AFSTANDSVOORWAARDEN DIERENOPVANG AMSTERDAM
AFSTANDSVOORWAARDEN DIERENOPVANG AMSTERDAM
1 DEFINITIES
DOA: Stichting Dierenopvang Amsterdam, gevestigd aan de Xxxxxxxxxx 000 xx 0000 XX Xxxxxxxxx;
Afstand doen: het in eigendom overdragen van een dier
Dier: Het huisdier dat op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst in eigendom wordt overgedragen aan DOA, het dier kan een hond en/of kat en/of konijn zijn;
Eigenaar: De natuurlijke of rechtspersoon die rechtmatige eigenaar is van het dier
Overeenkomst: De overeenkomst tussen DOA en de eigenaar waarbij DOA één of meerdere dieren overneemt tegen afstandskosten te betalen aan DOA door de eigenaar.
Gastgezin: vrijwilliger van DOA die tijdelijk een dier bij zich thuis opneemt voor verzorging, revalidatie, training of socialisatie in een huiselijke omgeving.
Buitenbeentjesprogramma: programma opgezet door DOA waarin moeilijk herplaatsbare asieldieren vaak levenslange ondersteuning ontvangen van DOA om hiermee hun herplaatsing en welzijn te bevorderen.
2 TOEPASSELIJKHEID
2.1 De algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, rechtsbetrekkingen en overeenkomsten, tenzij hieromtrent uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
2.2 Indien partijen in de overeenkomst bepalingen opnemen die afwijken van de onderhavige voorwaarden, hebben de bepalingen van de overeenkomst voorrang.
2.3 De algemene voorwaarden van de klant gelden niet en worden hierbij uitdrukkelijk van de hand gewezen.
3. AFSTAND DOOR IEMAND ANDERS DAN DE EIGENAAR
3.1 Een familielid, hulpverlener of andere relatie van de eigenaar kan alleen afstand doen van het dier namens de eigenaar indien de eigenaar hiertoe een machtiging heeft ondertekend.
3.2 Mocht de eigenaar niet in staat zijn een machtiging af te geven dan moet dit schriftelijk door een familielid of instantie worden bevestigd en controleerbaar zijn door DOA.
4 WAT DOA VAN DE EIGENAAR VERWACHT
4.1 De eigenaar verplicht zich ertoe DOA naar waarheid, tijdig en zo volledig mogelijk te informeren over de afstandsreden en de medische en gedragsgeschiedenis van het dier.
4.2 De eigenaar voldoet in ieder geval de kosten die gepaard gaan met het evalueren van de gezondheidstoestand en het gedrag van het dier voorafgaand aan de opname bij DOA. Bij pups, kittens en lampreien (babykonijnen) tot en met 16 weken worden deze kosten niet doorberekend aan de eigenaar (evaluatie van deze babydieren is derhalve gratis).
4.3 Indien het dier te jong is om te scheiden van het moederdier is – indien moederdier beschikbaar is - eigenaar bereid om het dier thuis te verzorgen totdat de scheidingsleeftijd is bereikt of is bereid
het moederdier tijdelijk bij DOA of een gastgezin van DOA te laten verblijven totdat de scheidingsleeftijd is bereikt. DOA bepaalt de scheidingsleeftijd aan de hand van wettelijke voorschriften en actuele wetenschappelijke inzichten op het gebied van socialisatie van de betreffende diersoort. Aan de opvang van het moederdier zijn geen extra kosten verbonden behalve chipkosten, ontvlooien/ontwormen en castratie na scheiding van het afgestane jong. (?)
4.4 De eigenaar spant zich in om eventuele kosten die gepaard gaan met het verblijf, preventieve behandelingen, medische behandeling van bij de afstand bestaande kwalen dan wel gedragstraining en gedragstherapie die nodig zijn om de herplaatsing van het dier mogelijk te maken en/of te bevorderen te voldoen dan wel hiervoor een bijdrage te leveren in geld of in natura.
4.5 Indien de eigenaar niet in staat is om bij te dragen aan de in 4.2 en 4.3 genoemde kosten vanwege een gebrek aan financiën, wordt hij geacht dit aan te tonen door inzicht te geven in zijn inkomen en schulden, dan wel een verklaring af te geven van bewindvoerder, schuldhulpverlener of andere daartoe bevoegde instanties.
4.6 Nadat eigenaar afstand heeft gedaan van het dier kan de dan ex-eigenaar het dier niet meer bezoeken en geen invloed meer uitoefenen op herplaatsing, verzorging, behandeling, training of euthanasie.
5.WEIGERING VAN DIEREN DOOR DOA
5.1 Het staat DOA vrij het afstandsverzoek van de eigenaar en daarmee het dier te weigeren indien:
a. het dier lijdt aan een medische aandoening waardoor DOA het welzijn van het niet kan waarborgen dan wel de prognose op goed welzijn slecht of afwezig is.
b. het dier alleen tegen onaanvaardbaar hoge kosten voor DOA behandeld kan worden (bedrag noemen? Anders noemen? Onaanvaardbaar is te vaag, m.n in combinatie met ons
vermogen…)
c. het gedrag van het dier dusdanig gevaarlijk is en onvoldoende trainbaar of te managen is waardoor herplaatsing, ook in een permanente opvang voor niet-herplaatsbare asieldieren, niet haalbaar is, dit te bepalen door een door DOA aangewezen gedragstherapeut van de betreffende diersoort.
5.2 Bij weigering door DOA komt er geen overeenkomst tot stand.
6. WAT DE EIGENAAR VAN DOA MAG VERWACHTEN
6.1 DOA streeft ernaar het dier zo snel mogelijk te herplaatsen bij een geschikte nieuwe eigenaar die in staat is het welzijn van het dier te waarborgen en aan de behoeftes van het dier te voldoen. Hiervoor doorloopt een eventuele nieuwe eigenaar een matchingsproces bij DOA.
6.2 DOA streeft ernaar om het welzijn van het dier naar beste vermogen te waarborgen op basis van de behoeftes van het individuele dier. Als uitgangspunt daarvan hanteert DOA de vijf vrijheden van Xxxxxxxx. De vijf vrijheden zijn: dieren zijn vrij van honger en dorst; dieren zijn vrij van ongemak; dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte; dieren zijn vrij van angst en stress; dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen.
6.3 De verzorging van het dier tijdens het verblijf bij DOA of een DOA-gastgezin geschiedt onder de verantwoordelijkheid van gediplomeerde dierverzorgers, de DOA-dierenartsen en de door DOA aangewezen gedragsadviseurs en -therapeuten.
6.4 DOA verplicht zich ertoe het dier naar beste vermogen te behandelen en/of te trainen om de herplaatsingskansen van het dier te bevorderen. DOA kan echter niet garanderen dat behandelingen dan wel trainingen leiden tot het gewenste resultaat.
6.5 Indien noodzakelijk schakelt DOA tweedelijns of andere externe hulpverleners in om de behandeling of training van het dier te ondersteunen.
6.6 Indien dit het welzijn of de behandeling of socialisatie/training van het dier bevordert zal DOA het dier onderbrengen in een gastgezin van DOA voor zover deze beschikbaar is.
6.7 Indien DOA concludeert dat een dier niet op de gebruikelijke wijze herplaatst kan worden bestaan de volgende alternatieve plaatsingsmogelijkheden:
a. Het dier wordt opgenomen in het Buitenbeentjesprogramma, of:
b. Het dier wordt uitgewisseld naar een ander opvangcentrum als dit de plaatsingskansen vergroot, of:
c. Het dier wordt geplaatst in een permanente opvang waar het dier de rest van zijn leven in goed welzijn kan verblijven.
6.8 Bij herplaatsing van het dier draagt DOA het dier over in eigendom aan de nieuwe eigenaar. Alleen in het geval van opname van het dier in het Buitenbeentjesprogramma wordt hier soms van afgeweken en blijft het dier zolang het leeft in eigendom van DOA.
7 EUTHANASIE
7.1 DOA zal euthanasie van het dier zoveel mogelijk trachten te voorkomen. Euthanasie vindt alleen plaats indien:
a. Het dier fysiek lijdt of het welzijn vanwege fysieke aandoeningen niet langer gewaarborgd kan worden en de prognose op verbetering slecht of afwezig is. Dit wordt bepaald door de DOA-dierenarts in samenspraak met de dierverzorgers.
b. Het dier geestelijk lijdt en de prognose op verbetering slecht of afwezig is.
c. Het dier een te groot risico is om terug te plaatsen in de maatschappij. Het gaat dan met name om een niet verantwoord risico op bijtincidenten waarbij het gedrag van het dier onvoldoende trainbaar of te managen is gebleken.
d. Het dier vanwege moeilijk gedrag een te groot risico is in de verzorging bij DOA waarbij het gedrag onvoldoende trainbaar of te managen is gebleken.
7.2 De punten 7.1b, 7.1c en 7.1d worden vastgesteld door een door DOA aangewezen gedragstherapeut van de betreffende diersoort en in samenspraak met de dierverzorgers. Vervolgens wordt een euthanasieverzoek ingediend bij de euthanasiecommissie van DOA waarin een onafhankelijke en erkende externe gedragstherapeut zitting heeft. Euthanasie kan alleen plaatsvinden indien alle leden van de euthanasiecommissie akkoord gaan.
7.3. DOA laat dieren niet inslapen om louter financiële redenen of omdat het verblijf van een dier lang duurt. DOA kent geen maximale verblijfsduur.
8. ONTBINDEN VAN DE OVEREENKOMST
8.1 Indien een eigenaar afstand heeft gedaan van het dier en later besluit de overeenkomst te willen ontbinden, dan kan dit uitsluitend op de volgende voorwaarden:
a. Het dier is nog niet in eigendom overgedragen aan een nieuwe eigenaar
b. Het dier is nog niet via het Buitenbeentjesprogramma uitgeplaatst of uitgewisseld naar een andere organisatie
c. Het dier is niet geëuthanaseerd
d. De eigenaar moet door DOA in staat geacht worden het welzijn van het dier structureel te kunnen waarborgen
e. De eigenaar spant zich maximaal in de gemaakte verblijfs- en behandelkosten aan DOA te voldoen. De afstandskosten die de eigenaar al heeft voldaan bij de overdracht van het dier aan DOA worden hiermee verrekend.
8.2 De eigenaar heeft geen recht op compensatie indien het ontbinden van de overeenkomst wordt geweigerd door DOA of niet meer tot de mogelijkheden behoort.
8.2 Indien DOA het eigendom van het dier heeft aanvaard kan DOA de overeenkomst niet ontbinden.
9 GESCHILLEN
9.1 Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. De Rechtbank Amsterdam is bij uitsluiting bevoegd van enig geschil voortvloeiende uit de overeenkomst kennis te nemen.
9.2 Deze voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam en zijn tevens afgebeeld op de website van DOA