Perceel 1: gemeente Coevorden of
(concept) raamovereenkomst Wmo-maatwerkvoorzieningen
Perceel 1: gemeente Coevorden of
Perceel 2: gemeente Borger-Odoorn
Referentienummer aanbestedende dienst: 39948-2019
INHOUD
Artikel 1. Onderwerp van de overeenkomst 5
Artikel 2. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0
Artikel 3. Duur van de raamovereenkomst 6
Artikel 5. Meld- en informatieverplichting Opdachtnemer 7
Artikel 6. Niet-nakoming c.q. ontbinding van de raamovereenkomst 7
Artikel 7. Niet-toerekenbare tekortkoming 8
Artikel 8. Tussentijdse beëindiging en toetreding 9
Artikel 9. Inactieve Opdachtnemers 9
Artikel 10. Verplichtingen bij beëindiging raamovereenkomst 9
Artikel 11. Continuïteit dienstverlening bij beëindiging raamovereenkomst 10
Artikel 12. Fusie, overname en joint ventures 10
Artikel 13. Overdracht van verplichtingen aan derden 10
Artikel 14. Aansprakelijkheid en verzekering 10
Artikel 17. Publiciteit en communicatie met Inwoner 12
Artikel 18. Wijzigingen en aanvullingen 12
Artikel 19. Toepasselijk recht 13
Annex II Uitvoeringsvoorwaarden 26
annex IV Administratieprotocol 37
Annex V ALgemene inkoopvoorwaarden gemeente coevorden 38
Annex VI social return on investment 39
Xxxxx XXX DRENTS KWALITEITSKADER 40
Annex VIII Governance code zorg 41
Xxxxx XX leidende principes 42
Annex X Verwerking persoonsgegevens 43
Begripsbepalingen en algemene bepalingen Wmo 2015
De begripsbepalingen en algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 van de Wmo 2015 zijn op deze raamovereenkomst van toepassing.
Spoedhulp
Onder spoedhulp wordt verstaan “niet uitstelbare hulp bij ondersteuning” ten gevolge van onverwachte huisuitzetting, feitelijke dakloosheid, acute psychiatrische aanleiding dan wel acute beëindiging van opname in een zorginstelling, psychiatrische kliniek of maatschappelijke opvang, de uitval van informele hulp vanuit sociale verbanden, welke ertoe leiden dat de persoon in kwestie c.q. de van zijn wooneenheid deel uitmakende personen, fysiek en/of mentaal niet in staat is te achten op afdoende wijze te voorzien in activiteiten in het huishouden, het behouden van een stabiele thuissituatie of participatie in de samenleving en dat derhalve op zo kort mogelijke termijn – uiterlijk binnen 24 uur- moet worden voorzien in adequate ondersteuning.
Fraude
Valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van rechthebbenden of verduistering plegen of trachten te plegen ten nadele van de opdrachtgever, met het doel een betaling of een ander voordeel te verkrijgen waarop hij geen recht heeft of kan hebben.
Frauduleus handelen
Een zorgaanbieder handelt frauduleus wanneer er aanwijzingen zijn voor oplichting, valsheid in geschrifte, het opmaken van valse jaarrekeningen en witwassen. Onder frauduleus handelen wordt ook verstaan het opzettelijk indienen van declaraties voor behandelingen en verstrekkingen die niet zijn verricht dan wel niet zijn geleverd, het overtreden van declaratieregels en het misleidend handelen.
Informele zorg
Het geheel van mantelzorg en zorg/ondersteuning door vrijwilligers.
Inwoner
Een persoon die bij de gemeente Borger-Odoorn of Coevorden in de Basisregistratie Persoonsgegevens is ingeschreven (BRP).
Sociaal werker/consulent
Persoon die het gesprek voert met Inwoner en de maatwerkvoorziening indiceert. De lokale invulling en benaming van deze functie verschilt per opdrachtgever.
Ondersteuningsplan
De verwoording van het afgesproken ondersteuningspakket voor Inwoner (individu of gezin) bestaande uit de inzet van oplossingen in de eigen kracht van Inwoner, mantelzorg, algemene voorzieningen, Informele zorg en maatwerkvoorzieningen. Daarnaast worden in het Ondersteuningsplan ook de te behalen resultaten, de looptijd (geldigheidsduur) en specifieke functies van de algemene voorzieningen en de maatwerkvoorzieningen benoemd. Het Ondersteuningsplan wordt in overleg tussen de Sociaal werker/consulent, Inwoner en eventueel de Opdachtnemer opgesteld. Het Ondersteuningsplan is tevens een weergave van het uitgevoerde Onderzoek.
Onderzoek
Het Onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Wmo 2015.
Uitvoeringsplan
Plan waarin de werkafspraken tussen Inwoner (individu of gezin) en Opdachtnemer staan beschreven om de beschreven resultaten uit het Ondersteuningsplan te behalen. Het plan is SMART geformuleerd en gezamenlijk opgesteld door Opdachtnemer en Inwoner.
Terugvordering
Het terugeisen van hetgeen te veel ontvangen is en/of waar de ander geen recht op heeft.
Xxxxxxxxxxxxx (opdrachtnemer)
Natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het College van B&W gehouden is een Algemene voorziening of een Maatwerkvoorziening te leveren.
Zorgperiode
Een zorgperiode is een periode van één kalendermaand.
XXXXXXXXXXXXXXXX NAVOLGENDE PARTIJEN:
1. de gemeente Coevorden, op grond van artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Assen, Teamleider Maatschappelijk Ondersteuning, handelend ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden van 22 januari 2019, verder te noemen: ‘opdrachtgever’,
of
2. de gemeente Borger-Odoorn, op grond van artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxxxx, Manager afdeling Sociaal Domein, handelend ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden van 10 februari 2020 verder te noemen: ‘opdrachtgever’,
EN
3. naam opdrachtnemer, statutair gezeteld te plaats, bij de Kamer van Koophandel geregistreerd onder nummer XXXXXXXX ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw naam, hierna te noemen: ‘opdrachtnemer’,
GEZAMENLIJK TE NOEMEN PARTIJEN, TEVENS AFZONDERLIJK PARTIJ, IN AANMERKING NEMEND DAT:
I. Opdrachtgever een Open-House procedure is gestart voor een raamovereenkomst voor
de Wmo-maatwerkvoorzieningen, deze heeft gepubliceerd op 15 december 2020 met referentienummer 39948-2019;
II. Opdrachtnemer op 18 februari 2021 een inschrijving heeft ingediend;
III. Opdrachtnemer voldoet aan de gestelde eisen en voorwaarden en beschikken over het benodigde personeel en de benodigde deskundigheid en ervaring voor de uitvoering van de dienstverlening.
IV. Partijen accepteren dat zowel nu als in de toekomst onzekerheden bestaan met betrekking tot de dienstverlening en de ontwikkelingen in het Sociaal Domein, in de breedste zin des woord waarmee voortschrijdend inzicht kan leiden tot wijzigingen dan wel aanpassingen van deze raamovereenkomst.
V. Partijen erkennen dat flexibiliteit en proactief delen van wederzijdse deskundigheid en ervaringen essentieel onderdeel van de transformatie en dienstverlening is.
VI. Gedurende de looptijd van de raamovereenkomst opdrachtgever met opdrachtnemers aanvullende dienstverlening van vergelijkbare aard en nader te bepalen omvang kunnen overeenkomen, voor zover deze betrekking heeft op het Sociale Domein.
VII. Dat, bij nader overeen te komen dienstverlening, de voorwaarden als omschreven in annex I (bouwstenen), II (uitvoeringsvoorwaarden) en III (tarieven) als richtlijn gelden.
VIII. Partijen de randvoorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd vast leggen in deze overeenkomst.
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
Artikel 1. Onderwerp van de overeenkomst
1.1 Onderwerp van deze overeenkomst is de dienstverlening voor het bieden van de maatwerkvoorziening begeleiding en dagbesteding binnen het Sociale Domein van opdrachtgever exclusief Beschermd Wonen, Opvang, Respijtzorg en Huishoudelijke Hulp.
1.2 De dienstverlening is verdeeld in twee bouwstenen:
1. Bouwsteen Zelfredzaamheid
2. Bouwsteen Participatie
Het staat individuele opdrachtgever vrij om (delen van) bouwstenen al dan niet af te nemen. Zie voor de nadere uitwerking annex I van deze overeenkomst.
1.3 De bijlagen zijn een volledig onderdeel van de overeenkomst. In geval van strijdigheid tussen deze overeenkomst inclusief annexen en bepalingen van de bijlagen zijn te allen tijde de bepalingen van de overeenkomst inclusief annexen leidend. In geval van strijdigheid tussen bepalingen van de bijlagen geldt de volgende rangorde, in afnemende volgorde van belangrijkheid:
I. Inhoud nota van inlichtingen 2 d.d. 24 februari 2021;
II. Inhoud nota van inlichtingen 1 d.d. 4 februari 2021;
III. Inhoud Aanmeldingsdocument inclusief bijbehorende bijlagen ten behoeve van de Open-House procedure d.d. 15 december 2020;
IV. Aanmelding opdrachtnemer d.d. 10 maart 2021;
1.4 Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen dan wel er sprake is van voortschrijdend inzicht welke leiden tot aanpassing van deze overeenkomst, zullen partijen hier overleg over voeren en de aanpassing als getekende addendum bij deze raamovereenkomst voegen.
Artikel 2. Uitvoeringsvoorwaarden
2.1 In annex II van deze raamovereenkomst zijn de uitvoeringsvoorwaarden opgenomen. De essentie van deze voorwaarden is de heldere en transparante uitvoering van deze raamovereenkomst en bijbehorende dienstverlening.
2.2 De uitvoeringsvoorwaarden zijn flexibel van aard en kunnen op basis van voortschrijdend inzicht en praktische overwegingen in onderling overleg tussen partijen worden aangepast.
2.3 Een aanpassing in deze voorwaarden is enkel bindend nadat opdrachtgever de aanpassing breed heeft gecommuniceerd en geaccordeerd.
2.4 Alle aanpassingen gelden voor alle gecontracteerde opdrachtnemers. Het is niet mogelijk om per opdrachtnemer individuele aanpassingen in de voorwaarden overeen te komen.
Artikel 3. Duur van de raamovereenkomst
3.1 Deze raamovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd. De raamovereenkomst gaat in op 1 juli 2021 en eindigt op 31 december 2028.
3.2 De raamovereenkomst kan zowel door de (individuele) opdrachtgever als door de opdrachtnemer op ieder moment worden beëindigd, met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 12 maanden. Een opzegging kan zowel één of meerdere bouwstenen betreffen.
3.3 Deze raamovereenkomst is door opdrachtgever voor de duur van maximaal 6 maanden te verlengen indien zich een situatie voordoet waarin beëindiging van de raamovereenkomst tot discontinuering van de dienstverlening leidt. Wanneer en of zich een dergelijke situatie voordoet wordt enkel door de opdrachtgever bepaald en uiterlijk 30 dagen voor de voorziene beëindiging van de raamovereenkomst hetzij schriftelijk hetzij per e-mail onder opgaaf van redenen aan opdrachtnemer medegedeeld. Het staat opdrachtnemer niet vrij deze verlenging te weigeren.
3.4 Opdrachtnemer is gehouden om in geval van beëindiging, op welke grond dan ook, van de raamovereenkomst adequaat en onverwijld zijn medewerking te verlenen aan verzoeken van de opdrachtgever om alle relevante of noodzakelijke gegevens of inlichtingen te verschaffen indien en voor zover dit mogelijk is met inachtneming van de privacy van de Inwoner en het beroepsgeheim van opdrachtnemer
3.5 Dit artikel laat het recht op ontbinding of vernietiging van deze raamovereenkomst onverlet.
4.1 Het all-in tarief zoals door opdrachtgever vastgesteld inclusief BTW is van toepassing.
4.2 Het tarievenoverzicht is opgenomen in annex III.
4.3 De tarieven worden jaarlijks (deels) geïndexeerd met het percentage zoals dat op grond van de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) door de landelijke overheid wordt vastgesteld op basis van het door het Centraal Planbureau berekende percentage. Of en met welk percentage de tarieven geïndexeerd worden, wordt jaarlijks uiterlijk 1 november schriftelijk meegedeeld aan opdrachtnemer, voor het eerst per 1 november 2021. De geïndexeerde tarieven gaan in per 1 januari van het daaropvolgende jaar.
Artikel 5. Meld- en informatieverplichting opdrachtnemer
5.1 Op de opdrachtnemer rust een meld- en informatieverplichting ten aanzien van alles wat redelijkerwijs van invloed is dan wel kan zijn op de dienstverlening dan wel op de nakoming van verplichtingen uit deze raamovereenkomst.
5.2 Opdrachtnemer overlegt op eerste aanvraag van (één of meerdere) opdrachtgevers de gevraagde rapporten, verslagen en verklaringen. Indien opdrachtnemer van mening is deze informatie niet beschikbaar te kunnen dan wel moeten stellen voorziet zij haar weigering van argumentatie. Op basis van deze argumentatie zal tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever overleg plaatsvinden.
5.3 Het staat opdrachtnemer niet vrij de informatieverstrekking te weigeren ten aanzien van hetgeen in de Uitvoeringsvoorwaarden expliciet is opgenomen. Eveneens staat het opdrachtnemer niet vrij informatieverstrekking te weigeren indien de verzoeken zien op informatie om na te gaan of er sprake is van één van de ontbindingsgronden uit artikel 6.2 van deze raamovereenkomst.
5.4 Op opdrachtnemer rust een plicht om onverwijld en direct bij opdrachtgever te melden indien er sprake is van één van de ontbindingsgronden uit artikel 7.2 dan wel redelijkerwijs voorzienbaar is dat er sprake zal zijn van één van deze ontbindingsgronden.
Artikel 6. Niet-nakoming c.q. ontbinding van de raamovereenkomst
6.1 Indien de geleverde dienstverlening niet voldoet aan hetgeen gesteld in deze raamovereenkomst inclusief bijbehorende annexen, kan opdrachtgever eisen dat opdrachtnemer voor haar rekening en zo spoedig als mogelijk zorg draagt voor nakoming op een zodanige wijze dat alsnog volledig wordt voldaan aan hetgeen bepaald in deze raamovereenkomst inclusief bijbehorende annexen. In geval van ernstige dan wel terugkerende tekortkomingen vraagt opdrachtgever hiervoor van opdrachtnemer een plan van aanpak ter voorkoming van de situatie in de toekomst.
6.2 Deze raamovereenkomst kan met onmiddellijke ingang zonder enige ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk worden beëindigd:
a. Indien de wederpartij (voorlopige) surseance van betaling verkrijgt;
b. Indien de wederpartij zich in staat van kennelijk onvermogen bevindt of onderwerp uitmaakt van een procedure tot faillissement, gerechtelijk akkoord, vereffening, beslaglegging of van elke andere soortgelijke procedure;
c. Door opdrachtgever indien de onderneming van de opdrachtnemer wordt beëindigd;
d. Door opdrachtgever indien de wederpartij toerekenbaar één of meer van haar verplichtingen uit deze raamovereenkomst niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt, al dan niet blijkend uit de uitkomsten van (materiële) controle;
e. Door opdrachtgever indien opdrachtnemer een ernstige fout maakt;
f. Door opdrachtgever indien opdrachtnemer niet meer voldoet aan de geschiktheidseisen zoals geformuleerd in het aanmeldingsdocument of vereisten als opgenomen in deze raamovereenkomst inclusief annexen;
g. Door opdrachtgever indien opdrachtnemer wordt overgenomen door een derde, dan wel fuseert of splitst, overdracht van aandelen plaatsvindt of op enige ander vorm waarbij de zeggenschap over de onderneming aanmerkelijk wijzigt en opdrachtgever conform hetgeen is vermeld in artikel 14 niet akkoord is gegaan.
h. Indien opdrachtnemer in een situatie van niet-toerekenbare tekortkoming verkeert en is aan te nemen dat deze langer zou kunnen duren dan veertien kalenderdagen;
i. Indien opdrachtgever ingevolge landelijke wet- en regelgeving gehouden is tot het al dan niet aanmerkelijk aanpassen van de toekenning van voorzieningen aan Inwoner.
Alvorens tot ontbinding van deze raamovereenkomst over te gaan, zal opdrachtgever steeds in overleg treden met opdrachtnemer waarbij het te allen tijde de voorkeur heeft om in gezamenlijk overleg te komen tot wederzijdse goedkeuring tot aanpassing van de raamovereenkomst aansluitend bij de dan geldende situatie.
6.3 Indien één der partijen op grond van het vorige lid tot beëindiging met onmiddellijke ingang overgaat, is de wederpartij jegens de beëindigende partij verplicht tot vergoeding van de schade die is ontstaan door toerekenbaar tekortschieten.
6.4 Een onjuistheid dan wel een tekortkoming in de nakoming van hetgeen opdrachtnemer heeft ingevuld dan wel verklaard ten behoeve van de aanbieding welke tijdens dan wel na het tekenen van deze raamovereenkomst bij opdrachtgever bekend worden, wordt gelijkgesteld met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze raamovereenkomst.
6.5 Onverminderd alle andere rechten tot ontbinding heeft opdrachtgever het recht de xxxxxxxxxxxxxxxx met onmiddellijke ingang schriftelijk, zonder nadere ingebrekestelling, te ontbinden indien opdrachtnemer niet voldoet aan wettelijke vereisten ter zake van de uitoefening van de werkzaamheden die onderwerp zijn van deze raamovereenkomst.
6.6 Mochten partijen de stap richting de rechter wensen te zetten dan kan dit nadat eerst een bemiddelingspoging is ondernomen. Hiertoe zal (iedere) partij één persoon afvaardigen die gezamenlijk een onafhankelijke voorzitter benoemen met het verzoek of deze op basis van een unanimiteit tot een oplossing kunnen komen. Enkel wanneer dit niet mogelijk blijkt zal de zaak aan de rechter worden voorgelegd.
Artikel 7. Niet-toerekenbare tekortkoming
7.1 Voor zover opdrachtnemer een tekortkoming in de nakoming van een verplichting niet kan worden toegerekend en hij opdrachtgever onverwijld en in ieder geval binnen de overeengekomen termijn de tekortkoming en de oorzaak daarvan schriftelijk heeft medegedeeld, komt hij niet in verzuim, is hij niet tot schadevergoeding verplicht en is geen boete verschuldigd.
7.2 Onder een niet-toerekenbare tekortkoming wordt in ieder geval niet verstaan:
a. Gebrek aan personeel;
b. Stakingen;
c. Ziekte van personeel;
d. Tekortschieten van door opdrachtnemer ingeschakelde derden;
e. Liquiditeits- en/of solvabiliteitsproblemen aan de zijde van opdrachtnemer.
7.3 Opdrachtnemer kan zich slechts op niet-toerekenbare tekortkomingen beroepen indien hij zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht dagen na het (verwachte) intreden van de niet-toerekenbare tekortkoming onder overlegging van de nodige
bewijsstukken opdrachtgever schriftelijk en gemotiveerd van een dergelijk beroep in kennis stelt.
Artikel 8. Tussentijdse beëindiging en toetreding
8.1 De raamovereenkomst kan zowel door opdrachtgever als door de opdrachtnemer op ieder moment worden beëindigd per brief of e-mail, met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 12 maanden, tenzij met wederzijdse overeenstemming een kortere of langere termijn wordt overeengekomen. Een opzegging kan zowel één of meerdere bouwstenen betreffen.
8.2 Opdrachtnemer kan de zorg aan één of meerdere specifieke Inwoners enkel opzeggen indien er sprake is van zwaarwegende reden. Zij treedt hierover vooraf in overleg met opdrachtgever.
8.3 Tussentijds toetreden van nieuwe partijen gedurende de looptijd van de raamovereenkomst(en) is niet mogelijk, tenzij sprake is van een van de volgende omstandigheden, dan kan opdrachtgever bepalen om tussentijds toetreden toe te laten:
a) Als gevolg van faillissement/surseance van betaling/en of andere problemen van financiële aard bij een of meerdere van de gecontracteerde partijen komt de continuïteit van de levering van de gecontracteerde diensten in gevaar;
b) Er sprake is van het ontstaan van wachtlijsten die niet op korte termijn (binnen 2 weken) door de overige gecontracteerde partijen kan worden opgelost;
c) Als gevolg van een tussentijdse beleidswijziging van de opdrachtgever waardoor de overeengekomen contracten moeten worden aangepast;
d) Als gevolg tussentijdse beëindiging van raamovereenkomsten, waardoor er onvoldoende aanbod ontstaat, dit ter beoordeling van de opdrachtgever.
8.4 De opdrachtgever behoudt zich het recht voor om de raamovereenkomst te beëindigen dan wel de dienstverlening aan een of meerdere Inwoner te beëindigen, indien er onoverkoombare verschillen bestaan tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer dan wel tussen opdrachtnemers onderling, die de dienstverlening en integratie van het Sociaal domein in gevaar brengen.
8.5 Gedurende de looptijd van de raamovereenkomst kunnen na goedkeuring van de opdrachtgever bestaande opdrachtnemers hun raamovereenkomst uitbreiden met bouwstenen welke ze nog niet aanboden.
8.6 Als er sprake is van tussentijds toetreden dan zal na ontvangst van het verzoek tot toetreding opdrachtgever met de zorgaanbieder in overleg treden om te bepalen of de zorgaanbieder voldoet aan alle gestelde criteria in deze raamovereenkomst en zoals gehanteerd in de aanmeldingsprocedure. Nadat is vastgesteld dat er geen belemmeringen zijn om de aanbieder toe te laten treden en de feitelijke aanmelding is ontvangen, zal de raamovereenkomst feitelijk worden ondertekend. Opdrachtgever dragen daarna zorg voor de communicatie omtrent de toetreding van de opdrachtnemer tot de raamovereenkomst.
Artikel 9. Inactieve opdrachtnemers
9.1 Om grip te houden op het aantal raamovereenkomsten en de uitvoeringskosten wordt één keer per jaar, na afloop van een volledig contractjaar, gekeken naar de inactieve raamovereenkomsten. Als een opdrachtnemer gedurende een periode van 1 kalenderjaar minder dan € 10.000, binnen een gemeente, heeft omgezet, kan de raamovereenkomst eenzijdig door de opdrachtgever voor de betreffende bouwsteen worden beëindigd met een opzegtermijn van 3 maanden.
Artikel 10. Verplichtingen bij beëindiging raamovereenkomst
10.1 Indien de raamovereenkomst met een opdrachtnemer om welke reden dan ook eindigt voor het einde van de looptijd neemt één of nemen meerdere opdrachtnemers in overleg en na afstemming met de opdrachtgever de dienstverlening over. De latende en opvolgende opdrachtnemer(s) treden met
elkaar in overleg over de mogelijke overname van betrokken personeel. Hierbij staat de continuïteit van de dienstverlening aan en de wens van de Inwoner voorop. Opdrachtnemers houden de opdrachtgever op de hoogte van het verloop van het overleg en de uitkomst.
10.2 Op verzoek van opdrachtgever stelt opdrachtnemer onverwijld de Inwonergegevens ter beschikking aan opdrachtgever of een door opdrachtgever aan te wijzen derde indien en voor zover dit mogelijk is met inachtneming van de privacy van de Inwoner en het beroepsgeheim van opdrachtnemer
Artikel 11. Continuïteit dienstverlening bij beëindiging raamovereenkomst
11.1 In geval van beëindiging van deze raamovereenkomst verplicht de opdrachtnemer zich tot continuering van de afgesproken dienstverlening aan bestaande Inwoner, totdat ook deze door opdrachtgever respectievelijk Inwoner worden beëindigd.
11.2 De latende Opdrachtnemer is verplicht proactief en open bij te dragen aan een efficiënte en zorgvuldige overdracht van Inwoner aan een andere, gecontracteerde Opdrachtnemer naar keuze van de Inwoner en doet dit in overleg met Opdrachtgever om zo continuïteit van de dienstverlening aan de Inwoner te kunnen garanderen.
11.3 Het eerste en tweede lid worden toegepast in overleg met opdrachtgever.
Artikel 12. Fusie, overname en joint ventures
12.1 Indien er sprake is van fusie en/of overname tussen gecontracteerde Opdrachtnemers: De betreffende Opdrachtnemers geven aan welke ‘nieuwe’ entiteit de contractpartner wordt. In geval er toestemming verkregen moet worden van de Autoriteit Consument en Markt vindt de melding plaats na akkoord van deze partij. De nieuwe entiteit dient aan alle bepalingen uit de raamovereenkomst, de daaraan gerelateerde overeenkomsten en overige (werk)afspraken te voldoen. Tevens dient deze entiteit te allen tijde reeds eerder aangegane contractuele verplichtingen gestand te doen.
Artikel 13. Overdracht van verplichtingen aan derden
13.1 Opdrachtnemer kan de uit hoofde van deze raamovereenkomst met opdrachtgever overeengekomen verplichtingen of zijn rechtsverhouding tot opdrachtgever alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming van opdrachtgever overdragen aan een derde, waaronder begrepen het van deze derde (terug) verkrijgen van de eerdere aan deze derde overgedragen verplichtingen.
13.2 Gedurende de looptijd van de raamovereenkomst bestaat de mogelijkheid dat opdrachtnemer in rechte wordt opgevolgd. In geval van rechtsopvolging neemt de rechtsopvolger deze raamovereenkomst in zijn geheel over, uitsluitend onder voorwaarde dat de opdrachtgever hiertoe vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven en de derde Partij aantoont volledig op de hoogte te zijn van de inhoud van deze raamovereenkomst.
13.3 Opdrachtgever is te allen tijde gerechtigd de onder lid 1 en lid 2 bepaalde toestemming te weigeren. Opdrachtgever zal zijn toestemming niet op onredelijke gronden weerhouden.
Artikel 14. Aansprakelijkheid en verzekering
14.1 De partij die toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichting(en) is tegenover de andere partij aansprakelijk voor vergoeding van de door deze partij geleden of te lijden schade, die verband houdt met de werkzaamheden die door opdrachtnemer dienen te worden verricht ter uitvoering van deze raamovereenkomst.
14.2 Tot de schadevergoeding behoort in ieder geval vermogensschade en ander nadeel. Vermogensschade omvat zowel geleden verlies als gederfde winst.
Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking:
a. Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade;
b. Redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
c. Redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
Tevens komen alle kosten die opdrachtgever maakt voor herstel van eventuele schade of voor het alsnog uitvoeren van de opdracht door een derde voor vergoeding in aanmerking.
14.3 Opdrachtnemer vrijwaart opdrachtgever en Inwoner tegen alle financiële gevolgen van aanspraken van derden in enig verband staande met de uitvoering van zijn verplichtingen die voortvloeien uit deze raamovereenkomst en/of daaruit voortvloeiende opdrachten.
14.4 Partijen dragen er zorg voor dat zij adequaat verzekerd zijn en blijven gedurende de looptijd van de raamovereenkomst voor de wettelijke- en bedrijfsaansprakelijkheid.
14.5 De schadevergoeding wordt beperkt tot de verlangde verzekerde waarde van deze raamovereenkomst bij 14.6.
14.6 Deze beroeps- en/of bedrijfsaansprakelijkheid dienen minimaal de jaaromzet van de opdrachtnemer per gebeurtenis te dekken alsmede minimaal twee gebeurtenissen/uitkeringen per jaar, gemaximeerd op één miljoen euro. Onder de jaaromzet in deze bepaling verstaan we de totale activiteiten van de aanmelder op het gebied van Wmo-maatwerkvoorzieningen.
14.7 Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de informatie die door hem aan opdrachtnemer ter beschikking wordt gesteld. Opdrachtnemer is verplicht opdrachtgever onverwijld schriftelijk te waarschuwen indien de van opdrachtgever verkregen informatie klaarblijkelijk zodanige fouten bevat of gebreken vertoont dat hij in strijd met de zorgplicht van een goede opdrachtnemer als bedoeld in BW art. 7:401 zou handelen als hij zonder waarschuwing bij het verrichten van werkzaamheden daartoe zou voortbouwen. Indien opdrachtnemer zijn in de voorgaande volzin vermelde verplichting verzuimd, is hij aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen van zijn verzuim.
14.8 Indien ingevolge deze raamovereenkomst aanspraak wordt gemaakt op enige boete of geldsom anders dan vergoeding van schade of kosten, laat dit het recht om daarnaast volledige vergoeding van schade, kosten en/of nakoming te vorderen onverlet.
14.9 Indien en zodra een derde partij in of buiten rechte de rechtmatigheid van de totstandkoming van deze raamovereenkomst betwist, is opdrachtgever bevoegd de uitvoering van de raamovereenkomst met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk op te schorten. Terstond nadat opdrachtnemer daartoe enig bericht heeft ontvangen, is deze verplicht de uitvoering van de raamovereenkomst met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk op te schorten. Partijen zijn niet verplicht elkaar schade en kosten ten gevolge van dergelijk uitstel, opschorting en onderbreking te vergoeden.
15.1 De opdrachtnemer draagt er zorg voor dat het personeel binnen zijn organisatie en van door hem ingeschakelde derden handelt volgens tenminste de standaard die binnen de kring der beroepsgenoten algemeen aanvaard is en de eisen en voorwaarden als benoemd in deze raamovereenkomst inclusief annexen. Voor opdrachtnemer houdt dit in ieder geval in dat medewerkers op het moment van indiensttreding beschikken over een Verklaring omtrent Gedrag die niet ouder is dan 3 maanden.
15.2 De opdrachtnemer draagt er zorg voor dat personeel wordt opgeleid en bijgeschoold op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden.
15.3 De opdrachtnemer is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het personeel. Indien en voor zover er schade ontstaat dan wel sprake is van gebrekkige dienstverlening wegens minder bekwaam personeel is opdrachtnemer hier direct en rechtstreeks aansprakelijk voor. Alle kosten voor herstel en schade zijn voor rekening van de opdrachtnemer.
16.1 Opdrachtgever is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de (Wet) openbaarheid van bestuur. Nakoming van één of meer van deze verplichtingen houdt in geen geval schending van geheimhouding of vertrouwelijkheid in en geeft evenmin enige grond tot schadevergoeding.
16.2 Partijen zijn gehouden alle van de wederpartij afkomstige informatie en bedrijfsgegevens geheim te houden. Het is partijen verboden deze informatie te verstrekken aan derden.
Artikel 17. Publiciteit en communicatie met Inwoner
17.1 Ten aanzien van het informeren van Inwoner en de publiciteitsmedia inclusief social media voert opdrachtnemer overleg met opdrachtgever. Dit houdt in dat opdrachtnemer geen informatie mag verstrekken aan Xxxxxxx, derden en/of de publiciteitsmedia die verband houdt met de aan opdrachtnemer verleende opdracht door opdrachtgever, zonder instemming van opdrachtgever.
17.2 Wanneer de publiciteitsmedia opdrachtnemer benaderen, dient opdrachtnemer voor beantwoording allereerst contact op te nemen met de woordvoerder van opdrachtgever. Vervolgens maakt opdrachtnemer met hem afspraken over verdere afhandeling van het verzoek van de publiciteitsmedia. Mocht opdrachtnemer de woordvoerder of zijn achtervang niet kunnen bereiken dan dient opdrachtnemer het verzoek te bespreken met de contactpersoon van de betrokken dienst van opdrachtgever.
17.3 Opdrachtnemer staat er voor in, dat zijn personeel en de personen van wie hij zich in verband met deze raamovereenkomst en de uitvoering daarvan bedient, zich onderwerpen aan door opdrachtgever vastgestelde voorwaarden, regelingen en instructies.
Artikel 18. Wijzigingen en aanvullingen
18.1 Wijzigen van deze raamovereenkomst of aanvullingen daarop kunnen uitsluitend schriftelijk tussen opdrachtgever en opdrachtnemers worden overeengekomen.
18.2 Opdrachtgever kan de raamovereenkomst uitbreiden met nieuwe bouwstenen dan wel de inhoud van de bestaande bouwstenen uitbreiden, dan wel de werkwijze qua financiering en declaratie aanpassen, voor zover dit in optiek van de Opdrachtgevers wenselijk dan wel noodzakelijk is voor haar dienstverlening in het Sociale Domein in de breedste zin des woord. Ditzelfde is van toepassing ten aanzien van het beperken/inkrimpen van bestaande bouwstenen dan wel het verwijderen van bouwstenen uit de raamovereenkomst.
18.3 Wanneer binnen de looptijd van deze raamovereenkomst door oorzaken, die zich buiten de invloedsfeer van opdrachtgevers afspelen (bijvoorbeeld maatregelen van de rijksoverheid en daaruit voortvloeiende lokale verordeningen en besluiten)- ook al behoren deze tot het risico van opdrachtgever- er maatregelen moeten worden genomen, die van invloed zijn op deze raamovereenkomst en de daarbij behorende annexen, dan zal deze raamovereenkomst hierop worden aangepast. Opdrachtnemer zal hieraan zijn medewerking verlenen.
18.4 Indien gedurende de looptijd van deze raamovereenkomst de overeengekomen dienstverlening of een deel daarvan door een wijziging in wet- en regelgeving niet meer onder de Wmo valt, eindigt van rechtswege dat deel van deze raamovereenkomst dat betrekking heeft op deze dienstverlening en wel met ingang van de inwerkingtreding van de gewijzigde wet- of regelgeving.
Opdrachtgevers zijn in een dergelijke situatie niet gehouden tot enige (schade)vergoeding.
18.5 Opdrachtgevers behouden zich het recht voor bij wijzigingen van de door de opdrachtgevers gebruikte automatiseringstoepassingen, de formats en instructies voor het aanleveren van de door opdrachtnemer aan te leveren gegevens en facturen, te herzien. Opdrachtnemer zal hieraan zijn medewerking verlenen.
18.6 Wijzigingen van deze raamovereenkomst of aanvullingen daarop worden eerst rechtsgeldig en bindend voor opdrachtgevers en opdrachtnemer nadat zij in de vorm van een, aan deze raamovereenkomst te hechten addendum, door beide rechtsgeldig ondertekend, zijn overeengekomen.
18.7 In het geval van een in lid 1 bedoelde wijziging wordt door opdrachtgever een redelijke overgangstermijn gehanteerd.
18.8 In het geval van een wijziging als bedoeld in lid 1 van dit artikel heeft opdrachtnemer de mogelijkheid om gebruik te maken van zijn recht tot opzegging van de raamovereenkomst met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 8 en artikel 10 van deze raamovereenkomst.
Artikel 19. Toepasselijk recht
19.1 Op de raamovereenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
19.2 Alle geschillen die tussen opdrachtgevers dan wel één opdrachtgever en één of meer opdrachtnemers bestaan zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de rechtbank Noord-Nederland. De vestigingslocatie van de meerderheid van de opdrachtgevers betrokken in het geschil is hierbij leidend.
20.1 Indien één of meerdere bepalingen van deze raamovereenkomst nietig zijn of niet rechtsgeldig worden verklaard, zullen de overige bepalingen van de raamovereenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen die nietig zijn of niet rechtsgeldig zijn verklaard, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen, zodanig dat in zijn geheel de strekking van deze raamovereenkomst behouden blijft.
20.2 Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de raamovereenkomst niet mag verwachten, zullen partijen overleg voeren over de uitvoering van de raamovereenkomst.
20.3 Door ondertekening van deze raamovereenkomst vervallen alle eventueel eerder door Partijen gemaakte mondelinge, dan wel schriftelijke afspraken.
20.4 De voorwaarden van deze raamovereenkomst zijn, voor zover aan de orde, van toepassing op alle aanvullende en gelieerde overeenkomsten alsmede alle (overige) afspraken ter uitvoering van de overeenkomst die tijdens de looptijd van deze raamovereenkomst tussen opdrachtgevers en opdrachtnemer worden gesloten.
20.5 Bepalingen van deze raamovereenkomst die materieel van betekenis blijven nadat de raamovereenkomst is geëindigd, behouden hun betekenis. Partijen kunnen van die bepalingen naleving verlangen.
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend op datum.
Xxx. Xxx Xxxxx, naam,
Teamleider Maatschappelijke Ondersteuning functie,
namens gemeente Coevorden namens naam opdrachtnemer
Of
Mevr. B. Romani
Manager Afdeling Sociaal Domein namens gemeente Borger-Odoorn
Bijlagen:
Bijlage 1: Ondertekend aanmeldformulier
Bijlage 2: Concernverklaring (indien van toepassing) Bijlage 3: Verklaring onderaanneming
Bijlage 4: Kwaliteitsborging Bijlage 5: Nota’s van inlichtingen Bijlage 6: Ondertekend UEA
Bijlage 7: Rapport kostprijsonderzoek Bijlage 8: Samenvatting marktverkenning
I.1 WERKEN MET BOUWSTENEN
Opdrachtgever werkt vanaf 2015 met de zogenaamde bouwstenen (producten) zelfredzaamheid en participatie. Beide bouwstenen zijn onderverdeeld in de hoofdvarianten licht, regulier en zwaar. Deze structuur wil opdrachtgever ook vasthouden bij de nieuw af te sluiten contracten. Daarbij is behoefte aan een nadere indeling van de problematiek en oplossingsrichting bij de Inwoner. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven.
Om te bepalen welke bouwsteen Inwoner nodig heeft, brengt Xxxxxxx werker/consulent in samenspraak met Inwoner precies in kaart wat Inwoner zelf kan en waar Inwoner ondersteuning bij nodig heeft. Hierbij kan advies van opdrachtnemer gevraagd worden. Vervolgens wordt de ondersteuningsbehoefte beschreven en de te behalen resultaten bepaald. Tot slot wordt/worden de bouwsteen/bouwstenen toegekend waarbij de volgende vragen leidend zijn:
• Is er sprake van lichte gedragsproblematiek?
• Is er sprake van complexe gedragsproblematiek?
• Is er sprake van compenseren?
• Is er sprake van lerend compenseren?
Dit betekent niet dat er een ‘herverdeling’ is van de huidige Inwonerpopulatie. Uiteindelijk wordt er nog steeds onderscheid gemaakt in tarieven voor licht, regulier en zwaar (conform de systematiek 2015 – juli 2021). In de praktijk is naar voren gekomen dat de Sociaal werker/consulent het onderscheid tussen licht, regulier en zwaar vooral baseert op het aantal benodigde uren/dagdelen. Hier zijn nu een aantal inhoudelijke vragen aan toegevoegd. Dit sluit beter aan bij de inhoudelijke beoordeling die de Sociaal werker/consulent behoort te maken, namelijk in welke mate de Inwoner nog zelfredzaam is en kan participeren in de maatschappij en hoe deze zelfredzaamheid en participatie vergroot kunnen worden.
Tijdens de voorbereiding van deze inkoopprocedure zijn er nuanceverschillen naar voren gekomen in relatie tot de wijze van werken tussen de gemeente Borger-Odoorn en Coevorden. Dit komt voornamelijk naar voren bij de vraag wie regie op de casus houdt. In Borger-Odoorn is de Sociaal werker/consulent veel meer casusregisseur terwijl de gemeente Coevorden deze verantwoordelijkheid veel meer bij de opdrachtnemer neerlegt. Ondanks geconstateerde verschillen is vast komen te staan dat de overeenkomsten dusdanig zijn dat een gezamenlijke contractering nog steeds passend is. Voor de bouwsteen zelfredzaamheid is besloten om uniforme tarieven te hanteren. Bij de bouwsteen participatie heeft de gemeente Borger-Odoorn een ‘switch’ gemaakt naar p*q financiering (financiering per dagdeel) terwijl de gemeente Coevorden de werkwijze van de afgelopen jaren continueert (periodefinanciering).
Het is mogelijk dat de gemeente Coevorden dan wel de gemeente Borger-Odoorn gedurende de looptijd van de overeenkomst besluit om een switch te maken van p*q naar periodefinanciering of visa versa. Indien dit het geval is, geldt er een minimale overgangstermijn van 12 maanden. Daarnaast wordt hierbij artikel 18 van de raamovereenkomst in acht genomen.
Bij de totstandkoming van de tarieven zijn de uitkomsten van het kostprijsonderzoek als basis genomen. Deze tarieven zijn omgerekend naar tarieven per maand/dagdelen/uren en deze zijn geïndexeerd met de OVA-index van 2021 (zijnde: 3,24%).
I.1.1 LICHTE EN COMPLEXE GEDRAGSPROBLEMATIEK
Hieronder staat een richtlijn aangegeven die meer inzichtelijk maakt wat het onderscheid is tussen deze twee varianten. Er zullen altijd Inwoners zijn die deels onder de ene en deels onder de andere variant vallen. Een vraag die dan vooral beantwoord dient te worden met Inwoner is welke expertise noodzakelijk is om Inwoner optimaal te kunnen begeleiden. Er is sowieso altijd sprake van een stoornis, syndroom of andere ziekte/aandoening die het dagelijks functioneren bemoeilijkt en invloed heeft op het gedrag.
Lichte gedragsproblematiek:
- Inwoner heeft geleerd met zijn/haar beperkingen om te gaan binnen de eigen mogelijkheden (is behandeld en er zijn aanbevelingen voor begeleiding bekend of is nog in behandeling en dit loopt volgens afspraak).
- Inwoner is begeleidingstrouw, kan afspraken nakomen als deze voor hem/haar duidelijk zijn.
- Inwoner is geen gevaar voor zichzelf of voor anderen.
- Inwoner kan redelijk goed (of met aansporing van een ander) voor zichzelf en zijn omgeving zorgen.
- Medicatie wordt trouw ingenomen en wordt niet zomaar op eigen initiatief gestopt.
- Inwoner kan in een (grotere) groep functioneren als begeleiding aanwezig is.
- Inwoner mijdt conflicten of kan makkelijk afgeremd worden door een begeleider als hij/zij een conflict heeft.
- Inwoner kan zijn/haar emotie reguleren (met uitzondering van onverwachte stressvolle gebeurtenissen) of een emotionele bui duurt kort.
- Inwoner kan een hulpvraag uitstellen en is in gedrag ‘berekenbaar’.
- Inwoner kan in ‘zijn/haar eigen wereld’ leven maar kan met de juiste benadering
prima communiceren en is zich bewust van zijn/haar omgeving waarin hij/zij leeft.
- Inwoner heeft een sociaal netwerk of red zich voldoende met een beperkt sociaal netwerk.
- Inwoner is (eventueel met aansporing) gemotiveerd om zorg te ontvangen.
Complexe gedragsproblematiek:
- Inwoner kan een gevaar voor zichzelf en/of anderen zijn of is dit in het verleden geweest. Inwoner is hierin nog steeds instabiel/ kwetsbaar.
- Inwoner verwaarloosd zichzelf of zijn omgeving (stelselmatig).
- Inwoner kan zijn emotie niet (altijd) goed reguleren.
- Inwoner heeft de behandeling niet met succes kunnen doorlopen; de behandeling sloeg niet of minimaal aan en/of de Inwoner is zelf afgehaakt.
- Inwoner kan alleen in kleine groepen met voldoende begeleiding functioneren.
- Inwoner heeft snel conflicten, kan daarbij erg boos worden en zijn/haar emoties niet goed beheersen.
- Inwoner kan slecht tegen autoriteit: toon en woordgebruik beïnvloeden heel snel of Inwoner open staat voor feedback (of niet).
- Inwoner kan erg dwingend zijn in zijn/haar hulpvraag. Het gedrag kan onberekenbaar zijn.
- Inwoner ziet alles somber in, zit vast in zijn/haar eigen wereld of is zich niet meer bewust van de wereld om zich heen. Communiceren is mogelijk maar alleen op de manier die volledig aansluit bij Inwoner of is vrijwel niet meer mogelijk.
- Inwoner heeft een beperkt (of geen) sociaal netwerk meer (door slechte ervaringen zijn relaties vaak verbroken).
- Inwoner is (regelmatig) zorgmijdend.
I.1.2 COMPENSEREN
Bij compenseren worden de taken uit handen van Inwoner genomen om te voorkomen dat er op (lange) termijn problemen ontstaan of om grote problemen op (lange) termijn te verminderen. Compenseren gebeurt wanneer vast is komen te staan dat Inwoner niet meer in staat is om vaardigheden aan te leren. Bij lichte gedragsproblematiek vraagt dit minder expertise dan bij complexe gedragsproblematiek.
I.1.3 LEREND COMPENSEREN
Bij lerend compenseren wordt Inwoner (nieuwe) vaardigheden aangeleerd. Hierbij is methodisch werken en een helikopterview noodzakelijk. Dit vraagt om andersoortige expertise en een systeemgerichte aanpak.
I.1.4 COMPLEXITEIT VERSUS URENINZET
Een hogere mate van complexiteit betekent niet altijd dat er standaard meer uren nodig zijn. Het kan best zijn dat er bij een casus met hoge complexiteit minder uren zijn vereist maar wel meer expertise of juist andersom.
I.2 BOUWSTEEN ZELFREDZAAMHEID
De ondersteuning op deze bouwsteen heeft betrekking op het verbeteren van zelfredzaamheid, met name op het gebied van:
• Huishouden organiseren; zelfstandig huishoudelijke taken uitvoeren, inkopen doen, koken, administratie en financiën kunnen bijhouden (ADL). Als de zelfredzaamheid voldoende gecompenseerd kan worden met de inzet van het product ‘huishoudelijke hulp’ of ‘hulp bij ontregeld huishouden’ dan is dat voorliggen.
• Sociaal netwerk; daadwerkelijk opzetten en/of uitbreiden en/of continueren van het sociaal netwerk
• Gedrag; spiegelen en reflecteren van gedrag waardoor inzicht wordt verkregen in het eigen gedrag met als doel het eigen gedrag leren te beïnvloeden en communicatie met anderen te verbeteren. Continueren van aangeleerd gedrag.
• Weekstructuur en ritme aanbrengen; leren plannen en een dagindeling kunnen maken en nakomen. Continueren van aangeleerde vaardigheden.
Binnen deze bouwsteen gaat het er eenvoudig gezegd om dat Inwoner in staat is om zijn leven op orde te krijgen dan wel te houden en om goede sociale relaties te hebben binnen en buiten het eigen huishouden. De ondersteuning heeft dan ook tot doel om dit te realiseren.
Bij deze ondersteuning geldt dat de opdrachtnemer deze ondersteuning in samenspraak met Inwoner verleent. Opdrachtnemer mag de ondersteuning naar eigen inzicht inrichten, mits de ondersteuning voldoet aan de wensen van de Inwoner, leidt tot het behalen van het gewenste resultaat en past bij de leidende principes van de opdrachtgever.
De bouwsteen zelfredzaamheid is onderverdeeld in 3 hoofdvarianten, namelijk zelfredzaamheid licht, regulier en zwaar.
I.2.1 ZELFREDZAAMHEID LICHT
De bouwsteen zelfredzaamheid licht richt zich met name op Inwoners die lichte gedragsproblematiek hebben maar zichzelf thuis qua zelfredzaamheid niet meer kunnen redden. Deze Inwoners hebben veelal langdurig ondersteuning nodig, waarbij taken vooral overgenomen moeten worden om zodoende zelfstandig te kunnen functioneren in de
thuissituatie en te participeren in de samenleving. Er kan sprake zijn van meervoudige problematiek maar er is geen sprake van een ernstig ontregelde situatie of dreiging daartoe. Bij deze bouwsteen gaat het voornamelijk om compenseren. De medewerkers mogen in samenwerking met Inwoner taken van Inwoner (deels) overnemen (compenseren). Hierbij valt te denken aan samen met Xxxxxxx bellen naar een instantie, samen de kamer opruimen, alle post verzamelen en samen open maken en hier eventueel actie op ondernemen. Zo wordt de uitvoering van de taak geborgd en ontstaan er op (lange) termijn geen problemen doordat dit is nagelaten door Inwoner. Sociaal werker/consulent beoordeelt voordat de indicatie wordt afgegeven of hier geen passende voorliggende voorzieningen voor zijn of iemand uit het netwerk beschikbaar is om te kunnen ondersteunen. Deze ondersteuning wordt geboden door een professional met minimaal MBO-3 niveau.
Volume
De bouwsteen zelfredzaamheid licht is qua ureninzet onder te verdelen in zelfredzaamheid licht basis en zelfredzaamheid licht plus. Bij zelfredzaamheid licht basis gaan we uit van een ondersteuningsbehoefte tot en met 2 uur per week. Bij zelfredzaamheid licht plus gaan we uit van een ondersteuning van meer dan 2 uur per week. De bouwstenen zelfredzaamheid licht basis en zelfredzaamheid licht plus hebben verschillende tarieven.
I.2.2 ZELFREDZAAMHEID REGULIER
De bouwsteen zelfredzaamheid regulier is onder te verdelen in zelfredzaamheid regulier compenserend en zelfredzaamheid regulier lerend compenserend.
Zelfredzaamheid regulier: compenserend
Het gaat hier om Inwoners met complexe gedragsproblematiek die voornamelijk gecompenseerd moeten worden. Deze Inwoners hebben ondersteuning nodig om zodoende zelfstandig te kunnen functioneren in de thuissituatie en te participeren in de samenleving. Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn medewerkers nodig op minimaal Mbo-niveau 4. Het opleidingsniveau is hier anders dan bij ‘licht’ omdat de medewerker meer vaardigheden en expertise nodig heeft om goed bij Inwoner aan te kunnen sluiten, vertrouwen op te bouwen en met Inwoner tot een samenwerkingsrelatie te komen. Supervisie van een medewerker op Hbo-niveau is noodzakelijk. Onder supervisie wordt verstaan:
- Minimaal 2 keer per jaar de situatie van de Inwoner doorspreken.
- Goedkeuren van het Uitvoeringsplan.
- Beschikbaarheid voor tussentijdse casuïstiekbespreking (als hier behoefte aan is).
Zelfredzaamheid regulier: lerend compenserend
Het gaat hier om Inwoners met lichte gedragsproblematiek die voornamelijk vaardigheden aangeleerd moeten worden. Deze Inwoners hebben ondersteuning nodig om zodoende zelfstandig te kunnen functioneren in de thuissituatie en te participeren in de samenleving. Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn medewerkers nodig op minimaal Mbo- niveau 4. Het is noodzakelijk om middels een methodische manier van werken het juiste resultaat te behalen. In bepaalde gevallen kan het noodzakelijk zijn om middels een methodische manier van werken het juiste resultaat te behalen. Het gaat hier dan vooral om het aanleren en/ of inslijten van vaardigheden. Supervisie van een medewerker op Hbo-niveau is noodzakelijk. Onder supervisie wordt verstaan:
- Minimaal 2 keer per jaar de situatie van de Inwoner doorspreken.
- Goedkeuren van het Uitvoeringsplan.
- Beschikbaarheid voor tussentijdse casuïstiekbespreking (als hier behoefte aan is).
De Hbo-professional bewaakt de voortgang op de te behalen doelen.
Volume
Bij zelfredzaamheid regulier basis gaan we uit van een ondersteuningsbehoefte tot en met 2 uur per week. Bij zelfredzaamheid regulier plus gaan we uit van een ondersteuning van meer dan 2 uur per week.
I.2.3 ZELFREDZAAMHEID ZWAAR
De bouwsteen zelfredzaamheid zwaar richt zich op Inwoners met complexe gedragsproblematiek die vaardigheden aangeleerd moeten worden.
Deze bouwsteen is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid en aanleren van vaardigheden daar waar dit specialistische kennis (expertise) van de opdrachtnemer vraagt. De complexiteit van het gedrag van Xxxxxxx vraagt een nog hoger niveau van vaardigheden in zowel de omgang met Inwoner als in de methodische manier van werken om aan de gestelde doelen te kunnen werken.
Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn medewerkers nodig op minimaal Hbo- niveau. De HBO- professional werkt onder supervisie van een gedragswetenschapper die de organisatie beschikbaar heeft (intern of extern) om de medewerker te kunnen adviseren over de methodische werkwijze. Én hoe om te gaan met het gedrag van de klant (houding/ benadering). Onder supervisie wordt verstaan:
- Minimaal 2 keer per jaar de situatie van de Inwoner doorspreken.
- Goedkeuren van het Uitvoeringsplan.
- Beschikbaarheid zijn voor tussentijdse casuïstiekbespreking (als hier behoefte aan is). De gedragswetenschapper bewaakt de voortgang op de te behalen doelen.
I.2.4 OVERZICHT PRODUCTEN BOUWSTEEN ZELFREDZAAMHEID
Lichte gedragsproblematiek | Complexe gedragsproblematiek | |
Compenseren | Licht basis (≤2 uur per week) Licht plus (>2 uur per week) (niveau: Mbo 3) | Regulier basis (≤2 uur per week) Regulier plus (>2 uur per week) (niveau: Mbo4 + supervisie Hbo-er) |
Lerend compenseren | Regulier basis (≤2 uur per week) Regulier plus (>2 uur per week) (niveau: Mbo4 + supervisie Hbo-er) | Zwaar (niveau: Hbo + supervisie gedragswetenschapper mogelijk) |
I.3 BOUWSTEEN PARTICIPATIE
Meedoen in de maatschappij kan door middel van (vrijwilligers)werk, door deelname aan een club, vereniging of georganiseerde activiteiten, maar bijvoorbeeld ook door (beschut te) werken of een re-integratietraject. Dit is in principe voorliggend op dagbesteding (participatie) als de Inwoner daarmee voldoende kan meedoen in de maatschappij (eventueel ondersteund met individuele begeleiding). Voor Inwoners die dit door belemmeringen niet kunnen, of hier aanvulling op nodig hebben, zijn vormen van dagbesteding binnen de Wmo mogelijk. Idealistisch gezien worden deze vormen van dagbesteding zoveel mogelijk uitgevoerd bij of gekoppeld aan (lokale) bedrijven en organisaties. Of wordt er aansluiting gezocht bij lokaal georganiseerde activiteiten. Naarmate de belemmeringen van de Inwoner groter zijn, kan de behoefte naar een meer beschermde omgeving voor dagbesteding toenemen. De ondersteuning op dit domein
heeft tot doel dat Inwoner kan participeren en daarmee een goede en zinvolle invulling van de dag heeft. Bijkomende resultaat is dat eventuele mantelzorgers worden ontlast.
De ondersteuning binnen de bouwsteen participatie heeft betrekking op het mogelijk maken en continueren van maatschappelijke deelname. Doelen zullen vooral gericht zijn op:
• In beweging komen; de dagbesteding zorgt ervoor dat Xxxxxxx (weer) gemotiveerd raakt om iets te doen en/of uit huis te komen.
• Inwoner (weer) regie en verantwoordelijkheid (proberen te) laten nemen over zijn/haar daginvulling; interesses ontdekken en daar steeds zelfstandiger mee bezig zijn.
• Bieden van ontwikkelingsmogelijkheden of toewerken naar ontwikkelingsperspectief op (lange) termijn.
• Vergroten van het positief zelfbeeld; door de kennis en kunde van Inwoner in te zetten tijdens de dagbesteding ervaart Inwoner (weer) dat hij/zij van betekenis kan zijn.
• Mogelijkheid tot interactie met anderen (ontmoeting) en mogelijkheid tot opbouw sociaal netwerk.
• Het realiseren van structuur (houvast) in het dagelijks leven.
De bouwsteen participatie is onderverdeeld in 3 hoofdvarianten, namelijk participatie licht, regulier en zwaar.
Opdrachtnemer die de dagbesteding biedt, mag deze binnen het specifieke product naar eigen inzicht vormgeven, zolang de ondersteuning past bij de wensen van de Inwoner, leidt tot het gewenste resultaat en past bij de leidende principes van de gemeenten.
I.3.1 TOELICHTING ONDERSTEUNINGSMOGELIJKHEDEN BOUWSTEEN
De bouwsteen participatie richt zich op Inwoner die (zeer) beperkt zelfredzaam zijn maar wel (sociaal) vaardig genoeg zijn om in een groep aanwezig te kunnen zijn en aan activiteiten (die wel individueel uitgevoerd mogen worden) deel te kunnen nemen. De oorzaak voor het niet meer zelfstandig kunnen deelnemen aan de maatschappij komt voort uit een diversiteit aan medische, psychische, lichamelijke of somatische beperkingen of een combinatie daarvan. De bouwsteen participatie is opgesplitst in licht, regulier en zwaar. Hierbij is leidend of Inwoner nog in staat is zich te ontwikkelen en de mate waarin Inwoner door zijn/haar beperkingen kan functioneren in een groep. Deze factoren beïnvloeden de groepsgrootte, benodigde expertise (op de groep), type activiteiten en de mate waarin er methodisch gewerkt dient te worden.
De doelgroep die op termijn niet meer in staat zal zijn zich te ontwikkelen, leven en functioneren op het voor hen hoogst haalbare niveau. Dat vinden zij, hun omgeving en de betrokken hulpverleners of specialisten. Een voorbeeld hiervan zijn dementerende ouderen. Voor hen is het belangrijk dat zij overdag bezig kunnen zijn (recreëren), daarbij een stukje ‘kwaliteit van leven’ ervaren en passend bij hun mogelijkheden activiteiten kunnen uitvoeren.
Daarnaast is er een doelgroep waarbij niet uit te sluiten valt dat zij in de toekomst zich zouden kunnen ontwikkelen. Zij zullen door omstandigheden in het ‘hier en nu’ misschien niet in staat zijn om zich te ontwikkelen maar er zijn duidelijke aanwijzingen dat dit met behulp van de juiste ondersteuning wel weer zou kunnen. Bijvoorbeeld mensen die een zware (GGZ) behandeling ondergaan. Deze groep is het meest gebaat bij een plek waar zij op een methodische manier, in hun eigen tempo, kunnen starten met hun persoonlijke ontwikkeling en uitvoering van activiteiten. Deze activiteiten kunnen worden uitgebreid en/of het niveau kan worden verhoogd als die behoefte/motivatie en mogelijkheid
ontstaat. Er kan gedifferentieerd worden in de mate waarin zelfstandig of juist samengewerkt wordt en er is per persoon een duidelijk plan waarin beschreven staat hoe dit uitgevoerd wordt.
I.3.2 PARTICIPATIE LICHT
De bouwsteen participatie licht richt zich op Inwoners die lichte gedragsproblematiek hebben en die gecompenseerd moeten worden. Het gaat bij deze Inwoners om behoud van vaardigheden, daginvulling (recreëren), voorkomen van sociaal isolement en ontlasten van de mantelzorger(s). De activiteiten passen bij de mogelijkheden van de Inwoner. Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn medewerkers nodig op minimaal Mbo-niveau 3.
Volume (geldend voor Coevorden)
De bouwsteen participatie licht is qua dagdeelinzet onder te verdelen in participatie licht basis en participatie licht plus. Bij participatie licht basis gaan we uit van een ondersteuningsbehoefte tot en met 2 dagdelen per week. Bij participatie licht plus gaan we uit van een ondersteuning van meer dan 2 dagdelen per week. De bouwstenen participatie licht basis en participatie licht plus hebben verschillende tarieven.
I.3.3 PARTICIPATIE REGULIER
De bouwsteen participatie regulier is onder te verdelen in participatie regulier compenserend en participatie regulier lerend compenserend.
Participatie regulier: compenserend
Het gaat hier om Inwoners met complexe gedragsproblematiek die gecompenseerd moeten worden. Bij deze Inwoners gaat het om behoud van vaardigheden, daginvulling (recreëren), voorkomen van sociaal isolement en ontlasten van de mantelzorger(s). De activiteiten passen bij de mogelijkheden van Inwoner.
Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn begeleiders nodig op minimaal Mbo-niveau
3 onder supervisie van een begeleider op Mbo-niveau 4. Het opleidingsniveau is hier anders dan bij ‘licht’ omdat de medewerker door de gedragsproblematiek van de Inwoner meer vaardigheden en expertise nodig heeft om goed bij Inwoner aan te kunnen sluiten, vertrouwen op te bouwen en met Inwoner tot een samenwerkingsrelatie te komen. Onder supervisie wordt verstaan:
- Minimaal 2 keer per jaar de situatie van de Inwoner doorspreken.
- Goedkeuren van het Uitvoeringsplan.
Participatie regulier: lerend compenserend
Hier gaat het om Inwoner met lichte gedragsproblematiek waarvan de vaardigheden die ze hebben, uitgebreid worden en, indien mogelijk, nieuwe vaardigheden aangeleerd worden. De ondersteuning is gericht op persoonlijke ontwikkeling en uitvoering van activiteiten passend bij het niveau en tempo van Inwoner. Het uiteindelijke doel is om Inwoner dusdanig te laten ontwikkelen dat hij/zij voldoende vaardigheden heeft om te kunnen starten met de lichtste vorm van re-integratie die in de gemeente beschikbaar is. Om deze ondersteuning te kunnen bieden, zijn begeleiders nodig op minimaal Mbo-niveau 3 onder supervisie van een begeleider op Mbo-niveau 4. De supervisie is noodzakelijk omdat een methodische manier van werken vereist is om aan de gestelde doelen te kunnen werken.
Volume (geldend voor Coevorden)
De bouwsteen participatie regulier is qua dagdeelinzet onder te verdelen in participatie regulier basis en participatie regulier plus. Bij participatie regulier basis gaan we uit van een ondersteuningsbehoefte tot en met 2 dagdelen per week. Bij participatie regulier plus gaan we uit van een ondersteuning van meer dan 2 dagdelen per week. De bouwstenen participatie regulier basis en participatie regulier plus hebben verschillende tarieven.
I.3.4 PARTICIPATIE ZWAAR
Bij deze bouwsteen gaat het om Inwoners met complexe gedragsproblematiek waarvan de vaardigheden die ze hebben, uitgebreid worden en, indien mogelijk, nieuwe vaardigheden aangeleerd worden. De ondersteuning is gericht op persoonlijke ontwikkeling en uitvoering van activiteiten passend bij het niveau en tempo van Inwoner. Het uiteindelijke doel is om Inwoner dusdanig te laten ontwikkelen dat hij/zij voldoende vaardigheden heeft om te kunnen starten met de lichtste vorm van re-integratie die in de gemeente beschikbaar is of de dagbesteding die naast een re-integratietraject plaatsvindt langzaam te kunnen afbouwen. Dit vraagt om een methodische manier van werken. De expertise die nodig is bij deze vorm van dagbesteding is het meest uitgebreid. De complexiteit van het gedrag van Xxxxxxx vraagt een nog hoger niveau van vaardigheden in zowel de omgang met Inwoner als in de methodische manier van werken om aan de gestelde doelen te kunnen werken.
Om deze ondersteuning te kunnen bieden is een medewerker op Hbo-niveau verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze Inwoners in een groep. Hij/zij geeft akkoord op de groepsplannen en biedt de groepsbegeleiding zelf als het merendeel van de Inwoners in de groep participatie- zwaar als zorg hebben. Een verdeling van taken en begeleiding tussen de Hbo-professional en Mbo-4 professional (naar eigen inzicht) mag als het merendeel van de Inwoners in de groep geen participatie- zwaar ontvangen.
I.3.5 OVERZICHT PRODUCTEN BOUWSTEEN PARTICIPATIE
Tabel Borger-Odoorn
Lichte gedragsproblematiek | Complexe gedragsproblematiek | |
Compenseren | Licht (niveau: Mbo 3) | Regulier (niveau: Mbo 3 onder supervisie van Mbo 4) |
Lerend compenseren | Regulier (niveau: Mbo 3 onder supervisie van Mbo 4) | Zwaar (niveau: Vaste groep zwaar: Hbo Gemengde groep: HBO + Mbo 4) |
Tabel Coevorden
Lichte gedragsproblematiek | Complexe gedragsproblematiek | |
Compenseren | Licht basis (≤2 dagdelen per week) Licht plus (>2 dagdelen per week) (niveau: Mbo 3) | Regulier basis (≤2 dagdelen per week) Regulier plus (>2 dagdelen per week) (niveau: Mbo 3 onder supervisie van Mbo 4) |
Lerend compenseren | Regulier basis (≤2 dagdelen per week) Regulier plus (>2 dagdelen per week) (niveau: Mbo 3 onder supervisie van Mbo 4) | Zwaar (niveau: Vaste groep zwaar: Hbo Gemengde groep: HBO + Mbo 4) |
I.3.6 VERVOER
Het vervoer maakt onderdeel uit van deze bouwsteen (zowel licht, regulier als zwaar). Hierbij dient opgemerkt te worden. dat de Inwoner en zijn omgeving zelf ook een verantwoordelijkheid hebben om vervoer te organiseren (eigen kracht). Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van OV(-kaart), georganiseerd vrijwilligers vervoer, carpoolen met een andere Inwoner , fietsen, enz. Daar waar het zelforganiserend vermogen van de Inwoner/omgeving ontbreekt, is opdrachtgever verantwoordelijk voor het vervoer.
I.4 RESULTAAT LEIDEND
Zoals eerder aangegeven is bij de toekenning van een of meerdere bouwstenen het te behalen resultaat leidend. Opdrachtnemer mag naar eigen inzicht de ondersteuning vormgeven, zolang de ondersteuning past bij de wensen van Inwoner, leidt tot het gewenste resultaat en past bij de leidende principes van opdrachtgever.
Bij de afgegeven indicaties waar sprake is van lerend compenseren zal door de Sociaal werker/consulent extra toegezien worden op de te bereiken resultaten. De indicatie kan door de Sociaal werker/consulent worden omgezet naar een passender product, indien:
• de Sociaal werker/consulent tot de conclusie komt dat doelen niet volledig bereikt zijn;
• én de Xxxxxxx werker/consulent stelt vast dat dit wel bereikt had kunnen worden als de ureninzet gedurende het traject was verhoogd;
• én dit is aangegeven bij de zorgaanbieder tijdens een tussenevaluatie;
• én de zorgaanbieder heeft hier geen gehoor aan gegeven.
De indicatie kan tevens door de Sociaal werker/consulent worden omgezet naar een passender product indien de Inwoner toch niet in staat is zich te ontwikkelen. Afhankelijk van de individuele situatie betekent dit dat er een verschuiving van ‘lerend- compenseren’ naar ondersteuning alleen gericht op ‘compenseren’ kan plaatsvinden.
Daarnaast wordt van opdrachtnemer verwacht dat als zij zelf merkt dat Inwoner voldoende vaardigheden heeft om door te stromen naar een minder zware vorm van zorg, zij contact zoekt met de Sociaal werker/consulent om dit te organiseren. Andersom; als een Inwoner bijvoorbeeld in de zwaarste categorie van zorg is ingedeeld en daar hele goede resultaten behaald, dan mag de sociaal werken besluiten de Inwoner die indicatie nog een periode
toe te kennen om de stijgende lijn te kunnen blijven voortzetten. Kortom, op deze manier proberen opdrachtnemer en Sociaal werker/consulent samen om het behalen van resultaten zo goed mogelijk te faciliteren.
ANNEX II UITVOERINGSVOORWAARDEN
I.5 ALGEMENE KADERS
I.5.1 WET- EN REGELGEVING
Opdrachtnemer houdt zich onverkort aan de voor haar toepasselijke vigerende wet- en regelgeving zoals:
• De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
• De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet; Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG);
• Gemeentelijke verordeningen en bijbehorende nadere regels.
I.5.2 GOVERNANCECODE ZORG
Met de Governancecode Zorg 2017 volgen zorgorganisaties zeven principes die breed gedragen zijn in de hele sector. De code is een instrument om de governance zo in te richten dat die bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van de maatschappelijke doelstelling van zorgorganisaties en het maatschappelijk vertrouwen.
Zie voor de Governance Zorgcode annex IX.
I.5.3 LEIDENDE PRINCIPES
De ontwikkelingen die met de decentralisaties in 2015 in gang zijn gezet, zijn sterk bepalend voor de gemeentelijke koers binnen het sociaal domein. In 2017 is in beide gemeenten een beleidsplan voor het sociaal domein vastgesteld. In beide beleidsplannen ligt veel nadruk op de eigen verantwoordelijkheid en het mee doen aan de samenleving van de inwoners zelf al niet met (enige) ondersteuning. Deze beleidskeuzes hebben geleid tot zeven leidende principes voor deze procedure.
I.5.3.1. POLITIEKE LOKALE WERKELIJKHEID
De inkoop van de Wmo-maatwerkvoorzieningen wordt vanuit de inhoud benaderd. Desondanks zijn de financiën een invloedrijke prikkel om op inhoud verandering te bereiken. De verwachting is dat de beschikbare rijksmiddelen niet toereikend zijn. Dat vraagt dus om alternatieve oplossingen, zodat budget en zorgvraag op elkaar afgestemd zijn. Hierbij is er voortdurend aandacht dat de inhoud leidend blijft en niet de financiën.
Er is oog voor de eigen politieke context in de beide gemeenten, zonder daarbij de gezamenlijkheid uit het oog te verliezen.
Een gedeelde doelstelling uit de bestuursprogramma’s van beide gemeenten is:
“Inwoners mee laten doen in de samenleving vanuit een eigen verantwoordelijkheid en te ondersteunen waar dat echt nodig is. “
I.5.3.2. NORMALISERING
Inwoners worden gestimuleerd eigen verantwoordelijkheid te nemen voor hun dagelijks leven. Waar dat echt niet lukt, worden aanvullende acties ondernomen door bijvoorbeeld een medewerker van het sociaal team en/of de Wmo-consulent, om dit alsnog (zoveel mogelijk) te realiseren. Er is dan eerst een gesprek met de inwoner(s) of de noodzakelijke ondersteuning en zorg door mensen uit de eigen omgeving geboden kan worden. Als dat niet mogelijk is, wordt gekeken welke ondersteuning door een algemene voorziening mogelijk is. Deze voorzieningen zijn vrij toegankelijk al dan niet tegen een kleine onkostenvergoeding.
Als deze ondersteuning niet toereikend is, wordt een maatwerkvoorziening ingezet. Samen met de inwoner wordt gekeken welke ondersteuning het best passend is. Als een maatwerkvoorziening is toegekend, is dit voor een bepaalde periode. Voor het einde van deze periode wordt samen met de inwoner en de opdrachtnemer gekeken welke ondersteuning en zorg nog nodig is. Het uitgangspunt is dat de maatwerkvoorziening tijdelijk is, tenzij. Op basis van de ondersteuningsvraag wordt gekeken wat door een algemene voorziening geboden kan worden en/of het eigen netwerk.
I.5.3.3. KWALITEIT
In 2017 is het eerste Drents Kwaliteitskader sociaal domein opgesteld dat als basis is gebruikt voor kwaliteitsmanagement bij het maken van afspraken met aanbieders van ondersteuning Wmo en Jeugdwet. In de afgelopen jaren is er geëvalueerd en zijn er aanpassingen gedaan. Dit heeft geresulteerd in een Drents Kwaliteitskader sociaal domein 2019. Het uitgangspunt van het kwaliteitskader is het concept ‘verantwoorde hulp’, dat gebaseerd is op de doelen uit de Kwaliteitswet zorginstellingen. Het kader stimuleert verbetermanagement bij zorgaanbieders en gemeenten doordat onder andere gezamenlijk blijk wordt gegeven van risicobewustzijn en het inzetten van risicoanalyses op de criteria. In de (jaarlijkse) accountgesprekken met de zorgaanbieders en bij het uitvoeren van het onafhankelijk kwaliteitsonderzoek in het kader van de toezicht op de Wmo is het Drents Kwaliteitskader sociaal domein 2019 het uitgangspunt. Daarnaast is er aandacht op welke manier elke zorgaanbieder zelf aandacht heeft voor de kwaliteit en de borging daarvan.
Deze gesprekken zijn onderdeel van de invulling van het zakelijk opdrachtgeverschap.
I.5.3.4. ZAKELIJK OPDRACHTGEVERSCHAP
Gemeenten en zorgaanbieders zijn samen aan zet om ondersteuning en zorg voor de inwoners die het betreft goed te organiseren. Hiervoor worden partners geselecteerd en wordt zakelijk contractmanagement gevoerd, waarbij oog is voor ieders belangen en de gezamenlijke doelstellingen. Om de ondersteuning en de zorg te bieden die passend is bij de vragen, met als uitgangspunt normalisering, en grip te houden op de financiën is samenwerking cruciaal. Dit vraagt dat zorgaanbieders voor een langere termijn zekerheid en ruimte wordt geboden om te investeren. Er is daarnaast oog voor continuïteit en duurzaamheid. Dit vraagt van zorgaanbieders serieus commitment en de bereidheid om in gezamenlijkheid met de opdrachtgevers kritisch naar het eigen aanbod aan ondersteuning en zorg te kijken en of dit aanbod passend is dan wel er aanpassingen nodig zijn. Hiervoor is blijvend aandacht in de (jaarlijkse) accountgesprekken en wordt gemonitord.
I.5.3.5. KEUZEVRIJHEID MET OOG VOOR HET ZORGLANDSCHAP
De wens is er om keuzevrijheid te bieden aan de inwoners, zodat zij de zorgaanbieder kunnen kiezen die het beste past bij bijvoorbeeld hun levensovertuiging of culturele achtergrond. Een zorgaanbieder kan alleen worden toegelaten tot het zorglandschap als voldaan wordt aan de (wettelijke) eisen op het gebied van kennis en kwaliteit.
Daarnaast is er de wens voor diversiteit in het aanbod en continuïteit, maar niet onbegrensd. Tegelijkertijd is er bij de opdrachtgevers de behoefte aan een beheersbaar aantal contractpartners, waarbij zakelijk en inhoudelijk contractmanagement mogelijk is.
I.5.3.6. INNOVATIE IS EEN VEREISTE
Innovatie is noodzakelijk om op de lange termijn kwalitatief goede en bereikbare Wmo- maatwerkvoorzieningen te kunnen blijven bieden. Samen met (nieuwe) aanbieders wordt gekeken wat er mogelijk is om innovatief aanbod te realiseren en hiermee te experimenteren. Naast innovatief aanbod binnen de Wmo is samenhang met alle andere terreinen binnen het sociaal domein noodzakelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: schuldhulpverlening, leefstijl en meedoen in het kader van de Participatiewet. Het uitgangspunt is daarbij dat het ten goede komt aan de inwoners.
Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om in het kader van pilots een deel van de dienstverlening buiten de raamovereenkomst te houden en tijdens de looptijd van de raamovereenkomst aan één of meer derden te gunnen. De omvang van deze pilots bedraagt naar schatting maximaal 10% van de jaarlijkse omvang (in geldswaarde) op gemeenteniveau van het totale beschikbare budget Wmo voor de maatwerkvoorziening, zoals bedoeld in deze opdracht. De bij de pilots betrokken organisaties dienen met elkaar samen te werken. De opdrachtgever behoudt zich ter zake, maar ook ten aanzien van de precieze inhoud van de pilots, de in dat kader te verlenen diensten, de bijbehorende locaties enzovoorts uitdrukkelijk alle rechten voor.
Transformatie
Onder de Wmo 2015 hebben gemeenten feitelijk twee doelstellingen te bereiken, namelijk het vergroten van de Zelfredzaamheid van haar inwoners, zodat zij zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen, en het vergroten van de Participatie van haar inwoners, zodat zij zoveel mogelijk deel kunnen nemen aan het maatschappelijk leven.
De opdrachtgever heeft dit onder andere verwoord in de leidende principes en stuurt hierop door waar mogelijk gebruik te maken van de eigen kracht van de Inwoner aangevuld met ondersteuning vanuit de eigen omgeving (bijvoorbeeld mantelzorg en/of Informele zorg), algemene voorzieningen en, indien nodig, door opdrachtgever gecontracteerde maatwerkvoorzieningen.
Deze werkwijze vraagt om transformatie. Het gaat hierbij niet alleen om een veranderend gedachtegoed bij de gemeenten, de zorgaanbieders en Inwoner, maar ook om het creëren en opzetten van innovatieve en vernieuwende werkwijzen.
Om deze reden verwachten de opdrachtgevers van haar opdrachtnemers om in samenwerking meer in te zetten op het gebruik van onder andere Informele zorg en de algemene voorzieningen. Daarnaast worden de aanbieders gestimuleerd om al dan niet in gezamenlijkheid, ook met algemene voorzieningen, preventieprogramma’s te ontwikkelen en deze actief aan te bieden aan de inwoners van de gemeenten.
Om deze reden verwacht opdrachtgever van aanbieder een proactieve houding om algemene voorzieningen en preventieprogramma’s te ontwikkelen en deze actief aan te bieden aan Inwoner van opdrachtgever. Proactieve kennisdeling, samenwerking en afstemming met informele organisaties is hierbij noodzakelijk.
Opdrachtnemers zijn verplicht deel te nemen aan de door opdrachtgever georganiseerde overleggen in het kader van de doorontwikkeling van de transformatie en gemaakte afspraken over de doorontwikkeling na te komen.
I.5.4 UITGANGSPUNTEN BIJ HET INZETTEN VAN ONDERSTEUNING
Bij het inzetten van ondersteuning gaan we uit van de leidende principes en gelden de onderstaande algemene uitgangspunten:
- Realiseren van zoveel mogelijk integrale begeleiding.
- Waar mogelijk realiseren van afschaling, dat wil zeggen overgang naar een lichtere vorm van ondersteuning zodra dit verantwoord is.
- Aanbieder maakt zoveel mogelijk gebruik van algemene/voorliggende voorzieningen om de inzet van gecontracteerde ondersteuning zoveel mogelijk te beperken (Wmo is het laatste vangnet).
- Aanbieder maakt gebruik van de eigen kracht van Xxxxxxx, de ouders en/of de mantelzorgers en probeert deze eigen kracht zo veel mogelijk te bevorderen (wat kan iemand wel ondanks zijn beperkingen).Aanbieder hanteert een systematische aanpak en zet in op de versterking van het netwerk rondom Inwoner.
I.6 KWALITEIT ALGEMEEN
I.6.1 FACILITEREN OPDRACHTGEVER
Opdrachtnemer werkt mee aan tevredenheidsonderzoeken van de opdrachtgever onder haar Inwoner zoals de Wmo dit onderzoek aan opdrachtgever opdraagt uit te voeren.
Opdrachtnemer gaat ermee akkoord dat opdrachtgever de uitkomsten van bovenstaande onderzoeken mag publiceren dan wel aan Inwoner ter beschikking kan stellen bij het maken van een keuze voor één van de zorgaanbieders. Informatievoorziening Opdrachtnemer zorgt voor juiste, actuele informatie over het Wmo-aanbod voor Inwoner (en opdrachtgever). Opdrachtnemer sluit daarbij zo veel mogelijk aan bij Inwoner – en streeft ernaar informatie laagdrempelig en op het niveau van Inwoner aan te bieden. Dit kan via een website en/of informatie op papier. Op verzoek van Xxxxxxx (bijvoorbeeld als Inwoner geen internet heeft) zorgt de opdrachtnemer voor een hard copy.
I.6.2 BEREIKBAARHEID
Opdrachtnemer is telefonisch en per e-mail bereikbaar voor Inwoner en opdrachtgever tijdens werkdagen (ma-vr) en reageert adequaat en tijdig op vragen van Inwoner en opdrachtgever.
Opdrachtnemer is niet verplicht in de avonduren of weekenden bereikbaar te zijn in geval van spoed of nood. Opdrachtnemer maakt wel kenbaar aan Inwoner wat Inwoner in deze situatie kan doen. Dat houdt in dat dit schriftelijk van tevoren en/of telefonisch (in het voicemailbericht) en/of elektronisch (op de website) en/of persoonlijk duidelijk wordt gemaakt.
I.6.3 VASTE MEDEWERKERS
Opdrachtnemer draagt zorg voor continuïteit op het gebied van personeelsinzet en ondersteuning. Opdrachtnemer werkt zo veel mogelijk met vaste contactpersonen voor Inwoner gedurende de begeleiding.
I.6.4 ZORGCONTINUÏTEIT
Opdrachtnemer garandeert voor maximaal zes maanden de zorgcontinuïteit van bestaande Inwoner waarbij de zorgvraag wijzigt. Binnen deze periode bepaalt opdrachtgever, in samenspraak met opdrachtnemer, welke begeleiding passend is voor de Inwoner.
Indien in de loop van het traject of bij de afsluiting ervan blijkt Inwoner verwezen dient te worden naar een andere Opdrachtnemer, zal opdrachtnemer Inwoner niet rechtstreeks verwijzen. Deze verwijzing kan alleen plaatsvinden na overleg met en met toestemming van Xxxxxxx werker/consulent.
I.6.5 WARME OVERDRACHT
De opdrachtnemer werkt bij beëindiging van de raamovereenkomst, ongeacht de reden daarvoor, mee aan een zorgvuldige overdracht van de Inwoner naar een partij die de ondersteuning overneemt. De huidige opdrachtnemer organiseert een zogenaamde ‘warme overdracht’ van informatie en de werkrelatie van Xxxxxxx met de nieuwe opdrachtnemer, in bijzijn dan wel in overleg met de Inwoner. Hierbij worden de privacyregels geldend in de AVG, de uitvoeringswet AVG en het bepaalde bij en krachtens hoofdstuk 5 van de Wmo 2015 nageleefd. Bovenstaande geldt ook bij verhuizing van de Inwoner naar een andere opdrachtgever.
I.7 KWALITEIT VAN DE ZORG
I.7.1 STAGNATIE
Opdrachtnemer informeert opdrachtgever als de ondersteuning stagneert en overlegt met opdrachtgever wat er nodig is om het gewenste resultaat te behalen. Inwoner wordt op de hoogte gesteld van dit overleg en de consequenties daarvan voor de begeleiding.
I.7.2 EISEN AAN PERSONEEL
I.7.2.1. BEROEPSCODE
Opdrachtnemer neemt bij het verlenen van ondersteuning de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs aan professionals mogen worden gesteld. De bij opdrachtnemer in dienst zijnde professionals houden zich aan de voor hen geldende beroepscode.
I.7.2.2. GEKWALIFICEERD PERSONEEL
Uitgangspunt is dat opdrachtnemers de kwaliteit van de zorg borgen door voldoende- en juist gekwalificeerd personeel in te zetten om Inwoner te begeleiden en te ondersteunen. Passend bij de complexiteit en aard van de problematiek van de Inwoner. Daaronder wordt verstaan: een mix van medewerkers met een combinatie van opleidingsniveau en -richting en opgedane (werk-)ervaring.
Per bouwsteen zijn de volgende minimale eisen gesteld:
Zelfredzaamheid | Participatie | |||
Compenserend | Lerend compenserend | Compenserend | Lerend compenserend | |
Lichte gedragsproblematiek en/ of beperkingen | Mbo 3/4 | Mbo 4 + supervisie Hbo- er) | MBO 3/4 | MBO 4 |
Complexe gedragsproblematiek en/ of beperkingen | Mbo 4 + supervisie Hbo-er | Hbo + advies gedragsweten- schapper mogelijk | MBO 4 | MBO 4 + supervisie HBO-er |
Verder geldt in ieder geval:
• Opleiding en relevante werkervaring van de medewerker is passend bij het competentieprofiel voor deze sector/beroepsgroep.
• Opleiding en relevante werkervaring van de medewerker is passend voor de te verlenen ondersteuning voor de (specifieke) doelgroep van de opdrachtnemer.
• Mbo-opgeleide medewerkers op niveau 2 en 3 werken altijd onder directe aansturing en verantwoordelijkheid van een direct bij Inwoner betrokken Mbo- 4/Hbo opgeleide medewerker.
Als er twijfels bestaan over de relevante werkervaring en/of opleidingsniveau van de medewerker kan opdrachtgever aan opdrachtnemer vragen dit aan te tonen middels een EVC-traject. Opdrachtnemer overlegt diploma’s van zorgverlener op verzoek van opdrachtgever.
Het staat opdrachtnemer vrij om vrijwilligers, ervaringsdeskundigen, BBL’ers en/of stagiairs in te zetten. Zij moeten een aanvulling zijn op het gekwalificeerde personeelsbestand en mogen niet de kern van het personeelsbestand vormen. Zij kunnen nooit een gekwalificeerde medewerker vervangen en tellen niet mee in het aantal fte van
de opdrachtnemer. Zij worden in de uitoefening van hun taken begeleid door een gekwalificeerde medewerker van opdrachtnemer.
I.7.2.3. CAO
Het in te zetten personeel dat in loondienst is van opdrachtnemer moet uitbetaald worden conform de voor opdrachtnemer geldende CAO.
I.7.3 SIGNALERING EN CALAMITEITEN
Binnen de Wmo meldt opdrachtnemer iedere calamiteit en ieder geweldsincident meteen aan de aangewezen toezichthoudend ambtenaar bij de opdrachtgever waar de calamiteit zich voordoet.
I.7.4 INSPECTIE EN TOEZICHT
Opdrachtnemer is verplicht de opdrachtgever direct in kennis te stellen van ieder openbaar en niet-openbaar rapport, dat opdrachtnemer betreft, uitgebracht door de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), een vergelijkbaar orgaan of vanuit opdrachtgeverlijke toezichthouders anders dan de opdrachtgever Borger-Odoorn en Coevorden. Tevens is opdrachtnemer verplicht mee te werken aan kwaliteitsonderzoeken die door de toezichthouders van opdrachtgever worden uitgevoerd.
I.7.5 WET NORMERING TOPINKOMENS
Opdrachtgever is van mening dat het geld dat zij investeert in ondersteuning ook daadwerkelijk daaraan besteed moet worden. Indien een of meerdere leden van directie, bestuur of toezichthouders van opdrachtnemers een salaris of vergoeding ontvangt boven de norm van de genoemde wet, dan behoudt opdrachtgever zich het recht voor deze informatie te publiceren.
I.7.6 FINANCIËLE VERANTWOORDING EN CONTROLE BIJ JAARAFSLUITING
Bij afsluiting van het boekjaar verstrekt opdrachtnemer aan opdrachtgever een productieverantwoording over de uitgevoerde werkzaamheden, gewaardeerd tegen het overeengekomen tarief, in het meest recente format zoals landelijk afgestemd en gepubliceerd op de website van het Ketenbureau. De opdrachtgever kan nadere stukken opvragen m.b.t. de financiële verantwoording.
Indien opdrachtnemer een totale jaaromzet heeft voor Wmo onder de €125.000 dan is geen controleverklaring van haar accountant vereist.
Opdrachtgevers houden zich het recht voor om tussentijds een Integriteitsprotocol toe te voegen aan de raamovereenkomst en/of een nadere analyse uit (te laten) voeren naar de Jaarrekeningen en overige openbaar beschikbare verantwoordingsinformatie van de opdrachtnemers. Tenslotte behoudt opdrachtgever zich het recht voor om, al dan niet in aansluiting op landelijke aanbevelingen en normeringen, nadere normen te stellen ten aanzien van (maximale) winstuitkeringen/of overige financiële onttrekkingen aan de onderneming.
I.7.7 MATERIËLE CONTROLE EN FRAUDEONDERZOEK
De opdrachtgever stelt de volgende eisen inzake materiële controle en fraudeonderzoek:
• Opdrachtgever is bevoegd tot het uitvoeren van materiële controle en tot onderzoek naar Fraude en Frauduleus handelen.
• De opdrachtnemer is gehouden kosteloos medewerking te verlenen aan (materiële) controle en onderzoek naar Fraude en Frauduleus handelen.
• Opdrachtnemer zorgt ervoor dat er tijdens een controle/onderzoek een werkplek beschikbaar is voor de toezichthoudend ambtenaar van opdrachtgever of ingehuurde derden.
I.8 ONDERSTEUNING
I.8.1 TOEGANG EN MONITORING VAN DE ONDERSTEUNING
De toegang tot ondersteuning wordt conform de Wmo 2015, gemeentelijke verordeningen en beleidsregels op de volgende wijze vormgegeven:
1. De hulpvraag wordt door of namens Inwoner gemeld bij opdrachtgever.
2. Opdrachtgever informeert Xxxxxxx over de mogelijkheid tot het indienen van een persoonlijk plan en stelt hem in de gelegenheid het plan te overhandigen aan opdrachtgever.
3. Opdrachtgever voert een gesprek met Inwoner of zijn vertegenwoordiger.
4. Opdrachtgever geeft Inwoner een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek, het Ondersteuningsplan.
Inwoner komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening – ter compensatie van de beperking in zijn zelfredzaamheid of participatie – als Inwoner de beperkingen niet kan verminderen of wegnemen door gebruik te maken van:
- eigen kracht en/of
- gebruikelijke hulp en/of
- mantelzorg en/of
- hulp van andere personen uit het sociale netwerk en/of
- algemeen gebruikelijke voorzieningen en/of
- algemene voorzieningen en/of
- andere voorzieningen
Wordt de maatwerkvoorziening toegekend dan is het uitgangspunt dat deze tijdelijk is, tenzij. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het genoemde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin Inwoner in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en waarin Inwoner zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Het resultaat hiervan is:
• Zelfredzaamheid van Inwoner behouden en/of bevorderen door het aanleren of in stand houden van vaardigheden.
• Inwoner participeert op eigen kracht in de samenleving door zinvolle en gestructureerde dagbesteding of werk in een beschermde omgeving (bijzonder werk) te hebben.
• De zwaardere ondersteuningsvragen worden voorkomen of uitgesteld door in vroeg stadium de (lichte vormen van) ondersteuning in te zetten en de mantelzorger daar waar nodig, te ontlasten.
De maatwerkvoorziening wordt opgenomen in het Ondersteuningsplan welke kan bestaan uit een combinatie van maatwerkvoorzieningen, voorzieningen uit andere (voorliggende) wetten of anderszins. De volgende informatie moet door Xxxxxxx werker/consulent worden beschreven in het Ondersteuningsplan:
1. Duiding van de precieze hulpvraag.
2. Vervolgens moet bepaald worden wat – kort gezegd – de belemmeringen in de zelfredzaamheid en participatie zijn.
3. Als punt 1 en 2 op papier staan, kan (en moet) inzicht worden verkregen in de aard en omvang van de door de opdrachtgever te organiseren noodzakelijke maatschappelijke ondersteuning.
4. Daarna moeten de eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp uit het sociale netwerk en algemene voorzieningen in kaart gebracht worden, althans moet bezien worden of – en zo ja: in welke mate – deze aanwezig zijn.
5. Vervolgens dient geconcludeerd te worden of er voor opdrachtgever uiteindelijk nog iets te compenseren overblijft.
6. Voor zover dit in het individuele geval noodzakelijk kan worden geacht, dient specifieke deskundigheid te worden ingeschakeld.
Indien er maatwerkvoorzieningen zelfredzaamheid en participatie moeten worden ingekocht, dan zal dit geschieden via deze raamovereenkomst.
De Sociaal werker/consulent houdt regie op de casus en overlegt met opdrachtnemer over de voortgang van en (eventuele) aanpassingen van het Ondersteuningsplan. Opdrachtnemer verantwoordt, communiceert en rapporteert aan opdrachtgever.
I.9 TOTSTANDKOMING EN BEEINDIGING OPDRACHT
1. Op basis van uitgebreid onderzoek1 wordt er al of niet een maatwerkvoorziening afgegeven. In het geval dat er een maatwerkvoorziening wordt afgegeven in de vorm van een of meerdere bouwstenen zal:
a. Inwoner die een maatwerkvoorziening door middel van zorg in natura wil ontvangen, een keuze maken uit de lijst van gecontracteerde opdrachtnemers van opdrachtgever.
b. Inwoner die aangeeft geen voorkeur te hebben voor een opdrachtnemer, wordt doorverwezen naar opdrachtnemer op de lijst die de best passende ondersteuning aan Inwoner kan bieden. Onder best passend wordt zo adequaat mogelijk en zo dicht mogelijk bij de Inwoner verstaan.
c. Opdrachtnemer maakt op basis van het Ondersteuningsplan een Uitvoeringsplan waarin wordt aangegeven hoe de te behalen resultaten worden bereikt. Opdrachtnemer levert de ondersteuning en maakt met Inwoner afspraken over de uitvoering hiervan. Het Uitvoeringsplan wordt in concept voor aanvang van de zorg opgesteld en binnen 6 weken na aanvang van de zorg definitief gemaakt. Zo is er nog ruimte om het plan op basis van de eerste ervaringen met de Inwoner bij te stellen. Een afschrift daarvan wordt aan Inwoner verstrekt.
d. De Sociaal werker/ consulent kan de opdrachtnemer op ieder moment vragen om het Uitvoeringsplan, al- dan niet vergezeld met een beschrijving van de tot dusver bereikte resultaten aan te leveren. Vlak voor een (vooraf) afgesproken evaluatie moment, voor de beoordeling van een herindicatie of als er een vermoeden is dat de zorg of voortgang op de doelen niet loopt zoals vooraf is afgesproken. Deze informatie is dan noodzakelijk voor het kunnen uitvoeren van de wettelijke taak2.
e. Inwoner wordt ten allen tijden in de gelegenheid gesteld de ondersteuning stop te zetten. Sociaal werker/consulent kan, indien nodig, met Inwoner en/of opdrachtnemer overleggen over de aanleiding van deze wisseling.
2. Opdrachtnemer aanvaardt in beginsel iedere opdracht en draagt zorg voor uitvoering van de ondersteuning conform de daarvoor geldende eisen. Uitzondering hierop is dat opdrachtnemer binnen 5 werkdagen na dagtekening van de opdracht, met zwaarwegende redenen omkleed heeft aangegeven de opdracht niet te kunnen aanvaarden.
3. Opdrachtnemer neemt uiterlijk binnen 5 werkdagen na ontvangst van de opdracht contact op met Inwoner. Er zal dan afstemming plaatsvinden over de aard, uitvoering en frequentie van de geïndiceerde werkzaamheden. Daarbij zal zo veel mogelijk rekening worden gehouden met de behoeften en wensen van Inwoner en zijn/haar eventuele partner c.q. mantelzorger.
4. Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat uiterlijk binnen 15 werkdagen na ontvangst van de opdracht (via het berichtenverkeer) wordt gestart met het uitvoeren van de ondersteuning ten behoeve van Inwoner.
5. Opdrachtnemer laat bij de bouwsteen zelfredzaamheid minimaal 3 werkdagen voor aanvang van werkzaamheden bij Inwoner aan Inwoner de identiteit van de uitvoerende medewerker weten indien deze op woonlocatie van de Inwoner de ondersteuning verzorgt.
1 Zoals omschreven in de meest recente verordening van de betreffende gemeente.
2 In geval van een PGB is de beheerder verantwoordelijk om deze informatie aan te leveren
Deze medewerker moet zich voorts aan Inwoner kunnen identificeren door middel van een geldig legitimatiebewijs indien Inwoner hier om vraagt.
6. De Sociaal werker/ consulent kan constateren dat een Inwoner met spoed hulp dient te ontvangen. Opdrachtnemer is bereid en in staat, op basis van een spoedprocedure binnen 24 uur ondersteuning te verlenen, ook wel genoemd Spoedhulp. Spoedhulp kan maximaal voor een aaneengesloten periode van vier weken ingezet worden voor een Inwoner. In deze periode dient opdrachtnemer met Inwoner en Sociaal werker/consulent te komen tot een structurele oplossing.
7. Spoedhulp is een maatwerkvoorziening die achteraf beschikt wordt door de opdrachtgever. Als opdrachtnemer gevraagd wordt Xxxxxxxxx te bieden aan een Inwoner door een andere partij dan de opdrachtgever die verantwoordelijk is voor de financiering van deze hulp, dan vraagt de opdrachtnemer dezelfde dag nog om akkoord van de Sociaal werker of consulent. De procedure voor het onderzoeken/aanvragen van een maatwerkvoorziening zal bij akkoord met terugwerkende kracht zo spoedig mogelijk gestart worden.
8. Een opdracht eindigt op navolgende wijze:
a. Zodra het beoogde resultaat of de beoogde resultaten zijn behaald.
b. Door het bereiken van de in de opdracht bepaalde einddatum.
c. Door opname van Inwoner in een zorginstelling of het overlijden van Xxxxxxx, tenzij door opdrachtgever anders wordt bepaald (bijvoorbeeld i.v.m. ondersteuning aan partner of achterblijvers).
d. Inwoner valt onder voorliggende wetgeving.
e. Eenzijdig door middel van schriftelijke opzegging door opdrachtgever, om hem moverende redenen.
I.10 UITVOERINGSPLAN
Opdrachtnemer maakt in overleg met de Inwoner duidelijke werkafspraken over de levering van de ondersteuning. Dit wordt vermeld in het Uitvoeringsplan van de opdrachtnemer met de Inwoner.
Randvoorwaarden:
1. Het Ondersteuningsplan wordt door opdrachtnemer vertaald in concrete werkafspraken omtrent de aard, de uitvoer en de frequentie (op welke dagen en tijdstippen, passend in het dag-/weekprogramma) van de ondersteuning, bij participatie zo veel mogelijk in de nabijheid van de woonlocatie van Inwoner, volgens de behoeften en wensen van Inwoner eventueel verwoord door vertegenwoordiger van Inwoner. Het sociale netwerk, mantelzorger en/of vertegenwoordiger van Inwoner is waar mogelijk en indien gewenst door de Inwoner betrokken bij het opstellen van het Uitvoeringsplan.
2. Het Uitvoeringsplan wordt in overleg met Inwoner en, indien van toepassing, diens vertegenwoordiger vastgesteld.
3. Uitvoering van de dienstverlening vindt plaats conform het Uitvoeringsplan.
4. Het Uitvoeringsplan beschrijft hoe en wanneer het Uitvoeringsplan in overleg met de Inwoner wordt geëvalueerd en bijgesteld.
5. Het Uitvoeringsplan bevat tenminste:
• NAW gegevens van Inwoner
• Datum aanvang werkzaamheden;
• Registratie en parafering van de geboden uren/dagdelen ondersteuning door (medewerker van) opdrachtnemer;
• Bijzonderheden betreffende de leefsituatie van Inwoner;
• Eventuele afspraken met overige opdrachtnemers in het kader van samenwerking
t.b.v. optimale ondersteuning van Xxxxxxx;
• Overige afspraken;
• De gedateerde aantekening wanneer het plan is besproken en is geëvalueerd met Inwoner of diens vertegenwoordiger.
6. Opdrachtnemer mag zijn eigen format hanteren voor het Uitvoeringsplan.
7. De sociaal werker/ consulent kan bij de opdrachtnemer een voortgangsverslag opvragen. In deze rapportage staan de behaalde resultaten in relatie tot de geformuleerde doelen in het ondersteuningsplan op het gebied van zelfredzaamheid en/ of participatie beschreven. De frequentie daarvan kan per klant verschillen en is afhankelijk van het moment waarop de sociaal werker/ consulent de situatie wenst te evalueren, er een herindicatie plaats moet vinden en/ of afronding van het ondersteuningstraject. Dit staat vermeld in het ondersteuningsplan. Het kan voorkomen dat de sociaal werker/ consulent besluit telefonisch te informeren naar de voortgang. Als dit voldoende informatie oplevert naar beoordeling van de sociaal werker/ consulent dan hoeft er in dat geval geen rapportage verstuurd te worden. Het kan zijn dan opdrachtnemer de voortgang opgenomen heeft/ bijhoudt in het uitvoeringsplan. In dat geval mag de opdrachtnemer het bijgewerkte uitvoeringsplan opsturen naar de sociaal werker/ consulent.
8. De sociaal werker/ consulent zal uiterlijk 3 weken voor een (tussen) evaluatie, herindicatie en/ of afronding dit verslag opvragen en de opdrachtnemer dient dit uiterlijk 1 week voor de evaluatie op te sturen naar de sociaal werker/ consulent.
9. In geval van bijstelling van het Uitvoeringsplan, dient Inwoner opnieuw hiermee in te stemmen. Opdrachtnemer voegt geen extra doelen toe, anders dan afgestemd met Inwoner en opdrachtgever.
10. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan in het Uitvoeringsplan of anderszins op welke wijze dan ook bij Inwoner algemene leverings-/verkoopvoorwaarden en/of overige voorwaarden te bedingen, dan wel bepalingen op te nemen die strijdig zijn met hetgeen bepaald in de raamovereenkomst met bijbehorende bijlagen.
I.11 DIENSTVERLENING TIJDENS ZIEKTE, FEESTDAGEN EN VAKANTIE
Randvoorwaarden:
1. Voor participatie en/of zelfredzaamheid geldt dat tijdens algemeen erkende feestdagen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet, opdrachtnemer na overleg met Inwoner tijdig aan Inwoner kenbaar maakt of de dagbesteding en/of begeleiding wel/niet plaatsvindt of dat er alternatieve dagbesteding en/of begeleiding is waarvan Inwoner gebruik kan maken. Bij het niet plaatsvinden van dagbesteding en/of begeleiding wordt ook opdrachtgever op de hoogte gesteld.
2. Voor participatie en/of zelfredzaamheid geldt dat tijdens vakantieperiodes uitgangspunt is dat de reguliere dagbesteding en/of begeleiding beschikbaar moet zijn. Indien dit in uitzonderingsgevallen niet mogelijk is, moet Inwoner tijdig een aanvaardbaar alternatief worden geboden. Opdrachtgever wordt hiervan op de hoogte gesteld.
Xxxxxxxxx zelfredzaamheid
Zorgvorm | Tarief (in €) | Eenheid |
Licht basis | € 245,81 | Per maand |
Licht plus | € 540,25 | Per maand |
Regulier basis | € 265,76 | Per maand |
Regulier plus | € 584,08 | Per maand |
Zwaar | € 66,00 | Per uur |
Xxxxxxxxx participatie Borger-Odoorn
Zorgvorm | Tarief (in €) | Eenheid |
Licht | € 38,22 | Per dagdeel |
Regulier | € 50,73 | Per dagdeel |
Zwaar | € 63,83 | Per dagdeel |
Xxxxxxxxx participatie Coevorden
Zorgvorm | Tarief (in €) | Eenheid |
Licht basis | € 351,90 | Per maand |
Licht plus | € 620,99 | Per maand |
Regulier basis | € 467,17 | Per maand |
Regulier plus | € 824,42 | Per maand |
Zwaar | € 63,60 | Per dagdeel |
ANNEX IV ADMINISTRATIEPROTOCOL
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de raamovereenkomst gevoegd.
ANNEX V ALGEMENE INKOOPVOORWAARDEN GEMEENTE COEVORDEN
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de raamovereenkomst gevoegd.
ANNEX VI SOCIAL RETURN ON INVESTMENT
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de raamovereenkomst gevoegd.
ANNEX VII DRENTS KWALITEITSKADER
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de raamovereenkomst gevoegd.
ANNEX VIII GOVERNANCE CODE ZORG
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de overeenkomst gevoegd.
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de overeenkomst gevoegd.
ANNEX X VERWERKING PERSOONSGEGEVENS
Deze bijlage is als separaat .pdf-bestand bij de overeenkomst gevoegd.