Contract
1.
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een opvanglocatie aan de Haagse Schouwweg 8a-n te Leiden
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een opvanglocatie
Partijen
a. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, gevestigd aan de Rijnstraat 8 te Den Haag, hierbij vertegenwoordigd door de bestuursvoorzitter van het COA, de xxxx xx.
X. Xxxxxxxxxxx, hierna te noemen: ‘COA’
b. De gemeente Leiden, gevestigd aan Xxxxxxxxxxxxx 0 xx Xxxxxx, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder Wonen, Bouwen en Welzijn, de heer J.H. Terpstra, MA, hierna te noemen: ‘het gemeentebestuur’
Hierna gezamenlijk te noemen de ‘Partijen’,
Overwegende:
• dat het COA tot kerntaak heeft de opvang en begeleiding van vreemdelingen;
• dat het gemeentebestuur bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een opvanglocatie binnen de gemeente;
• dat het COA en het gemeentebestuur een optimaal functioneren van de opvanglocatie in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
• dat deze bestuursovereenkomst onverlet laat dat het COA voor het gebruik van de opvanglocatie over de benodigde vergunningen moet beschikken;
• dat het gemeentebestuur zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspant voor een zorgvuldige en voortvarende vergunningverlening;
• dat op basis van de vergunning, zoals verleend vooruitlopend op het aangaan van deze bestuursovereenkomst, het mogelijk is 340 vreemdelingen (Capaciteitsplaatsen) op te vangen;
• dat het gemeentebestuur zich in wil spannen om het aantal opvangplekken in Leiden uit te breiden naar 400 en samen met het COA de mogelijkheden daartoe wil verkennen;
• dat het Faciliteitenbesluit Opvangcentra, d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen;
• dat de directe verantwoordelijkheid voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid, behalve bij de gemeente en het COA, bij meerdere partijen ligt;
• dat het uitgangspunt is dat de randvoorwaarden voor de te nemen maatregelen in verband met de opvang van vreemdelingen op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid voldoende in bestaande wet- en regelgeving zijn vastgelegd.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 - Definities
In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:
a) Vreemdeling: de persoon die in de opvanglocatie van het COA wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Het betreft hier zowel asielzoekers als bewoners die een verblijfsvergunning hebben, maar nog geen reguliere huisvesting in een gemeente hebben;
b) Capaciteitsplaatsen: plaatsen in een opvanglocatie beschikbaar voor de opvang van vreemdelingen, zoals bedoeld in artikel 1.b van het Faciliteitenbesluit;
c) Opvanglocatie: een opvangvoorziening waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen. Hieronder vallen een Opvangcentrum of een Noodopvang.
d) Datum van ingebruikname: de datum waarop de eerste vreemdeling gebruik maakt van de opvanglocatie;
e) Faciliteitenbesluit: het Faciliteitenbesluit Opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) die hierop van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen.
Artikel 2 - Opvanglocatie
1. Het gemeentebestuur stemt in met het gebruik van de Opvanglocatie aan de Haagse Schouwweg 8a-n te Leiden door het COA.
2. Het COA gebruikt de Opvanglocatie onder eigen verantwoordelijkheid als een Opvanglocatie ten behoeve van de opvang van vreemdelingen.
3. Nadere afspraken over het gebruik van de Opvanglocatie worden vastgelegd in Aanvullende Werkafspraken bij toelichting Bestuursovereenkomst (bijlage C).
Artikel 3 – Aantal vreemdelingen en capaciteitsplaatsen
1. Op dit moment is het op basis van de omgevingsvergunning mogelijk om 340 vreemdelingen op te vangen.
2. Het COA spant zich in voor een evenwichtige samenstelling van de vreemdelingen wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie. De instroom is daarbij bepalend.
3. Op verzoek van het gemeentebestuur verstrekt het COA het gemeentebestuur informatie over het aantal vreemdelingen dat in de gevraagde periode in de Opvanglocatie verblijft en over de in het vorige lid bedoelde samenstelling van de vreemdelingen die in de gevraagde periode in de Opvang verblijven.
Artikel 4 - Duur van de bestuursovereenkomst
1. Deze bestuursovereenkomst gaat in op de datum van ingebruikname en loopt tot en met 31 december 2027, rekening houdend met de geplande gebiedsontwikkeling Westerpoort.
Op het moment dat de eerste vreemdeling gebruik maakt van de opvanglocatie wordt deze datum vastgelegd in de “Verklaring datum ingebruikname Opvanglocatie”, zoals weergegeven in bijlage A en zal de datum aan deze bestuursovereenkomst worden toegevoegd.
2. De bestuursovereenkomst eindigt van rechtswege na het verstrijken van de in lid 1 genoemde periode.
3. Het COA kan per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de bestuursovereenkomst. Indien het COA overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van tenminste 6 maanden.
4. Partijen kunnen gedurende de gebruiksperiode in onderling overleg, uiterlijk drie maanden voor afloop van deze bestuursovereenkomst, besluiten tot verlenging van de bestuursovereenkomst voor een nader overeen te komen termijn. De bestuursovereenkomst kan bij verlenging inhoudelijk gewijzigd worden.
5. Met betrekking tot openbare orde en veiligheid in relatie tot de Opvanglocatie stellen Partijen een escalatieladder op, die onderdeel uitmaakt van de werkafspraken (artikel 6).
6. In de situatie dat zich ernstige ongeregeldheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid voordoen die verband houden met de aanwezige Opvanglocatie, treedt de burgemeester in overleg met een bestuurder van het COA om gezamenlijk te bezien of een oplossing kan worden bereikt. De burgemeester heeft de algemene bevoegdheid ter handhaving van de openbare
orde. Afspraken omtrent de openbare orde en veiligheid zijn vastgesteld in het document Aanvullende Werkafspraken bij toelichting Bestuursovereenkomst (bijlage C).
Artikel 5 - Uitkeringen Faciliteitenbesluit
1. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit, vangt aan op de datum van ingebruikname.
2. De kosten van leerlingenvervoer van en naar primair-, speciaal- en voortgezet onderwijs komen voor rekening van het COA.
3. Indien door de vestiging van de Opvanglocatie voor het gemeentebestuur extra kosten ontstaan die het via het Faciliteitenbesluit toegekende bedrag overschrijden, dan kan het COA met inachtneming van artikel 8 van het Faciliteitenbesluit en onder goedkeuring van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op verzoek van het gemeentebestuur een hogere uitkering verstrekken. De hogere uitkering wordt verstrekt indien de extra kosten die het gemeentebestuur maakt in redelijkheid en billijkheid niet door het gemeentebestuur gedragen zouden moeten worden.
Artikel 6 - Aanvullende Werkafspraken
1. In aanvulling op de bijlagen A en B maken het gemeentebestuur en het COA, rekening houdend met elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden, nadere werkafspraken. Deze worden vastgelegd in een separaat document: bijlage C ‘Aanvullende Werkafspraken bij toelichting Bestuursovereenkomst’. Het betreft hier aanvullingen en uitwerkingen op deze bestuursovereenkomst, welke integraal onderdeel uitmaken van deze bestuursovereenkomst.
2. De aanvullende werkafspraken kunnen in overleg tussen Partijen schriftelijk worden gewijzigd en aangevuld. Wijzigingen of aanvullingen worden als addendum aan deze bestuursovereenkomst gehecht en treden in werking na ondertekening door Partijen.
Artikel 7- Evaluatie
1. Na ingebruikname van de Opvanglocatie evalueert het gemeentebestuur samen met het COA halfjaarlijks de aanwezigheid van de Opvanglocatie inhoudelijk en financieel.
2. Voor deze evaluatie levert het COA de volgende gegevens aan:
a. aantal incidenten op de Opvanglocatie;
b. geregistreerde meldingen en klachten inclusief de wijze van afdoen;
c. een overzicht van de wijze van invulling van de dagbesteding op de locatie
d. communicatie met omwonenden;
e. aantal medewerkers en vrijwilligers op de locatie;
f. andere relevante informatie.
3. De evaluatie kan ertoe leiden dat Partijen de gemaakte aanvullende werkafspraken (bijlage C) wijzigen en/of aanvullen.
Artikel 8 – Overige bepalingen
1. Bijlagen A (Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie) en B (Toelichting Bestuursovereenkomst) behoren bij, en geven een nadere toelichting en/of uitwerking van, deze bestuursovereenkomst.
2. Indien de bestaande wet- en regelgeving op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt op dat onderdeel ontstaat, dan zullen het COA en het gemeentebestuur zich gezamenlijk inspannen dit knelpunt aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie.
3. In geval van een wijziging van wet- of regelgeving die gevolgen heeft voor deze bestuursovereenkomst, treden Partijen met elkaar in overleg over hoe deze gevolgen het beste kunnen worden opgevangen.
4. Wijzigingen van deze bestuursovereenkomst zullen, na overeenstemming hierover tussen Partijen, schriftelijk worden vastgelegd en ondertekend en als addendum aan deze bestuursovereenkomst worden gehecht.
5. In situaties waarin deze bestuursovereenkomst niet voorziet, of in geval van geschillen m.b.t. de uitleg en/of de uitvoering ervan, zullen Partijen een maximale inspanning verrichten om deze geschillen in onderling overleg op te lossen.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Leiden Den Haag
Datum: Datum:
Gemeente Leiden Centraal Orgaan opvang asielzoekers
de heer J.H. Terpstra de xxxx xx. X. Xxxxxxxxxxx wethouder Xxxxx, Bouwen en Welzijn bestuursvoorzitter COA
BIJLAGEN:
Bijlage A: Voorbeeld: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie; Bijlage B: Toelichting Bestuursovereenkomst
Bijlage C: Aanvullende Werkafspraken bij toelichting Bestuursovereenkomst
Bijlage A Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie
(wordt door het COA verzonden zodra de opvanglocatie voor bewoning in gebruik is genomen)
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden Ten aanzien van de Burgemeester, de heer drs. H.J.J. Lenferink Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxx
[ datum ]
[ kenmerk ]
Onderwerp: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie aan de Haagse Schouwweg 8, te Leiden
Geacht College,
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wil het college bedanken voor alle gezamenlijke inspanningen om te komen tot het realiseren van een opvanglocatie in Leiden. Samen met u geven we invulling aan een maatschappelijk vraagstuk; het bieden van opvang en begeleiding aan asielzoekers in Nederland.
Met deze verklaring willen wij u informeren dat de opvanglocatie aan de Xxxxxx Xxxxxxxxx 0, xx Xxxxxx op 13 februari 2023 voor de opvang en begeleiding van asielzoekers in gebruik wordt genomen. Dit is overeenkomstig artikel 4 van de bestuursovereenkomst.
Met vriendelijke groet, Den Haag,
Centraal Orgaan opvang asielzoekers
X.X.X. xxx xxx Xxxx
Manager Vastgoed en Facilitair
Bijlage B Toelichting Bestuursovereenkomst
I - Doel Bestuursovereenkomst
Inleiding
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zorgt er voor – op grond van de Wet COA - dat vreemdelingen in een kwetsbare positie in een veilige en leefbare omgeving professioneel worden opgevangen en begeleid in een opvanglocatie. Het COA opent pas een opvanglocatie nadat de gemeente daarmee heeft ingestemd. In de bestuursovereenkomst staan afspraken tussen de gemeente en het COA over de vestiging en ingebruikname van een opvanglocatie.
Het COA dient over de benodigde vergunningen te beschikken voordat een opvanglocatie in gebruik wordt genomen. De gemeente is door het ondertekenen van de bestuursovereenkomst niet gebonden deze vergunningen te verlenen, maar Partijen komen overeen dat de gemeente zich zal inspannen voor een zorgvuldige en voortvarende vergunningverlening.
Het doel van de bestuursovereenkomst is:
1.1 Afspraken vastleggen over de vestiging van een opvanglocatie in de gemeente.
1.2 Inzichtelijk maken van elkaars wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid, in relatie tot de opvanglocatie.
1.1 Afspraken vastleggen over de vestiging van een opvanglocatie
In de bestuursovereenkomst zijn afspraken opgenomen die nodig zijn voor het in gebruik nemen van de opvanglocatie. Daarbij valt te denken aan afspraken over welke locatie, of het een Opvangcentrum of Noodopvang betreft, het aantal bewoners, duur en welke wettelijke financiële uitkeringen beschikbaar worden gesteld (Faciliteitenbesluit).
Meer informatie over de praktische en financiële aspecten die de komst van een opvanglocatie met zich mee brengen, zoals communicatie, veiligheid, leefbaarheid, terugkeer en vertrek, bedrijfsvoering van het COA en ook over de uitkeringen en berekensystematiek van het Faciliteitenbesluit staan op de website van het COA xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxx-xxx-xx-xxxxxxxx.
De gemeente heeft met het document ‘Aanvullende Werkafspraken bij toelichting Bestuursovereenkomst’ de mogelijkheid om met het COA aanvullende werkafspraken te maken. Het betreft eventuele aanvullingen en uitwerkingen op de in deze
bestuursovereenkomst genoemde informatie. Dit gebeurt onder erkenning van elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Aantal vreemdelingen en capaciteitsplaatsen
Voor het COA is het van belang om de bezetting in een opvanglocatie optimaal te kunnen gebruiken. Daarom worden in de bestuursovereenkomst zowel het aantal vreemdelingen als het aantal capaciteitsplaatsen benoemd. Om het maximum aantal vreemdelingen te kunnen onderbrengen in de opvanglocatie, is het noodzakelijk om meer capaciteitsplaatsen beschikbaar te hebben. Zo kan het voorkomen dat een gezin bestaande uit vier personen in een wooneenheid met capaciteit voor vijf personen wordt geplaatst. De vijfde capaciteitsplaats blijft daardoor vacant. Daarom zijn meer capaciteitsplaatsen nodig dan het maximum aantal op te vangen vreemdelingen. Niet elke capaciteitsplaats zal in de praktijk bezet worden.
Voor het COA is de instroom leidend bij het plaatsen van vreemdelingen in opvanglocaties. Het COA maakt geen onderscheid naar nationaliteit, leeftijd, religie, seksuele geaardheid, achtergrond, etc.
Faciliteitenbesluit
Indien in een gemeente een opvangcentrum is gevestigd heeft de gemeente recht op uitkeringen volgens het Faciliteitenbesluit. Aan de gemeente wordt jaarlijks door het COA een uitkering verstrekt op basis van het aantal door asielzoekers permanent te bezetten capaciteitsplaatsen verminderd met het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar in de basisregistratie personen ingeschreven bewoners van het opvangcentrum.
Het Faciliteitenbesluit maakt voor de bekostiging onderscheid tussen artikel 3 en 4 (Opvangcentrum) en artikel 5 (Noodopvang). Onder Opvangcentrum vallen verschillende typen locaties zoals azc (asielzoekerscentrum), col (Centrale Ontvangstlocatie), pol (Procesopvanglocatie), HTL (Handhaving en Toezichtlocatie) en GL (Gezinslocatie).
Onder Noodopvang vallen Noodopvang en Aanvullende Opvang (AVO).
De soort opvanglocatie (Opvangcentrum of Noodopvang) wordt vastgelegd in artikel 2, tweede lid van de Bestuursovereenkomst.
1.2 Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid
Op bovengenoemde beleidsterreinen ligt de directe verantwoordelijkheid bij meerdere partijen. Dit is belangrijk om te constateren en te realiseren voor de komst van de
opvanglocatie. Uitgangspunt is dat de voor de opvang van vreemdelingen benodigde voorzieningen en de te nemen maatregelen afdoende zijn geregeld in de bestaande wet- en regelgeving. Indien de regelgeving op een bepaald onderdeel niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt kan ontstaan, dan kunnen het COA en de gemeente zich gezamenlijk inspannen dit aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie.
Onderwijs
In de Nederlandse leerplichtwet is opgenomen dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school moeten. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de onderwijsvoorzieningen en handhaving van de leerplicht. De leerplicht geldt dus ook voor kinderen in de opvanglocatie. Vanaf het moment dat deze kinderen staan ingeschreven in de BRP heeft de gemeente de wettelijke taak de leerplicht van deze kinderen te handhaven.
Op grond van artikel 5a van het Faciliteitenbesluit kan de gemeente aanspraak maken op een uitkering verstrekt door het COA voor huisvesting van het basisonderwijs voor kinderen van de opvanglocatie.
Meer informatie over het organiseren van onderwijs aan asielzoekerskinderen staat op xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxx.
Gezondheidszorg
Net als iedereen kunnen asielzoekers naar de huisarts, een verloskundige of het ziekenhuis. COA-medewerkers informeren asielzoekers over de Nederlandse gezondheidszorg en begeleiden minder zelfredzame bewoners bij hun gang naar de zorg. Op elk azc houdt een huisarts spreekuur. Met vragen over hun gezondheid kunnen de bewoners van een azc 24/7 bellen met een medisch contactcentrum.
GGD
Net als voor alle andere inwoners van Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg voor asielzoekers. Deze zorg omvat onder meer infectieziektepreventie en -bestrijding, gezondheidsvoorlichting en jeugdgezondheidszorg (JGZ). Ook voert de GGD bij aankomst in Nederland de verplichte controle op tuberculose uit, voor asielzoekers uit landen waar tbc veel voorkomt.
Meer informatie over gezondheidszorg staat op xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xxxx- aan-asielzoekers en xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxx-xxx-xxxxxxxx-xxxx.
Jeugdhulp
(amv). Gemeenten krijgen hiervoor een vergoeding op basis van het aantal kinderen in de Opvanglocatie.
Meer informatie over jeugdhulp staat op de website van de VNG xxxxx://xxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
Openbare orde en veiligheid
De burgemeester is op grond van de Gemeentewet verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De burgemeester en officier van justitie maken op grond van artikel 13 van de Politiewet in het driehoeksoverleg afspraken over de inzet van politie in de gemeente.
Het handhaven van de veiligheid binnen de opvanglocatie valt onder de verantwoordelijkheid van het COA. Indien incidenten binnen de opvanglocaties gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde wordt door het COA in eerste instantie de politie geïnformeerd en indien nodig de burgemeester.
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden, heeft het COA huisregels die asielzoekers in alle azc's moeten naleven. Laten zij hun medebewoners of COA- medewerkers niet in hun waarde of overtreden ze op een andere manier de huisregels? Dan treft het COA maatregelen. Strafbare feiten meldt het COA altijd bij de politie.
Samen met de partners uit de bestuursrecht- en strafrechtketen treft het COA maatregelen tegen overlastgevers.
Uitgebreide informatie over veiligheid op een opvangcentrum staat op: xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxx en xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xx- maatregelen.
Bijlage C Aanvullende werkafspraken bij toelichting (bijlage B) Bestuursovereenkomst
Deze aanvullende werkafspraken hebben tot doel om op het niveau van werkafspraken inzichtelijk te maken wat de wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Partijen zijn op de (beleids)terreinen: Onderwijs, Voorschoolse educatie, Jeugdhulp, Publieke gezondheidszorg, Openbare orde en veiligheid, Begeleiding asielzoekers en Samenwerking bewoners en omgeving in relatie tot de opvanglocatie aan de Xxxxxx Xxxxxxxxx 0x-x.
1. Onderwijs
In de Nederlandse leerplichtwet is opgenomen dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school moeten. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de onderwijsvoorzieningen en handhaving van de leerplicht. De leerplicht geldt dus ook voor kinderen in de opvanglocatie. Vanaf het moment dat deze kinderen staan ingeschreven in de BRP heeft de gemeente de wettelijke taak de leerplicht van deze kinderen te handhaven met als uitgangspunt dat deze kinderen binnen drie maanden onderwijs krijgen.
Overwegende dat:
• De bestaande taal- en schakelklassen in Leiden vol zitten en dat vanwege het verloop binnen de taalklassen (po) de voorkeur wordt gegeven aan het organiseren van aparte azc-taalklassen voor het primair onderwijs.
• Vanwege het lerarentekort ook wordt gekeken naar opvangklassen voor de eerste periode van het azc.
• Het voor het onderwijs van belang is om tijdig een prognose te krijgen van het aantal kinderen.
Wordt afgesproken dat:
• Het COA een contactpersoon voor het onderwijs levert om te komen tot concretere uitwerking van de werkafspraken.
• Het onderwijs plaatsvindt in internationale taal- en schakelklassen waarna de kinderen kunnen doorstromen naar het reguliere onderwijs.
• Het COA zorg draagt voor leerlingenvervoer en het leerlingenvervoer bekostigt, wanneer blijkt dat de kinderen niet op eigen gelegenheid naar school kunnen komen. Dit geldt voor zowel de taal- en schakelklassen als het reguliere onderwijs.
• Het COA en de onderwijsorganiserende schoolbestu(u)r(en) verantwoordelijk zijn om met elkaar in overleg te treden over het aantal nieuwkomerskinderen, idealiter in de weken voor 1 februari 2023 i.v.m. de peildatum. Gedurende de
looptijd van het azc brengt het COA de schoolbestu(u)r(en) op de hoogte van het aantal kinderen.
• Bij de prognose m.b.t. de samenstelling en de verloop van de groep kinderen die opgevangen worden in het azc, het COA ook een overzicht geeft van de prognose van de nieuwkomerskinderen in de regio die onder de verantwoordelijkheid van het COA vallen. Dit doet het COA ook in de toekomst bij grote nieuwe instromen n.a.v. bijvoorbeeld nieuwe opvanglocaties in de Leidse regio, aanvullend op de overleggen die de gemeente daarover zelf voert in de regio.
• Het COA zich inspant om bij de plaatsing en het verloop van asielzoekers in het azc Haagsche Schouwweg rekening te houden met de leeftijden (4-6 / 6-12 / 12- 18 jaar) van de nieuwkomersleerlingen en daarmee helpt in het creëren van een zekere balans in vraag en aanbod, zodat het onderwijs hier makkelijk organisatorisch op kan inspelen.
• De gemeente verantwoordelijk is voor het handhaven van leerplicht. Wanneer onderwijs door tekorten niet direct kan worden georganiseerd, ligt de verantwoordelijkheid bij het COA om in samenwerking met de gemeente en andere partners vervangende activiteiten te organiseren.
• Het COA zich inspant om verhuizingen van kinderen op het azc op de Haagse Schouwweg naar andere azc’s te beperken. Uitgezonderd hiervan zijn kinderen die moeten verhuizen vanwege de asielprocedure. Wanneer verhuizingen toch moeten plaatsvinden, dan spant het COA zich in om dit zoveel mogelijk in schoolvakanties te laten plaatsvinden.
2. Voorschoolse educatie
Het Ministerie van OCW stelt dat gemeenten de wettelijke taak hebben om voldoende voorzieningen te creëren voor kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal. Gemeente Leiden bepaalt of (alle) peuters in de asielopvang binnen de doelgroep vallen voor een formeel ve-aanbod.
Overwegende dat:
• Er geen peuterspeelzalen zijn op loopafstand van het azc, het de voorkeur heeft dat de peuterspeelzaal op of nabij het azc gelegen komt. Dit omdat verder gelegen locaties waarschijnlijk ouders op het azc ervan weerhoudt om hun kinderen ernaartoe te brengen.
• Er geen sprake kan zijn van een formeel ve-aanbod op het azc, omdat de binnenruimte op het azc niet voldoet aan de wettelijke vereisten van een kinderopvang.
Wordt afgesproken dat:
• Het COA de gemeente informeert bij de opening van het azc over het aantal aanwezige kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar. Naar aanleiding van dat aantal zal de gemeente een kinderopvangorganisatie vragen om een ve-aanbod te organiseren in de speelgroep op het azc.
• De gemeente zich inspant om tot een formeel, dan wel informeel, ve- aanbod te komen. Het COA organiseert in ieder geval een binnen- en buitenruimte voor een speelgroep op het azc waar dit ve-aanbod kan worden georganiseerd.
• Als blijkt dat de groep 0-4 jarigen te groot is voor de speelgroep op het azc, het COA in overleg zal gaan met de gemeente om een andere locatie te vinden, omdat er geen peuterspeelzalen zijn nabij het azc.
• Het COA afspraken maakt met SPL als het gaat om de toeleiding van peuters in de asielopvang tot voorschoolse educatie.
• Indien de groep peuters uit de asielopvang te groot wordt en er niet genoeg ve-plekken kunnen worden georganiseerd, voorkeur gegeven wordt aan peuters die binnenkort zullen starten met Nederlands onderwijs en een groter risico lopen op een ontwikkelingsachterstand.
3. Jeugdhulp
Sinds 1 januari 2019 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp aan kinderen die in een opvanglocatie wonen en voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Gemeenten krijgen hiervoor een vergoeding op basis van het aantal kinderen in de opvanglocatie.
Meer informatie over jeugdhulp staat op de website van de VNG. xxxxx://xxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Op basis van aantallen, de vraag en problematiek kan de inzet worden geïntensiveerd of worden afgeschaald. De gemeenten en het COA voeren hier periodiek overleg over.
Specifiek op dit (beleids)terrein spreken Partijen af:
• Vragen van kinderen/hun ouders over jeugdhulp komen binnen bij de contactpersoon van het COA. Deze neemt dan contact op met het Jeugdteam en spreekt af wanneer iemand van het Jeugdteam naar de locatie komt.
• De contactpersoon van het COA maakt een onderscheid tussen vragen voor het Jeugdteam, CJG of jeugdwelzijnswerk. Mocht het zo zijn dat er wekelijks vragen binnenkomen, dan wordt met het Jeugdteam overlegd om een vast spreekuur te introduceren. Als kinderen naar school gaan, zijn afspraken via de vaste contactpersoon van het Jeugdteam op deze school ook een route om hulp in te zetten.
• Het Jeugdteam draagt zelf zorg voor tolken.
• Het GZA legt verbindingen met in ieder geval: lokale instanties, CJI en Veilig thuis.
• Het COA draagt zorg voor spreekruimtes.
4. Publieke gezondheidszorg
Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers - GGD GHOR
Factsheet Gezondheidszorg voor asielzoekers in Nederland - COA, GGD GHOR, GZA Net als voor alle andere inwoners van Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg voor asielzoekers. Deze zorg omvat onder meer infectieziektepreventie en -bestrijding, gezondheidsvoorlichting en
jeugdgezondheidszorg (JGZ). Ook voert de GGD bij aankomst in Nederland de verplichte controle op tuberculose uit voor asielzoekers uit landen waar tbc veel voorkomt.
Jeugdgezondheidszorg
GGD GHOR Nederland en het COA zijn in de hoofdovereenkomst Jeugdgezondheidszorg Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (JGZ/PGA) overeengekomen dat JGZ-organisaties (GGD-en en JGZ-instellingen) de jeugdgezondheidszorg uitvoeren bij asielzoekerskinderen, van geboorte tot 18 jaar, die verblijven op COA-opvanglocaties. De JGZ wordt geleverd vanuit de GGD of JGZ- instelling waarvan het werkgebied de COA-opvanglocatie omvat. Meestal is de JGZ aanwezig op de COA-opvanglocatie waardoor er een nauwe samenwerking is met Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA- gezondheidscentrum-huisartszorg) in de zorg voor asielzoekerskinderen. Voor de zorg voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen zijn vanwege de extra kwetsbaarheid van deze doelgroep formele samenwerkingsafspraken gemaakt tussen het COA, Nidos, GZA en de JGZ.
Alle asielzoekerskinderen worden binnen zes weken na de start van hun opvangovereenkomst (OVO) met het COA gezien door een jeugdverpleegkundige en jeugdarts/verpleegkundig specialist voor een verpleegkundige intake en een medisch onderzoek. Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) start uiterlijk binnen vier weken na het medisch onderzoek. Daarna wordt afgewogen of de vastgestelde standaardcontactmomenten JGZ voldoen of dat extra contactmomenten op indicatie nodig zijn voor een intensievere begeleiding en follow up.
Het doel van de verpleegkundige intake is het verkrijgen van inzicht in de gezondheidssituatie, gezondheidsgeschiedenis, het opgroeien en de ontwikkeling van het kind in zijn of haar omgeving. De verpleegkundige intake is het startmoment voor het monitoren van de gezondheid, groei en ontwikkeling van het asielzoekerskind en van individuele gezondheidsvoorlichting. Tijdens de verpleegkundige intake wordt ook de groeimeting en de screening van visus en gehoor uitgevoerd. Kinderen jonger dan 6 maanden wordt neonatale screening (hielprik en gehoorscreening) aangeboden.
Het medisch onderzoek is een verdieping van de verpleegkundige intake inclusief psychisch welbevinden en psychiatrische problematiek. Daarnaast wordt er een volledig lichamelijk onderzoek uitgevoerd, een vaccinatieplan opgesteld en bij voorkeur direct gestart met vaccineren.
Op basis van de opgevangen signalen en aangegeven klachten en problemen tijdens de verpleegkundige intake en het medisch onderzoek stelt het JGZ-team een zorgpad op. Zo nodig wordt extra ondersteuning gegeven, hulp erbij gehaald of samengewerkt en/of doorverwezen naar andere zorgprofessionals waaronder Gezondheidszorg Asielzoekers, medisch specialisten, logopedisten, fysiotherapeuten, orthopedagogen, jeugd-GGZ, jeugdhulp, sociale wijkteams, maatschappelijk werk, welzijnswerk, VluchtelingenWerk en sleutelfiguren. Er is een nauwe samenwerking met voorschoolse opvang, basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
Infectieziektebestrijding
Infectieziektepreventie en –bestrijding in de COA-opvang maakt deel uit van het
takenpakket van GGD ’en, zoals overeengekomen door GGD GHOR Nederland en het COA in de overeenkomst Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA). De GGD richt zich hierbij op het voorkomen van de verspreiding van infectieziekten, door het nemen van algemene preventieve maatregelen, bron- en contactopsporing, monitoren van (meldingsplichtige) infectieziekten, beleidsadvisering en outbreakmanagement. De PGA dienstverlening van het team algemene infectieziektebestrijding omvat de volgende onderdelen:
A. Het nemen van algemene preventieve maatregelen op het gebied van
infectieziektebestrijding:
• Proactief: het opnemen van asielzoekerscentra in de regionale richtlijnen. Het geven van advies aan COA.
• Preventie: Individuele en collectieve preventie voor asielzoekers door middel van advies, individuele immunisatie, het nemen van profylactische maatregelen en bronbehandeling, in afstemming met de curatieve zorg voor asielzoekers conform richtlijnen Centrum Infectieziektebestrijding-Landelijk Centrum Infectieziektebestrijding (CIb-LCI) en het Draaiboek Infectieziekten in opvangcentra voor asielzoekers van het RIVM.
• Netwerk- en regiefunctie: Het opnemen van de organisaties die de opvang en zorg voor asielzoekers uitvoeren in het lokaal/regionaal netwerk voor de infectieziektepreventie en -bestrijding van huisartsen, laboratoria, ziekenhuizen en andere relevante organisaties, zodat adequate verwijzing en optimale samenwerking kan worden gerealiseerd.
B. Taken infectieziektebestrijding zoals bedoeld in de Wet Publieke Gezondheid (WPG), artikelen 21, 22, 25 en 26:
• Meldingen van meldingsplichtige infectieziekten van arts of laboratorium registreren in Osiris. In voorkomende gevallen treedt de GGD in overleg met de betrokken huisarts of specialist.
• Bron- en contactopsporing bij meldingsplichtige infectieziekten. Het na een melding van een infectieziekte onder asielzoekers op zoek gaan naar de bron van de ziekte en naar geïnfecteerde contacten, conform de richtlijnen van het LCI, om verdere verspreiding te voorkomen.
• Beleidsadvisering. Het gevraagd en ongevraagd adviseren (bv. na het door de COA-locatiemanager op de hoogte stellen van de GGD van een ongewoon aantal zieken, zie art. 26 WPG) van de regio/locatiemanager van het COA over relevante beslissingen in relatie tot asielzoekers, die gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Het COA en de gemeente dragen voor de uitvoering van de maatregelen de verantwoordelijkheid en de GGD vervult een adviesfunctie.
• Outbreakmanagement. Coördinatie bij een uitbraak van een infectieziekte onder asielzoekers waarvoor specialistische expertise en aanpak zijn vereist.
Gezondheidsbevordering
De afdeling Gezondheidsbevordering en Onderzoek van de GGD maakt in overleg met de locatiemanager een jaarplan t.b.v. het organiseren en (laten) uitvoeren van groepsvoorlichting aan asielzoekers en aan intermediairs die werkzaam zijn in het opvanglocaties. De GGD voert minimaal 12 en maximaal 26 voorlichtingen uit per jaar op de locatie m.b.t. thema’s als: opvoeden (in Nederland); seksuele gezondheid; hygiëne; stressverlichting. De onderwerpen worden in overleg met de locatie vastgesteld.
Technische hygiëne
Een inspectie Technische Hygiëne Zorg (THZ) richt zich op het voorkomen of beperken van de verspreiding van micro-organismen ter preventie van infectieziekte.
THZ voert inspecties uit bij alle COA-opvanglocaties en rapporteert aan de locatiemanager (en het GZA). Naast de jaarlijkse inspectie van een COA-opvanglocatie voert de THZ voor opening of binnen een maand na opening een nulmeting uit.
Wanneer er geen nulmeting heeft plaatsgevonden, vindt de jaarlijkse THZ inspectie binnen drie maanden na opening plaats. Wanneer er tijdens een eerste inspectie meerdere verbeterpunten zijn geconstateerd kan er een tweede inspectie uitgevoerd worden. Locaties worden ook bezocht op basis van signalen en meldingen.
THZ is naast het uitvoeren van inspecties ook beschikbaar om ondersteuning te bieden op een COA-opvanglocatie middels (hygiëne) adviezen op maat en het geven van voorlichting.
Concrete afspraken wat betreft de THZ taken binnen een COA-opvanglocatie en wensen van de locatiemanager worden door THZ met de locatiemanager besproken en gepland.
TBC (tuberculosebestrijding) PGA taken
• Verplichte eerste screening; wordt bij aankomst in Nederland in de centrale ontvangstlocaties uitgevoerd. Indien dit nog niet gedaan is bij aankomst in het azc dan wordt dit door de lokale GGD gedaan. Gegevens worden door het COA/azc aangeleverd.
• Vervolgscreening; indien een asielzoeker hier voor in aanmerking komt, zal deze automatisch opgeroepen worden.
• BCG vaccinatie kinderen jonger dan 12 jaar; indien een kind hier voor in aanmerking komt, zal deze automatisch opgeroepen worden.
• TBC behandeling
• Verpleegkundige begeleiding van TBC patiënten
• Collegiaal overleg bij verdenking TBC/TBC relevante klachten
• Indien nodig voorlichting/beantwoorden van vragen
Concrete afspraken hierover worden gemaakt met gezondheidszorg asielzoekers (GZA), locatieleider en/of woonbegeleiders van het centrum.
Op het azc houdt een huisarts vanuit het GZA spreekuur. Met vragen over hun gezondheid kunnen de bewoners van een azc 24/7 bellen met een medisch contactcentrum.
Op een azc is er maandelijks een MDO (multidisciplinair overleg). Hierbij aangesloten zijn het GZA, Sociaal Wijkteam (SWT), JGZ en het COA. Het MDO heeft als doel de zorg- en dienstverlening die door diverse partijen geleverd wordt aan asielzoekers te delen en op elkaar af te stemmen. Centraal hierbij staat het belang van de individuele asielzoeker die medisch-sociale hulp, begeleiding of bijzondere aandacht nodig heeft.
5. Openbare Orde en Veiligheid
Het handhaven van de veiligheid binnen de opvanglocatie valt onder de verantwoordelijkheid van het COA. Binnen haar mogelijkheden verricht het COA alle inspanningen om orde en veiligheid te borgen. Indien incidenten binnen de opvanglocaties gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde wordt door het COA in eerste instantie de politie geïnformeerd en indien nodig de burgemeester.
De burgemeester is op grond van de Gemeentewet verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De burgemeester en officier van justitie maken op grond van artikel 13 van de Politiewet in het driehoeksoverleg afspraken over de inzet van politie in de gemeente.
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden, heeft het COA huisregels die asielzoekers in alle azc’s moeten naleven. Laten zij hun medebewoners of COA- medewerkers niet in hun waarde of overtreden ze op een andere manier de huisregels? Dan is het als eerste aan het COA om maatregelen te treffen. Strafbare feiten meldt het COA altijd bij de politie. Samen met de partners uit de bestuursrecht- en strafrechtketen treft het COA maatregelen tegen overlastgevers.
Uitgebreide informatie over veiligheid op een opvangcentrum staat op: xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxx en xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xx- maatregelen.
Specifiek op dit (beleids)terrein spreken Partijen af:
• Dat afspraken gemaakt worden over taak- en rolverdeling ten aanzien van de beveiliging rondom het pand en eventueel een bredere zone daaromheen in afstemming met omliggende bedrijven.
• Dat afspraken gemaakt worden over het tijdig informeren van de burgemeester in geval van mediagevoelige zaken, (dreiging van) openbare orde verstoringen, fysieke verstoringen, rampen en crises (bv. corona-uitbraak, cyberaanval, staking personeel, oproep onder bewoners).
• Veiligheidsoverleg: in de beginfase organiseert het COA één keer in de maand een overleg. Deze frequentie kan (omhoog of omlaag) bijgesteld worden in overleg met de deelnemers.
In de basis zijn de volgende partijen aanwezig: politie, wijkagent, beleidsmedewerker Veiligheid, wijkregisseur en BOA. Mocht het nodig zijn worden andere partijen toegevoegd. In dit overleg wordt o.a. aandacht besteed aan incidenten en op welke wijze deze voorkomen kunnen worden. Ook kan in dit overleg besloten worden of overlastgevende bewoners door het COA worden overgeplaatst naar een andere opvanglocatie. Het COA werkt op iedere locatie met een zogenaamde Toolbox Overlast ‘Toolbox aanpak
overlastgevende en/of criminele asielzoekers’.
• Het COA en Zorg & Veiligheidshuis maken werkafspraken over de samenwerking in de zorg, waaronder een vast contactpersoon en eventueel een convenant voor gegevensuitwisseling. Deze werkafspraken worden besproken tijdens het veiligheidsoverleg.
Trigion Beveiliging
Trigion beveiliging staat onder contract van het COA. Beveiliging vindt altijd 24uur per dag plaats door meerdere gecertificeerde beveiligers. De beveiligers hebben een receptiefunctie. Zij houden precies bij wie op de locatie aanwezig zijn. Bezoekers krijgen alleen toegang tot het gebouw wanneer deze zich hebben aangemeld en een geldig ID kunnen overhandigen. Los van de beveiligingsfunctie regelen zijn ook de
post, zorgen zij ervoor dat de bewoners informatie krijgen en bewaken zij goederen en het omliggende terrein. In geval van BHV-situaties zijn de beveiligers van Trigion ploegleider en helpen zij de medewerkers van het COA de rust en orde te bewaken.
Bewoners hebben een meldplicht. Deze vindt iedere week plaats op dezelfde dag en tijdstip.
Locatiemanager
Op iedere locatie is een locatiemanager aanwezig. De gegevens van de locatiemanager zijn bij de hulpdiensten en de gemeente altijd bekend. Het eerste contact met de wijkagent vindt altijd plaats met de locatiemanager.
Locatie-afhankelijk:
Het kan zijn dat een locatie nog om specifieke beveiligingsaspecten of overlegstructuren vraagt. Dit is bespreekbaar. In nauw overleg met de gemeente en veiligheidsdiensten wordt dit dan ingericht.
6. Begeleiding bewoners azc
Het COA begeleidt mensen in hun dagelijkse vragen, leven en bestaan. Specifiek op dit (beleids)terrein spreken Partijen af:
• Het COA is inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor de begeleiding van
de bewoners van het azc.
• Het COA maakt werkafspraken met Incluzio over activiteiten voor de bewoners van het azc.
• Incluzio draagt zorg voor de verbinding met andere sociale partners in de stad (SOL en BuZz Leiden).
• Er komen aparte ruimtes voor recreatie. Recreatieruimtes zijn sport- en spelruimtes (zowel binnen als buiten), computerruimtes, etc.
• Aanvullend spant het COA zich samen met de gemeente in om te verkennen hoe zij bewoners zoveel mogelijk kunnen laten bewegen (sporten). Hierbij betrekken zij ook de buurtsportcoach.
• Het COA en de gemeente gaan met elkaar in overleg of, en zo ja op welke manier, het Sociaal Wijk Team (SWT) ingezet kan worden.
7. Samenwerking bewoners en omgeving
Specifiek op dit (beleids)terrein spreken Partijen af:
• Bewoners worden bij aankomst geïnformeerd over de huisregels, de sociale kaart (met informatie over de omgeving en Leiden in het algemeen) en aanvullend over afspraken die specifiek op dit azc van toepassing zijn. Hierbij gaat het om in ieder geval afspraken over toegankelijkheid van gebieden rondom het azc, zoals het terrein van Zorg & Zekerheid, het ECC en begraafplaats Rhijnhof.
• Communicatie: Communicatie naar omwonenden en bedrijven stemmen het COA en gemeente Leiden met elkaar af. Ook stemmen het COA en gemeente af over het beantwoorden van persvragen en/of het uitnodigen van de pers.
• Klankbordgroep: Op dit moment vindt er één keer per twee maanden een bijeenkomst plaats. Afspraken over frequentie en onderwerpen worden in overleg met de leden van de klankbordgroep afgestemd. Wanneer de Opvanglocatie in gebruik genomen wordt, neemt het COA het voorzitterschap van de klankbordgroep over van de gemeente.