MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8670
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 11-12-1996 nr. 240
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR TANDTECHNICI EN ANDER PERSONEEL IN DE TANDTECHNIEK
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van Xxxxx Xxxxxxxx Services namens de Vereni- ging van Laboratoriumhoudende Tandtechnici in Nederland en het Ne- derlands Tandtechnisch Genootschap als partijen te ener zijde, mede namens de FNV Dienstenbond, de CNV Industrie- en Voedingsbond en De Unie, vakbond voor Industrie en Dienstverlening als partijen te ande- rer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek, strekkende tot algemeen verbin- dendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereen- komst;
overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomst;
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 CAO867096
6C0219 1
Besluit:
I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 28 februari 1997 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Tand- technici en ander personeel in de Tandtechniek, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. ,,Werkgever’’: Onder werkgever dient te worden verstaan alle na- tuurlijke of rechtspersonen die tandtechnische werkstukken doen ver- vaardigen of repareren.
Onder tandtechnische werkstukken wordt verstaan alle werkstukken bestemd voor regulering, vervanging of herstel van gebitselementen, zoals bijvoorbeeld kronen, bruggen, (frame)protheses, regulatie- apparatuur.
2. ,,Werknemer’’: diegene die tot een werkgever als genoemd in dienst- betrekking staat, voor wat de primaire arbeidsvoorwaarden betreft met uitzondering van de werknemer die een functie vervult, welke wordt aangemerkt als te liggen boven het niveau van de functie- groepen genoemd in artikel 7.
3. a. ,,leerling’’: diegene die in het cursusjaar 1990/1991 of later met een opleiding inzake de tandtechniek is gestart
b. ,,leerling tandtechnicus’’: de werknemer, genoemd in lid 2 van dit artikel, die in opleiding is voor de werkzaamheden, vermeld in de functiegroepen IV tot en met VIII en die tandtechnische arbeid verricht en tevens in het bezit is van een door de S.V.G.B. afgegeven bewijs, dat hij een door de S.V.G.B. te geven vak- cursus volgt voor zover hij uiterlijk in het cursusjaar 1989/90 met een opleiding inzake de tandtechniek is gestart.
4. ,,groepsleider’’: de werknemer, die naast de werkzaamheden in zijn functieklasse in opdracht van de werkgever leiding geeft aan de werkzaamheden van de overige werknemers in zijn groep.
5. ,,chef-tandtechnicus’’: de werknemer, die in opdracht van de werk- xxxxx leiding geeft aan de werkzaamheden van de onder zijn leiding gestelde groepsleiders, en dit coo¨rdineert.
6. ,,S.V.E.V.T.’’: de Stichting Vakopleiding, Examens en Voorlichting Tandtechnici, gevestigd te Utrecht, die met ingang van 1 augustus 1990 wordt opgevolgd door de Stichting Vakopleiding Gezondheids- technische Beroepen (S.V.G.B.) te Hoofddorp.
7. ,,Vakdiploma Tandtechnicus II’’: het door de S.V.E.V.T., voorzover uiterlijk behaald in het cursusjaar 1989/1990, na het met goed gevolg afleggen van het door deze Stichting te houden volledig vakexamen, uitgereikt diploma Tandtechnicus II.
8. Getuigschrift tentamen ,,Tandtechnicus’’: het door de S.V.E.V.T.,
2
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
voorzover uiterlijk behaald in het cursusjaar 1989/1990, na het met goed gevolg afleggen van het door deze Stichting na ieder leerjaar te houden tentamen ,,Tandtechnicus’’, uitgereikt getuigschrift.
9. ,,Vakdiploma Tandtechnicus I’’: het door de S.V.E.V.T., voorzover uiterlijk behaald in het cursusjaar 1989/1990, na het met goed gevolg afleggen van het door deze Stichting te houden vakexamen, uitge- reikte diploma Tandtechnicus I.
10. ,,Vakdiploma Tandtechnicus’’: het door de S.V.E.V.T., voorzover uiterlijk behaald in het cursusjaar 1989/1990, na het met goed gevolg afleggen van het door deze Stichting te houden volledig vakexamen, uitgereikte diploma ,,Tandtechnicus’’, zomede het schooldiploma
I.V.T (Instituut Vakopleiding Tandtechniek te Nieuwegein).
11. ,,Diploma Vakbekwaamheid’’: het door de S.V.E.V.T., voorzover uiterlijk behaald in het cursusjaar 1989/1990, of met ingang van het cursusjaar 1990/1991 uitgereikt door de S.V.G.B., uitgereikte ,,Di- ploma inzake Vakbekwaamheid voor het Tandtechnisch Laboratoriumbedrijf’’.
12. ,,Diploma assistent-tandtechnicus’’: het door de S.V.G.B. voor het eerst na afloop van het cursusjaar 1990/1991, als afsluiting van de tweejarige opleiding, uit te reiken diploma primair leerlingwezen.
13. ,,Bedrijfspensioenfonds’’: het orgaan dat de afspraken inzake pen- sioenen voor tandtechnici en ander personeel in de tandtechniek uit- voert.
16. a. ,,Schaalsalaris’’: het schaalsalaris voorkomend in de salarisscha- len van bijlage II van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
b. ,,Maandsalaris’’: schaalsalaris + eventuele prestatie-, beoor- delingspremie respectievelijk diplomatoeslag ex artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
c. ,,Maandinkomen’’: maandsalaris + eventuele andere, vaste inko- mensbestanddelen;
d. ,,Personeelsvertegenwoordiging’’: de personeelsvertegenwoordi- ging, als bedoeld in artikel 20 van deze collectieve arbeidsover- eenkomst.
Artikel 3
Aanvang en bee¨indiging dienstverband Aanstelling
1. Bij het aangaan van elke dienstbetrekking geldt wederzijds een proeftijd van 2 maanden als bedoeld in artikel 1639n B.W., tenzij schriftelijk een kortere proeftijd wordt overeengekomen.
3
2. Onverminderd het hiervoor bepaalde, wordt de dienstbetrekking aan- gegaan:
a. hetzij voor onbepaalde tijd;
b. hetzij voor een bepaalde tijdsduur.
Het aangaan van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kan slechts schriftelijk geschieden. Bij gebreke van schriftelijke vastleg- ging van een arbeidsovereenkomst wordt de dienstbetrekking geacht voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan.
3. Ten einde waarborgen te scheppen dat geen personen in de tand- techniek werkzaam zijn wier gezondheidstoestand gevaar kan ople- veren voor het welzijn van anderen zal de werknemer onder verant- woordelijkheid van de werkgever, als zodanig kunnen worden aangesteld wanneer hij door een geneeskundige is onderzocht en goedgekeurd, tenzij hij beschikt over een schriftelijk gewaarmerkt bewijs, dat een zodanig onderzoek heeft plaatsgevonden binnen de tijd van e´e´n jaar vo´o´r de datum van indiensttreding;
4. Ten blijke van zijn aanstelling ontvangt de werknemer, die bij de werkgever in dienst treedt, een aanstellingsbrief, waarin ten minste wordt vermeld:
a. de datum van indiensttreding;
b. de functie en de functiegroep waarin hij wordt aangesteld;
c. het aantal toegekende functiejaren;
d. het salaris;
e. de wekelijkse arbeidsduur;
f. ingeval lid 2, sub b van toepassing is: de tijdsduur;
g. een eventuele aanstelling ,,leerling-tandtechnicus,’’ zoals gedefi- nieerd in artikel 1 lid 3b.
De aanstellingsbrief moet door de werknemer voor akkoord worden ondertekend.
5. a. indien een werknemer met een dienstverband als bedoeld in lid 2, sub b, langer dan 10 maanden in dienst is geweest, wordt hij geacht voor onbepaalde tijd in dienst te zijn. De termijn van 10 maanden voornoemd geldt exclusief de proeftijd van maximaal twee maanden.
Voor de berekening van de duur van het dienstverband is het bepaalde in artikel 1639 k B.W. van toepassing.
b. In afwijking van hetgeen lid 5a terzake bepaalt is het mogelijk om met leerlingen als bedoeld in artikel 1 lid 3 sub c van de sta- tuten van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds Tandtechniek, een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijdsduur van de pri- maire fase leerlingstelsel (maximaal twee jaar) af te sluiten1). Bovenvermelde arbeidsovereenkomst maakt als bijlage XIII van de onderhavige overeenkomst deel uit.
1) Het bepaalde in artikel 1639n BW blijft onverkort van kracht.
4
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Bij het niet volbrengen van de primaire fase leerlingstelsel bin- nen de daarvoor gestelde termijn, kan deze arbeidsovereenkomst eenmalig worden verlengd voor de periode van een jaar.
6. a. De opzegging van het dienstverband dient te allen tijde schrifte- lijk en duidelijk met redenen omkleed te geschieden;
b. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een drin- gende reden in de zin van de artikelen 1639 p en 1639 q B.W. en behoudens, tijdens of bij het bee¨indigen van de proeftijd als bedoeld in lid 1, neemt de dienstbetrekking voor werknemers voor onbepaalde tijd in dienst een einde;
– door opzegging door de werknemer met een termijn van e´e´n maand, indien hij vier jaren of minder onafgebroken in dienst is en voor elke vier jaren of minder onafgebroken dienstver- band boven vier jaren een halve maand langer tot een maxi- mum van drie maanden;
– door opzegging door de werkgever met een termijn van e´e´n maand tegenover de werknemer die vier jaren of minder onafgebroken in dienst is en voor elke vier jaren of minder onafgebroken dienstverband boven vier jaren een maand lan- ger tot een maximum van zes maanden.
7. De opzegging van het dienstverband dient zodanig te geschieden dat het einde van de opzeggingstermijn steeds samenvalt met het einde van de kalendermaand.
8. De dienstbetrekking tussen de werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege op de laatste dag van de maand, waarin de 65-jarige leeftijd is bereikt.
9. Indien in afwijking van het in lid 8 bepaalde de dienstbetrekking wordt voortgezet dan wel werknemers van 65 jaar en ouder in dienst worden genomen, zal een opzeggingstermijn van e´e´n maand gelden, met dien verstande dat het dienstverband slechts zal kunnen worden bee¨indigd tegen het einde van de kalendermaand.
10. Het bepaalde in artikel 1639 h B.W. tweede lid (opzeggingsverbod tijdens arbeidsongeschiktheid) is voor werknemers, die ouder zijn dan 65 jaar, niet van toepassing.
5
Artikel 4
Verplichtingen van de werkgevers en van de werknemers
1. De werkgever zal geen werknemer in dienst nemen onder voorwaar- den, welke strijdig zijn met de bepalingen van deze arbeidsovereen- komst.
2. De werknemer zal de hem opgedragen taak zo goed mogelijk ver- vullen.
3. De door de werknemer gebruikte instrumenten, materialen en werk- ruimte(n), moeten door hem vo´o´r de bee¨indiging van de dagelijkse arbeidstijd in ordelijke toestand worden gebracht. De werknemer en werkgever zijn verplicht zich te houden aan de voorschriften, welke strekken tot bevordering van de goede orde, de veiligheid en de hygie¨ne.
4. De werkgever en de werknemer zijn verplicht over elkaars aangele- genheden c.q. over aangelegenheden, de opdrachtgevers van de werk- gever betreffende, steeds zwijgzaamheid te betrachten.
5. De werknemer zal, behoudens opzet of grove schuld, niet aanspra- kelijk kunnen worden gesteld voor de door hem als gevolg van men- selijke fouten en tekortkomingen veroorzaakte schade.
6. De onbevoegde uitoefening der tandheelkunde is verboden. Overtre- ding van dit verbod kan worden beschouwd als een dringende reden tot ontslag, genoemd in artikel 1639 p B.W.
7. Dit artikel is ook van toepassing op leerlingen zoals gedefinieerd in artikel 1 lid 3 sub a. van deze overeenkomst.
8. a. De leerling/werknemer die het diploma assistent tandtechnicus heeft behaald en aansluitend hierop binnen een jaar zijn/haar dienstbetrekking zelf bee¨indigt bij de werkgever alwaar de oplei- ding is gevolgd, is aan deze werkgever verschuldigd te betalen een vergoeding ad f 5000,– (zijnde een tegemoetkoming in be- taalde c.q. gederfde opleidingskosten).
b. De leerling/werknemer die het diploma tandtechnicus heeft be- haald en aansluitend hierop binnen een jaar zijn/haar dienstbe- trekking zelf bee¨indigt bij de werkgever alwaar de opleiding is gevolgd, is aan deze werkgever verschuldigt te betalen een ver- goeding ad f 10 000,– (zijnde een tegemoetkoming in betaalde
c.q. gederfde opleidingskosten).
c. Zowel in de gevallen als bedoeld in sub a als b van dit lid is een zogenaamde hardheidsclausule van toepassing waarop onder bij- zonder uitzonderlijke omstandigheden door de werknemer een
6
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
beroep kan worden gedaan, waardoor vrijstelling kan worden verkregen van de betalingsverplichting.
Artikel 5
Dit artikel is alleen van toepassing op die werknemers die in het school- jaar 1989/90 (eindigend in juni 1990) reeds een opleiding volgden, zoals bepaald in dit artikel. Voor zover zij de opleiding in het schooljaar 1989/ 1990 nog niet hebben voltooid, worden zij in staat gesteld om deze opleiding voort te zetten bij de rechtsopvolger van de S.V.E.V.T. de S.V.G.B.
Vakopleiding
1. In dit artikel wordt verstaan onder:
leerrecht het recht op deelneming aan de cursussen van de Stichting Vakopleiding Gezondheidstechnische Beroepen (S.V.G.B.), rechtsopvolger van de S.V.E.V.T., welke opleiden voor een der getuigschriften, resp. het diploma ,,Tandtechnicus’’ als genoemd in artikel 1, onder 8 resp. 10.
Leerrecht:
2. Indien de werknemer voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en voorts de proeftijd, als bedoeld in artikel 3, lid 1, is verstreken, wordt aan de werknemer een onvoorwaardelijk leerrecht toegekend, echter on- der die voorwaarde, dat hij binnen drie jaar na indiensttreding in deze bedrijfstak, van zijn leerrecht gebruik moet maken en op het moment van school gaan niet ouder is dan 24 jaar.
3. Indien de werknemer niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de S.V.E.V.T., maar zich door avondstudie of anderszins alsnog bekwaamt en het vereiste diploma behaald heeft, wordt hem alsnog een onvoorwaardelijk leerrecht toegekend, mits hij de avondstudie vo´o´r het bereiken van de 22-jarige leeftijd aanvangt en deze uiterlijk in zijn 26e jaar met succes heeft afgerond. De werknemer dient dan binnen e´e´n jaar van zijn leerrecht gebruik te maken.
4. Het is de werknemer verboden afstand te doen van zijn leerrecht resp. de daarmee verband houdende rechten en het is de werkgever verboden enige verklaring van afstand van het leerrecht te accepte- ren.
5. De werkgever is verplicht de werknemer die van zijn leerrecht
7
gebruik wenst te maken, onverkort en met behoud van salaris in de gelegenheid te stellen
a. de wekelijkse lesdag aan het Instituut Vakopleiding Tandtechniek van de S.V.E.V.T. te volgen;
b. de praktische vaardigheid bij te (doen) brengen, waarover de leerling dient te beschikken voor deelneming aan de lesdagen bedoeld in sub a. van dit lid resp. aan het vereiste tandtechnische tentament of examen.
Leerling tandtechnicus
6. a. De werkgever zal een werknemer uitsluitend als leerling- tandtechnicus aanstellen, indien laatstgenoemde de leeftijd van
24 jaar nog niet heeft bereikt en overigens voldoet aan de toelatingsvoorwaarden.
Deze aanstelling zal door de werkgever worden vermeld in de in artikel 3, lid 4 genoemde aanstellingsbrief onder verwijzing naar al het in dit artikel bepaalde. De aanstellingsbrief wordt tevens geacht het leerlingcontract te bevatten.
b. De werkgever zal de werknemer, genoemd onder 3, alsnog een aanstelling geven als leerling-tandtechnicus, indien hij alsnog voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de S.V.E.V.T. De aanstellingsbrief wordt tevens geacht het leercontract te bevatten.
7. De leerling-tandtechnicus resp. de werknemer die van zijn leerrecht gebruik wenst te maken, dient in het bezit te zijn van een door de
S.V.E.V.T. afgegeven bewijs dat hij voor de door de S.V.E.V.T. georganiseerde vakcursus Tandtechnicus aan het IVT als cursist is ingeschreven.
Overige bepalingen
8. Een werknemer kan vanaf de datum, waarop hij zijn studie aanvangt, gedurende maximaal zes aaneengesloten jaren aanspraak maken op het verlof, bedoeld in het vijfde lid van dit artikel, behoudens onder- breking wegens overmacht, welke niet wordt meegerekend.
9. Bij niet-nakoming van de in de leden 2, 3, 4, 5, 6, 8 van dit artikel aan de werkgever opgelegde verplichtingen is de werknemer gerech- tigd de werkgever aansprakelijk te stellen voor de door werknemer geleden schade.
10. Door de Stichting Algemeen Sociaal Fonds voor de Tandtechniek kan aan de werkgever voor een in zijn dienst zijnde werknemer die ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid en tot zekerstelling van de continu¨ıteit van de school en het vak (jeugdplan) in het kader van het leerrecht een mondelinge cursus volgt aan de streekschool Mid- den Nederland in de te zijnen laste komende loonkosten een bijdrage
8
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
worden verleend op de in het reglement van de Stichting omschre- ven voorwaarden.
Artikel 6
Sociaal Fonds/Vervroegd Uittreden
Er zijn collectieve arbeidsovereenkomsten voor het Algemeen Sociaal Fonds voor de Tandtechniek, respectievelijk de regeling Vervroegd Uit- treden.
Artikel 7
Functiegroepen en salarisschalen
1. a. Een representatief te achten aantal functies in de tandtechniek is of wordt gewaardeerd door een methode van functievergelijking. Deze functies en de indeling daarvan in functiegroepen zijn opgenomen in bijlage I bij deze c.a.o.
b. Niet door functievergelijking gewaardeerde functies worden even- eens in een der groepen ingedeeld, waarbij rekening wordt ge- houden met de rangorde van de functies per onderneming.
2. a. Bij elke functiegroep behoort een salarisschaal, houdende de bruto salarissen per volle kalendermaand.
Deze salarisschalen zijn opgenomen in bijlage II bij deze collec- tieve arbeidsovereenkomst.
b. De leeftijdsschaal geldt voor werknemers die de functievolwassen leeftijd voor hun functiegroep nog niet hebben bereikt.
c. De functiejarenschaal geldt voor werknemers die de voor hun functiegroep geldende functievolwassen leeftijd wel hebben be- reikt.
3. De uitbetaling van het salaris geschiedt tegen het einde van elke kalendermaand, bij voorkeur door overschrijving op een postgiro- of bankrekening van de werknemer onder toezending c.q. overhandi- ging van een loonspecificatie, betrekking hebbende op het overge- schreven bedrag.
4. De werkgever verplicht aan de bij hem in dienst zijnde werknemer schriftelijk mededeling te doen van het voor hem geldende schaal- salaris, van de eventueel geldende toeslagen alsmede aan de werk- nemer genoemd in artikel 1 lid 2, de functiegroep, waarin hij is inge- deeld. Deze verplichting geldt ook bij daarna optredende wijzigingen.
9
Artikel 8
Toepassing van de salarisschalen
I. Werknemers die de functievolwassen leeftijd hebben bereikt (,,functievolwassen’’ werknemers) zoals aangegeven in de salaris- schalen.
1. a. Deze werknemers ontvangen bij indiensttreding het schaalsalaris bij 0 functiejaren van de functiejarenschaal behorende bij de functiegroep waarin zij overeenkomstig hun normaliter uit te oefenen functie zijn ingedeeld, indien zij daarvoor over de ver- eiste kundigheden en ervaring beschikken. Indien echter een nieuwe werknemer bij indiensttreding in een functie elders zo- veel bruikbare ervaring heeft gekregen dat het op grond daarvan niet redelijk zou zijn hem op basis van 0 functiejaren te belonen, kunnen hem – in overeenstemming met die ervaring – functie- jaren worden toegekend;
b. Met uitzondering van leerlingen die de opleiding tot assistent- tandtechnicus in of na cursusjaar 1991/1992 zijn aangevangen, wordt het schaalsalaris van de in dienst zijnde werknemers een- maal per jaar opnieuw vastgesteld door toekenning van een functiejaar, zoals aangegeven in de salarisschaal en wel met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar, mits de betrokken werknemer gedurende tenminste drie aan de genoemde datum voorafgaande maanden in dienst van de werkgever is;
c. Herzieningen van de schaalsalarissen op andere tijdstippen dan onder b. genoemd, kunnen slechts plaatsvinden bij de indeling in een andere functiegroep c.q. salarisschaal op grond van het be- paalde in paragraaf IV, lid 1 a, 2a, 2b en 2c van dit artikel.
2. Indien volgens het in lid 1 a, 2e alinea, bepaalde, aan de werknemer een schaalsalaris behorende bij e´e´n of meer functiejaren is toege- kend, zal de eerstvolgende functiejarenverhoging eveneens worden toegekend conform het bepaalde in lid 1 b.
II Werknemers jonger dan de functievolwassen leeftijd (,,jeugdige’’ werknemers).
1. a. Deze werknemers ontvangen het schaalsalaris behorende bij hun leeftijd en bij de functiegroep, waarin zij zijn ingedeeld, zoals aangegeven in de voor hen toepasselijke salarisschaal (leeftijds- schaal);
b. Vervolgens ontvangen zij de bij de respectieve hogere leeftijden behorende hogere schaalsalarissen met ingang van de maand vol- gend op die, waarin zij die hogere leeftijd bereiken.
c. Bij het bereiken van de functievolwassen leeftijd ontvangt hij
m.i.v. de daaropvolgende maand tenminste het schaalsalaris bij 0
10
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
functiejaren van de functiegroep waarin hij op grond van zijn functiebeschrijving is ingedeeld, waarna het bepaalde onder 1, lid 1b van toepassing is, echter met uitzondering van het geval waarin de functievolwassen leeftijd in het laatste kwartaal wordt bereikt. In dat geval wordt de functiejaarverhoging per 1 maart van het volgende jaar toegekend.
III Leertijd
a. De werknemer, die bij zijn indiensttreding nog niet over de kun- digheden en praktijkervaring beschikt welke voor de vervulling van zijn functie zijn vereist, kan gedurende de proeftijd in een lagere functiegroep c.q. een lagere salarisschaal worden inge- deeld dan met zijn functie overeenkomt.
b. De leerling-tandtechnicus, zijnde werknemer ex III sub c van dit artikel, wordt gedurende zijn opleidingsperiode ingedeeld in functiegroep I, dit voor zover hij valt onder de bepalingen van artikel 5 van deze overeenkomst.
c. Leerlingen, als bedoeld in artikel 1 lid 3 sub c van de statuten van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds Tandtechniek, kunnen gedurende de primaire fase leerlingstelsel worden ingedeeld in functiegroep 0.
d. De werknemer die zijn intrede in de tandtechniek doet, kan gedu- rende een periode van maximaal een jaar worden ingedeeld in functiegroep 0.
e. De werknemer die wordt overgeplaatst naar een hogere groep kan een leeftijd van drie maanden worden opgelegd met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal 3 maanden, zulks in overleg met de betrokkene, gedurende welke hij geen aanspraak kan maken op een hogere salarie¨ring dan die welke behoort bij de functie, welke hij laatstelijk vo´o´r de overplaatsing vervulde.
IV Overplaatsing naar een andere functiegroep c.q. salarisschaal
1. a. Bij definitieve indeling in een hogere functiegroep c.q. hogere salarisschaal van een functievolwassen werknemer bedraagt de verhoging het halve verschil van de schaalsalarissen bij 0 functie- jaren van de desbetreffende functiegroepen of zoveel meer als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende hogere bedrag in de hogere sala- risschaal; deze verhoging wordt toegepast met ingang van de maand volgende op die waarin de plaatsing in de hogere functie- groep heeft plaatsgevonden.
De eerstvolgende functiejarenverhoging wordt toegekend con- form het bepaalde in paragraaf I, lid 1b van dit artikel voor functievolwassen werknemers;
11
b. De werknemer die gedurende 4 aaneengesloten weken of me´e´r, zulks met een maximum van twee maanden, een volledige func- tie tijdelijk waarneemt, welke in een hogere functiegroep is inge- deeld dan die van zijn eigen functie, ontvangt gedurende de gehele periode van waarneming een toeslag op zijn salaris zon- der dat hij aanspraak kan maken op indeling in die hogere functiegroep. Deze toeslag bedraagt het halve verschil tussen de schaalsalarissen bij 0 functiejaren van de desbetreffende functie- groepen.
2. a. Bij indeling van een functievolwassen werknemer in een lagere functiegroep c.q. lagere salarisschaal op eigen verzoek, anders dan op grond van medische redenen, bedraagt de verlaging van het schaalsalaris het halve verschil van de schaalsalarissen bij 0 functiejaren van de desbetreffende functiegroepen, of zoveel meer als nodig is om het nieuwe schaalsalaris in overeenstemming te brengen met het eerstkomende lagere bedrag in de lagere salaris- schaal. Deze verlaging wordt toegepast met ingang van de maand, waarin de plaatsing in de lagere functiegroep heeft plaatsgevon- den.
De eerstvolgende functiejarenverhoging wordt toegekend con- form het bepaalde in paragraaf 1, lid 1b van dit artikel voor functievolwassen werknemers.
b. Voor werknemers, die echter op eigen verzoek als gevolg van verminderde arbeidsongeschiktheid of van gebreken volgens me- dische indicatie, dan wel wegens bedrijfsomstandigheden buiten hun schuld door de bedrijfsleiding worden geplaatst in een lagere functiegroep, wordt met ingang van de maand, volgende op die waarin plaatsing in de lagere functie is geschied, naar redelijk- heid en billijkheid het maandsalaris vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetgeving.
In afwijking van het bovenstaande geldt voor werknemers van 55 jaar en ouder dat het oorspronkelijke salaris vo´o´r de terug- plaatsing, inclusief eventuele uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten wordt gehandhaafd.
c. De werknemer, bedoeld in artikel 5, lid 8, kan gedurende de tijd, dat hij van zijn leerrecht gebruik maakt, een klasse lager worden ingedeeld dan de klasse waarvoor hij op grond van de door hem uitgeoefende functie in aanmerking komt. Deze herindeling zal niet met salarisverlaging gepaard gaan.
3. Voor elke volle dienst of gedeelte van een dienst, gedurende welke een werknemer in een maand niet heeft gewerkt ten gevolge van afwezigheid zonder behoud van salaris, militaire dienst, ongeoor- loofd verzuim of wegens indiensttreding of ontslag, wordt het maand- inkomen met een evenredig deel verminderd (per verzuimd uur met 0,58% van het maandinkomen).
12
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
V Werknemers, die na 23 augustus 1985 in dienst treden kunnen gedu- rende minimaal een half jaar en maximaal 1 jaar geplaatst worden in functiegroep ,,nul’’. Deze schaal is gekoppeld aan het minimumloon en zal aanpassingen van het minimumloon volgen.
Artikel 8a
Indexering
Het systeem van prijscompensatie, te weten het verhogen van de functie- schalen op 1 juli, resp. 1 januari met het procentuele verschil tussen de geschoonde prijsindexcijfers van de maanden oktober en april resp. april en oktober daaraan voorafgaande, wordt gedurende de contractsperiode gehandhaafd, doch is niet effectief.
Artikel 8b
Salarismutaties
Per januari 19961) worden de schaal- en werkelijk uitbetaalde salarissen met 0,75% verhoogd.
Artikel 9
Prestatie- of beoordelingspremie; Toeslag voor groepsleiders; Toeslag voor bezwarende omstandigheden
1. Prestatie- of beoordelingspremie
a. Boven de schaalsalarissen welke worden betaald voor een gemid- delde normaal voldoende prestatie, kan aan de werknemers een prestatie- of beoordelingspremie worden toegekend.
b. De premie bedraagt maximaal 10% van het schaalsalaris.
c. In ieder geval wordt aan de werknemers een toeslag toegekend op grond van het bezit van een of meer der volgende diploma’s of certificaten c.q. getuigschriften, als bedoeld in artikel 1, even- wel zonder dat daarmede het in sub b vermelde maximum wordt overschreden
– certificaten c.q. getuigschriften, als bedoeld in artikel 1, lid 8:
– f 25,30 per bewijs van overgang; o´f
– diploma Tandtechnicus II: f 59,41; o´f
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
13
– diploma Tandtechnicus I, c.q. diploma of bewijs van volle- dige opleiding, bedoeld in artikel 10: f 126,49;
o´f
– diploma vakbekwaamheid minimum waardering f 126,49; o´f
– diploma primaire fase leerlingstelsel ,,assistent-xxxxxxxx- xxxxx’’: f 59,41.
d. De werkgever stelt periodiek het percentage van prestatie- c.q. beoordelingspremie per werknemer vast na overleg met de des- betreffende groepsleider of chef.
2. Toeslag voor groepsleider
De werknemer, die naast de werkzaamheden in zijn functieklasse in opdracht van de werkgever leiding geeft aan de werkzaamheden van de overige werknemers in zijn groep, ontvangt daarvoor een extra toeslag van 3 tot en met 10% van het voor zijn functieklasse gel- dende salaris.
Indien het aantal werknemers, aan wie leiding wordt gegeven, 3 of minder bedraagt, zal de toeslag minimaal 3% zijn, terwijl voor elke werknemer boven dit aantal de toeslag met 1% zal worden verhoogd tot een maximum van 10%.
De toeslag komt te vervallen bij definitieve overplaatsing naar functiegroep VIII, een en ander met inachtneming van hetgeen arti- kel 8 lid IV terzake bepaalt.
3. Toeslag voor bezwarende omstandigheden
De werknemer, die naar het oordeel van de werkgever, werkzaamhe- den verricht onder zodanige omstandigheden, dat deze geacht kun- nen worden extra bezwarend te zijn, ontvangt daarvoor een extra toe- slag op zijn schaalsalaris, boven de eventuele premie, toegekend op grond van het in sub 2 bepaalde. Deze extra-toeslag bedraagt per maand maximaal 4% van het schaalsalaris, voor gedeelten van een maand naar evenredigheid berekend.
Bij de beoordeling van de vraag of en zo ja in welke mate aanlei- ding bestaat voor het toekennen van deze extra toeslag zal de werk- gever de personeelsvertegenwoordiging resp. de ondernemingsraad raadplegen.
Artikel 10
Buitenlandse diploma’s
De werknemer, die over het bewijs van een volledige opleiding tot tand- technicus beschikt, mits dit bewijs in het land van afgifte recht geeft op vestiging van een tandtechnisch laboratoriumbedrijf, wordt gelijkgesteld met de werknemer die in het bezit is van het diploma tandtechnicus, ver- kregen na afleggen van de buitenschoolse tentamens van de S.V.E.V.T.
14
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 11
Arbeidsduur en feestdagen
1. De normale arbeidsduur bedraagt 40 uur per week en zal worden ver- deeld over de arbeidsdagen maandag tot en met vrijdag. Met inacht- neming van de wettelijke voorschriften zal de dagelijkse arbeidstijd in overleg met het personeel c.q. de personeelsvertegenwoordiging door de werkgever worden vastgesteld op gemiddeld 8 uren per dag.
2. Op zondag, op algemeen erkende christelijke feestdagen (nieuw- jaarsdag, 2e paasdag, hemelvaartsdag, 2e pinksterdag, 1e en 2e kerst- dag), op koninginnedag, alsmede in de lustrumjaren op de door de regering ter viering van de nationale bevrijding aangewezen dag, zal niet worden gewerkt. Tot de zondag en de feestdag worden mede gerekend te behoren de uren, liggende tussen 20 uur en 24 uur van de direct daaraan voorafgaande dag en tussen 0 en 7 uur van de eerstvolgende dag. De in dit lid genoemde dagen zullen niet op het salaris in mindering worden gebracht.
3. Op Goede Vrijdag, alsmede op de arbeidsdagen 5, 24 en 31 decem- ber zal vanaf 16.00 uur niet worden gewerkt. De op deze dag of dagen niet gewerkte uren zullen niet op het salaris in mindering wor- den gebracht.
4. Arbeidsverkorting oudere werknemers.
Oudere werknemers hebben recht op arbeidsverkorting per dag op te nemen:
60-jarige leeftijd: 1⁄2 uur 61-jarige leeftijd: 1 uur 62-jarige leeftijd: 11⁄2 uur 63-jarige leeftijd: 2 uur 64-jarige leeftijd: 21⁄2 uur
Tegen betaling van 85% van het normale, vaste inkomen over de niet gewerkte tijd, zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioenrechten en voor uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten.
5. De werkgever stelt de werknemer desgevraagd in de gelegenheid om gedurende 5 dagen extra betaald verlof op te nemen voor het bijwo- nen van een cursus ter voorbereiding op de aanstaande pensionering. Dit verlof is op te nemen gedurende de laatste drie jaar, vooraf- gaande aan de pensionering.
15
Artikel 11a
Arbeidsduurverkorting
1. De werkgever kan na overleg met de ondernemingsraad of perso- neelsvertegenwoordiging kiezen uit de navolgende vier arbeidsduur- verkortingsmodellen:
a. Arbeidstijdverkorting per week;
b. Roostervrije dagen;
c. Roostervrije halve dagen;
d. Kombinatie a en/of b en/of c.
2. Het is op jaarbasis mogelijk om van model te veranderen.
3. a. Ten aanzien van model 1 is bepaald dat de arbeidsduurverkorting niet gevonden kan worden in het tot stand brengen van pauzes resp. uitbreiden van pauzes.
b. Bij gebruik maken van model 1 wordt de eerste volzin van art. 11 lid 1 buiten werking gesteld.
c. Onder een roostervrije dag in dit artikel wordt verstaan een arbeidsdag waarop volgens rooster niet wordt gewerkt. Deze dagen worden niet in mindering op het salaris gebracht. Een niet- genoten roostervrije dag wordt niet gecompenseerd.
4. Ten aanzien van de hierboven genoemde modellen zal de navolgende invulling gelden:
model 1: 38-urige werkweek;
model 2: 12 xxxxxxxxxxxx xxxxx (op jaar-basis); model 3: 24 roostervrije halve dagen (op jaar-basis); model 4: kombinatie 1 en/of 2 en/of 3.
Artikel 12
Overwerk
1. Overwerk is, in opdracht van de werkgever verricht, werk boven de normale arbeidsduur, zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, van deze overeenkomst.
2. Overwerk zal tot uitzonderingen worden beperkt. Indien – vanwege het bedrijfsbelang naar het oordeel van de werkgever in redelijk overleg en met inachtneming van de daarvoor gestelde wettelijke voorschriften – overwerk noodzakelijk is, is de werknemer gehouden overwerk te verrichten, mits hem daarvan als regel tenminste 24 uur van te voren mededeling is gedaan.
Per half jaar zal het aantal overuren niet meer dan 90 bedragen per werknemer.
16
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
3. Overwerk op uren liggende tussen 22 en 7 uur van de volgende arbeidsdag, is verboden. Aan de werknemer jonger dan 18 jaar mag geen overwerk worden opgedragen.
4. Werknemers van 50 jaar en ouder kunnen niet worden verplicht tot het verrichten van overwerk.
5. Voor overwerk zal door de werkgever een vergoeding in geld wor- den betaald, indien hij tot het overwerk nadrukkelijk opdracht heeft gegeven.
Deze vergoeding bedraagt voor elk overuur of gedeelte daarvan 0,58% van het maandsalaris van de werknemer, vermeerderd met de navolgende toeslag uitgedrukt in een percentage van het maandsala- ris:
a. voor arbeid verricht op maandag tot en met vrijdag tussen 7 uur en 18 uur: 0,145%;
b. voor arbeid verricht op maandag tot en met vrijdag tussen 18 uur en 22 uur: 0,29%;
c. voor arbeid verricht op zaterdag tussen 7 uur en 20 uur, alsmede op de arbeidsdag, direct voorafgaande aan de hemelvaartsdag, aan de 1e pinksterdag en aan de dag, waarop de nationale feest- dag wordt gevierd, tussen 18 en 20 uur: 0,58%.
6. Indien de werknemer daaraan de voorkeur geeft kunnen overwerku- ren, in afwijking van het in lid 5 gestelde, in vrije tijd worden uit- gekeerd.
Wanneer van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt zullen uit- sluitend de toeslagen worden betaald. De hier bedoelde vrije tijd dient binnen een periode van 30 dagen nadat het overwerk is verricht te worden opgenomen.
7. Voor het in opdracht van de werkgever, buiten de vastgestelde dage- lijkse arbeidstijd, halen of bezorgen van orders of verrichten van boodschappen, etc. wordt aan de werknemer per uur of gedeelte daarvan uitbetaald 0,58% van het maandsalaris, vermeerderd met een toeslag van 0,145% van het maandsalaris.
Artikel 13
Vakantie en vrije dagen
1. Vakantiejaar
Het vakantiejaar is gelijk aan het kalenderjaar.
17
2. Duur der vakantie
a. Per 1 januari 1983 per vol kalenderjaar dienstverband verwerven de werknemers vakantie met behoud van salaris als volgt:
– werknemers jonger dan 19 jaar 30 werkdagen
– werknemers van 19 t/m 49 jaar 25 werkdagen
– werknemers van 50 t/m 54 jaar 26 werkdagen
– werknemers van 55 t/m 59 jaar 27 werkdagen
– werknemers van 60 jaar en ouder 28 werkdagen
b. De onder a. genoemde aantallen dagen worden vermeerderd met een (I) dag per vijf jaren onafgebroken dienstverband bij dezelfde werkgever, met een maximum van drie werkdagen.
c. De werknemer, die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest) heeft het recht op een evenredig deel van de in de voorgaande leden genoemde vakantie, met inachtneming van het in lid 4 bepaalde.
d. De onder a genoemde aantallen dagen worden vermeerderd met
1 dag, indien de werknemer zich gedurende het kalenderjaar nooit ziek heeft gemeld.
Een vermindering ervan met 1 dag vindt plaats indien de werk- nemer zich gedurende het kalenderjaar vaker dan twee maal ziek heeft gemeld.
3. Bij vorige werkgever(s) verworven vakantierechten
De werknemer dient bij de aanvang van de dienstbetrekking de werkgever mede te delen hoeveel rechten op vakantie hij bij zijn vorige werkgever(s) verworven, doch niet in natura genoten, heeft, opdat de werkgever weet op hoeveel verlofdagen zonder behoud van salaris de werknemer aanspraak kan maken.
4. Berekening aantal vakantiedagen
Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt een werkne- mer die vo´o´r of op de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van die maand in dienst te zijn getreden c.q. de dienst te hebben verlaten en wordt een werknemer die na` de 15e van enige maand in dienst treedt c.q. de dienst verlaat, geacht op de eerste van de navolgende maand in dienst te zijn getre- den c.q. de dienst te hebben verlaten. In afwijking hiervan zal indien het dienstverband korter dan e´e´n maand heeft geduurd, de werkne- mer een zuiver proportioneel recht op vakantie krijgen.
5. Aaneengesloten vakantie
a. Van de onder lid 2a. genoemde werkdagen zullen tenminste 15 werkdagen aaneengesloten worden gegeven. Op verzoek van de werknemer kan in overleg met de werkgever hiervan worden afgeweken met het oog op het bijv. opnemen van winter(sport) vakantie.
b. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie wordt in overleg tus- sen de werkgever en de werknemer vastgesteld, waarbij door de
18
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
werkgever zoveel mogelijk met de persoonlijke wensen van de werknemer rekening gehouden zal worden. Als regel zal zij in de maanden mei tot en met september worden genoten.
c. Indien krachtens de Wet op de Ondernemingsraden in het bedrijf van de werkgever een ondernemingsraad is ingesteld, dan wel op grond van het bepaalde in artikel 20 van deze c.a.o. is overge- gaan tot de instelling van een personeelsvertegenwoordiging, dient de vaststelling van het tijdstip van de aaneengesloten va- kantie(s) overeenkomstig de bedoeling van artikel 27 van de Wet op de O.R. de instemming te hebben van deze ondernemingsraad, resp. de personeelsvertegenwoordiging.
6. Snipperdagen
a. Onder voorbehoud van instemming door de werknemer(s), of, indien krachtens de Wet op de Ondernemingsraden in het bedrijf van de werkgever een ondernemingsraad is ingesteld, de onder- nemingsraad, hetzij bij ontbreken hiervan de personeels- vertegenwoordiging, heeft de werkgever het recht bij de aanvang van het vakantiejaar ten hoogste vier al dan niet aaneengesloten vakantiedagen als collectieve snipperdagen aan te wijzen en vast te stellen, welke dag of dagen in mindering op de jaarlijkse vakantie van de werknemer kunnen worden gebracht.
b. De overblijvende snipperdagen zullen door de werkgever worden toegekend, indien de aanvrage drie dagen voor de begeerde datum is ingediend, tenzij het bedrijfsbelang zich duidelijk hier- tegen verzet.
7. Het niet verwerven van vakantiedagen gedurende onderbreking der werkzaamheden.
a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de tijd gedu- rende welke de werknemer wegens het niet-verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft.
b. Het onder a. bepaalde is niet van toepassing, indien de werkne- mer de bedongen werkzaamheden niet heeft verricht wegens:
1. ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werk- nemer;
2. het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor eerste oefening;
3. het genieten van xxxxxx, gebaseerd op een in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof;
4. het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een
19
door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bij- eenkomst;
5. onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstver- band;
6. zwangerschap of bevalling;
7. In het geval van ziekte langer dan zes maanden aaneengeslo- ten, worden nog vakantierechten verworven over de laatste 6 maanden waarin geen arbeid wordt verricht.1)
c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, verwerft ook vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van onderricht waartoe de werkgever hem krachtens de wet of krachtens deze overeen- komst in de gelegenheid moet stellen.
d. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld in sub b van dit lid in meer dan e´e´n vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van de periode van afwezigheid mee in aanmerking genomen.
e. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 4 bepaalde van overeen- komstige toepassing.
f. De verworven vakantierechten in de sub b genoemde gevallen vervallen indien de dienstbetrekking door de werknemer wordt bee¨indigd alvorens de arbeid is hervat.
8. Samenvallen van vakantierechten met bepaalde andere dagen waarop geen arbeid wordt verricht.
a. Dagen, waarop de werknemer geen arbeid heeft verricht om een der redenen genoemd in lid 7 sub b onder 1 t/m 6 en sub c, als- mede in artikel 5 lid 5 en artikel 15 gelden niet als vakantieda- gen.
b. Indien een der sub a genoemde verhinderingen echter eerst in- treedt tijdens een vastgestelde vakantie of snipperdag, zullen de dagen, waarop die verhindering zich voordoet, wel als vakantie- dagen worden geteld, tenzij de werknemer voor de aanvang van de vastgestelde vakantie of snipperdag aan de werkgever heeft medegedeeld dat een verhindering zich zou voordoen, als ge- noemd in lid 7 sub b onder 1 t/m 6 en sub c, hetzij een verhin- dering als genoemd in artikel 15, lid 1, sub c, 9, h en i. In afwij- king hiervan is het in de gevallen van artikel 15 lid 1 sub c, 9, h en i ook mogelijk de mededeling te doen onmiddellijk na afloop van de vakantie.
Het vereiste van voorafgaande mededeling lijdt slechts uitzonde- ring indien de verhindering te wijten is aan ziekte van de werk- nemer, deze ziekte krachtens de bepalingen van de Ziektewet is
1) Ingevolge artikel 1638 mm BW is een afwijking van artikel 1638 dd lid 5 ten nadele van de werknemer nietig.
20
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
vastgesteld en dienovereenkomstig uitkering wordt gedaan door de bedrijfsvereniging.
c. Indien ingevolge het sub b bepaalde aanvankelijk vastgestelde vakantiedagen niet als zodanig worden gerekend, zal de werkge- ver in overleg met de werknemer nieuwe data vaststellen waarop die dagen alsnog gerekend kunnen worden genoten.
9. Vakantie bij het bee¨indigen van het dienstverband
a. Bij het eindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer als- nog in de gelegenheid worden gesteld de door hem nog niet genoten vakantiedagen, waarop hij krachtens het in de vorige leden van dit artikel bepaalde recht heeft, te genieten of zullen deze dagen worden uitbetaald.
b. De nog te genieten vakantiedagen zullen niet in de opzeggings- termijn mogen vallen, tenzij de werknemer hier schriftelijk om verzoekt.
c. De werkgever reikt de werknemer bij het einde van de dienstbe- trekking een verklaring uit, waaruit blijkt, de duur van de vakan- tie zonder behoud van salaris, welke de werknemer op dat tijd- stip nog toekomt.
d. Bij ontslag op grond van een dringende reden als bedoeld in arti- kel 1639 p of q B.W. zullen de aan de werknemer toekomende vakantiedagen in geld worden uitbetaald.
10. Niet opgenomen vakantie
Indien de werknemer de hem toekomende vakantierechten niet heeft opgenomen voor 31 januari direct volgend op het vakantiejaar, waarin zij zijn verworven, is de werkgever gerechtigd data vast te stellen, waarop de werknemer deze dagen zal genieten. Het recht op vakan- tie vervalt uiterlijk twee jaren na het tijdstip, waarop de aanspraak is ontstaan.
11. Vervangende schadevergoeding
Anders dan bij het eindigen van het dienstverband kunnen vakantie- rechten nimmer worden vervangen door een bedrag in geld.
12. Te veel genoten vakantie
Bij ontslagname door de werknemer of bij ontslag op grond van een door de werknemer aan de werkgever gegeven dringende reden als bedoeld in artikel 1639 p B.W. heeft de werkgever het recht de ver- goeding welke de werknemer over de eventueel te veel genoten vakantie heeft ontvangen, terug te vorderen en eventueel te verreke- nen met het salaris.
21
Artikel 14
Vakantietoeslag
1. In de maand mei zal aan de werknemer een vakantietoeslag worden uitbetaald gelijk aan 8% van zijn dan te verdienen maandinkomen, voor iedere maand waarover op grond van artikel 13 de duur van de vakantie wordt berekend.
Dit met uitzondering van de werknemer die op het moment van uit- betaling binnen de overeengekomen proeftijd arbeid verricht c.q. later dan het moment van uitbetaling in dienst treedt.
Aan hen zal de vakantietoeslag per einde kalenderjaar worden uitbe- taald.
2. a. De werknemer, die de dienst van de werkgever verlaat, ontvangt voor of op de datum waarop zijn dienstverband wordt bee¨indigd, een vakantietoeslag gelijk aan evenveel maal 8% van zijn maand- inkomen als het aantal maanden bedraagt, dat hij in het lopende vakantiejaar in dienst van de werkgever is geweest.
Wanneer deze gebeurtenis zich voordoet na de reguliere uitbeta- ling ingevolge lid 1 van dit artikel, zal op dezelfde basis verre- kening plaatsvinden over de niet-gewerkte maar wel bevoor- schotte maanden.
b. Indien voor werknemers van 23 jaar en ouder de vakantietoeslag over het gehele vakantiejaar berekend minder dan f 2423,– be- draagt, zal deze tot dit bedrag worden aangevuld. Bij de bereke- ning van de vakantietoeslag over een deel van het vakantiejaar zal de aanvulling naar evenredigheid plaatsvinden. Werknemers beneden de 23-jarige leeftijd ontvangen deze minimum vakantie- toeslag naar rato, vastgesteld aan de hand van de navolgende afbouwpercentages:
16 jaar 341⁄2%
17 jaar | 391⁄2% |
18 jaar | 451⁄2% |
19 jaar | 521⁄2% |
20 jaar | 611⁄2% |
21 jaar | 721⁄2% |
22 jaar | 85%. |
3. Een eventuele vakantietoeslag op grond van de sociale verzekerings- wetten zal met de in lid 1 bedoelde toeslag worden verrekend.
22
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 15
Korte verloven
Onverminderd het bepaalde in artikel 13 van deze overeenkomst en in artikel 1638 c en d B.W., heeft de werknemer recht op kort verlof indien de gebeurtenis op een werkdag valt en deze daadwerkelijk wordt bijge- woond.
Indien in de volgende bepalingen wordt gesproken van echtgeno(o)t(e) wordt daaronder tevens verstaan een persoon met wie de werknemer een langdurig en duurzaam samenlevingsverband heeft, dat bij de werkgever genoegzaam bekend is.
1. met behoud van het volle salaris:
a. gedurende e´e´n dag bij zijn ondertrouw;
b. gedurende twee dagen bij zijn huwelijk;
c. gedurende de dag van bevalling van zijn echtgenote tot en met de daarop volgende twee werkdagen;
d. gedurende e´e´n dag bij het huwelijk van zijn kind, stief- en pleeg- kind, zijn vader, moeder, xxxxxxxxxxx, kleinkind, broer, zuster, zwager en schoonzuster;
e. gedurende e´e´n dag bij priesterwijding van zijn zoon, xxxxx- en pleegzoon, zijn kleinzoon, broer, zwager en bij de grote profes- sie van zijn kind, stief- en pleegkind, zijn kleinkind, broer, zus- xxx, zwager en schoonzuster;
f. gedurende e´e´n dag bij zijn 25-, 40-jarig huwelijksfeest, bij het 25-, 40-, 50-, 60-, en me´e´rjarig huwelijksfeest van zijn ouders en schoonouders en bij het 50-, 60- en me´e´rjarig huwelijksfeest van zijn grootouders en van de grootouders van zijn echtgenote (echt- genoot);
g. gedurende de tijd van de dag van het overlijden af tot en met de dag van de crematie of begrafenis van zijn echtgenote (echtge- noot) en een tot zijn gezin behorend kind, stief- en pleegkind;
h. gedurende maximaal drie dagen bij het overlijden en de begrafe- nis of crematie van zijn niet onder sub g genoemde kind, stief- en pleegkind, zijn vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, schoonzoon en schoondochter;
i. gedurende e´e´n dag bij het overlijden of de begrafenis of crema- tie van zijn grootvader, grootmoeder, de grootvader en grootmoe- der van zijn echtgenote (echtgenoot), zijn kleinkind, broer, zus- xxx, zwager en schoonzuster;
k. gedurende de daarvoor benodigde tijd voor het afleggen van een vakexamen, hetzij een examen, waarvan het diploma of ander bewijs toelating geeft tot de cursus Tandtechnicus van de
23
S.V.E.V.T., tegen overlegging van de gewaarmerkte schriftelijke oproeping;
l. gedurende de daarvoor benodigde tijd voor het voldoen aan wet- telijke of op wettelijke voorschriften berustende verplichtingen, die een kortstondige afwezigheid noodzakelijk maken en zulks onder aftrek van de vergoeding welke de werknemer van derden zou hebben kunnen ontvangen;
m. gedurende de daarvoor benodigde tijd voor het bijwonen van ver- gaderingen van publiekrechtelijke organen in de tandtechniek;
n. gedurende de daarvoor benodigde tijd voor het bewijonen van vergaderingen van de ondernemingsraad, indien krachtens de Wet op de Ondernemingsraden in het bedrijf van de werkgever een ondernemingsraad is ingesteld en voor zover de werknemer van bedoelde raad deel uitmaakt of de ondernemingsraad in bij- zondere gevallen anders beslist;
o. gedurende de daarvoor benodigde lijd tot een maximum van 2 uren voor het bezoek aan een arts of tandarts, tenzij dit bezoek zonder bezwaar buiten de dagelijkse arbeidstijd kan plaatsvinden; een en ander geschiedt in overleg met de werkgever;
p. gedurende maximaal twee dagen per kalenderjaar bij verhuizing van de gehuwde werknemer of de ongehuwde werknemer die een eigen huishouding voert.
2. Met aanvulling tot het volle salaris over een maximum termijn van 3 maanden: gedurende het als militair of noodwachter in dienst zijn, anders dan in geval van buitengewone oproeping of voor eerste oefe- ning.
3. Aan de werknemer, die tenminste 6 weken lid is van een werkne- mersorganisatie, zal, mits het verzoek daartoe tijdig door de vakver- eniging van de werkgever kenbaar is gemaakt, vrijaf worden gege- ven;
b. voor eigen rekening over de tijd, nodig voor het deelnemen aan cursussen en/of scholingsactiviteiten van zijn organisatie. Het vorenbedoelde verzoek kan alleen worden geweigerd, indien aan- nemelijk wordt gemaakt, dat inwilliging van het verzoek de bedrijfsbelangen ernstig schaadt dan wel de normale uitoefening van de functie van de werknemer ernstig in gevaar brengt.
4. Per jaar kan de werknemer niet meer dan 5 dagen met behoud van salaris opnemen voor he bijwonen van zgn. ,,open school’’-cursussen, e´e´n en ander in overleg met de werkgever.
Artikel 16
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid en overlijden
1. a. Bij ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van arbeid wegens ziekte betaalt de werkgever het loon 100% door gedurende deze ongeschiktheid tot de maximale duur van 52 weken.
24
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
b. Voor de in lid 1 a. bedoelde werknemer zal bij volledige arbeids- ongeschiktheid de uitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de Arbeidsongeschikt- heidsverzekering gedurende maximaal 1 jaar worden aangevuld met het verschil tussen de uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet op de Arbeidsongeschikt- heidsverzekering en het gederfde netto salaris.
c. Voor de in lid 1 a bedoelde werknemer, is de werkgever bij samenloop van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid in de zin van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AWW) en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), en restcapaciteit die bij de werkgever wordt ingezet, verplicht gedurende maxi- maal 1 jaar de som van uitkering krachtens de WAO en AWW en he salaris, verdiend middels de restcapaciteit, aan te vullen tot aan het gederfde netto salaris.
d. Het hier bepaalde is gebaseerd op het geldende wettelijke uitkeringspercentage van 70%. Zou gedurende de looptijd van de CAO het wettelijke percentage worden verlaagd dan blijft de aanvulling vanwege de werkgevers gehandhaafd op het nominale bedrag dat voor de wijziging aan de werknemers werd uitge- keerd.
2. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is niet van kracht, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn algemene dan wel gedeelte- lijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of uit hoofde van een hem overkomen ongeval jegens een of meer derden een vorde- ring tot schadevergoeding wegens salarisderving kan doen gelden. De werknemer is verplicht zijn recht op schadevergoeding als in de vorige alinea bedoeld ten behoeve van het bedrag der in lid 1 van dit artikel geregelde bovenwettelijke uitkering(en) aan de werkgever over te dragen, waarna de werkgever aan de werknemer voorschot- ten zal uitkeren tot het beloop van de aanvullende uitkering(en), welke de werknemer overeenkomstig het bepaalde in dit artikel van hem zou hebben moeten ontvangen als hij geen vordering tot scha- devergoeding jegens derden had gehad.
De op deze wijze door de werknemer genoten voorschotten zullen worden verrekend met wat de werkgever van de derde(n) als scha- devergoeding ontvangt.
3. Premiecompensatie particulier verzekerde werknemers
De werkgever zal aan werknemers, die niet verplicht verzekerd zijn ingevolge de Ziekenfondswet, een bijdrage verstrekken in de premie voor een particuliere ziektekostenverzekering ter grootte van de helft
25
van die premie met als maximum de maximale werkgeversbijdrage in de ziekenfondspremie.
4. Uitkering aan nagelaten betrekkingen
Indien een werknemer overlijdt zal aan zijn nagelaten betrekkingen1) een overlijdensuitkering worden verstrekt gelijk aan het bedrag van het de werknemer laatstelijk rechtens toekomend salaris over het res- terende deel van de kalendermaand van overlijden plus twee daarop volgende kalendermaanden.
Op dit bedrag wordt door de werkgever in mindering gebracht het- geen de nagelaten betrekkingen ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt ingevolge de Ziektewet, de A.A.W. en de W.A.O. Onder nagelaten betrekkingen wordt verstaan:
x. xx xxxxxxxxxxxxx der echtgenoten, mits deze niet duurzaam ge- scheiden leefden;
b. de met de onder a bedoelde persoon gelijk te stellen partner, met wie de werknemer duurzaam samenwoonde;
c. indien deze niet meer in leven is of de echtgenoten duurzaam gescheiden leefden, de minderjarige wettige of natuurlijke kinde- ren.
Ge´e´n uitkering is verschuldigd, indien ten gevolge van het toedoen van de werknemer geen aanspraak bestaat op een uitkering krachtens de Ziektewet of A.A.W. en W.A.O.
Voor zover de werknemer drie jaren of meer in dienst van de werk- gever is geweest, wordt de uitkering bij overlijden gesteld op vier kalendermaanden met inbegrip van de kalendermaand, waarin de werknemer overleed.
5. Zwangerschaps/bevallingsverlof
,,De lengte van en de uitkeringshoogte bij het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt berekend aan de hand van het bepaalde in de artikelen 29, 44, 46, 64 en 69 Ziektewet, artikel 81 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 1638dd en 1639 h van het Burgerlijk Wetboek.’’
Artikel 17
Bedrijfspensioenfonds
1. De pensioenvoorziening voor de werknemers is geregeld in het Bedrijfspensioenfonds Tandtechniek.
1) Artikel 1639l BW is onverkort van toepassing.
26
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 18
Reorganisatiemaatregelen
Indien de werkgever tot de conclusie is gekomen dat op grond van bedrijfseconomische omstandigheden dan wel tengevolge van reorgani- satie of automatisering respectievelijk mechanisering tot ontslagaanzeg- ging van een in het licht van de ondernemingsgrootte belangrijk aantal werknemers moet worden besloten, zal hij zich, onmiddellijk na het tijd- stip dat hij mogelijkerwijs tot bovengenoemde conclusie kon komen, met de vakverenigingen en met de OR, resp. personeels- vertegenwoordiging in verbinding stellen, ten einde tot een voor betrok- kenen passende voorlichting te komen en voor hen uit het ontslag voort- vloeiende sociale consequenties met deze vakverenigingen te bespreken.
Artikel 19
Gunstiger bepalingen
De werkgever zal, alvorens rechtens geldende arbeidsvoorwaarden, die in voor de werknemer gunstige zin van de bepalingen van deze overeen- komst afwijken, te wijzigen tijdig tevoren overleg plegen met de werk- nemer en met de vakverenigingen.
Artikel 20
Personeelsvertegenwoordiging
1. Bij de werkgever, die 10 of meer werknemers in dienst heeft, zal een gekozen personeelsvertegenwoordiging zijn.
2. De personeelsvertegenwoordiging stelt zich ten doel in alle ondernemingsaangelegenheden, voor zover deze niet door de werk- nemersorganisaties plegen te worden geregeld, de materie¨le en im- materie¨le belangen, alsmede de veiligheid van de werknemer te bevorderen, zulks met inachtneming van de belangen van de onder- neming, alsmede de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werk- nemer en van de werkplek te bevorderen.
3. De werknemersorganisaties hebben het recht namens de bij haar aan- gesloten leden, die in dienst zijn van de werkgever, voor de verkie- zing van de personeelsvertegenwoordiging kandidaten te stellen. Een gelijk recht komt toe aan de werknemers, die geen lid zijn van e´e´n van deze verenigingen.
27
4. De verkiesbaarheid behoeft niet te worden toegekend aan de werk- nemer, die niet gedurende een jaar aan de verkiezing voorafgaande, onafgebroken bij de betrokken werkgever in dienst is geweest.
5. De kiesbevoegdheid behoeft niet te worden toegekend aan de werk- nemer die niet gedurende het jaar aan de verkiezing voorafgaande, onafgebroken bij de betrokken werkgever in dient is geweest.
6. De personeelsvertegenwoordiging regelt, in overleg met de werkge- ver, haar samenstelling, taak en werkwijze.
7. Bij de werkgever, die minder dan 10 kiesgerechtigde werknemers in dienst heeft, kunnen in overleg met de werknemers twee of meer hunner als personeelsvertegenwoordiging worden aangewezen.
8. Indien in een onderneming geen personeelsvertegenwoordiging be- staat, al, ingeval bij deze overeenkomst overleg tussen de werkgever en zijn werknemers wordt voorgeschreven, dit overleg dienen plaats te hebben met alle werknemers in de onderneming werkzaam.
9. De bepalingen van dit artikel gelden niet voor een onderneming, waarin een ondernemingsraad bestaat. In dat geval wordt in de des- betreffende bepalingen van deze commissie in de plaats van perso- neelsvertegenwoordiging gelezen: ondernemingsraad.
Artikel 22
Spaarregeling
De spaarregeling voor de werknemers is geregeld in het ,,Reglement van de gepremieerde spaarregeling voor medewerkers van laboratorium- houdende tandtechnici en tandheelkundigen’’.
De werknemer heeft het recht om aan de spaarregeling deel te nemen. Werkgevers en werknemers zijn gehouden zich te gedragen naar de bepalingen van het reglement van de spaarregeling.
Per 1 juli 1991 dient in de met de deelnemende werknemer overeen te komen spaarregeling de bepaling te zijn opgenomen dat de ingehouden spaarbedragen en -premie maandelijks door de werkgever worden afge- dragen.
Artikel 23
Rechtspositie bij part-time dienstverband
De bepalingen in deze collectieve arbeidsovereenkomst ter zake vakan- tie en vrije dagen, vakantietoeslag, arbeidsduurverkorting, alsmede diplomatoeslag gelden bij een part-time dienstverband expliciet naar rato van het aantal te werken uren.
28
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 24
Werkgelegenheid
2. Op het niveau van de individuele onderneming zal door de werkge- ver overleg gepleegd worden met de ,,O.R.’’, resp. de personeels- vertegenwoordiging over plannen, die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid en de rechtspositie van de betrok- ken werknemers.
Daarna zal hij de werknemersorganisaties van deze plannen op de hoogte stellen, opdat deze hierop kunnen reageren en advies uitbren- gen. Zouden deze plannen een negatieve invloed op de werkgelegen- heid hebben, dan zal in onderling overleg getracht worden de nade- lige gevolgen zoveel mogelijk te beperken.
3. In de bedrijven zal in overleg met de ondernemingsraad c.q. perso- neelsvertegenwoordiging nagegaan worden in hoeverre gehandicapte werknemers bij het bedrijf ingeschakeld kunnen worden. Daarbij zal worden overlegd welke vorzieningen betreffende de inrichting van de arbeidsplaats zullen worden getroffen.
4. Een werkgever, die van plan is een opdracht te verstrekken aan een externe deskundige om een onderzoek in te stellen met betrekking tot de organisatie van zijn onderneming, pleegt tevoren overleg met de ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging. Daarnaast worden door hem de werknemersorganisaties ingelicht.
5. In het overleg van de ondernemer met de ondernemingsraad c.q. personeelsvertegenwoordiging zal alle aandacht besteed worden aan de interne opleiding en vorming van de personeelsleden, zulks mede in verband met de uitvoering van het bepaalde in artikel 5 van deze overeenkomst.
6. Indien er vacatures ontstaan b.v. door natuurlijke verloop, zal de werkgever eerst het eigen personeel in de gelegenheid stellen te sol- liciteren. Daarna zal de vacature worden gemeld bij het Gewestelijke Arbeidsbureau. Inmiddels weer vervulde vacatures zullen bij het
G.A.B. worden afgemeld.
29
BIJLAGE I VAN DE C.A.O. VOOR TANDTECHNIEK
Gegevens inzake de indeling in functiegroepen
1. De werknemer wordt naar gelang van zijn werkzaamheden ingedeeld in een de functiegroepen 0 t/m VIII, zulks aan de hand van de in deze bijlage opgenomen lijst van voorbeeldfuncties.
Tandtechnici die in bezit zijn van een diploma, als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst, worden ingedeeld in een der groepen IV t/m VIII, overigens aan de hand van de in deze bijlage opgenomen lijst van voorbeeldfuncties.
Functie- groep | Functierang | Func- tienr. | Benamingen van voorbeeldfuncties |
0 | Werknemers art. 8III sub c | 1e jaar werkzaam in de | |
tandtechniek | |||
Werknemer voor het eerst | |||
in opleiding tot assistent- | |||
tandtechnicus vanaf cur- | |||
susjaar 1991/1991 | |||
I | Leerling-tandtechnicus | – | |
II | Leerlingmedewerker B | 01 | Beetplaatmaker |
III | Technisch medewerker A | 13 | Afwerkerprothesen |
02 | Stopper/perser kunsthars | ||
03 | Gieter/polijster (goud en | ||
kunstharskronen) | |||
IV | Tandtechnicus A | 12 | Modelleur prothesen |
04 | Voorbereider/vervaardiger | ||
(stompen en modellen met | |||
uitneembare stompen) | |||
V | Tandtechnicus C | 14 | Reparateurkunststof- |
prothesen | |||
05 | Voorbereider/modelleur | ||
(eenvoudigeframes) | |||
06 | Modelleur (kronen en | ||
inlays) | |||
07 | Modelleur (kunsthars- | ||
jackets) | |||
VI | Tandtechnicus B | 08 | Modelleur/bakker |
(jacketkronen in porcelein | |||
c.q. goud/ | |||
porceleincombinatie) | |||
11 | Opsteller |
30
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Functie- groep | Functierang | Func- tienr. | Benamingen van voorbeeldfuncties |
09 | Voorbereider/modelleur | ||
(gecompliceerdeframes) | |||
Orthodontisch Technicus | |||
VII | Tandtechnicus A | 10 | Modelleur/bakker |
(grootconstructies) | |||
VII | Tandtechnicus tandheel- | – | |
kundige praktijk | |||
VIII | Chef tandtechnicus | – |
2. Indien de werknemer regelmatig meer dan e´e´n functie beoefent, wordt hij ingedeeld in de salarisklasse, waarop hij op grond van de hoogst geklasseerde aanspraak kan maken, tenzij deze functie in een te verwaarlozen omvang in zijn werkpakket voorkomt.
3. Indien en voor zover de werkzaamheden van de werknemer niet in het sub 1 bedoelde schematische overzicht voorkomen, wordt de werknemer in onderling overleg door werkgever in een der functie- groepen ingedeeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 onder 2.
4 Chauffeurs danwel werknemers die in hoofdzaak administratieve werkzaamheden verrichten worden na een driejarig dienstverband niet langer ingedeeld dan in functiegroep III, respectievelijk in functiegroep IV.
5. Werknemers die in hoofdzaak huishoudelijke werkzaamheden ver- richten worden niet langer ingedeeld dan in functiegroep 1. Een en ander onverlet de mogelijkheid van indeling in groep nul gedurende 1 jaar.
31
Voorbeeld nadere indeling | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 8 |
Vaste vervangingen | ||||||||
Goud Gipswerk | x | x | ||||||
Alle galvanisch werk Gietstiften plaatsen/inbedden | x | x | ||||||
Gieten, polijsten Modelleren fix. kappen | x | x | ||||||
Fijnslijpen van stompen Modelleren + afwerk. kr. + inl. Grootconstructies | x | x | x | x | ||||
Porselein Matrixmaker Opaque opbrengen Dummies bij bakken facings Bijbakken + kleuren Jackets/kronen op metaal Groot constructies | x | x | x | x | x | x |
32
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE II
Salarisschalen voor Tandtechnici per 1 juli 19961)
Schaal 0 (minimumloon) gewijzigd
VAKVOLWASSEN | |||||||||
LEEFTIJD | 23 | 23 | 23 | 23 | 24 | 24 | 25 | 25 | 27 |
FUNCTIEGROEPEN | 0 | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII |
0 Functiejaren | 2203,50 | 2639,00 | 2723,00 | 2786,00 | 2904,00 | 3021,00 | 3201,00 | 3415,00 | 3672,00 |
1 Functiejaar | 2213,00 | 2663,00 | 2770,00 | 2832,00 | 2968,00 | 3095,00 | 3280,00 | 3500,00 | 3780,00 |
2 Funktiejaren | 2708,00 | 2818,00 | 2884,00 | 3038,00 | 3174,00 | 3365,00 | 3590,00 | 3882,00 | |
3 Funktiejaren | 2747,00 | 2862,00 | 2935,00 | 3092,00 | 3248,00 | 3447,00 | 3676,00 | 3990,00 | |
4 Funktiejaren | 2791,00 | 2912,00 | 2988,00 | 3158,00 | 3324,00 | 3530,00 | 3769,00 | 4093,00 | |
5 Funktiejaren | 2838,00 | 2963,00 | 3038,00 | 3220,00 | 3396,00 | 3611,00 | 3855,00 | 4199,00 | |
6 Funktiejaren | 2885,00 | 3012,00 | 3098,00 | 3283,00 | 3474,00 | 3696,00 | 3943,00 | 4303,00 | |
7 Funktiejaren | 3070,00 | 3158,00 | 3353,00 | 3551,00 | 3777,00 | 4035,00 | 4406,00 | ||
8 Funktiejaren | 3210,00 | 3413,00 | 3629,00 | 3867,00 | 4125,00 | 4519,00 | |||
9 Funktiejaren | 3476,00 | 3705,00 | 3945,00 | 4207,00 | 4614,00 | ||||
10 Funktiejaren | 3777,00 | 4032,00 | 4299,00 | 4725,00 | |||||
11 Funktiejaren | 4111,00 | 4387,00 | 4825,00 | ||||||
12 Funktiejaren | 4477,00 | 4936,00 |
33
1) Algemeenverbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
Jeugdschaal | |||||||||
FUNKTIEGROEPEN | 0 | I | II | III | IV | V | VI | VII | VIII |
16 jaar | 760,20 | 1181,00 | |||||||
17 jaar | 870,40 | 1313,00 | |||||||
18 jaar | 1002,60 | 1495,00 | 1554,00 | 1589,00 | |||||
19 jaar | 1156,80 | 1707,00 | 1769,00 | 1811,00 | |||||
20 jaar | 1355,20 | 1836,00 | 1908,00 | 1951,00 | |||||
21 jaar | 1597,50 | 2100,00 | 2179,00 | 2230,00 | 2263,00 | 2358,00 | |||
22 jaar | 1873,00 | 2363,00 | 2451,00 | 2507,00 | 2555,00 | 2659,00 | 2719,00 | ||
23 jaar | 2845,00 | 2963,00 | 3039,00 | 3073,00 | |||||
24 jaar | 3105,00 | 3241,00 | 3309,00 | ||||||
25 jaar | 3313,00 | 3489,00 | |||||||
26 jaar | 3564,00 |
34
Voorbeeld nadere indeling | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 7 8 |
Uitsl. 1e jaartandtechniek | x | ||||||
Uitneembare vervangingen | |||||||
Prothese Beetplaten lepels alle systemen | x | ||||||
Uitbroeien/uithalen Polijsten/gieten KH Gipswerk/inbedden | x x x | x | |||||
Stoppen/persen Afwerken Afmodelleren Reparateur/Prothesen Opstellen alle systemen | x x | x | x | x | |||
Regulatie technicus | x | ||||||
Frames Gipswerk/dupliceren | x | x | |||||
inbedden/gieten/ zandstralen/polijsten Modelleren en afwerken frames Ontwerpenframes | x | x | x | x |
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
35
BIJLAGE VI
behorend bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek (Invullen in drievoud)
e´e´n exemplaar voor onderneming Rekeningno.: 1)
e´e´n exemplaar voor spaarder Bedrijfsspaarno.: 2)
e´e´n exemplaar voor bank
BEDRIJFSSPAARREGELING
Onderneming .............................................................................................
Ondergetekende:
naam ...............................................................................................
voornamen: ....................................................................................
geboren:
plaats: .............................................................................................
datum: ............................................................................................
wonende:
plaats ..............................................................................................
straat: ............................................................................ no: ..........
deelnemer aan de bedrijfsspaarregeling van bovengenoemde onderne- ming, verzoekt hierbij om met ingang van ............... de inhouding op zijn loon/haar salaris te wijzigen in: ........................................................
haar wekelijkse/maandelijkse inhouding op zijn/haar loon van een be- drag ad f ............... ter bijschrijving op zijn gepremieerde bedrijfsspaarrekening3)/haar jeugdspaarwetregeling bij de Stichting van de bank:.......................................................................................................
...............................................................19..... Handtekening:
Paraaf loonadministratie: ............................................................................
Ondergetekende4)........................................................................................
verklaart hiermede, als wettelijke vertegenwoordiger van........................
.....................................................................................................................
akkoord te gaan met bovenstaand verzoek tot wijziging van het bedrag van inhouding, dat thans f .......... per zal bedragen.
Handtekening wettelijk vertegenwoordiger ..............................................
1) Noot cao-partijen: in te vullen door de spaarbank
2) in te vullen door de onderneming
3) doorhalen hetgeen niet van toepassing is
4) alleen in te vullen bij minderjarigheid van de werknemer/ster.
36
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE VIII
Doel:
JEUGDPLAN
1. Te bevorderen dat meer jeugdigen in opleiding worden genomen waardoor de jeugdwerkloosheid wordt bestreden en de continu¨ıteit van de school en het vak worden zeker gesteld.
Doelgroep:
2. a. Dit jeugdplan is van toepassing op werknemers die door de werk- gever als leerling-tandtechnicus worden aangesteld op of na 1 juli 1983.
b. Eveneens is dit jeugdplan van toepassing op werknemers die con- form artikel 5, lid 2 en 3 van de CAO het leerrecht hebben ver- worven doch daar eerst op of na 1 juli 1983 gebruik van maken.
Wekelijkse arbeidsduur:
3. a. Met de hierboven onder doelgroep sub a bedoelde werknemers zal een wekelijkse arbeidsduur worden overeengekomen liggend tussen de 32 en 38 uur.
b. Met de hierboven onder doelgroep sub b bedoelde werknemers zal het bestaande dienstverband niet binnen het kader van dit jeugdplan worden gewijzigd.
Subsidieregeling:
4. a. De navolgende subsidieregeling is voor de werkgever van toe- passing voor de hierboven onder de doelgroep (lid 2) omschre- ven werknemers:
– een bijdrage van 75% van het bruto schaalsalaris in het eer- ste leerjaar;
– een bijdrage van 50% van het bruto schaalsalaris in het tweede leerjaar;
– een bijdrage van 25% van het bruto schaalsalaris in het derde, vierde en vijfde leerjaar.
b. Bij de berekening van de hierboven bedoelde subsidie wordt als brutoloonkosten ten hoogste uitgegaan van 80% van het schaal- salaris volgens functiegroep I.
c. Deze subsidieregeling komt in de plaats van de bestaande subsidieregeling van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds voor
37
de Tandtechniek gedurende de eerste 2 leerjaren. Hierna zal voor de verdere leerjaren de bestaande subsidieregeling van voor- noemd fonds van toepassing zijn.
d. Bovengenoemde subsidieregelingen zullen worden uitgekeerd voor zover de omvang van de hiervoor gereserveerde middelen dit toelaten.
5. Dit jeugdplan is geheel onderworpen aan de bepalingen uit de C.A.O. voor de Tandtechniek.
38
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE X
WERVING EN SELECTIE
De werkgever zal bij het te voeren beleid inzake werving en selectie de door de Stichting van de Arbeid op 21 juli 1982 opgestelde aanbevelin- gen als uitgangspunt kiezen.
39
BIJLAGE XII
WAGW
Werkgevers spreken de intentie uit een zodanig beleid te ontwikkelen, dat de in de WAGW neergelegde doelstelling, zoveel als mogelijk is, benaderd zal worden. Daartoe zullen maatregelen worden genomen, die handhaving in het arbeidsproces beogen van gedeeltelijk arbeidsonge- schikt geworden werknemers danwel (her)plaatsing beogen van derge- lijke werknemers.
40
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE XIII
ARBEIDSOVEREENKOMST TEN BEHOEVE VAN OPLEIDING LEERLINGSTELSEL
– als bedoeld in artikel 3 lid 5 sub b van de CAO voor Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek;
– met nieuwe leerlingen af te sluiten overeenkomst, als bedoeld in arti- kel 1 lid 3 sub c van de statuten van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds Tandtechniek.
De ondergetekenden:
TTL
gevestigd en zaakdoende te aan de
verder te noemen werkgever,
en
verder te noemen werknemer In aanmerking nemende:
– dat de rechtsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers voor wat betreft de leerlingen/werknemers die het onderwijs in het kader van de primaire fase leerlingstelsel tandtechniek in het cursusjaar ’91/’92 aanvangen zijn gewijzigd bij CAO;
– dat het opleidingsbedrijf de taak op zich heeft genomen, zoals be- doeld in de Wet op het Leerlingwezen, door het verzorgen van de praktijkopleiding in samenhang met het algemene en op het beroep gericht onderwijs aan de BBO-onderwijsinstelling in de zin van genoemde wet;
– dat voor de uitvoering van deze overeenkomst het opleidingsbedrijf dient te beschikken over praktijk- en opleidingsruimten en/of opleidingsfaciliteiten onder toezicht van een erkend leerlingstelsel, als bedoeld in de Wet op het Leerlingwezen;
– dat de intentie aanwezig is dat bij goed functioneren (ter beoordeling aan de werkgever) zal worden overgegaan tot een arbeidsovereen- komst voor onbepaalde tijd;
– dat na ieder half jaar een functioneringsgesprek zal worden gevoerd;
41
verklaren de volgende arbeidsovereenkomst, welke ingaat op te
hebben aangegaan, onder voorwaarde dat de werknemer medisch wordt goedgekeurd en het voor de toelating vereiste opleidingsniveau is be- reikt:
Artikel 1
Het opleidingsbedrijf, hierna te noemen ,,werkgever’’, neemt de werk- nemer, die in het cursusjaar ../.. de primaire fase leerlingstelsel tand- techniek aanvangt, ten behoeve van voornoemde opleiding in dienst in de functiegroep ,,0’’. Gedurende deze inschaling zullen geen functie- jaren worden opgebouwd.
Artikel 2
Deze overeenkomst wordt aangegaan in samenhang met de tussen par- tijen en het vigerende landelijk orgaan, de Stichting Vakopleiding Gezondheidstechnische Beroepen (S.V.G.B.) te Hoofddorp, ingevolge de Wet op het Leerlingwezen gesloten leerovereenkomst en dient tot nadere regeling van de arbeidsverhouding tussen de werkgever en werknemer.
Artikel 3
De dienstbetrekking vangt aan op 199.. en wel voor de duur van
twee maanden als proeftijd en aansluitend voor de duur van – het met goed gevolg doorlopen van de primaire opleiding leerlingwezen, zodat deze overeenkomst uiterlijk eindigt op 30 juni 199..; alsmede – met onmiddellijke ingang – wanneer de leerovereenkomst tussentijds wordt bee¨indigd op initiatief c.q. door toedoen van de werknemer.
Artikel 4
Bij het aangaan van de overeenkomst bedraagt het salaris gulden
per maand te voldoen per (bank giro).
Artikel 5
De werkgever zal op het salaris, als genoemd in artikel 4, de wettelijk voorgeschreven belastingen en premies inhouden en afdragen aan de daartoe aangewezen instanties.
Artikel 6
De werkgever draagt ervoor zorg dat de opleidingsplaats voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen van veiligheid ter vermijding van schade voor de werknemer aan lijf en goed.
42
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Artikel 7
1. De leermiddelen voor het volgen van de opleiding tandtechniek wor- den door het opleidingsbedrijf ter beschikking gesteld aan de leer- ling.
2. Het schoolgeld voor het volgen van de opleiding tandtechniek komt voor rekening van de werknemer.
Artikel 8
De werkgever verstrekt aan de werknemer de benodigde werkkleding en veiligheidsmiddelen onder de bij hem gebruikelijke voorwaarden. De kosten hiervan zijn geheel voor rekening van het opleidingsbedrijf.
Artikel 9
De werkgever bevoorschot de reiskosten van/aan de werknemer verband houdende met het volgen van de opleiding zijnerzijds aan een door de
S.V.G.B. aangewezen BBO-instelling, tot ten hoogste het bedrag dat de Stichting Sociaal Fonds Tandtechniek aan eerstgenoemde – nadat deze kosten zijn gemaakt – vergoedt.
Artikel 10
De werknemer volgt de praktijkopleiding bij de werkgever; alsmede een algemene en beroepsgerichte theoretische opleiding aan een door de
S.V.G.B. aangewezen BBO-instelling.
Artikel 11
De werknemer zal zich bij het volgen van de opleiding houden aan de hem/haar te geven aanwijzingen en opdrachten.
Artikel 12
De werknemer zal op de opleidingsplaats aanwezig zijn op door de werkgever aan te wijzen dagen en tijdstippen met dien verstande dat de opleidingsduur de normale arbeidsduur als omschreven bij CAO niet overschrijdt. Indien de lessen op de BBO-instelling om een of andere reden geen doorgang kunnen vinden, dient de werknemer zich terstond bij de werkgever te vervoegen.
43
Artikel 13
De werkgever zal de werknemer in het bezit stellen van de voor deze overeenkomst geldende reglementen: welke hiervan worden geacht deel uit te maken.
Artikel 14
Het aantal vakantiedagen wordt toegekend op basis van de huidige bepa- lingen van de ,,CAO voor tandtechnici en ander personeel in de tand- techniek’’.
Artikel 15
Op deze arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen van de ,,CAO voor tandtechnici en ander personeel in de tandtechniek’’, de statuten en het huishoudelijk reglement van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds Tand- techniek, alsmede het Nederlands recht (w.o. de Wet op het Leerlingwe- zen) van toepassing.
Artikel 16
Partijen verplichten zich naar beste vermogen om alle verplichtingen uit en in verband met deze overeenkomst na te leven en alles te doen om de opleiding met goed gevolg te kunnen (doen) afsluiten.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te
.................................................. op 199..
De werkgever: De werknemer/wettelijk vertegenwoordiger:
................................................ ................................................
44
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE XIV
ARBEIDSOVEREENKOMST TEN BEHOEVE VAN WERKNEMER/3E JAARS SVGB-LEERLING
ARBEIDSOVEREENKOMST
De ondergetekenden:
TTL ............................................................................................................
gevestigd en zaakdoende te ......................................................................
aan de .........................................................................................................
verder te noemen werkgever,
en ...............................................................................................................
verder te noemen werknemer, verklaren de volgende arbeidsovereen- komst te zijn aangegaan, welke in de plaats treedt van de arbeidsover- eenkomst voor bepaalde tijd ex artikel 3 en lid 5 sub b van de XXX Xxxxxxxxxxxx;
Artikel 1
1. 1. Werkgever neemt werknemer in dienst als assistent-tandtechnicus, ingeschaald in funktiegroep.....
Note: Inschaling dient ingevolge de XXX Xxxxxxxxxxxx in funk- tiegroep 1 plaats te vinden.
2. Het aantal toegekende funktiejaren is bepaald op Uitsluitend
wanneer de jeugdschalen niet meer van toepassing zijn kunnen funktiejaren worden toegekend.
Note: Uitsluitend wanneer de jeugdschalen niet meer van toepas- sing zijn kunnen funktiejaren worden toegekend.
3. De wekelijkse arbeidsduur bedraagt: 32 uren.
Note: De werkgever verkrijgt voor 3e-jaars leerlingen geen sub- sidie meer van de Stichting Algemeen Sociaal Fonds Tand- techniek. Daarom geven wij u in overweging om een deeltijd- dienstverband overeen te komen waarbij de schooldag qua loonderving voor rekening van de werknemer komt.
Artikel 2
De dienstbetrekking vangt aan op .................. 199.. en wel voor de duur van twee maanden als proeftijd en aansluitend voor onbepaalde tijd.
45
Artikel 3
Bij het aangaan van de overeenkomst bedraagt het salaris gul-
den bruto per maand, te voldoen per bank of bankgiro.
Artikel 5
Op deze arbeidsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend
te ............................................... op ............................................... 199...
De werkgever: De werknemer:
................................................ ................................................
46
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE XV
ARBEIDSOVEREENKOMST
Voor bepaalde tijd
De ondergetekenden:
TTL ............................................................................................................
gevestigd en zaakdoende te ......................................................................
aan de .........................................................................................................
verder te noemen werkgever,
en ...............................................................................................................
verder te noemen werknemer, verklaren de volgende overeenkomst te zijn aangegaan:
Artikel 1
Werkgever neemt werknemer in dienst als ..............................................
(xxxxxxx), ingeschaald in funktiegroep ......................................................
Het aantal toegekende funktiejaren is bepaald op ...................................
De wekelijkse arbeidsduur bedraagt: uren.
Artikel 2
De dienstbetrekking vangt aan op .............. 199.. en wel voor de duur van twee maanden als proeftijd en aansluitend voor de duur van tien maanden, zodat de overeenkomst eindigt op ................ 199..
Artikel 4
Bij het aangaan van de overeenkomst bedraagt het salaris ...................
gulden bruto per maand, te voldoen per bank of giro.
47
Artikel 5
Op deze arbeidsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend
te ............................................... op ............................................... 199....
De werkgever: De werknemer;
................................................ ................................................
48
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE XVI
ARBEIDSOVEREENKOMST
Voor onbepaalde tijd
De ondergetekenden:
TTL .............................................................................................................
gevestigd en zaakdoende te........................................................................
aan de ..........................................................................................................
verder te noemen werkgever,
en.................................................................................................................
verder te noemen werknemer, verklaren de volgende overeenkomst te zijn aangegaan:
Artikel 1
Werkgever neemt werknemer in dienst als (funktie), inge-
schaald in funktiegroep ........... Het aantal toegekende funktiejaren is bepaald op ...... De wekelijkse arbeidsduur bedraagt: uren.
Artikel 2
De dienstbetrekking vangt aan op .............. 199.. en wel voor de duur van twee maanden als proeftijd en aansluitend voor onbepaalde tijd.
Artikel 4
Bij het aangaan van de overeenkomst bedraagt het salaris gul-
den bruto per maand, te voldoen per bank of giro.
Artikel 5
Op deze arbeidsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend
te ............................................... op ............................................... 199....
De werkgever: De werknemer;
................................................ ................................................
49
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 6 december 1996
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
X. xxx Xxxx.
50
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
AANHANGSEL
BEKNOPTE TOELICHTING OP HET REGLEMENT VAN DE GEPREMIEERDE SPAARREGELING VOOR MEDEWERKERS VAN LABORATORIUMHOUDENDE TANDTECHNICI EN TANDHEELKUNDIGEN
Doel:
Het doel van deze spaarregeling is het verwerven van duurzaam bezit te bevorderen door het verstrekken van een premie aan de deelnemers over de ingehouden spaargelden.
Deelnemer:
Om aan de spaarregeling te mogen deelnemen, moet men tenminste 3 maanden onafgebroken in dienst zijn van de werkgever.
Hoe wordt men deelnemer:
Om te kunnen deelnemen dient u een aanmeldingsformulier (verkrijg- baar bij uw werkgever) in te vullen
Op dit formulier wordt ingevuld:
1. naam, adres, codenummer en woonplaats van de deelnemer;
2. het bedrag, dat hij of zij per maand wil sparen;
3. bij welke spaarinstelling men wil sparen.
Bij minderjarige deelnemers wordt het aanmeldingsformulier behalve door de deelnemer ook nog door zijn wettelijke vertegenwoordiger gete- kend.
Spaarinstelling:
U mag kiezen uit de volgende spaarinstellingen:
De Rabobank in de woonplaats van de werknemer, de vakbondsspaarbanken
Spaarbank voor Protestant Nederland (CNV)
Centrale Volksbank (NKV)
Algemene Spaarbank voor Nederland (NVV)
Spaarbedrag:
U moet dan tevens opgeven hoeveel u wenst te sparen. Dat kan zijn f 15,–, f 25,–, f 35,–, f 45,– en f 75,– per maand.
Heeft u het bedrag eenmaal opgegeven dan is wijziging hiervan slechts mogelijk per 1 januari van het volgend jaar mits u dit een maand van te voren dus uiterlijk 1 december opgeeft. De werkgever zal de ingehou- den spaargelden eenmaal per kwartaal overmaken naar de spaarbank
51
Eenmaal per halfjaar zal hij de op de eigen besparingen betrekking heb- bende premie overmaken.
Het aanmeldingsformulier wordt door de werkgever doorgezonden naar de spaarbank. Elke deelnemer krijgt bij de spaarbank een rekening- nummer en een deelnemersbewijs: hierop wordt naast de naam tevens zijn deelnemersnummer vermeld. Aan het begin van elk jaar wordt door de spaarbank aan de deelnemer een saldo-biljet gezonden. Hierop staan vermeld het gespaarde bedrag, de premie en de gekweekte rente.
Spaarpremie:
Over uw spaarbedrag kunt u van uw werkgever een spaarpremie van 50% krijgen. In guldens uitgedrukt bedraagt deze premie per jaar f 90,–, f 150,–, f 210,–, f 270,– f 330,– en f 450,–.
Belangrijk: Over de spaarpremie betaalt u geen belastingen premies socialeverzekering.
Spaartermijn:
Om deze spaarpremie te verdienen moet uw spaarbedrag van een be- paald jaar tenminste 4 volle kalenderjaren op de spaarrekening hebben gestaan.
Dat betekent dat u hetgeen u in 1979 gespaard hebt na 1 januari 1984 ter beschikking krijgt (inclusief de spaarpremie): hetgeen u in 1984 gespaard hebt, krijgt u (inclusief spaarpremie) na 1 januari 1989 ter beschikking; enz., enz.
Geblokkeerde rekening:
Uw spaarbedragen die uw werkgever met uw goedvinden inhoudt op uw salaris, alsmede de voorlopig toegekende spaarpremies, worden door de spaarinstellingen geboekt op een zgn. geblokkeerde spaarrekening.
De vrije rekening:
Nadat de eigen besparing gedurende 4 kalenderjaren op de geblokkeerde rekening heeft gestaan heeft men de premie verdiend. Uw spaarbank boekt dan automatisch het gespaarde bedrag met de premie van de werk- gever over naar uw vrije rekening. Vrije rekening wil zeggen dat het tegoed op deze rekening zonder enige beperking direct opvraagbaar is. Op uw saldobiljet aan het begin van elk jaar staat steeds duidelijk aan- gegeven welk bedrag op de vrije rekening staat en welk bedrag op de geblokkeerde rekening.
De rente die u maakt van uw spaargeld wordt elk jaar op uw vrije reke- ning geboekt en is in feite direct opvraagbaar.
Beschikking over het tegoed op de geblokkeerde spaarrekening: De deelnemer kan te allen tijde over zijn spaarbedragen op de geblok- keerde spaarrekening beschikken. Wenst hij echter zijn spaartegoed of een gedeelte daarvan op te nemen voordat de 4 volle kalenderjaren zijn verstreken, dan verliest hij zijn aanspraak op de spaarpremie. De spaar- instelling betaalt uw eigen spaargeld uit, maar stort de daarbij behorende
52
Tandtechnici en ander personeel in de Tandtechniek 1996/1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen
spaarpremie weer terug op de rekening van uw werkgever. Het is even- wel mogelijk, voordat de 4 volle kalenderjaren zijn verstreken, over het spaartegoed te beschikken en toch aanspraak te maken op de belasting- vrije spaarpremie van uw werkgever.
Dit kan, wanneer u geld wenst op te nemen voor:
a. aankoop van een huis;
b. aflossing van een hypotheek;
c. uitgaven ter verbetering van uw eigen woning, mits de kosten ten- minste f 500,– bedragen;
d. uitgaven ter gelegenheid van uw huwelijk;
e. betaling van premies voor levensverzekering.
Einde deelneming
De deelneming aan de spaarregeling eindigt door:
a. einde van het dienstverband;
b. royering door de werkgever wegens het niet nakomen van de bepa- lingen van het reglement;
c. opzegging door de deelnemer.
Bij bee¨indiging van het dienstverband wegens overlijden, emigratie of wegens reorganisatie of staking van het bedrijf door de werkgever, bestaat direct aanspraak op de eigen besparingen met premie. Wordt het dienstverband om een andere reden verbroken dan kan de premie nog verdiend worden over die besparingen die men 4 kalenderjaren op de rekening laat staan, waardoor aan de voorwaarden van het reglement wordt voldaan.
Geen onderpand:
Het is niet toegestaan de besparingen als onderpand te geven of te bezwaren of cessie te verlenen. Bij overtreding van deze bepaling ver- beurt de deelnemer alle rechten op premie.
53