OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de versoepeling van de afgifte van visa
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna „de Gemeenschap” genoemd, en
DE REPUBLIEK ALBANIË,
hierna „de partijen” genoemd;
Gelet op de stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië die op 12 juni 2006 werd ondertekend en die de huidige betrekkingen met de Republiek Albanië regelt,
Bevestigend dat zij voornemens zijn in het kader van de bestaande SAO-structuren nauw samen te werken voor de versoe- peling van de visumregeling tussen de Republiek Albanië en de Europese Unie, overeenkomstig de conclusies van de top- ontmoeting tussen de Europese Unie en de westelijke Balkan van 21 juni 2003 in Thessaloniki,
Geleid door de wens om in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschap- pelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken door als eerste concrete stap naar een visumvrije regeling de afgifte van visa aan burgers van de Republiek Albanië te versoepelen,
Rekening houdend met het feit dat alle EU-burgers sinds 4 augustus 2000 zijn vrijgesteld van de visumplicht wanneer zij voor maximaal 90 dagen per periode van 180 dagen naar de Republiek Albanië reizen of op doorreis over het grondgebied van de Republiek Albanië reizen,
Erkennend dat indien de Republiek Albanië de visumplicht voor EU-burgers weer invoert, op basis van wederkerigheid voor EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen gelden als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de Republiek Albanië,
Erkennend dat visumversoepeling niet mag leiden tot illegale migratie en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid en overname,
Gelet op de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de Republiek Albanië en de Europese Gemeenschap betreffende de overname van illegaal verblijvende personen,
Rekening houdend met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Euro- pese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze over- eenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,
Rekening houdend met het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze over- eenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Doel en toepassingsgebied
1. Deze overeenkomst is bedoeld om de afgifte van visa voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen aan burgers van de Republiek Albanië te versoepelen.
2. Indien de Republiek Albanië de visumplicht voor EU-burgers of voor bepaalde categorieën EU-burgers weer invoert,
gelden op basis van wederkerigheid voor de betrokken EU-burgers automatisch dezelfde versoepelingen als die welke krachtens deze overeenkomst gelden voor de burgers van de Republiek Albanië.
Artikel 2
Algemene bepaling
1. De bij deze overeenkomst geregelde soepeler afgifte van visa geldt voor burgers van de Republiek Albanië slechts voor zover zij niet zijn vrijgesteld van de visumplicht op grond van de wet- en regelgeving van de Gemeenschap of de lidstaten, deze overeen- komst of andere internationale overeenkomsten.
2. Op kwesties die niet onder de bepalingen van deze overeen- komst vallen, zoals de weigering om een visum af te geven, de erkenning van reisdocumenten, het bewijs van voldoende bestaansmiddelen, inreisverboden en uitzettingsmaatregelen, is de nationale wetgeving van de Republiek Albanië, de nationale wet- geving van de lidstaten of het Gemeenschapsrecht van toepassing.
Artikel 3
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „lidstaat”: elke lidstaat van de Europese Unie, met uitzonde- ring van het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Ierland en het Verenigd Koninkrijk;
b) „burger van de Europese Unie”: een onderdaan van een lid- staat als bedoeld onder a);
c) „burger van de Republiek Albanië”: een persoon die de natio- naliteit van Albanië bezit;
d) „visum”: een machtiging of beslissing van een lidstaat die nodig is voor:
— inreis voor een voorgenomen verblijf in die lidstaat of in verscheidene lidstaten van in totaal maximaal 90 dagen;
— inreis met het oog op doorreis over het grondgebied van die lidstaat of van meerdere lidstaten;
e) „legaal verblijvende persoon”: een burger van de Republiek Albanië die op grond van het Gemeenschapsrecht of de nationale wetgeving gemachtigd is of toestemming heeft om meer dan 90 dagen op het grondgebied van een lidstaat te verblijven.
Artikel 4
Bewijsstukken betreffende het doel van de reis
1. Voor de hieronder genoemde categorieën burgers van de Republiek Albanië volstaan de volgende documenten als recht- vaardiging van het doel van de reis naar de andere partij:
a) voor leden van officiële delegaties van de Republiek Albanië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselings- programma’s of aan evenementen die door inter- gouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden:
— een brief van een Albanese instantie waarin wordt beves- tigd dat de aanvrager lid is van de Albanese delegatie die naar de lidstaten afreist om deel te nemen aan een hier- boven bedoeld evenement, en een kopie van de officiële uitnodiging;
b) voor zakenlieden en vertegenwoordigers van be- drijfsorganisaties:
— een schriftelijke uitnodiging van een in het gastland gevestigde rechtspersoon, onderneming of organisatie, of een bureau of filialen daarvan, van nationale of lokale autoriteiten van de lidstaten of van organisatiecomités van handels- en industrietentoonstellingen, -conferenties en -symposia die worden gehouden op het grondgebied van de lidstaten en de instemming genieten van een Kamer van Koophandel van de Republiek Albanië;
c) voor journalisten:
— een certificaat of ander document van een beroepsorga- nisatie waaruit blijkt dat de betrokken persoon een gekwalificeerd journalist is en een document van de werkgever van de betrokkene waarin staat vermeld dat de reis is bedoeld om journalistiek werk te verrichten;
d) voor deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artis- tieke activiteiten, zoals universitaire en andere uit- wisselingsprogramma’s:
— een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie om deel te nemen aan deze activiteiten;
e) voor vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die reizen in verband met een opleiding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uit- wisselingsprogramma’s:
— een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie, een bevestiging dat de betrokkene de maatschappelijke orga- nisatie vertegenwoordigt en het oprichtingsdocument van de organisatie uit het desbetreffende register, afge- geven door een nationale instantie overeenkomstig de nationale wetgeving;
f) voor scholieren, studenten, postdoctoraal studenten en bege- leidende docenten die reizen voor studie- of opleidings- doeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselings- programma’s en andere schoolgerelateerde activiteiten:
— een schriftelijke uitnodiging of een inschrijvingsbewijs van de gastuniversiteit, -academie, -instelling, -college of
-school, of een collegekaart of inschrijvingsbewijs van de te volgen cursussen;
g) voor deelnemers aan internationale sportevenementen en personen die hen beroepshalve begeleiden:
— een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie: bevoegde instanties, nationale sportfederaties en het Nationaal Olympisch Comité van een van de lidstaten;
h) voor deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden:
— een schriftelijke uitnodiging van het hoofd van het stadsbestuur/de burgemeester van deze steden;
i) voor naaste familieleden — echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen — die op bezoek gaan bij Albanese burgers die legaal in de lidstaten verblijven:
— een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw;
j) voor bezoekers van militaire of civiele begraafplaatsen:
— een officieel document waaruit blijkt dat het graf bestaat en blijft voortbestaan en dat er sprake is van een fami- lierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene;
k) voor personen die politiek zijn vervolgd tijdens het commu- nistische regime in de Republiek Albanië:
— het certificaat dat door het Instituut voor de integratie van vervolgde personen wordt afgegeven overeenkomst artikel 3 van wet nr. 7748 van 29 juli 1993, waaruit blijkt dat de betrokkene politiek is vervolgd tijdens het communistische regime in de Republiek Albanië en een uitnodiging van een bevoegde instantie, een nationale of internationale organisatie zoals een ngo van een lidstaat of een Europese instelling om deel te nemen aan activi- teiten, bijvoorbeeld activiteiten die verband houden met de status van politiek vervolgde persoon;
l) chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregis- treerd in de Republiek Albanië:
— een schriftelijke uitnodiging van de nationale vereniging (unie) van vervoerders van de Republiek Albanië die internationaal goederenvervoer over de weg verzorgen, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;
m) voor toeristen:
— een certificaat of bewijsstuk van een door de lidstaten in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking erkend reisbureau of erkende touroperator, waaruit blijkt dat een georganiseerde reis is geboekt;
n) voor personen die om medische redenen naar de lidstaten rei- zen en hun noodzakelijke begeleiders:
— een officieel document van de medische instelling waar- uit blijkt dat medische behandeling in deze instelling noodzakelijk is en dat de betrokkene onder begeleiding moet reizen en bewijs van voldoende financiële midde- len om de behandeling te betalen;
o) voor beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan inter- nationale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studie- bijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden:
— een schriftelijke uitnodiging van de gastorganisatie waar- uit blijkt dat de betrokkene deelneemt aan het evenement;
p) voor het personeel van wagons, koelwagons en locomotie- ven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen:
— een schriftelijke uitnodiging van de bevoegde spoorweg- maatschappij van de Republiek Albanië waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld;
q) voor personen die een begrafenisplechtigheid bijwonen:
— een officieel overlijdenscertificaat en een bevestiging dat er sprake is van een familierelatie of een andere relatie tussen de visumaanvrager en de overledene;
r) voor vertegenwoordigers van religieuze gemeenschappen:
— een schriftelijke uitnodiging van een in de Republiek Albanië geregistreerde religieuze gemeenschap, waarin het doel, de duur en de frequentie van de reizen staan vermeld.
2. De in lid 1 bedoelde schriftelijke uitnodiging moet de vol- gende gegevens bevatten:
a) voor degene die wordt uitgenodigd: voor- en achternaam, geboortedatum, geslacht, nationaliteit, nummer van het iden- titeitsbewijs, tijdstip en doel van de reis, aantal inreizen en waar nodig de naam van de echtgenoot en kinderen die met de uitgenodigde persoon xxxxxxxxx;
b) voor degene die uitnodigt: voor- en achternaam en adres, of
c) voor de rechtspersoon, onderneming of organisatie die uit- nodigt: volledige naam en adres en
— indien de uitnodiging afkomstig is van een organisatie: naam en positie van de persoon die de uitnodiging ondertekent;
— indien de uitnodiging afkomstig is van een in een lidstaat gevestigde rechtspersoon of onderneming of een bureau of filiaal daarvan: het in de betrokken lidstaat wettelijk voorgeschreven registratienummer.
3. Voor de in lid 1 genoemde categorieën burgers worden alle soorten visa verstrekt volgens de vereenvoudigde procedure en zijn geen andere door de wetgeving van de lidstaten voorgeschre- ven vormen van motivering, uitnodiging of validering betreffende het doel van de reis nodig.
Artikel 5
Afgifte van meervoudige visa
1. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten ver- strekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maxi- maal vijf jaar aan de volgende categorieën personen:
a) aan leden van de raad van ministers, het parlement, het grondwettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie, in de uitoefening van hun functie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht; de geldigheidsduur blijft beperkt tot hun ambtstermijn, indien deze minder dan vijf jaar beloopt;
b) permanente leden van officiële delegaties van de Republiek Albanië die op officiële uitnodiging regelmatig deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;
c) echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen) die jonger zijn dan 21 jaar of ten laste komen van de aanvrager, die op bezoek gaan bij Albanese burgers die legaal in de lidstaten verblijven; de geldigheidsduur blijft beperkt tot de looptijd van de verblijfsvergunning.
2. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten ver- strekken meervoudige visa met een geldigheidsduur van maxi- maal een jaar aan de volgende categorieën personen, mits deze in het voorafgaande jaar ten minste één visum hebben verkregen waarvan zij gebruik hebben gemaakt overeenkomstig de wetge- ving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat en er redenen zijn om een meervoudig visum aan te vragen:
a) leden van officiële delegaties van de Republiek Albanië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overleg- rondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;
b) zakenlieden en vertegenwoordigers van bedrijfsorganisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen;
c) deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, waaronder universitaire en andere uitwisselings- programma’s, die regelmatig naar de lidstaten reizen;
d) deelnemers aan internationale sportevenementen en perso- nen die hen beroepshalve begeleiden;
e) journalisten;
f) deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden;
g) chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregis- treerd in de Republiek Albanië;
h) personen die om medische redenen regelmatig naar de lid- staten moeten reizen en hun noodzakelijke begeleiders;
i) personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;
j) studenten en postdoctoraal studenten die regelmatig reizen voor studie- of opleidingsdoeleinden, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;
k) vertegenwoordigers van de religieuze gemeenschappen in de Republiek Albanië die regelmatig naar de lidstaten reizen;
l) vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die regelmatig naar de lidstaten reizen in verband met een oplei- ding, studiebijeenkomsten of conferenties, bijvoorbeeld in het kader van uitwisselingsprogramma’s;
m) beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan interna- tionale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studie- bijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die regelmatig naar de lidstaten reizen.
3. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten ver- strekken de in lid 2 genoemde personen meervoudige visa met een geldigheidsduur van ten minste twee en ten hoogste vijf jaar, mits deze personen in de voorafgaande twee jaar overeenkomstig de wetgeving inzake inreis en verblijf in de bezochte staat gebruik hebben gemaakt van het meervoudig visum voor één jaar en de redenen om een meervoudig visum aan te vragen nog steeds gelden.
4. De in de leden 1 tot en met 3 bedoelde personen mogen in totaal ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.
Artikel 6
Leges voor de behandeling van een visumaanvraag
1. De leges voor de behandeling van visumaanvragen van de burgers van de Republiek Albanië bedragen 35 EUR.
Het hierboven genoemde bedrag kan worden aangepast volgens de procedure van artikel 14, lid 4.
Indien de Republiek Albanië de visumplicht voor EU-burgers opnieuw invoert, mag zij EU-burgers niet meer dan 35 EUR in rekening brengen voor de behandeling van een visumaanvraag, of het bedrag dat is overeengekomen bij een aanpassing volgens de procedure van artikel 14, lid 4.
2. Aan de volgende categorieën personen worden geen kosten in rekening gebracht voor de behandeling van een visumaanvraag:
a) naaste familieleden — echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen — die op bezoek gaan bij Albanese burgers die legaal in de lidstaten verblijven;
b) leden van officiële delegaties van de Republiek Albanië die op officiële uitnodiging deelnemen aan bijeenkomsten, overleg- rondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van de lidstaten worden gehouden;
c) leden van de raad van ministers, het parlement, het grond- wettelijk hof en de hoogste rechterlijke instantie, indien zij bij deze overeenkomst niet zijn vrijgesteld van de visumplicht;
d) xxxxxxxxxx, studenten, postdoctoraal studenten en begelei- dende docenten die reizen voor studie- of opleidings- doeleinden;
e) kinderen jonger dan zes jaar;
f) gehandicapten en personen die hen indien nodig begeleiden;
g) personen die documenten hebben overgelegd waaruit blijkt dat hun reis om humanitaire redenen noodzakelijk is, bij- voorbeeld om een dringende medische behandeling te onder- gaan, in welk geval de vrijstelling ook geldt voor degene die de betrokkene begeleidt, of om een begrafenis van een naast familielid bij te wonen of een ernstig ziek naast familielid te bezoeken;
h) deelnemers aan internationale sportevenementen en perso- nen die hen beroepshalve begeleiden;
i) deelnemers aan wetenschappelijke, culturele en artistieke activiteiten, waaronder universitaire en andere uit- wisselingsprogramma’s;
j) deelnemers aan officiële uitwisselingsprogramma’s van zustersteden;
k) personen die politiek zijn vervolgd tijdens het communisti- sche regime;
l) gepensioneerden;
m) vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die deelnemen aan vergaderingen, studiebijeenkomsten, uitwisselingsprogramma’s of cursussen;
n) journalisten;
o) vertegenwoordigers van in de Republiek Albanië geregis- treerde religieuze gemeenschappen;
p) chauffeurs die internationaal goederen- en personenvervoer verzorgen naar de lidstaten met voertuigen die zijn geregis- treerd in de Republiek Albanië;
q) personeel van wagons, koelwagons en locomotieven van internationale treinen die naar de lidstaten reizen;
r) beoefenaars van vrije beroepen die deelnemen aan interna- tionale tentoonstellingen, conferenties, symposia, studie- bijeenkomsten of vergelijkbare evenementen die in de lidstaten worden gehouden.
Artikel 7
Duur van de behandeling van een visumaanvraag
1. De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten nemen binnen tien kalenderdagen na ontvangst van de visum- aanvraag en de benodigde bewijsstukken een beslissing over de visumaanvraag.
2. De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in individuele gevallen worden verlengd tot 30 kalenderdagen, met name wanneer nader onderzoek van de aanvraag nodig is.
3. De periode voor het nemen van een beslissing over een visumaanvraag kan in dringende gevallen worden beperkt tot drie werkdagen of minder.
Artikel 8
Vertrek in geval van verloren of gestolen documenten
Burgers van de Europese Unie en de Republiek Albanië die hun identiteitsbewijs hebben verloren of van wie het identiteitsbewijs is gestolen tijdens hun verblijf op het grondgebied van de Repu- bliek Albanië respectievelijk de lidstaten, kunnen dat grondgebied zonder visum of een andere machtiging verlaten met een geldig identiteitsbewijs dat als grensoverschrijdingsdocument dient en dat is afgegeven door een diplomatieke of consulaire post van de lidstaten respectievelijk de Republiek Albanië.
Artikel 9
Verlenging van het visum in buitengewone omstandigheden
Van burgers van de Republiek Albanië die door overmacht niet in staat zijn het grondgebied van de lidstaten binnen de in hun visum vermelde termijn te verlaten, wordt het visum kosteloos volgens de wetgeving van het gastland verlengd voor de periode die nodig is tot hun terugkeer naar hun eigen land.
Artikel 10
Diplomatieke paspoorten
1. Burgers van de Republiek Albanië die houder zijn van een geldig diplomatiek paspoort hebben geen visum nodig voor een inreis in, een uitreis uit of een doorreis over het grondgebied van de lidstaten.
2. De in lid 1 bedoelde personen mogen ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen op het grondgebied van de lidstaten verblijven.
Artikel 11
Territoriale geldigheid van visa
Onverminderd nationale veiligheidsregels en -voorschriften van de lidstaten en onverminderd EU-regels inzake visa met een beperkte territoriale geldigheid, hebben de burgers van de Repu- bliek Albanië het recht om volgens dezelfde voorwaarden als de EU-burgers op het grondgebied van de lidstaten te reizen.
Artikel 12
Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst
1. De partijen richten een Gemengd Comité van deskundigen op (hierna „het Comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoor- digers van de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die wordt bijgestaan door des- kundigen van de lidstaten.
2. Het Comité heeft met name de volgende taken:
a) toezien op de toepassing van deze overeenkomst;
b) wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;
c) geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.
3. Het Comité komt zo vaak als nodig is op verzoek van een van de partijen bijeen, maar ten minste eens per jaar.
4. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 13
Verband tussen deze overeenkomst en bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en de Republiek Albanië
1. Zodra deze overeenkomst in werking treedt, heeft zij voor- rang op de bepalingen van bilaterale of multilaterale overeenkom- sten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Albanië, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeen- komst worden geregeld.
2. De bepalingen van bilaterale, vóór 1 januari 2007 onderte- kende overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidsta- ten en de Republiek Albanië op grond waarvan houders van dienstpaspoorten zijn vrijgesteld van de visumplicht, blijven van toepassing gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst, onverminderd het recht van de betrokken lidsta- ten of de Republiek Albanië om deze bilaterale overeenkomsten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten.
Artikel 14
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in wer- king op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierbo- ven bedoelde procedures zijn voltooid.
2. De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, ten- zij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 5.
3. Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instem- ming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking nadat de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
4. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 48 uur voor de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. De partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij onverwijld in kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting zijn vervallen zodra dit het geval is.
5. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere par- tij. Deze overeenkomst wordt beëindigd 90 dagen na de datum van deze kennisgeving.
Gedaan te Brussel op achttien september tweeduizend zeven, in twee exemplaren in elk van de officiële talen van de partijen, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.
За Европейската общност Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα For the European Community
Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről Għall-Komunitá Ewropea Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej Pela Comunidade Europeia Pentru Comunitatea Europeană Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta För Europeiska gemenskapen Za Evropsku zajednicu
За Европску заједнитгу
Për Kommunitetin Europian
За Република Албания Por la República de Albania Za Albánskou republiku For Republikken Albanien Für die Republik Albanien Albaania Vabariigi nimel
Για τη Δημοκρατία της Αλβανίας For the Republic of Albania Pour la République d’Albanie Per la Repubblica d’Albania Albānijas Republikas vārdā Albanijos Respublikos vardu az Albán Köztársaság részéről Għar-Repubblika ta’ l-Albanija Voor de Republiek Albanië X xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxx Xxxxxxxxx xx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx
Xx Albánsku republiku Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxx Republikën e Shqipërisë
BIJLAGE
PROTOCOL BETREFFENDE DE LIDSTATEN DIE HET SCHENGENACQUIS NIET VOLLEDIG TOEPASSEN
De lidstaten die gebonden zijn door het Schengenacquis maar nog geen Schengenvisa afgeven omdat zij in afwachting zijn van het daarvoor benodigde besluit van de Raad, verstrekken nationale visa die alleen geldig zijn op hun eigen grondgebied.
Deze lidstaten kunnen eenzijdig Schengenvisa en verblijfsvergunningen erkennen met het oog op doorreis over hun grond- gebied, overeenkomstig Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006.
Aangezien Beschikking nr. 895/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 nog niet van toepassing is op Roemenië en Bulgarije, zal de Commissie soortgelijke bepalingen voorstellen zodat deze landen eenzijdig Schengen- visa en -verblijfsvergunningen en vergelijkbare documenten die door andere nog niet volledig in de Schengenzone geïnte- greerde lidstaten zijn afgegeven, kunnen erkennen met het oog op doorreis over hun grondgebied.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN
De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op de procedures voor de afgifte van visa door de diplomatieke en consulaire posten van het Koninkrijk Denemarken.
Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Koninkrijk Denemarken en de Republiek Albanië onver- wijld een bilaterale overeenkomst sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar is met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET VERENIGD KONINKRIJK EN IERLAND
De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Ver- enigd Koninkrijk en Ierland.
Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Republiek Albanië bila- terale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN
De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen en IJs- land, die met name voortvloeien uit de overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de betrokkenheid van deze twee staten bij de uivoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.
Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland en de Republiek Albanië onverwijld bila- terale overeenkomsten sluiten over de versoepeling van de afgifte van visa voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ZWITSERSE BONDSSTAAT EN LIECHTENSTEIN
(indien nodig)
Indien de overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, alsmede de aan die overeenkomst gehechte protocollen betreffende Liechtenstein in wer- king zijn getreden op het ogenblik waarop de onderhandelingen met de Republiek Albanië worden afgerond, wordt een soortgelijke verklaring afgelegd met betrekking tot Zwitserland en Liechtenstein.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE TOEGANG VAN VISUMAANVRAGERS EN DE HARMONISATIE VAN INFORMATIE OVER PROCEDURES VOOR DE AFGIFTE VAN VISA VOOR KORT VERBLIJF EN OVER DE DOCUMENTEN DIE MOETEN WORDEN OVERGELEGD BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN VISUM VOOR KORT VERBLIJF
De Europese Gemeenschap acht transparantie van groot belang voor visumaanvragers en wijst erop dat op 19 juli 2006 het voorstel voor een herziening van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diploma- tieke en consulaire beroepsposten is aangenomen door de Commissie en dat daarin voorschriften zijn opge- nomen voor de toegang van visumaanvragers tot de diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten.
Ten aanzien van de informatie die aan visumaanvragers moet worden verstrekt, is de Europese Gemeenschap van mening dat maatregelen dienen te worden genomen:
— in algemene zin, om voor visumaanvragers basisinformatie te verzorgen over de procedures en voorwaar- den voor het aanvragen van een visum en over de geldigheid van verstrekte visa;
— de Europese Gemeenschap stelt een lijst van minimumvereisten op zodat Albanese visumaanvragers samenhangende en gelijkluidende basisinformatie krijgen en in principe dezelfde bewijsstukken moeten overleggen.
De hierboven bedoelde informatie, waaronder de lijst van in het kader van de plaatselijke consulaire samen- werking erkende reisbureaus en touroperators, moet op grote schaal worden verspreid (via informatieborden van consulaten, folders, websites enz.).
De diplomatieke en consulaire posten van de lidstaten dienen informatie te verstrekken over de mogelijkhe- den die het Schengenacquis biedt om de afgifte van visa voor kort verblijf in individuele gevallen te versoepe- len, in het bijzonder als het gaat om bonafide aanvragers.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE HERZIENING VAN DE VISUMPLICHT VOOR HOUDERS VAN DIENSTPASPOORTEN
Aangezien de vrijstelling van de visumplicht voor houders van dienstpaspoorten die is geregeld bij vóór 1 januari 2007 ondertekende bilaterale overeenkomsten of regelingen tussen afzonderlijke lidstaten en de Republiek Albanië gedurende vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst van toepassing blijft, onverminderd het recht van de betrokken lidstaten of de Republiek Albanië om deze bilaterale overeenkom- sten tijdens deze periode op te zeggen of op te schorten, bekijkt de Europese Gemeenschap uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de situatie van de houders van dienstpaspoorten opnieuw, met het oog op een eventuele wijziging van de overeenkomst in die zin overeenkomstig de procedure van arti- kel 14, lid 4.
VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP OVER VERSOEPELING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN FAMILIELEDEN EN BONAFIDE AANVRAGERS
De Europese Gemeenschap neemt nota van het voorstel van de Republiek Albanië om de categorie familiele- den op wie de visumversoepeling van toepassing is, ruimer te definiëren en van het belang dat de Republiek Albanië hecht aan vereenvoudiging van het verkeer van deze categorie personen.
Ter bevordering van de mobiliteit van een grotere groep personen met familiebanden met burgers van Albanië die legaal in de lidstaten verblijven (met name zussen en broers en hun kinderen), verzoekt de Europese Gemeenschap de consulaire posten van de lidstaten ten volle gebruik te maken van de in het communautair acquis bestaande mogelijkheden om de afgifte van visa aan deze categorie personen te vereenvoudigen, met name door middel van vereenvoudigingen ten aanzien van de vereiste bewijsstukken, vrijstelling van leges en zo mogelijk de afgifte van meervoudige visa.
Tevens verzoekt de Europese Gemeenschap de consulaire posten van de lidstaten deze mogelijkheden ten volle te benutten voor de versoepeling van de afgifte van visa aan bonafide aanvragers.