kels | Doorslippen waardoor last ongecontro- leerd ver- plaatst, met het risico op letsel voor de duiker | Onderhoud afstemmen op het onderwatergebruik. | IMCA D 028 |
5.2.25 | Seismische operaties, sonar uitzendin- gen en heiwerk- zaamheden | Letsel | Seismische operaties, sonar uitzendingen en heiwerkzaamheden niet tegelijkertijd met duikwerkzaamheden uitvoeren of minimale afstanden hanteren gebaseerd op het gebruikte (zend)vermogen. | DMAC 06 en DMAC 012 |
5.3 | Overwegin gen lucht-, weer- en zee- condities | |||
5.3.1 | Onder- waterzicht | Slecht zicht, onvoldoende overzicht werklocatie | Specifieke werkinstructie | |
5.3.2 | Lucht- water- en bodemver- ontrei- niging | Nadelige gezondheids- effecten | Controle vooraf, werkinstructie, werkplan, RI&E en kleding. voorzorgsmaatregelen, hierbij aandacht voor biologische agentia, gevaarlijke stoffen en chemicaliën, niet alleen voor de duiker maar ook voor de rest van het team (denk hier aan bijvoorbeeld de duikklok, eventueel uitrusten met gasdetectieapparatuur), personeel aan dek en op de wal. | IMCA D 021 |
5.3.3 | Stroming/ getijden- werking | Nadelige invloed bereikbaarheid van, verblijf op de werkplek | Opnemen als specifiek aandachtspunt in de RI&E. | |
5.3.4 | Golfhoogte | Beïnvloeden inwater decompressie | Werken conform de limieten zoals die zijn opgenomen in de duiktabellen. | |
Oplopen letsel en of schade bij het in en uit het water komen van de duiker | Omschrijving van de limiet welke wordt bepaald door het gebruikte materiaal en de locatie waarop gedoken wordt. |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
Schuivend materieel aan dek | Omschrijving van de limiet welke wordt bepaald door het gebruikte materiaal en de locatie waarop gedoken wordt. | |||
Beïnvloeden hijswerkzaamhe den | Omschrijving van de limiet welke wordt bepaald door het gebruikte materiaal en de duiklocatie waarop gedoken wordt. | |||
5.3.5 | Weers- omstandig- heden | |||
Neerslag | Koude, vocht, gladheid | Beschermende kleding. | ||
Wind | Wind chill, verminderde stabiliteit van mensen en objecten | Generieke omschrijving van de limiet welke wordt bepaald door het gebruikte materieel en de locatie waarop gedoken wordt. | ||
Onweer | Blikseminslag | Situatie afhankelijke limiet stellen ten aanzien van de minimale afstand tot de onweersbui. | ||
Duisternis | Onvoldoende overzicht werklocatie | Verlichting. | ||
Vermin- derd zicht (boven water) | Onvoldoende overzicht werklocatie | Limiet stellen, het werkgebied van de duiker moet altijd zichtbaar zijn en bij scheepvaart een situatie afhankelijke limiet stellen. | ||
Tempera- tuur | Onderkoeling en oververhitting/ warmte- bevanging | Specifieke werkinstructie ten aanzien van de werkduur, kleding, beschutting, geconditioneerde werkomgeving, duiker en ook overig personeel. Voorzieningen om de lichaamstemperatuur van de duiker op peil te houden. | ||
5.3.6 | IJs | Disfunctioneren van duik- uitrusting ten gevolge van bevriezing | Bij bevriezing beëindigen duikoperatie, opstellen specifieke werkinstructie. | |
IJsafzetting met als gevolg dat gewicht toeneemt | (Ondersteunende) uitrusting moet ontworpen zijn op ijsafzetting. | |||
5.3.7 | Gevaarlijk marien leven | Persoonlijk letsel | Beschermende kleding en een specifieke werkinstructie. | |
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
5.4 | Communi- caties | |||
5.4.1 | Communi- catie met derden/ omstan- ders, zoals: scheep- vaart, dek- personeel, object- bedienaars, kraan- drijvers | Ontstaan van gevaarlijke situaties zoals: aanvaringen, overvaring, vallen van lasten, bekneld raken, vastgezogen of vast raken, etc | Afstemmen en afgestemd blijven met derden/ omstanders, markeren van de duiklocatie, voeren van de voorgeschreven signalen. | |
5.4.2 | Miscom- municatie | Onduidelijkheid omtrent instructies duikploegleider vs duiker | Vooraf afstemmen te gebruiken taal. Opnemen van communicatieprocedure in werkinstructie. | |
5.5 | Duiken vanaf schepen, vaste plat- formen of drijvende installaties | Het niet optimaal ingericht zijn van ad-hoc ingezette schepen, vaste platformen en drijvende installaties voor het veilig uitvoeren van duikwerk- zaamheden | Het uitvoeren van een aanvullende RI&E bij het duiken vanaf niet organieke duikschepen, vaste platformen of drijvende installaties. Hierbij gaat het specifiek om het vaststellen van de beperkingen ten aanzien van het uitvoeren van duikoperaties op genoemde werklocaties. | IMCA D 014, paragraaf 7.6 |
5.6 | Duiken vanaf een varend schip | Oplopen van letsel, door draaiende/ bewegende onderdelen van het schip | Het duiken van varende schepen dient te worden vermeden. Zie ook WERKPLANNING 5.2.10. |
8.6 NOODPROCEDURES EN VOORZIENINGEN
Nr | Actor/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
6.1 | Duik- ongevallen | |||
6.1.1 | Verlies communi- catie | Toegenomen kans op onge- vallen | Afbreken van de duik. Werken conform WOD-SOE. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
6.1.2 | Duiker in nood | Toegenomen kans op persoonlijk letsel | Afbreken van de duik, verlenen van assistentie waaronder inzet reserveduiker en uitvoeren van afgesproken noodprocedure. | |
6.1.3 | Het omgaan met een gewonde of bewusteloze duiker | Oplopen van (aanvullend) letsel, ver- drinking | Het opnemen van deze noodprocedure in de werkinstructie. | |
6.1.4 | Niet func- tionerende of kapotte apparatuur | Toegenomen kans op ongevallen en persoonlijk letsel | Afbreken van de duik en uitvoeren van afgesproken noodprocedure. | |
6.1.5 | Brand in en/of om de compressie- kamer of de compressie- faciliteit | Letsel, decompressie- ziekten | Compressietank conform de eisen WOD- SOE, brandbestrijdingsprocedures en procedures waarin expliciet aandacht voor omgang met geforceerde decompressie wegens een evacuatie. | WOD-SOE Minimumeisen aan systemen |
6.2 | Droge duikklok (closed bell) waarvan de hijsdraden en/ of umbilical kapot/ afgebroken zijn | Overlijden van de duikers | Werken conform de WOD-SOE, uitvoeren van noodprocedure om de duikklok op te sporen en te redden | WOD-SOE Minimum – eisen aan systemen Detailbladen IMCA D 014 paragraaf 9 |
6.3 | Habitat/ onderwater droge werkruimte | Overlijden van de duikers | Procedures en voorzieningen om opgesloten duikers ten minste 48 uur te laten overleven in de habitat. Procedures om duikers binnen 48 uur te redden uit de habitat. | XXXX X 000 xxxxxxxxx 0 |
Xx | Xxxxx/ Onderwerp | Xxxxxx’x | Minimum Beheersmaatregel | Naslagwerk |
6.4 | Hyperbare evacuatie duikers uit het saturatie systeem vanwege een nood situatie zoals brand of zinken schip/ platform | |||
6.4.1 | Evacuatie saturatie duikers met een hyperbaar evacuatie systeem | Oplopen decompressie- ziekte Overlijden van de duikers | Het tenminste beschikbaar hebben van : 1. evacuatieprocedures 2. procedures en middelen om de decompressie na de evacuatie veilig af te ronden 3. een “hyperbaric evacuation systeem” HES conform guidelines en specifications for hyperbaric evacuation systems van de IMO, IMCA richtlijnen en WOD-SOE | IMO Resolution A.692(17) WOD-SOE Minimum eisen aan systemen XXXX X 000 XXXX X 000 XXXX X 014 paragraaf 8 |
6.5 | Duikwerk- gever calamiteiten- ruimte | Onmogelijkheid om bij voorkomende calamiteiten adequaat te handelen | De beschikbaarheid van een ruimte uitgerust met voldoende communicatie middelen, relevante documentatie en andere noodzakelijke faciliteiten voor het ondersteunde/ coördinerende team dat in geval van nood wordt ingezet. |
9 NASLAGWERK ARBOCATALOGUS DUIKARBEID DROGE DUIKKLOK/ SATURATIE
9.1 WETGEVING
9.1.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving / Arbowet (AW)
De Arbowet zelf bevat geen artikelen die specifiek handelen over overdruk of duikarbeid. Wel bevat de wet algemene artikelen gericht op veiligheid, gezondheid en welzijn.
Belangrijke artikelen in de context van duikarbeid zijn onder andere:
• Inventarisatie en evaluatie van xxxxxx'x: artikel 5
• Voorlichting en onderricht: artikel 8
• Melden en registratie van arbeidsongevallen en beroepsziekten: artikel 9
• Algemene verplichtingen van de werknemers: artikel 11
• Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: artikel 18
• Verschillende werkgevers: artikel 19
• Certificatie: artikel 20 xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
9.1.2 Arbobesluit (AB)
In het Arbobesluit zijn wel specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot werken onder overdruk en duikarbeid. In hoofdstuk 6 (fysische factoren), afdeling 5 (werken onder overdruk) zijn deze bepalingen te vinden. Belangrijke bepalingen met betrekking tot duikarbeid zijn:
Zie xxx.xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
• Fysieke belasting: Hoofdstuk 5 Afdeling 1
• Definities en toepasselijkheid: artikel 6.13
• Geschiktheid: artikel 6.14
• Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: artikel 6.14a
• Duikerarts: artikel 6.14b
• Veiligheidsmaatregelen: artikel 6.15
• Certificering onderhoudssystemen duik- en caissonmaterieel: artikel 6.15a (vervallen ivm WOD-SOE)
• Duikarbeid: artikel 6.16
• Melding duikarbeid: artikel 6.17
• Compressiekamer duikarbeid: artikel 6.18
• Duikarbeid leerlingen en studenten 6.31
De volledige tekst van het Arbobesluit is ook te vinden op xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
9.1.3 Arbobesluit en ZZP-ers
In het Arbobesluit wordt in artikel 9.5 aangegeven wat de verplichtingen zijn voor zelfstandigen en meewerkende werkgevers. In dit artikel wordt aangeven dat vrijwel alle bepalingen van het Arbobesluit met betrekking tot duikarbeid van toepassing zijn. Het gaat hierbij om de volgende artikelen: 6.14a, 6.15a, 6.16, 6.17 en 6.18.
Zie ook de brochure van de Inspectie SZW "ZZP-er en de Arbowet"
9.1.4 Arboregeling (AR)
Ook in de Arboregeling zijn artikelen te vinden die betrekking hebben op duikarbeid. De regelingen geven een nadere invulling aan de artikelen uit het Arbobesluit. Onderstaande artikelen hebben betrekking op duikerartsen, duikers, duikploegleiders en duikmedisch begeleiders.
Zie hoofdstuk 6 Arbeid onder overdruk
• Certificatie: artikel 6.1
• Certificaten duiker, duikploegleider, duikmedisch begeleider en duikerarts :artikel 6.5.
• Certificaten brandweerduiker en brandweerduikploegleider: artikel 6.6. xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
9.1.5 Arbeidstijdenwetgeving
De ATW geeft regels betreffende de maximale werktijden en minimale rustperiodes. De ATW kent echter uitzonderingen voor defensie, brandweer toezichthoudende en (bijzondere) opsporingsdiensten. Voor duikers die werkzaam zijn in de mijnbouw gelden naast de normale regels uit de arbeidstijdenwet en het –besluit aanvullende regels.
Zie de brochure van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Arbeidstijdenwet
Zie de brochure van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over Arbeidstijdenwet ook verkrijgbaar in het Engels
Zie ook de informatie van onze overheid via de website van Inspectie SZW. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx
9.1.6 Arbeidstijden in de mijnbouwsector
De Arbeidstijdenwet (hierna ATW) is de basisregelgeving voor de arbeidstijden. De arbeids- en rusttijden, zoals die in de ATW zijn voorgeschreven, geven niet altijd voldoende mogelijkheden voor alle sectoren om een goede bedrijfsvoering te realiseren. De mijnbouw is zo'n sector waarvoor aanvullende en afwijkende regelgeving nodig is. Daarom geeft het Arbeidstijdenbesluit (hierna ATB) aanvullende en afwijkende regels voor werknemers die werkzaamheden verrichten op of vanaf een mijnbouwinstallatie (een in zee of oppervlaktewater geplaatste boor- of productie-installatie) of een onshore mijnbouwlocatie.
Ook voor duikers die werkzaamheden verrichten voor de mijnbouw zijn aanvullende en afwijkende regels in het ATB opgenomen. Bij toepassing van de regels van het ATB moet in het oog worden gehouden dat de voorschriften van de ATW waarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken in het ATB van toepassing blijven. Bovendien kan bij sommige werkzaamheden gekozen worden tussen de werktijdregeling van de ATW en de werktijdregeling van het ATB.
Convenant tussen NADO, NVB, CNV en FNV Zelfstandige Bondgenoten
Sinds april 2007 is de ATW op een aantal punten gewijzigd om tegemoet te komen aan de wens om meer flexibiliteit te creëren. De ATW kent geen standaard en overlegregeling.
Er is een (hoofd)norm waarvan bij collectieve regeling kan worden afgeweken.
Bij bedrijven waar niets is afgesproken over de bovenstaande onderwerpen, geldt de hoofdnorm. Het is alleen mogelijk af te wijken van de hoofdnorm door middel van collectieve afspraken tussen werkgever en werknemers. In dat geval geldt de ruimere norm van de collectieve regeling.
De brancheorganisatie NADO (Nederlandse Associatie van Duikondernemingen), de NVB (Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers), CNV en FNV hebben in april 2008 een convenant getekend, zodat de ruimere regeling van toepassing is.
Download de brochure van Staatstoezicht op de Mijnen
9.1.7 Besluit medische hulpmiddelen
xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
9.1.8 BHV Bedrijfshulpverlening
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
9.1.9 Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000
9.2 WERKEN ONDER OVERDRUK SYSTEEM- EN ONDERHOUDSEISEN (WOD-SOE)
Het document Werken onder Overdruk Systeem- en Onderhoudseisen (WOD-SOE) kunt u rechtstreeks downloaden van onze website xxx.XxxxxxxxxxxxxXxX.xx
9.3 DUIKARBEID RICHTLIJNEN / NORMEN DMAC Diving Medical Advisory Committee xxxx://xxx.xxxx-xxxxxx.xxx/
DMAC 06 The effects of sonar transmission on commercial diving activities
DMAC 12 Safe diving distance from seismic surveying operations
DMAC 15 Medical equipment to be held at the site of an offshore diving operation DMAC 20 Duration of bell lock-outs
DMAC 21 Guidance on the duration of saturation exposures and surface intervals between saturations DMAC 28 The provision of emergency medical care for divers in saturation
HSE The Health and Safety Executive
xxxx://xxxxx.xxx.xx/xxxxxx/xxx/XXX-XxXX000-Xxxxxxxxxxxxxx-xxxx-xxx-xxxxxx-xxxxxx.xxx
IMCA – IMCA Marine Contractors Association
IMCA Diving
IMCA D 003 Guidelines for oxy-arc cutting
IMCA D 010 Diving operations from vessels operating in dynamically positioned mode IMCA D 014 IMCA International Code of Practice for Offshore Diving
IMCA D 016 Underwater air lift bags
IMCA D 021 Diving in contaminated waters
IMCA D 028 Guidance on the use of Chain lever hoists in the offshore environment IMCAD 031 Cleaning for oxygen service: Setting up facilities and procedures
IMCA D 045 Code of practice for the safe use of electricity underwater
IMCAD 049 Code of Practice for the use of high pressure jetting equipment by divers
IMCAD 050 Minimum quantities of gas required offshore
IMCA D 051 Hyperbaric evacuation systems (HES) interface recommendations IMCA D 052 Guidance on hyperbaric evacuation systems
IMCAD 054 Remotely operated vehicle intervention during diving operations IMCA D 064 Guidance on Diving Cylinder and Valve Compatibility
AODC 038 Guidance note on the use of inert gases
IMCA Remote Systems and ROV
IMCA R 004 Code of Practice for the Safe & Efficient Operation of Remotely Operated Vehicles
IMCA Marine
IMO 113 (IMO MSC Circular 645 ) Guidelines for vessels with dynamic positioning systems
IMCA Competence & Training
IMCA C 002 Competence assurance and assessment - Guidance document and competence tables: Marine Division
IMCA C 003 Competence assurance and assessment - Guidance document and competence tables: Diving Division
IOGP – International Association of Oil & Gas Procedures
xxxxx://xxx.xxxx.xxx//?xxxxxxxxxxxxxx
IOGP Report 471 Oxy-Arc Underwater Cutting Recommended Practice
IMO International Maritime Organization
IMO RESOLUTIONS
xxxx://xxx.xxx.xxx/xx/XxxxxxxxxXxxxxx/XxxxxxxXXXXxxxxxxxxxx/Xxxxx/Xxxxxxx.xxxx
IMO MSC / circ 645 Guidelines for vessels with dynamic positioning systems (Zie IMCA Marine Division IMO 113)
IMO resolution A.692(17)
Guidelines and specifications for hyperbaric evacuation systems IMO resolution A.831(19) Code of Safety for Diving Systems
NEN Normen
NEN Normen zijn verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI). Voor meer informatie. xxx.xxx.xx
NEN Normshop xxxx://xxx.xxx.xx/xxx/Xxxxxxxx.xxx
NEN-EN 12021:1999 en “Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Perslucht voor ademhalingstoestellen” NEN-EN 144-1 Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Afsluiters voor gasflessen - Deel 1: Verbindingen voor inlaataansluitingen.
NEN-EN 1829-1 Hogedrukreinigers met een waterstraal - Veiligheidseisen - Deel 1: Machines.
NEN-EN 1829-2 Hogedrukspuitmachines - Veiligheidseisen - Deel 2: Slangen, slangverbindingen en verbindingselementen
VCA - Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers
9.4 DELTA P
ADCI
Association of Diving Contractors International (ADCI) video on the dangers of differential pressure: xxxx://xxxxxx.xxx-xxx.xxx/xxxxxxx-xx-xxxxx-x
xxxx://xxxxxx.xxx-xxx.xxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxx-xxx-xxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxx- p-on-working-divers
UK Health &Safety Executive (UK HSE) xxxx://xxx.xxx.xxx.xx/xxxxx/xxxxxxxx.xxx Diving Information Sheet No. 13: Differential pressure hazards in diving
UK HSE research report:
RR761 - Differential pressure hazards in diving xxxx://xxx.xxx.xxx.xx/xxxxxxxx/xxxxx/xx000.xxx
Ontario Ministry of Labour
Video produced by the Ontario Ministry of Labour, this video talks about the hazards of Delta P around dams (Courtesy Ontario Ministry of Labour. 2011 xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxx?xx0xXxX-x-xXX
ADC
ADC-GP-01
Diving From, On or in Close Proximity to Merchant Vessels – Protocol for Isolating Machinery Systems (ADC UK website or IMCA Information Note 13/09)
ADC-GP-02 Identification, Assessment and control of differential pressure hazards.