Onderwijs- en examenregeling 2015-2016
Onderwijs- en examenregeling 2015-2016
&
Specfieke aanvullingen School of Arts KASK – Koninklijk Conservatorium
Inhoud
I. DEFINITIES EN TOELICHTING 4
Intellectuele eigendomsrechten 13
Deel I. Voorwaarden inzake inschrijving 16
Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële bacheloropleiding 16
Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële masteropleiding 18
Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in vervolgopleidingen 18
Inschrijvingsvoorwaarden inzake taal 19
Inschrijvingsvoorwaarden inzake leerkrediet 20
Inschrijvingsvoorwaarden inzake studievoortgang: weigering inschrijving voor een bacheloropleiding, een masteropleiding, een voorbereidingsprogramma of een schakelprogramma
.....…………………………………………………………………………………………………………………………………………………20
Bijkomende inschrijvingsvoorwaarden inzake inschrijving in de academische bachelor- en masteropleidingen van de School of Arts 23
Inschrijvingsvoorwaarden inzake afzonderlijke opleidingsonderdelen via creditcontract of examencontract voor het behalen van credits 23
Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen 23
Xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Xxxxxxxxxxxx van deelopleidingsonderdelen 31
Student met een functiebeperking 31
Individuele onderwijs- en examenmaatregelen 32
Gelijktijdige inschrijvingen voor opeenvolgende opleidingen/programma’s of voor eenzelfde opleiding met verschillende afstudeerrichtingen 34
Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma bezit 35
Wijzigen van inschrijving/stopzetten van contract/uitschrijving 35
Artikel 31. Registratiekosten 39
Deel III. Organisatie van de onderwijsactiviteiten 40
Contact- en afstandsonderwijs 40
Opleidingsonderdelen en studieomvang 40
Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, werkplekleren, praktijkopleidingsonderdeel enz 41
Deelname aan de onderwijsactiviteiten 42
Onderwijsactiviteiten aan een andere faculteit/School of Arts binnen de Hogeschool Gent, aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent of aan een andere Vlaamse hogeronderwijsinstelling 42
Onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap 43
Deel I. Organisatie van examens en examenactiviteiten 46
Toepassing van examenregels 46
Examen- en evaluatiemomenten: niet-periodegebonden en periodegebonden evaluatie 48
Coördinatie en organisatie van examens 48
Examenregeling en -roosters 48
Naleving van de examenregeling 49
Voorbereiding van de examens 50
Aanvraag waarnemer bij een examen 50
Bekendmaking examenresultaten 51
Deel II. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel 53
Beoordelingskader voor toekennen van een examencijfer 53
Modaliteiten bij bepalen van het examencijfer 53
Geslaagd opleidingsonderdeel 54
Niet geslaagd opleidingsonderdeel 54
Overdracht van examencijfer 54
Materiële vergissing inzake examencijfer 54
Deel III. Examenbeslissing voor het geheel van een opleiding 56
Beoordelingskader voor toekennen van een diploma 56
Bijzondere omstandigheden voor toekennen van diploma 57
Materiële vergissing inzake een examenbeslissing voor het toekennen van een diploma/getuigschrift 57
V. BEROEP INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN 58
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
VIII. TERUGVORDERING LEERKREDIET 65
Artikel 76. Terugvordering leerkrediet bij overmacht 65
academiejaar
een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Van de vaste duur van één jaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het bestuurscollege beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten
afstandsonderwijs
het onderwijs dat bijna uitsluitend met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is
afstudeerrichting
een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten
Associatie Universiteit Gent
de Associatie Universiteit Gent (AUGent) is een samenwerkingsverband tussen vier instellingen voor hoger onderwijs: Universiteit Gent, de Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool en Hogeschool West-Vlaanderen. De Associatie Universiteit Gent werd als vzw opgericht op 29 april 2003
attest
schriftelijke verklaring die als bewijs dient
bacheloropleiding
een opleiding in het hoger onderwijs die aansluit bij het secundair onderwijs en waarvan de studieomvang ten minste 180 studiepunten bedraagt
bachelorproef
de bachelorproef is een finaliteit van een professioneel gerichte bacheloropleiding. De bachelorproef vertrekt vanuit een heldere en onderbouwde probleemstelling of onderzoeksvraag die relevant is voor het werkveld en die waar mogelijk in een internationaal perspectief wordt geplaatst
bachelor-na-bachelor
een bacheloropleiding die aansluit bij een initiële bacheloropleiding en waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt
bekwaamheidsonderzoek
het onderzoek van de competenties van een persoon, voorafgaand aan het afleveren van een bewijs van bekwaamheid
beurstariefstudent
een student die:
a) studiefinanciering ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;
b) beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering in de Vlaamse Gemeenschap, of
c) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of
d) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma’s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is
(zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
bijna beurstariefstudent
een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentie-inkomen ten hoogste 1.240 euro boven de financiële maximumgrens bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen ligt. Het bedrag van 1.240 euro wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel II.218 van de Codex Hoger Onderwijs
(zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
bewijs van bekwaamheid
het bewijs dat een student op grond van EVC’s of EVK’s de competenties heeft verworven eigen aan het bachelorniveau in het hoger professioneel of academisch onderwijs, of het masterniveau, of een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel, deelopleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie dat geldt binnen de instellingen van de Associatie Universiteit Gent, evenals binnen elke instelling die met de validerende instantie een overeenkomst heeft gesloten
Chamilo
het elektronisch leerplatform van de Hogeschool Gent. Webgebaseerde omgeving waar studenten informatie en documentatie kunnen raadplegen, oefeningen indienen en met de lesgever en/of medestudenten communiceren
creditbewijs
de erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als “credits”
creditcontract
een contract, aangegaan met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor 1 of meer opleidingsonderdelen
credits
de verworven studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel
decaan
een decaan is het hoofd van een faculteit (Mens en Welzijn, Bedrijf en Organisatie of Natuur en Techniek) of van de School of Arts (KASK-Koninklijk Conservatorium)
deelopleidingsonderdeel
een in het opleidingsprogramma voorzien deel van een samengesteld opleidingsonderdeel. Een deelopleidingsonderdeel wordt minimaal gekenmerkt door de naam, de categorieën onderwijs- en studieactiviteiten, een geheel studiepunt van minimaal 1 en een gewicht voor de evaluatie
deelvrijstelling
ontslaan van het deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten voor het deelopleidingsonderdeel
deliberatie
geautomatiseerde toepassing van de deliberatieregels
deliberatieregels
de voorwaarden waaraan de student moet voldoen om gedelibereerd te worden
dixitattest
een attest dat louter en alleen gebaseerd is op de verklaring van de student en niet op een diagnose door de deskundige
diploma
een document dat aan de student die slaagt voor een bacheloropleiding, bachelor-na- bacheloropleiding, een masteropleiding, een master-na-masteropleiding of een specifieke lerarenopleiding wordt uitgereikt
diplomacontract
het contract dat de student ondertekent bij de inschrijving met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding of met het oog op het behalen van een getuigschrift voor een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding
diplomajaar
het academiejaar waarin de student aan de voorwaarden voldoet om een diploma of getuigschrift te behalen.
eerder verworven competenties (EVC)
een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd
eerder verworven kwalificaties (EVK)
een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden
examen
elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een (deel)opleidingsonderdeel, heeft verworven
examenbeslissing
elke beslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meer opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel
examencontract
een contract, aangegaan door een instellingsbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van :
a) een diploma van een opleiding, of
b) een creditbewijs voor 1 of meer opleidingsonderdelen
examentuchtbeslissing
elke sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfraude
examinator
het onderwijzend personeelslid belast met het evalueren van de student
facultair/School of Arts reglement
de door het bestuurscollege goedgekeurde specifieke aanvullingen van een faculteit/de School of Arts bij de onderwijs- en examenregeling
geïndividualiseerd traject
een studietraject op maat van een bepaalde student
gelijktijdigheid
de verplichting om binnen hetzelfde academiejaar of binnen een semester twee of meerdere opleidingsonderdelen samen te volgen
getuigschrift
wordt aan de student die slaagt voor een schakelprogramma, voorbereidingsprogramma of postgraduaat uitgereikt
graad
aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding c.q. na promotie met de uitreiking van een diploma
graad van verdienste
bijzondere vermelding die uitdrukt in welke mate de competenties van een opleiding verwezenlijkt zijn
initiële bacheloropleiding
een bacheloropleiding van minimum 180 studiepunten
initiële masteropleiding
een masteropleiding van minimum 60 studiepunten
jaarprogramma
bestaat uit een opleidingsonderdeel of een geheel van opleidingsonderdelen waarvoor de student in een bepaald academiejaar ingeschreven is en een contract heeft afgesloten
leerkrediet
het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij verwerft, kan evolueren;
(zie xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxx-xxxxxxx)
master-na-master
een masteropleiding die volgt op een andere masteropleiding
masteropleiding
masteropleidingen sluiten aan op bacheloropleidingen in het academisch onderwijs of volgen op andere masteropleidingen. De studieomvang van een masteropleiding bedraagt ten minste 60 studiepunten.
masterproef
een werkstuk waarmee een masteropleiding wordt afgesloten. De studieomvang van een masterproef uitgedrukt in studiepunten is gelijk aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. Met een masterproef geeft een student blijk van het vermogen tot artistieke creatie. De masterproef reflecteert een probleemstelling of onderzoeksvraag, die relevant is voor het kunstenveld en die in een internationaal perspectief wordt geplaatst. Het werkstuk weerspiegelt de academische ingesteldheid van de student: het getuigt van een onderzoekende houding in functie van de ontwikkeling van een eigen klank- en beeldtaal, van dramatische expressie, met openheid voor vernieuwing op technisch en artistiek vlak
modeltraject
een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten
monitoraat
vakspecifieke inhoudelijke begeleiding van studenten, georganiseerd in groep of individueel
niet-periodegebonden evaluatie
een evaluatie van de studieprestaties tijdens de periodes voor onderwijs- en studieactiviteiten, zoals voorzien in de academische kalender
ondertekenen
zich akkoord verklaren via schriftelijke of elektronische weg
onderwijsactiviteit
activiteit verstrekt door onderwijzend personeel gericht op overdracht, verwerking, inoefening, begeleide toepassing en integratie van leerstof
opgenomen studiepunten
studiepunten verbonden aan de opleidingsonderdelen waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar
opleiding
de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma of getuigschrift
opleidingsfiche
fiche met voor elke opleiding de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad en de doelstelling van de opleiding
opleidingskenmerken
de profielafbakening van een opleiding, voortvloeiend uit de kwalificatie en/of specificatie van de graad verleend op het einde van de opleiding, en/of de studieomvang van de opleiding en/of een specifieke afstudeerrichting binnen een opleiding, desgevallend andere specifieke keuzerichtingen
opleidingsonderdeel
een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes
opleidingsprogramma
een opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten of een veelvoud daarvan, met uitzondering van een opleiding van het hoger beroepsonderwijs en de masteropleidingen, waarvoor een veelvoud van 30 mogelijk is. Het instellingsbestuur bepaalt voor elke opleiding een opleidingsprogramma dat bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen
overdracht
overdracht van examenresultaten van (deel)opleidingsonderdelen naar een volgende examenkans binnen het lopende academiejaar of naar een volgend academiejaar
participatiecommissie
de participatiecommissie biedt in een faculteit/School of Arts een forum voor studenten en geeft hen een stem. Ze bestaat uit studentenvertegenwoordigers uit de verschillende opleidingen binnen de faculteit/School of Arts en behartigt de studentenbelangen door advies uit te brengen aan de faculteit/School of Arts
periodegebonden evaluatie
een evaluatie van de studieprestaties tijdens de examenperiodes, zoals voorzien in de academische kalender
permanente vorming
kort opleidingstraject met het oog op de bij- en nascholing
plagiaat
het presenteren als een oorspronkelijk product en onder eigen naam van (een gedeelte van) een bron zonder bronvermelding. Plagiaat heeft betrekking op verschillende vormen van producten o.a.: het overnemen, samenvatten en/of vertalen van kleine of grote stukken tekst, figuren, tabellen, cijfermateriaal, foto, film, muziek, databestanden, ideeëngoed, tekstopbouw, enz. zonder duidelijke en correcte bronvermelding en zonder verwerking van de geciteerde stukken in het eigen werk
postgraduaat
een opleiding met een studieomvang van ten minste 20 studiepunten. Het gaat om een opleidingstraject dat in het kader van verdere professionele vorming, een verbreding of verdieping beoogt van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelor- of masteropleiding. Een postgraduaatsgetuigschrift wordt uitgereikt na een succesvolle voltooiing van het opleidingstraject
raad voor betwistingen inzake studievoortgangbeslissingen
hierna als de Raad benoemd. Doet als administratief rechtscollege uitspraak over de elementen zoals opgenomen in artikel II.285 van de Codex Hoger Onderwijs
(zie xxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxx-xxx-xx-xxxx)
samengesteld opleidingsonderdeel
een opleidingsonderdeel dat bestaat uit minimum twee in het opleidingsprogramma gedefinieerde deelopleidingsonderdelen
schakelprogramma
een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma
scriptie
een scriptie is een opleidingsonderdeel van de masteropleidingen van de School of Arts waarin een schriftelijk werkstuk gemaakt wordt over een onderzoeksvraag in het kader van een specifiek onderwerp in een bepaald vakgebied. De scriptie kan in verband staan met de masterproef, maar fungeert als een autonoom onderzoek, waaruit blijkt dat de student in staat is om op een onderzoekende wijze nieuwe inzichten te ontwikkelen
student
de persoon ingeschreven in de HoGent
studiefiche
een beschrijving van een opleidingsonderdeel, en onderdeel van de studiegids. De studiefiches kunnen geraadpleegd worden op xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxx-xxxxx/xxxxxxxxxxxx/
studiegeld
het bedrag door de student te betalen voor deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens, zoals beslist door het bestuurscollege
studiegids
een omschrijving van het volledige opleidingsaanbod van de HoGent. (zie xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxx-xxxxx/xxxxxxxxxxxx/ )
studieomvang
het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding
studiepunt
een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt
studietraject
de wijze waarop de studie wordt geordend
studievoortgangsbeslissing
één van de volgende beslissingen:
a) een examenbeslissing, zijnde elke beslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meer opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel;
b) een examentuchtbeslissing, zijnde een sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten;
c) de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven;
d) de toekenning van een vrijstelling, zijnde de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen;
e) een beslissing waarbij het volgen van een schakel- en/of voorbereidingsprogramma wordt opgelegd en waarbij de studieomvang van dergelijk programma wordt vastgesteld;
f) het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking, bedoeld in artikel II.245 van de Codex Hoger Onderwijs;
g) het weigeren van het opnemen van een bepaald opleidingsonderdeel in het diplomacontract waarvoor de student die een geïndividualiseerd traject volgt, zich nog niet eerder heeft ingeschreven
h) een beslissing inzake gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma van hoger onderwijs met een Vlaams diploma van hoger onderwijs genomen krachtens artikel II.256 van de Codex Hoger Onderwijs
titularis van een opleidingsonderdeel
het onderwijzend personeelslid dat optreedt als coördinator van en verantwoordelijke voor een opleidingsonderdeel
toetredingsovereenkomst
overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student, die de contractuele verhouding tussen de instelling en de student vorm geeft
vervaltermijn
een periode uitgedrukt in kalenderdagen waarbinnen, op straffe van verval, een procedure of handeling moet worden gestart. Wanneer de laatste dag van een vervaltermijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag waarop de postdiensten open zijn
verworven studiepunten
studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen
Validerende Instantie
orgaan opgericht binnen de Associatie Universiteit Gent dat een bewijs van bekwaamheid toekent na het positief doorlopen van het bekwaamheidsonderzoek voor EVC
volgtijdelijkheid
de door de faculteit/School of Arts bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of het geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of opleiding of het bezitten van de competenties vooraleer een student de toestemming krijgt tot inschrijving voor een ander opleidingsonderdeel of in een andere opleiding
voorbereidingsprogramma
een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de opleiding waarvoor hij zich wenst in te schrijven
vrijstelling
de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen
Artikel 1. Toetredingsovereenkomst
§ 1. De Hogeschool Gent en de student sluiten door de inschrijving een
toetredingsovereenkomst af.
§ 2. De toetredingsovereenkomst bestaat enerzijds uit algemeen geldende voorwaarden
waaronder:
▪ de artikelsgewijze onderwijs- en examenregeling goedgekeurd door het bestuurscollege;
▪ de wederzijdse rechten en plichten van de Hogeschool Gent en de student en de gevolgen van het niet naleven ervan, zoals opgenomen in de artikelsgewijze onderwijs- en examenregeling en het facultair/School of Arts reglement;
▪ het facultair/School of Arts reglement waarin specifieke aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling zijn opgenomen eigen aan de opleidingen binnen de faculteit/School of Arts;
▪ de studiegids met o.a.:
o de opleidingsfiches met voor elke opleiding de doelstelling van de opleiding en de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad;
o de opleidingsprogramma’s en de indeling ervan in modeltrajecten;
o de studiefiches met informatie per opleidingsonderdeel. Deze gegevens zijn ter beschikking op xxxx://xxx.xxxxxx.xx.
Door inschrijving verklaart de student zich akkoord met de algemeen geldende voorwaarden.
De toetredingsovereenkomst bestaat anderzijds uit het contract dat de student afsluit bij inschrijving en het voor akkoord verklaarde jaarprogramma van de student.
§ 3. Elke ingeschreven student krijgt een Hogeschool Gent-account met bijhorend
e-mailadres. Deze Hogeschool Gent-account geeft toegang tot de elektronische leeromgeving Chamilo, het Hogeschool Gent-intranet, iBamaflex en de daarop aangeboden toepassingen en internet. De Hogeschool Gent-account is geldig voor de duur van het academiejaar en wordt automatisch verlengd bij herinschrijving. Het Hogeschool Gent e-mailadres wordt gebruikt als officieel communicatiekanaal.
Artikel 2. Gedragsregels
§ 1. Een student kan enkel handelen in naam van de Hogeschool Gent, met toestemming van
de decaan.
§ 2. De studenten moeten de algemene en specifieke veiligheidsreglementeringen naleven die
van toepassing zijn in de Hogeschool Gent.
§ 3. Voor het gebruik van specifieke infrastructuur zoals bibliotheken, videotheken,
mediatheken, taallabo’s, computerlokalen, practicumlokalen, magazijnen, studio's, enz. bestaan er specifieke deelreglementen, die ter plaatste ter beschikking zijn.
§ 4. De studenten hebben geen recht op het maken van geluids- of beeldopnamen van
onderwijsactiviteiten, tenzij hieromtrent een specifieke afspraak is gemaakt met het onderwijzend personeelslid van de onderwijsactiviteit. Dit opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden ten behoeve van de student zelf of een studentengroep waarmee de docent vooraf afspraken heeft gemaakt. Commercieel gebruik is in ieder geval uitgesloten, evenals het opnemen van examens voor om het even welk gebruik.
§ 5. De studenten kunnen zich niet verzetten tegen het maken van opnamen van
onderwijsactiviteiten die de docent gebruikt voor simultane uitzending en/of plaatsing op leerplatformen. Ze kunnen wel vragen niet persoonlijk in beeld te worden gebracht.
§ 6. De student verbindt er zich toe bij het gebruik en eventueel kopiëren van
§ 7. Bij het gebruik en eventueel kopiëren van werken van letterkunde en kunst die aanwezig
zijn in en/of eigendom zijn van de Hogeschool Gent, moet de student de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom naleven (cf. Wetboek van economisch recht, in het bijzonder Boek XI Intellectuele eigendom).
§ 8. Een student die materiaal van de Hogeschool Gent stuk maakt of verliest, is aansprakelijk
behalve als hij overmacht of schuld van derden kan bewijzen. Bij betwisting kan de zaak aanhangig gemaakt worden bij de rechtbank. Elke student kan hoofdelijk financieel aansprakelijk gesteld worden, niet alleen voor de schade door zijn daad, maar ook voor de schade die hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt. Hij blijft aansprakelijk ook als de fout gebeurde tijdens onderwijsactiviteiten. Het bestuurscollege kan de student aanspreken om zijn schade te vergoeden.
§ 9. Het is verboden te roken in de gebouwen van de Hogeschool Gent. Bij het niet naleven
van het rookverbod is de tuchtregeling van toepassing.
Artikel 3. Intellectuele eigendomsrechten
§ 1. Definities
▪ Intellectuele eigendomsrechten zijn
o vermogensrechten op onderzoeksresultaten;
o auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cf. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz.
▪ Vermogensrechten betreffen de mogelijkheid om een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk of onderzoeksresultaat op om het even welke wijze of in welke vorm geheel of gedeeltelijk te (laten) reproduceren (reproductie- en mededelingsrecht, adaptatie- en vertalingsrecht, recht tot verhuring en uitlening).
▪ Onderzoeksresultaten zijn resultaten van onderzoek of ontwikkeling die gerealiseerd worden in het kader van onderwijsactiviteiten (stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz.), met uitzondering van werken van letterkunde en kunst, maar met inbegrip van computerprogramma’s en databanken.
▪ Morele rechten zijn de rechten die de intieme band tussen de auteur en zijn stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. beschermen, onder meer het recht tot bekendmaking. Auteursrechten betreffen de uitsluitende morele en vermogensrechten die toekomen aan de maker van tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cf. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie.
§ 2. Auteursrechten
▪ De auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende intellectuele eigendom (cf. artikel 2, §7), zoals artistiek of vormgevend werk of een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. komen toe aan de student indien hij het werk zelfstandig heeft gecreëerd. Ingeval meerdere personen hebben bijgedragen tot de creatie van het ingediende werk is het auteursrecht verdeeld en moet de student de schriftelijke toestemming hebben van alle medeauteurs alvorens hij het werk publiek bekend kan maken (bijv. door deel te nemen aan symposia, manifestaties, festivals, wedstrijden e.d.). In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekendgemaakt worden.
▪ De Hogeschool Gent en de betrokken faculteit/School of Arts krijgen een gebruiksrecht op het werk van de student in het kader van tentoonstellingen, toonmomenten, concerten, voorstellingen en communicatie over de school en de opleidingen. In dat verband zal de student zich niet beroepen op de aan de auteur toegekende vermogensrechten om een eventueel gebruik van het werk door de Hogeschool Gent te verbieden of in te perken, op voorwaarde dat zijn naam vermeld wordt zoals bij wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk is.
▪ Indien de student artistiek en/of vormgevend werk, dat tot stand kwam tijdens en in het kader van zijn studie aan de faculteit/School of Arts, kenbaar maakt aan derden tijdens een tentoonstelling, concert, voorstelling of in een andere presentatievorm, dan zal de student steeds de Hogeschool Gent en de betrokken faculteit/School of Arts vermelden.
§ 3. Vermogensrechten op onderzoeksresultaten
▪ Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoeksresultaten die gegenereerd worden binnen de Hogeschool Gent en onderzoeksresultaten die ontstaan in een extern bedrijf.
▪ Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten gebruik maakt van of beroep doet op middelen of uitrusting van de Hogeschool Gent (bijv. specifieke onderzoeksinfrastructuur, specifieke onderzoekslicenties, inhoudelijke begeleiding door personeel van de Hogeschool Gent waarbij die hun specifieke expertise inbrengen in het project/onderzoek, enz.) komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de Hogeschool Gent.
▪ Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor commercialisering en/of maatschappelijke implementatie zal in een schriftelijke overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student bevestigd worden dat de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toekomen aan de Hogeschool Gent en zullen in deze overeenkomst bepalingen worden opgenomen betreffende het verloop van de valorisatieprocedure. In deze overeenkomst kan de Hogeschool Gent ook afstand
doen van zijn rechten, kunnen afspraken opgenomen worden betreffende het aandeel van de student en eventuele vergoeding van de student.
▪ Voor de onderzoeksresultaten ontstaan in het kader van de stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. uitgevoerd bij een externe organisatie wordt de toewijzing van de vermogensrechten geregeld via schriftelijke overeenkomst tussen de student, de Hogeschool Gent (de betrokken faculteit/School of Arts) en de externe organisatie.
§ 4. Bekendmaking, archivering en reproductie
▪ Ingeval de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. betrekking hebben op onderzoeksresultaten waarvan de vermogensrechten toekomen aan de Hogeschool Gent kan de student het werk enkel publiek bekend maken mits de schriftelijke toestemming van de decaan. In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekendgemaakt worden.
▪ Iedere belanghebbende heeft het recht zich te verzetten tegen de reproductie van (bepaalde delen) van een stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk, enz. ingeval deze vertrouwelijke informatie van of over derden bevat of indien dit noodzakelijk is voor de intellectuele bescherming en/of valorisatie van de onderzoeksresultaten.
▪ De Hogeschool Gent heeft het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. te archiveren en de tekstcomponent van de bachelorproef en de scriptie van de masterproef elektronisch via het intranet beschikbaar te stellen. Haar docenten hebben het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. te citeren in het kader van onderwijs of wetenschappelijke werkzaamheden, steeds met vermelding van de bron en de naam van de auteur(s). Verder hebben haar docenten en studenten het recht de ingediende stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, enz. geheel of gedeeltelijk te kopiëren voor zover deze reproductie uitsluitend bestemd is voor privégebruik of voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden.
Deel I. Voorwaarden inzake inschrijving
Artikel 4. Algemene bepalingen
De toelatingsvoorwaarden die in volgende artikelen worden bepaald gelden zowel voor de inschrijving voor een opleiding als voor een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, ongeacht het contract. Als er wordt vastgesteld dat men niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden is de inschrijving nietig.
Artikel 5. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële bacheloropleiding
§ 1. Algemene inschrijvingsvoorwaarden
Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma’s:
1. een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap;
2. een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
3. een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid;
4. een HBO5 diploma;
5. een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma’s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan de hogeschool kandidaat- studenten welke in een land van binnen of buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding.
Volgende studiebewijzen vallen onder punt 5 hierboven:
▪ Belgische studiebewijzen:
o een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap;
o een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs;
o een diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer;
o een diploma van technisch ingenieur;
o een diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium;
o een diploma van de hogere technische school van de derde graad;
o een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding die leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect;
o een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger onderwijs van sociale promotie of hoger beroepsonderwijs niveau 5 of een getuigschrift/getuigschriften/deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs niveau 5 waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal;
o een bachelordiploma of gelijkwaardig;
o een masterdiploma of gelijkwaardig;
o een kandidaatsdiploma of gelijkwaardig.
▪ Buitenlandse studiebewijzen:
o een Europees “Baccalaureaatsdiploma”, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland;
o een “Diplôme du baccalauréat international (BI)”, uitgereikt door het “L’Organisation du Baccalauréat International” te Genève (IBO);
§ 2.
o een Luxemburgs «diplôme de Fin d’Etudes secondaires» of «diplôme de Fin d’Etudes secondaires techniques»;
o een Nederlands diploma “Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs” (VWO);
o een Nederlands “Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propaedeutisch examen”;
o een Nederlands diploma “Middelbaar beroepsonderwijs” (MBO) van ten minste 3-
4 jaar met kwalificatieniveau 4 (enkel toelating tot professioneel gerichte bachelor);
o een Frans diploma «Baccalauréat» (minimum score 10/20);
o een Duits diploma “Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife (Abiturprüfung)”;
o een “High school diploma” (USA) met een ‘record of transcript’ (puntenlijst), dat ten minstens 4 AP’s (Advanced Placements) vermeldt;
o een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO);
o een bachelordiploma of gelijkwaardig;
o een masterdiploma of gelijkwaardig.
Afwijkende inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma: toelatingsonderzoek
1° Voorwaarden deelname toelatingsonderzoek:
Om deel te kunnen nemen aan het toelatingsonderzoek moet de kandidaat voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake taal.
Het toelatingsonderzoek kan worden aangevraagd door:
▪ kandidaat-studenten die niet voldoen aan de voormelde inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma, op voorwaarde dat ze minimaal de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben op 31 december van het academiejaar waarvoor ze eerstkomend kunnen inschrijven;
▪ vluchtelingen en ontheemden;
▪ virtuozen, zijnde personen die een bepaalde discipline op een uitzonderlijke wijze beheersen.
▪ houders van een getuigschrift van het secundair-na-secundair;
▪ kandidaat-studenten die de AUGent HAVO-piste met goed gevolg doorlopen hebben.
2° Procedure:
De kandidaat meldt zich aan bij de Hogeschool Gent begeleider toelatingsonderzoek van de directie Onderwijs (xxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx) om de voorwaarden van deelname aan het toelatingsonderzoek en procedure van het toelatingsonderzoek te bespreken. De begeleider deelt mee:
▪ dat het toelatingsonderzoek gebeurt in het Nederlands;
▪ dat voor virtuozen experts bij het onderzoek betrokken worden;
▪ welke de overige modaliteiten van het onderzoek zijn (op welke manier, waar, wanneer, enz.).
Vervolgens dient de kandidaat een schriftelijk dossier in bij de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het samenstellen en de inhoud van zijn dossier.
3° Toelating tot inschrijving:
De beslissing van de Validerende Instantie, gebaseerd op het resultaat van het toelatingsonderzoek, wordt schriftelijk meegedeeld aan de kandidaat. De toelating geldt voor alle bacheloropleidingen van de instellingen die tot de Associatie Universiteit Gent behoren. Om zich te kunnen inschrijven, moet de kandidaat ook voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven. Als bijkomende voorwaarde om te kunnen inschrijven, vindt een oriënterend gesprek plaats tussen de kandidaat en een studietrajectbegeleider of een medewerker van de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven. Op die manier wordt gegarandeerd dat de kandidaat goed geïnformeerd is en dat zijn inschrijving weloverwogen gebeurt.
Artikel 6. Diplomavoorwaarden voor inschrijving in een initiële masteropleiding
De toegang tot de masteropleiding kan via volgende wegen:
1. rechtstreeks: doorstromen in de masteropleiding met een door de Hogeschool Gent vastgelegde academische bachelor met specifieke opleidingskenmerken;
2. een voorbereidingsprogramma voor academische bachelors andere dan bedoeld in 1;
3. een schakelprogramma voor professioneel gerichte bachelors;
4. een buitenlands gelijkwaardig verklaard bachelordiploma waarbij de School of Arts op basis van de diplomasupplementen bepaalt via welke weg (zoals bepaald in 1, 2 of 3) een student toegang heeft tot een masteropleiding.
Artikel 7. Diplomavoorwaarden voor de inschrijving in vervolgopleidingen
§ 1. Bachelor-na-bacheloropleiding
Bachelor-na-bacheloropleidingen staan alleen open voor kandidaat-studenten die al in het bezit zijn van een graad van bachelor met specifieke opleidingskenmerken. De faculteit/School of Arts kan de inschrijving afhankelijk maken van een onderzoek naar geschiktheid en bekwaamheid van de student om de opleiding te volgen. Het verloop van dit onderzoek wordt opgenomen in het facultair/School of Arts reglement.
De toegang gebeurt via volgende wegen:
1. rechtstreeks: minstens één professioneel gerichte bacheloropleiding geeft rechtstreeks toegang;
2. een voorbereidingsprogramma;
3. een buitenlands gelijkwaardig verklaard bachelordiploma waarbij de faculteit/School of Arts op basis van de diplomasupplementen bepaalt via welke weg (zoals bepaald in 1 of 2) een student toegang heeft tot een bachelor-na-bacheloropleiding.
§ 2. Master-na-master
Master-na-masteropleidingen staan alleen open voor kandidaat-studenten die in het bezit zijn van een graad van master met specifieke opleidingskenmerken. De School of Arts kan de inschrijving afhankelijk maken van een onderzoek naar geschiktheid en bekwaamheid van de student om de opleiding te volgen. Het verloop van dit onderzoek wordt opgenomen in het School of Arts reglement.
De toegang gebeurt via volgende wegen:
1. rechtstreeks: minstens één masteropleiding geeft rechtstreeks toegang;
2. een voorbereidingsprogramma;
3. een buitenlands gelijkwaardig verklaard masterdiploma waarbij de School of Arts op basis van de diplomasupplementen bepaalt via welke weg (zoals bepaald in 1 of 2) een student toegang heeft tot een master-na-master.
§ 3. Postgraduaat
Voor de toelating tot een postgraduaatsopleiding is, in functie van de aard van de opleiding, een graad van bachelor of master vereist. De faculteit/School of Arts kan de inschrijving afhankelijk maken van een onderzoek naar geschiktheid en bekwaamheid van de student om de opleiding te volgen. Het verloop van dit onderzoek wordt opgenomen in het facultair/School of Arts reglement.
§ 4. Permanente vorming
De inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma worden bepaald aan de hand van de inhoud en de aard van de permanente vorming. Het bestuurscollege beslist over de toelatingsvoorwaarden voor de permanente vorming.
§ 5. Schakelprogramma
Voor de toelating tot het schakelprogramma voorafgaand aan de masteropleiding is een professionele graad van bachelor vereist.
§ 6. Voorbereidingsprogramma
Voor de toelating tot het voorbereidingsprogramma voorafgaand aan de masteropleiding is een academische graad van bachelor vereist. Voor de toelating tot het voorbereidingsprogramma voorafgaand aan een bachelor-na-bachelor is een graad van bachelor vereist.
§ 7. Specifieke lerarenopleiding
De toegang tot de specifieke lerarenopleiding kan via volgende wegen:
1. xxxxxx zijn van een diploma van master, van een diploma van een academische opleiding van de tweede cyclus of van een diploma van de tweede cyclus van een hogeschoolopleiding van academisch niveau;
2. xxxxxx zijn van een academisch gerichte bacheloropleiding en zich tevens inschrijven voor een erop aansluitende masteropleiding. Slagen voor de specifieke lerarenopleiding is slechts mogelijk na het behalen van het masterdiploma.
Artikel 8. Inschrijvingsvoorwaarden inzake taal
§ 1. Bij de inschrijving voor een Nederlandstalige opleiding moet de kandidaat- student
bewijzen voldoende kennis te hebben van de Nederlandse taal:
▪ of door het afleveren van een bewijs van minstens één met vrucht voltooid leerjaar in het Nederlandstalig secundair onderwijs;
▪ of door het afleveren van een bewijs van geslaagd zijn voor een opleiding of één of meer opleidingsonderdelen, met een totale studieomvang van minstens 60 studiepunten in het Nederlandstalig hoger onderwijs;
▪ of door het afleggen van een taaltest. Het behaalde taalattest moet het bewijs leveren dat de student een niveau ‘Vantage’ in het Europees Referentiekader (hierna afgekort als ERK B2) bezit.
Een niveau ERK B2 komt overeen met:
o een attest van slagen in niveau 5 aan het Universitair Centrum voor Talenonderwijs Gent;
o of een attest van slagen voor de Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen op niveau ERK B2 (d.i. ITNA-test);
o of een attest van slagen in richtgraad 3 niveau 8 aan een Centrum voor Volwassenenonderwijs;
o of een certificaat ‘Nederlands als vreemde taal’, profiel van ‘professionele taalvaardigheid’ van de Nederlandse Taalunie.
In uitzondering op het bovenvermelde geldt het volgende: voor een inschrijving in de opleidingen waarvoor een artistieke toelatingsproef of oriënteringsproef georganiseerd wordt, kan het taalniveau van de kandidaat-student beoordeeld worden als onderdeel van de toelatingsproef of oriënteringsproef. Studenten die niet voldoende kennis van het Nederlands bij de toelatingsproef of oriënteringsproef kunnen aantonen en bij inschrijving geen attest van slagen niveau ERK B2 hebben moeten zich tegelijkertijd met de studies inschrijven in een taalinstituut. Er wordt a priori niet geëist dat de student op het einde van het academiejaar niveauattesten voorlegt. De taalvorderingen worden wel geëvalueerd en bindende voorwaarden voor taal kunnen opgelegd worden indien de vorderingen niet voldoende zijn.
§ 2. De hogeschool kan de toelating tot de eerste inschrijving voor een in een andere taal dan
het Nederlands aangeboden opleiding afhankelijk stellen van een toets over de kennis van de gebruikte onderwijstaal.
Voor de inschrijving in de Engelstalige masteropleidingen waarvoor een oriënteringsproef georganiseerd wordt, kan het taalniveau van anderstalige kandidaat-studenten worden beoordeeld als onderdeel van de oriënteringsproef. Studenten die niet voldoende kennis van het Engels bij de oriënteringsproef kunnen aantonen, moeten zich tegelijkertijd met de studies inschrijven in een taalinstituut. Er wordt a priori niet geëist dat de student op het einde van het academiejaar niveauattesten voorlegt. De taalvorderingen worden wel geëvalueerd en bindende voorwaarden voor taal kunnen opgelegd worden indien de vorderingen niet voldoende zijn.
§ 3. Voor postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen kunnen in het facultair/School
of Arts reglement specifieke taalvereisten opgenomen worden.
Artikel 9. Inschrijvingsvoorwaarden inzake leerkrediet
§ 1. Toelating tot een initiële bacheloropleiding:
Bij inschrijving in een initiële bacheloropleiding wordt de student toegelaten ten belope van zijn nog voorhanden zijnde leerkrediet. Een individuele uitzondering kan worden toegestaan op basis van een gemotiveerde aanvraag, gericht aan de studietrajectbegeleider. De schriftelijke aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De student die zich op basis van de goedkeuring van deze aanvraag mag inschrijven, betaalt het gewone studiegeld.
Na afloop van het 1ste semester wordt het leerkrediet aangevuld ten belope van het aantal verworven credits in het 1ste semester. Een student kan ten belope van het nieuw opgebouwde leerkrediet een nieuwe inschrijving via diplomacontract nemen voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
Voor studenten die reeds een bachelordiploma behaalden:
Bij inschrijving in een initiële bacheloropleiding wordt de student die reeds een bachelordiploma behaalde, toegelaten ten belope van zijn nog voorhanden zijnde leerkrediet. Een individuele uitzondering kan worden toegestaan op basis van een gemotiveerde schriftelijke aanvraag gericht aan de faculteit/School of Arts. De schriftelijke aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. De student die zich op basis van de goedkeuring van deze aanvraag mag inschrijven, betaalt het gewone studiegeld.
§ 2. Toelating tot een initiële masteropleiding:
De student die voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma voor een initiële masteropleiding wordt ongeacht de stand van zijn leerkrediet toegelaten tot die initiële masteropleiding. De student betaalt het gewone studiegeld.
Voor studenten die reeds een masterdiploma behaalden:
Bij inschrijving in een initiële masteropleiding wordt de student die reeds een masterdiploma behaalde, toegelaten ten belope van zijn nog voorhanden zijnde leerkrediet. Een individuele uitzondering kan worden toegestaan op basis van een gemotiveerde schriftelijke aanvraag gericht aan de faculteit/School of Arts. De schriftelijke aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. De student die zich op basis van de goedkeuring van deze aanvraag mag inschrijven, betaalt het gewone studiegeld.
§ 3. Studenten die inschrijven voor een initiële bacheloropleiding of een initiële
masteropleiding met een creditcontract kunnen zich inschrijven ten belope van hun nog voor handen zijnde leerkrediet.
Artikel 10. Inschrijvingsvoorwaarden inzake studievoortgang: weigering inschrijving
voor een bacheloropleiding, een masteropleiding, een voorbereidingsprogramma of een schakelprogramma
§ 1. Weigering van inschrijving in dezelfde opleiding met een diplomacontract of
examencontract voor het behalen van een diploma
1° Bindende voorwaarden bij een 2de inschrijving in dezelfde opleiding:
Wanneer een student ingeschreven met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor minder dan 60% van de opgenomen studiepunten credits heeft behaald, krijgt hij volgende bindende voorwaarde opgelegd wanneer hij zich opnieuw voor dezelfde opleiding inschrijft: de student moet tijdens de 2de inschrijving met diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor dezelfde opleiding voor minstens 60% van de opgenomen studiepunten credits verwerven.
De decaan kan tevens bij de 2de inschrijving bijkomende bindende voorwaarden in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van begeleidingsmaatregelen: studiemethodiek, monitoraat of andere begeleidingen;
▪ het slagen voor (bepaalde) opleidingsonderdelen die hernomen moeten worden.
2° Weigering 3de inschrijving in dezelfde opleiding:
Wanneer vastgesteld wordt dat de student bij de 2de inschrijving niet voldaan heeft aan bovenvermelde bindende voorwaarden wordt de student geweigerd voor een 3de inschrijving voor eenzelfde opleiding. Bij een weigering van 3de inschrijving voor dezelfde opleiding met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma kan ook niet meer ingeschreven worden via een creditcontract of examencontract voor het behalen van een creditbewijs.
Omwille van uitzonderlijke omstandigheden kan de student een gemotiveerde schriftelijke aanvraag richten aan de studietrajectbegeleider.
De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Een student kan slechts éénmaal per academiejaar binnen dezelfde opleiding een aanvraag indienen om omwille van uitzonderlijke omstandigheden alsnog de toestemming te krijgen om zich in te schrijven in deze opleiding. Indien hem dit geweigerd wordt, geldt deze weigering voor de volledige duur van het betreffende academiejaar.
De decaan kan tevens bij de 3de inschrijving bijkomende bindende voorwaarden in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van begeleidingsmaatregelen: studiemethodiek, monitoraat of andere begeleidingen;
▪ het slagen voor (bepaalde) opleidingsonderdelen die hernomen moeten worden.
§ 2. Weigering van inschrijving in eender welke opleiding met een diplomacontract of
examencontract voor het behalen van een diploma
De inschrijving van een student wordt geweigerd, ongeacht eerder opgelegde – al dan niet nagekomen – bindende voorwaarden, wanneer de student na drie academiejaren van inschrijving voor een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma voor minder dan één derde van de gedurende die inschrijvingen opgenomen studiepunten credits heeft verworven.
Bij een weigering van een inschrijving in om het even welke opleiding met een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma kan ook niet meer ingeschreven worden via een creditcontract of examencontract voor het behalen van een creditbewijs.
Omwille van uitzonderlijke omstandigheden kan de student een gemotiveerde schriftelijke aanvraag richten aan de studietrajectbegeleider.
De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Een student kan slechts éénmaal per academiejaar binnen dezelfde opleiding een aanvraag indienen om omwille van uitzonderlijke omstandigheden alsnog de toestemming te krijgen om zich in te schrijven in deze opleiding. Indien hem dit geweigerd wordt, geldt deze weigering voor de volledige duur van het betreffende academiejaar.
De decaan kan tevens bij deze inschrijving bijkomende bindende voorwaarden in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van begeleidingsmaatregelen: studiemethodiek, monitoraat of andere begeleidingen;
▪ het slagen voor (bepaalde) opleidingsonderdelen die hernomen moeten worden.
§ 3. Weigering van inschrijving met een creditcontract of examencontract met het oog op het
behalen van een creditbewijs
Een derde inschrijving wordt de student geweigerd wanneer hij zich al tweemaal voor dat opleidingsonderdeel heeft ingeschreven zonder het creditbewijs te halen onafhankelijk van de contractsoort.
Bij een weigering van inschrijving met een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs kan ook niet meer ingeschreven worden via een diplomacontract of examencontract voor het behalen van een diploma.
Omwille van uitzonderlijke omstandigheden kan de student een gemotiveerde schriftelijke aanvraag richten aan de studietrajectbegeleider.
De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Een student kan slechts éénmaal per academiejaar binnen dezelfde opleiding een aanvraag indienen om omwille van uitzonderlijke omstandigheden alsnog de toestemming te krijgen om zich voor dat opleidingsonderdeel in te schrijven met een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs. Indien hem dit geweigerd wordt, geldt deze weigering voor de volledige duur van het betreffende academiejaar.
Indien de faculteit/School of Arts beslist dat een student omwille van uitzonderlijk omstandigheden toch toegestaan wordt om voor de derde maal in te schrijven voor een opleidingsonderdeel waarvoor hij nog geen creditbewijs behaalde, kan de decaan tevens bij deze inschrijving bijkomende bindende voorwaarden in het kader van studievoortgangsbewaking opleggen:
▪ geen vrije keuze bij samenstelling van het jaarprogramma;
▪ het volgen van begeleidingsmaatregelen: studiemethodiek, monitoraat of andere begeleidingen;
▪ het slagen voor (bepaalde) opleidingsonderdelen die hernomen moeten worden.
§ 4. Voor de toepassing van bovenstaande bepalingen worden ook eventuele voorafgaande
inschrijvingen aan andere instellingen van hoger onderwijs in rekening gebracht.
Artikel 11. Bijkomende inschrijvingsvoorwaarden inzake inschrijving in de
academische bachelor- en masteropleidingen van de School of Arts
§ 1. Artistieke toelatingsproef
Niemand wordt toegelaten tot de bacheloropleidingen, schakelprogramma’s en voorbereidingsprogramma’s in het Drama, in de Muziek, in de Audiovisuele en in de Beeldende kunsten, zonder geslaagd te zijn voor een artistieke toelatingsproef eigen aan deze opleidingen/opleidingsonderdelen. Deze artistieke toelatingsproef, georganiseerd door de School of Arts, wordt afgenomen door een commissie die is samengesteld uit personeelsleden van de School of Arts en externe experts. De regels van de organisatie en de evaluatie van de toelatingsproef worden opgenomen in het School of Arts reglement of in een specifiek daartoe opgemaakt reglement dat goedgekeurd is door de raad van de School of Arts. Het slagen in een toelatingsproef betekent niet dat de kandidaat-student ontlast wordt om te voldoen aan alle andere toelatingsvoorwaarden.
§ 2. Oriënteringsproef
Studenten die hun academische bachelor niet behaald hebben aan de Hogeschool Gent worden niet toegelaten tot een (master-na-)masteropleiding in de kunsten zonder deelgenomen te hebben aan een oriënteringsproef eigen aan deze opleidingen. Deze oriënteringsproef, georganiseerd door de School of Arts, wordt afgenomen door een oriënteringscommissie die samengesteld is uit personeelsleden. De regels van de organisatie en de evaluatie van de oriënteringsproef worden opgenomen in het School of Arts reglement of in een specifiek daartoe opgemaakt reglement dat goedgekeurd is door de raad van de School of Arts. Deelname aan een oriënteringsproef betekent niet dat de kandidaat-student ontlast wordt om te voldoen aan alle andere toelatingsvoorwaarden.
Artikel 12. Inschrijvingsvoorwaarden inzake afzonderlijke opleidingsonderdelen via
creditcontract of examencontract voor het behalen van credits
Een student die niet voldoet aan de inschrijvingsvoorwaarden inzake diploma/getuigschrift kan voor zover hij voldoet aan alle andere inschrijvingsvoorwaarden, zich inschrijven voor een beperkt aantal afzonderlijke opleidingsonderdelen onder een credit- of examencontract voor het behalen van credits op voorwaarde dat uit een onderzoek blijkt dat de betrokkene voldoet aan de begincompetenties van het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen. Kandidaat- studenten moeten een gemotiveerde schriftelijke aanvraag richten aan de studietrajectbegeleider. Voor een creditcontract wordt de aanvraag ingediend uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. Voor een examencontract voor het behalen van credits wordt de aanvraag ingediend uiterlijk op 15 februari.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Artikel 13. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen
§ 1. Iedere kandidaat-student die wenst te studeren op grond van een buitenlands diploma of
getuigschrift moet een aanvraagdossier indienen.
Voor het onderzoek betreffende de toelating tot bacheloropleidingen van de faculteiten richt de kandidaat-student zijn aanvraagdossier tot de directie Onderwijs via e-mail (xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx) rekening houdend met de procedures en deadlines zoals vermeld op de website (zie xxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx- buitenlandse-student/).
§ 2. Voor de opleidingen van de School of Arts, meldt de kandidaat-student zich met zijn
aanvraagdossier aan bij de dienst Studentenaangelegenheden van de School of Arts rekening houdend met de procedures en deadlines zoals vermeld op de website (zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx).
§ 3. Een volledig aanvraagdossier dient te omvatten:
1° Een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, dat onder meer een verklaring omvat betreffende:
▪ de solvabiliteit van de toekomstige student;
▪ de ziekteverzekering van de toekomstige student;
▪ de eventueel bijkomende opleidingsspecifieke vereisten.
2° Een geldig verblijfsdocument voor België of documenten die het verblijfsstatuut of de verblijfsprocedure van de student aantonen, of bij ontstentenis hiervan een internationaal paspoort. In het laatste geval krijgt de kandidaat-student bij goedkeuring van zijn aanvraagdossier een document waarmee hij via de Belgische ambassade of een Belgisch consulaat het studentenvisum voor België aanvraagt.
3° Een kopie van de behaalde diploma’s, getuigschriften of studiebewijzen en addenda (diplomasupplement, vakinhoud voor aanvraag vrijstellingen). Deze kopieën dienen gelegaliseerd te zijn of voor eensluidend verklaard, al naargelang het land van herkomst.
▪ Bij aanvraag op grond van een buitenlands diploma secundair onderwijs waarvan de gelijkwaardigheid niet is erkend in Vlaanderen dient er een originele verklaring aan het dossier te worden toegevoegd, opgemaakt door het Ministerie van Onderwijs in het land van herkomst waaruit blijkt dat het diploma van secundair onderwijs toegang verleent tot universitaire studies in het land waar het werd uitgereikt;
▪ Bij aanvraag op grond van een diploma hoger onderwijs moet het dossier een verklaring bevatten die de aard, de studieomvang en de studieduur van dat buitenlands einddiploma hoger onderwijs vermeldt.
4° Een overzicht van alle niet beëindigde studies in het Hoger Onderwijs in binnen- en buitenland met de examenresultaten.
5° Een APS–certificaat (Akademische Prüfstelle) conform de bepalingen van de Vlaamse Gemeenschap voor kandidaat-studenten uit de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx. De Chinese kandidaat- studenten bekomen het certificaat na het succesvol doorlopen van een screening met betrekking tot het academisch niveau van de student (nazicht documenten, interview en testen) via het academisch evaluatiecentrum gelinkt aan de Duitse ambassade in Beijing (China). Het APS-certificaat is ook een vereiste voor het krijgen van een studentenvisum.
6° Een attest waaruit blijkt dat men voldoet aan de opleidingsspecifieke taalvoorwaarden.
§ 4. Vertalingen, door een beëdigd vertaler via de Rechtbank van Eerste Aanleg in België of
via de Belgische ambassade of het consulaat in het land van herkomst van de documenten, zijn noodzakelijk indien de documenten van het dossier niet in het Xxxxxx, Xxxxx, Duits of Nederlands zijn opgemaakt.
§ 5. Na ontvangst en goedkeuring van het volledige dossier wordt door de HoGent een attest
“Toelating tot de opleiding” opgemaakt. Dit attest wordt samen met het dossier overgemaakt aan de betrokken faculteit/School of Arts, waarna de kandidaat de verdere inschrijvingsformaliteiten kan vervullen aan de faculteit/School of Arts die de gekozen opleiding aanbiedt.
Deel II. Inschrijving
Artikel 14. Algemene bepalingen
§ 1. Een student schrijft zich in voor zover hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, inclusief
de taalvoorwaarden. De inschrijving is gebonden aan een bepaald academiejaar.
§ 2. De inschrijving van een student die niet voldoet aan de decretale en reglementaire
toelatingsvoorwaarden is nietig.
§ 3. Van zodra de student de inschrijving heeft ondertekend, is hij ingeschreven en is hij
studiegeld en de bijzondere studiekosten verschuldigd. Indien er nog een openstaande factuur gerelateerd aan een vorige inschrijving aan de Hogeschool Gent onbetaald is op het ogenblik van de inschrijving, dient deze eerst betaald te worden vooraleer tot een nieuwe inschrijving wordt overgegaan. Men kan slechts deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en/of examens afleggen nadat alle inschrijvingsformaliteiten (ondertekenen van de toetredingsovereenkomst, betalen van het inschrijvingsgeld en bijzondere studiekosten) vervuld zijn.
§ 4. De student verklaart zich akkoord met het vastgelegde jaarprogramma via ondertekening.
Het zich akkoord verklaren met het jaarprogramma maakt deel uit van de toetredingsovereenkomst en is een voorwaarde om deel te nemen aan de examens. Voor deelname aan de examens is geen extra registratie nodig. De toetredingsovereenkomst tussen de student en de HoGent kan tot stand komen via elektronische weg. De student ontvangt, via xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxx.xx, zijn inschrijvingsgegevens ter goedkeuring en ondertekening. Indien de student materiële vergissingen vaststelt, meldt hij dit schriftelijk aan de studentenadministratie:
▪ uiterlijk op 1 december voor de opleidingsonderdelen van semester 1 en de jaar- opleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor de opleidingsonderdelen van semester 2.
Indien de student geen melding doet van materiële vergissingen, wordt de student geacht zijn via ibamaflex bezorgde inschrijvingsgegevens te aanvaarden.
§ 5. Een student kan zich binnen één academiejaar voor eenzelfde opleidingsonderdeel niet
meer dan één keer inschrijven ongeacht het soort contract.
§ 6.
§ 7.
Een student kan zich binnen één academiejaar voor meerdere opleidingen inschrijven. Een student die bijkomende opleidingsonderdelen, naast de verplichte
opleidingsonderdelen of keuzeopleidingsonderdelen opneemt, moet voor de bijkomende opleidingsonderdelen een inschrijving met een creditcontract nemen. Deze opleidingsonderdelen maken geen deel uit van de studie voor het behalen van het diploma maar resulteren bij slagen in een creditbewijs.
§ 8.
§ 9.
Een voorlopige inschrijving is niet mogelijk.
De bepalingen over het inschrijven zijn niet van toepassing op inkomende
uitwisselingsstudenten. Een student die ingeschreven is aan een buitenlandse partnerinstelling en die onderwijsactiviteiten volgt aan de Hogeschool Gent, voor zover dit deel uitmaakt van een officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma of -overeenkomst, is een inkomende uitwisselingsstudent. De inkomende uitwisselingsstudenten moeten zich bij de Hogeschool Gent online registreren in moveon voor 31 mei in het academiejaar voorafgaand aan hun studies aan de Hogeschool Gent (voor onderwijsactiviteiten in het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen) of voor 15 november van het lopende academiejaar (voor onderwijsactiviteiten in het 2de semester). De faculteit/School of Arts staat in voor de verdere opvolging van het dossier van de in moveon geregistreerde inkomende uitwisselingstudent. Bij aankomst in de Hogeschool Gent moeten de inkomende uitwisselingstudenten zich laten registreren als gaststudent in de studentenadministratiedatabank. Door registratie verklaart de inkomende uitwisselingsstudent zich, voor de betrokken periode in de Hogeschool Gent, akkoord met de bepalingen van de onderwijs- en examenregeling. De Hogeschool Gent verstrekt op het einde van de studieperiode aan de student een Transcript of Records met de opgenomen opleidingsonderdelen, het behaalde examenresultaat of de vermelding afwezig, en de verworven credits.
§ 10. Met uitzondering van §1 en §2 zijn bovenvermelde inschrijvingsbepalingen niet van
toepassing op kandidaat-studenten die uitsluitend op grond van een bewijs van bekwaamheid en/of EVK’s de competenties eigen aan een welomschreven opleiding bezitten en zich registreren voor het uitreiken van een diploma.
Artikel 15. Inschrijvingsdata
§ 1. Diplomacontract en creditcontract
1° Uiterlijk op 1 december:
De student die opleidingsonderdelen van het 1ste semester of jaaropleidingsonderdelen wil opnemen moet zich inschrijven uiterlijk op 1 december. De student kan zich tevens voor opleidingsonderdelen van het 2de semester inschrijven.
2° Vanaf 1 december t.e.m. 15 maart:
De student kan zich voor opleidingsonderdelen van het 2de semester inschrijven. Het volgen van een deeltijds modeltraject in het tweede semester kan enkel, rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid van opleidingsonderdelen, zoals bepaald in het facultair/School of Arts reglement. Bij een laattijdige inschrijving bestaat de mogelijkheid dat de evaluatie van bepaalde opleidingsonderdelen en de toekenning van examencijfers al voorbij zijn. Indien geen 2de examenkans voorzien is in hetzelfde academiejaar kan de student deze opleidingsonderdelen niet in zijn diplomacontract opnemen.
§ 2. Examencontract
Voor een examencontract kan de student zich inschrijven t.e.m. 15 maart.
In afwijking hiervan kan een student die in de eerste of tweede examenperiode een diploma behaalt mits deliberatie van een opleidingsonderdeel zich in hetzelfde academiejaar voor het gedelibereerde opleidingsonderdeel inschrijven met een examencontract om toch dit creditbewijs te behalen in de derde examenperiode. De student dient hiertoe een aanvraag in uiterlijk 3 kalenderdagen na de feedback van de tweede examenperiode. Voor opleidingsonderdelen
waarvoor in de derde examenperiode geen examen kan afgelegd worden, is deze inschrijving niet mogelijk.
§ 3. Voor bachelor-na-bacheloropleidingen, master-na-masteropleidingen, postgraduaten en
permanente vormingen kunnen in het facultair/School of Arts reglement afwijkende inschrijvingsdata opgenomen worden.
Artikel 16. Procedure van inschrijving
§ 1. Eerste inschrijving
Studenten die zich voor het eerst in de Hogeschool Gent inschrijven moeten zich persoonlijk aanmelden voor de inschrijving en aantonen dat ze voldoen aan alle inschrijvingsvoorwaarden. Ze moeten o.m. volgende documenten voorleggen bij inschrijving:
▪ een geldig Belgisch identiteitsbewijs of verblijfsdocument (bij ontstentenis hiervan dient men zich aan te melden bij de directie Onderwijs);
▪ een diploma secundair onderwijs;
▪ de documenten m.b.t. voorgaande studies hoger onderwijs.
§ 2. Herinschrijving
Personen die al student zijn aan de Hogeschool Gent, krijgen na de tweede of derde examenperiode de richtlijnen van de faculteit/School of Arts voor een herinschrijving.
Bij de inschrijving moet men rekening houden met het feit dat het soort contract en het jaarprogramma zo snel mogelijk vastgelegd en ondertekend moeten worden.
§ 3. Attesten van inschrijving
De student ontvangt volgende attesten in functie van het contract:
1° Diplomacontract en creditcontract:
Studenten die inschrijven voor een diploma- of creditcontract ontvangen na inschrijving een studentenkaart en de inschrijvingsbewijzen voor het ziekenfonds en de openbare vervoersmaatschappijen.
Na de inschrijving worden de inschrijvingsgegevens voor het kinderbijslagfonds en voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Studietoelagen rechtstreeks aan de betrokken instellingen overgemaakt. Het overmaken van de studiegegevens aan de Afdeling Studietoelagen staat los van de aanvraag voor een studietoelage die de student zelf doet.
2° Examencontract:
Studenten die inschrijven voor een examencontract krijgen een bewijs van inschrijving en een studentenkaart.
§ 4. Een student kan bij verlies, diefstal of beschadiging van zijn studentenkaart een nieuwe
studentenkaart aanvragen bij de Centrale Studentenadministratie via xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx. Bij aanvraag van een nieuwe studentenkaart, wordt de student een administratieve kost van € 15,00 aangerekend tenzij de studentenkaart een technisch defect vertoont zonder uiterlijke schade of de student een aangiftebewijs van diefstal van de oorspronkelijke studentenkaart kan voorleggen.
Artikel 17. Aard van de inschrijving
Een student schrijft zich in voor:
▪ een opleiding of meerdere opleidingen tegelijk en/of;
▪ een schakel- of voorbereidingsprogramma en/of;
▪ een postgraduaatsopleiding en/of;
▪ een permanente vorming en/of;
▪ een opleidingsonderdeel of meerdere opleidingsonderdelen, die behoren tot één of meer opleidingen. Indien een student een overdracht voor een deelopleidingsonderdeel of een deelvrijstelling verwierf, schrijft hij/zij zich voor het volledige opleidingsonderdeel in.
Artikel 18. Soorten contracten
§ 1. Diplomacontract
Met een diplomacontract schrijft een student zich in met het oog op het behalen van een diploma/getuigschrift van een bepaalde opleiding of programma. Inschrijven met een diplomacontract houdt het recht in deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten, te genieten van onderwijsondersteunende faciliteiten en examens af te leggen over de opleidingsonderdelen die deel uitmaken van het jaarprogramma waarvoor de student is ingeschreven (uitgezonderd eventuele vrijstellingen en/of eerder behaalde credits).
§ 2. Creditcontract
Een student schrijft zich in voor één of een beperkt aantal opleidingsonderdelen en legt daarvoor examens af met het oog op het behalen van een creditbewijs per geslaagd opleidingsonderdeel (minstens 10 op 20). Een graad van verdienste, een getuigschrift of het diploma van een opleiding kan niet verleend worden aan een student ingeschreven met een creditcontract. Inschrijven met een creditcontract houdt het recht in deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten, te genieten van onderwijsondersteunende faciliteiten en examens af te leggen over de opleidingsonderdelen die deel uitmaken van het contract.
Voor een inschrijving met een creditcontract is de toelating van de faculteit/School of Arts noodzakelijk, ook in geval van herinschrijving. De toestemming kan uitsluitend verleend worden voor opleidingsonderdelen waarvoor inschrijving met creditcontract mogelijk is op basis van de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid, de vereiste begincompetenties, de toelatingsvereisten en de praktisch organisatorische haalbaarheid van deze opleidingsonderdelen. De student richt zijn schriftelijk gemotiveerde aanvraag voor toelating tot inschrijving met een creditcontract tot de studietrajectbegeleider. De student maakt bij de aanvraag de lijst over van de te volgen opleidingsonderdelen, rekening houdend met de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid, de vereiste begincompetenties en de toelatingsvereisten voor deze opleidingsonderdelen, zoals opgenomen in de studiefiche en/of het facultair/School of Arts reglement. De faculteit/School of Arts zal op basis van alle elementen beslissen over de toelating van inschrijving met een creditcontract.
Voor stages, werkplekleren, bachelorproeven, masterproeven kan nooit ingeschreven worden met een creditcontract.
§ 3. Examencontract
Een student kan zich inschrijven om uitsluitend examens af te leggen met het oog op:
▪ het behalen van een diploma van een opleiding of een getuigschrift van een schakelprogramma/voorbereidingsprogramma of;
▪ het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
Met een examencontract kan er niet worden ingeschreven voor een opleiding in afstandsonderwijs, een bachelor-na-bacheloropleiding, een master-na-master, een postgraduaat en een permanente vorming.
Met een examencontract kan er niet worden ingeschreven voor opleidingsonderdelen die wegens hun aard de aanwezigheid tijdens de onderwijsactiviteiten vergen of begeleiding vereisen.
Voor een inschrijving met een examencontract is toelating van de faculteit/School of Arts noodzakelijk, ook in geval van herinschrijving. De toestemming kan uitsluitend verleend worden voor opleidingsonderdelen waarvoor inschrijving met examencontract mogelijk is. De student richt zijn schriftelijk gemotiveerde aanvraag voor toelating tot inschrijving met een examencontract tot de studietrajectbegeleider.
Bij het verlenen van de toestemming tot inschrijving met examencontract moet, onverminderd de toelatingsvoorwaarden, voldaan worden aan de toelatingsvereisten van de betreffende opleidingsonderdelen, zijnde de begincompetenties, de volgtijdelijkheid en de gelijktijdigheid van het betrokken opleidingsonderdeel zoals opgenomen in de studiefiche en/of het facultair/School of Arts reglement.
Bij het evalueren van een aanvraag voor een examencontract wordt tevens rekening gehouden met volgende hoedanigheden:
▪ werkstudent;
▪ student met bijzonder statuut;
▪ student met een functiebeperking;
▪ student die inschrijft tussen 1 december t.e.m. 15 maart met een diplomacontract voor opleidingsonderdelen voor het 2de semester en ook opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen wil opnemen om aldus in het betreffende academiejaar credits te kunnen verwerven.
De student met een examencontract kan niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en kan geen gebruik maken van de onderwijsondersteunende faciliteiten of van de begeleiding die de hogeschool biedt, met inbegrip van persoonlijke begeleiding via het elektronisch leerplatform. De student kan enkel gebruik maken van het elektronisch leerplatform voor het bekomen van leermateriaal, niet voor onderwijskundige begeleiding. Hij is enkel ingeschreven voor het afleggen van examens. Indien hij toch de onderwijsactiviteiten wenst bij te wonen, of een beroep wenst te doen op begeleiding, moet hij zich voor de betrokken opleidingsonderdelen inschrijven met een diplomacontract.
De graad of het diploma van een opleiding kan niet verleend worden aan een student die ingeschreven is met een examencontract voor het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
§ 4. Verschillende contracten
Een student kan binnen één academiejaar en binnen één opleiding meerdere inschrijvingen nemen met verschillende contracten maar nooit voor eenzelfde opleidingsonderdeel. Bij combinatie van een examencontract voor het behalen van een diploma én een diplomacontract zullen de examenresultaten behaald via beide contracten samen als examenbeslissing voor een opleiding en de toekenning van het diploma behandeld worden.
Artikel 19. Soorten studietrajecten
§ 1. Een studietraject heeft betrekking op de wijze waarop het opleidingsprogramma wordt
doorlopen.
Het soort studietraject wordt bepaald bij inschrijving:
▪ een modeltraject of;
▪ een geïndividualiseerd traject.
§ 2. Een modeltraject is een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van
studenten.
§ 3. Een geïndividualiseerd traject is een studietraject op maat van de individuele student. De
opportuniteit van het doorlopen van een geïndividualiseerd traject wordt getoetst, rekening houdende met de volgtijdelijkheid, de gelijktijdigheid, de haalbaarheid in hoofde van de student (studievoortgang en studie-efficiëntie) en in functie van de organisatie van de opleidingsonderdelen.
Een student die een geïndividualiseerd traject wenst te volgen, richt een schriftelijke aanvraag tot de faculteit/School of Arts uiterlijk op 15 oktober en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De student die een geïndividualiseerd traject wenst aan te vragen, zal zijn aanvraag laten adviseren door de studietrajectbegeleider.
De faculteit/School of Arts beslist over het al dan niet toekennen van een geïndividualiseerd traject.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Wanneer een student geen toelating krijgt om in te schrijven met een geïndividualiseerd traject of wanneer het aangevraagde geïndividualiseerd traject geweigerd wordt, geldt deze beslissing voor alle soorten contracten.
Artikel 20. Vrijstellingen/deelvrijstellingen
Een student die houder is van eerder verworven kwalificaties (EVK) of van een bewijs van bekwaamheid op basis van eerder verworven competenties (EVC) kan bij de faculteit/School of Arts (deel)vrijstellingen aanvragen voor bepaalde (deel)opleidingsonderdelen.
§ 1. Procedure voor vrijstelling/deelvrijstelling op basis van eerder verworven kwalificatie
(EVK)
Een student die op basis van EVK’s, zijnde creditbewijzen/getuigschriften van slagen, een vrijstelling/deelvrijstelling wenst te krijgen, richt een aanvraag aan de studietrajectbegeleider:
▪ uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen. Bij inschrijving vanaf 1 oktober, richt men de aanvraag aan de studietrajectbegeleider binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving;
▪ voor 1 maart voor opleidingsonderdelen van het tweede semester. Bij inschrijvingen vanaf
15 februari, richt men de aanvraag aan de studietrajectbegeleider binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving.
De student bezorgt samen met de schriftelijke aanvraag de nodige originele bewijsstukken (attest/getuigschrift/diploma/creditbewijs/studiefiche, enz.).
De faculteit/School of Arts zal de aanvraag behandelen in functie van welomschreven competenties, de inhoud en de studieomvang van het (deel)opleidingsonderdeel. De faculteit/School of Arts kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend onderzoek vereist is. De faculteit/School of Arts neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van (deel)vrijstellingen op basis van EVK’s.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is.
Wanneer een vrijstelling op basis van EVK toegekend wordt voor een (deel)opleidingsonderdeel zal geen examencijfer van het creditbewijs overgenomen worden bij de inschrijving noch bij de examenbeslissing.
§ 2. Procedure voor (deel)vrijstelling op basis van eerder verworven competenties (EVC)
Een student die op basis van EVC’s (deel)vrijstellingen wenst te krijgen, moet bij zijn aanvraag een bewijs van bekwaamheid voorleggen.
1° Het behalen van een bewijs van bekwaamheid:
Een student die een bewijs van bekwaamheid voor bepaalde competenties of voor alle competenties van een bepaalde opleiding wil bekomen, richt een schriftelijke aanvraag via het standaard aanvraagformulier aan de decaan van de betrokken opleiding.
De student bezorgt samen met de aanvraag het portfolio dat alle relevante bewijsstukken in verband met de aangevraagde competenties bevat. Het aanvraagformulier samen met het portfolio moet nagezien worden door de Hogeschool Gent EVC-begeleider. Voor de opmaak van het portfolio kan tevens een beroep gedaan worden op de EVC-begeleider. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het samenstellen en de inhoud van zijn dossier. Het bekwaamheidsonderzoek voorziet dat, indien nog bijkomende informatie noodzakelijk is om te kunnen oordelen over de competenties, de decaan kan beslissen een bijkomend onderzoek te organiseren.
Het bekwaamheidsonderzoek start na betaling van de bijdrage.
Het al dan niet erkennen van competenties zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden.
De student ontvangt een bewijs van bekwaamheid bij een positief resultaat van het onderzoek. Het bewijs van bekwaamheid vermeldt de competenties die verworven zijn eigen aan het niveau
van een bachelor, een master of van een welomschreven opleiding, (deel)opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen.
2° Vrijstellingen/deelvrijstellingen op basis van een bewijs van bekwaamheid:
Een student die een bewijs van bekwaamheid heeft gekregen, komt eventueel in aanmerking voor het aanvragen van (deel)vrijstellingen. Hij richt hiertoe een aanvraag uiterlijk 15 kalenderdagen na het ontvangen van het bewijs van bekwaamheid, binnen de grenzen van de vastgelegde inschrijvingsdata. De student bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag aan de studietrajectbegeleider.
De faculteit/School of Arts neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen/deelvrijstellingen.
De beslissing zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is.
Wanneer een vrijstelling op basis van EVC toegekend wordt voor een (deel)opleidingsonderdeel zijn er geen creditbewijzen en zal geen examencijfer gehanteerd worden bij inschrijving noch bij examenbeslissing.
§ 3. Geldigheidsduur van EVK’s en bewijzen van bekwaamheid
Een EVK en een bewijs van bekwaamheid blijven onbeperkt geldig.
Artikel 21. Overdrachten van deelopleidingsonderdelen
Voor een deelopleidingsonderdeel waarvoor een student slaagt (minstens 10 op 20) wordt het examencijfer binnen dezelfde opleiding van de Hogeschool Gent behouden en overgedragen naar een volgende voor het opleidingsonderdeel georganiseerde examenperiode en/of een volgend academiejaar. Overdrachten zijn in principe onbeperkt geldig.
Artikel 22. Werkstudent
Bij inschrijving moet de student vermelden dat hij werkstudent is. De student kan zich tot de dienst Studentenaangelegenheden van de faculteit/School of Arts richten om de nodige documenten in te dienen en/of een dossier samen te stellen.
Een werkstudent is een persoon die:
▪ in het bezit is van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand of in het bezit is van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgesteld traject naar werk en;
▪ nog niet in het bezit is van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma en;
▪ ingeschreven wordt in een specifiek studietraject voor werkenden.
Een jobstudent is geen werkstudent. Een jobstudent valt niet onder het regime van werknemer. De jobstudent mag slechts een beperkt aantal dagen werken per jaar en mag werken onder een gunstig fiscaal regime. (zie xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
Artikel 23. Student met een functiebeperking
Een student met een functiebeperking die in aanmerking wenst te komen voor individuele onderwijs- en examenmaatregelen, meldt bij inschrijving dat hij een functiebeperking heeft. De student met een functiebeperking (al dan niet geregistreerd bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) kan zich tot de studietrajectbegeleider richten om de nodige documenten in te dienen en/of een dossier samen te stellen.
Volgende functiebeperkingen worden geregistreerd:
▪ motorische functiebeperking;
▪ auditieve functiebeperking;
▪ visuele functiebeperking;
▪ leerstoornis;
▪ chronische ziekte;
▪ psychiatrische functiebeperking;
▪ overige.
Artikel 24. Bijzonder statuut
De Hogeschool Gent onderscheidt volgende vier categorieën van studenten die in aanmerking komen voor het toekennen van een bijzonder statuut:
▪ erkende topsporter;
▪ student-ondernemer;
▪ student-kunstbeoefenaar, uitgezonderd studenten die een externe kunstbeoefening uitoefenen welke volledig aansluit bij hun opleiding of afstudeerrichting in School of Arts KASK-Koninklijk Conservatorium;
▪ student met een mandaat in:
o de bestuursorganen van de Hogeschool Gent en/of de Associatie Universiteit Gent;
o de studentenraad van de Hogeschool Gent en/of de Associatie Universiteit Gent;
o de participatiecommissies en/of de opleidingscommissies van de Hogeschool Gent;
o de raden, commissies en werkgroepen van de Hogeschool Gent;
o de raden, commissies en werkgroepen buiten de Hogeschool Gent zoals VLHORA, VLOR, VVS;
o de politiek.
Een student die in aanmerking wil komen voor een ‘bijzonder statuut’ moet een aanvraag indienen die door de Commissie Bijzonder Statuut wordt beoordeeld. De studietrajectbegeleider kan de student bijstaan bij de voorbereiding van de aanvraag. Een aanvraag ‘bijzonder statuut’ gebeurt schriftelijk via het daartoe bestemde aanvraagformulier gericht aan de contactpersoon zoals vermeld op het aanvraagformulier. De aanvraag wordt ingediend uiterlijk op 15 oktober en bij laattijdige inschrijving binnen 15 kalenderdagen na inschrijving. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen aanvragen later ingediend worden. De uitzonderlijkheid moet worden aangetoond.
De Commissie Bijzonder Statuut beslist over het toekennen van het ‘bijzonder statuut’ binnen 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag bij de contactpersoon. Ze bezorgt bij erkenning een attest ‘bijzonder statuut’ aan de student en brengt tezelfdertijd de faculteit/School of Arts op de hoogte. De erkenning is slechts één academiejaar geldig en moet door de student elk jaar opnieuw worden aangevraagd.
Artikel 25. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen
§ 1. Individuele onderwijs- en examenmaatregelen kunnen een student toegekend worden op
basis van een attest waaruit blijkt dat hij werkstudent is, een geattesteerde functiebeperking of een attest ‘bijzonder statuut’, of om medische redenen of in geval van uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden.
Een individuele onderwijs- en examenmaatregel is een redelijke aanpassing op maat om de gelijkheid van kansen voor de student te waarborgen, zodat hij volwaardig kan participeren aan onderwijs- en examenactiviteiten. Deze maatregel voldoet aan de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking.
▪ Noodzakelijkheid: zonder deze maatregel kan de student niet volwaardig deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten;
▪ Uitvoerbaarheid: de maatregel mag geen aantoonbare onevenredige belasting teweegbrengen voor de organisatie;
▪ Verdedigbaarheid: de maatregel is te verantwoorden t.o.v. betrokkenen;
▪ Competentiebewaking: de maatregel mag de beoogde eindcompetenties niet aantasten. Enkel het proces om deze competenties te verwerven, wordt aangepast.
§ 2. Voorbeelden van individuele onderwijs- en examenmaatregelen die desgevallend
toegekend kunnen worden:
▪ veranderen van klas of groep om een aangepast uurrooster te bekomen, wanneer meer dan één klas of groep georganiseerd wordt;
▪ toelating tot beperkte afwezigheid, met dien verstande dat dit niet meer kan zijn dan opgenomen is in het facultair/School of Arts reglement betreffende de regeling voor niet- periodegebonden evaluatie;
▪ verplaatsen van practica of stages;
▪ verplaatsen van examens tijdens het academiejaar, exclusief vakantieperiodes en voor zover mogelijk;
▪ het aanpassen van indiendata voor opdrachten;
▪ het voorzien van een vervangingsopdracht;
▪ digitaal ter beschikking stellen van cursussen;
▪ aangepaste onderwijs- en evaluatievormen;
▪ ICT-toepassingen (o.a. voorleessoftware, spraaksoftware, …);
▪ enz.
§ 3. Aanvraagprocedure erkenning en toepassing individuele onderwijs- en
examenmaatregelen
Het verkrijgen van individuele onderwijs- en examenmaatregelen gebeurt op uitdrukkelijke en individuele vraag van de student. De voorbereiding van de aanvraag gebeurt samen met de studietrajectbegeleider. De student draagt de volle verantwoordelijkheid voor de inhoud en de volledigheid van het dossier. De student die op basis van een bijzonder statuut individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvraagt, moet het bewijs ‘bijzonder statuut’ bij de aanvraag voegen. De student die op basis van uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden, statuut werkstudent, medische redenen en/of functiebeperkingen individuele onderwijs- en examenmaatregelen aanvraagt, moet de noodzakelijke attesten bij de aanvraag voegen.
De student richt daartoe een schriftelijk verzoek, via het daartoe bestemde aanvraagformulier, aan de faculteit/School of Arts.
▪ Onderwijsmaatregelen vraagt de student zo snel mogelijk aan;
▪ Examenmaatregelen voor niet-periode gebonden evaluaties moet de student aanvragen vóór de start van de onderwijsactiviteiten;
▪ Voor examenmaatregelen in de examenperiodes moet de aanvraag tijdig en uiterlijk vier lesweken voor de start van de examenperiode zoals opgenomen in de academische kalender van de faculteit/School of Arts ingediend worden. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen aanvragen later ingediend worden. De uitzonderlijkheid moet worden aangetoond.
De verkregen examenmaatregelen voor de eerste examenkans blijven geldig voor de tweede examenkans binnen het lopende academiejaar.
De maatregelen zijn pas van kracht na de beslissing van de faculteit/School of Arts.
Bij een nieuwe aanvraag in volgende academiejaren zal de student opnieuw de attesten moeten voorleggen uitgezonderd de student met een blijvende functiebeperking.
§ 4. Concretisering van de individuele onderwijs- en examenmaatregelen
De faculteit/School of Arts beslist over de toe te kennen individuele onderwijs- en examenmaatregelen en houdt hierbij rekening met de criteria van noodzakelijkheid, uitvoerbaarheid, verdedigbaarheid en competentiebewaking. De student bespreekt samen met de studietrajectbegeleider de concrete uitvoering van de individuele maatregelen.
§ 5. De student die oordeelt dat hem redelijke aanpassingen geweigerd werden, kan zich
wenden tot de ombudspersoon voor interne bemiddeling.
§ 6. De student met een functiebeperking die oordeelt dat hem redelijke onderwijs- en
examenmaatregelen geweigerd werden, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. De student stelt een verzoek tot heroverweging van een ‘weigering van een aanpassing’ in binnen een vervaltermijn van vijftien kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de gemotiveerde beslissing wordt bekendgemaakt aan de student. Deze vervaltermijn wordt opgeschort tijdens de sluiting van de studentensecretariaten in het Kerstreces en in het
zomerreces. De student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten aan de Beroepscommissie Aanpassing i.k.v. functiebeperking. Het beroep moet op straffe van niet- ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden naar het diensthoofd Studentenaangelegenheden van de directie Onderwijs (de datum van de poststempel geldt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de directie Onderwijs, waar een exemplaar door het secretariaat wordt afgestempeld, ondertekend en terugbezorgd aan de student. (adres: Xxxxxxx xx Xxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxx)
De Beroepscommissie wordt ad hoc samengesteld en bestaat uit:
▪ Het diensthoofd Studentenaangelegenheden van de directie Onderwijs of een door hem aangeduide vervanger als voorzitter;
▪ Een stafmedewerker van de dienst Studentenaangelegenheden van de directie onderwijs;
▪ Een diensthoofd of een stafmedewerker van een dienst Studentenaangelegenheden van een andere faculteit/School of Arts dan deze van de student.
De Beroepscommissie Aanpassing i.k.v. functiebeperking behandelt het intern beroep op stukken (de gemotiveerde beslissing van de faculteit/School of Arts, en het gemotiveerde beroep van de student), desgevallend na de student en/of de decaan of een door hem aangeduide vervanger, gehoord te hebben, hetzij op zijn verzoek, hetzij op het verzoek van de commissie. De Beroepscommissie Aanpassing i.k.v. functiebeperking neemt een gemotiveerde beslissing die bindend is voor iedereen binnen de instelling. Van de behandeling ten gronde van dit beroep wordt een proces-verbaal opgesteld.
De interne beroepsprocedure dient binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld, afgehandeld te zijn. De student wordt per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van de gemotiveerde beslissing. Deze beslistermijn wordt opgeschort tijdens de sluiting van de studentensecretariaten in het Kerstreces en in het zomerreces.
Na uitputting van de interne beroepsprocedure kan een student extern beroep aantekenen bij de Raad van State.
Artikel 26. Gelijktijdige inschrijvingen voor opeenvolgende opleidingen/programma’s of
voor eenzelfde opleiding met verschillende afstudeerrichtingen
§ 1. Een student kan aanvragen om zich in hetzelfde academiejaar gelijktijdig in te schrijven
voor opleidingen/programma’s die elkaar opvolgen in afwijking van de toelatingsvoorwaarden zoals bijv. een professioneel gerichte bachelor en een schakelprogramma, een professioneel gerichte bachelor en een bachelor-na-bachelor, een academische bachelor en een master, een master en een master-na-master, een voorbereidingsprogramma en een master-na-master, een professioneel gerichte bachelor en een postgraduaat, enz.
Een student, ingeschreven in het diplomajaar, kan gelijktijdig inschrijven voor dezelfde opleiding met een andere afstudeerrichting, zonder in het bezit te zijn van het diploma van de desbetreffende opleiding.
§ 2. De student dient een schriftelijke aanvraag in uiterlijk op 15 oktober voor
opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
De opportuniteit van een gelijktijdige inschrijving wordt getoetst, rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, de haalbaarheid in hoofde van de student (studievoortgang en studie-efficiëntie) en in functie van de organisatie van de opleidingsonderdelen.
§ 3. Voor het behalen van het diploma van de masteropleiding is het noodzakelijk dat de
onderliggende academische bachelor of het voorbereidings- of schakelprogramma met succes is voltooid.
Voor het behalen van het diploma van de bachelor-na-bacheloropleiding is het bezit van het diploma van de onderliggende bacheloropleiding noodzakelijk.
Voor het behalen van het diploma van de specifieke lerarenopleiding of master-na- masteropleiding is het bezit van het diploma van de onderliggende masteropleiding noodzakelijk.
Voor het behalen van het postgraduaatsgetuigschrift is het bezit van het diploma van de onderliggende bachelor- of masteropleiding noodzakelijk.
Artikel 27. Inschrijving voor eenzelfde opleiding waarvoor men reeds het diploma bezit
Bij de inschrijving voor een bachelor- of masteropleiding waarvan een student reeds het diploma bezit, geldt de voorwaarde dat de student nog opleidingsonderdelen voor een studieomvang van ten minste 30 studiepunten moet volgen.
De student richt een schriftelijke aanvraag uiterlijk op 15 oktober voor opleidingsonderdelen van het eerste semester en jaaropleidingsonderdelen en uiterlijk op 15 februari voor opleidingsonderdelen van het tweede semester.
De beslissing van de faculteit/School of Arts zal aan de student meegedeeld worden:
▪ binnen de 30 kalenderdagen na de aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar of;
▪ binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag en uiterlijk op 1 maart, indien de aanvraag ingediend werd na de aanvang van het academiejaar.
Artikel 28. Wijzigen van inschrijving/stopzetten van contract/uitschrijving
§ 1. Wijzigen van inschrijving
1° Een wijziging van inschrijving kan zijn:
▪ een wijziging van soort contract;
▪ een wijziging van jaarprogramma;
▪ een wijziging van opleiding of afstudeerrichting (heroriënteren).
De student die de inschrijving wenst te wijzigen, heeft hierover een gesprek met de studietrajectbegeleider. De student dient te voldoen aan alle inschrijvingsvoorwaarden van het gewijzigde contract of de gewijzigde opleiding of opleidingsonderdelen.
Aan een wijziging van inschrijving kunnen financiële gevolgen verbonden zijn: de student kan een bijkomende vordering ontvangen of er kan een terugbetaling aan de student volgen.
Er dient uitvoering gegeven te worden aan alle inschrijvingsvoorwaarden en -modaliteiten voortvloeiend uit de wijzigingen van het contract.
2° Procedure wijzigen van inschrijving:
1. Wijzigen van het soort studiecontract (diplomacontract, creditcontract, examencontract) kan slechts eenmaal per academiejaar gebeuren. Een wijziging van het soort contract impliceert geen overgang naar een nieuwe opleiding: de student blijft ingeschreven voor dezelfde opleiding of opleidingsonderdelen. De opleidingsonderdelen waarvoor examen werd afgelegd, kunnen niet meer gewijzigd worden van contract. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat/servicepunt ingediend worden. Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een jaarprogramma:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
2. Wijziging van jaarprogramma (wijziging inhoud contract):
De student kan extra opleidingsonderdelen opnemen in zijn contract of opleidingsonderdelen uit zijn jaarprogramma laten verwijderen of bijkomende vrijstellingen aanvragen. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de
studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat/servicepunt ingediend worden. Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een jaarprogramma:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
3. Xxxxxxxxx van opleiding of afstudeerrichting (heroriënteren):
Indien de student credits wenst te verwerven van zijn lopende opleiding of afstudeerrichting, is een wijziging van opleiding of afstudeerrichting slechts mogelijk na afloop van een semester. De beëindiging van het eerst aangegane contract heeft geen invloed op eventuele in het eerste semester behaalde creditbewijzen. De behaalde credits blijven behouden en kunnen eventueel gevaloriseerd worden binnen de andere opleiding of de andere afstudeerrichting indien zij daarin voorkomen. Een schriftelijke aanvraag tot wijziging kan in overleg met de studietrajectbegeleider, op het studentensecretariaat/servicepunt ingediend worden.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. wijzigingen van de inschrijving voor een opleiding of afstudeerrichting:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester.
§ 2. Stopzetten van een contract
Een student die meerdere contracten heeft aangegaan en één van deze contracten wenst te stoppen, dient dit schriftelijk te melden aan het betrokken studentensecretariaat/servicepunt. De dag van de afgifte van het verzoek tot stopzetting van een contract geldt als stopzettingsdatum. Het studentensecretariaat/servicepunt handelt het administratieve dossier af. In tegenstelling tot uitschrijven (§3) impliceert het stopzetten van een contract niet het verlies van de status ‘student’. De student heeft immers nog een contract lopen.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. stopzetting van een contract:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen;
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Aan een stopzetting van een contract zijn mogelijks financiële gevolgen verbonden.
§ 3. Uitschrijven
Een student die alle contracten (dus alle studies) in de loop van het academiejaar stopzet, moet de uitschrijving schriftelijk melden en de studentenkaart inleveren. De student kan hiertoe het uitschrijvingformulier gebruiken. Hij kan ondersteuning krijgen van de studietrajectbegeleider voor het invullen van het uitschrijvingformulier en een eventueel adviesgesprek. De schriftelijke melding gebeurt ten aanzien van het studentensecretariaat/servicepunt voor het afhandelen van zijn administratief dossier.
De poststempel of de verzenddatum van de mail geldt als uitschrijvingdatum. De student verliest de status ‘student’, met de eraan verbonden gevolgen voor studiegeld, kinderbijslag en beurstoelage.
Volgende data moeten gerespecteerd worden m.b.t. uitschrijven opdat de student geen leerkrediet verliest:
▪ uiterlijk op 1 december voor opleidingsonderdelen van het 1ste semester en jaaropleidingsonderdelen (financiële consequenties vanaf 1 november);
▪ uiterlijk op 15 maart voor opleidingsonderdelen van het 2de semester. Aan een uitschrijving zijn mogelijks financiële gevolgen verbonden.
§ 4. Financiële consequenties
Het verschuldigd studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van een contract (enkel geldig voor de initiële bachelor- en masteropleidingen, schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s en specifieke lerarenopleiding) is als volgt:
1° voor een diplomacontract en/of een creditcontract:
▪ ingeschreven voor opleidingsonderdelen van het eerste (inclusief jaaropleidingsonderdelen) en het tweede semester: te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract:
o vóór 1 november: enkel het vast bedrag dient betaald te worden;
o vanaf 1 november t.e.m. 15 maart: voor de opgenomen studiepunten van het eerste semester (inclusief jaaropleidingsonderdelen) dient het studiegeld betaald te worden;
o na 15 maart: het studiegeld is verschuldigd voor alle opgenomen studiepunten.
▪ ingeschreven voor uitsluitend opleidingsonderdelen van het tweede semester: te betalen studiegeld bij uitschrijving, stopzetting of wijziging van of in een contract:
o t.e.m. 15 maart: enkel het vast bedrag dient betaald te worden;
o na 15 maart: het studiegeld is verschuldigd voor alle opgenomen studiepunten.
▪ bij uitschrijving vóór de 2de dag van het academiejaar is geen studiegeld verschuldigd. 2° voor een examencontract:
▪ vanaf de 2de dag van het academiejaar dient het studiegeld voor de opgenomen
opleidingsonderdelen betaald te worden;
▪ bij uitschrijving vóór de 2de dag van het academiejaar is geen studiegeld verschuldigd.
Voor bachelor-na-bacheloropleidingen, master-na-masteropleidingen, postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen kunnen andere regels voor stopzetting gelden.
§ 5. Financieel voordeel bij heroriëntering binnen de Associatie Universiteit Gent
Bij heroriëntering voor 1 maart, binnen de Associatie Universiteit Gent en op voorlegging van het bewijs van uitschrijving bij één van de associatiepartners, zal de Hogeschool Gent als ‘ontvangende instelling’ de student een korting toestaan op het studiegeld ter waarde van het vast gedeelte ervan. Deze regel is enkel geldig voor initiële bachelor- en masteropleidingen.
Artikel 29. Studiegeld
§ 1.
§ 2.
Jaarlijks worden de bedragen van het studiegeld vastgelegd door het bestuurscollege. Het studiegeld voor het academiejaar 2015-2016 voor de initiële bachelor- en
masteropleidingen, de specifieke lerarenopleidingen na een masteropleiding, de schakelprogramma’s en de voorbereidingsprogramma’s wordt als volgt vastgesteld:
Studiegeld 2015- 2016 | Diploma- en/of creditcontract | Examencontract | ||
niet-beurs | bijna-beurs | beurs | ||
vast gedeelte | € 230,00 | € 230,00 | € 105,00 | € 105,00 |
variabel gedeelte | € 11,00 | € 4,00 | € 4,00 | |
modeltraject 60 stptn. | € 890,00 | € 470,00 | € 105,00 | € 345,00 |
§ 3. Het studiegeld bestaat uit een vast en een variabel bedrag per studiepunt. Voor sommige
vervolgopleidingen wordt daarenboven een bijzonder studiegeld gevorderd. Het variabel bedrag is afhankelijk van het soort contract en het aantal opgenomen studiepunten. Het vast bedrag is afhankelijk van het soort contract.
§ 4. Bij een diplomacontract voor een initiële bacheloropleiding en masteropleiding is het
studiegeld ook afhankelijk van het feit of een student een niet-beurstariefstudent, een bijna- beurstariefstudent of een beurstariefstudent is. De voorwaarden voor het aanvragen van een studietoelage bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Afdeling Studietoelagen zijn:
▪ een inschrijving voor een initiële bacheloropleiding of masteropleiding met een diplomacontract en;
▪ een studietraject van de student minstens 27 studiepunten. Deze voorwaarde geldt niet voor studenten die inschrijven in het academiejaar waarin ze hun diploma kunnen behalen (slechts éénmalig geldig).
Bij een creditcontract kunnen studenten het statuut van beurstarief- of bijna-beurstariefstudent aanvragen indien ze voldoen aan de financiële voorwaarden zoals bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen. Zij hebben echter geen recht op een studiefinanciering maar kunnen een verminderd studiegeldtarief aanvragen bij de directie Studentenvoorzieningen.
Bij een examencontract kan men enkel niet-beurstariefstudent zijn.
§ 5. Bij meerdere inschrijvingen geldt als algemene regel dat het vaste gedeelte van het
studiegeld slechts eenmaal per academiejaar verschuldigd is aan dezelfde instelling voor hoger onderwijs. Voor de berekening van het studiegeld worden alle inschrijvingen van een student voor één of meerdere opleidingen en/of voor één of meerdere opleidingsonderdelen onder diploma- en/of creditcontract dan ook beschouwd als één inschrijving.
In afwijking van deze algemene regel worden de inschrijvingen in bachelor-na- bacheloropleidingen of master-na-masteropleidingen en voor postgraduaten steeds beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen en worden de inschrijvingen van beurstariefstudenten eveneens beschouwd als afzonderlijke inschrijvingen.
§ 6. Bij inschrijving wordt met betrekking tot het betalen van het studiegeld een onderscheid
gemaakt tussen nieuwe studenten en herinschrijvers:
1° Nieuwe studenten die zich voor de eerste maal aanbieden voor een inschrijving bij de Hogeschool Gent:
▪ Studenten die rechtstreeks uitstromen uit het secundair onderwijs:
o Student heeft in het schooljaar voorafgaand aan zijn inschrijving aan de Hogeschool Gent een studiebeurs in het secundair onderwijs gekregen en kan bij inschrijving het bewijs van toekenning van een beurs voorleggen: de student betaalt het beurstarief bij inschrijving;
o Student heeft geen beurs in het secundair onderwijs gekregen of kan geen bewijs van toekenning van een studietoelage voorleggen bij inschrijving: de student dient het studiegeld als niet beursstudent te betalen.
▪ Studenten die reeds studies aan een hogeronderwijsinstelling volgden:
o Student kan het bewijs van toekenning van studietoelage van het academiejaar voorafgaand aan zijn inschrijving aan de Hogeschool Gent voorleggen: de student betaalt het beurstarief bij inschrijving;
o Student kan geen bewijs van toekenning van studietoelage van vorig academiejaar voorleggen: de student dient het studiegeld als niet beursstudent te betalen.
2° Studenten die reeds studies aan de Hogeschool Gent volgden: de studenten schrijven zich op elektronische wijze in. Het te betalen bedrag is gebaseerd op de beursstatus van het vorige academiejaar zoals opgenomen in de studentenadministratie.
De uiteindelijke verrekening van het volledige studiegeld zal gebeuren in functie van het soort contract, het aantal opgenomen studiepunten en het al dan niet beurstariefstudent zijn.
De student kan te allen tijde met zijn inschrijvingsdossier terecht bij de afdeling Zorg van de directie Studentenvoorzieningen die ondersteuning biedt bij de aanvraag voor een studietoelage of voor een financiële tussenkomst.
§ 7. Studenten moeten het studiegeld betalen. Wanneer de student het studiegeld, zoals op
dat moment gekend bij de studentenadministratie, niet vóór 1 november van het lopend academiejaar betaald heeft, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten. Bij inschrijving vanaf 15 oktober moet de student, binnen de 2 weken het studiegeld betaald hebben. Indien hier niet aan voldaan is, mag de student niet meer deelnemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten.
§ 8. Voor studenten met een ontoereikend leerkrediet wordt geen hoger studiegeld gevraagd
voor de studiepunten waarvoor de student op het ogenblik van de inschrijving geen leerkrediet heeft.
§ 9. De studiegelden en de terugbetalingsmodaliteiten voor de bachelor-na
bacheloropleidingen, master-na masteropleidingen en postgraduaten worden vastgelegd door het bestuurscollege en opgenomen in het facultair/School of Arts reglement.
§ 10. De studiegelden en terugbetalingsmodaliteiten voor de permanente vormingen worden
vastgelegd door het bestuurscollege.
Artikel 30. Bijzondere studiekosten
De faculteiten/School of Arts kunnen specifieke kosten voor gebruik van goederen en organiseren van specifieke evenementen aan de student doorrekenen voor zover deze rechtstreeks verband houden met de organisatie van de opleiding (bijv. losbladige fotokopieën in kleine aantallen, studie-uitstappen, globale aankopen van materiaal, studiereizen, het gebruik van klankstudio’s en zelfstudielokalen, enz.). Een raming van de bijzondere studiekosten wordt vermeld op de studiefiche, de regeling hierover ligt vast in het facultair/School of Arts reglement.
Artikel 31. Registratiekosten
Een student moet zich registreren voor het toekennen van een diploma wanneer:
▪ hij een diploma wenst te verwerven uitsluitend op grond van EVK’s en/of EVC’s;
▪ hij zich heeft ingeschreven voor twee opleidingen die elkaar opvolgen en hij het diploma van de vereiste vooropleiding niet behaalt in hetzelfde academiejaar als het diploma van de vervolgopleiding. Het diploma van de vervolgopleiding kan slechts uitgereikt worden wanneer het diploma van de vooropleiding behaald wordt. De student moet zich registreren voor het toekennen van het diploma van de vervolgopleiding in de examenperiode waarin hij het diploma van de vooropleiding behaalt.
De student betaalt € 50,00 voor de registratie met het oog op het uitreiken van een diploma.
Deel III. Organisatie van de onderwijsactiviteiten
Artikel 32. Contact- en afstandsonderwijs
Een opleiding wordt aangeboden via contactonderwijs en/of afstandsonderwijs. Contactonderwijs betekent dat de onderwijsactiviteiten gebonden zijn aan een bepaalde plaats. Een opleiding (een opleidingsonderdeel) via afstandsonderwijs gebeurt geheel of gedeeltelijk los van tijd en plaats. Er wordt voorzien in geschikt studie- en leermateriaal en de opleiding organiseert daartoe aangepaste begeleiding en evaluatie. Afstandsonderwijs is specifiek ontwikkeld voor werkenden en niet of minder mobiele (kandidaat-)studenten. Een opleiding in afstandsonderwijs is niet geschikt voor studenten die rechtstreeks uitstromen uit het secundair of heroriënteerders die in kader van de studievoortgang meer baat hebben aan contactonderwijs. Een uitzondering in het kader van individuele onderwijs- en examenmaatregelen kan toegestaan worden.
Artikel 33. Opleidingsprogramma
§ 1. Het bestuurscollege stelt voor elke opleiding een opleidingsprogramma vast. Dit bestaat
uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken.
Bij de vaststelling van het opleidingsprogramma houdt de hogeschool rekening met de bij of krachtens de wet, het decreet of de Europese richtlijn vastgelegde voorwaarden die de toegang tot bepaalde ambten of beroepen reguleren of andere voorschriften die betrekking hebben op de opleiding.
§ 2. Voor de graad van bachelor met kwalificatie verpleegkunde: het opleidingsprogramma is
conform de vastgelegde voorwaarden van de Europese Richtlijn 2005/36/EC, in het bijzonder artikel 31 over de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger. De opleiding die leidt tot de graad van bachelor met kwalificatie verpleegkunde die rechtstreeks toegang biedt tot het gereglementeerd beroep verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger omvat ten minste 4.600 uur theoretisch en klinisch onderwijs, waarbij de duur van het theoretisch onderwijs ten minste één derde en die van het klinisch onderwijs ten minste de helft van de minimumduur van de opleiding bedraagt. Een studiepunt staat gelijk met een studiebelasting van 26 uur voor een normstudent.
§ 3. Per opleiding worden de volgende elementen bepaald en bekendgemaakt via de
opleidingsfiche:
1. de doelstellingen en de eindcompetenties (leerresultaten) inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die de opleiding voltooit, dient te beschikken;
2. het opleidingsprogramma, opgedeeld in modeltrajecten met opleidingsonderdelen rekening houdend met de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid (zoals vermeld in het facultair/School of Arts reglement);
3. de studieomvang.
§ 4. De faculteiten/School of Arts voorzien in overgangsmaatregelen bij programmawijzigingen
zodat de student de reeds verworven credits voor opleidingsonderdelen en geslaagde examenresultaten voor deelopleidingsonderdelen kan valideren binnen het vernieuwde studieprogramma. De concordanties tussen bestaande en vernieuwde opleidingsprogramma’s worden via het facultair/School of Arts reglement bekendgemaakt.
Artikel 34. Opleidingsonderdelen en studieomvang
§ 1. De studieomvang van elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten en
bedraagt minimaal 3 studiepunten. De studieomvang van elk deelopleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten.
§ 2. Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en
evaluatieactiviteiten.
§ 3. Per opleidingsonderdeel worden volgende elementen bepaald en opgenomen in de
studiefiche:
▪ de studieomvang;
▪ de onderwijstaal;
▪ de tijdsorganisatie;
▪ de doelstellingen
▪ de inhoud;
▪ de begincompetenties;
▪ de eindcompetenties (leerresultaten);
▪ de onderwijsorganisatie (didactische werkvormen):
o hoorcollege (uiteenzettingen, lezing, enz.);
o werkcollege (oefeningenlessen, labo, atelier, trainingssessies, groepsdiscussies, practica, simulatiespelen, enz.);
o begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten (excursies, observaties, stages, scriptie, cases, projecten, papers, bachelorproef, enz.);
o zelfstudie (presentatie voorbereiden, literatuur doornemen, stage voorbereiden en verwerken, cursus instuderen, enz.) en het aantal uren evaluatie.
▪ de studiematerialen;
▪ de studiebegeleiding;
▪ de evaluatie (examen- en evaluatievormen en examen- en evaluatiemomenten);
▪ de studiekosten;
▪ de trefwoorden.
De studiefiches worden door de faculteitsraad/raad van de School of Arts goedgekeurd.
§ 4. Een opleidingsonderdeel gevolgd in het kader van een vrij te kiezen
keuzeopleidingsonderdeel heeft steeds de studieomvang en het aantal studiepunten van het gekozen opleidingsonderdeel.
§ 5. De toelatingsvereisten voor een opleidingsonderdeel via een creditcontract of een
examencontract worden opgenomen in het facultair/School of Arts reglement en/of de studiefiche.
§ 6. Een opleidingsonderdeel kan een enkelvoudig opleidingsonderdeel of een samengesteld
opleidingsonderdeel zijn. Een samengesteld opleidingsonderdeel bestaat uit minstens 2 deelopleidingsonderdelen. De in het opleidingsprogramma voorziene deelopleidingsonderdelen worden minimaal gekenmerkt door de naam, de categorieën onderwijs- en studieactiviteiten, een geheel studiepunt van minimaal 1 en een gewicht voor de beoordeling. Voor een deelopleidingsonderdeel kunnen geen credits verworven worden.
Artikel 35. Opleidingsonderdeel stage, bachelorproef, masterproef, scriptie, kunstwerk,
werkplekleren, praktijkopleidingsonderdeel enz.
§ 1. De regels over de inhoud, de organisatie en de evaluatie van een stage, bachelorproef,
masterproef, scriptie, kunstwerk, werkplekleren, enz. worden opgenomen in het facultair/School of Arts reglement of in een specifiek daartoe opgemaakte richtlijnenbundel goedgekeurd door de faculteitsraad/raad van de School of Arts.
§ 2. Studenten uit professioneel gerichte bacheloropleidingen moeten de tekstcomponent van
hun bachelorproef digitaal opladen via de hiervoor door de Hogeschool Gent voorziene applicatie. Studenten uit masteropleidingen moeten hun scriptie opladen via deze applicatie. Vertrouwelijke bachelorproeven en scripties zullen enkel consulteerbaar zijn door de betrokken actoren.
§ 3. De faculteit/School of Arts kan, in bijzondere gevallen en op objectieve gronden, de stage
of een ander praktisch opleidingsonderdeel vroegtijdig beëindigen, als de student door zijn gedragingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een beroep waartoe de opleiding die hij volgt, hem opleidt.
De student van wie de stage of het praktische opleidingsonderdeel met toepassing van het eerste lid vroegtijdig is beëindigd, heeft voor het betreffende opleidingsonderdeel geen recht op een tweede examenkans tenzij aan de opgelegde dwingende voorwaarden is voldaan.
Artikel 36. Deelname aan de onderwijsactiviteiten
§ 1. De studenten moeten deelnemen aan de onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de
studiefiches.
§ 2. Volgende regels moeten gerespecteerd worden:
1° Lesuren worden uitgedrukt in eenheden van 60 minuten;
2° Afwezigheid onderwijzend personeel: wanneer een onderwijzend personeelslid of zijn vervanger, zich binnen 15 minuten na het aanvangsuur niet heeft aangeboden, vraagt een afgevaardigde van de studenten bij het studentensecretariaat/servicepunt inlichtingen of instructies. Indien geen bevestiging verkregen wordt over de aanwezigheid van het onderwijzend personeelslid, wordt de onderwijsactiviteit uitgesteld. De studenten melden op het studentensecretariaat/servicepunt dat ze, na 15 minuten te wachten, de plaats van de onderwijsactiviteit verlaten.
3° Afwezigheid studenten tijdens onderwijsactiviteiten:
▪ Voor bepaalde onderwijsactiviteiten is de aanwezigheid tijdens de onderwijsactiviteiten verplicht bijv. onderwijsactiviteiten met niet-periodegebonden evaluatie, onderwijsactiviteiten die begeleiding vereisen, extra-muros activiteiten, enz. Wanneer de aanwezigheid verplicht is, staat dit vermeld in het facultair/School of Arts reglement of in de studiefiche of op de elektronische leeromgeving Chamilo;
▪ De student moet de afwezigheid op verplichte activiteiten omwille van gegronde redenen of in geval van overmacht (bijv. ziekte) legitimeren door middel van een attest en meedelen volgens de facultaire/School of Arts richtlijnen bekendgemaakt via de elektronische leeromgeving Chamilo. Enkel de melding ervan is geen erkenning als gewettigde afwezigheid. Een post factum-attest wordt niet aanvaard. Dixitattesten worden niet aanvaard.
4° Wijzigingen van uurroosters of leslokalen, afwezigheden van het onderwijzend personeel (occasioneel of langdurig) worden via de elektronische leeromgeving Chamilo en desgevallend ad valvas bekendgemaakt. Specifieke afspraken omtrent onderwijsactiviteiten tussen onderwijzende personeelsleden en studenten worden via de elektronische leeromgeving Chamilo en/of ad valvas bekendgemaakt.
Artikel 37. Onderwijsactiviteiten aan een andere faculteit/School of Arts binnen de
Hogeschool Gent, aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent of aan een andere Vlaamse hogeronderwijsinstelling
§ 1. Studenten die opleidingsonderdelen binnen hun opleiding wensen te volgen aan een
andere faculteit/School of Arts binnen de Hogeschool Gent of aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent moeten het daartoe bestemde formulier invullen en richten aan de decaan na advies van de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider treedt op als aanspreekpunt tussen de zendende en de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts en biedt ondersteuning bij het vastleggen van het jaarprogramma.
§ 2. Aan de uitwisseling met een andere faculteit/School of Arts binnen de Hogeschool Gent of
met een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent zijn drie voorwaarden gekoppeld:
1. de betreffende opleidingsonderdelen mogen niet voorkomen in één van de opleidingsprogramma’s van de zendende instelling/faculteit/School of Arts. In geval van twijfel beslist de bevoegde opleidingscommissie;
2. het handelt over opleidingsonderdelen die de student als uitwisselingsstudent mag volgen: de opleidingsonderdelen moeten deel uitmaken van hun jaarprogramma van de student in de zendende instelling/faculteit/School of Arts;
3. het akkoord van zowel de zendende als de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts.
§ 3. De opleidingsonderdelen die in een andere faculteit/School of Arts of aan een andere
instelling van de Associatie Universiteit Gent gevolgd worden, worden door de zendende faculteit/School of Arts van de Hogeschool Gent in het jaarprogramma van de student opgenomen. In de ontvangende instelling/faculteit/School of Arts wordt de student als gaststudent geregistreerd en krijgt het betreffende opleidingsonderdeel toegewezen.
De student vraagt zelf bij de ontvangende instelling de betreffende creditbewijzen of een equivalent ervan op.
§ 4. Studenten die opleidingsonderdelen wensen te volgen aan een Vlaamse hoger
onderwijsinstelling die geen deel uitmaakt van de Associatie Universiteit Gent, moeten zich richten tot de studietrajectbegeleider van hun opleiding voor de afhandeling van hun aanvraag.
Artikel 38. Onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap
§ 1. Een student ingeschreven met een diplomacontract aan de Hogeschool Gent, kan één of
meerdere onderwijsactiviteiten buiten de Vlaamse Gemeenschap realiseren. Alle onderwijsactiviteiten in het buitenland of in België maar buiten de Vlaamse Gemeenschap worden hierna steeds als ‘buitenlandse onderwijsactiviteit’ benoemd.
§ 2. Onderstaande bepalingen zijn van toepassing op buitenlandse onderwijsactiviteiten.
1° Aanvraag en registratie:
De registratie is een vereiste om gebruik te kunnen maken van de globale polis reisverzekering die de Hogeschool Gent heeft afgesloten:
▪ Bij buitenlandse onderwijsactiviteiten van één maand of langer, registreert de student zich online in moveon via xxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxx/;
▪ Bij buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand, registreert de student zich volgens de facultaire/School of Arts richtlijnen. De faculteit/School of Arts behoudt ten alle tijden het overzicht van dit soort buitenlandse onderwijsactiviteiten.
Eén maand wordt gedefinieerd als de periode van dag X in maand N tot dag X-1 in de volgende maand N+1.
2° Toelating:
Een Hogeschool Gent inschrijving met diplomacontract voor het academiejaar waarin de buitenlandse onderwijsactiviteit plaats zal vinden én de toelating van de faculteit/School of Arts zijn vereisten voor een buitenlandse onderwijsactiviteit.
Om toelating te verkrijgen:
▪ voor buitenlandse onderwijsactiviteiten korter dan één maand volgt de student de facultaire/School of Arts richtlijnen;
▪ voor buitenlandse onderwijsactiviteiten van één maand of langer moet over iedere student een facultaire/School of Arts beslissing genomen worden. Deze beslissing wordt door de faculteit/School of Arts meegedeeld aan de student vόόr 10 juli. Wanneer een student zich in uitzonderlijke omstandigheden bevindt (bijv. deelname aan de derde examenperiode, inschrijving van een nieuwe student, enz.), wordt de beslissing van de faculteit/School of Arts zo snel mogelijk genomen en steeds voor het vertrek naar het buitenland meegedeeld aan de student.
De student verbindt er zich toe:
▪ een geldig visum te bezitten, conform de consulaire vereisten van het betreffende land;
▪ tijdig de vereiste inentingen te nemen.
3° Programma buitenlandse onderwijsactiviteit:
Voor de buitenlandse onderwijsactiviteiten die één maand of langer duren, wordt het programma facultair/School of Arts beslist.
Indien de student opleidingsonderdelen opneemt in een buitenlandse partnerinstelling, bevat de beslissing van de faculteit/School of Arts een learning agreement en een Hogeschool Gent- leerovereenkomst. Een learning agreement vermeldt de in het buitenland op te nemen opleidingsonderdelen met het aantal studiepunten. De Hogeschool Gent-leerovereenkomst geeft een overzicht van de opleidingsonderdelen die in het buitenland zullen gevolgd worden (met inbegrip van de onderwijstaal), naast het overzicht van de opleidingsonderdelen van de
Hogeschool Gent die niet opgenomen worden in het jaarprogramma van de student. Het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd bij de partnerinstelling komt door omzetting overeen met het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen die niet opgenomen worden binnen de Hogeschool Gent.
Indien de student een opleidingsonderdeel in het kader van een Hogeschool Gent opleidingsprogramma volgt in het buitenland (bijv. stage, enz.), dient ook de inhoud van de activiteit door de faculteit/School of Arts beslist te worden.
De faculteit/School of Arts beslist over het jaarprogramma vóór 1 december voor wat betreft de buitenlandse onderwijsactiviteit in het 1ste semester en vóór 16 maart voor wat betreft de buitenlandse onderwijsactiviteit in het 2de semester.
De faculteit/School of Arts duidt per opleidingsonderdeel dat in het buitenland gevolgd wordt, een titularis aan in de Hogeschool Gent.
4° Evaluatie:
Voor de examens aan de partnerinstelling aanvaardt de student het daar geldende evaluatiesysteem en de geldende evaluatievorm. De verantwoordelijke internationalisering van de faculteiten/School of Arts ontvangt van de partnerinstelling voor elk opleidingsonderdeel aldaar gevolgd de officiële examenresultaten. De in de partnerinstelling behaalde examenresultaten worden desgevallend op basis van conversietabellen omgezet. Indien de student tijdens zijn verblijf aan een partnerinstelling voor een opleidingsonderdeel geen credits verwerft, kan de student de tweede examenkans in de Hogeschool Gent opnemen. In dat geval wordt voor deze niet verworven credits een ad hoc examenregeling uitgewerkt door de titularis.
Bij het volgen van opleidingsonderdelen in het buitenland in het kader van het Hogeschool Gent opleidingsprogramma (bijv. stage, enz.) gebeurt de beoordeling conform de onderwijs- en examenregeling van de Hogeschool Gent en de facultaire/School of Arts regelgeving ter zake (bijv. stagereglement).
Voor het toekennen van het diploma wordt de Hogeschool Gent geldende regelgeving gehanteerd.
5° Beurzen voor buitenlandse onderwijsactiviteiten:
Om in aanmerking te komen voor een beurs, verbindt de student er zich toe een volledig aanvraagdossier in te dienen volgens de richtlijnen die via de faculteit/School of Arts worden meegedeeld.
Het indienen van een aanvraagdossier garandeert niet automatisch de toekenning van een mobiliteitsbeurs.
Artikel 39. Ombudspersoon
§ 1. Taakomschrijving facultaire/School of Arts ombudspersoon
De ombudspersoon treedt op als bemiddelaar bij geschillen tussen een student en één of meerdere personeelsleden. Deze geschillen houden verband met:
▪ de toepassing van de onderwijs- en examenregeling en/of de rechtspositieregeling van de student;
▪ als onbillijk en onredelijk ervaren handelingen en beoordelingen. De ombudspersoon is hiertoe tot discretie verplicht.
Een klacht moet een omschrijving bevatten van de feiten waartegen ze gericht is.
De ombudspersoon ontvangt, onderzoekt en behandelt de klacht. Hij zal:
▪ via bemiddeling trachten een oplossing te bereiken in het belang van alle partijen. Indien de bemiddeling van de ombudspersoon geen voldoening schenkt kan de student zich richten tot de decaan;
▪ de indiener van de klacht inlichten over de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij de Interne Beroepscommissie.
Het onderzoek van de ombudspersoon wordt opgeschort wanneer en zolang naar aanleiding van de feiten een intern beroep, een tuchtprocedure of een gerechtelijke procedure is ingesteld.
De ombudspersoon brengt jaarlijks vóór 1 november verslag uit over zijn activiteiten bij de faculteitsraad/raad van de School of Arts.
§ 2. Studenten die klachten hebben kunnen zich richten tot de ombudspersoon of de decaan
van hun eigen faculteit / School of Arts.
§ 3. Studentenvertegenwoordigers met een mandaat zoals bedoeld in artikel 24 van deze
OER, kunnen zich richten tot de ombudspersoon of de decaan van de eigen of een andere faculteit / School of Arts wanneer hun rechten niet worden gerespecteerd.
§ 4. Aanstelling facultaire/School of Arts ombudspersoon
Per faculteit worden ieder academiejaar, vóór 1 november, één of meerdere facultaire/School of Arts ombudspersonen aangesteld door de faculteitsraad/raad van de School of Arts, na overleg met en op gunstig advies van de participatiecommissie.
De ombudspersoon behoort tot het onderwijzend personeel. Bij gebrek aan kandidaten stelt de decaan een kandidaat voor.
Er wordt tevens voorzien in een plaatsvervanger(s), voor het geval de ombudspersoon onvoorzien zijn taak niet kan waarnemen of zelf als examinator optreedt of niet mag optreden voor studenten die verwant zijn tot in de vierde graad.
§ 5. Beschikbaarheid
De facultaire/School of Arts ombudspersoon is gemakkelijk bereikbaar voor de studenten en is verplicht aanwezig tijdens de feedback.
§ 6. Recht op informatie
Teneinde zijn taak behoorlijk te kunnen vervullen heeft de facultaire/School of Arts ombudspersoon recht op alle nuttige informatie.
Artikel 40. Onderwijsevaluatie
Een evaluatie door studenten van het genoten onderwijs is één van de elementen van de interne kwaliteitszorg van het onderwijs. In deze evaluatie wordt aan de studenten gevraagd om bepaalde aspecten van de onderwijsorganisatie en de onderwijsprocessen te beoordelen op efficiëntie en effectiviteit, met het oog op een functionele bijsturing.
Deel I. Organisatie van examens en examenactiviteiten
Artikel 41. Toepassing van examenregels
Het examenreglement heeft betrekking op alle examens aan de Hogeschool Gent, ongeacht de aard van de inschrijving.
Voor een bacheloropleiding en een masteropleiding wordt bij slagen een diploma afgeleverd. Er wordt een graad van verdienste toegekend.
Voor een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding wordt bij slagen een getuigschrift afgeleverd. Het getuigschrift vermeldt ‘met goed gevolg’.
Voor een postgraduaatsopleiding kan in functie van de aard en de omvang van de opleiding de faculteit/School of Arts beslissen een graad van verdienste toe te kennen. Dit wordt vermeld in het facultair/School of Arts reglement.
Voor een permanente vorming wordt een attest afgeleverd.
Artikel 42. Examenkansen
§ 1. Een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is, recht op 2
examenkansen in de loop van het academiejaar om een creditbewijs van het opleidingsonderdeel (vanaf 10/20) te behalen: een eerste examenkans in de eerste of de tweede examenperiode en bij niet slagen een tweede examenkans in de derde examenperiode.
§ 2. In geval van één of meer geslaagde deelopleidingsonderdelen van een niet geslaagd
samengesteld opleidingsonderdeel:
Een student kan om een creditbewijs te behalen een tweede examenkans opnemen voor een geslaagd deelopleidingsonderdeel van een niet geslaagd samengesteld opleidingsonderdeel. De procedure bij het verzaken aan een overdracht van het examencijfer voor een geslaagd deelopleidingsonderdeel en het opnemen van een tweede examenkans voor het deelopleidingsonderdeel is de volgende:
1. De student stelt een verzoek tot herkansing van een geslaagd deelopleidingsonderdeel in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de examenresultaten van eerste examenkans bekendgemaakt werden of, bij indiening van intern beroep, binnen een vervaltermijn van 2 kalenderdagen die ingaat de dag na deze waarop de beslissing van het intern beroep bekendgemaakt werd. De student vermeldt in zijn aanvraag zijn naam, zijn opleiding (en indien van toepassing de afstudeerrichting), de benaming van het samengestelde opleidingsonderdeel en de benaming van het geslaagde deelopleidingsonderdeel waarvoor hij een tweede examenkans wil benutten. Het verzoek gebeurt per brief en wordt verstuurd naar de facultaire/School of Arts dienst Studentenaangelegenheden (de datum van poststempel geldt als bewijs) of persoonlijk afgegeven bij de facultaire/School of Arts dienst Studentenaangelegenheden (tegen ontvangstbewijs);
2. Door de vraag om de tweede examenkans te benutten, verliest de student het recht van overdracht van het examencijfer van het geslaagde deelopleidingsonderde(e)l(en);
3. Het behaalde examenresultaat van de tweede examenkans geldt als definitief resultaat voor het al dan niet behalen van het creditbewijs en desgevallend het al dan niet slagen voor de opleiding. Indien de student toch niet deelneemt aan de tweede examenkans, krijgt hij de vermelding afwezig voor het deelopleidingsonderdeel en is hij niet geslaagd voor het samengesteld opleidingsonderdeel.
§ 3. In geval van een gedelibereerd enkelvoudig of samengesteld opleidingsonderdeel:
Een student die geslaagd verklaard werd voor de opleiding maar die geen creditbewijs voor één of twee (enkelvoudige of samengestelde) opleidingsonderde(e)l(en) heeft verworven (gedelibereerd examencijfer) kan gebruik maken van een tweede examenkans.
1. De student stelt een verzoek tot herkansing van een opleidingsonderdeel met een gedelibereerd examencijfer in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop de examenresultaten van 1ste examenkans bekendgemaakt werden of bij indiening van intern beroep, binnen een vervaltermijn van 2 kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing van het interne beroep bekendgemaakt werd. De student vermeldt in zijn aanvraag zijn naam, zijn opleiding (en indien van toepassing de afstudeerrichting), en het gedelibereerde opleidingsonderdeel en desgevallend deelopleidingsonderdelen waarvoor hij een tweede examenkans wil benutten. De aanvraag gebeurt per brief en wordt verstuurd naar de facultaire/School of Arts dienst Studentenaangelegenheden (de datum van poststempel geldt als bewijs) of persoonlijk afgegeven bij de facultaire/School of Arts dienst Studentenaangelegenheden (tegen ontvangstbewijs).
2. Door de vraag om de tweede examenkans te benutten worden
▪ het geslaagd zijn voor de opleiding en
▪ de toegekende graad van verdienste en
▪ het examencijfer van het gedelibereerd opleidingsonderdeel ongedaan gemaakt.
3. Het behaalde examenresultaat van de tweede examenkans geldt als definitief resultaat voor
§ 4.
▪ het al dan niet behalen van het creditbewijs van het betrokken opleidingsonderdeel en
▪ het al dan niet slagen voor de opleiding en
▪ de eventuele toekenning van de graad van verdienste.
Indien de student toch niet deelneemt aan de tweede examenkans, krijgt hij voor het betreffende opleidingsonderdeel de vermelding afwezig en is hij niet geslaagd voor de opleiding.
Indien de aard van het (deel)opleidingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt
geëxamineerd, kan het recht voor een tweede examenkans voor het behalen van een creditbewijs niet worden uitgeoefend tijdens hetzelfde academiejaar. Dit wordt opgenomen in de studiefiche van het opleidingsonderdeel of in het facultair/School of Arts reglement. Voor het behalen van het creditbewijs moet de student zich voor het betreffende opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw inschrijven.
§ 5. Binnen eenzelfde academiejaar kan een student zich niet meer dan tweemaal voor
hetzelfde examen of examengedeelte aanmelden ongeacht het contract.
§ 6. Binnen eenzelfde examenperiode kan een student slechts éénmaal beoordeeld worden
over hetzelfde (deel)opleidingsonderdeel of examengedeelte.
§ 7. Uitzonderlijk kan een student die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of
meerdere opleidingsonderdelen waarvoor in de studiefiche vermeld staat dat er geen examenmogelijkheid is in de derde examenperiode, eventueel wel een tweede examenkans krijgen in de tweede examenperiode indien dit volgens de faculteit/School of Arts verdedigbaar en organisatorisch uitvoerbaar is met het oog op een examenbeslissing. De student krijgt bij niet slagen uiteraard geen derde examenkans.
Artikel 43. Examenperiodes
§ 1. De Hogeschool Gent organiseert ieder academiejaar drie examenperiodes:
▪ een eerste examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het eerste semester;
▪ een tweede examenperiode na de onderwijsactiviteiten van het tweede semester;
▪ een derde examenperiode na het zomerreces.
De examenperiodes worden jaarlijks vastgelegd in de academische kalender.
§ 2. In een semestersysteem worden opleidingsonderdelen volledig binnen een semester
afgehandeld en geëxamineerd. Opleidingsonderdelen die in het eerste of tweede semester staan geprogrammeerd, worden in het eerste resp. tweede semester geëvalueerd. Uitzonderlijk kunnen opleidingsonderdelen waarvoor het leerproces of de onderwijsorganisatie een continuïteit of opbouw vereist die niet binnen de tijdspanne van één semester kan worden gerealiseerd, als
jaaropleidingsonderdeel georganiseerd worden. In dat geval vinden evaluaties van jaaropleidingsonderdelen steeds plaats in de tweede examenperiode behoudens afwijkingen toegestaan door de faculteit/School of Arts.
§ 3. Buiten de vastgestelde examenperiodes kunnen enkel examens georganiseerd worden bij
beslissing van de faculteitsraad/raad van de School of Arts:
▪ om gegronde pedagogische redenen;
▪ wanneer het oefeningen, seminaries, stages, enz. betreft.
Deze examens worden dan beschouwd als zijnde georganiseerd in een examenperiode. De studenten worden bij het begin van het academiejaar hiervan op de hoogte gebracht.
evaluatie
Examen- en evaluatiemomenten: niet-periodegebonden en periodegebonden
§ 1. Er worden twee systemen van evaluatiemomenten onderscheiden
1° niet-periodegebonden evaluatie: een evaluatie van de studieprestaties tijdens de periodes voor onderwijs- en studieactiviteiten, zoals voorzien in de academische kalender. Niet- periodegebonden evaluaties kunnen verschillende vormen aannemen. Indien relevant, krijgen de studenten tussentijdse informatie over de prestaties zodat ze nog kunnen bijsturen.
2° periodegebonden evaluatie: een evaluatie van de studieprestaties tijdens de examenperiodes zoals voorzien in de academische kalender.
§ 2. Niet-periodegebonden evaluatie en periodegebonden evaluatie kunnen gecombineerd
worden bij de evaluatie van de prestaties van een student over een bepaald (deel)opleidingsonderdeel.
Artikel 45. Examen- en evaluatievormen
§ 1. De evaluatievormen hebben tot doel het product of het proces of een combinatie van
beiden te evalueren. Mogelijke evaluatievormen zijn onder andere schriftelijke examens, mondelinge examens, paper, verslag, portfolio, praktische examens, praktijkopdrachten en jury’s. Elke evaluatievorm kan ook georganiseerd worden als een combinatie.
§ 2. De evaluatie van een specifiek opleidingsonderdeel verloopt, ongeacht het soort contract
dat de student heeft afgesloten, telkens op dezelfde wijze, met uitzondering van eventuele afwijkingen wegens individuele onderwijs- en examenmaatregel om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen.
Artikel 46. Coördinatie en organisatie van examens
§ 1. De faculteitsraden/raad van de School of Arts zijn/is verantwoordelijk voor de coördinatie
en organisatie van de examens.
§ 2. De facultaire/School of Arts dienst Studentenaangelegenheden fungeert als centrale
melding- en informatiecel voor alle bij de examens betrokken partijen. Aan de dienst Studentenaangelegenheden worden onder andere gemeld:
▪ adreswijzigingen tijdens de examens;
▪ wijzigingen in de examenregeling;
▪ afwezigheden (gewettigd of door overmacht);
▪ alle feiten die de examenregeling in het gedrang kunnen brengen of een vlot verloop van de examens kunnen hinderen.
De dienst Studentenaangelegenheden staat tijdens de examenperiode in voor het informeren van alle belanghebbenden.
Artikel 47. Examenregeling en -roosters
§ 1. Voor elk modeltraject van een opleiding en voor elke examenperiode wordt een volledige
en gedetailleerde examenregeling opgesteld bij beslissing van de faculteitsraad/raad van de School of Arts.
Deze regeling omvat:
▪ het examenrooster, de plaats, het tijdstip (datum en uur) van het examen en eventueel de naam van de examinator;
▪ zetel, telefoonnummer, bereikbaarheid van de dienst Studentenaangelegenheden;
▪ naam van de decaan of een door hem aangeduide vervanger;
▪ naam van het facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden;
▪ naam, telefoonnummer, e-mailadres en bereikbaarheid van de ombudspersonen en hun plaatsvervangers;
▪ de data waarop de examenbeslissingen bekendgemaakt worden en de feedback georganiseerd wordt.
§ 2. De examenroosters van elk modeltraject worden zo opgesteld dat een redelijke spreiding
van de examens over de totaliteit van een examenperiode wordt bekomen. Vooraf aan de opmaak van de examenroosters wordt over de principes van de opbouw overleg gepleegd met de betrokken studenten of de betrokken participatiecommissies.
§ 3. Het facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden maakt minstens 5
weken vóór de aanvang van elke examenperiode de examenregelingen aan de betrokken examinatoren en studenten bekend via Xxxxxxx.
Artikel 48. Naleving van de examenregeling
§ 1. De bij het examen betrokken partijen houden zich stipt aan de uitgewerkte
examenregeling.
§ 2. In geval van persoonlijke redenen (onder andere in geval van partnerschap, bloed- of
aanverwantschap tot de vierde graad met een student) moet een examinator voor de aanvang van de evaluatie de decaan verzoeken een plaatsvervanger aan te duiden voor het afnemen van het examen en het toekennen van de beoordeling.
§ 3. Wanneer een examinator wettelijk verhinderd is om te examineren op het voorziene
examenmoment, meldt hij dit onmiddellijk aan de decaan of een door hem aangeduide vervanger, die beslist over de uit te werken nieuwe regeling of een andere examinator als plaatsvervanger aanduidt.
§ 4. Afwezigheid student bij periodegebonden evaluatie
1° Wanneer een student wettelijk verhinderd is of in geval van overmacht (gelegitimeerd door een attest) niet kan deelnemen aan de periodegebonden evaluatie/deelevaluatie wordt onmiddellijk, voor de aanvang van het examen, behoudens overmacht, het studentensecretariaat verwittigd volgens de facultaire/School of Arts richtlijnen bekendgemaakt via Chamilo. De student moet de nodige bewijsstukken binnen de 24 uren na de datum van het geplande examen overmaken aan de dienst Studentenaangelegenheden.
2° Wanneer de afwezigheid voor een periodegebonden examen niet gewettigd is of als het niet mogelijk is een inhaalexamen te organiseren, wordt ‘afwezig’ genoteerd voor het (deel)opleidingsonderdeel. Wie al dan niet gewettigd afwezig is op een inhaalexamen, wordt ‘afwezig’ genoteerd voor het (deel)opleidingsonderdeel. Voor een gepland inhaalexamen wordt geen tweede inhaalexamen georganiseerd.
§ 5. Afwezigheid student bij niet-periodegebonden evaluatie
1° Wanneer een student gewettigd afwezig is of in geval van overmacht (gelegitimeerd door een attest) niet kan deelnemen aan de niet-periodegebonden evaluatie/deelevaluatie wordt onmiddellijk, voor de aanvang van de niet-periodegebonden evaluatie, het onderwijzend personeelslid op de hoogte gebracht. De attesten van afwezigheid maakt de student over aan het studentensecretariaat/servicepunt. De student dient in dit geval binnen de 8 dagen na zijn afwezigheid zelf contact op te nemen per e-mail met de lesgever om af te spreken of het inhalen van de niet-periode gebonden evaluatie nodig en/of mogelijk is. Hij maakt dan ook concrete afspraken over hoe en wanneer de activiteit eventueel ingehaald kan worden.
2° Indien de student ‘ongewettigd’ afwezig is heeft de student geen recht op een inhaalexamen. 3° Indien de student voor een niet-periodegebonden evaluatie binnen een
(deel)opleidingsonderdeel in die mate afwezig is dat binnen het (deel)opleidingsonderdeel het
verworven hebben van alle eindcompetenties, conform de evaluatiewijze vermeld in de studiefiche niet meer ten volle bewezen kan worden krijgt de student de vermelding ‘afwezig’ voor het (deel)opleidingsonderdeel.
§ 6. Wanneer het examen van een (deel)opleidingsonderdeel bestaat uit een combinatie van
een periodegebonden en een niet-periodegebonden evaluatie of uit meerdere periodegebonden evaluaties zal bij een vermelding ‘afwezig’ bij één van de evaluaties, de vermelding ‘afwezig’ voor het geheel gelden.
§ 7. Bij afwezigheid op een examen van een enkelvoudig opleidingsonderdeel of de examens
van alle deelopleidingsonderdelen van een samengesteld opleidingsonderdeel krijgt de student de vermelding ‘afwezig’. Bij afwezigheid op de examens van één of meerdere deelopleidingsonderdelen van een samengesteld opleidingsonderdeel krijgt de student geen examencijfer maar de vermelding ‘afwezig’ voor het samengesteld opleidingsonderdeel.
§ 8. De faculteit/School of Arts bepaalt in het facultair/School of Arts reglement hoe
inhaalexamens georganiseerd worden. Het verplaatsen van examens als individuele onderwijs- en examenmaatregel om gelijkheid van kansen voor studenten te waarborgen, valt hier niet onder.
§ 9. Op basis van gewettigde afwezigheid of in geval van overmacht kan de student de
toestemming krijgen om het examen in een andere vorm dan voorgeschreven, op een ander tijdstip dan voorgeschreven of op een andere locatie dan voorgeschreven georganiseerd worden. De student richt een schriftelijk verzoek voor individuele examenmaatregelen aan het facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden. Een aanvraag voor een individuele examenmaatregel impliceert niet automatisch dat de individuele examenmaatregel toegekend wordt of er een inhaalexamen kan worden georganiseerd. De decaan of een door hem aangeduide vervanger beslist over een nieuwe regeling. De nieuwe regeling of de reden van weigering wordt meegedeeld aan de student.
Artikel 49. Voorbereiding van de examens
§ 1. Bij aanvang van een opleidingsonderdeel verschaft elk onderwijzend personeelslid de
studenten gedetailleerde informatie over de doelstellingen, de vereiste begin- en eindcompetenties en de inhoud en de vormen van evaluatie met hun gehanteerde weging voor de verschillende onderwijsactiviteiten. Deze gegevens zijn opgenomen in de studiefiche.
§ 2. Elk onderwijzend personeelslid duidt tijdig per opleidingsonderdeel de leerstof aan
waarover het examen zal lopen. Elk onderwijzend personeelslid schakelt in zijn onderwijs vragen en/of oefeningen in die de wijze waarop de eindcompetenties getoetst zullen worden op het examen concreet weerspiegelen.
§ 3. De elementen die de basis vormen voor de evaluatie worden vooraf vermeld. De inhoud
van het examen wordt gespreid over de gehele leerinhoud.
§ 4. Bij mondelinge theorie-examens krijgt de student de gelegenheid minimum drie vragen,
xxxxxxxxxx, opdrachten, enz. te trekken uit de verzameling van vragen voor hetzelfde opleidingsonderdeel.
§ 5. Bij schriftelijke theorie-examens bestaat het examen uit minimum drie vragen,
opdrachten, enz.
Bij schriftelijke examens wordt het aanvangsuur en de maximale duur van het examen meegedeeld op de examenregeling.
Artikel 50. Aanvraag waarnemer bij een examen
De student en de examinator hebben het recht bij een examen de aanwezigheid van een tweede lid van het onderwijzend personeel als waarnemer te vragen. De waarnemer mag geen persoonlijke betrokkenheid hebben (bijv. partnerschap) noch een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad zijn. Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussenkomen bij het examen. De waarnemer kan enkel notities nemen op papieren drager.
De student of examinator richt het verzoek voor aanwezigheid van een waarnemer schriftelijk tot het facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden voor de aanvang van de desbetreffende examenperiode.
Artikel 51. Openbaarheid van examens
De examens zijn openbaar en worden afgenomen in de lokalen vastgelegd in de examenregeling of, wat betreft de niet-periodegebonden evaluatie, in de lokalen aangeduid door de faculteit/School of Arts.
Bij schriftelijke examens veronderstelt de openbaarheid dat de student op de door de faculteit/School of Arts georganiseerde feedback de proeven kan inzien.
Bij mondelinge examens veronderstelt de openbaarheid dat derden aanwezig kunnen zijn. Indien het studenten betreft die voor eenzelfde opleidingsonderdeel zijn ingeschreven kan dit enkel mits toelating van de faculteit/School of Arts. De beraadslaging over de evaluatie is niet openbaar.
Artikel 52. Bekendmaking examenresultaten
§ 1. Examens 1ste examenperiode
De examenresultaten (effectief behaalde punten of de vermelding “afwezig”, credits en graad van verdienste van het diploma) worden uiterlijk op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester bekendgemaakt. De titularissen/OP-leden belast met een (deel)opleidingsonderdeel zorgen ervoor dat de examenresultaten van hun (deel)opleidingsonderdeel in de database van het deliberatie/puntenpakket zo snel mogelijk ingebracht zijn. De punteninbreng kan op elk moment gebeuren en moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, rekening houdend met het moment waarop de feedback vastgelegd werd. De feedback kan op elk moment gebeuren maar moet ten laatste volledig afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester, dit met het oog op snelle feedback en eventuele heroriëntering. Wanneer een intersemestriële vakantieweek voorzien is, wordt ervoor gezorgd dat de regeling uitgewerkt wordt met een haalbare timing en respect voor de intersemestriële vakantieweek van het personeel.
Uiterlijk de dag voor de feedback wordt door de dienst Studentenaangelegenheden aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examenresultaten per (deel)opleidingsonderdeel, de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald en de eventuele graad van verdienste voor het diploma.
§ 2. Examens 2de examenperiode
Uiterlijk de dag voor de feedback wordt door de dienst Studentenaangelegenheden aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examenresultaten per (deel)opleidingsonderdeel, de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald en deze die hernomen moeten worden en de eventuele graad van verdienste voor het diploma.
§ 3. Examens 3de examenperiode
Uiterlijk de dag voor de feedback wordt door de dienst Studentenaangelegenheden aan iedere student op elektronische wijze een gedetailleerde lijst ter beschikking gesteld met de examenresultaten per (deel)opleidingsonderdeel, de opleidingsonderdelen waarvoor een credit werd behaald en deze die hernomen moeten worden en de eventuele graad van verdienste voor het diploma.
Artikel 53. Feedback
§ 1. De feedback naar aanleiding van de eerste examenperiode moet ten laatste volledig
afgehandeld zijn op het einde van de eerste lesweek van het 2de semester. De feedback naar aanleiding van de tweede en derde examenperiode vindt plaats binnen de desbetreffende examenperiodes. Wie uitleg wenst over de examenresultaten heeft aanwezigheidsplicht op de geplande feedbackmomenten.
§ 2. Op de feedback staan de examinatoren ter beschikking van de studenten om de
resultaten van de afgelegde examens te bespreken. Hierbij wordt aan de student uitleg gegeven betreffende het tot stand komen van het examenresultaat en aanwijzingen verstrekt om de studieprestaties te bevorderen, te verbeteren of bij te sturen, met het oog op nieuwe deelname aan examens. Tijdens de bespreking van de examenresultaten op de feedback heeft de student recht op inzage in zijn kopij, in het bijzijn van de examinator of daartoe gemachtigde en indien gewenst in het bijzijn van de ombudspersoon.
§ 3. De schriftelijke examens worden door de examinatoren tot minstens 90 dagen na de
bekendmaking van de examenresultaten bewaard.
§ 4. De studenten kunnen bij de studietrajectbegeleider terecht voor advies betreffende hun
studietraject.
Deel II. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel
Artikel 54. Beoordelingskader voor toekennen van een examencijfer
§ 1. De beoordeling wordt per opleidingsonderdeel uitgedrukt in een geheel examencijfer op
een totaal van twintig punten.
§ 2. De examencijfers worden volgens onderstaand beoordelingskader omschreven
19 – 20 | : | uitmuntend | : | voldoet op uitmuntende wijze aan de beoordelingscriteria |
outstanding | : | achieves an outstanding performance, satisfying criteria | ||
17 – 18 | : | uitstekend | : | voldoet in zeer ruime mate aan de beoordelingscriteria |
excellent | : | satisfies all criteria to a very large extent | ||
15 – 16 | : | zeer goed | : | voldoet in ruime mate aan de beoordelingscriteria |
very good | : | satisfies all criteria to a large extent | ||
13 –14 | : | goed | : | voldoet op bevredigende wijze aan de beoordelingscriteria |
good | : | satisfies all criteria | ||
10 – 11 – 12 | : | voldoende | : | voldoet aan de minimale beoordelingscriteria |
satisfactory | : | meets the minimum requirements for acceptance | ||
7 – 8 – 9 | : | niet geslaagd | : | voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria |
fail | : | does not meet the minimum requirements for acceptance | ||
-7 | : | niet geslaagd | : | totaal onvoldoende |
fail | : | unacceptable in all respects |
Artikel 55. Modaliteiten bij bepalen van het examencijfer
§ 1. De titularis van een opleidingsonderdeel kent het examencijfer toe. Hij is als coördinator
de verantwoordelijke voor het opleidingsonderdeel. Per opleidingsonderdeel wordt één geheel examencijfer toegekend op een totaal van twintig punten.
§ 2. Het onderwijzend personeelslid verantwoordelijk voor het deelopleidingsonderdeel kent
het examencijfer toe van zijn deelopleidingsonderdeel. Per deelopleidingsonderdeel wordt één geheel examencijfer toegekend op een totaal van twintig punten.
§ 3. Wanneer bij de bepaling van het examencijfer voor een (deel)opleidingsonderdeel een
afronding van decimaal cijfer moet gebeuren, wordt volgende regel gehanteerd: een decimaal cijfer wordt afgerond tot een geheel cijfer naar beneden voor een cijfer kleiner dan 5 na de komma en naar boven voor een cijfer gelijk aan of groter dan 5 na de komma.
§ 4. Wanneer een opleidingsonderdeel bestaat uit deelopleidingsonderdelen worden voor het
bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel volgende regels gevolgd:
1° Bij overdracht van een examencijfer van een deelopleidingsonderdeel wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel het examencijfer dat overgedragen werd, meegerekend, rekening houdend met de wegingsfactor per deelopleidingsonderdeel;
2° Bij deelvrijstelling op basis van EVK (creditbewijs) of EVC wordt voor het bepalen van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel geen rekening gehouden met het examencijfer van de deelvrijstelling: het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel wordt uitsluitend bepaald door gebruik te maken van de behaalde examenresultaten van de resterende deelopleidingsonderdelen rekening houdend met de wegingsfactor per deelopleidingsonderdeel;
3° Bij een tekort voor een geëxamineerd deelopleidingsonderdeel gelden de regels van het facultair/School of Arts reglement voor de bepaling van het examencijfer van het samengesteld opleidingsonderdeel.
Artikel 56. Geslaagd opleidingsonderdeel
§ 1.
§ 2.
Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij minstens 10 op 20 behaalt. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd
is. Bij het behalen van een creditbewijs wordt geen graad van verdienste toegekend. Een student kan niet verzaken aan een creditbewijs. Voor deelopleidingsonderdelen worden geen creditbewijzen verkregen.
Artikel 57. Niet geslaagd opleidingsonderdeel
§ 1. Een student slaagt niet voor een enkelvoudig opleidingsonderdeel wanneer hij een
examencijfer van minder dan 10 op 20 behaalt of wanneer hij de vermelding “afwezig” kreeg voor het examen. De student moet het opleidingsonderdeel hernemen waarvoor hij niet geslaagd is. Bij herkansing van een opleidingsonderdeel waarvoor men niet geslaagd is, vervalt elke vorige examenbeslissing.
§ 2. Een student slaagt niet voor een samengesteld opleidingsonderdeel wanneer hij een
examencijfer van minder dan 10 op 20 behaalt of wanneer hij de vermelding “afwezig” kreeg voor het examen. De student moet alle deelopleidingsonderdelen hernemen waarvoor hij niet minstens 10 op 20 heeft behaald. Bij herkansing van een samengesteld opleidingsonderdeel waarvoor men niet geslaagd is, vervalt elke vorige examenbeslissing betreffende (deel)opleidingsonderdelen waarvoor men niet minstens 10 op 20 behaalt.
Artikel 58. Overdracht van examencijfer
§ 1. Wanneer men niet slaagt voor een samengesteld opleidingsonderdeel wordt een
examencijfer van minstens 10 op 20 voor een deelopleidingsonderdeel overgedragen naar de volgende examenkans in hetzelfde academiejaar of naar het volgende academiejaar.
§ 2. Een examencijfer van een (deel)opleidingsonderdeel van minder dan 10 op 20 wordt niet
overgedragen naar een volgende examenkans in hetzelfde academiejaar of naar een volgend academiejaar.
Artikel 59. Materiële vergissing inzake examencijfer
§ 1. De titularissen zijn individueel verantwoordelijk voor de correctheid van de toegekende
examenresultaten.
§ 2. Onderwijzende personeelsleden of studenten kunnen materiële vergissingen aan het
facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden melden tot 10 kalenderdagen na de dag waarop het desbetreffende examenresultaat is bekendgemaakt aan de student. De decaan of de door hem aangeduide vervanger beslist desgevallend over de rechtzetting.
Artikel 60. Examentucht
§ 1. Voor de aanvang van het academiejaar wordt de examentuchtcommissie samengesteld
en bekendgemaakt aan de studenten. De examentuchtcommissie bestaat ten minste uit:
▪ de decaan van de faculteit/School of Arts als voorzitter van de examentuchtcommissie;
▪ twee leden van het onderwijzend personeel
§ 2. Xxxxxxxxxxxxxx in het kader van examentucht tijdens examens kunnen zijn:
▪ Onregelmatigheid:
o elk gedrag van een student in het kader van een examen of een deel ervan (periode gebonden of niet periode gebonden evaluatie) waardoor een objectief oordeel over zijn competenties of die van andere studenten, geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt;
o elke vorm van mondelinge, schriftelijke of elektronische (bijv. mobiele telefoon, smartphones, enz.) communicatie tijdens examens, tenzij deze uitdrukkelijk is toegelaten.
▪ Vermoeden van plagiaat.
§ 3. Wanneer een onregelmatigheid wordt vastgesteld of wanneer er een vermoeden van
plagiaat is:
▪ Wordt de student hiervan onmiddellijk in kennis gesteld en kunnen alle examendocumenten en eventuele hulpmiddelen die de student ten onrechte gebruikte bij het examen, in tijdelijke bewaring genomen worden;
▪ Kan het examen worden stopgezet. Indien achteraf blijkt dat de fraude niet bewezen is, wordt het examen hernomen in dezelfde examenperiode;
▪ Wordt de voorzitter van de examentuchtcommissie zo spoedig mogelijk, en ten laatste de dag na de vaststelling, op de hoogte gebracht van de onregelmatigheid. Uiterlijk voor de aanvang van de examentuchtcommissie wordt een schriftelijk verslag met alle relevante stukken aan alle leden van de examentuchtcommissie overgemaakt.
§ 4. De voorzitter van de examentuchtcommissie nodigt de student uit om gehoord te worden
binnen een termijn van tien kalenderdagen ingaande na de dag van de vaststelling.
De student wordt gehoord door de examentuchtcommissie, eventueel in aanwezigheid van het personeelslid dat de onregelmatigheid vaststelde en eventueel in aanwezigheid van de ombudspersoon. De examentuchtcommissie onderzoekt de ten laste gelegde feiten en oordeelt of de onregelmatigheid of het vermoeden van plagiaat als fraude kan worden beschouwd.
In afwachting van een beslissing door de examentuchtcommissie mag de student de examenreeks verder zetten.
§ 5. Examentuchtbeslissing:
Indien de examentuchtcommissie oordeelt dat de vastgestelde onregelmatigheid of het plagiaat bewezen is, wordt dit beschouwd als examenfraude en kan de examentuchtcommissie één of een combinatie van volgende sancties opleggen:
▪ Een nul voor het examen of een deel ervan;
▪ Een nul voor het opleidingsonderdeel of deel ervan;
▪ Een nul voor alle opleidingsonderdelen van de examenperiode waarin de onregelmatigheid of het plagiaat plaatsvond;
▪ Een nul voor één of meerdere opleidingsonderdelen van de volgende examenperiodes van het lopende academiejaar.
§ 6. Het proces-verbaal van de beraadslaging van de examentuchtcommissie vermeldt de
samenstelling van de commissie, de genomen beslissing en de motivering van deze beslissing. De voorzitter ondertekent het proces-verbaal. Van de gemotiveerde beslissing van de examentuchtcommissie wordt bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student. Tegen een examentuchtbeslissing kan intern beroep worden aangetekend bij de interne beroepscommissie.
Deel III. Examenbeslissing voor het geheel van een opleiding
Artikel 61. Beoordelingskader voor toekennen van een diploma
§ 1. Een student verwerft automatisch een diploma of getuigschrift van een opleiding wanneer
hij voldoet aan de vereiste inschrijvingsvoorwaarden en als hij voor elk opleidingsonderdeel behorend tot zijn opleidingsprogramma van een diploma/getuigschrift een creditbewijs heeft behaald (uitgezonderd EVK en EVC).
§ 2. In afwijking van §1 wordt een student automatisch geslaagd verklaard en verwerft hij een
diploma van bachelor of master of een getuigschrift van een postgraduaat indien voldaan is aan volgende cumulatieve voorwaarden:
▪ de student voldoet aan de vereiste toelatingsvoorwaarden en de student heeft voor elk opleidingsonderdeel behorend tot het opleidingsprogramma van een diploma/getuigschrift een examencijfer behaald (uitgezonderd EVK en EVC);
▪ de student heeft voor maximum twee opleidingsonderdelen minder dan 10/20 behaald en heeft voor de betreffende opleidingsonderdelen de meest recente examenkans benut;
▪ de student heeft voor alle opleidingsonderdelen minimaal een 9/20 behaald;
▪ de impact van tekort: het tekort is beperkt tot 6 gewogen buispunten (de studiepunten van het opleidingsonderdeel worden als wegingsfactor gebruikt).
Voor bepaalde opleidingsonderdelen wordt een examencijfer van minder dan 10/20 nooit geslaagd verklaard. In de studiefiches of in het facultair/School of Arts reglement wordt melding gemaakt van deze opleidingsonderdelen.
Het feit dat een student globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet is geslaagd.
§ 3. Een graad van verdienste voor een diploma wordt automatisch toegekend volgens
volgende algemene principes:
▪ geslaagd met de grootste onderscheiding met 82,5 % of meer;
▪ geslaagd met grote onderscheiding met 75% of meer;
▪ geslaagd met onderscheiding met 67,5 % of meer;
▪ geslaagd op voldoende wijze indien minder dan 67,5%.
Bij het bepalen van de graad van verdienste worden de examencijfers van alle opleidingsonderdelen van het opleidingsprogramma in aanmerking genomen, rekening houdend met de wegingsfactor per opleidingsonderdeel. Het aantal studiepunten wordt als wegingsfactor toegepast. Het totaal van de gewogen examencijfers wordt uitgedrukt in een percentage. Een graad van verdienste kan niet worden toegekend wanneer een student voor minder dan 30 studiepunten examenresultaten heeft behaald.
§ 4. De Hogeschool Gent voorziet in een diploma voor de student die geslaagd is verklaard
voor het geheel van de opleiding. Door het diploma te verlenen krachtens het decreet is het van rechtswege erkend en bekrachtigd.
Artikel 62. Bijzondere omstandigheden voor toekennen van diploma
§ 1. Wanneer een student een tweede diploma van dezelfde opleiding wenst te behalen,
zullen uitsluitend de examenresultaten van de nieuw opgenomen studiepunten (minstens 30 studiepunten) in rekening worden gebracht voor de toekenning van een graad van verdienste.
§ 2. Een student kan een diploma verwerven uitsluitend op basis van bewijzen van
bekwaamheid en/of EVK’s. De student dient zich te registreren voor het toekennen van het diploma en de registratiekosten te betalen. De decaan of een door hem aangeduide vervanger beslist tot het uitreiken van het diploma. Er wordt hierbij geen graad van verdienste toegekend.
§ 3. Een student kan een diploma verwerven op basis van bewijzen van bekwaamheid, EVK’s
en/of creditbewijzen van een opleidingsprogramma van de Hogeschool Gent verworven via een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een graad of diploma. De graad van verdienste wordt toegekend voor zover er voor minstens 30 studiepunten examencijfers worden behaald.
Artikel 63. Materiële vergissing inzake een examenbeslissing voor het toekennen van
een diploma/getuigschrift
Materiële vergissingen die door onderwijzende personeelsleden of studenten worden vastgesteld, worden meegedeeld aan de decaan of het facultair/School of Arts diensthoofd Studentenaangelegenheden tot 10 kalenderdagen na de dag waarop de examenbeslissing is bekendgemaakt aan de student.
De decaan oordeelt over de ontvankelijkheid van de materiële vergissing. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing. Ingeval de melding van de materiële vergissing door de decaan of een door hem aangeduide vervanger als ontvankelijk wordt beoordeeld, behandelt hij het dossier. De gemotiveerde beslissing wordt onmiddellijk bekendgemaakt aan de betrokkene.
V. Beroep inzake studievoortgangsbeslissingen
Artikel 64. Intern beroep
§ 1. Indienen van een intern beroep:
De student die oordeelt dat een hemzelf betreffende ongunstige studievoortgangbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure.
Een studievoortgangsbeslissing is:
▪ een examenbeslissing die een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een deelopleidingsonderdeel, een opleidingsonderdeel of een opleiding als geheel;
▪ een examentuchtbeslissing die een sanctie oplegt naar aanleiding van feiten gerelateerd tot de examens;
▪ de toekenning van een vrijstelling, die de verplichting opheft om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen;
▪ het al dan niet opleggen van een schakel- of voorbereidingsprogramma en de studieomvang van dergelijk programma;
▪ het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking (weigering inschrijving, geen vrije keuze bij de samenstelling van het jaarprogramma, enz.);
▪ de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven.
De student stelt een verzoek tot heroverweging van een studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt aan de student.
De student dient hiertoe een gemotiveerd intern beroep te richten aan:
▪ de Interne Beroepscommissie van de Hogeschool Gent met betrekking tot examenbeslissing, examentuchtbeslissing, vrijstelling, schakel- en voorbereidingsprogramma, weigering inschrijving, andere studievoortgangsbeslissingen;
▪ de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent met betrekking tot een bewijs van bekwaamheid.
Het intern beroep moet op straffe van niet-ontvankelijkheid aangetekend verstuurd worden naar de algemeen directeur (de datum van de poststempel geldt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de algemeen directeur, waar een exemplaar door het secretariaat wordt afgestempeld, ondertekend en terugbezorgd aan de student. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het verzoekschrift – op straffe van niet- ontvankelijkheid – vergezeld van de volmacht van de student aan de raadsman, behalve als deze raadsman ingeschreven is als advocaat bij de balie. Het individueel intern beroep vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de naam en de handtekening van de student, de faculteit/School of Arts en de opleiding waar de student ingeschreven is en het voorwerp van beroep met de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren. Bewijsstukken/documenten ter staving van het intern beroep kunnen toegevoegd worden.
§ 2. De Interne Beroepscommissie behandelt het intern beroep. De Interne Beroepscommissie
wordt ad hoc samengesteld en bestaat uit:
▪ de algemeen directeur of een door hem aangeduide vervanger als voorzitter;
▪ de directeur Onderwijs of diens afgevaardigde;
▪ twee decanen of hun afgevaardigde van een andere faculteit/School of Arts dan deze van de student;
▪ twee opleidingsvoorzitters van een andere opleiding dan deze van de student.
De Interne Beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig is. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
Een secretaris, geen lid van de Interne Beroepscommissie, treedt op als notulist.
§ 3. Behandeling van het intern beroep:
De Interne Beroepscommissie behandelt het intern beroep uitsluitend op stukken. De interne beroepsprocedure verloopt als volgt:
1. Oordeel betreffende de ontvankelijkheid:
De voorzitter van de Interne Beroepscommissie oordeelt over de ontvankelijkheid van het intern beroep. Dit houdt in dat nagegaan wordt of het intern beroep binnen de voorziene termijn, in de juiste vorm en met de juiste hoedanigheid werd ingesteld en of er kan worden uitgemaakt tegen welke studievoortgangsbeslissing er beroep is ingesteld.
Wanneer het intern beroep onontvankelijk is, wordt ze op gemotiveerde wijze afgewezen. De voorzitter van de Interne Beroepscommissie brengt de student per aangetekend schrijven op de hoogte van de gemotiveerde beslissing.
2. Onderzoek gegrondheid:
In geval het intern beroep door de voorzitter van de Interne Beroepscommissie als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt hij of een daartoe gemachtigde een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent het intern beroep inwint.
De Interne Beroepscommissie neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet. Van de behandeling ten gronde van dit intern beroep wordt een proces-verbaal opgesteld.
§ 4. De interne beroepsprocedure dient binnen een vastgelegde termijn afgehandeld te zijn:
binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na die waarop het beroep is ingesteld, wordt de student per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van de gemotiveerde beslissing.
§ 5. Het beroep bij onregelmatigheden van een studievoortgangsbeslissing betreffende de
toekenning van een bewijs van bekwaamheid wordt uitgewerkt in de EVC-procedure goedgekeurd door de Associatie Universiteit Gent.
Artikel 65. Extern beroep
Na uitputting van de interne beroepsprocedure kan een student extern beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, verder ‘de Raad’ genoemd, opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
(zie xxxx://xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/Xxxx)
De Raad oordeelt of studievoortgangsbeslissingen in overeenstemming zijn met:
1. de decretale en reglementaire bepalingen en de onderwijs- en examenregeling;
2. de algemene administratieve beginselen.
De Raad stelt zijn appreciatie betreffende de waarde van een kandidaat niet in de plaats van die van het desbetreffende beslissingsorgaan.
De behandeling van het verzoekschrift door de Raad leidt tot:
1. de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de on-ontvankelijkheid en/of ongegrondheid ervan, of;
2. de gemotiveerde vernietiging van de onrechtmatig genomen studievoortgangsbeslissing, waarbij de Raad de hogeschool kan bevelen een nieuwe beslissing te nemen, onder de door de Raad gestelde voorwaarden.
Artikel 66. Algemeen
§ 1. Van de studenten wordt vereist dat ze zich houden aan hun verplichtingen jegens de
Hogeschool Gent en de maatschappij, dat ze zich in hun gedragingen en hun sociale betrekkingen, zowel binnen als buiten de hogeschoolgemeenschap, in het algemeen laten leiden door eerbied voor de menselijke persoon en de mensenrechten, voor dieren, voor het milieu en voor eenieders goederen, en de missie en reglementen van de Hogeschool Gent.
§ 2. Xxxxxx, fraude met diploma’s en attesten, diefstal, beledigend gedrag, discriminatie,
steaming en stalking door studenten worden niet getolereerd en geven aanleiding tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke vorm van fysieke of verbale agressie, intimidatie, geweld of dreiging met geweld maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
§ 3. Los van elke gerechtelijke procedure geven alle strafrechtelijke feiten die verband houden
met de opleiding aan de hogeschool of zich voordoen in en rond de gebouwen van de hogeschool aanleiding tot tuchtrechtelijke vervolging. Elke beschadiging van gebouwen, meubilair of materiaal binnen het Hogeschool Gent-domein of op de stageplaats, moedwillig of door grove onachtzaamheid, maakt het voorwerp uit van een tuchtprocedure.
§ 4. De bepalingen van dit tuchtreglement doen geen afbreuk aan de bevoegdheid van alle
personeelsleden van de Hogeschool Gent om in alle omstandigheden, ook buiten een tuchtzaak, met onmiddellijke werking alle nodige maatregelen te treffen tot vrijwaring van de orde en de veiligheid van de hogeschool. Dit kan onder meer inhouden dat een student tijdelijk de toegang tot bepaalde ruimtes of gebruik van bepaalde faciliteiten wordt ontzegd.
Artikel 67. Tuchtorganen
§ 1. De tuchtorganen zijn:
1. in eerste aanleg: de Tuchtcommissie;
2. in hoger beroep: de Tuchtcommissie in beroep.
De Tuchtcommissie en de Tuchtcommissie in beroep bestaan elk uit vijf leden. Beide tuchtorganen kunnen rechtsgeldig beslissen bij aanwezigheid van drie van haar leden. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
§ 2. De Tuchtcommissie wordt als volgt samengesteld:
1. de decaan van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort, als voorzitter van de Tuchtcommissie;
2. het diensthoofd Studentenaangelegenheden van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort;
3. twee leden van het onderwijzend personeel van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort;
4. een vertegenwoordiger student zetelend in de faculteitsraad/raad van de School of Arts van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
De twee leden van het onderwijzend personeel alsook de vertegenwoordiger student worden aangeduid door de faculteitsraad/School of Arts. De secretaris van de Tuchtcommissie is een stafmedewerker van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
§ 3. De Tuchtcommissie in beroep wordt als volgt samengesteld:
1. de algemeen directeur, als voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep;
2. de directeur Onderwijs;
3. twee leden van het bestuurscollege;
4. de voorzitter van de Hogeschool Gent Studentenraad, of een door hem aangeduide vervanger uit de Hogeschool Gent Studentenraad.
De twee leden van het bestuurscollege worden aangeduid door de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep. De secretaris van de Tuchtcommissie is een stafmedewerker van de faculteit/School of Arts waartoe de student op grond van zijn hoofdinschrijving behoort.
Artikel 68. Tuchtonderzoek
§ 1. Indien er aanleiding is tot het opstarten van een tuchtprocedure onderzoekt de decaan –
op eigen initiatief of na ontvangst van een klacht – de feiten die tot tuchtsancties aanleiding kunnen geven. Hij laat zich hiervoor bijstaan door onderwijzend of administratief personeel die hij aanduidt en die geen (effectief of plaatsvervangend) lid mogen zijn van de Tuchtcommissie noch van de Tuchtcommissie in beroep. Zo spoedig mogelijk stelt de decaan de betrokken student via aangetekend schrijven in kennis van de ten laste gelegde feiten en van het feit dat een tuchtonderzoek is gestart.
§ 2. Het onderzoek van het tuchtdossier door de decaan geeft aanleiding tot:
1. seponering;
2. verwijzing naar de Tuchtcommissie.
Artikel 69. Tuchtsancties
Volgende tuchtsancties, of een combinatie van volgende tuchtsancties, kunnen worden opgelegd:
1. de schriftelijke berisping;
2. het tijdelijk verbod dat een verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van bepaalde diensten, of deel te nemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten, of te genieten van bepaalde onderwijsondersteunende faciliteiten. Het tijdelijk verbod kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één half jaar;
3. een alternatieve sanctie in de vorm van een individuele gedragsremediërende tuchtmaatregel;
4. de gewone tuchtschorsing die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van de Hogeschool Gent én deel te nemen aan onderwijsactiviteiten. De student behoudt het recht om deel te nemen aan de examens. De gewone tuchtschorsing kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
5. de tuchtschorsing met inbegrip van de schorsing van de examens die een algemeen verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van de Hogeschool Gent, deel te nemen aan onderwijsactiviteiten én examens af te leggen. Ze kan uitgesproken worden voor een termijn van ten hoogste één jaar;
6. de uitsluiting die leidt tot het onmiddellijke verlies van de hoedanigheid van student en het verbod om zich opnieuw in te schrijven aan de Hogeschool Gent.
Artikel 70. Tuchtprocedure
§ 1. De tuchtprocedure is vertrouwelijk. De leden van de tuchtorganen en de secretaris zijn in
deze hoedanigheid door de geheimhouding gebonden. De hoorzitting(en) en de zitting(en) van de tuchtorganen vinden plaats achter gesloten deuren.
§ 2. In geval van verwijzing van het dossier door de decaan naar de Tuchtcommissie wordt de
betrokken student tegen wie een tuchtsanctie wordt overwogen (hierna ‘de betrokken student’ genoemd) door de Tuchtcommissie gehoord. Betrokkene dient hiertoe minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven te worden opgeroepen door de voorzitter van de Tuchtcommissie. In de oproeping wordt melding gemaakt van:
▪ alle ten laste gelegde feiten;
▪ het feit dat een tuchtsanctie opgelegd kan worden en een dossier aangelegd werd;
▪ plaats, dag en uur van de hoorzitting;
▪ het recht van de betrokkene zich te laten bijstaan of zich te laten vertegenwoordigen door een raadsman;
▪ de plaats waar en de termijn waarbinnen het dossier ingezien kan worden;
▪ het recht om het horen van getuigen te vragen;
▪ de lijst van de getuigen die door de Tuchtcommissie opgeroepen worden;
▪ de lijst van de leden van de Tuchtcommissie.
§ 3. De betrokken student heeft het recht zich op de hoorzitting(en) te laten bijstaan door een
raadsman. De betrokken student en/of zijn raadsman heeft/hebben, vanaf de oproeping om voor
het tuchtorgaan te verschijnen tot en met de dag vόόr de hoorzitting, het recht het dossier in te kijken en een afschrift van het dossier te bekomen.
§ 4. Van de hoorzitting van de betrokken student en in voorkomend geval van het
getuigenverhoor wordt door de secretaris van het tuchtorgaan een proces-verbaal opgemaakt, dat de leden van het tuchtorgaan en de secretaris ondertekenen.
§ 5. Na de hoorzitting van de betrokken student en in voorkomend geval van het
getuigenverhoor doet de Tuchtcommissie uitspraak nopens het opleggen van een tuchtsanctie. De beslissing wordt door alle leden van de Tuchtcommissie ondertekend. Van de gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie wordt door de voorzitter bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student met een afschrift aan de algemeen directeur.
Artikel 71. Tuchtprocedure in beroep
§ 1. Binnen de tien kalenderdagen vanaf de dag na de kennisgeving van de uitspraak van de
Tuchtcommissie kan de betrokken student een gemotiveerd beroep indienen bij de voorzitter van de Tuchtcommissie in beroep bij aangetekend schrijven.
§ 2. Het gemotiveerd beroep wordt binnen de maand na de indiening behandeld door de
Tuchtcommissie in beroep. De betrokken student wordt door de Tuchtcommissie in beroep gehoord. De betrokken student dient minstens tien kalenderdagen vóór de hoorzitting bij aangetekend schrijven op de hoogte gesteld te worden van de hoorzitting en van de lijst van leden van de Tuchtcommissie in beroep. De betrokken student heeft het recht zich op de hoorzitting(en) te laten bijstaan door een raadsman.
§ 3. Het beroep bij de Tuchtcommissie in beroep schorst de uitvoerbaarheid van de bestreden
beslissing.
§ 4. Na de hoorzitting van de betrokken student doet de Tuchtcommissie in beroep uitspraak.
De beslissing wordt door alle leden van de Tuchtcommissie in beroep ondertekend. Van de gemotiveerde beslissing van de Tuchtcommissie in beroep wordt door de voorzitter bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de betrokken student.
Artikel 72. Preventieve schorsing
§ 1. In geval van ernstige verstoring van de goede werking van de facultaire/School of Arts
gemeenschap of bij een ernstige strafrechtelijke of tuchtrechtelijke vervolging, kan de decaan een preventieve schorsing van ten hoogste drie maanden opleggen. Deze preventieve schorsing gaat onmiddellijk in. Zij wordt opgelegd voor een periode van ten hoogste drie maanden, doch kan voor dezelfde duur bij gemotiveerde beslissing van de decaan vernieuwd worden.
§ 2. Binnen de vijf kalenderdagen na het opleggen van de preventieve schorsing, wordt de
betrokken student bij aangetekend schrijven opgeroepen om gehoord te worden door de decaan. De oproepingsbrief dient minstens tien kalenderdagen vóór de datum van de hoorzitting naar betrokkene verstuurd te worden. Na de hoorzitting dient de decaan te beslissen tot handhaving of opheffing van de preventieve schorsing. De decaan bezorgt zijn beslissing tot het nemen, het verlengen, het handhaven of het opheffen van de preventieve schorsing binnen de vijf kalenderdagen na de beslissing bij aangetekend schrijven aan betrokkene.
Artikel 73. Taal van het onderwijs
§ 1. Nederlandstalige opleidingen
De taal van het onderwijs in de initiële bachelor- of masteropleidingen is het Nederlands. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids.
Nederlands als onderwijstaal sluit niet uit dat anderstalig studiemateriaal gebruikt kan worden in het onderwijs en anderstalige gastsprekers in de lessen optreden.
Een opleidingsonderdeel van een Nederlandstalige initiële bachelor- of masteropleiding kan in de volgende gevallen in een andere taal dan het Nederlands worden gedoceerd:
1. het opleidingsonderdeel heeft een vreemde taal tot onderwerp en wordt in die taal gedoceerd;
2. het opleidingsonderdeel wordt door een anderstalige gastprofessor gedoceerd;
3. het opleidingsonderdeel wordt, op initiatief van de student en met instemming van de instelling, gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs;
4. het opleidingsonderdeel waarbij de meerwaarde van de anderstaligheid voor de student en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt uit de gemotiveerde beslissing.
De onderwijstaal wordt vermeld in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel.
§ 2. Anderstalige opleidingen
De Hogeschool Gent kan anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen aanbieden als deze specifiek ontworpen zijn voor buitenlandse studenten of als de meerwaarde voor studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding op voldoende wijze aangetoond kunnen worden. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids.
§ 3. Vervolgopleidingen
De Hogeschool Gent bepaalt vrij de onderwijstaal in de schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s, bachelor-na-bacheloropleiding, master-na-masteropleiding, postgraduaatsopleidingen en permanente vormingen.
Artikel 74. Taal van de evaluatie
§ 1. De evaluatie van opleidingsonderdelen met het Nederlands als onderwijstaal verloopt in
het Nederlands. Een werkstuk verbonden aan een Nederlandstalig opleidingsonderdeel kan in een andere taal dan het Nederlands worden opgesteld en/of verdedigd. Studenten hebben hiervoor de toestemming nodig van de titularis van het betreffende opleidingsonderdeel, behalve indien het werkstuk een andere taal dan het Nederlands tot voorwerp heeft.
Wanneer de tekstcomponent van de bachelorproef van de professioneel gerichte bacheloropleiding of de scriptie van een masteropleiding in een andere taal dan het Nederlands wordt opgesteld, is een samenvatting in het Nederlands verplicht.
§ 2. Voor een anderstalig opleidingsonderdeel waarvoor in dezelfde opleiding geen equivalent
in het Nederlands wordt gedoceerd, kan de student aanvragen om het examen in het Nederlands af te leggen. De betrokken student richt zijn schriftelijke aanvraag aan de decaan:
▪ vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 december voor examens van de eerste examenperiode;
▪ vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 mei voor examens van de tweede en derde examenperiode.
Deze regeling is niet van toepassing voor evaluaties van opleidingsonderdelen die een taal tot voorwerp hebben, evaluaties van opleidingsonderdelen opgenomen in een andere instelling en evaluaties van anderstalige opleidingen.
Evaluaties binnen anderstalige opleidingen gebeuren in de onderwijstaal van de opleiding.
Artikel 75. Taalbegeleidingsmaatregelen
De hogeschool voorziet taalbegeleidingsmaatregelen in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen kunnen bestaan uit:
1. taalopleidingsonderdelen (met inbegrip van taalvakken) die aangeboden worden binnen het pakket van verplichte opleidingsonderdelen of als een verplicht keuzeopleidingsonderdeel;
2. taalbegeleidingsmaatregelen die geïntegreerd worden in de anderstalige opleidingson- derdelen. Deze taalbegeleidingsmaatregelen voorzien in een actieve begeleiding van de studenten en zijn als dusdanig voor de studenten duidelijk herkenbaar in het oplei- dingsonderdeel. Dit kan betekenen dat, met het oog op het vermijden van een zwaardere studielast, er voorzien kan worden in bijvoorbeeld nadere toelichtingen in het Nederlands, woordenlijsten met termen uit het anderstalig vakjargon, gebruik van vertaalwoordenboek, of anderstalige vakliteratuur.
Van deze voorwaarde kan afgeweken worden in de volgende gevallen:
1. als in het geval van een aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatregelen opgenomen zijn in de voorafgaande bacheloropleiding;
2. als in het geval van een niet-aansluitende masteropleiding de taalbegeleidingsmaatrege- len opgenomen zijn in het voorbereidingsprogramma of in het schakelprogramma.
VIII. Terugvordering leerkrediet
Artikel 76. Terugvordering leerkrediet bij overmacht
De student die oordeelt dat een ongunstige beslissing inzake de vaststelling van het leerkrediet aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een procedure bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Het leerkrediet van een student die zich in een overmachtssituatie bevindt kan aangepast worden.
Deze onderwijs- en examenregeling werd goedgekeurd door het bestuurscollege op ………
Bijlagen:
Bijlage 1:
Academische kalender academische kalender 2015-2016 Faculteiten Mens en Welzijn, Natuur en Techniek en Bedrijf en Organisatie
ACADEMISCHE KALENDER 2015-2016 | nr. van de week | ||||||||||
Faculteit Mens en Welzijn Faculteit Natuur en Techniek Faculteit Bedrijf en Organisatie | |||||||||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za Zo | ||||||
September 2015 | |||||||||||
14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | Heroriëntering en onthaalw eek eerstejaarsstudenten | 38 | ||||
1 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 21/09: aanvang academiejaar 2015-2016 // 23/09: schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15u. | 39 | |||
2 | 28 | 29 | 30 | 40 | |||||||
Oktober 2015 | |||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 4 | 40 | |||||||
3 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 11 | 41 | ||||
4 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 18 | 42 | ||||
5 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 25 | 43 | ||||
6 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 44 | ||||
November 2015 | |||||||||||
6 | 1 | 01/11: Allerheiligen; | 44 | ||||||||
7 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 8 | 02/11: Allerzielen | 45 | |||
8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 15 | 11/11: Wapenstilstand; 15/11: Dag van de Dynastie | 46 | |||
9 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 22 | 47 | ||||
10 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 29 | 48 | ||||
11 | 30 | 49 | |||||||||
December 2015 | |||||||||||
11 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 12 13 | 49 | |||||
12 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 50 | |||||
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | (inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten) | 51 | |||
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 52 | |||||
28 | 29 | 30 | 31 | 21/12/2015 - 03/01/2016: | 53 | ||||||
Januari 2016 | kerstreces | ||||||||||
1 | 2 3 | 53 | |||||||||
1 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 1 | ||||
2 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 04/01- 29/01: | 2 | |||
3 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | eerste examenperiode | 3 | |||
4 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 31 | 4 | ||||
Februari 2016 | |||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 | 01/02 - 07/02: intersemestriële vak antie | 5 | ||||
1 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 14 | 08/02: schorsing van de lessen (krokus) | 6 | |||
2 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 21 | 7 | ||||
3 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 28 | 8 | ||||
4 | 29 | 9 | |||||||||
Maart 2016 | |||||||||||
4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 | 9 | |||||
5 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 13 | 10 | ||||
6 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | 11 | ||||
7 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 27/03: Pasen | 12 | |||
28 | 29 | 30 | 31 | 13 | |||||||
April 2016 | 28/03 - 10/04: paasreces | ||||||||||
1 | 2 3 | 13 | |||||||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 14 | |||||
8 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 16/04: opendeurdag | 15 | ||
9 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 30 | 16 | ||||
10 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 17 |
18 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 21/07: nationale feestdag + 22/07: brugdag | 29 |
25 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 30 |
Mei 2016
10
1 01/05: Dag van de Arbeid
11 2 3 4 5 6 7 8 05/05 + 06/05: O.L.H. Hemelvaart
12 9 10 11 12 13 14 15
13 16 17 18 19 20 21 22
1 23 24 25 26 27 28 29
2 30 31
Juni 2016
inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten;
16/05: pinkstermaandag;
17
18
19
20
21
22
2 1
3 6 7 8
2 3 4 5
9 10 11 12
4 13 14 15 16 17 18 19
5 20 21 22 23 24 25 26
6 27 28 29 30
Juli 2016
23/05- 01/07:
tw eede examenperiode inclusief voorbereiding van examens,
bekendmaking examenresultaten en feedback
22
23
24
25
26
6 1 2 3 26
4 5 6 7 8 9 10 09/07: sluiting studentensecretariaat 27
11 12 13 14 15 16 17 11/07: feest Vlaamse Gemeenschap 28
Xxxxxxxx 2016 ZOMERRECES
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14 08/08: opening studentensecretariaat;
15 16 17 18 19 20 21 15/08: O.L.V. Hemelvaart
1 22 23 24 25 26 27 28
2 29 30 31
September 2016
2 1 2 3 4
3 5 6 7 8 9 10 11
4 12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
22/08/2016 - 16/09/2016
derde examenperiode (tw eede examenkans),
bekendmaking examenresultaten en feedback
31
32
33
34
35
19/09/2016 - 23/09/2016: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten
26/09: aanvang academiejaar 2016-2017
35
36
37
38
39
Bijlage 2:
Academische kalender 2015-2016 professioneel gerichte bacheloropleidingen van de School of Arts KASK–Koninklijk Conservatorium
ACADEMISCHE KALENDER 2015-2016 | nr. van de week | |||||||||
School of Arts: professioneel gerichte opleidingen | ||||||||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za Zo | |||||
September 2015 | ||||||||||
14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | Heroriëntering en onthaalw eek eerstejaarsstudenten | 38 | |||
1 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 21/09: aanvang academiejaar 2015-2016 - 23/09: schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15u. | 39 | ||
2 | 28 | 29 | 30 | 40 | ||||||
Oktober 2015 | ||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 4 | 40 | ||||||
3 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 11 | 41 | |||
4 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 18 | 42 | |||
5 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 25 | 43 | |||
6 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 44 | |||
November 2015 | ||||||||||
6 | 1 | 01/11: Allerheiligen; | 44 | |||||||
7 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 8 | 02/11: Allerzielen | 02/11-06/11: projectw eek 1 | 45 | |
8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 15 | 11/11: Wapenstilstand; 15/11: Dag van de Dynastie | 46 | ||
9 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 22 | 47 | |||
10 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 29 | 48 | |||
11 | 30 | 49 | ||||||||
December 2015 | ||||||||||
11 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 12 13 | 49 | ||||
12 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 50 | ||||
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | (inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten) | 51 | ||
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 52 | ||||
28 | 29 | 30 | 31 | 21/12/2015 - 03/01/2016: | 53 | |||||
Januari 2016 | kerstreces | |||||||||
1 | 2 3 | 53 | ||||||||
1 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 1 | |||
2 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | 04/01- 29/01: | 2 | ||
3 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 | eerste examenperiode | 3 | ||
4 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 31 | 4 | |||
Februari 2016 | ||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 | 01/02 - 07/02: intersemestriële vak antie | 5 | |||
1 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 14 | 08/02: schorsing van de lessen (krokus) | 6 | ||
2 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 21 | 7 | |||
3 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 28 | 8 | |||
4 | 29 | 9 | ||||||||
Maart 2016 | ||||||||||
4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 12 13 19 20 26 27 | 9 | ||||
5 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 10 | ||||
6 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 14/03-18/03: projectw eek 2 | 11 | |||
7 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 27/03: Pasen | 12 | |||
28 | 29 | 30 | 31 | 13 | ||||||
April 2016 | 28/03 - 10/04: paasreces | |||||||||
1 | 2 3 | 13 | ||||||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 14 | ||||
8 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 17/04: opendeurdag | 15 | |
9 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 30 | 16 | |||
10 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 17 |
Mei 2016 | ||||||||||||
10 | 1 | 01/05: Dag van de Arbeid | 17 | |||||||||
11 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 14 | 8 15 | 05/05 + 06/05: O.L.H. Hemelvaart | 18 | |||
12 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 19 | ||||||
13 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | inhaal- en/of begeleidingsactiviteiten; 16/05: pinkstermaandag; | 20 | |||
1 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 21 | ||||
2 | 30 | 31 | 22 | |||||||||
Juni 2016 | 23/05- 08/07: tw eede examenperiode inclusief voorbereiding van examens, bekendmaking examenresultaten en feedback | |||||||||||
2 3 4 | 6 13 | 7 14 | 1 8 15 | 2 9 16 | 3 10 17 | 4 11 18 | 5 12 19 | 22 23 24 | ||||
5 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 25 | ||||
6 | 27 | 28 | 29 | 30 | 26 | |||||||
Juli | 2016 | |||||||||||
6 | 1 | 2 | 3 | 26 | ||||||||
7 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 09/07: sluiting studentensecretariaat | 27 | |||
11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 11/07: feest Vlaamse Gemeenschap | 28 | ||||
18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 21/07: nationale feestdag + 22/07: brugdag | 29 | ||||
25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 30 | |||||
Xxxxxxxx 2016 | ZOMERRECES | |||||||||||
1 8 | 2 9 | 3 10 | 4 11 | 5 12 | 6 13 20 | 7 14 21 | 31 32 33 | |||||
08/08: opening studentensecretariaat; 15/08: O.L.V. Hemelvaart | ||||||||||||
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | ||||||||
1 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 34 | ||||
22/08/2016 - 16/09/2016 derde examenperiode (tw eede examenkans), bekendmaking examenresultaten en feedback | ||||||||||||
2 | 29 | 30 | 31 | 35 | ||||||||
September 2016 | ||||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 | 4 | 35 | |||||||
3 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 36 | ||||
4 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 37 | ||||
19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 19/09/2016 - 23/09/2016: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten | 38 | ||||
26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 26/09: aanvang academiejaar 2016-2017 | 39 |
Bijlage 3:
Academische kalender 2015-2016 academisch gerichte opleidingen van de School of Arts KASK-Koninklijk Conservatorium
ACADEMISCHE KALENDER 2015-2016 | nr. van de week | ||||||||||
School of Arts academisch gerichte gerichte opleidingen | |||||||||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za Zo | ||||||
September 2015 | |||||||||||
14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | Heroriëntering en onthaalw eek eerstejaarsstudenten | 38 | ||||
1 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 21/09: aanvang academiejaar 2015-2016 - 23/09: schorsing onderw ijsactiviteiten vanaf 15u. | 39 | |||
2 | 28 | 29 | 30 | 40 | |||||||
Oktober 2015 | |||||||||||
2 | 1 | 2 | 3 4 | 40 | |||||||
3 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 11 | 41 | ||||
4 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 18 | 42 | ||||
5 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 25 | 43 | ||||
6 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 44 | ||||
November 2015 | |||||||||||
6 | 1 | 01/11: Allerheiligen; | 44 | ||||||||
7 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 8 | 02/11: Allerzielen | 02/11-06/11: projectw eek 1 | 45 | ||
8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 15 | 11/11: Wapenstilstand; 15/11: Dag van de Dynastie | 46 | |||
9 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 22 | 47 | ||||
10 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 29 | 48 | ||||
11 | 30 | 49 | |||||||||
December 2015 | |||||||||||
11 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 | 49 | |||||
12 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 13 | 50 | ||||
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | 51 | ||||
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 52 | |||||
28 | 29 | 30 | 31 | 21/12/2015 - 03/01/2016: | 53 | ||||||
Januari 2016 | kerstreces | ||||||||||
1 | 2 3 | 53 | |||||||||
1 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 04/01- 15/01: | 1 | |||
2 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 17 | eerste examenperiode | 2 | |||
1 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 30 31 | 3 | ||||
2 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 4 | |||||
Februari 2016 | |||||||||||
3 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 | 5 | ||||
4 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 14 | 08/02: schorsing van de lessen (krokus) | 6 | |||
5 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 21 | 7 | ||||
6 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 28 | 8 | ||||
7 | 29 | 9 | |||||||||
Maart 2016 | |||||||||||
7 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 6 | 9 | |||||
8 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 13 | 10 | ||||
9 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 20 | 14/03-18/03: projectw eek 2 | 11 | |||
10 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 27 | 27/03: Pasen | 12 | |||
28 | 29 | 30 | 31 | 13 | |||||||
April 2016 | 28/03 - 10/04: paasreces | ||||||||||
1 | 2 3 | 13 | |||||||||
4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 10 | 14 | |||||
11 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 17/04: opendeurdag | 15 | ||
12 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 24 30 | 16 | ||||
13 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 17 |
Mei 2016
13
1 01/05: Dag van de Arbeid
1 2 3 4 5 6 7 8
2 9 10 11 12 13 14 15
3 16 17 18 19 20 21 22
4 23 24 25 26 27 28 29
5 30 31
Juni 2016
05/05 + 06/05: O.L.H.Hemelvaart
16/05: pinkstermaandag;
17
18
19
20
21
22
5 1
6 6 7 8
2 3 4 5
9 10 11 12
02/05- 08/07:
tw eede examenperiode inclusief
voorbereiding van examens, bekendmaking examenresultaten en feedback
7 13 14 15 16 17 18 19
8 20 21 22 23 24 25 26
9 27 28 29 30
Juli 2016
22
23
24
25
26
9 1 2 3
10 4 5 6 7 8 9 10
11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30 31
Augustus 2016
1 2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
1 22 23 24 25 26 27 28
2 29 30 31
September 2016
11/07: feest Vlaamse Gemeenschap -
12/07: sluiting studentensecretariaat
21/07: nationale feestdag + 22/07: brugdag
26
27
28
29
30
ZOMERRECES
08/08: opening studentensecretariaat;
15/08: O.L.V. Hemelvaart
31
32
33
34
35
2
1 2 3 4
22/08/2016 - 16/09/2016
derde examenperiode (tw eede examenkans),
3 5 6 7 8 9 10 11 bekendmaking examenresultaten
en feedback
4 12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30
19/09/2016 - 23/09/2016: heroriëntering en onthaalw eek nieuw e studenten
26/09: aanvang academiejaar 2016-2017
35
36
37
38
39
DEEL 2:
specifieke aanvullingen onderwijs-en examenregelement
School of Arts KASK – Koninklijk Conservatorium
Ontwerp onderwijs- en examenregeling 2015-2016
Inhoud
Deel I. Toelatingsvoorwaarden 81
Artistieke toelatingsproef tot de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek 81
Artistieke toelatingsproef tot de opleiding master Solist Hedendaagse Muziek 82
Beroep tegen onregelmatigheden bij beslissingen over de artistieke toelatingsproef 83
Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama en de Engelstalige master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music 84
Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor het volgen van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogrammaBeeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek 84
Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling 85
Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding Specifieke lerarenopleiding (SLO) 86
Toelatingsvoorwaarden voor de nascholing Geografisch Informatie Systeem (GIS) 86
Toelatingsvoorwaarden voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunsten. 86
Procedure toelatingsonderzoek: afwijkende toelatingsvoorwaarden in het kader van virtuositeit. 87
Inschrijving met een creditcontract 88
Combineren van opleidingsonderdelen van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen of afstudeeropties 88
Een inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een masterdiploma Xxxxxx behaalden 88
Keuze van lesgever door studenten van de opleidingen Muziek 88
Inschrijving voor keuzevakken 89
Aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) 89
Bijkomende regelgeving aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama, Muziek en de Engelstalige masteropleidingen Visual Arts, Audiovisual Arts en Music 89
Deel III. Organisatie van de onderwijsactiviteiten 90
Bijzondere studiegelden en stopzettingsmodaliteiten voor de voortgezette opleidingen 90
Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding 90
Terugbetaling van de bijzondere studiekosten voor de initiële bachelor-en masteropleidingen 92
Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten 92
Aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten met permanente evaluatie en/of niet-periode gebonden evaluaties 93
Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten. 93
Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de opleiding Muziek 93
Opleidingsonderdelen uitgesloten van studentenuitwisseling 94
Aanwezigheid op projectweek / projecten 94
Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek 94
Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de opleidingen Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten 94
Artikel 39.
Artikel 40.
Artikel 41.
Wijziging van examenschikking 95
Toekennen van het eindcijfer bij samengestelde opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen 95
Evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente evaluaties en/of jury’s 96
Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een jurybeoordeling 96
Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen ‘Masterproef II’ in de
master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding drama 97
Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ van de 3de bachelor Interieurvormgeving 97
Toelichting evaluatie van het hoofpraktijkopleidingsonderdeel instrument/zang van de opleiding Muziek- afstudeerrichting Uitvoerende Muziek 97
Examenrecitals op verwante instrumenten van de opleiding Muziek 98
Incentives voor organisatie en/of medewerking aan niet opgelegde producties van de opleiding Muziek 99
Reglementering opleidingsonderdelen Stage en Kunst in het werkveld. 100
Deel I. Toelatingsvoorwaarden
Artikel 1. Artistieke toelatingsproef tot de opleidingen Beeldende Kunsten,
Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek
§ 1. De artistieke toelatingsproef
1. De artistieke toelatingsproef is de proef door de kandidaat-student afgelegd vóór hij studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek in de School of Arts Hogeschool Gent kan aanvangen. Het slagen in de artistieke toelatingsproef maakt deel uit van de algemene toelatingsvoorwaarden. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent. Een student die in de loop van zijn studies in de School of Arts Hogeschool Gent gedurende één academiejaar zijn studies stopzet kan zijn studies hervatten zonder opnieuw aan de artistieke toelatingsproef te participeren.
2. Voor alle opleidingsonderdelen die men met een creditcontract wenst op te nemen dient men eveneens te slagen in een artistieke toelatingsproef die betrekking heeft op de opleiding, afstudeerrichting, specialisatie of instrument die samenhangt met de opleidingsonderdelen waarvoor men wenst in te schrijven.
§ 2. Organisatie van de toelatingsproeven
1. De artistieke toelatingsproeven voor de studies in de opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek van de School of Arts worden ieder jaar georganiseerd vóór de aanvang van het nieuwe academiejaar. De proeven worden meerdere malen ingericht. Een kandidaat-student kan aan de proeven van verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen, specialisaties of instrumenten deelnemen.
3. Om toegelaten te worden tot de artistieke toelatingsproef dient de kandidaat-student een inschrijvingsgeld te betalen van 10 euro. Kandidaat-studenten die aan verschillende toelatingsproeven deelnemen dienen slechts één maal het bedrag aan inschrijvingsgeld te betalen.
4. Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar niet herkansen voor dezelfde toelatingsproef.
5. Voor de opleiding Muziek geldt dat indien de kandidaat-student tijdens een eerste sessie van de toelatingsproef slaagde voor het praktisch gedeelte maar niet slaagde voor het onderdeel theorie (Solfège, gehoorvorming en algemene muziekleer), hij dit theoretisch deel van de toelatingsproef wel kan herkansen in een tweede sessie. Kandidaten die deelnemen aan de laatst georganiseerde sessie van het betreffende academiejaar kunnen niet herkansen.
§ 3. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven
1. De examencommissie van de artistieke toelatingsproeven bestaat uit:
o de decaan of zijn afgevaardigde die ambtshalve voorzitter is
o een secretaris die belast is met het examensecretariaat
o de leden van de examenjury.
2. De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury beslaat minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding, afstudeerrichting of specialisatie.
3. De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de raad van de
§ 4.
School of Arts. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien kunnen kandidaten op geen enkele wijze nog aanspraak maken op feedback.
§ 5. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
§ 6. Heroriëntering
Een student die in de loop van zijn studies binnen dezelfde opleiding van afstudeerrichting wenst te veranderen, moet geen nieuwe artistieke toelatingsproef afleggen. De wijziging wordt gezien als een heroriëntering waarbij er een goedkeuring is met een commissie van betrokken titularissen van de ontvangende afstudeerrichting. De beoordeling gebeurt op basis van het voorgelegde werk, een motivatiegesprek en/of een praktische proef.
§ 7. Vrijstellingen / EVC-EVK
Voor de academische opleidingen dient bij de instroom via ‘een bewijs van bekwaamheid’ via EVK de kandidaat ook een volledige toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef. Op basis van deze inschaling wordt het studietraject bepaald. Voor de academische opleidingen zal bij instroom via ‘een bewijs van bekwaamheid’ via EVC, eventueel gekoppeld aan ‘bewijs van bekwaamheid’ via EVK, de School of Arts het EVC-dossier onderzoeken. Indien uit het onderzoek blijkt dat de competenties die getoetst worden op de toelatingsproef bewezen zijn, wordt het EVC-dossier als artistieke toelatingsproef beschouwd. Indien dit niet het geval is, dient de kandidaat de artistieke toelatingsproef af te leggen. De inschaling van het artistieke niveau wordt in dit geval bepaald door de examencommissie van de toelatingsproef.
Muziek
Artistieke toelatingsproef tot de opleiding master Solist Hedendaagse
§ 1. Toelatingsvoorwaarden
Kandidaat-studenten die zich wensen in te schrijven voor de opleiding dienen te beschikken over het diploma van master in Muziek of over een daarmee gelijkgesteld diploma. Ze moeten eveneens geslaagd zijn in een toelatingsproef tot de opleiding. De geslaagde artistieke toelatingsproef is voor één aansluitend academiejaar rechtsgeldig in de Hogeschool Gent.
§ 2. Toelatingsproef
1. Er wordt verstaan onder toelatingsproef: proef door de kandidaat-student afgelegd vóór deze de opleiding van de School of Arts kan aanvangen. Het slagen in deze toelatingsproef maakt deel uit van de toelatingsvoorwaarden.
2. Deze toelatingsproef wordt georganiseerd tijdens het 2de semester van het academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarvoor de kandidaat wil inschrijven. De data van de toelatingsproeven worden ten laatste tijdens de maand januari van het lopende academiejaar op de website bekendgemaakt. Een kandidaat-student kan binnen eenzelfde academiejaar slechts éénmaal deelnemen aan deze proef.
3. De examenjury is belast met het afnemen van de artistieke toelatingsproef. De examenjury bestaat uit minstens twee interne juryleden en één externe deskundige. Interne juryleden zijn docenten die les geven in de betrokken opleiding.
4. De examencommissie van de toelatingsproeven bestaat uit:
o voorzitter: de decaan of zijn afgevaardigde;
o de leden van de examenjury;
o een secretaris die belast is met het examensecretariaat;
5. De inhoud en de organisatiemodaliteiten van de toelatingsproef worden, in overleg met de examencommissies van de artistieke toelatingsproeven, vastgelegd door de raad van de School of Arts. Bij de eindbeoordeling worden de prestaties door de examencommissie op de verschillende selectiecriteria gemotiveerd.
6. De kandidaat-studenten moeten zich vooraf inschrijven voor de proef via de website waar ook alle informatie terug te vinden is.
§ 3. Deliberatie en feedback
Na de proeven delibereren de examencommissies en worden de resultaten geproclameerd. Van de deliberatie wordt een proces-verbaal opgemaakt. Er wordt vóór de proclamatie aan de kandidaten geen informatie verstrekt over het al dan niet geslaagd zijn van de kandidaat. De kandidaten moeten op de proclamatie aanwezig zijn. Voor kandidaten die dit wensen, is er onmiddellijk na de proclamatie een gelegenheid voor een nabespreking, waarbij ook derden kunnen aanwezig zijn. Nadien wordt er op geen enkele wijze feedback (noch via gesprek, telefoon, mail,…) gegeven over behaalde resultaten.
§ 4. Toelatingsproef buiten de vastgestelde perioden
In uitzonderlijke omstandigheden kan de decaan toelating verlenen om een toelatingsproef af te leggen buiten de vastgelegde perioden. Hiertoe dient de kandidaat een schriftelijk gemotiveerd verzoek in bij de decaan.
Artikel 3. Beroep tegen onregelmatigheden bij beslissingen over de artistieke
toelatingsproef
§ 1. Indienen van een beroep
De kandidaat-student die oordeelt dat een ongunstige artistieke toelatingsproefbeslissing aangetast is door een schending van het recht, heeft toegang tot een interne beroepsprocedure. De kandidaat-student stelt een verzoek tot heroverweging van een artistieke toelatingsproefbeslissing in binnen een vervaltermijn van 5 kalenderdagen, die ingaat op de dag na deze waarop de beslissing wordt bekendgemaakt (proclamatie) aan de student. De kandidaat-student dient hiertoe een gemotiveerd beroep te richten ter attentie van de decaan. Het beroep moet aangetekend verstuurd worden (de datum van de poststempel telt als bewijs) of in tweevoud afgegeven worden op het secretariaat van de decaan, waarbij een exemplaar wordt afgestempeld en ondertekend door het secretariaat en terugbezorgd aan de kandidaat-student.
§ 2. Bevoegdheid tot behandelen van een beroep
Het beroep wordt behandeld door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven.
§ 3. Behandeling van het beroep
De interne beroepsprocedure leidt tot:
1. De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid ervan. De voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven oordeelt over de ontvankelijkheid van het beroep. Hij brengt de betrokkene onverwijld op de hoogte van zijn gemotiveerde beslissing.
2. Een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt of herziet.
In geval het beroep door de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven als ontvankelijk wordt beoordeeld, stelt de voorzitter van de examencommissie artistieke toelatingsproeven of een daartoe gemachtigde, een dossier samen waarbij hij alle informatie omtrent de klacht inwint. De examencommissie artistieke toelatingsproeven in bijzondere zitting neemt een beslissing die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De kandidaat-student kan op zijn verzoek gehoord worden in de buitengewone zitting van de commissie artistieke toelatingsproeven of door de decaan. Hij kan zich laten bijstaan.
§ 4.
De bedoelde beslissingen worden aan de kandidaat-student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld.
Extern beroep bij onregelmatigheden
(zie xxxx://xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx/Xxxx/)
Er werd een Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen opgericht bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De Raad doet als administratief rechtscollege uitspraak over het beroep tegen studievoortgangsbeslissingen dat door kandidaat-studenten wordt ingesteld, na uitputting van de interne beroepsprocedure.
Artikel 4. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de
master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Muziek en Drama en de Engelstalige master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music
§ 1. Externe kandidaten die niet binnen de School of Arts rechtstreeks doorstromen van de
bacheloropleiding naar de masteropleiding alsook kandidaten die rechtstreeks doorstromen maar van opleiding of afstudeerrichting wensen te veranderen, dienen tijdig een aanmeldingsdossier in te dienen.
§ 2. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende toelatings-
voorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 5. Aanmeldingsprocedure en bijkomende toelatingsvoorwaarden voor het
volgen van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogrammaBeeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek
§ 1. Kandidaat-studenten die in het bezit zijn van één van de hieronder opgesomde
professionele bachelor diploma’s, komen in aanmerking voor inschrijving voor het schakelprogramma:
Ten aanzien van de opleiding Beeldende Kunsten: bachelor Interieurvormgeving, bachelor Beeldende Vormgeving, bachelor Audiovisuele Kunsten, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Modetechnologie, bachelor Textieltechnologie, bachelor Landschaps-en Tuinarchitectuur, bachelor Grafische-en Digitale Media.
Ten aanzien van de opleiding Audiovisuele Kunsten: bachelor Audiovisuele Kunsten, bachelor Audiovisuele Technieken, bachelor Beeldende Vormgeving.
Ten aanzien van de opleiding Drama: bachelor in de Dans.
Ten aanzien van de opleiding Muziek: bachelor in de Pop-en Rockmuziek, bachelor in de Musical.
§ 2. Kandidaat-studenten die wensen door te stromen naar een masteropleiding vanuit een
academisch bachelordiploma in de kunsten dat onvoldoende inhoudelijke verwantschap heeft met de initiële bacheloropleiding die toegang geeft tot de master waarvoor ze kandideren, komen in aanmerking voor een voorbereidingsprogramma.
§ 3. Kandidaat-studenten die wensen in te schrijven voor een schakelprogramma of
voorbereidingsprogramma, volgen dezelfde aanmeldingsprocedure zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master (artikel 4). Er zijn twee aanmeldingsrondes: één in de lente en één in de zomer voorafgaand aan de start van het academiejaar. Voor kandidaten die in aanmerking komen voor een voorbereidingsprogramma of schakelprogramma zal de artistieke toelatingscommissie van de gekozen opleiding of afstudeerrichting het aanmeldingsdossier behandelen en neemt een beslissing over instroom in de opleiding. Deadlines alsook inhoud en
organisatiemodaliteiten met betrekking tot de instroomprocedure worden bekend gemaakt via de website xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Op basis van de procedure alsook bewijzen van bekwaamheid geeft de artistieke toelatingscommissie bij toelating tevens advies over de samenstelling van het schakelprogramma of voorbereidingsprogramma.
§ 4. Kandidaat-studenten met een bachelordiploma uit het buitenland die geen
gelijkwaardigheidserkenning academisch niveau kunnen voorleggen, dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek. Kandidaat-studenten uit het buitenland waarvan het gevolgde bachelordiploma in de kunsten als academisch wordt ingeschaald maar waarbij onvoldoende inhoudelijke verwantschap wordt vastgesteld met de initiële bacheloropleiding die voorafgaat aan de masteropleiding waarvoor men kandideert dienen eveneens de aanmeldingsprocedure te volgen zoals vastgelegd voor kandidaten voor de master Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek.
§ 5. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende
toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
Artikel 6. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding bachelor na bachelor in de
Landschapsontwikkeling.
§ 1. Een kandidaat-student die wenst in te stromen in de bachelor na bachelor in de
§ 2.
Volgende diploma’s geven rechtstreeks toegang tot de opleiding landschapsontwikkeling:
▪ Bachelor in de agro-en biotechnologie (afstudeerrichting groenmanagement)
▪ Bachelor in de landschaps-en tuinarchitectuur
▪ Bachelor in de toegepaste architectuur
▪ Bachelor of Science in de architectuur
▪ Master of Science in de architectuur
▪ Bachelor of Science in de ingenieurwetenschappen architectuur
▪ Master of Science in de ingenieurswetenschappen architectuur
▪ Bachelor of Science in de geografie en de geomatica
▪ Bachelor of Science in de geografie
▪ Master of Science in de geografie
▪ Master of Science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning
§ 3. Het correct doorlopen van de aanmeldingsprocedure is een bijkomende
toelatingsvoorwaarde. De inschrijving van kandidaat-studenten die de aanmeldingsprocedure niet correct doorlopen, kan geweigerd worden.
§ 4. In de bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling wordt bij inschrijving de
mogelijkheid geboden om in functie van de vooropleiding(en) van de student bepaalde opleidingsonderdelen te vervangen. Op basis van de reeds behaalde competenties / credits in de vooropleiding(en) kunnen, voor maximaal 6 studiepunten, de opleidingsonderdelen ‘Planmethodiek’, ‘Ruimtelijke Planning’, ‘Landschapsanalyse’, ‘Landschapsgenese’, ‘Landschapsbeheer’, ‘Landschapsfilosofie, ‘Recreatiekunde en Verkeerskunde’ vervangen worden door aanverwante opleidingsonderdelen te kiezen uit het aanbod van de Associatie Universiteit Gent, na goedkeuring door de opleidingscommissie. Dit geldt evenwel niet voor de opleidingsonderdelen ‘Landschap en Beleid’, ‘Projecten Landschapsontwerp I’, ‘Projecten Landschapsontwerp II’, ‘Stage en Rapportering’, ‘GIS I’ en ‘GIS II’.
Artikel 7. Toelatingsvoorwaarden voor de opleiding Specifieke lerarenopleiding (SLO).
§ 1. De student kan, mits een bijkomende inschrijving en de betaling van het vastgelegde
studiegeld, opleidingsonderdelen van de specifieke lerarenopleiding gedeeltelijk tijdens of geheel na de master volgen.
§ 2. De omvang van een Specifieke Lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30
studiepunten theorie- en 30 studiepunten praktijkcomponent.
§ 3. De student van de opleiding Muziek kan de 30 studiepunten theoriecomponent reeds in
de master Xxxxxx, keuzeoptie muziekeducatie, laten indalen. Deze indaling is bedoeld om te faciliteren dat studenten het diploma van de Specifieke lerarenopleiding en de bijhorende lesbevoegdheid verwerven. Voor studenten die deze lesbevoegdheid reeds hebben verworven, via een diploma Specifieke lerarenopleiding of een ander diploma, is dit zonder voorwerp. Deze studenten kunnen de keuze-optie muziekeducatie niet kiezen.
(GIS).
Toelatingsvoorwaarden voor de nascholing Geografisch Informatie Systeem
§ 1. De nascholing GIS is opengesteld voor personen die in het bezit zijn van een graad van
bachelor (of gelijkwaardig). Kandidaat deelnemers met relevante aantoonbare beroepservaring kunnen eveneens worden toegelaten. Zij dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in bij de coördinator van de nascholing.
§ 2. Het maximum aantal inschrijvingen voor de nascholing GIS bedraagt 25. De datum van
inschrijving van de kandidaten bepaalt de rangorde. De School of Arts behoudt zich het recht voor deze nascholing niet te laten plaatsvinden bij een onvoldoende aantal inschrijvingen.
Artikel 9. Toelatingsvoorwaarden voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer
van Actuele Kunsten.
§ 1. Een kandidaat die wenst in te schrijven voor het postgraduaat Tentoonstelling en Beheer
van Actuele Kunsten (TEBEAC) dient houder te zijn van een masterdiploma of equivalent.
§ 2. Uitzonderlijk kunnen ook kandidaat-studenten worden toegelaten die zijn ingeschreven in
een masteropleiding en hun masterdiploma in de januari-examenperiode van het academiejaar kunnen behalen. Het getuigschrift van TEBEAC kunnen deze kandidaten echter pas ontvangen indien ze ook effectief houder zijn van dat masterdiploma op het moment van afstuderen binnen de opleiding TEBEAC.
§ 3. Alle kandidaten hebben in de periode augustus/september voorafgaand aan de start van
Artikel 10. Taalvoorwaarden
§ 1. Voor de opleidingen Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en
Landschapsontwikkeling gelden de algemene taalvoorwaarden zoals beschreven in de Onderwijs- en examenregeling van HoGent.
§ 2. Voor de bachelor- en masteropleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten,
Xxxxxx en Drama alsook voor de master Visual Arts, Audiovisual Arts en Music geldt dat het taalniveau van anderstalige kandidaat studenten wordt beoordeeld als onderdeel van de artistieke toelatingsproef. Anderstalige kandidaat studenten die zich willen inschrijven en waarvan de kennis van de onderwijstaal tijdens de artistieke toelatingsproef onvoldoende blijkt, kunnen geweigerd worden. Anderstalige kandidaat-studenten die slagen op de artistieke toelatingsproef kunnen inschrijven voor een diplomacontract. Zij moeten zich inschrijven in een taalinstituut indien ze niet beschikken over een certificaat taalniveau 5 van het Universitair Centrum voor Talenonderwijs of een gelijkwaardig certificaat in het Europees Referentie Framework (voor de Nederlandstalige opleidingen) of over het specifiek taalbewijs dat binnen de Onderwijs- en examenregeling van HoGent voorzien is. De studietrajectbegeleider zal de behaalde resultaten aan het taalinstituut jaarlijks evalueren en er kunnen jaarlijks bindende voorwaarden opgelegd worden in het kader van studievoortgangsbewaking.
Artikel 11. Procedure toelatingsonderzoek: afwijkende toelatingsvoorwaarden in het
kader van virtuositeit
§ 1. Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden kunnen toelating
verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding indien ze slagen in een toelatingsonderzoek (zie webpagina xxxx://xxx.xxxxxx.xx).
Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven.
§ 2. Onverminderd de regelingen met betrekking tot het toelatingsonderzoek binnen de
Hogeschool Gent en de Associatie universiteit Gent wordt bij een toelatingsonderzoek op gronde van virtuositeit volgende procedure gevolgd:
1° Stap 1
Student dient een dossier in bij de Associatie Universiteit Gent. Dit dossier omvat steeds minstens een CV, reflectie- en motivatietekst en een artistiek portfolio.
2° Stap 2
De HOGent-begeleider toelatingsonderzoek stuurt, via de trajectbegeleider van de betrokken opleiding, het dossier door aan de decaan. De decaan stelt een expertencommissie samen van docenten, aangevuld met minstens 1 externe expert. Een expertencommissie bestaat uit minstens 2 commissieleden en aangevuld met de voorzitter van de opleidingscommissie als commissievoorzitter. De trajectbegeleider van de opleiding is de secretaris van de commissie.
3° Stap 3
De expertencommissie brengt een oordeel uit of de kandidaat de discipline op een uitzonderlijke wijze beheerst en maakt een schriftelijk verslag op.
De commissie nodigt daarbij steeds de kandidaat uit voor een interview en/of praktische proef. De commissie heeft steeds de mogelijkheid om verdere deelproeven te organiseren indien men meent dat dit nodig is om een volwaardig besluit te kunnen nemen. Het onderzoek van de
expertencommissie zal tevens doorgaan als artistieke toelatingsproef. Indien de kandidaat het statuut van virtuoos verwerft zal hij geen bijkomende artistieke toelatingsproef moeten doen.
4° Stap 4
De trajectbegeleider legt als secretaris van de expertencommissie het schriftelijk verslag ter goedkeuring voor aan de decaan en van de beslissing wordt een facultaire beslissing opgemaakt. De trajectbegeleider maakt de facultaire beslissing over aan de HoGent-begeleider toelatingsonderzoek en aan de kandidaat. Bij een positief resultaat kan de student zich inschrijven voor de opleiding.
Deel II. Inschrijving
Artikel 12. Inschrijving met een creditcontract
§ 1. Toelating tot een opleidingsonderdeel of opleidingsonderdelen met een creditcontract uit
masterprogramma’s worden enkel goedgekeurd indien de kandidaat-student het onderliggende bachelordiploma heeft behaald.
§ 2. De School of Arts kan bij goedkeuring van het creditcontract van de kandidaat-student
xxxxx dat verschillende opleidingsonderdelen simultaan worden opgenomen. Het gaat hierbij om praktijkgerichte en/of theoretische opleidingsonderdelen die omwille van inhoudelijke redenen niet afzonderlijk gevolgd kunnen worden. Welke opleidingsonderdelen samen opgenomen moeten worden, is vastgelegd in een beslissing van de Raad van de School of Arts.
Artikel 13. Combineren van opleidingsonderdelen van verschillende opleidingen,
afstudeerrichtingen of afstudeeropties
Voor het combineren van meerdere inschrijvingen van opleidingsonderdelen uit verschillende opleidingen, afstudeerrichtingen en/of afstudeeropties binnen de Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama en Muziek is de toelating van de decaan vereist. Een aanvraag hiervoor kan bij de studietrajectbegeleider worden ingediend.
Artikel 14. Een inschrijving in de master Xxxxxx voor kandidaten die reeds een
masterdiploma Xxxxxx behaalden
§ 1. Kandidaten die reeds aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling een masterdiploma
Xxxxxx hebben behaald kunnen enkel een tweede diplomacontract aangaan voor de masteropleiding Muziek indien men bij een tweede masteropleiding in de Muziek een andere afstudeerrichting of een andere instrumentenfamilie kiest. Studenten die binnen dezelfde instrumentenfamilie xxxxxx een tweede masteropleiding te volgen, kunnen enkel verder studeren via creditcontract.
§ 2. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt ook rekening gehouden met artikel 12 §2.
Xxxxxxxxxx het reeds gevolgde curriculum kan een kandidaat-student een pakket van opleidingsonderdelen krijgen waarvoor hij dient in te schrijven met een creditcontract. In elk geval dient de student steeds de opleidingsonderdelen betreffende klein ensemble en groot ensemble als bijkomende opleidingsonderdelen op te nemen.
§ 3. Bij de goedkeuring van het creditcontract wordt tevens rekening gehouden met de
motivatie en beweegredenen van de kandidaat. Indien wordt vastgesteld dat motivatie en profiel van de kandidaat beter aansluiten bij de master Hedendaagse Muziek, kan de kandidaat geweigerd worden voor een tweede masteropleiding.
§ 4. Volgende instrumenten worden gedefinieerd als behorende tot dezelfde
instrumentenfamilie:
▪ Klarinet en basklarinet;
▪ Trombone en bastrombone
▪ Viool en Altviool
▪ Hobo en Althobo
Artikel 15. Keuze van lesgever door studenten van de opleidingen Muziek
Iedere student kiest vrij, indien er een keuzemogelijkheid voorhanden is, zijn/haar lesgever
instrument of zang in de afstudeerrichting Uitvoerende Muziek. Ook de student in de afstudeerrichting Scheppende Muziek - Compositie kiest vrij, indien de keuzemogelijkheid voor handen is, zijn/haar lesgever voor het opleidingsonderdeel compositie. De student dient bij inschrijving/herinschrijving zijn/haar keuze kenbaar te maken.
Artikel 16. Inschrijving voor keuzevakken
§ 1. Studenten kunnen zich inschrijven voor keuzevakken tot maximaal één week na de start
van de onderwijsactiviteiten van de betrokken opleidingsonderdelen. De aanvraag tot inschrijving voor keuzevakken meer dan één week na de start van de onderwijsactiviteiten kan geweigerd worden.
§ 2. Studenten die zich na 1 november uitschrijven voor opleidingsonderdelen van het eerste
semester behorende tot een verplicht keuzepakket binnen de opleiding, kunnen zich datzelfde academiejaar niet meer inschrijven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester die behoren bij hetzelfde keuzepakket.
§ 3. Uitzonderingen op §1 en §2 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze aangevraagd
worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier.
Artikel 17. Aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT)
§ 1. Een geïndividualiseerd traject behelst maximum 66 studiepunten behalve voor de
bachelor- en masteropleidingen Muziek. In de opleiding Muziek behelst het maximum aantal op te nemen studiepunten 75.
Studenten die in hun geïndividualiseerd traject meer dan het maximum vastgelegde aantal studiepunten wensen op te nemen, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt.
§ 2. Bij de opbouw van de opleidingsprogramma’s werd de volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid
van opleidingsonderdelen bepaald. De volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid geeft weer welke opleidingsonderdelen achtereenvolgens én gelijktijdig gevolgd moeten worden. De student moet bij de opbouw van zijn geïndividualiseerd studietraject deze volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid respecteren. Studenten die in hun geïndividualiseerd traject willen afwijken van de regels van volgtijdelijkheid en gelijktijdigheid, dienen hiertoe een gemotiveerde aanvraag in te dienen bij de studietrajectbegeleider. De studietrajectbegeleider adviseert, in overleg met de voorzitter van de opleidingscommissie of zijn vervanger, de decaan die een beslissing neemt.
§ 3. Bij programmawijzigingen wordt door de respectievelijke opleidingscommissie de
concordantie vastgesteld, qua inhoud en studieomvang, tussen de opleidingsonderdelen uit het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ programma. Studenten die met een geïndividualiseerd traject herinschrijven dienen de concordantietabel te respecteren bij het samenstellen van hun geïndividualiseerd studieprogramma.
Artikel 18. Bijkomende regelgeving aanvraag geïndividualiseerd traject (GIT) voor de
opleidingen Beeldende Kunsten, Audiovisuele Kunsten, Drama, Muziek en de Engelstalige masteropleidingen Visual Arts, Audiovisual Arts en Music
Bij het combineren van opleidingsonderdelen bachelor met een inschrijving in de master, worden volgende restricties gevolgd:
§ 1. Studenten die nog één of meerdere hoofdpraktijkopleidingsonderdelen uit de
bacheloropleiding dienen af te leggen, kunnen niet inschrijven voor hoofdpraktijkopleidingsonderdelen alsook de scriptie uit de master.
§ 2. Studenten die enkel nog theoretische opleidingsonderdelen uit de bachelor dienen af te
leggen, kunnen starten in de master. De School of Arts kan wel restricties opleggen ten aanzien van het maximaal op te nemen studiepunten binnen het geïndividualiseerd programma.
§ 3. Voor studenten van wie de studievoortgang in de bachelor niet optimaal was, en die nog
opleidingsonderdelen dienen af te leggen waarvoor zij voor een derde keer inschrijven, zal de inschrijving in de master worden geweigerd.
§ 4. Voor studenten die nog voor meer dan 27 studiepunten opleidingsonderdelen moeten
afleggen uit de bachelor, zal de inschrijving in de master worden geweigerd.
§ 5. Voor studenten die voor een tweede achteréénvolgende academiejaar wensen in te
schrijven voor een combinatie van opleidingsonderdelen uit de bachelor-en de masteropleiding, kan de inschrijving voor de masteropleiding geweigerd worden. Deze studenten kunnen slechts weer inschrijven voor de masteropleiding indien alle credits uit de bacheloropleiding verworven zijn.
§ 6. Voor kandidaat-studenten die hun bachelordiploma alsnog dienen te behalen aan een
andere onderwijsinstelling, zal de inschrijving in de masteropleiding worden geweigerd.
§ 7. Uitzonderingen op §1 tot en met §6 van dit artikel kunnen op gemotiveerde wijze
aangevraagd worden bij de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan neemt een beslissing in het dossier.
Voor studenten uit de bacheloropleiding drama die opleidingsonderdelen uit het 1e en/of 2e modeldeeltraject willen combineren met opleidingsonderdelen uit het 3e modeldeeltraject geldt:
§ 8. Een aanvraag waarin de opleidingsonderdelen dramaproject I, dramaproject II en/of
dramaproject III worden opgenomen, zal slechts goedgekeurd worden indien de student zich binnen de lessenrooster vrij kan maken voor deze opleidingsonderdelen én indien een inschrijving voor één van deze opleidingsonderdelen noodzakelijk is om minstens 27 studiepunten te kunnen opnemen.
Deel III. Organisatie van de onderwijsactiviteiten
Artikel 19. Bijzondere studiegelden en stopzettingsmodaliteiten voor de voortgezette
opleidingen.
Jaarlijks worden de bijzondere studiegelden voor de opleidingen ‘bachelor na bachelor in de Landschapsontwikkeling’, ‘master na master Hedendaagse Muziek’, nascholing ‘GIS’, ‘Postgraduaat TEBEAC: Tentoonstelling en Beheer van Actuele Kunst’ en de regeling rond de terugbetaling van deze bijzondere studiegelden bij uitschrijving of wijziging van het jaarprogramma vastgelegd. De bijzondere studiegelden en uitschrijvingsmodaliteiten zijn opgenomen in bijlage.
Artikel 20. Bijzondere studiekosten voor de opleidingen Beeldende Kunsten,
Audiovisuele Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding
§ 1. Alle studenten die zich inschrijven voor de opleidingen Audiovisuele Kunsten, Beeldende
Kunsten, Muziek, Drama, Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur en de Specifieke Lerarenopleiding van de School of Arts betalen naast het door de Hogeschool Gent vastgestelde studiegeld een bedrag voor bijzondere studiekosten. Deze studiekosten, in de niet- Muziekopleidingen ook wel ateliergeld genoemd, zijn verbonden met specifieke gebruiks- en verbruikskosten voor studenten in de School of Arts als geheel en in de diverse afstudeerrichtingen.
De raad van de School of Arts beslist over de besteding School of Arts van dit geld. Het wordt aangewend voor:
▪ cursussen en fotokopieën, waaronder ook extra opdrachten en oefeningen, toelichting bij opdrachten, tekstfragmenten, partituren, plannen, examens enz.
▪ de basisgebruiks- en verbruiksmiddelen voor ateliers
▪ afvalverwerking van specifiek ateliergebonden activiteiten
▪ gezamenlijke studiereizen en studie-uitstappen
▪ aankoop, beheer, onderhoud en herstelling van ontlenings- en gebruiksapparatuur, inclusief instrumenten, voor studenten in de lokalen, ateliers of in de diverse uitleendiensten
▪ gezamenlijke kosten bij projecten
▪ uitrusten en beheren van zelfstudie- en repetitielokalen, ook buiten de lesuren en de normale openingsuren
▪ …
Deze bijdrage in de studiekosten bedraagt:
▪ € 25 voor de Specifieke Lerarenopleiding
▪ € 100 voor Muziek – Muziektheorie/Schriftuur
▪ € 150 voor Muziek –uitvoerende muziek – jazz/pop
▪ € 200 voor Muziek – muziekproductie – compositie – uitvoerende muziek klassieke muziek
▪ € 250 voor Interieurvormgeving, Landschaps- en Tuinarchitectuur, Muziek – instrumentenbouw
▪ € 300 voor Drama, Fotografie, Grafisch Ontwerp, Multimediale Vormgeving, Vrije Kunsten, Mode en Textielontwerp
▪ € 400 voor Film en Animatiefilm
§ 2. De bijzondere studiekosten voor bachelorstudenten worden individueel berekend per
student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel:
opgenomen SP ≥ 45 | 100% | ||
30 < opgenomen SP < 45 | opgenomen praktijk-SP ≥ 21 | 100% | |
opgenomen praktijk-SP < 21 | opgenomen theorie- SP ≥ 21 | 100% | |
opgenomen theorie-SP < 21 | 50% | ||
opgenomen SP ≤ 30 | opgenomen praktijk-SP ≥ 18 | 50% | |
8 ≤ opgenomen praktijk-SP < 18 | opgenomen theorie-SP ≥ 12 | 50% | |
opgenomen theorie-SP < 12 | 25% | ||
opgenomen praktijk-SP < 8 | opgenomen theorie-SP ≥ 12 | 25% | |
opgenomen theorie-SP < 12 | 0 |
§ 3. De bijzondere studiekosten voor masterstudenten worden individueel berekend per
student en per ingeschreven opleiding op basis van het aantal opgenomen studiepunten (SP) en de verhouding van praktijkgebonden studiepunten tot het totaal volgens onderstaande tabel:
Opgenomen SP praktijk > 0 | 100% | |
Opgenomen SP praktijk = 0 | Opgenomen SP theorie > 12 | 25% |
Opgenomen SP theorie ≤ 12 | 0% |
§ 4. Studenten krijgen na inschrijving een voorlopige aanrekening gebaseerd op de
opgenomen studiepunten. Na het definitief vastleggen van de individuele trajecten in het tweede semester, wordt er een definitieve berekening gemaakt, waarna er een terugbetaling of bijkomende betaling mogelijk is.
§ 5. Studiepunten opgenomen in het kader van internationale studentenuitwisseling, worden
bij de berekening van de bijzondere studiekosten niet in rekening gebracht.
§ 6. Het betalen van de bijzondere studiekosten is naast het betalen van het studiegeld een
noodzakelijke voorwaarde om deel te nemen aan de onderwijs- en examenactiviteiten.
Artikel 21. Terugbetaling van de bijzondere studiekosten voor de initiële bachelor-en
masteropleidingen.
§ 1. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór de start van het academiejaar
krijgen het volledige bedrag terug.
§ 2. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding vóór 1 november betalen een vierde
voor deelname in de kosten.
§ 3. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding tussen 1 november en 31 december
betalen de helft voor deelname in de kosten.
§ 4. Studenten die zich uitschrijven voor de opleiding na 31 december kunnen niet meer
genieten van een terugbetaling.
Artikel 22. Ontlening van materiaal en instrumenten door studenten
§ 1. Een student kan materiaal of instrumenten ontlenen in het kader van de opleiding aan de
School of Arts of voor pedagogische, onderzoeksgerelateerde of artistiek-culturele activiteiten ondersteund of geïnitieerd door de School of Arts.
§ 2. De Raad van de School of Arts legt de bepalingen rond het ontlenen vast in een
ontleningsreglement, dat integraal online gepubliceerd wordt en in elke uitleendienst beschikbaar is.
§ 3. Meer in het bijzonder zijn volgende krachtlijnen van toepassing:
▪ De betrokken vakgroep kan extra uitleenvoorwaarden bepalen, zoals het akkoord van de betrokken titularis, ingeschreven zijn in een bepaalde opleiding en/of afstudeerrichting, het verplicht gevolgd hebben van een specifieke opleiding over het gebruik, enz.
▪ Voor instrumenten en een selecte lijst materiaal dient er een kleine huurprijs betaald te worden.
▪ Een student die materiaal of een instrument ontleent, moet de werking en het gebruik ervan voldoende kennen, het beheren tijdens de ontlening volgens de principes van de goede huisvader en het niet ter beschikking stellen van derden.
▪ Tijdens de ontlening is de student verantwoordelijk voor het materiaal of het instrument en zal hij moeten instaan voor een schadevergoeding bij schade of diefstal. De waarde wordt bepaald op basis van een gepaste herstelling of vernieuwing. Indien het voorwerp verzekerd is binnen de Hogent-verzekeringspolis, dan staat de student in voor het vrijstellingsbedrag.
▪ Een student die het ontleningsreglement niet respecteert, zal uitgesloten worden van ontlening.
Artikel 23. Aanwezigheid tijdens onderwijsactiviteiten met permanente evaluatie en/of
niet-periode gebonden evaluaties.
§ 1. Bij opleidingsonderdelen die vallen onder het systeem van de permanente evaluatie of
niet-periode gebonden evaluatie, is de aanwezigheid van studenten verplicht. De student zorgt ervoor dat hij voldoet aan het verwachtingspatroon van actieve deelname aan het onderwijsgebeuren. Iedere student draagt de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis contact te onderhouden met zijn titularissen en hen op de hoogte te houden van zijn werkzaamheden. Regelmatig werk ter bespreking voorleggen is hierbij noodzakelijk.
§ 2. Werkstukken en/of artistieke realisaties die ter bespreking of ter beoordeling voorliggen,
zijn altijd het resultaat van een onderwijsproces dat in samenspraak of in overleg met de lesgevers is gevoerd.
§ 3. Aanwezigheid kan worden vastgesteld door de handtekening van de student in de
aanwezigheidslijst. De door de studenten getekende aanwezigheidslijsten worden door betrokken docenten bewaard tot drie maand na sluiting van de derde examenperiode (= tweede zittijd) van het lopende academiejaar.
§ 4. Naast de regeling van niet-periode gebonden evaluaties, zoals beschreven in het
onderwijs-en examenreglement van de HoGent mbt deelname aan onderwijsactiviteiten en niet- periode gebonden evaluatie, kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel. Voor de opleiding drama kan een ongewettigde afwezigheid van meer dan 10% aanleiding geven tot de quotatie ‘afwezig’ voor het volledige opleidingsonderdeel.
Artikel 24. Algemene bepaling voor het indienen van werkstukken en opdrachten.
Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten, beoordelingen en examens moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd. In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht. Indien een opdracht of artistiek werk door geval van overmacht niet tijdig klaar geraakt, wordt het werk op dag van de beoordeling voorgelegd of gepresenteerd in de staat waarin het zich bevindt.
Artikel 25. Algemene regelingen m.b.t. beschikbaarheid voor producties van de
opleiding Muziek
Volgende regeling is geldig voor elke student van de opleiding Muziek ongeacht of de vernoemde opleidingsdelen tot hun curriculum behoren:
§ 1. Tijdens het academiejaar, maar ook tijdens de vakantieperiodes en de introductieweek
worden de studenten geacht zich ter beschikking te houden van de School of Arts voor eventuele deelname aan de voorbereiding en uitvoering van concerten of grote producties. Deze producties worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd.
§ 2. De studenten kunnen ook opgeroepen worden voor de activiteiten die de School of Arts
inricht tijdens het academiejaar en die de uitstraling van HoGent en de School of Arts ten goede komen. Eventuele afwezigheden wegens ziekte of heerkracht voor deze manifestaties moeten gestaafd worden door een attest. Deze activiteiten worden steeds tijdig en in overleg met de studenten gecommuniceerd.
§ 3. Studenten die participeren aan de orkestbegeleiding van de operaproducties kunnen
hiervoor, indien ingeschreven, gequoteerd worden binnen de opleidingsonderdelen ‘Orkest / Grote ensembles’ of ‘begeleidingspraktijk’ / ‘begeleiden’. Indien deze prestaties boventallig zijn, geschiedt de verrekening van de quotatie conform artikel 41.
Artikel 26. Opleidingsonderdelen uitgesloten van studentenuitwisseling
§ 1. Bepaalde opleidingsonderdelen kunnen in het kader van studentenuitwisseling niet
gevolgd worden in een andere onderwijsinstelling. Omwille van de finaliteit van het opleidingsonderdeel is de student steeds ingeschreven voor het opleidingsonderdeel in de eigen onderwijsinstelling. Dit is het geval voor volgende opleidingsonderdelen: Masterproef, Scriptie en Bachelorproef.
§ 2. Voor de Bachelorproef binnen de bacheloropleidingen Landschaps-en tuinarchitectuur en
Interieurvormgeving kan dit uitzonderlijk worden toegestaan onder volgende voorwaarden:
▪ De student volgt in het kader van studentenuitwisseling elders een equivalent opleidingsonderdeel op vlak van studiepunten, doelstellingen en eindcompetenties.
▪ Indien mogelijk worden in het kader van de jurering van het equivalent opleidingsonderdeel in het buitenland ook personeelsleden van de opleiding in de School of Arts betrokken.
▪ De betrokken student engageert zich om zijn bachelorproef te presenteren tijdens het afstudeerevent eind juni.
Artikel 27. Aanwezigheid op projectweek / projecten
De aanwezigheid van studenten is verplicht tijdens projectmatige activiteiten o.a. tijdens de ‘projectweken’. De projectweken worden jaarlijks in de academische kalender vastgelegd.
Artikel 28. Aanwezigheid op infomomenten en onthaalweek
De studenten zijn geacht om aanwezig te zijn op de onthaalactiviteiten en op andere momenten waarbij belangrijke informatie wordt verstrekt (deze momenten worden via de elektronische leeromgeving bekendgemaakt).
Artikel 29. Begrips- en functieomschrijving en organisatie m.b.t. de master in de
opleidingen Beeldende Kunsten en Audiovisuele Kunsten
§ 1. Voorstel tot masterproject: een tekst van minimaal 1, maximaal 2 pagina’s getypt.
De tekst bevat:
▪ een concrete omschrijving van het uit te voeren project
▪ een persoonlijke motivering vanuit de eigen historiek als student
▪ eventueel bijlagen: script van een film, plannen, schetsen,…enz.
§ 2. Mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student. Xxxx
student heeft minstens één mentor uit de praktijk en één uit de theorie. De ateliermentor wordt in de regel gekozen uit de docenten van de hoofdateliers van de afstudeerrichting. Afwijkingen hierop kunnen enkel bij goedkeuring door de mastercoördinator. Een lid van het onderwijzend personeel komt in aanmerking als mentor theorie wanneer hij/zij is aangesteld in een ambt van assistent, praktijkassistent, docent, hoofddocent, of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit niet artistiek-gebonden onderdelen. Een lid van het onderwijzend
personeel komt in aanmerking als mentor praktijk wanneer hij/zij is aangesteld in een artistiek ambt (artistiek assistent, artistiek praktijkassistent, artistiek docent, artistiek hoofddocent) of als gastprofessor en het grootste gedeelte van de opdracht bestaat uit artistiek-gebonden onderdelen.
De ateliermentor is titularis van het opleidingsonderdeel ‘Masterproef’ van de betrokken student. De theoriementor is titularis van het opleidingsonderdeel “Scriptie” van de betrokken student. Ze begeleiden samen de masterproef én scriptie van de betrokken student en zijn bijgevolg respectievelijk co-titularis. Studenten kunnen desgevallend een derde mentor aanvragen (eventueel externe mentor). Deze is niet verplicht.
Externe mentor: een persoonlijke begeleider van de masterproef van een bepaalde student, die geen personeelslid is van de School of Arts . Een externe mentor dient goedgekeurd te worden door de interne mentoren. Bij de eindbeoordeling behoort de externe mentor tot de groep van externe juryleden.
§ 3. Mastercoördinator: per afstudeerrichting wordt er één coördinator aangeduid. Hij volgt in
overleg met de trajectbegeleiding eventuele dossierproblemen op van de masterkandidaten. Tijdens de opleiding regelt hij eventuele infrastructurele kwesties, structureert een periodiek overleg tussen de mentoren en organiseert de samenstelling van de externe jury en het toonmoment van de eindbeoordeling. Hij is tevens voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt aangeduid.
Artikel 30. Aanwezigheid op de examens
De studenten dienen bij ieder examen hun identiteitskaart en studentenkaart te kunnen voorleggen en de aanwezigheidslijst te tekenen als bewijs dat zij aan het examen deelgenomen hebben.
Artikel 31. Wijziging van examenschikking
§ 1. In toepassing van de onderwijs- en examenregeling van HoGent kunnen op basis van
ernstige redenen of in geval van overmacht van een student, examens op een ander tijdstip en/of in een andere vorm georganiseerd worden. De te volgen procedure om zulks een examenschikking aan te vragen, wordt voor aanvang van elke examenperiode kenbaar gemaakt via de elektronische leeromgeving. Studenten die de gecommuniceerde procedure niet volgen kunnen niet in aanmerking komen voor een wijziging in examenschikking.
§ 2. Per examenperiode worden in de examenregeling de inhaalmomenten bepaald in zoverre
dat dit organisatorisch haalbaar is. De School of Arts kan het inhalen van examens beperken tot het vastgelegde inhaalmoment. De School of Arts kan het aantal mogelijke inhaalexamens per student per examenperiode beperken op basis van de praktische en organisatorische uitvoerbaarheid.
Artikel 32. Toekennen van het eindcijfer bij samengestelde opleidingsonderdelen die
bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
§ 1. Indien de student op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft van de
punten behaalt, wordt het eindcijfer het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen.
§ 2. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft
behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen, na afronding groter of gelijk is aan 10/20 wordt de som van de absolute tekorten over de deelopleidingsonderdelen mee in rekening gebracht:
1° Indien de som van de absolute tekorten niet groter is dan 1, wordt het eindcijfer bepaald door het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen.
2° Indien de som van de absolute tekorten groter is dan 1, wordt het eindcijfer van het opleidingsonderdeel vastgelegd op 8/20.
§ 3. Indien de student niet op alle afzonderlijke deelopleidingsonderdelen minstens de helft
behaalt en indien het mathematisch gemiddelde, rekening houdende met de gewichten van de deelopleidingsonderdelen,na afronding minder is dan 10/20 wordt het eindcijfer als volgt bepaald:
1° Het eindcijfer wordt het mathematisch gemiddelde indien het mathematisch gemiddelde kleiner is dan 9/20.
2° Het eindcijfer wordt vastgelegd op 8/20 indien het mathematisch gemiddelde 9/20 is.
Artikel 33. Evaluaties van praktijkgebonden opleidingsonderdelen met permanente
evaluaties en/of jury’s.
De evaluaties van dergelijke opleidingsonderdelen vallen uitsluitend in de 1ste examenzittijd tenzij de studiefiche anders vermeldt.
De Raad van de School of Arts kan op advies van de examencommissie om zeer uitzonderlijke redenen voor een student toestaan dat er voor dergelijke opleidingsonderdelen een evaluatie in de 2de examenzittijd wordt ingericht.
Artikel 34. Studievoortgangscommissie
§ 1. De studievoortgangscommissie is een adviserend orgaan per opleiding dat bestaat uit alle
titularissen betrokken bij de opleidingsonderdelen uit de opleiding, aangevuld met de studietrajectbegeleider van de opleiding. De decaan is voorzitter van de studievoortgangscommissie, de opleidingscommissievoorzitter is desgevallend plaatsvervangend voorzitter. Het diensthoofd studentenaangelegenheden is secretaris van de studievoortgangscommissie.
§2. De studievoortgangscommissie komt minstens éénmaal per academiejaar samen en heeft volgende bevoegdheden:
▪ De studievoortgangscommissie kan een niet-bindend studieadvies geven aan studenten.
▪ De studievoortgangscommissie kan advies geven met betrekking tot de bindende studievoortgangsmaatregelen bij studenten die vallen onder studievoortgangsbewaking zoals beschreven in Artikel 10 van de Onderwijs-en examenregeling van de Hogeschool Gent.
▪ De studievoortgangscommissie geeft advies aan de Raad van de School of Arts om zeer uitzonderlijke redenen voor een student toe te staan dat er voor opleidingsonderdelen waar geen 2e examenkans is voorzien, alsnog een 2e examenkans aan te bieden.
Artikel 35. Samenstelling examenjury’s en algemene bepalingen voor een
jurybeoordeling.
§ 1. De samenstelling van de examenjury’s, de organisatie en coördinatie van de jureringen
gebeurt onder verantwoordelijkheid en goedkeuring van de decaan.
§ 2. Jureringen kunnen slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van de School of Arts mits
goedkeuring van de decaan.
§ 3. Een examenjury bestaat uit een voorzitter, de titularis en leden van het onderwijzend
personeel die al dan niet co-titularis zijn. (De co-titularissen zijn de andere leden van het onderwijzend personeel die mede betrokken zijn bij de studie- en onderwijsactiviteiten van het opleidingsonderdeel.) Deze toegevoegde leden van het onderwijzend personeel vormen de groep van ‘interne juryleden’. Een examenjury kan aangevuld worden met één of meerdere ‘externe juryleden’, zoals dit zeker het geval is voor de jurering van de afstudeer- of eindprojecten in de afstudeerjaren van de professionele bachelors en academische masters.
§ 4. De samenstelling van een examenjury in een examenperiode wordt via de elektronische
leeromgeving bekendgemaakt uiterlijk 2 weken vóór de aanvang van de desbetreffende jurering.
§ 5. De voorzitter bakent voor iedere student een moment af waarbij de student de
gelegenheid krijgt om zijn werk te presenteren, uit te voeren, toe te lichten en/of te verdedigen. Hij zorgt ervoor dat dit moment correct en sereen verloopt, waarbij alleen de betrokken juryleden aan de beoordeling deelnemen.
§ 6. Het moment van de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting is openbaar. Het publiek
mag tijdens dit moment niet tussenbeide komen en mag de beoordeling niet beïnvloeden.
§ 7. Bij de beoordeling van werkstukken door een examenjury is het niet altijd noodzakelijk dat
de studenten aanwezig zijn op het moment van de jurering. In voorkomend geval worden de studenten hiervan op de hoogte gebracht. Aangezien de examens openbaar zijn, kan een student altijd op voorhand vragen om toch aanwezig te zijn en eventueel zijn werk te verdedigen tegenover de examenjury.
§ 8. De examenjury trekt zich na de uitvoering/presentatie/verdediging/toelichting terug om te
beraadslagen. Deze beraadslaging is niet openbaar.
Artikel 36. Specifieke regelgeving i.v.m. de quotering van de opleidingsonderdelen
‘Masterproef II’ in de master Audiovisuele Kunsten en Beeldende Kunsten alsook in de opleiding drama
§ 1. De mastercoördinator is de voorzitter van de jury, tenzij er iemand anders wordt
aangeduid. De jury omvat zowel interne als externe juryleden. De interne juryleden zijn de beide mentoren van de student.
§ 2.
§ 3.
§ 4.
Het accent van de beoordeling van Masterproef II ligt bij de productevaluatie.
De externe juryleden beoordeelt Masterproef II en kent adviserend een cijfer toe.
Tijdens de beraadslaging wordt het cijfer van de externe jury besproken met de interne
jury en wordt het eindcijfer in consensus vastgelegd.
§ 5. Indien er geen consensus wordt bereikt, wordt het cijfer van de externe jury voor 4/5 en
het cijfer van de interne jury voor 1/5 verrekend.
Artikel 37. Specifieke regelgeving voor het toekennen van de punten voor het
opleidingsonderdeel ‘Bachelorproef’ van de 3de bachelor Interieurvormgeving
§ 1. De quotering van het eindwerk ‘Bachelorproef’ is het resultaat van de procesevaluatie en
de productevaluatie en telt respectievelijk voor 1/3 en 2/3 van de punten.
§ 2. Voor de samenstelling van de examenjury onderscheiden we per student:
de ‘interne jury’: de verantwoordelijke titularis + de toegevoegde interne juryleden en de ‘externe jury’: de groep van externe juryleden
§ 3. De ‘interne jury’ kent de punten toe voor de ‘procesevaluatie’ en de ‘externe jury’ kent de
punten toe voor de ‘productevaluatie’.
§ 4. Bij aanvang van de beraadslaging kan het gemiddelde van de individuele cijfers van de
leden gehanteerd worden als uitgangscijfer voor de gesprekken en het bepalen van de consensuscijfers.
§ 5. Tijdens die beraadslaging moeten de juryleden de gelegenheid krijgen om hun
opmerkingen te formuleren. Het is de bedoeling dat de groep van interne juryleden en de groep van externe juryleden elk een consensus bereiken over hun cijfer op 20.
§ 6. De titularis noteert de definitieve punten in de twee kolommen van de lijst. Wanneer alle
punten op de lijst staan genoteerd, ondertekenen alle juryleden deze definitieve puntenlijst.
Artikel 38. Toelichting evaluatie van het hoofpraktijkopleidingsonderdeel
instrument/zang van de opleiding Muziek- afstudeerrichting Uitvoerende Muziek
Definities:
▪ Examenrecital (= performance): is een openbaar examen dat door de opleiding georganiseerd wordt binnen de examenperiode en dat beoordeeld wordt door een jury die bestaat uit een voorzitter, de docent en een extern jurylid.
▪ Partieel examenrecital: is een examenrecital dat door de opleiding georganiseerd wordt binnen de examenperiode en dat gejureerd wordt door een voorzitter, de docent en een intern jurylid. De beoordeling wordt verrekend met het examenrecital van de tweede