HUWELIJKSVOORWAARDEN023FAMWEBVERSIE
HUWELIJKSVOORWAARDEN023FAMWEBVERSIE
Model: akte van huwelijkse voorwaarden voor huwelijk Dit model gaat uit van:
- het huwelijk wordt gesloten tussen een man en een vrouw;
- zowel bij einde van het huwelijk door overlijden als bij het einde van het huwelijk door echtscheiding vindt GEEN verrekening plaats alsof tussen de echtgenoten een gemeenschap van goederen had bestaan;
- er is GEEN sprake van pensioenverevening;
- er wordt GEEN regeling omtrent de kosten van de huishouding opgenomen;
- jaarlijks overgespaarde inkomsten worden NIET verrekend.
Is er sprake van een andere uitgangssituatie, zoek dan in de ROUTE naar het juiste model naar het passende model. Klik HIER voor de link naar de GRATIS route.
Om onze modellen te kunnen downloaden, moet je geregistreerd zijn in ons systeem. Je kunt kiezen voor GRATIS registratie en dat je alleen betaalt voor de modellen die je downloadt. Je kunt ook een abonnement nemen op ons modellensysteem en op ons GRATIS P.E. puntenprogramma. Klik HIER voor meer informatie over abonnementen en ons cafetariamodel. Klik HIER voor meer informatie over het GRATIS P.E. puntenprogramma voor jou en al jouw kantoorgenoten.
Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.
OPEN SOURCE: wij zijn niet slimmer dan jij, maar de denkkracht van al onze gebruikers samen is wel groter dan die van jou. Wij stimuleren en waarderen de input die wij op onze modellen ontvangen en verwerken die per omgaande. Daardoor groeien al onze modellen uit tot de allerbeste van de wereld. Dit is een nieuw model, graag ontvangen wij jouw kritische opmerkingen.
Datum vaststelling model: 11 november 2017
Datum laatste wijziging: 11 november 2017
De comparanten verklaarden:
- zij zijn voornemens met elkaar een huwelijk aan te gaan;
- zij kiezen voor de toepassing van Nederlands recht op de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk;
- zij wensen elkaar te beschermen tegen ondernemersrisico’s;
- zij zijn eerder gehuwd geweest en zij wensen ieder hun eigen vermogen te beschermen mede met het oog op de belangen van hun kinderen;
- zij hebben beide voldoende eigen inkomen en hun huwelijk beïnvloedt hun niet in negatieve zin zodat zij geen behoefte hebben aan verrekening van inkomen;
- zij verplichten zich jegens elkaar bij de uitleg van en de nakoming van verplichtingen voortvloeiend uit deze huwelijksvoorwaarden oog te hebben en te houden voor elkaars gerechtvaardigde belangen;
- zij regelen de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk door de volgende huwelijksvoorwaarden:
Artikel 1.
Uitsluiting goederengemeenschap.
De echtgenoten sluiten iedere gemeenschap van goederen uit.
Artikel 2. Bewijsovereenkomsten.
**Variant tegenbewijs staat open
1. Kleding en lijfsieraden worden vermoed toe te behoren aan de echtgenoot die de betreffende kleding en sieraden gebruikt of tot het gebruik van wie zij bestemd zijn, behoudens tegenbewijs.
2. Rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn en dienstbaar zijn aan een door een echtgenoot uitgeoefende onderneming, worden, indien de andere echtgenoot niet anders bewijst, vermoed toe te behoren aan die echtgenoot.
3. Andere dan de in het voorgaande lid bedoelde rechten aan toonder of zaken die geen registergoederen zijn, waarvan geen van de echtgenoten kan bewijzen dat zij aan de betreffende echtgenoot toebehoren, worden vermoed aan de echtgenoten gezamenlijk, ieder voor de helft, toe te behoren.
**Einde variant tegenbewijs staat open
**Variant tegenbewijs staat niet open
1. Kleding en lijfsieraden behoren toe aan de echtgenoot die de betreffende kleding en sieraden gebruikt of tot het gebruik van wie zij bestemd zijn.
2. Rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn en dienstbaar zijn aan een door een echtgenoot uitgeoefende onderneming, behoren toe aan die echtgenoot.
3. Andere dan de in het voorgaande lid bedoelde rechten aan toonder of zaken die geen registergoederen zijn, waarvan geen van de echtgenoten kan bewijzen dat zij aan de betreffende echtgenoot toebehoren, worden vermoed aan de echtgenoten gezamenlijk, ieder voor de helft, toe te behoren.
**Einde variant tegenbewijs staat niet open
Artikel 3. Vergoedingsrechten.
**Variant 1: nominaal vergoedingsrecht
1. De echtgenoten sluiten het bepaalde in artikel 1:87 Burgerlijk Wetboek uit.
2. Indien voor de verkrijging van een goed door de ene echtgenoot iets is onttrokken aan het vermogen van de andere echtgenoot, krijgt de laatstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de eerstgenoemde echtgenoot ter grootte van de waarde van het onttrokkene ten tijde van de onttrekking.
3. Indien de ene echtgenoot een schuld is aangegaan voor de verkrijging van een goed door de andere echtgenoot, krijgt de eerstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot ter grootte van de desbetreffende schuld voor zover die is toe te rekenen aan het verkregen goed en de daarover verschuldigde rente.
4. Geen vergoedingsrechten ontstaan indien de verkregen goederen dienend zijn aan de gemeenschappelijke huishouding.
5. De echtgenoten kunnen van het voorgaande afwijken bij schriftelijke overeenkomst.
**Einde variant 1: nominaal vergoedingsrecht
**Variant 2: delen van waardestijging, ten minste nominaal
1. Indien voor de verkrijging van een goed door de ene echtgenoot iets is onttrokken aan het vermogen van de andere echtgenoot, krijgt de laatstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de eerstgenoemde echtgenoot.
Vergoed dient te worden dat deel van de waarde van het verkregen goed ten tijde van de uitoefening van het vergoedingsrecht dat overeenkomt met het deel van de tegenprestatie voor het desbetreffende goed dat door de laatstgenoemde echtgenoot is voldaan.
Het vergoedingsrecht bedraagt ten minste het door de laatstgenoemde echtgenoot voldane deel van de tegenprestatie.
2. Indien de ene echtgenoot een schuld is aangegaan voor de verkrijging van een goed door de andere echtgenoot, krijgt de eerstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot.
Vergoed dient te worden dat deel van de waarde van het verkregen goed ten tijde van de uitoefening van het vergoedingsrecht dat overeenkomt met het deel van de tegenprestatie voor het desbetreffende goed dat is voldaan met het door de eerstgenoemde echtgenoot geleende bedrag.
Het vergoedingsrecht bedraagt ten minste het bedrag van de desbetreffende schuld en de daarover verschuldigde rente.
3. Is het verkregen goed ten tijde van het beroep op het vergoedingsrecht niet meer aanwezig in het vermogen van de verkrijgende echtgenoot, dan wordt het vergoedingsrecht berekend uitgaande van de waarde daarvan ten tijde van de vervreemding.
4. Geen vergoedingsrechten ontstaan indien de verkregen goederen dienend zijn aan de gemeenschappelijke huishouding.
5. De echtgenoten kunnen van het voorgaande afwijken bij schriftelijke overeenkomst.
**Einde variant 2: delen van waardestijging, ten minste nominaal
**Variant 3: delen van waardestijging en waardedaling
1. Indien voor de verkrijging van een goed door de ene echtgenoot iets is onttrokken aan het vermogen van de andere echtgenoot, krijgt de laatstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de eerstgenoemde echtgenoot.
Vergoed dient te worden dat deel van de waarde van het verkregen goed ten tijde van de uitoefening van het vergoedingsrecht dat overeenkomt met het deel van de tegenprestatie voor het desbetreffende goed dat door de laatstgenoemde echtgenoot is voldaan.
2. Indien de ene echtgenoot een schuld is aangegaan voor de verkrijging van een goed door de andere echtgenoot, krijgt de eerstgenoemde echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot.
Vergoed dient te worden dat deel van de waarde van het verkregen goed ten tijde van de uitoefening van het vergoedingsrecht dat overeenkomt met het deel van de tegenprestatie voor het desbetreffende goed dat is voldaan met het door de eerstgenoemde echtgenoot geleende bedrag.
3. Indien de waarde van het verkregen goed ten tijde van het beroep op het vergoedingsrecht is gedaald ten opzichte van de waarde daarvan ten tijde van de verkrijging, krijgt de verkrijgende echtgenoot een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot ter grootte van het deel van de waardedaling dat is toe te rekenen aan het door de andere echtgenoot bijgedragen deel van de tegenprestatie voor het desbetreffende goed.
Het voorgaande is niet van toepassing indien:
a. het verkregen goed een verbruiksgoed is; of
b. de waardedaling hoofdzakelijk is veroorzaakt door toedoen van de verkrijgende echtgenoot.
4. Is het verkregen goed ten tijde van het beroep op het vergoedingsrecht niet meer aanwezig in het vermogen van de verkrijgende echtgenoot, dan wordt het vergoedingsrecht berekend uitgaande van de waarde daarvan ten tijde van de vervreemding.
5. Geen vergoedingsrechten ontstaan indien de verkregen goederen dienend zijn aan de gemeenschappelijke huishouding.
6. De echtgenoten kunnen van het voorgaande afwijken bij schriftelijke overeenkomst.
**Einde variant 3: delen van waardestijging en waardedaling
**Variant 4: uitsluiten vergoedingsrechten
1. De echtgenoten sluiten het bepaalde in artikel 1:87 Burgerlijk Wetboek uit.
2. Indien voor de verkrijging van een goed door de ene echtgenoot iets is onttrokken aan het vermogen van de andere echtgenoot of indien de ene echtgenoot een schuld is aangegaan voor de verkrijging van een goed door de andere echtgenoot, ontstaan daardoor geen vergoedingsrechten over en weer.
3. De echtgenoten kunnen van het voorgaande afwijken bij schriftelijke overeenkomst.
**Einde variant 4: uitsluiten vergoedingsrechten
Artikel 4. Bestuur.
Xxxxx van de echtgenoten heeft het bestuur over zijn/haar eigen goederen.
Indien een echtgenoot het bestuur over zijn/haar goederen overlaat aan de andere echtgenoot, zijn tussen hen de wettelijke bepalingen van opdracht van overeenkomstige toepassing.
Daarbij worden de bijzondere verhouding tussen echtgenoten en de aard van de goederen in acht genomen.
Artikel 5. Inkomen.
Onder inkomen in deze huwelijksvoorwaarden wordt verstaan het inkomen uit arbeid en het inkomen uit vermogen.
Artikel 6.
Kosten van de huishouding.
De echtgenoten dragen gezamenlijk de kosten van de gemeenschappelijke huishouding in de van keer tot keer tussen hen te bepalen verhouding.
Artikel 7.
1. De echtgenoot die in enig kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan de betreffende echtgenoot op grond van het hiervoor bepaalde zou moeten bijdragen, kan hetgeen de betreffende echtgenoot te veel heeft bijgedragen terugvorderen van de andere echtgenoot.
2. Dit recht van een echtgenoot om hetgeen de betreffende echtgenoot te veel heeft bijgedragen terug te vorderen vervalt, indien de betreffende echtgenoot betaling daarvan niet binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar heeft verlangd.
3. Een vordering als in dit artikel bedoeld is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich daartegen verzetten.
Artikel 8. Overlijdensrisicoverzekeringen.
Premies en koopsommen van levensverzekeringen - ongevallenverzekeringen en het overlijdensrisicogedeelte van gemengde verzekeringen daaronder begrepen - alsmede al hetgeen overigens in dit verband verschuldigd wordt, zoals poliskosten, behoren niet tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding en worden uitsluitend gedragen door de echtgenoot die krachtens de polis de premies is verschuldigd.
De begunstigde echtgenoot dient tevens verzekeringnemer te zijn van een dergelijke verzekering en indien dat niet het geval is, wordt de begunstigde echtgenoot geacht verzekeringnemer te zijn.
Bij een verrekening van betaalde premies en koopsommen wordt diegene die recht heeft op verrekening volledig schadeloos gesteld.
Artikel 9. Belastingen.
De echtgenoot die belasting betaalt wegens inkomen en/of vermogen van de andere echtgenoot, is ter zake gerechtigd tot een vergoeding daarvan van de andere echtgenoot. De echtgenoot die belastingvoordelen geniet welke redelijkerwijze aan de andere echtgenoot moeten worden toegerekend, is ter zake verplicht tot vergoeding daarvan aan de andere echtgenoot.
Indien het betreffende belastingvoordeel niet precies kan worden vastgesteld, wordt het geschat.
Artikel 10.
Geen verrekening van resterend inkomen.
De echtgenoten zijn niet verplicht jaarlijks te verrekenen hetgeen van hun inkomen resteert, nadat daarop de bijdrage in de kosten van de huishouding in mindering is gebracht.
Artikel 11. Pensioenverevening.
De echtgenoten sluiten het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding uitdrukkelijk uit.
Bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed vindt op geen enkele wijze verevening of verrekening van ouderdomspensioenrechten plaats.
De aanspraken op nabestaandenpensioen worden hierdoor niet gewijzigd.
Artikel 12.
Geen finale verrekening ingeval van overlijden en echtscheiding.
Noch bij ontbinding van het huwelijk door overlijden noch bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding zal tussen de echtgenoten casu quo tussen de langstlevende echtgenoot en de erfgenamen van de overleden echtgenoot een verrekening plaatsvinden alsof tussen de echtgenoten enige gemeenschap van goederen had bestaan.
Artikel 13. Betalingsregeling.
Indien en voor zover krachtens deze huwelijksvoorwaarden tussen de echtgenoten onderling een schuldverhouding bestaat en gewichtige redenen zich verzetten tegen prompte voldoening, zullen de echtgenoten een redelijke betalingsregeling treffen, waarbij de belangen van beiden in acht genomen worden.
Het in de vorige zin bepaalde geldt op overeenkomstige wijze voor de rechtverkrijgende(n) onder algemene titel van een echtgenoot na het overlijden van de betreffende echtgenoot. Artikel 14.
Geschillenregeling.
Indien de echtgenoten omtrent de uitleg en uitvoering van de in deze overeenkomst vervatte bepalingen niet tot overeenstemming komen, zal een voor de echtgenoten bindend advies gegeven worden door een onafhankelijke deskundige.
Deze zal worden benoemd door de echtgenoten in onderling overleg.
Komen de echtgenoten niet binnen dertig dagen daaromtrent tot overeenstemming dan wordt de adviseur aangewezen door het Nederlandse Arbitrage Instituut op verzoek van de meest gerede echtgenoot.
Bij het advies zal worden bepaald ten laste van wie de kosten van benoeming en werkzaamheden van de adviseur komen, ofwel hoeveel ieder in die kosten moet bijdragen. De adviseur kan, rekening houdende met de belangen van de echtgenoten, een redelijke betalingsregeling - al dan niet met zekerheidstelling - aan de echtgenoten opleggen.
Artikel 15. Boekhouding.
De echtgenoten zijn verplicht van hun inkomen en vermogen behoorlijk boek te houden en aan de andere echtgenoot de boeken en bijbehorende bescheiden op eerste vordering ter inzage te verschaffen.
Aanbreng.
**Variant 1: wel staat van aanbrengsten
De comparanten verklaarden voorts:
- zij hebben een beschrijving opgesteld van de rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn en die zij ten huwelijk aanbrengen;
- deze beschrijving - ondertekend door hen en door mij, notaris - stellen zij aan mij, notaris, ter hand teneinde aan deze akte te worden gehecht.
**Einde variant 1: wel staat van aanbrengsten
**Variant 2: geen staat van aanbrengsten
De comparanten verklaarden voorts dat zij geen beschrijving hebben opgesteld van goederen die zij ten huwelijk aanbrengen.
**Einde variant 2: geen staat van aanbrengsten Slotverklaringen.
De comparanten verklaarden ten slotte:
- het huwelijk zal worden voltrokken te ** op **;
- zij zijn door mij, notaris, nadrukkelijk gewezen op de risico's en de mogelijk nadelige gevolgen van deze huwelijksvoorwaarden voor met name de echtgenoot die nu of in de toekomst geen eigen inkomen heeft en zij zijn zich voldoende bewust van deze risico's.