ACCEPTATIEREGLEMENT
ACCEPTATIEREGLEMENT
Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Heijting Milieu Service B.V., gevestigd aan de Looveer 1A te Huissen.
Artikel 1 Toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing op het accepteren van de volgende afvalstoffen binnen de inrichting van Heijting Milieu Service B.V. aan de Looveer 1A te Huissen:
▪ steenachtige afvalstoffen;
▪ asfalt;
▪ grond;
▪ bouw- en sloopafval (BSA), bedrijfsafval (BA), stedelijkafval (SA), HDO-restafval en grof huishoudelijkafval (inclusief deelstromen)groenafval;
▪ afval- en sloophout;
▪ veegvuil;
▪ asbest;
▪ metaalafval (ferro en non-ferro);
▪ afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;
▪ harde kunststoffen;
▪ papier en karton;
▪ papierresidu;
▪ verpakkingsglas;
▪ vlak glas;
▪ industrieel holglas;
▪ dakafval;
Artikel 2 Verklaring van begrippen
2.1 Aanbieder
Degene door wie of namens wie de afvalstoffen aan de inrichting worden aangeboden.
2.2 Acceptant
De door Heijting aangewezen functionaris die, onder eindverantwoordelijkheid van de bedrijfsleider, bepaald of een aangeboden vracht voldoet aan de toepasselijke acceptatiecriteria.
2.3 Inrichting
De bedrijfslocatie van Heijting Milieu Service BV, gevestigd aan Looveere 1A te Huissen, waarbinnen krachtens een vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de in dit reglement genoemde afvalstoffen mogen worden geaccepteerd, opgeslagen en bewerkt.
2.4 Vooracceptatie
Het deel van de acceptatiefase dat voorafgaat aan de feitelijke aanlevering van afvalstoffen, waarbij de benodigde informatie wordt uitgewisseld tussen aanbieder en ontvanger.
2.5 Eindacceptatie
Het deel van de acceptatiefase van feitelijke aanlevering van afvalstoffen tot aan het besluit omtrent het feitelijk accepteren van de afvalstoffen.
2.6 Voorinformatie
Voor de definitie van partijen grond met voorinformatie wordt aangesloten bij hetgeen hierover is bepaald in de BRL SIKB-9335.
2.7 Partij
Afvalstoffen in een bekende hoeveelheid, met dezelfde samenstelling en herkomst.
2.8Steenachtige afvalstoffen
Steenachtige materialen die vrijkomen bij het bouwen, renoveren en slopen van bouwwerken en objecten, alsmede vergelijkbare steenachtige bedrijfsafvalstoffen.
2.9 Niet-teerhoudend asfalt / teervrij asfalt
Asfalt met een PAK10 gehalte kleiner dan 75 mg/kg.
2.10 Teerhoudend asfalt
Asfalt met een PAK10 gehalte groter of gelijk aan 75 mg/kg.
2.11 Grond1
Vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde baggerspecie.
2.12 Bouw- en sloopafval (BSA), inclusief deelstromen
Afvalstoffen die vrijkomen bij het bouwen, renoveren en slopen van bouwwerken en objecten. Bouw- en sloopafval kan bestaan uit verschillende bestanddelen, zoals puin, hout, kunststoffen, metalen, glas, gips, isolatiemateriaal, (aanhangend) grond, groenafval, lege emballagematerialen / verpakkingen, tapijt / textiel, restanten bouw- materialen en onbruikbaar geworden hulpmaterialen. Bouw- en sloopafval kan als gemengde fractie en als deelstroom (gescheiden fractie) worden aangevoerd.
2.13 HDO-restafval
Restafval afkomstig van Handel, Diensten en Overheden waaronder inbegrepen ongescheiden procesonafhankelijk industrieel- en bedrijfsafval.
2.14 Bedrijfsafval en daarop gelijkend stedelijk afval, inclusief deelstromen Afvalstoffen die vrijkomen bij bedrijven (handel, diensten en overheden) en
procesonafhankelijk industrieelafval. Deze afvalstroom bestaat onder andere uit (een mengsel van) papieren en kartonnen verpakking, kunststofverpakking, houten verpakking, metalen verpakking, composiet verpakking, gemengde verpakking, glazen
1 Definitie volgens het Besluit bodemkwaliteit.
verpakking, textiel verpakking, papier en karton, glas, kleding, textiel en tapijt, hout, kunststoffen, metalen.
2.15 Groenafval
Organisch-plantaardig afval dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen en al het afval dat hiermee te vergelijken is, zoals grof tuinafval, afval van hoveniersbedrijven en afval dat vrijkomt bij de aanleg en onderhoud van terreinen van instellingen en bedrijven, en dat voornamelijk bestaat uit houtachtige componenten.
2.16 Veegvuil
Vuil afkomstig van het vegen van openbare ruimtes en wegen. Bij acceptatie van veegvuil wordt in verband met verschillende bewerkingsroutes onderscheid gemaakt in ‘veegvuil van wegen, straten en pleinen’ en ‘veegvuil van evenementen’.
2.17 Asbest
Asbest is een verzamelnaam voor zes in de natuur gevormde mineralen met een vezelstructuur. Deze mineralen zijn crocidoliet (blauwe asbest), amosiet (bruine asbest), anthophylliet (gele asbest), tremoliet (grijze asbest) en actinoliet (groene asbest) en chrysotiel (witte asbest). Chrysotiel bestaat uit spiraalvormige (serpentijnachtige) vezels de overige mineralen bestaan uit rechte (amfibole) vezels.
2.18 Asbesthoudende materialen Materialen die asbest bevatten.
2.19 Metaalafval (ferro en non-ferro)
Metaalafval bestaat uit ferro metaal zoals (metaal)schroot en roestvast staal (RVS) en non-ferro metaal zoals aluminium, koper, lood, zink en legeringen en kan afkomstig zijn van bouw en sloop maar ook metalen verpakkingen, metalen meubels, velgen (zonder band) en grotendeels uit metalen bestaande producten vallen hieronder.
2.20 Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Hieronder wordt verstaan koel- en vriesapparatuur; was- en wasdroogapparatuur; warm- waterapparatuur; geluidsapparatuur; apparatuur voor koken, bakken of braden; computers; beeldontvangstapparatuur; telecommunicatieapparatuur; printers; elektrische en elektronische oplaadapparatuur; elektrische en elektronische keukenapparatuur; elektrisch en elektronisch gereedschap; andere elektrische huishoudelijke apparatuur en elektronische elektrische en elektronische verwarmingsapparatuur
2.21 Harde kunststoffen
Onder harde kunststoffen wordt verstaan PVC, (hard) PE (HDPE) die o.a. afkomstig kunnen zijn van bouw en sloop maar van ook kunststof verpakkingen, kunststof meubels en dergelijke.
2.22 Papier en karton
Hieronder wordt verstaan huishoudelijk (of daarmee vergelijkbaar) papier en karton afval zoals o.a. kranten, papieren zakken, reclamedrukwerk, telefoongidsen, tijdschriften, kartonnen dozen , kartonnen en papieren verpakkingen.
2.23 Verpakkingsglas
Onder verpakkingsglas wordt verstaan alle lege eenmalige glasverpakkingen (flessen en potten e.d), waarin dranken, eten, cosmetica en medicijnen hebben gezeten.
2.24 Vlak glas
Onder vlakglas wordt verstaan glas van ramen en ruiten (incl. draadglas).
2.25 Industrieel holglas
Hol verpakkingsglas (bijv. potten, flessen) afkomstig is van industriële producenten (bijvoorbeeld voedingsmiddelen industrie).
2.26 Dakafval
Afval bestaande uit dakbedekkingsmaterialen (waaronder dakgrind) dat vrijkomt bij het bouwen, renoveren en slopen van bouwwerken en objecten.
2.27 KCA
Hieronder wordt verstaan afvalstoffen die als gevaarlijk worden aangemerkt en die in kleine hoeveelheden bij huishoudens vrijkomen. Het gaat hierbij onder andere om verfresten, spaarlampen en medicijnen.
Artikel 3 Geldigheid
3.1 Dit reglement is van toepassing op alle aanbiedingen van afvalstoffen aan Heijting Milieu Service B.V. Door het aanbieden van afvalstoffen wordt de aanbieder geacht met dit reglement in te stemmen.
3.2 Afwijkingen van het reglement zijn slechts geldig voor zover zij schriftelijk door de bedrijfsleider xxx Xxxxxxxx zijn aanvaard. Afwijkingen gelden slechts voor de duur of hoeveelheid, zoals vastgelegd in een overeenkomst tussen aanbieder en beheerder.
Artikel 4 Algemene bepalingen
4.1 De inrichting wordt beheerd door de acceptant/VGM-coördinator van Heijting Milieu Service B.V.(in het vervolg Heijting). De inrichting is normaliter geopend van 7:00 tot 17:00 uur. Op zon- en feestdagen is de inrichting gesloten.
4.2 De inrichting is alleen toegankelijk voor medewerkers van Heijting Milieu Service B.V. en
- na verkregen toestemming – voor derden.
4.3 De aanbieder houdt zich tijdens diens aanwezigheid binnen de inrichting strikt aan de geldende veiligheids- en milieuvoorschriften en overige aanwijzingen van of namens beheerder.
4.4 De aanbieder is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hem, zijn medewerkers of door het door hem gebruikte materieel tijdens de aanwezigheid en het gebruik binnen de inrichting.
4.5 De beheerder aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die ontstaat tijdens en/of ten gevolge van het betreden van en rijden binnen de inrichting.
4.6 De aanbieder mag geen hinder veroorzaken of de normale gang van zaken binnen de inrichting belemmeren.
Artikel 5 Vooracceptatie
5.1 Ten behoeve van de vooracceptatie wordt de aanbieder, voor zover van toepassing, verzocht de volgende informatie aan te leveren:
▪ de herkomst van de partij;
▪ de aard, eigenschappen en samenstelling van de partij;
▪ de hoeveelheid (partijgrootte);
▪ de wijze van aanlevering;
▪ de frequentie van aanlevering;
▪ bewijslast volgens het CROW-rapport “Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt” (alleen van toepassing voor niet-teerhoudend asfalt);
▪ eventuele bijzonderheden.
5.2 De acceptant (of zijn plaatsvervanger) beoordeelt of op basis van de informatie uit artikel
5.1 en op basis van eerdere ervaringen met de aanbieder, de partij (of vracht) kan worden geaccepteerd.
5.3 De aanbieder wordt mondeling, telefonisch, schriftelijk of per e-mail geïnformeerd of kan worden overgegaan tot eindacceptatie.
5.4 Bij vervolgafgiftes van vrachten van dezelfde partij hoeft de vooracceptatie niet opnieuw worden doorlopen.
5.5 Bij het aanbieden van een nieuwe partij (van bekende of onbekende aanbieder) wordt de vooracceptatie altijd geheel doorlopen.
Artikel 6 Eindacceptatie
6.1 Van eindacceptatie is sprake wanneer de partij (of deelvracht) wordt aangeboden bij de inrichting van Heijting.
6.2 Aangeboden afvalstoffen dienen te voldoen aan de acceptatiecriteria zoals opgenomen in dit reglement en aan de informatie zoals verstrekt door de aanbieder in de vooracceptatie. Indien de aangeboden afvalstoffen hiervan afwijken, is de beheerder gerechtigd de afvalstoffen te (doen) weigeren.
6.3 In twijfelgevallen over de samenstelling van de aangeboden afvalstoffen worden monsters genomen, die worden onderzocht op (de vermoede) verontreinigingen. De kosten van het onderzoek worden doorberekend aan de aanbieder.
6.4 Indien na ontvangst binnen de inrichting (storten) blijkt dat de vracht niet (volledig) voldoet aan de acceptatiecriteria en had moeten worden geweigerd dan wordt de vracht teruggeleverd aan de aanbieder, wanneer deze op grond van artikel 10.37 Wm hiertoe bevoegd is. Is de aanbieder niet bevoegd de vracht (of partij) terug te ontvangen dan wordt in overleg met de aanbieder de vracht naar een derde partij afgevoerd die volgens artikel 10.37 Wm wel bevoegd is om deze te mogen ontvangen.
6.5 De kosten voor afvoer en gescheiden opslag van afvalstoffen waarvan, na ontvangst, is gebleken dat deze niet mogen worden geaccepteerd komen voor rekening van de aanbieder.
Artikel 7 Acceptatie van steenachtige afvalstoffen
7.1. Steenachtige afvalstoffen worden als volgt ingedeeld: betonpuin, metselwerk puin, gemengd puin, asfalt en overige steenachtige afvalstoffen.
7.2 Steenachtige afvalstoffen mogen niet meer bevatten dan: 10 % (m/m) fijne bestanddelen (zand); 1 % (m/m) en 2% (V/V) hout; 7 % (m/m) en 7 % (V/V) andere niet steenachtige bestanddelen (papier, pvc, rubber, polystyreen, etc).
7.3 Steenachtige afvalstoffen mogen, behoudens hetgeen bepaald in artikel 7.2, geen voor het milieu schadelijke stoffen bevatten, zoals:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ teerhoudend asfalt;
▪ roet en / of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ dakbedekkingmaterialen;
▪ klein gevaarlijk afval.
Artikel 8 Acceptatie van asfalt
8.1. Deze acceptatie van asfalt is gebaseerd op CROW publicatie 210 “Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt” (CROW publicatie 210).
8.2. Wanneer de volledige asfaltverharding na 1994 is aangelegd dan wordt het asfalt aangemerkt als teervrij (zie definitie in artikel 2.11).
8.3 Is sprake van asfaltverharding die voor 1994 is aangelegd dan kan niet worden uitgesloten dat er sprake is van teerhoudend asfalt. In dit geval verstrekt de aanbieder de rapportages en resultaten van de protocollen 1, 2, 4 en 5 van de CROW publicatie 210. Dit betreffen rapportages van vooronderzoek (protocol 1), boorplan (protocol 2), rapportage van analyse(s), resultaat beoordeling van de voorgaande onderzoeken (protocol 5). Uit deze informatie volgt uiteindelijk of sprake is van teerhoudend asfalt of niet-teerhoudend asfalt, waarbij het asfalt overeenkomstig de uitkomst van het onderzoek wordt ingedeeld als teerhoudend (zie definitie in artikel 2.12) of niet-teerhoudend en overeenkomstig behandeld.
8.4 Bij aankomst van vrachten binnen de inrichting worden deze visueel geïnspecteerd en bij twijfel en bij grote partijen worden steekproefsgewijs controles uitgevoerd met behulp van een PAK marker. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt een monster genomen en geanalyseerd op de aanwezigheid van PAK / teer.
8.5 Bij aanbieding van asfalt binnen de inricht wordt gecontroleerd of de aangeleverde hoeveelheid overeenkomt met de in de vooracceptatie overgelegde onderzoeksinformatie en de daarin aangegeven hoeveelheden.
8.6 Bij twijfel of sprake is niet-teerhoudend asfalt kan Heijting besluiten de vracht/partij separaat op te slaan en een analyse te laten uitvoeren. De kosten die voortvloeien uit het apart opslaan, het bemonsteren en analyseren als ook de verwerkingskosten worden doorbelast aan de aanbieder.
Artikel 9 Acceptatie van grond
9.1 Er wordt alleen grond geaccepteerd die voldoet aan de volgende klassen zoals bedoeld in het Besluit Bodemkwaliteit:
- partijen grond die voldoen aan de achtergrondwaarden;
- partijen grond die voldoen aan de maximale waarden voor de bodemkwaliteitsklasse wonen;
- partijen grond die voldoen aan de maximale waarden voor de bodemkwaliteitsklasse industrie.
9.2 Er worden zowel partijen grond met en zonder voorinformatie geaccepteerd.
9.3 Partijen grond waarvan geen voorinformatie beschikbaar is, worden alleen geaccepteerd tot een partijgrootte van maximaal 100 ton.
9.4 Verontreinigde grond wordt niet geaccepteerd.
9.5 In twijfelgevallen over de samenstelling van de aangeboden partijen (of vrachten) grond worden monsters genomen, die worden onderzocht op (de vermoede) verontreinigingen. De kosten van het onderzoek worden doorberekend aan de aanbieder.
Artikel 10 Acceptatie bouw- en sloopafval (BSA), bedrijfsafval (BA), stedelijkafval (SA), HDO- restafval en grof huishoudelijkafval (inclusief deelstromen)
10.1 Er wordt uitsluitend BSA, BA, SA, HDO-restafval en grofhuishoudelijkafval geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikelen 2.5 en 2.6 van dit reglement. Deze afvalstromen kunnen als gemengde fractie en als deelstroom (gescheiden fractie) worden aangevoerd.
00.0 Xxxxxxxxxxxxx XXX, XX, XX, XXX-xxxxxxxxx en grofhuishoudelijkafval en verontreinigde deelstromen worden niet geaccepteerd. Gemengd aangeboden BSA, BA, SA, HDO- restafval en grofhuishoudelijkafval mag geen verontreinigde stromen bevatten die niet sorteerbaar zijn. Hieronder valt onder andere:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen (niet zijnde asbest, C-hout en dakafval);
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
10.3 Deelstromen (gescheiden fractie volgens artikel 2.5) mogen maximaal 10 % (volume of massa) andere deelstromen bevatten. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt de vracht als gemengde fractie geaccepteerd, onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 10.2 van dit reglement.
Artikel 11 Groenafval
11.1 Er wordt uitsluitend groenafval geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikel
2.15 van dit reglement. Deze afvalstromen kunnen als gemengde fractie en als deelstroom (gescheiden fractie) worden aangevoerd.
11.2 Verontreinigd groenafval wordt niet geaccepteerd. Onder verontreinigd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
11.3 Er wordt alleen grof en droog groenafval geaccepteerd dat voornamelijk bestaat uit houtachtige componenten. Groenafval mag maximaal 10 % (volume of massa) snel composterende bestanddelen bevatten, zoals loof, riet en gras.
11.4 Groenafval mag maximaal 10 % (volume of massa) andere deelstromen, die binnen de inrichting mogen worden geaccepteerd, bevatten. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt de vracht als gemengde fractie geaccepteerd onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 11.2 en 11.3 van dit reglement.
Artikel 12 Veegvuil van wegen, straten en pleinen
12.1 Er wordt uitsluitend veegvuil geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikel
2.16 van dit reglement.
12.2 Verontreinigd veegvuil wordt niet geaccepteerd. Onder verontreingd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
12.3 Veegvuil van wegen, straten en pleinen mag maximaal 10 % (volume of massa) andere deelstromen, die binnen de inrichting mogen worden geaccepteerd, bevatten. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt de vracht als gemengde fractie geaccepteerd onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 12.2 van dit reglement
Artikel 13 Veegvuil van evenementen
13.1 Er wordt uitsluitend veegvuil geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikel
2.16 van dit reglement.
13.2 Verontreinigd veegvuil wordt niet geaccepteerd. Onder verontreingd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
13.3 Veegvuil mag maximaal 10 % (volume of massa) andere deelstromen, die binnen de inrichting mogen worden geaccepteerd, bevatten. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt de vracht als gemengde fractie geaccepteerd onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 13.2 van dit reglement
Artikel 13 Asbest
13.1 Asbesthoudende materialen moeten zijn verpakt in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal.
14.2 Asbest mag niet zijn verontreinigd met andere materialen.
14.3 Asbest dat niet voldoet aan de acceptatiecriteria en aan het gestelde in artikel 14.1 en
14.2 wordt niet geaccepteerd.
14.4 Asbest mag alleen worden gedeponeerd in daartoe bestemde containers.
14.5 Het aanbieden van grotere partijen asbest dient vooraf te worden gemeld.
Artikel 15 Metaalafval (ferro en non-ferro)
15.1 Er wordt uitsluitend metaalafval geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikel 2.19 van dit reglement. Deze afvalstromen kunnen als gemengde metaal en als deelstroom (gescheiden fractie) worden aangevoerd.
15.3 Het metaal dient zo schoon mogelijk te zijn en zo veel mogelijk vrij van andere materialen (puin, zand e.d.). Metalen verpakkingen dienen leeg en schoon te zijn. Gasflessen, brandblussers en overige drukhouders vallen niet onder metaal (zie hiervoor artikel 15).
15.2 Verontreinigd metaalafval wordt niet geaccepteerd. Onder verontreinigd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
15.4 Metaalafval mag maximaal 10 % (volume of massa) andere deelstromen, die binnen de inrichting mogen worden geaccepteerd, bevatten. Indien hieraan niet wordt voldaan wordt de vracht als gemengde fractie geaccepteerd onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 15.2 en 15.3 van dit reglement.
Artikel 16 Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
16.1 Er wordt uitsluitend apparatuur geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijvingen in artikel
2.20 van dit reglement.
16.2 Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur wordt enkel geaccepteerd in het kader van de milieustraat.
16.3 Voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur gelden de volgende acceptatievoorwaarden:
- apparatuur (zoals koelkasten, fituurpannen, wasmachines, stofzuigers) moet leeg en schoon worden aangeboden;
- koel-/vrieskisten mogen geen koelmiddel lekken;
- geen asbesthoudende apparatuur;
- geen professionele apparatuur;
- zonnebanken mogen geen lampen meer bevatten.
16.4 Apparatuur die niet voldoet aan bovenstaande criteria wordt niet geaccepteerd.
16.5 De apparatuur dient in de daarvoor bestemde container te worden gezet.
Artikel 17 Harde kunststoffen
17.1 Er worden uitsluitend harde kunststoffen geaccepteerd die voldoen aan de omschrijvingen in artikel 2.21 van dit reglement.
17.2 Het kunststof dient schoon te zijn en vrij van andere materialen (puin, zand e.d.). Kunststof verpakkingen dienen leeg en schoon te zijn.
17.3 Verontreinigd kunststof wordt niet geaccepteerd. Onder verontreinigd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
17.4 Kunststof dient in de daarvoor bestemde container te worden gedeponeerd.
Artikel 18 Papier en karton
18.1 Er wordt uitsluitend papier en karton geaccepteerd die voldoen aan de omschrijvingen in artikel 2.22 van dit reglement.
18.2 Stucloop, behangpapier, vervuild papier, wegwerp luiers en geplastificeerd- en gelamineerd materiaal (zoals drankenkartons voor zuivel en frisdranken) vallen niet onder papier en karton.
18.3 Het papier en karton dient schoon te zijn en vrij van andere materialen (puin, zand e.d.). Kartonnen en papieren verpakkingen dienen leeg en schoon te zijn.
18.4 Verontreinigd papier en karton wordt niet geaccepteerd. Onder verontreinigd wordt verstaan:
▪ asbesthoudend afval;
▪ verontreinigde grond;
▪ gevaarlijke afvalstoffen;
▪ verontreinigingen met roet en/of minerale olie;
▪ huisvuil;
▪ klein gevaarlijk afval.
18.5 Papier en karton dient in de daarvoor bestemde container te worden gedeponeerd.
Artikel 19 Verpakkingsglas
19.1 Er wordt uitsluitend verpakkingsglas geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijving in artikel 2.23 van dit reglement.
19.2 Verpakkingsglas wordt gescheiden in 3 kleuren nl.: bruin, groen en wit.
19.3 Verpakkingsglas dient in de daarvoor bestemde glasbak te worden gedeponeerd. Voor elke kleur is er een aparte opening in de daarvoor bestemde glasbak.
Artikel 20 Vlak glas
20.1 Er wordt uitsluitend vlak glas geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijving in artikel
2.24 van dit reglement.
20.2 Het glas mag nog enige resten kit, metaal(kozijn), hout(kozijn) of kunststof(kozijn) bevatten. Echter mag het glas niet verontreinigd zijn met overige materialen (bijv. zand en puin).
20.3 Spiegels, autoruiten, servies, vazen, ovenschalen e.d. worden niet geaccepteerd.
20.4 Vlakglas dient in de daarvoor bestemde container te worden gedeponeerd.
Artikel 21 Industrieel holglas
21.1 Er wordt uitsluitend vlak glas geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijving in artikel
2.25 van dit reglement.
21.2 Er wordt enkel leeg en schoon industrieel holglas geaccepteerd Artikel 22 Dakafval
22.1 Er wordt uitsluitend dakafval geaccepteerd dat voldoet aan de omschrijving in artikel 2.26 van dit reglement.
22.2 Al het dakafval wordt als teerhoudend aangemerkt en als zodanig behandeld.