Contract
VOORWAARDEN | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | ||
MODEL ME 03.5.03 E | |||
INHOUD | |||
ALGEMEEN | Artikel 1 | Algemeen | 2 |
Artikel 2 | Begripsomschrijvingen | 2 | |
Artikel 3 | Omvang van de dekking | 4 | |
Artikel 4 | Premie | 4 | |
Artikel 5 | Gewijzigde omstandigheden | 4 | |
Artikel 6 | Einde van de verzekering | 5 | |
Artikel 7 | Aanpassing premie en/of voorwaarden | 5 | |
Artikel 8 | Verjaring en verval van rechten | 6 | |
UITSLUITINGEN | Artikel 9 | Algemene uitsluitingen | 6 |
EIGEN RISICO | Artikel 10 | Eigen risico | 7 |
NO-CLAIMKORTING | Artikel 11 | No-claimkorting | 7 |
SCHADEVERGOEDING | Artikel 12 | Verplichtingen bij schade | 8 |
Artikel 13 | Schaderegeling | 8 | |
Artikel 14 | Nieuwwaarderegeling | 9 | |
HULPVERLENING | Artikel 15 | Hulpverlening | 10 |
INHOUD DEKKING | Artikel 16 | Aansprakelijkheid | 10 |
MINI-CASCO | BESTAANDE UIT: | ||
Artikel 17 | Brand, Storm en Natuur | 12 | |
Artikel 18 | Diefstal | 12 | |
Artikel 19 | Ruit | 13 | |
CASCO | BESTAANDE UIT MINI-CASCO EN: | ||
Artikel 20 | Aanrijding | 13 | |
Artikel 21 | Accessoires | 13 | |
BIJZONDERE VOORWAARDEN | DEKKING | ONGEVALLEN INZITTENDEN | |
Artikel 22 | Begripsomschrijvingen | 13 | |
Artikel 23 | Omschrijving van de dekking | 14 | |
Artikel 24 | Uitsluitingen | 15 | |
Artikel 25 | Schaderegeling | 15 | |
Artikel 26 | Wijze van vaststellen uitkering | 15 | |
DEKKING | SCHADE INZITTENDEN | ||
Artikel 27 | Begripsomschrijvingen | 17 | |
Artikel 28 | Omschrijving van de dekking | 17 | |
Artikel 29 | Schaderegeling | 17 | |
DEKKING | RECHTSBIJSTAND | ||
Artikel 30 | Rechtsbijstandverlening door DAS | 18 | |
Artikel 31 | Begripsomschrijvingen | 18 | |
Artikel 32 | Omschrijving van de dekking | 18 | |
Artikel 33 | Uitsluitingen | 19 | |
Artikel 34 | Rechtsbijstandverlening | 20 | |
Artikel 35 | Geschillenregeling / Belangenconflict | 20 |
ME 03.5.03-0511
ALGEMEEN
ARTIKEL 1
ALGEMEEN
ARTIKEL 1.1
VASTLEGGING GEGEVENS
1 De gegevens, die op het polisblad vermeld staan, worden geacht van de verzekeringnemer afkomstig te zijn.
2 Mededelingen en toezeggingen door de maat- schappij aan de verzekeringnemer of de verze- kerde zijn alleen bindend, als zij schriftelijk door de maatschappij aan de verzekeringnemer of diens assurantieadviseur zijn bevestigd.
ARTIKEL 1.2
PERSOONSGEGEVENS
Bij de aanvraag van een verzekering worden per- soonsgegevens gevraagd. Deze worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten, voor het uitvoe- ren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyses en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op de verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen’ van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevensverstrekking weergegeven. De volledige tekst van de gedragscode kan worden opgevraagd bij het Verbond van Verzekeraars, Postbus 93450, 2509 AL Den Haag, telefoon 070 - 333 85 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 1.3
ADRESSERING
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzeke- ringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres
van de assurantieadviseur via wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
ARTIKEL 1.4
TOEPASSELIJK RECHT
Op de verzekeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
ARTIKEL 1.5
UITKERING
De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.
ARTIKEL 1.6
WAT TE DOEN BIJ KLACHTEN
Bij klachten naar aanleiding van de verzekerings- overeenkomst kan men zich wenden tot de directie van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx.
Is de verzekerde een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, dan kan deze zich, indien het oordeel van de directie van de maatschappij niet bevredigend is, wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFid), Postbus 93257, 2509 AG Den Haag.
Telefoon 070 – 333 89 60. xxx.xxxxx.xx.
ARTIKEL 1.7
BEDENKPERIODE
De verzekering komt definitief tot stand nadat een termijn van 14 dagen na ontvangst van de polis en de bijhorende voorwaarden is verstreken, zonder dat de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van het recht op annulering.
Recht op annulering betekent dat de verzekeringnemer zonder dat premie is verschuldigd de verzekering kan annuleren door de maatschappij schriftelijk (of, indien de verzekering langs electronische weg tot stand is gekomen en een email-adres is verstrekt: per email), onder vermelding van het polisnummer te berichten dat op de verzekering geen prijs wordt gesteld.
De verzekering wordt vervolgens geannuleerd per ingangsdatum, zodat deze geen dekking biedt voor schade die in de tussentijd is ontstaan.
ARTIKEL 1.8
GEGEVENS VERZEKERAAR DIE OPTREEDT ALS RISICODRAGER
De verzekering loopt bij Delta Lloyd Schadeverzekering NV, in de voorwaarden aangeduid als ‘de maatschappij’. Delta Lloyd Schadeverzekering NV is gevestigd te Amsterdam aan de Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000,
1000 BA Amsterdam (Handelsregister KvK Amsterdam 33052073).
Delta Lloyd Schadeverzekering NV staat als aanbieder van (schade)verzekeringen geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank NV (DNB) om het schadeverzekeringsbedrijf uit te oefenen.
ARTIKEL 1.9
ONZEKERE GEBEURTENIS
Deze verzekering biedt alleen dekking als de schade het gevolg is van een gebeurtenis die zich tijdens de looptijd van de verzekering heeft voorgedaan en waarvan het voor de verzekerde ten tijde van het sluiten van de overeenkomst onzeker was dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitgebreid, geldt voor de uitgebreidere dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
ARTIKEL 2
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de dekkingen ‘Ongevallen inzittenden’, ‘Schade inzittenden’ en ‘Rechtsbijstand’ worden de begrips- omschrijvingen in de specifieke artikelen over deze dekkingen uitgelegd.
Accessoires
De niet in de cataloguswaarde begrepen onderdelen en voorwerpen, die in een of andere vorm aan, in of op het motorrijtuig bevestigd zijn, en die na aflevering
fabriek door de verzekeringnemer zijn aangebracht of die hij heeft laten aanbrengen. Hieronder worden dus niet verstaan af-fabriek bijgeleverde opties, onderdelen en voorwerpen. Voorts zijn niet verzekerd onderdelen en voorwerpen die wettelijk niet zijn toegestaan.
Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Als brand
wordt in elk geval niet beschouwd zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien.
Cataloguswaarde
De in Nederland geadviseerde verkoopprijs van het motorrijtuig naar merk, model, type en uitvoering inclusief af-fabriek bijgeleverde opties, zoals vermeld in de prijscourant van de fabrikant of importeur, op het moment van afgifte van kentekenbewijs deel 1 of, indien de auto bij afgifte van kentekenbewijs deel 1 niet nieuw was, op het moment dat het motor- rijtuig voor het eerst nieuw werd afgeleverd. Indien van toepassing, wordt de verkoopprijs vervolgens nog vermeerderd met de Belasting Personenauto’s en Motorrijtuigen (BPM) en de verwijderingsbijdrage.
Dagwaarde
De nieuwwaarde op het moment van de schadege- beurtenis onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door ouderdom en/of slijtage volgens Nederlandse maatstaven.
Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband hou- dende voorvallen, die één oorzaak hebben en die schade aan personen en/of schade aan zaken tot gevolg heeft.
Maatschappij
De verzekeringsmaatschappij die blijkens onder- tekening van het polisblad als risicodrager voor deze verzekering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verzekeringsmaatschappij heeft ondertekend.
Mechanische storing
Een plotselinge, onvoorzienbare, van binnen het motorrijtuig komende storing, waardoor niet meer met het motorrijtuig kan worden gereden.
Motorrijtuig
1 Het op het polisblad vermelde motorrijtuig met toebehoren.
Onder toebehoren worden verstaan:
– de tot de standaarduitrusting behorende onder- delen en autogereedschappen;
– de af-fabriek bijgeleverde opties, voorzover de waarde hiervan is begrepen in de catalogus- waarde van het motorrijtuig zoals vermeld op het polisblad.
2 Een vervangend, gelijkwaardig motorrijtuig, dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode van repara- tie, revisie of onderhoud van het op het polisblad vermelde motorrijtuig bij een daartoe ingericht en erkend bedrijf. Als de schade is gedekt door een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of onder een andere verzekering gedekt zou zijn
als deze verzekering niet bestond, kan geen recht op schadevergoeding aan deze verzekering worden ontleend.
NHT
De risicodrager heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
Nieuwwaarde
De laatstgeldende cataloguswaarde.
Opzet
Door de verzekeringnemer of een andere verzekerde opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten. Bij een tot een groep behorende verzekerde is sprake van opzet in geval van opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten van één of meer tot de groep behorende personen, ook in het geval niet de verzekerde zelf zodanig heeft gehandeld of nagelaten.
Aan het opzettelijke karakter van dit wederrechtelijke handelen of nalaten doet niet af dat de verzekering- nemer of een andere verzekerde of, ingeval deze tot een groep behoort, één of meer tot de groep beho- rende personen zodanig onder invloed van alcohol of andere stoffen verkeert/verkeren, dat deze/die niet in staat is/zijn zijn/hun wil te bepalen.
Premie
De premie, indien van toepassing vermeerderd met kosten en assurantiebelasting.
Proceskosten
De kosten van de op verzoek of met toestemming van de maatschappij verleende rechtsbijstand in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafproces en/
of de kosten van verweer in een door een benadeelde tegen een verzekerde of de maatschappij aanhangig gemaakte civiele procedure (voor zover de maat- schappij instemt met de procedure).
Risicoverzwaring
Het risico wordt door veranderde omstandigheden hoger of groter (zwaarder) dan het door de maat- schappij gedekte risico.
Schade aan personen
Schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet met een overlijden als gevolg, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
Schade aan zaken
Schade door beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van zaken van anderen dan de verze- kerde, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
Storm
Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
Terrorisme/Preventieve maatregelen Gewelddadige handelingen en/of gedragingen, in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen,
alsmede het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantas- ting van de gezondheid, al dan niet de dood tenge volge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het ver- spreiden van ziektekiemen en/of stoffen - al dan
niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken. Van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
Uitkeringsprotocol
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing. De volledige tekst van het uitkeringsprotocol staat op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Verzekerde(n)
1 de verzekeringnemer;
2 de eigenaar, houder, gemachtigde bestuurder en passagiers van het motorrijtuig;
3 de werkgever van een verzekerde, als hij volgens artikel 6:170 Burgerlijk Wetboek aansprake-
lijk is voor de schade, die de verzekerde heeft veroorzaakt.
ARTIKEL 3
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 3.1
VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering geldt voor gebeurtenissen binnen Europa, met uitzondering van tot Europa behorende landen die zijn doorgehaald op de geldige ‘Groene Kaart’ (Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs). Er is eveneens dekking binnen de op de ‘Groene Kaart’ vermelde andere landen die niet zijn doorgehaald.
ARTIKEL 3.2
CONTRACTTERMIJN
De verzekering is van kracht gedurende de contract- termijn zoals op het polisblad is vermeld. De contracttermijn wordt daarna telkens verlengd voor de op het polisblad aangegeven periode. Onder de eerste contracttermijn wordt verstaan de periode tussen de ingangsdatum en de contractvervaldatum zoals vermeld in de polis die na het afsluiten van de verzekering is afgegeven.
ARTIKEL 4
PREMIE
ARTIKEL 4.1
ALGEMEEN
De premie, waarin begrepen de kosten en de assuran- tiebelasting, is bij vooruitbetaling op de premieverval- datum verschuldigd. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld.
ARTIKEL 4.2
AANVANGSPREMIE
Indien de verzekeringnemer de aanvangspremie, dat is de eerste premie die na het sluiten van de verzeke- ring verschuldigd wordt, niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een aanmaning door de maatschappij is vereist geen dekking ver- leend ten aanzien van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat 30 dagen sinds de ingangs- datum zijn verstreken. Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
ARTIKEL 4.3
VERVOLGPREMIE
Indien de verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie weigert
te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na de voor die premie gel- dende vervaldag hebben plaatsgevonden. Indien de verzekeringnemer de tweede en/of volgende premie- termijnen, dan wel de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de maatschappij de verzekering- nemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven. Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer
bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
ARTIKEL 4.4
BETALINGSVERPLICHTING
Ook al wordt de dekking wegens wanbetaling opge- schort of beëindigd, de verzekeringnemer blijft verplicht de premie te voldoen.
ARTIKEL 4.5
HERSTEL DEKKING
De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenis- sen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verschuldigd is, voor het geheel, dus inclusief alle tot dan toe onbetaald gebleven opeisbare premie- termijnen, door de maatschappij is ontvangen.
ARTIKEL 4.6
PREMIERESTITUTIE
Bij tussentijdse beëindiging bestaat recht van restitu- tie over de termijn dat de verzekering niet meer van kracht is.
ARTIKEL 5
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
De volgende wijzigingen dienen onmiddellijk te worden doorgeven:
1 Indien de verzekeringnemer of diens nabestaande geen belang meer heeft bij het motorrijtuig, bijvoorbeeld door eigendomsoverdracht of totaal verlies;
2 Indien het motorrijtuig langer dan drie maanden aaneengesloten in het buitenland zal worden gebruikt.
De volgende wijzigingen dienen binnen 30 dagen te worden doorgeven:
3 Een verandering van het woonadres van de verze- keringnemer of, indien deze een rechtspersoon is, van de regelmatige bestuurder;
4 Een verandering van de regelmatige bestuurder. De maatschappij heeft dan het recht de voorwaarden en premie direct aan te passen aan de nieuwe situatie.
De gekozen dekking kan tijdens het verzekerings- jaar niet worden gewijzigd, tenzij het gaat om uit- breiding van de dekking of om gelijktijdige wijziging van het voertuig. Beperking van de dekking is alleen mogelijk per premievervaldatum door middel van een verzoek, ingediend uiterlijk een maand voor de contractvervaldatum.
ARTIKEL 6
EINDE VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 6.1
OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER
De verzekeringnemer heeft het recht de verzekering schriftelijk te beëindigen:
1 per de einddatum van de eerste contracttermijn, met een opzegtermijn van 2 maanden;
2 als de verzekeringnemer opzegt volgens artikel 7 van deze voorwaarden (aanpassing van premie en/of voorwaarden);
3 binnen 2 maanden nadat de maatschappij tegenover de verzekeringnemer een beroep op niet-nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeg- gingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
4 vanaf de dag dat de verzekeringnemer zijn woon- adres niet langer in Nederland heeft;
5 na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk binnen 1 maand na de afwikkeling van de schade plaatsvindt, met een opzegtermijn van
2 maanden;
6 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aan eengesloten in het buitenland zal worden gebruikt;
7 vanaf de dag dat de verzekeringnemer of diens nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijke macht hierover verliezen;
8 na het verstrijken van de eerste contracttermijn, met een opzegtermijn van 1 maand.
ARTIKEL 6.2
OPZEGGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
De maatschappij heeft het recht de verzekering schriftelijk te beëindigen:
1 per de einddatum van de contracttermijn, met een opzegtermijn van 2 maanden;
2 als de premie niet binnen de gestelde termijn is betaald. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum;
3 binnen 2 maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is
nagekomen en daarbij heeft gehandeld met de opzet de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
4 als de verzekeringnemer of de verzekerde bij schade opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. De verzekering eindigt dan met onmiddellijke ingang;
5 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aan- eengesloten buiten een lidstaat van de Europese Unie zal worden gebruikt, met een opzegtermijn van 2 maanden;
6 na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk binnen 1 maand na de afwikkeling van de schade plaatsvindt, met een opzegtermijn van
2 maanden;
7 vanaf de dag dat de verzekeringnemer niet langer binnen een lidstaat van de Europese Unie is gevestigd;
8 als de verzekeringnemer of zijn nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijk macht hierover verliezen, tenzij de verzekering wordt geschorst of voor een ander motorrijtuig wordt voortgezet;
ARTIKEL 6.3
SCHORSING VAN DE VERZEKERING
De verzekering kan op verzoek van de verzekering- nemer worden geschorst gedurende maximaal
12 maanden aaneengesloten, na eigendomsover- dracht of totaal verlies van het motorrijtuig, waarbij niet direct een ander motorrijtuig bij de maatschappij wordt verzekerd. Als binnen deze periode van
12 maanden de schorsing niet wordt opgeheven
wordt de verzekering door de maatschappij beëindigd. De schorsing wordt opgeheven en de polisdekking wordt weer van kracht nadat hierover overeenstem- ming is bereikt met de maatschappij.
ARTIKEL 7
AANPASSING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN
1 voor verzekeringen van dezelfde soort
de maatschappij kan haar premie en/of voorwaar- den voor verzekeringen van dezelfde soort tussen- tijds herzien. De maatschappij heeft het recht de afgesloten verzekeringen hieraan aan te passen;
2 bij schadeverloop of risicoverzwaring
de maatschappij kan tussentijds één of meer beperkende bepalingen of een premieverhoging toepassen, als het schadeverloop of een risico- verzwaring daartoe aanleiding geeft.
De maatschappij zal de verzekeringnemer van te voren schriftelijk in kennis stellen van de aanpassing. Tot 30 dagen na de datum waarop de aanpassing is gaan gelden, heeft de verzekeringnemer het recht deze schriftelijk te weigeren, indien de aanpassing leidt tot een hogere premie of tot voorwaarden die voor hem nadeliger zijn. Als de verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt, eindigt de verzekering op de datum waarop de aanpassing is gaan gelden.
De verzekeringnemer heeft niet het recht om de aanpassing te weigeren als de wijziging van de premie
en/of voorwaarden:
– voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
– een verlaging van de premie inhoudt;
– uitbreiding van de dekking inhoudt.
ARTIKEL 8
VERJARING EN VERVAL VAN RECHTEN
1 Het recht op uitkering verjaart 3 jaar na het moment waarop de verzekeringnemer of de verze- kerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van een gebeurtenis, waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan voortvloeien. Binnen deze termijn dient schriftelijk aanspraak te worden gemaakt op rechten uit de polis.
2 Indien de verzekeringnemer of de verzekerde de opzet heeft gehad bij schade de maatschappij te misleiden, vervalt onmiddellijk elk recht op uitke- ring, tenzij de misleiding het verval van rechten niet rechtvaardigt.
3 Indien de verzekeringnemer of de verzekerde bij schade de verplichtingen uit de verzekering niet nakomt en daardoor de redelijke belangen van de maatschappij schaadt, vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering.
UITSLUITINGEN
ARTIKEL 9
ALGEMENE UITSLUITINGEN
Uitgesloten is vergoeding van schade veroorzaakt of ontstaan:
ARTIKEL 9.1
ANDER GEBRUIK
Bij ander gebruik van het motorrijtuig dan aan de maatschappij opgegeven of bij gebruik voor een ander doel dan wettelijk toegestaan.
ARTIKEL 9.2
ATOOMKERNREACTIES
Door atoomkernreacties, ongeacht hoe deze zijn ontstaan en waar zij zich hebben voorgedaan.
ARTIKEL 9.3
INBESLAGNAME
Zolang het motorrijtuig in beslag genomen of gevorderd is door enige overheid.
ARTIKEL 9.4
MOLEST
Door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen bestrijden.
Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht van de Verenigde Naties.
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners
van éénzelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd geweld- dadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
Onder binnenlandse onlusten wordt verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijk gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enig gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
ARTIKEL 9.5
OPZET
Door opzet of goedvinden van de verzekeringnemer, een verzekerde of belanghebbende.
ARTIKEL 9.6
ONGELDIG RIJBEWIJS
Als de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig geen houder is van een rijbewijs dat in Nederland voor dat motorrijtuig geldig is. Of als hem de rijbevoegdheid is ontzegd, een rijverbod is opgelegd of als hij niet heeft voldaan aan de bijzondere bepalingen, die op zijn rijbewijs vermeld staan. Op deze uitsluiting zal door de maatschappij geen beroep worden gedaan, indien de ongeldigheid uitsluitend wordt veroorzaakt doordat de op het rijbewijs vermelde geldigheidstermijn is verstreken en de bestuurder op de schadedatum de leeftijd van 71 nog niet had bereikt.
ARTIKEL 9.7
RIJDEN ONDER INVLOED
Als de feitelijke bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig ander middel ver- keert, dat hij niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht, dan wel dat het rijden hem bij wet of door de overheid zou zijn verboden. Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking Aansprakelijkheid.
ARTIKEL 9.8
VERHUUR
Bij verhuur van het motorrijtuig of gebruik voor het vervoer van personen tegen betaling. Hieronder valt niet het meerijden van collega’s tijdens het woon/ werkverkeer, die bijdragen in de kosten van het vervoer (carpooling).
ARTIKEL 9.9
WEDSTRIJDEN
Door deelname aan ritten of wedstrijden, waarbij het om snelheid, regelmatigheid of behendigheid gaat.
De maatschappij verzekert de verzekeringnemer wel tegen de financiële gevolgen van schade tijdens
betrouwbaarheids-, oriëntatie- en puzzelritten, die in Nederland plaatsvinden, niet langer duren dan 24 uur en waarbij de snelheid voor de uitslag niet beslissend is.
Billijkheidsclausule
Bij de hierboven genoemde uitsluitingen ‘ander gebruik’, ‘ongeldig rijbewijs’ en ‘verhuur’, en voor wat betreft de dekkingen Aanrijding en Accessoires ook bij de uitsluiting ‘rijden onder invloed’, verzekert de maatschappij de verzekeringnemer wel tegen de financiële gevolgen van schade als de verzekering- nemer aantoont dat:
1 de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn voorkennis en/of tegen zijn wil hebben voorgedaan, én
2 hem in redelijkheid geen verwijt treft aan die omstandigheden.
EIGEN RISICO
ARTIKEL 10
EIGEN RISICO
ARTIKEL 10.1
ALGEMEEN
Bij elke schadevergoeding, die valt onder de dekkingen Brand, Storm en Natuur, Diefstal, Ruit en Aanrijding, brengt de maatschappij het eigen risico in mindering dat vermeld staat op het polisblad.
ARTIKEL 10.2
RUITSCHADE
Voor de dekking Ruit geldt de volgende regeling:
1 bij ruitreparatie geldt geen eigen risico als de ruit via de Select Ruitschade Service wordt gerepa- reerd, in alle andere gevallen is bij ruitreparatie het eigen risico van toepassing zoals dat op het polisblad staat vermeldt;
2 bij ruitvervanging via inschakeling van de Select Ruitschade Service, komt slechts een deel van het eigen risico voor rekening van de verzekeringne- mer. In alle andere gevallen is bij ruitvervanging het eigen risico van toepassing zoals dat op het polisblad staat vermeldt.
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Ruitschade Service en ook welk eigen risico in dat geval geldt bij ruitvervanging.
ARTIKEL 10.3
AUTOSCHADE
Als sprake is van een schade die voor herstel in aan- merking komt, geldt de volgende regeling:
1 het eigen risico wordt verminderd met € 135,- als er sprake is van reparatie via de Select Autoschade Service;
2 bij reparatie door een Schadegarant herstelbedrijf dat niet onder de Select Autoschade Service valt, geldt het eigen risico dat op het polisblad staat;
3 bij reparaties door andere herstelbedrijven en ook als het voertuig niet wordt hersteld, tenzij sprake is van een total-loss, geldt een verhoogd eigen risico: het bedrag dat op het polisblad staat, verhoogd met € 135,-.
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Autoschade Service.
NO-CLAIMKORTING
ARTIKEL 11
NO-CLAIMKORTING
Alleen geldend voor de dekkingen Aansprakelijkheid en Aanrijding.
ARTIKEL 11.1
OPBOUW NO-CLAIMKORTING
Nadat bij het afsluiten van de verzekering de korting op de premie is bepaald, wordt na elk verzekerings- jaar het nieuwe kortingspercentage vastgesteld.
Hierbij geldt dat als in het afgelopen verzekeringsjaar geen schade is gemeld waaruit een verplichting tot schadevergoeding voortvloeit, een korting volgens de tabel wordt toegekend.
ARTIKEL 11.2
TERUGVAL NO-CLAIMKORTING
Als in een verzekeringsjaar één of meerdere schades gemeld wordt/worden, die betrekking hebben op de dekking Aansprakelijkheid en/of Aanrijding, wordt de verleende no-claimkorting over het totaal van
de premie van de beide dekkingen volgens onderstaande no-claimschaal verlaagd:
NO-CLAIMSCHAAL: | TREDE IN HET EERSTVOLGENDE |
VERZEKERINGSJAAR: | |
HUIDIGE KORTING | ZONDER BIJ ÉÉN BIJ TWEE |
TREDE VAN | SCHADE SCHADE SCHADES |
18 80% | 18 13 9 |
17 80% | 18 12 8 |
16 80% | 17 11 7 |
15 80% | 16 10 6 |
14 80% | 15 9 5 |
13 80% | 14 8 5 |
12 79% | 13 7 4 |
11 78% | 12 6 3 |
10 77% | 11 5 3 |
9 76% | 10 4 3 |
8 75% | 9 4 3 |
7 72,5% | 8 3 2 |
6 70% | 7 3 2 |
5 65% | 6 3 2 |
4 60% | 5 2 1 |
3 50% | 4 2 1 |
2 30% | 3 1 1 |
1 0% | 2 1 1 |
Bij 3 of meer schades in één verzekeringsjaar is er altijd sprake van een terugval naar trede 1.
ARTIKEL 11.3
GEEN TERUGVAL NO-CLAIMKORTING
Een schademelding heeft geen invloed op de no- claimkorting als:
1 geen schadevergoeding verschuldigd is;
2 een betaalde schade volledig is verhaald;
3 er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, en de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt over het ontstaan van de aanrijding;
4 een betaalde schade binnen 12 maanden, nadat hem van het uitgekeerde bedrag bericht is gedaan, door de verzekeringnemer voor eigen rekening
is genomen. Op voorwaarde dat er geen verdere betalingen met betrekking tot die gebeurtenissen zullen plaatsvinden;
5 alleen schade door vervoer van gewonden is vergoed;
6 de schade-uitkering alleen op basis van artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek niet ver- haald kan worden. Volgens dit artikel heeft de verzekeraar geen recht op verhaal op bepaalde personen die tot de familie of werkkring van een verzekerde behoren.
ARTIKEL 11.4
TEN ONRECHTE VERLEENDE NO-CLAIMKORTING
Als de maatschappij de verzekeringnemer te weinig premie in rekening heeft gebracht door een ten onrechte verleende no-claimkorting, heeft zij het recht aanvullende premie te berekenen, als:
1 uit een nog niet gebruikte opgave van schadevrije jaren in de gemeenschappelijke database van de motorrijtuigverzekeraars (Xxx Xxxx) blijkt, dat de verzekeringnemer aanspraak heeft op een lagere no-claimkorting dan de maatschappij hem heeft toegekend;
2 er in Roy Data geen voor de maatschappij acceptabele gegevens van de verzekeringnemer te vinden zijn. De maatschappij neemt in dat geval aan, dat er geen enkele aanspraak op
no-claimkorting bestaat.
ARTIKEL 11.5
MALUS/ROYEMENTSVERKLARING
1 Als er bij beëindiging of schorsing van de verzekering sprake is van een ‘negatief’ aantal schadevrijejaren, is de maatschappij verplicht dit te melden aan Roy Data. Er is dan sprake van een zogenaamde ‘Malus’ situatie.
2 Eventueel door de maatschappij toegekende (commerciële) schadevrije jaren, die los staan van het aantal daadwerkelijke schadevrije jaren, worden niet vermeld bij royement en niet aan Xxx Data doorgegeven.
SCHADEVERGOEDING
ARTIKEL 12
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADE
Bij schade hebben de verzekeringnemer en de verzekerde de verplichting:
1 zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is aangifte te doen bij de maatschappij, met het daarvoor bestemde Europees Schadeformulier;
2 onmiddellijk alle maatregelen te nemen om de schade te beperken;
3 onmiddellijk aangifte te doen bij de politie van diefstal, vandalisme en andere strafbare feiten, die schade veroorzaken;
4 na melding van de schadegebeurtenis de maat- schappij in de gelegenheid te stellen de schade te onderzoeken. Voor het vaststellen van de scha- devergoeding kan de maatschappij één of meer deskundigen (experts) inschakelen;
5 volledige medewerking te verlenen aan:
a het behandelen van een door derden geëiste schadevergoeding;
b het verhalen van schade door de maatschap- pij en het overdragen aan de maatschappij van alle rechten, die de verzekeringnemer of de verzekerde met betrekking tot die schade op een derde mocht hebben, zonodig door het ondertekenen van een akte;
6 op verzoek van de maatschappij binnen een redelijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring over de oorzaak, toedracht en omvang van de schade aan de maatschappij over te leggen en alle gevraagde bescheiden te verschaffen;
7 de aanwijzingen van of namens de maatschap- pij stipt te volgen en niets te ondernemen wat de belangen van de maatschappij zou kunnen benadelen;
8 geen enkele toezegging, verklaring of handeling te doen, waaruit erkenning van aansprakelijkheid kan worden afgeleid;
9 direct na het eerste verzoek van de maatschappij de rechten met betrekking tot een gestolen of ver- duisterd verzekerd voorwerp aan de maatschappij over te dragen.
De maatschappij beslist over het recht op en de omvang van de uitkering op basis van de door de ver- zekeringnemer of de verzekerde verstrekte opgaven. Het is belangrijk dat de verzekeringnemer en de verzekerde deze of andere verplichtingen uit de verze- kering nakomen. Als dat niet gebeurt dan zijn aan de verzekering geen rechten te ontlenen, indien de maat- schappij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
ARTIKEL 13
SCHADEREGELING
ARTIKEL 13.1
ALGEMEEN
1 De bij een schade verstrekte gegevens kunnen worden verwerkt in het Stichting Centraal Informa- tie Systeem van in Nederland werkzame verzeke- ringsmaatschappijen. Het privacyreglement van de Stichting CIS is op deze registratie van toepassing.
2 Als de schade kan worden hersteld en er is geen sprake van een total-loss (technisch of econo- misch), dan vergoedt de maatschappij alleen de reparatiekosten en dan tot maximaal het bedrag waarvoor via de Select Ruit- of Autoschade Service de schade kan worden gerepareerd.
3 Bij verlies van het motorrijtuig of onderdelen daarvan vergoedt de maatschappij de dagwaarde onmiddellijk voor het schadevoorval.
4 Als de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil in dagwaarde onmiddellijk voor het schadevoorval en de dagwaarde (zijnde de restant- waarde) onmiddellijk na het schadevoorval, is de maatschappij slechts verplicht tot vergoeding van dit verschil tussen deze dagwaarden.
5 Als de verzekeringnemer de BTW en/of de BPM kan verrekenen, dan zal de maatschappij deze op de schadevergoeding in mindering brengen.
6 De vergoeding zal niet meer bedragen dan de cataloguswaarde zoals vermeld op het polisblad, tenzij er sprake is van toepassing van de nieuw- waarderegeling zoals vermeld in artikel 14.
ARTIKEL 13.2
TOTAL-LOSS
Als er sprake is van total-loss (technisch of econo- misch) of verlies van het motorrijtuig, zal de maat- schappij niet eerder tot schadevergoeding overgaan dan nadat (de eigendom van) het verzekerde motor- rijtuig of het restant daarvan, inclusief de eventueel door de maatschappij te vergoeden extra voorzienin- gen en accessoires, aan de maatschappij of een door haar aan te wijzen derde partij is overgedragen.
De verzekerde is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs, kentekenplaten, sleutels, codekaarten en boekjes etc. aan de maatschappij of aan een door de maatschappij aan te wijzen derde partij te overhandigen.
ARTIKEL 13.3
VERLIES MOTORRIJTUIG
Bij een gedekte schade door verlies van het gehele motorrijtuig door diefstal, verduistering, oplichting en joy-riding heeft de verzekeringnemer recht op schadevergoeding:
1 30 dagen na melding van dit schadevoorval bij de maatschappij en als het aan de verzekeringnemer en de maatschappij niet bekend is of had kunnen zijn dat het motorrijtuig is teruggevonden, én;
2 nadat de maatschappij alle gegevens ontvangen heeft, die nodig zijn voor de vaststelling van de schade en van het recht op schadevergoeding.
ARTIKEL 13.4
SCHADE DOOR TERRORISME
Ten aanzien van de dekking voor gebeurtenissen die (direct of indirect) verband houden met:
– terrorisme of preventieve maatregelen;
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen,
geldt dat de schadevergoeding door de maatschappij kan worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de maatschappij ontvangt van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT).
Het Protocol afwikkeling claims bij terrorismeschaden is van toepassing. De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding. In afwijking van hetgeen elders in de polisvoorwaar- den is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering als de melding van de claim niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 13.5
EXPERTISEREGELING
Als de verzekeringnemer het niet eens is met de schadevaststelling door de maatschappij mag de verzekeringnemer zelf een expert benoemen. Als deze expert en de expert van de maatschappij niet tot overeenstemming komen, dan benoemen zij in goed overleg een derde expert. Deze zal het schadebedrag binnen de grenzen van de beide taxaties bindend vaststellen. Elk van de partijen draagt de kosten
van de eigen expert. De kosten van de derde expert worden elk voor de helft gedragen door beide partijen. Als de verzekeringnemer geheel in het gelijk gesteld wordt, neemt de maatschappij alle expertisekosten voor haar rekening.
ARTIKEL 13.6
AFSTAND VERHAALSRECHT
De maatschappij zal geen gebruik maken van de (eventuele) mogelijkheid om de betaalde vergoeding te verhalen op de door de verzekerde gemachtigde bestuurder en passagiers, of de werkgever van deze personen, tenzij sprake is van een uitsluiting die niet tegen de verzekeringnemer kan worden ingeroepen.
ARTIKEL 14
NIEUWWAARDEREGELING
(niet geldend voor accessoires)
Bij schade aan het motorrijtuig geldt in aansluiting op en voor zover nodig in afwijking van artikel 13 een speciale nieuwwaarderegeling.
ARTIKEL 14.1
PERSONENAUTO
Indien het motorrijtuig volgens het polisblad een per- sonenauto betreft, die bij afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel 1 nieuw was, bestaat recht op deze speciale schaderegeling, als er sprake is van één van de volgende drie gebeurtenissen:
1 bij een schade binnen 12 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel 1 de repa ratiekosten meer bedragen dan 2/3 van de nieuw- waarde op het moment van het schadevoorval;
2 bij een schade na 12 maanden, maar binnen 36 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel 1 de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de dan geldende nieuw- waarde verminderd met een vaste afschrijving, gerekend vanaf de 13e maand, van 1,5% per maand of gedeelte daarvan;
3 het gehele motorrijtuig is gestolen.
ARTIKEL 14.2
SPECIALE SCHADEREGELING
De speciale schaderegeling ziet er als volgt uit:
1 bij een gebeurtenis binnen 12 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel 1, bestaat recht op de dan geldende nieuwwaarde van het motorrijtuig;
2 bij een gebeurtenis na 12 maanden, maar binnen 36 maanden na de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel 1, bestaat recht op de dan geldende nieuwwaarde verminderd met de hier- voor berekende vaste afschrijvingen.
Als de zo vastgestelde waarde lager is dan de dag- waarde van het motorrijtuig, keert de maatschappij deze hogere dagwaarde uit.
HULPVERLENING
ARTIKEL 15
HULPVERLENING
ARTIKEL 15.1
ALGEMEEN
De verzekering geeft recht op hulpverlening en kos- tenvergoeding wanneer als gevolg van een ongeval niet meer met het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger kan worden gereden, dan wel door dat ongeval niemand van de inzittenden in staat is om het motorrijtuig te besturen. Als ongeval geldt ieder, het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhanger treffend van buiten komend onheil, waaronder ook te verstaan brand en diefstal. Een caravan wordt als een aanhan- ger behandelt. Een mechanische storing als oorzaak van stranding wordt niet als ongeval beschouwd.
Het recht op de hulpverlening en kostenvergoeding geldt op voorwaarde dat:
1 de verzekering betrekking heeft op een personen- of bestelauto of op een autobusje, anders dan in gebruik als taxi of bestemd voor verhuurdoeleinden;
2 de hulpverlening en/of de (voor vergoeding in aanmerking komende) kosten tot stand komen in overleg met en na verkregen instemming van de Helpdesk Delta Lloyd, zoals vermeld op de Groene Kaart;
3 de hulpverlening in redelijkheid uitvoerbaar is en niet onmogelijk wordt gemaakt door bijvoorbeeld oorlogsomstandigheden, onlusten, oproer
of vanwege een natuur- of kernramp.
ARTIKEL 15.2
HULPVERLENING IN NEDERLAND
De hulpverlening omvat bij een ongeval binnen Nederland:
1 transport van het (teruggevonden) motorrijtuig inclusief de meegenomen aanhanger naar een door de verzekeringnemer te bepalen adres in Nederland. De maatschappij vergoedt ook de noodzakelijke stallings- en bergingskosten.
2 het vervoer van de bestuurder en passagiers met hun bagage per taxi naar een door de bestuurder te bepalen adres in Nederland. De hulporganisatie bepaalt de wijze van vervoer.
ARTIKEL 15.3
HULPVERLENING BUITEN NEDERLAND
De hulpverlening omvat bij een ongeval buiten Nederland, maar nog wel binnen het verzekerings- gebied:
1 vergoeding van de noodzakelijke kosten van bergen en slepen van het motorrijtuig van de plaats van de gebeurtenis naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
2 vergoeding van de noodzakelijke kosten van arbeidsloon bij een (nood)reparatie aan het motorrijtuig langs de weg (dus geen reparatie bij een garage). Er wordt maximaal 125 euro per gebeurtenis vergoed;
3 toezending van onderdelen die nodig zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, als deze onder- delen niet of niet op korte termijn ter plaatse te verkrijgen zijn. De kosten van de onderdelen zelf, douaneheffingen en kosten voor retourvracht zijn voor rekening van de verzekeringnemer;
4 vergoeding van de extra verblijfskosten tot maximaal 75 euro per persoon per dag, voor ten hoogste 10 dagen;
5 vergoeding van het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar een plek in Nederland die door de verzekeringnemer bepaald wordt, als blijkt dat het niet mogelijk is om het motorrijtuig binnen 2 werkdagen zo te repareren, dat op technisch verantwoorde wijze kan worden teruggereisd. Blijken de kosten van vervoer echter hoger te zijn dan de dagwaarde (restwaarde) van het motorrijtuig na het voorval, dan bestaat de vergoeding uit de kosten die nodig zijn om het motorrijtuig in te voeren en te vernietigen in het buitenland. De maatschappij vergoedt ook de noodzakelijke stallingskosten;
6 vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage terug naar Nederland, als volgens sub 5 van lid 3 (de bepaling rond de dagwaarde) het motorrijtuig in het buitenland moet worden
achtergelaten. De hulporganisatie bepaalt de wijze van vervoer.
ARTIKEL 15.4
HULPVERLENING NA PECH IN HET BUITENLAND
Als de dekking Aanrijding is meeverzekerd bestaat ook recht op de hulpverlening zoals in artikel 15.3 (‘Hulpverlening buiten Nederland’) is omschreven wanneer het motorrijtuig uitvalt door een mechani- sche storing buiten Nederland maar nog wel binnen het verzekeringsgebied.
INHOUD DEKKING
In de polis is aangegeven welke dekking is verzekerd
ARTIKEL 16
AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 16.1
ALGEMEEN
1 Deze verzekering voldoet aan de voorwaarden, zoals vastgelegd in de Wet Aansprakelijkheids- verzekering Motorrijtuigen. Dit geldt niet voor de dekking voor een vervangend motorrijtuig zoals bedoeld in artikel 2 onder ‘motorrijtuig’, sub 2.
2 De maatschappij verzekert de verzekeringnemer en de andere verzekerden tegen de financiële gevolgen van aan anderen toegebrachte schade aan personen en/of schade aan zaken door of met het gebruik van het motorrijtuig inclusief de eventueel daaraan gekoppelde aanhangwagen en waarvoor een verzekerde wettelijk aansprakelijk
is. Het maximaal verzekerde bedrag per gebeurte- nis is vermeld op het polisblad. Als in een land, dat behoort tot het geldigheidsgebied (zie artikel 3), een hoger bedrag per gebeurtenis is voorge- schreven, geldt dit hogere bedrag.
3 De maatschappij regelt de schade binnen de grenzen van haar verplichtingen en heeft steeds het recht om benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
4 De verzekeringnemer en de verzekerde, die door een benadeelde in rechte worden aangesproken tot vergoeding van schade, hebben de verplichting de feitelijke leiding van het proces over te laten aan de maatschappij en alle benodigde volmachten te verlenen aan de raadsman die de maatschappij aanwijst. De verzekeringnemer en de verzekerde zorgen ervoor, dat alle stukken, zoals aanspra- kelijkstellingen, straf- en civiele dagvaardingen, onmiddellijk en onbeantwoord naar de maatschap- pij gestuurd worden.
5 De maatschappij heeft het recht de verzekering- nemer of een verzekerde, tegen wie een straf- vervolging wordt ingesteld, te verplichten om de verzekeringnemer of hem door een raadsman te laten bijstaan.
6 Als de verzekeringnemer of de verzekerde straf- rechtelijk wordt veroordeeld, kan de maatschap- pij de verzekeringnemer of de verzekerde niet verplichten om tegen het gewezen vonnis hoger beroep aan te tekenen.
ARTIKEL 16.2
LADINGRISICO
De maatschappij verzekert de verzekeringnemer en de andere verzekerden ook tegen de financiële gevol- gen van ladingrisico. Dat is de schade aan personen en/of zaken, die wordt veroorzaakt door zaken, die zich op het motorrijtuig bevinden, daarvan afvallen of afgevallen zijn. Hieronder is niet begrepen de schade veroorzaakt bij het laden en lossen van zaken.
ARTIKEL 16.3
ANDER MOTORRIJTUIG VAN VERZEKERDE
Als de verzekeringnemer of een andere verzekerde met het verzekerde motorrijtuig schade toebrengt aan een ander aan de verzekeringnemer toebehorend
motorrijtuig, verzekert de maatschappij ook de schade aan het laatstgenoemde motorrijtuig. Deze dekking geldt niet indien de verzekeringnemer een bedrijf is en de schade is toegebracht op een terrein of in een gebouw dat bij hem in gebruik is. Uitgesloten blijft
de bij de schadegebeurtenis ontstane gevolg- en/of bedrijfsschade.
ARTIKEL 16.4
PROCESKOSTEN/WETTELIJKE RENTE
Boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschap- pij bij een verzekerde schade ook nog de proceskos- ten en wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom. Boetes en afkoop- sommen vergoedt de maatschappij niet.
ARTIKEL 16.5
ZEKERHEIDSSTELLING
De maatschappij vergoedt de kosten van de door een overheid verlangde financiële zekerheid om de
rechten van de benadeelde(n) bij een gedekte schade te waarborgen. De maatschappij zal deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste 50.000 euro per gebeur- tenis voor alle verzekerden tezamen. De maatschappij verstrekt deze zekerheid alleen om een beslag op het motorrijtuig op te heffen of de invrijheidstelling van de verzekeringnemer of een verzekerde te verkrijgen. De verzekerde is verplicht de maatschappij te machtigen om over de verstrekte zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en verder alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
ARTIKEL 16.6
VERVOER VAN GEWONDEN
De maatschappij vergoedt schade aan het interieur van het verzekerde, ontstaan door het kosteloos vervoer van gewonden.
ARTIKEL 16.7
UITSLUITINGEN
Naast de in artikel 9 genoemde algemene uitsluitingen geldt dat tevens is uitgesloten vergoeding van schade, veroorzaakt of ontstaan:
1 aan zaken, die met het motorrijtuig worden ver- voerd. Tenzij het gaat om normale handbagage en kleding van de passagiers, waarvoor geen andere aanspraak op schadevergoeding bestaat;
2 aan zaken, die toebehoren aan de eigenaar of bestuurder van het motorrijtuig of die zij onder zich hebben. Tenzij de schade aan een ander motorrijtuig van een verzekerde toegebracht is. Dan geldt het hierboven in lid 3 vermelde terzake ‘Ander motorrijtuig van verzekerde’;
3 door degene die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig heeft verschaft, alsmede door degene die, dit wetende, het motorrijtuig zonder geldige reden gebruikt;
4 aan de niet gemachtigde bestuurder en/of passagier van het motorrijtuig;
5 aan het gesleepte of gekoppelde voertuig.
ARTIKEL 16.8
VERHAAL
Als de maatschappij volgens de Wet Aansprakelijk- heidsverzekering Motorrijtuigen of een soortgelijke buitenlandse wet een schade vergoedt, die zij door een uitsluiting of anderszins volgens een andere wet of de polisvoorwaarden niet hoeft te vergoeden, heeft zij het recht op verhaal. Xxxxxxx wordt verhaal van de schadevergoeding, vermeerderd met de gemaakte kosten, op die verzekerde op wie de uitsluiting of het anderszins ontbreken van dekking van toepassing is. Dit verhaalsrecht wordt niet ontkracht door schade- regelingsovereenkomsten tussen verzekeringsmaat- schappijen, waarbij die wederzijds afstand doen van het verhaal van schade, of door beëindiging van de verzekering. In dit laatste geval ziet de maatschappij af van haar verhaalsrecht op de verzekerde of zijn erfgenaam, als de schade is veroorzaakt door een ander en de verzekeringnemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
MINI-CASCO
Bestaande uit de dekkingen:
– Brand, Storm en Natuur,
– Diefstal
– Ruit
ARTIKEL 17
BRAND, STORM EN NATUUR
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan het motorrijtuig veroorzaakt door:
ARTIKEL 17.1
BRAND
Brand, explosie, blikseminslag, zelfontbranding en kortsluiting, waarbij geen andere schade aan het motorrijtuig is ontstaan. Daarnaast verzekert de maatschappij de verzekeringnemer, als deze gebeurtenissen het gevolg zijn van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of eigen gebrek. De herstelkosten van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of het eigen gebrek zelf worden echter niet vergoed;
ARTIKEL 17.2
DIEREN
Aanrijding met wild, vogels of loslopende dieren;
ARTIKEL 17.3
HAGEL
Inslag van hagelstenen op de carrosserie;
ARTIKEL 17.4
LUCHTVAARTUIG
Het neerstorten van een luchtvaartuig of onderdelen daarvan alsmede het vallen van voorwerpen uit een luchtvaartuig;
ARTIKEL 17.5
NATUURRAMPEN
Natuurrampen, zoals overstroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting en lawine;
ARTIKEL 17.6
STORM
Xxxxx, waardoor het motorrijtuig - in stilstand - omver waait, of voorwerpen op en/of tegen het motorrijtuig terechtkomen, dan wel het portier tegen een ander voorwerp of tegen het motorrijtuig zelf openwaait;
ARTIKEL 17.7
VERVOER
Een plotseling van buiten het motorrijtuig komend onzeker onheil gedurende de tijd dat het verzekerde motorrijtuig tijdens transport aan de zorg van een vervoersonderneming is toevertrouwd. Lakschade en schade als krassen en schrammen zijn van dekking uitgesloten;
ARTIKEL 17.8
AVERIJ GROSSE
Ook verzekert de maatschappij de verzekeringnemer van een bijdrage in de kosten, waarvoor hij of een verzekerde belast wordt om een vaartuig, waarop het motorrijtuig wordt vervoerd, uit een noodsituatie te redden.
ARTIKEL 18
DIEFSTAL
ARTIKEL 18.1
DIEFSTAL
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan het motorrijtuig veroorzaakt door diefstal en inbraak (of poging daartoe), joyriding, verduistering van het gehele motorrijtuig en oplichting door anderen dan een verzekerde.
ARTIKEL 18.2
DAGVERGOEDING
Bij bovengenoemde schadeoorzaken, behalve bij inbraak of poging daartoe, betaalt de maatschappij de verzekeringnemer ook een bedrag van 15 euro per dag gedurende maximaal 30 dagen, gerekend vanaf de datum van aangifte bij de politie en zolang het motorrijtuig aan het bezit van de verzekerde is onttrokken.
ARTIKEL 18.3
VERGOEDING SLEUTELS
Zonder dat sprake is van een gedekte gebeurtenis worden ter voorkoming van diefstal van het verze- kerde motorrijtuig noodzakelijke kosten tot maximaal 500 euro per gebeurtenis vergoed van wijziging, of
- als zulks niet mogelijk is - vervanging van de sloten van het verzekerde motorrijtuig indien de motorrij- tuigsleutels na diefstal met braak of na beroving met geweld in het bezit van onbevoegden zijn geraakt.
In afwijking van artikel 10.1 is geen eigen risico van toepassing. Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een procesverbaal van aangifte, waarin de motorrijtuig- sleutels afzonderlijk vermeld staan.
ARTIKEL 18.4
STICHTING VERZEKERINGSBUREAU VOERTUIGCRIMINALITEIT
Bij constatering van vermissing van een tegen diefstal verzekerd motorrijtuig zijn de verzekeringnemer of
de verzekerde verplicht de maatschappij en de politie direct van dit feit op de hoogte te stellen. De verzeke- ringnemer verklaart zich akkoord met de aanmelding door de maatschappij van de motorrijtuiggegevens aan de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcrimi- naliteit (VbV). Hierdoor kan de maatschappij door de overheid erkende particuliere organisaties inschake- len voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig. De verzekeringnemer of de verzekerde
kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de Stichting VbV.
ARTIKEL 18.5
UITSLUITING
1 Uitgesloten is vergoeding van schade veroorzaakt of ontstaan door diefstal of vermissing van het motorrijtuig indien de verzekeringnemer of de verzekerde, nadat bekend was geworden dat de motorrijtuigsleutels waren gestolen of vermist, geen adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen. Onder motorrijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elektro- nische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/ of de motor kan worden gestart.
2 Uitgesloten is vergoeding van schade veroorzaakt of ontstaan door diefstal, inbraak (of poging daartoe) en joyriding, indien de verzekerde onvoldoende zorg verweten kan worden. Van verwijtbaar onvoldoende zorg is in ieder geval sprake indien de verzekerde het motorrijtuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl:
– is nagelaten dit voldoende af te sluiten, en/of;
– de sleutels in het motorrijtuig zijn achtergelaten Onder sleutels worden verstaan mechanische en/of elektronische middelen om de portieren te openen en/of de motor te starten.
ARTIKEL 19
RUIT
De maatschappij verzekert:
1 breken of barsten van de voor-, achter- en/of zijruit en glas van zonnedaken van het motorrij- tuig, mits door dezelfde gebeurtenis geen andere schade aan het motorrijtuig is ontstaan;
2 schade aan het interieur van het motorrijtuig door scherven van de gebroken ruit.
CASCO
Bestaande uit de dekkingen:
– Mini-casco
– Aanrijding
– Accessoires
ARTIKEL 20
AANRIJDING
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan het motorrijtuig veroorzaakt door:
1 botsen, stoten, omslaan, van de weg of te water geraken;
2 ieder ander van buiten het motorrijtuig komend onheil, met uitzondering van de gebeurtenissen die in artikel 17 (Brand, Storm en Natuur), artikel 18 (Diefstal) en artikel 19 (Ruit) genoemd zijn.
Daarnaast is er ook dekking als de hiervoor genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of eigen gebrek.
De herstelkosten van slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of het eigen gebrek zelf worden echter niet vergoed.
ARTIKEL 21
ACCESSOIRES
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan accessoires tegen dezelfde risico’s (zie dekkingsom- schrijving bij de dekking) als waarvoor het motorrij- tuig is verzekerd.
Dekking pakket 1
De aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maxi- maal bedrag van 1250 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 500 euro uitgekeerd.
Dekking pakket 2
De aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maxi- maal bedrag van 3500 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 1500 euro uitgekeerd.
Dekking pakket 3
De aanwezige accessoires zijn verzekerd tot een maxi- maal bedrag van 5000 euro per gebeurtenis. Voor audiovisuele en telecommunicatieapparatuur wordt in geval van diefstal maximaal 2000 euro uitgekeerd.
ONGEVALLEN INZITTENDEN
ARTIKEL 22
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 22.1
BLIJVENDE FUNCTIONELE INVALIDITEIT
Objectiveerbaar blijvend geheel of gedeeltelijk verlies of blijvend geheel of gedeeltelijk functieverlies van enig direct door lichamelijk letsel getroffen deel of orgaan van het lichaam van de verzekerde. Bij het vaststellen van de blijvende functionele invaliditeit wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 22.2
LETSEL
Een direct door een ongeval veroorzaakte anatomi- sche beschadiging.
ARTIKEL 22.3
MOTORRIJTUIG
Het op het polisblad vermelde motorrijtuig of een vervangend, gelijkwaardig motorrijtuig, dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode van reparatie, revisie of onderhoud van het op het polisblad vermelde motorrijtuig.
ARTIKEL 22.4
NABESTAANDE
Degene die na het overlijden van verzekerde gerech- tigd is toestemming te verlenen voor medisch onder- zoek op het stoffelijke overschot van verzekerde.
ARTIKEL 22.5
ONGEVAL
Een, in verband met de verkeersdeelneming met het motorrijtuig ontstane gebeurtenis, waardoor een plotselinge, onmiddellijke, onverwachte, van buiten komende inwerking van geweld op of in het lichaam van de verzekerde, een medisch vast te stellen lichamelijk letsel veroorzaakt dat het overlijden of
blijvende lichamelijke en/of geestelijke invaliditeit ten gevolge heeft.
Als sprake is van een in verband met de verkeers- deelneming met het verzekerde motorrijtuig ontstane gebeurtenis, wordt tevens als ongeval verstaan:
1 acute vergiftiging:
Acute vergiftiging tengevolge van het plotseling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vloei- bare of vaste stoffen, anders dan vergiftiging door gebruik van genees-, genot- of narcosemiddelen en anders dan het binnenkrijgen van allergenen;
2 besmetting:
Besmetting door ziektekiemen of een allergische reactie, indien deze besmetting of reactie een recht- streeks gevolg is van een onvrijwillige val in het water of in enige andere stof, dan wel het gevolg is van het zich daarin begeven bij een poging tot redding van mens, dier of goederen;
3 binnenkrijgen van stoffen:
Het ongewild en plotseling binnenkrijgen van stoffen of voorwerpen in het spijsverteringskanaal, de luchtwegen, de ogen of de gehoororganen, waardoor inwendig letsel ontstaat, met uitzondering van het binnendringen van ziektekiemen of allergenen;
4 spierletsels:
Verstuiking, ontwrichting en scheuring van spier– en bandweefsel, mits deze letsels plotseling zijn ontstaan en hun aard en plaats geneeskundig zijn vast te stellen;
5 verstikking:
Verstikking, verdrinking, bevriezing, zonnesteek, hitteberoerte;
6 uitputting:
Uitputting, verhongering, verdorsting en zonnebrand als gevolg van onvoorziene omstandigheden;
7 ziektekiemen:
Wondinfectie of bloedvergiftiging door het binnen- dringen van ziektekiemen in een door een gedekt ongeval ontstaan letsel;
8 complicaties:
Complicaties of verergering van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van de door het ongeval noodzakelijk geworden genees- kundige behandeling;
9 cervicaal acceleratie trauma (Whiplash): Lichamelijke functionele beperkingen van de cervicale wervelkolom als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma.
ARTIKEL 22.6
VERZEKERDE(N)
De bestuurder en/of de passagier(s), die met toe- stemming van de verzekeringnemer een wettelijk toegestane zitplaats in het verzekerde motorrijtuig hebben ingenomen.
ARTIKEL 23
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 23.1
STREKKING VAN DE VERZEKERING
Deze verzekering heeft als doel een uitkering te ver- lenen indien een verzekerde als gevolg van een door een ongeval opgelopen lichamelijk letsel overlijdt of blijvend functioneel invalide wordt:
1 tijdens verblijf in het motorrijtuig en bij het in- en uitstappen, ook als het ongeval ontstaat als gevolg van een ziekelijke toestand van de verzekerde of als gevolg van lichamelijke afwijkingen van de ver- zekerde. Ten aanzien van ongevallen ontstaan als gevolg van geestelijke afwijkingen van verzekerde blijft het bepaalde in artikel 24.3 en 24.4 onver- kort van kracht;
2 tijdens het onderweg verlenen van hulp aan medeweggebruikers;
3 tijdens het verrichten van of het behulpzaam zijn bij een noodreparatie aan het motorrijtuig;
4 tijdens het tanken of tijdens het schoonmaken van de autoruiten;
5 het, tijdens een tankbeurt, verrichten van hande- lingen aan het motorrijtuig die noodzakelijk zijn om zich met het voertuig veilig op de openbare weg begeven zoals het op peil brengen van de bandenspanning, het bijvullen van olie of het vastmaken van een zeil.
ARTIKEL 23.2
MAXIMALE UITKERING
Bij een ongeval wordt per verzekerde inzittende maximaal het bedrag uitgekeerd zoals dat op het polisblad staat vermeldt. Als op het moment van het ongeval het aantal inzittenden groter is dan wettelijk toegestaan, dan wordt de berekende uitkering naar evenredigheid verminderd.
ARTIKEL 23.3
OVERLIJDEN (XXXXXXX A)
In geval van overlijden van een verzekerde wordt het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd. Indien de verzekerde overlijdt ten gevolge van het bij een ongeval opgelopen lichamelijk letsel, terwijl er door de maatschappij in verband met ditzelfde ongeval al een uitkering wegens blijvende functionele invaliditeit is verstrekt aan de verzekerde, zal:
– het uitgekeerde bedrag in mindering worden gebracht op de te verlenen uitkering voor overlijden;
– geen terugvordering plaatsvinden als de reeds verleende uitkering hoger is dan de uitkering voor overlijden.
ARTIKEL 23.4
BLIJVENDE FUNCTIONELE INVALIDITEIT (RUBRIEK B)
In geval van blijvende functionele invaliditeit van een verzekerde wordt de uitkering vastgesteld op een per- centage van het voor blijvende functionele invaliditeit verzekerde bedrag.
Indien de verzekerde vóór de vaststelling van de blij- vende functionele invaliditeit overlijdt anders dan ten gevolge van het ongeval dat de invaliditeit veroor- zaakte, dan blijft het recht op uitkering voor blijvende functionele invaliditeit bestaan. De hoogte van deze uitkering wordt door de maatschappij bepaald aan
de hand van de op grond van medische rapporten verwachte graad van blijvende functionele invaliditeit, waarvan sprake zou zijn geweest in geval de verze- kerde niet zou zijn overleden.
ARTIKEL 24
UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen zoals die zijn vermeld in artikel 9, is de maatschappij niet tot enige uitkering verplicht bij:
1 ongevallen ontstaan door opzet of goedvinden van een verzekerde of een andere belanghebbende bij de uitkering;
2 ongeval in verband met het door de verzekerde plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe;
3 ongevallen tengevolge van een waagstuk waarbij verzekerde zijn leven of lichaam roekeloos in gevaar heeft gebracht, tenzij dit waagstuk redelij- kerwijs noodzakelijk was ter juiste vervulling van zijn beroep, bij rechtmatige zelfverdediging of bij pogingen zichzelf, anderen, dieren of goederen te redden;
4 psychische aandoeningen, van welke oorzaak ook, tenzij deze medisch aantoonbaar het rechtstreekse gevolg zijn van een bij het ongeval ontstaan blijvende hersenweefsel beschadiging;
5 pijn en/of de daaruit voortvloeiende gevolgen;
6 ingewandsbreuk, spit (lumbago), uitstulping van een tussenwervelschijf (hernia nuclei pulposie), krakende peesschedeontsteking (tendovaginitis crepitans), spierverrekkingen, zweepslag (coup de fouet), ontsteking rondom een schouder- gewricht (periartritis humeroscapularis), ten- nisarm (epicondylitis lateralis) of golfersarm (epicondylitismedialis);
7 de gevolgen van een door verzekerde ondergane medische behandeling, zonder dat er enig verband bestaat met een onder deze verzekering gedekt ongeval.
ARTIKEL 25
SCHADEREGELING
ARTIKEL 25.1
XXXXXXX BIJ OVERLIJDEN
Xxxxxxx van overlijden is de verzekeringnemer of de begunstigde verplicht dit zo spoedig mogelijk maar tenminste 48 uur voor de begrafenis of crematie bij de maatschappij te melden. Daarbij dient vermel- ding te worden gedaan van alle van belang zijnde gegevens en van de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden. Belanghebbenden,
nabestaanden en begunstigden of hun vertegen- woordigers zijn verplicht elke door de maatschappij verzochte medewerking te verlenen voor onderzoek naar de doodsoorzaak, waaronder het verlenen van toestemming tot sectie, één en ander op straffe van verlies van aanspraak op uitkering. Een verklaring van overlijden van de Burgerlijke Stand dient zo spoedig mogelijk te worden ingezonden.
ARTIKEL 25.2
XXXXXXX BIJ BLIJVENDE INVALIDITEIT
Wanneer een recht op uitkering zou kunnen ont- staan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden. Verzekerde dient zich onder behandeling te stellen van een bevoegd geneeskundige, diens voor- schriften op te volgen en elk door de maatschappij vereist geneeskundig onderzoek toe te staan.
ARTIKEL 25.3
OVERSCHRIJDING MELDINGSTERMIJN
Indien door overschrijding van de meldingstermijn genoemd onder 25.1 en 25.2 de belangen van
de maatschappij niet zijn geschaad, wordt op die overschrijding geen beroep gedaan.
ARTIKEL 25.4
BEGUNSTIGDE VAN DE UITKERING
De maatschappij betaalt de uitkering bij blijvende invaliditeit aan de verzekerde, tenzij deze een ander aanwijst. Xxxxxxx van overlijden van de verzekerde als gevolg van een ongeval zal de uitkering plaatsvinden aan de wettige erfgenamen van de verzekerde.
Als de uitkering bij blijvende invaliditeit pas plaats- vindt nadat de verzekerde als gevolg van andere oorzaken dan het door het ongeval opgelopen letsel is overleden, dan zal de uitkering eveneens aan de wettige erfgenamen van verzekerde plaatsvinden.
De Staat der Nederlanden kan nimmer als begun- stigde optreden.
ARTIKEL 26
WIJZE VAN VASTSTELLING UITKERING
ARTIKEL 26.1
WIJZE VAN VASTSTELLING VAN BLIJVENDE INVALIDITEIT
De mate van blijvende invaliditeit zal worden vast- gesteld in Nederland door middel van medisch onderzoek.
De bepaling van het percentage (functie)verlies geschiedt volgens objectieve maatstaven, en wel overeenkomstig de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (A.M.A.) waaraan de
Nederlandse specialistenverenigingen zich conforme- ren aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen. Bij de vaststelling van
het invaliditeitspercentage wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 26.2
VASTSTELLING UITKERINGSPERCENTAGE
Aan de hand van het door de medicus bepaalde per- centage (functie)verlies wordt het uitkeringspercen- tage van het voor blijvende functionele invaliditeit verzekerde bedrag als volgt vastgesteld:
Wanneer er sprake is van gedeeltelijk (functie) verlies van één of meer van de hiervoor genoemde lichaamsdelen of organen, wordt een evenredig deel uitgekeerd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in punt 26.1 van dit artikel.
Voor alle niet in de voorgaande tabel vermelde geval- len wordt het uitkeringspercentage afgestemd op de mate van blijvende invaliditeit volgens
UITKERINGS- PERCENTAGE: | BIJ VOLLEDIG (FUNCTIE)VERLIES VAN: |
100 | het gezichtsvermogen van beide |
ogen | |
30 | het gezichtsvermogen van één oog |
70 | het gezichtsvermogen van één oog, |
indien de maatschappij reeds | |
uitkering krachtens deze verzekering | |
heeft verleend wegens het verlies | |
van het gezichtsvermogen van het | |
andere oog | |
60 | het gehoor van beide oren |
30 | het gehoor van één oor |
75 | een arm |
65 | alle vingers aan dezelfde hand |
25 | een duim |
15 | een wijsvinger |
12 | een middelvinger |
10 | een ringvinger |
10 | een pink |
70 | een been |
10 | een grote teen |
5 | een andere teen |
5 | de milt |
5 | een nier |
25 | een long |
5 | de smaak en/of reuk |
50 | het spraakvermogen |
20 | alle gebitselementen zonder |
prothetische mogelijkheid, | |
uitgesloten melkgebit en prothesen | |
5 | alle gebitselementen met |
prothetische mogelijkheid, | |
uitgesloten melkgebit en prothesen | |
5 | de cervicale wervelkolom als gevolg |
van ‘Whiplash syndroom’ (cervicaal | |
acceleratie trauma) |
objectieve maatstaven overeenkomstig de laatste uitgave van de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (A.M.A.) waaraan de Nederlandse specialisten-verenigingen zich confirmeren, aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen. Bij de vaststelling van het invaliditeitspercentage wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 26.3
UITKERINGEN TOT MAXIMAAL HET VERZEKERDE BEDRAG
Terzake van één of meer ongevallen, tijdens de duur van deze verzekering de verzekerde overkomen,
zal de som van alle uitkeringen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag niet te boven gaan.
ARTIKEL 26.4
BESTAANDE (FUNCTIE)VERLIES
Wordt door een ongeval een lichaamsdeel getroffen dat vóór het ongeval al blijvende invaliditeit ver- toonde, dan heeft verzekerde slechts aanspraak op uitkering overeenkomstig het verschil in invaliditeit voor en na het ongeval.
ARTIKEL 26.5
INVLOED VAN NIET-ONGEVALSGEVOLGEN
Mochten de gevolgen van het ongeval vergroot zijn door ziekte, gebrekkigheid of een afwijkende licha- melijke of geestelijke gesteldheid van de verzekerde, dan wordt voor de vaststelling van de uitkeringen uitgegaan van de gevolgen, die het ongeval gehad zou hebben, indien de verzekerde geheel valide en gezond zou zijn geweest.
Deze beperking is niet van toepassing, indien de bestaande ziekte, gebrekkigheid of afwijkende licha- melijke of geestelijke gesteldheid van de verzekerde het gevolg is van een vroeger ongeval, waarvoor de maatschappij vanwege deze verzekering al een uitke- ring heeft verstrekt of nog zal moeten verstrekken.
ARTIKEL 26.6
VERERGERING ZIEKTETOESTAND
Voor zover een bestaande ziekelijke toestand door een ongeval is verergerd, wordt hiervoor door de maat- schappij geen uitkering verleend.
ARTIKEL 26.7
VASTSTELLINGSTERMIJN
De vaststelling van de uitkering voor blijvende inva- liditeit vindt plaats uiterlijk twee jaar na het ongeval of zoveel eerder als een blijvende toestand van de invaliditeit is komen vast te staan mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 25.2.
ARTIKEL 26.8
RENTEVERGOEDING
Als zes maanden nadat het ongeval heeft plaatsge- vonden de mate van blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, vergoedt de maatschappij over het uit te keren bedrag de wettelijke rente vanaf de 6e maand na het ongeval.
De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. Indien de in artikel 25.2 genoemde meldings- termijn van 3 maanden is overschreden gaat de rentevergoeding zoveel later in als de meldingstermijn is overschreden.
SCHADE INZITTENDEN
ARTIKEL 27
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 27.1
VERKEERSONGEVAL
Verkeersongeval is een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
ARTIKEL 27.2
SCHADE
1 Schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid, met al dan niet overlijden tot gevolg;
2 Schade door beschadiging of verloren gaan van zaken die zich in het motorrijtuig zelf bevinden en behoren tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer of een andere verzekerde.
ARTIKEL 27.3
VERZEKERDE(N)
De verzekerde(n) zijn de personen die zich met directe of indirecte toestemming van de verzekering- nemer in het motorrijtuig bevinden als bestuurder of passagier. Zij gelden dan als ‘inzittende’. De verzeke- ringnemer en de andere verzekerde(n), en bij over- lijden de nabestaanden, gelden als rechthebbende op schadevergoeding wanneer de verzekeringnemer of zij een natuurlijke persoon (dus geen rechtspersoonlijk- heid bezittende onderneming) is of zijn.
ARTIKEL 28
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
Als deze dekking is verzekerd hebben de verzekerden recht op vergoeding van de schade als gevolg van een ongeval of verkeersongeval met het motorrijtuig.
Het (verkeers)ongeval moet de verzekerde(n) zijn overkomen als inzittende (bestuurder of passagier) van het motorrijtuig of;
1 bij het in- of uitstappen,
2 bij het tanken,
3 bij het onderweg verrichten van een noodreparatie en andere handelingen die op dat moment nodig waren om weer veilig verder te kunnen rijden,
4 bij hulpverlening onderweg aan andere weg- gebruikers die in moeilijkheden zijn geraakt.
Wanneer een getroffen verzekerde naar aanleiding van het (verkeers)ongeval ook recht heeft op schadevergoeding volgens de dekking Aansprake- lijkheid, zal de maatschappij volgens die dekking afwikkelen.
ARTIKEL 29
WAT WORDT UITGEKEERD
1 Schadevergoeding bij overlijden en bij verwonding Bij schade door overlijden of verwonding, wordt de schadevergoeding vastgesteld overeenkomstig dezelfde normen die gelden wanneer een getroffen verzekerde naar Nederlands recht aanspraak heeft op schadevergoeding van degene(n) die voor het (verkeers)ongeval aansprakelijk is.
2 Eigen schuld bij het niet-gebruiken van veiligheidsgordels
De eventuele eigen schuld van de verzekerden aan het ontstaan van het (verkeers)ongeval speelt bij deze dekking geen rol, behalve wanneer sprake
is xxx xxxxx. Volgens artikel 9 (opzetuitsluiting) bestaat dan geen recht op uitkering. Een tweede uitzondering is de situatie dat het niet-gebruiken van de veiligheidsriemen aantoonbaar heeft bij- gedragen aan het ontstaan van de schade. In dat geval wordt bij de vaststelling van de schadever- goeding rekening gehouden met eigen schuld.
De uit te keren schadevergoeding wordt dan overeenkomstig de toegerekende mate van eigen schuld verminderd.
3 Schadevergoeding bij schade aan zaken
Bij schade aan zaken hebben de verzekerden recht op vergoeding van de kosten verbonden aan reparatie. Wanneer reparatie redelijkerwijs niet mogelijk is of wanneer de reparatiekosten meer
bedragen dan de waarde die de beschadigde zaken hadden op het moment van het (verkeers)ongeval
- dit is de ‘dagwaarde’ - verminderd met de even- tuele restantwaarde, wordt het verschil tussen die dagwaarde en de restantwaarde uitgekeerd.
4 Betekenis verzekerde bedrag
Het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag voor deze dekking geldt als de maximale schade- vergoeding die naar aanleiding van een ongevals- gebeurtenis wordt uitgekeerd, ongeacht of alleen de verzekeringnemer, dan wel ook andere ver- zekerden schade hebben geleden. Als de vastge- stelde schadevergoeding meer bedraagt dan het verzekerde bedrag en tevens sprake is van meer dan één rechthebbende, wordt de vergoeding per rechthebbende naar evenredigheid verminderd. De vastgestelde vergoeding per rechthebbende wordt dan vermenigvuldigd met een factor die gelijk is aan het verzekerde bedrag, gedeeld
door het totaal van alle vastgestelde schadever- goedingen tezamen.
RECHTSBIJSTAND
ARTIKEL 30
RECHTSBIJSTANDVERLENING DOOR DAS
De maatschappij heeft de uitvoering van de voorwaarden van de dekking Rechtsbijstand Motorrijtuigen overgedragen aan DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij NV, hierna genoemd: DAS.
De maatschappij garandeert dat DAS de verplichtingen die in deze voorwaarden genoemd worden nakomt.
Bij een beroep op rechtsbijstand overeenkomstig de dekking van de verzekering dient men zich rechtstreeks tot DAS wenden.
Het postadres en telefoonnummer van DAS zijn: Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx,
telefoon (000) 000 00 00.
ARTIKEL 31
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 31.1
RECHTSBIJSTAND
Rechtsbijstand houdt in:
1 juridisch advies
het verstrekken van juridisch advies ter voor- koming of oplossing van (dreigend) geschil dat de verzekerde betreft;
2 belangenbehartiging
het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde in een geschil waarin hij betrokken is geraakt, door:
– het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
– het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
– het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken;
3 kostenvergoeding
het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand die voortvloeien uit de hiervoor ver- melde adviesverstrekking en belangenbehartiging; bedoelde kosten worden in artikel 32.4 nader omschreven.
ARTIKEL 31.2
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn:
– de verzekeringnemer;
– de gemachtigde bestuurder of passagier, uitslui- tend voor wat betreft een gedekte gebeurtenis die verband houdt met deelname aan het wegverkeer met het motorrijtuig;
– de nagelaten betrekkingen van een hiervoor genoemde verzekerde, indien en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis die leidt tot een gedekte aan- spraak op rechtsbijstand.
ARTIKEL 32
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 32.1
VERZEKERD RISICO / GEBEURTENIS
Verzekerd is het risico dat een verzekerde bij een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand ten gevolge van een gedekte gebeurte- nis, voor zover hij in dat geschil getroffen is in een op geld waardeerbaar belang en bovendien:
– de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
– de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voort- vloeiende behoefte aan rechtsbijstand bij aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien konden worden. Onder gebeurtenis moet worden verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
ARTIKEL 32.2
DEKKINGSGEBIED
Er wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is, wanneer de gevraagde rechtsbijstand betrekking heeft op:
– het verhalen van schade aan personen en/of schade aan zaken;
– strafzaken;
– geschillen uit sleep- of reparatie-overeenkomst.
In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
ARTIKEL 32.3
DEKKING
1 Verzekerde activiteiten
De verzekerde heeft aanspraak op juridisch advies en op rechtsbijstand bij het uitoefenen van de hierna vermelde activiteiten:
– deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig;
– het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig valt ook de aangekoppelde caravan of aanhanger.
2 Betekenis juridisch advies
Recht op juridisch advies houdt in: het eenmalig verlenen van een telefonisch juridisch advies aan de hand van informatie die een verzekerde telefonisch heeft verstrekt.
3 Op geld waardeerbaar belang/Franchise bij contractuele geschillen
Als voorwaarde voor het verlenen van rechtsbij- stand geldt dat er voor een verzekerde sprake moet zijn van een op geld waardeerbaar belang. Bij rechtsbijstand in contractuele geschillen moet dat belang ten minste 110 euro zijn (dit wordt een ‘franchise’ genoemd).
ARTIKEL 32.4
KOSTEN VAN RECHTSBIJSTAND
1 Interne en externe kosten
DAS vergoedt alle interne kosten, zijnde de kosten van deskundigen in loondienst van DAS, en de volgende externe kosten:
– de kosten van de externe deskundigen die door de DAS worden ingeschakeld, voor zover deze kosten noodzakelijk gemaakt zijn voor de uitvoering van de opdracht;
– de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
– de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
– de noodzakelijke, in overleg met de maat- schappij te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buiten- landse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
– de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
2 Te verhalen kosten
DAS schiet de kosten voor die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling verhaald, verrekend of door anderen vergoed kunnen worden. Als deze kosten daadwerkelijk verhaald, verrekend of door anderen vergoed zijn, komen deze aan DAS toe.
ARTIKEL 32.5
ONVERMOGENDEKKING
DAS vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig ten gevolge van de onrecht- matige daad van een ander, voor zover de schade een eigen risico van 125 euro te boven gaat, tot ten hoogste 1250 euro. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verze- kerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
ARTIKEL 32.6
WAARBORGSOM
DAS schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste 12.500 euro voor, als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag gelegd op het motorrijtuig. Door het aanvaarden van het voorschot, machtigt de verzekerde DAS onherroepelijk daarover te beschik- ken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
ARTIKEL 33
UITSLUITINGEN
ARTIKEL 33.1
TOEPASSING ALGEMENE UITSLUITINGEN VOLGENS ARTIKEL 9
De verzekering geeft geen aanspraak op rechtsbij- stand in de gevallen die volgens artikel 9 zijn uitge- sloten. Maar met uitzondering van de uitsluitingen ‘Atoomkernreacties’ en ‘Molest’ zal DAS jegens de verzekerde als degene die om rechtsbijstand vraagt, geen beroep op de bedoelde uitsluitingen doen als hij aantoont dat de daar omschreven omstandigheden zich buiten zijn wil hebben voorgedaan en hem van het bestaan van die omstandigheden in redelijkheid geen verwijt valt te maken.
In aanvulling op de uitsluitingen volgens artikel 9 geldt het volgende:
1 Uitsluiting ‘rijbewijs’
De uitsluiting ‘rijbewijs’ wordt niet ingeroepen als de gevraagde rechtsbijstand betrekking heeft op een strafvervolging anders dan xxxxxxx van het onbevoegd besturen van een motorrijtuig.
2 Uitsluiting ‘opzet’
Er is geen aanspraak op rechtsbijstand als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van verzekerdes handelen of nalaten of als hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een strafzaak doet DAS op deze uitsluiting een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt verdacht een (voor- waardelijk) opzetdelict is, dan wel verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. DAS ver- goedt achteraf alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn.
3 Uitsluiting ‘alcohol, bedwelmende of opwekkende middelen’
Wanneer de behoefte aan rechtsbijstand verband houdt met rijden onder invloed van alcohol- houdende drank dan wel enig bedwelmend of opwekkend middel, zal de aanspraak op rechts- bijstand altijd worden getoetst aan de uitsluiting ‘opzet’.
ARTIKEL 33.2
WACHTTIJDREGELING
Er is geen aanspraak op rechtsbijstand als de aan- spraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering.
Op deze uitsluiting zal geen beroep worden gedaan als de verzekerde het ontstaan van die gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering; op verzoek van DAS moet de verzekerde dit aantonen.
ARTIKEL 33.3
OVERIGE UITSLUITINGEN
DAS verleent voorts geen rechtsbijstand:
1 exploitatie van het motorrijtuig
in geschillen over de exploitatie van het motorrij- tuig (zoals verhuur, vervoer, examens, lesrijden);
2 aanschaf tweedehands motorrijtuig
in geschillen over de aanschaf van een tweede- hands motorrijtuig, tenzij deze onder schriftelijke garantie is gekocht bij een officiële dealer;
3 fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen
in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen (denk hierbij aan geschillen over successierechten, fiscale heffingen, leges, invoerrechten, accijnzen);
4 verweer bij onrechtmatige daad
bij het voeren van verweer tegen een vordering uit onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresactie.
ARTIKEL 33.4
BEPERKING BIJ TERRORISME / PREVENTIEVE MAATREGELEN
Als het geschil direct of indirect verband houdt met Terrorisme of Preventieve maatregelen (deze begrip- pen zijn omschreven in de Algemene Voorwaarden), bestaat slechts aanspraak op rechtsbijstand voor zover de Nederlandse Herverzekeringsmaatschap- pij voor het Terrorismerisico (NHT) waar DAS zich bij heeft herverzekerd, dekking verleent. De aanspraak
op rechtsbijstand voor een hier bedoeld geschil vervalt als het verzoek daartoe niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist dat er sprake is van ‘Terrorisme’ of van ‘Preventieve maatregelen’.
ARTIKEL 34
RECHTSBIJSTANDVERLENING
ARTIKEL 34.1
INTERNE OF EXTERNE DESKUNDIGEN / REDELIJKE KANS
De rechtsbijstand wordt verleend door deskundigen in loondienst van DAS, tenzij DAS besluit de verlening
van rechtsbijstand of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige. Voorzover de deskun- dige in loondienst van DAS de rechtsbijstand verleent, overlegt DAS met de verzekerde over de wijze van behandeling en informeert hem over de haalbaarheid van het gewenste resultaat. Als er geen redelijke kans (meer) is op het bereiken van het gewenste resultaat, wordt de rechtsbijstandverlening gestaakt.
ARTIKEL 34.2
AFKOOP
DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
ARTIKEL 34.3
INSCHAKELING EXTERNE DESKUNDIGE
Als het naar het oordeel van DAS noodzakelijk is om de behandeling of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige, is uitsluitend DAS
bevoegd om, na overleg met de verzekerde, opdrachten daartoe te verstrekken.
Hierbij gelden de volgende bepalingen.
1 Advocaatkeuze
Als DAS een opdracht geeft aan een advocaat om de belangen van de verzekerde in een gerechte- lijke of administratieve procedure te behartigen, volgt DAS de keuze van de verzekerde. Als de zaak in Nederland dient, komen alleen advoca- ten die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden in aanmerking. Dient de zaak in het buiten- land dan moet de advocaat bij het gerecht in het betreffende land zijn ingeschreven. In andere geval- len dan hiervoor vermeld bepaalt DAS de keuze.
2 Opdracht namens verzekerde
De opdrachten worden steeds namens de verzekerde gegeven. De verzekerde machtigd DAS hiertoe onherroepelijk. DAS is niet verplicht om in het kader van eenzelfde verzoek om rechtsbijstand aan meer dan één advocaat (al dan niet in loondienst van DAS) of (andere) externe
deskundige een opdracht te verstrekken. Voorzover de rechtsbijstand wordt verleend door een advocaat die niet in loondienst is van DAS, treedt DAS op als financier van de daarmee gemoeide kosten overeenkomstig de bepalingen van deze verzekeringsvoorwaarden.
3 Aansprakelijkheid voor fouten van deskundigen De aansprakelijkheid voor schade door of in verband met de verlening van rechtsbijstand door deskundigen in loondienst van DAS, is beperkt tot het bedrag waarop de afgesloten beroepsaanspra- kelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeer- derd met het eigen risico onder die verzekering. Een kopie van de polis met voorwaarden ligt ter inzage bij DAS. DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de werkzaam- heden van een door DAS ingeschakelde externe deskundige.
ARTIKEL 34.4
COMMUNICATIE OVER DE ZAAK
Het overleg over de zaakbehandeling wordt steeds met en door de verzekerde gevoerd, tenzij anders met de verzekerde of diens tussenpersoon is overeengekomen.
ARTIKEL 35
GESCHILLENREGELING / BELANGENCONFLICT
ARTIKEL 35.1
GESCHILLENREGELING
De volgende bepalingen betreffende de ‘geschillen- regeling’. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op een meningsverschil over de regeling van het geschil tussen de verzekerde en een advocaat of een door DAS ingeschakelde externe deskundige.
1 Bij meningsverschil recht op beoordeling door advocaat
Als de verzekeringnemer het oneens blijft met het oordeel van DAS over de regeling van het geschil waarvoor hij een beroep op de verzekering heeft gedaan, dan kan hij DAS schriftelijk verzoeken dit meningsverschil voor te leggen aan een advocaat naar zijn keuze. DAS legt dan dit meningsverschil,
met alle relevante stukken, voor aan de gekozen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zelf nog eens het meningsverschil. Het oordeel van de
advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn voor rekening van DAS.
2 Verdere behandeling overeenkomstig oordeel advocaat
De verlening van rechtsbijstand wordt door DAS voortgezet in overeenstemming met het oordeel van de advocaat, tenzij de verzekerde op dat moment te kennen geeft dat hij gebruik wil maken van de mogelijkheid om de zaak voor eigen reke- ning en risico voort te zetten, zoals hierna onder 4 omschreven.
3 Overdracht aan externe deskundige
Als DAS de behandeling overdraagt aan een externe deskundige, mag de opdracht niet aan de advocaat die het bindende oordeel heeft gegeven, of aan een kantoorgenoot van deze advocaat, worden verstrekt.
4 Zaakbehandeling voor eigen rekening en risico van verzekerde
Als de verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaak- behandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daarbij alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
5 Verjaring
Het recht om een meningsverschil als onder 1 bedoeld, of een meningsverschil over de uitleg van of toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, aan de rechter voor te leggen verjaart na verloop van één jaar nadat DAS haar standpunt schriftelijk bekend heeft gemaakt.
ARTIKEL 35.2
BELANGENCONFLICT
Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door DAS. Er geldt dan de volgende regeling.
1 Beide partijen verzekerd op dezelfde polis
Bij een geschil tussen de verzekeringnemer en een van de medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekeringnemer. Bij een geschil tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen.
2 Partijen verzekerd op verschillende polissen
Bij een geschil tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen hebben beide verzekerden recht op rechtsbijstand door een advocaat naar eigen keuze.