Bestuursovereenkomst
Bestuursovereenkomst
ERTMS op de noordelijke spoorlijnen in de provincies Fryslân en Groningen
Maatregelen voor regionaal vervoer met ERTMS 2021-2035
Partijen:
1. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, dhr. X.X.X.X. xxx Xxxxxxxxx, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, zetelend te 's- Gravenhage, hierna te noemen: het ministerie van IenW;
2. De publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Groningen, handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten 13 april 2021, in dezen krachtens volmacht van de commissaris van de Koning vertegenwoordigd door mevr. F.Q. Gräper-Van Koolwijk, gedeputeerde, hierna te noemen: de provincie Groningen;
3. De publiekrechtelijke rechtspersoon de provincie Fryslân, handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten 11 mei 2021, in dezen krachtens volmacht van de commissaris van de Koning vertegenwoordigd door mevr. X. Xxxxxxx-Xxxxxx, gedeputeerde, hierna te noemen: de provincie Fryslân;
De partijen 2 en 3, hierna gezamenlijk te noemen: de provincies. De partijen 1 tot en met 3, hierna gezamenlijk te noemen: partijen.
Overwegende dat:
1. In mei 2019 het kabinet Xxxxx-XXX heeft besloten het huidige analoge treinbeveiligingssysteem Automatische treinbeïnvloeding (hierna: ATB) te vervangen door de Europese digitale standaard, het European Rail Traffic Management System (hierna: ERTMS);
2. ProRail heeft aangegeven dat de beveiliging op de noordelijke spoorlijnen toe is aan vervanging en investeringen in het verouderde huidige treinbeveiligingssysteem kunnen worden vermeden met de vervroegde aanleg van ERTMS;
3. Vervroegd investeren in ERTMS op de noordelijke spoorlijnen verbeteringen met zich meebrengt: meer veiligheid en betere interoperabiliteit van internationale verbindingen, evenals potentiële baten ten aanzien van capaciteit, snelheid en betrouwbaarheid;
4. De provincies zelfrijdend vervoer, waarvoor ERTMS de basis biedt, zien als een slimme en groene oplossing om de bereikbaarheid van de regio en de betaalbaarheid van het openbaar vervoer te verbeteren;
5. Het rijden met ERTMS een unieke kans biedt om gelijktijdig ook automatische treinbesturing te introduceren op de treindiensten in Groningen en Fryslân. En de opgedane kennis met deze introductie voordelen oplevert voor de exploitatie van de landelijke treindiensten;
6. Geautomatiseerd rijden bovendien naar verwachting voordelen en besparingen in de huidige en volgende regionale concessie oplevert en de provincies, voor zover het de huidige regionale concessie betreft, hierover nog afspraken zullen maken met de regionale vervoerder;
7. De invoering van XXXXX tevens aanspraak op Europese subsidies voor geautomatiseerd rijden kansrijker maakt;
8. De programmadirectie ERTMS bij ProRail een leidende rol kan vervullen als het gaat om risicobeheersing bij de implementatie van ERTMS en kwaliteitsborging van de geïnvesteerde middelen. En daarbij waarborgt dat het ERTMS-systeem aansluit bij de uitrol van ERTMS op andere delen van Nederland en de grensovergang bij Duitsland;
9. De afdeling IEMeV van de programmadirectie ERTMS bovendien tijdens de uitrolperiode ondersteuning aan de regionale vervoerder en in opdracht van het ministerie ook de provincies kan bieden bij de implementatie van ERTMS;
10. De programmadirectie ERTMS de landelijke uitrol kan starten op een eenvoudig baanvak in Fryslân, wat extra mogelijkheden biedt voor beproeving naast het beoogde gebruik van de Hanzelijn en emplacement Lelystad als proefbaanvak;
11. In Noord-Nederland wordt samengewerkt met kennisinstellingen, bedrijven en overheden aan de ontwikkeling van slimme en groene oplossingen op het gebied van mobiliteit voor personen- en goederenvervoer. In dit kader vervroegde aanleg van ERTMS (level 2) nu, in de toekomst kan leiden tot additionele proeven met ERTMS (hybride) level 3 en dit voordelen kan opleveren voor de verdere uitrol van ERTMS in Nederland;
12. Gezien bovenstaande overwegingen de provincies, de regionale vervoerder en ProRail in de bestuurlijke overleggen van 4 maart, 21 april en 20 mei 2021 hebben aangegeven dat zij de
noordelijke lijnen toegevoegd willen zien hebben aan de scope van het programma ERTMS en het ministerie van IenW zich hierin kan vinden;
13. De colleges van GS van de provincies Groningen en Fryslân op respectievelijk 13 april 2021 en 11 mei 2021 hebben besloten de benodigde financiën beschikbaar te stellen voor hun deel van de invoering van ERTMS op de noordelijke spoorlijnen;
14. Partijen hierover afspraken willen vastleggen in deze overeenkomst;
15. De strategie betreft eerst het materieel om te bouwen, alvorens ERTMS in de infrastructuur in dienst te stellen;
16. Partijen bereid zijn tot cofinanciering om de vervroegde uitrol van ERTMS mogelijk te maken, omdat zij zich realiseren dat de kosten aanzienlijk zijn en de kosten voor de baat uitgaan;
Komen als volgt overeen:
Artikel 1. Definities
In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:
ERTMS: European Rail Traffic Management System. Een Europese standaard voor digitale treinbeveiliging, bestaande uit een systeem in de trein, een systeem in de infrastructuur en het communicatiesysteem tussen trein en infrastructuur.
Programma ERTMS: Programma waarbinnen sectorpartijen samenwerken om het kabinetsbesluit (ATB wordt vervangen door ERTMS) te realiseren onder regie van de programmadirectie ERTMS.
Programmadirectie ERTMS: opdrachtnemer van het Programma ERTMS voor de regie en coördinatie van het programma ERTMS, zoals beschreven in de opdrachtbrief van het ministerie aan ProRail en het Programmaplan1. Tevens onafhankelijke systeemintegrator.
IEMeV: Organisatie die als afdeling valt onder de programmadirectie ERTMS, die is opgericht ter ondersteuning van de implementatie ERTMS bij, onder andere, de regionale vervoerder en - op aanvraag van het ministerie - hun concessieverlener.
Noordelijke spoorlijnen: alle spoorinfrastructuur in de provincies Groningen en Fryslân die nu nog zijn voorzien van het treinbeveiligingssysteem ATB NG en de spoorinfrastructuur waarvan de concessiehouder van het hoofdrailnet geen gebruik maakt (inclusief de overgangen naar andere systemen).
Regionale vervoerder: vervoerder die voor het verrichten van personenvervoer gebruikmaakt van de noordelijke spoorlijnen, op basis van de door de provincies Groningen en Fryslân verleende concessies.
Maatregelenpakket concessie treindiensten: alle maatregelen die nodig zijn om de regionale vervoerder over de met ERTMS uitgeruste infrastructuur te kunnen laten rijden, waaronder: het ombouwen en toegelaten krijgen van alle regionale treinen voor het rijden van de dienstregeling binnen de concessies voor de noordelijke lijnen, het beheer en onderhoud hiervan tot 2035, het opleiden van machinisten en onderhoudsmonteurs en het aanpassen van ICT-systemen.
Maatregelenpakket infrastructuur: alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de noordelijke spoorlijnen in de provincies Groningen en Fryslân gereed te maken voor ingebruikname ERTMS.
Systeemintegratie: integratie van interfaces op diverse niveaus, waaronder tussen het ERTMS- systeem in de trein en in de infrastructuur.
Automatische treinbesturing: (Automatic Train Operation (ATO)) het geautomatiseerd laten rijden van treinen, waarbij de machinist aanwezig en verantwoordelijk blijft (automatiseringsgraad 2).
1 De positie en rol van de programmadirectie ERTMS is beschreven in het programmaplan ERTMS. Het betreft Achtergronddocument S2 van het dossier van de Programmabeslissing (kabinetsbesluit mei 2019). Vindplaats: Programmabeslissing - ERTMS (xxxxx-xx.xx)
Artikel 2. Doel bestuursovereenkomst
Deze bestuursovereenkomst strekt ertoe afspraken vast te leggen over:
a. het in cofinanciering realiseren van het maatregelenpakket concessie treindiensten;
b. het realiseren van het maatregelenpakket infrastructuur;
c. het verankeren van de governance van het Programma ERTMS conform het programmaplan;
d. het beschrijven hoe wordt omgegaan met wijzigingen die zich gedurende de looptijd van het Programma ERTMS voordoen;
e. te borgen dat eventuele wijzigingen als gevolg van de effectuering van deze overeenkomst formeel worden verankerd in de concessieverplichtingen tussen de provincies en regionale vervoerder.
Artikel 3. Reikwijdte
De bestuursovereenkomst heeft betrekking op:
a. het financieren (artikel 5) en tijdig (artikel 6) realiseren van het maatregelenpakket concessie treindiensten, inclusief beheer en onderhoud. Indien in deze overeenkomst wordt gesproken over ERTMS gaat het om de implementatie van ERTMS level 2 en ten minste baseline 3, release 2, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele toekomstige overgang naar (hybride) level 3 in combinatie met automatische treinbesturing;
b. het financieren (artikel 5) en tijdig (artikel 6) realiseren van het maatregelenpakket infrastructuur. Dit betreft de vervanging van aanwezige treinbeveiliging op de noordelijke spoorlijnen van het type ATB-NG door ERTMS–only, level 2, met baseline 3, release 2. Daarbij is het uitgangspunt dat ERTMS maximaal wordt uitgerold op de noordelijke spoorlijnen, inclusief emplacementen. De concessiehouder van het hoofdrailnet moet daarbij de sporen op emplacement Leeuwarden en emplacement Groningen kunnen blijven bereiken. Dit is op station Leeuwarden zoals dat in de huidige situatie het geval is en voor station Groningen zoals dat gepland is na de oplevering/afronding van het project Groningen Spoorzone. De lijn Veendam-Stadskanaal, museumspoorlijn STAR, is geen onderdeel van de scope;
c. afspraken inzake het volgen van de governance van het programma ERTMS, waaronder: naleven van het programmaplan, rapporteren en verantwoording, systeemintegratie en ketenbeheer.
Artikel 4. Opdrachtgeverschap
1. De provincies geven de regionale vervoerder de opdracht om het maatregelenpakket concessie treindiensten binnen planning (artikel 6) te realiseren. Concreet betreft dit een openbaredienst- verplichting als bedoeld in de PSO-verordening, zodat de kaders uit de PSO-verordening van toepassing zijn bij de realisatie van het maatregelenpakket concessie treindiensten. Dit is door de provincies geborgd in de concessie Regionaal Spoorvervoer Fryslân en Groningen (2021-2035), artikel F.6.4;
2. Het ministerie van IenW geeft de programmadirectie ERTMS de opdracht om de aanleg en ombouw van infrastructuur en materieel te regisseren en de afdeling Implementatie ERTMS ProRail de opdracht om het maatregelenpakket infrastructuur binnen planning (artikel 6) te realiseren;
3. De provincies borgen in hun opdrachtverlening aan de regionale vervoerder het naleven van de governance van het programma ERTMS, waaronder de bestaande samenwerkingsovereenkomst2, de dienstverleningsovereenkomst3 en de annex systeemintegratie en ketenbeheer4. Hiervoor worden de eerste twee documenten - inzake samenwerking en dienstverlening – tussen regionale vervoerder en de programmadirectie ERTMS voor zover nodig aangepast, opdat deze de scope- uitbreiding van de noordelijke spoorlijnen omvatten. Ten aanzien van de annex Systeemintegratie en ketenbeheer verplichten de provincies de regionale vervoerder deze te borgen bij het contracteren van de om te bouwen treinen;
4. Het ministerie van IenW spreekt met de programmadirectie ERTMS af dat de ontwikkelingen op de noordelijke lijnen onderdeel worden van de kwartaalrapportages en deze elk kwartaal schriftelijk aan de provincies worden verstrekt.
2 Samenwerkingsovereenkomst Programmadirectie ERTMS ProRail – Arriva Nederland B.V (15 oktober 2020)
3 Dienstverleningsovereenkomst ProRail – Arriva Nederland B.V. (3 november 2020)
4 Annex Systeemintegratie en Ketenbeer (19 november 2020)
Artikel 5. Financiering en risico’s
1. De raming van de programmadirectie ERTMS gaat voor het maatregelenpakket concessie treindiensten uit van in totaal € 90 miljoen, inclusief risicoreservering. De partijen spreken het volgende af over de financiering hiervan:
a. De provincies zijn verantwoordelijk voor de financiering van het maatregelenpakket concessie treindiensten, waarbij de verhouding 1/3 Fryslân en 2/3 Groningen wordt aangehouden. Uitgaande van de raming van € 90 mln en de bijdrage van het ministerie betekent dit een bijdrage van € 10 mln voor de provincie Fryslân en € 20 mln voor de provincie Groningen;
b. Het ministerie van IenW draagt eenmalig lumpsum € 60 miljoen (prijspeil 2021) bij aan de financiering van het maatregelenpakket treindiensten. Dit bedrag wordt op aangeven van de provincies Groningen en Fryslân betaald middels een door het ministerie nader te bepalen wijze;
c. Eventuele meerkosten bovenop de € 90 miljoen zijn voor rekening en risico voor de provincies volgens de verhouding zoals aangegeven onder a;
d. Eventuele meevallers zijn voor de provincies en worden verdeeld volgens de verhouding zoals aangegeven onder a;
e. De provincies spreken met de regionale vervoerder af dat naleving van de governance van het Programma ERTMS (artikel 3, onderdeel c) voorwaarde is voor betaling;
2. Het ministerie van IenW ondersteunt bij mogelijke subsidieaanvragen van de provincies voor ERTMS en automatische treinbesturing, waarbij zowel de bijdrage van het Rijk en de provincies aan het materieel of operationele kosten, als ook de bijdrage van het Rijk aan de infrastructuur, op papier als cofinanciering bij subsidieaanvragen mogen dienen. Toegekende subsidies komen ten gunste van de provincies waarbij de in het eerste lid onder a opgenomen verhouding wordt gehanteerd;
3. Het ministerie van IenW is verantwoordelijk voor de volledige uitvoering van maatregelenpakket infrastructuur. De kosten hiervan zijn volledig voor rekening en risico van het ministerie van IenW;
4. Provincies geven de regionale vervoerder de opdracht tijdig en proactief de programmadirectie ERTMS te informeren over optredende risico’s die van invloed zijn op de realisatie van het maatregelenpakket concessie treindiensten;
5. Het ministerie van IenW geeft de programmadirectie ERTMS de opdracht om provincies tijdig en proactief te informeren over optredende ERTMS-gerelateerde risico’s die van invloed zijn op de realisatie van het maatregelenpakket infrastructuur.
Artikel 6. Planning
1. De provincies dragen in en tijdens de opdracht aan de regionale vervoerder zorg dat het maatregelenpakket concessie treindiensten is afgerond, voordat het maatregelenpakket infrastructuur is afgerond;
2. Het ministerie van IenW draagt in en tijdens de opdracht aan ProRail en de programmadirectie ERTMS zorg dat het maatregelenpakket infrastructuur zo snel als mogelijk wordt afgerond. De indienststelling van het eerste baanvak van de noordelijke spoorlijnen is beoogd in 2026 en oplevering van het laatste baanvak niet later dan eind 2028. Deze planning is uitgangspunt voor de verdere uitwerking, zoals het opstellen van een migratieplan van de regionale vervoerder of als input voor de dialoogfase van de aanbesteding van het ERTMS-systeem voor de infrastructuur;
3. Partijen treden met elkaar in overleg indien onvoorziene omstandigheden zich voordoen waardoor de planning niet haalbaar blijkt.
Artikel 7. Realisatie, beheer en onderhoud en vervangingskosten
1. Het beheer, het onderhoud en de vervanging van ERTMS in de treinen van het maatregelenpakket concessie treindiensten valt onder de verantwoordelijkheid, en rekening en risico van de provincies. Hierover maken provincies afspraken met de regionale vervoerder.
2. Het beheer, het onderhoud en de vervanging van de infrastructuur zoals genoemd in het maatregelenpakket infrastructuur valt onder de verantwoordelijkheid, en rekening en risico, van het ministerie van IenW.
Artikel 8. Publiekrechtelijke medewerking
1. Partijen verbinden zich jegens elkaar om de voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van deze overeenkomst publiekrechtelijk is toegestaan.
2. Partijen bevorderen daarbij zoveel mogelijk, met inachtneming van wettelijke procedures en de te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, dat de procedures tot het nemen van publiekrechtelijke besluiten met voortvarendheid worden doorlopen.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde procedures ertoe leiden dat uitvoering van de overeenkomst niet of althans niet op de door partijen bij het aangaan ervan voorgestane wijze kan worden uitgevoerd, bezien partijen of de overeenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Artikel 10 wordt hierbij in acht genomen.
Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden
1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze bestuursovereenkomst niet mag worden verwacht.
2. Het overleg vindt plaats binnen vier weken nadat een partij daartoe de wens hiertoe aan de andere partijen schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.
3. Partijen bezien in goed overleg of deze overeenkomst wijziging of (gedeeltelijke) beëindiging behoeft. Ingeval het overleg binnen 20 weken niet tot overeenstemming heeft geleid, geldt de beëindigingsregeling zoals deze zijn opgenomen in artikel 11 van deze overeenkomst.
Artikel 10. Wijziging
1. Elke partij kan de andere partij(en) schriftelijk verzoeken de bestuursovereenkomst te wijzigen De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.
3. De wijziging en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de overeenkomst gehecht.
Artikel 11. Ontbinding
1. Onverminderd wat in de bestuursovereenkomst is vastgelegd, kan elk van de partijen de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk ont- binden indien de andere partij in verzuim is, dan wel nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is;
2. Indien een van de partijen gedurende een bij deze overeenkomst te bepalen periode ten gevolge van overmacht haar verplichtingen op grond van deze overeenkomst niet kan nakomen, heeft de andere partij het recht deze overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buiten rechte geheel of gedeeltelijk te ontbinden, zonder dat daardoor enig recht op schadevergoeding zal ontstaan;
3. Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan: gebrek aan personeel, stakingen, ziekte van personeel en tekortschieten van ingeschakelde derde partijen;
4. Ingeval van overmacht gaan partijen niet eerder tot ontbinding over dan nadat een termijn van acht weken is verstreken, tenzij partijen een andere termijn overeenkomen.
Artikel 12. Geschillen
1. Er is sprake van een geschil indien een van de partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partij, waarna partijen binnen vijf weken na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.
2. Indien het minnelijk overleg niet binnen acht weken leidt tot een oplossing van het verschil kunnen partijen deze bestuursovereenkomst beëindigen met in achtneming van artikel 11 van deze overeenkomst.
Artikel 13. Gang naar de rechter
Alle geschillen in verband met deze bestuursovereenkomst of met afspraken die daarmee samenhangen, worden beslecht door de bevoegde rechter te Den Haag. Een partij kan zich echter pas op andere wijze dan in kort geding tot de rechter wenden, indien het geschil niet volgens de procedure van artikel 12 is opgelost.
Artikel 14. Ongeldigheid
Indien een bepaling van de bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover nodig, met in achtneming van hetgeen bepaald is in artikel 10, uit de overeenkomst
verwijderd en vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15. Inwerkingtreding en looptijd
1. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en eindigt als de regionale concessies met ERTMS kunnen worden uitgevoerd, de programmadirectie ERTMS heeft bevestigd dat de activiteiten voor systeemintegratie, verificatie en validatie ten behoeve van het programma ERTMS zijn afgerond en de financiële afronding gereed is.
2. Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze overeenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met deze overeenkomst.
Artikel 16. Toepasselijk recht
Op deze bestuursovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
Artikel 17. Publicatie in de Staatscourant
Binnen tien werkdagen na ondertekening van deze bestuursovereenkomst wordt de tekst daarvan door het ministerie van IenW gepubliceerd in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend,
Datum: Plaats:
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Dhr. X.X.X.X. xxx Xxxxxxxxx
Datum: Plaats:
De provincie Groningen, namens deze, de gedeputeerde,
Mevr. F. Q. Gräper - Van Koolwijk
Datum: Plaats:
De provincie Fryslân, namens deze, de gedeputeerde,
Mevr. X. Xxxxxxx-Xxxxxx