STATUTEN
STATUTEN
Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen
Statuten SOOB 22 juni 2017
ARTIKEL 1
De Stichting draagt de naam Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen, verder te noemen de Stichting.
De Stichting is gevestigd te Amsterdam.
ARTIKEL 2
1. Werkgever:
Iedere natuurlijke- of rechtspersoon, wiens onderneming valt onder de werkingssfeer van de SOOB-CAO.
2. Werknemer:
ieder, die door een werkgever in dienst is genomen voor een bepaalde of onbepaalde tijd van 5 achtereenvolgende werkdagen of langer en die zijn werkzaamheden voor de werkgever gewoonlijk verricht in of vanuit de in Nederland gevestigde onderneming. Onder werknemer wordt niet begrepen de statutaire bestuurder van een rechtspersoon tenzij deze in hoofdzaak werkzaamheden verricht welke behoren tot de functie van chauffeurs of van machinisten mobiele kranen.
3. Stichting:
de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg en de Verhuur van Mobiele Kranen.
4. SOOB-CAO:
De collectieve arbeidsovereenkomst opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.
5. Bestuur:
het in artikel 5 bedoelde bestuur.
6. Administrateur:
De door het stichtingsbestuur aangewezen administrateur van de regeling, te weten: TKP Pensioenen te Groningen.
7. Reglement:
het in artikel 12 bedoelde reglement.
8. Werkgeversorganisaties :
Transport en Logistiek Nederland, gevestigd te Zoetermeer en Vereniging Verticaal Transport, gevestigd te Culemborg.
9. Werknemersorganisaties : FNV, gevestigd te Amsterdam.
CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht. Vakbond De Unie, gevestigd te Culemborg.
ARTIKEL 3
De Stichting heeft ten doel het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak vallende onder de werkingssfeer van de SOOB-CAO en het financieren van activiteiten, die daaraan kunnen bijdragen.
ARTIKEL 3A
1. De Stichting tracht haar doel te bereiken door de op basis van artikel 4 van de SOOB-CAO in rekening te brengen bijdragen te innen bij ondernemingen in de bedrijfstak en deze met andere baten van de Stichting op basis van artikel 4 lid 1 aan te wenden ter financiering, dan wel subsidiering van:
a. de kosten terzake van:
1. het verzorgen van voorlichting en promotie met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, relevante sociale zekerheid en arbeidsmarktontwikkelingen;
2. voorlichting, vorming, scholing en opleiding, onderwijs en ontwikkeling met betrekking tot wet- en regelgeving en relevante ontwikkelingen op het gebied van:
- arbeidsvoorwaarden;
- arbeidsverhoudingen;
- sociale zekerheid;
- aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en,
- employability;
3. het (doen) verrichten van onderzoek en publicatie op het gebied van arbeidsmarkt en arbeidsomstandigheden;
4. het verrichten van werkzaamheden om een vergroting van de participatie op de arbeidsmarkt en een beter functioneren van de arbeidsmarkt van de sector te bewerkstelligen;
5. het behandelen door sociale partners van dispensatieverzoeken en/of vragen over de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten;
6. het bevorderen van de naleving van de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten.
b. activiteiten van het Sectorinstituut Transport & Logistiek, bestaande uit;
1. het geven van voorlichting inzake het functiewaarderingssysteem en de toepassing ervan;
2. het ontwikkelen en beheren van referentiefuncties;
3. het uitvoeren van bedrijfsbezoeken, functie-onderzoeken, functiebeschrijvingen en graderingen.
c. activiteiten op het gebied van bedrijfsgezondheidszorg in de bedrijfstak door het Sectorinstituut Transport & Logistiek en andere stichtingen die op dit gebied werkzaam zijn, bestaande uit:
1. het bevorderen van een goed arbo- en verzuimbeleid, risico-inventarisatie, arbocheck kleinere bedrijven, werkplekonderzoek, reïntegratie, rugprojecten, traumabegeleiding, overleg met ondernemingsraden, keuringen, sociaal maatschappelijk team overleg en spreekuren;
2. onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, waarbij de resultaten zullen worden gepubliceerd;
3. voorlichting over preventieve arbozorg en verzuimbeleid.
d. activiteiten op het gebied van opleiding en ontwikkeling door het Sectorinstituut Transport & Logistiek of andere stichtingen die op dit terrein werkzaam zijn, bestaande uit:
1. het bevorderen en/of verzorgen van vakopleidingen van toekomstig en reeds werkzaam personeel in de bedrijfstak;
2. het bevorderen van de verhoging van vakbekwaamheid van toekomstig en reeds werkzaam personeel in de bedrijfstak;
3. het bevorderen van het behalen van de benodigde rijbewijzen door leerlingen in het beroepsgoederenvervoer door het geven van kredieten;
4. het bemiddelen bij het verwerven van leerarbeidsplaatsen en stageplaatsen in de beroepsbegeleidende leerweg ten behoeve van opleidingen voor vol- en deeltijd middelbaar onderwijs;
5. het oprichten en instandhouden van één of meer studiecentra voor de bedrijfstak;
6. het bevorderen en instandhouden van praktijkopleidingen;
7. het (doen) afnemen van examens en het uitreiken van vakdiploma´s, getuigschriften en certificaten;
8. het onderzoeken en publiceren op het terrein van de arbeidsmarkt van de sector.
e. de werkzaamheden benodigd voor het doen naleven van de voor de bedrijfstak overeengekomen arbeidsvoorwaarden, bestaande uit:
1. het toezien op de naleving van de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten;
2. het tegengaan van handelen in strijd met de in de bedrijfstak vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten;
3. het opstellen van gedragsregels.
f. door de werkgevers vallende onder de SOOB-CAO, met goedkeuring van het bestuur, voor te dragen onvoorziene, dan wel specifiek afgebakende projecten voortvloeiend uit nieuwe wet- en regelgeving en ontwikkelingen op het gebied van:
- arbeidsvoorwaarden;
- arbeidsverhoudingen;
- sociale zekerheid;
- aan arbeid gerelateerde bedrijfsvoering en functieontwikkeling; en,
- employability.
g. het verzorgen van arbeidsmarkt toeleiding projecten voor de sector gericht op (langdurig) werklozen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten, jongeren, minderheden en branchewisselaars.
2. Alle activiteiten die door de stichting bekostigd worden geschieden ten behoeve van
welke werkgever of werknemer dan ook, werkzaam in het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.
ARTIKEL 3B
Het bestuur kan - te zijner beoordeling en onder nader te stellen voorwaarden – instemmen met de vrijwillige aansluiting bij de Stichting van een onderneming die een bedrijf uitoefent dat verwant is aan het bedrijf van de ondernemingen die onder de werkingssfeer van de SOOB-CAO vallen.
ARTIKEL 4
1. De geldmiddelen van de Stichting bestaan uit:
a. het door de oprichters afgezonderde bedrag van in totaal vijftig euro (€ 50,-);
b. bijdragen van werkgevers ingevolge artikel 4, lid 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst; krachtens artikel 4, lid 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst zijn, naast de werkgevers, ook werknemers verplicht bij te dragen aan de stichting. Artikel 4, lid 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst geeft aan welk bedrag ten behoeve van de Stichting door de werkgever op het loon van de werknemer mag worden ingehouden;
c. bijdragen van de overheid;
d. de inkomsten uit het vermogen van de Stichting;
e. hetgeen door erfstelling, legaat of schenking wordt verkregen;
f. andere inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De uitgaven van de Stichting bestaan uit:
a. de uitgaven voortvloeiend uit de realisatie van het in artikel 3 omschreven doel;
b. de overige uitgaven.
ARTIKEL 5
1. Het bestuur van de Stichting bestaat uit tien leden, waarvan worden aangewezen:
- vijf leden door de gezamenlijke werkgeversorganisaties, alsmede één plaatsvervanger vanuit de gezamenlijke werkgeversorganisaties;
- vijf leden door de gezamenlijke werknemersorganisaties, alsmede één plaatsvervanger vanuit de gezamenlijke werknemersorganisaties.
2. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar; zij zijn terstond herbenoembaar. In tussentijdse vacatures wordt zo snel mogelijk voorzien.
Een bestuurslid, dat in een tussentijdse vacature is benoemd treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar.
3. De organisatie, die een bestuurslid benoemde, kan te allen tijde die benoeming intrekken en eenander in zijn plaats tot bestuurslid benoemen.
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. door overlijden;
b. door schriftelijk te bedanken;
c. door onder curatele stelling of faillissement;
x. door ontslag door het bestuur van de organisatie, die het betreffende bestuurslid benoemde;
e. door het verstrijken van de termijn waarvoor het bestuurslid is benoemd;
x. xxxxxxxxx
Met in achtneming van het bepaalde in dit lid, kan een bestuurslid door het bestuur worden geschorst indien het desbetreffende bestuurslid:
a. naar het oordeel van het bestuur niet (naar behoren) functioneert of zijn taak verwaarloost;
b. in gebreke blijft te voldoen aan de aan het bestuurslidmaatschap gestelde verplichtingen of handelt in strijd met de statuten of reglementen van de stichting;
c. naar het oordeel van het bestuur gedragingen verricht waardoor de goede naam of de belangen van de stichting worden geschaad;
d. een taak of functie uitvoert die niet verenigbaar is met het bestuurslidmaatschap;
e. te maken krijgt met een wijziging van omstandigheden of andere redenen op grond waarvan zijn handhaving als lid van het bestuur redelijkerwijs niet verwacht kan worden.
Een bestuursbesluit tot schorsing geschiedt schriftelijk door het bestuur met opgave van redenen en is onmiddellijk van kracht.
5. Vergoedingenbeleid
Vergoeding geschiedt volgens door het bestuur vastgestelde regels op basis van de richtlijnen van de SER. Declaraties van vergaderingen worden ten behoeve van de uitbetaling ter accordering voorgelegd aan de voorzitter van de stichting.
ARTIKEL 6
1. De werkgeversleden kiezen uit hun midden de voorzitter, de werknemersleden kiezen uit hun midden de plaatsvervangende voorzitter; de plaatsvervangende voorzitter vervangt de voorzitter bij diens verhindering of afwezigheid.
2. Het bestuur kiest uit de werknemersleden een secretaris en een plaatsvervangende secretaris en uit de werkgeversleden een penningmeester en een plaatsvervangende penningmeester.
De in de vorige zin genoemde plaatsvervangers vervangen de secretaris, respectievelijk de penningmeester ingeval van verhindering of afwezigheid.
3. Het bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de statuten en het reglement van de Stichting. Het is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking binnen de kring van de doelstelling van de Stichting.
4. De Stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris, respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter en de penningmeester.
5. Het bestuur kan te zijner beoordeling en onder nader te stellen voorwaarden een overeenkomst tot deelneming sluiten met een werkgever die in zijn onderneming een bedrijf uitoefent dat verwant is aan het beroepsgoederenvervoer over de weg of aan de verhuur van mobiele kranen.
6. Het bestuur beslist in alle zaken, waarin de beslissing niet is opgedragen of gedelegeerd aan andere organen van de Stichting.
ARTIKEL 7
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee bestuursleden dit nodig oordeelt/oordelen.
2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.
ARTIKEL 8
1. Het bestuur kan geen besluiten nemen indien niet ten minste vijf bestuursleden, waarvan ten minste twee benoemd door de werkgeversorganisaties en twee benoemd door de werknemersorganisaties, zoals vermeld in artikel 5, lid 1, aanwezig zijn.
Indien geen besluiten kunnen worden genomen, omdat het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig is, kan de voorzitter binnen een maand schriftelijk een tweede vergadering over deze voorstellen bijeenroepen. Is in die vergadering het vereiste aantal bestuursleden wederom niet aanwezig, dan kunnen besluiten genomen worden, indien in die vergadering:
- ten minste drie bestuursleden aanwezig zijn, waaronder ten minste één lid benoemd door de werkgeversorganisaties en één lid benoemd door de werknemersorganisaties;
- het besluit unaniem genomen wordt.
2. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald, kunnen geldige besluiten slechts worden genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
3. Elk werkgeverslid heeft evenveel stemmen als het aantal aanwezige werknemersleden. Elk werknemerslid heeft evenveel stemmen als het aantal aanwezige werkgeversleden.
4. Over zaken wordt mondeling, over personen wordt schriftelijk gestemd. Bij de bepaling van de stemmenmeerderheid blijven blanco stemmen en stemmen van onwaarde buiten beschouwing.
5. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen dan opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
6. In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden kan besluitvorming door het bestuur ook schriftelijk tot stand komen, mits alle bestuursleden hun stem uitbrengen.
Het bepaalde in de leden 2 en 5 is daarbij van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat bij staking van stemmen het voorstel in de eerstkomende vergadering aan de orde wordt gesteld.
ARTIKEL 9
1. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder toezicht en blijvende verantwoordelijkheid van het bestuur gevoerd door een daarvoor door het bestuur aan te wijzen administrateur. De kosten van dit beheer komen voor rekening van de Stichting.
2. De opdracht tot het voeren van administratief en geldelijk beheer aan de administrateur wordt schriftelijk verstrekt. Bij deze opdracht behoort een instructie welke door het bestuur wordt vastgesteld.
ARTIKEL 10
Verslag, rekening en verantwoording en begroting
1. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een balans, rekening van baten en lasten en verslag over de financiële toestand van de Stichting vast. De rekening en verantwoording vindt plaats onder overlegging van een rapport van een door het bestuur benoemde externe registeraccountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid. Het verslag moet overeenkomstig de in artikel 3A genoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten zijn gespecificeerd. Uit het verslag en de accountantsverklaring moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan. Ten blijke van de vaststelling worden deze stukken door de voorzitter en de secretaris van de Stichting ondertekend.
2. Het bestuur legt in het verslag rekenschap af van het gevoerde beleid.
3. Het verslag en de accountantsverklaring worden ten kantore van de administrateur en de penningmeester en voorts op plaatsen aangewezen door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter inzage van de daarbij betrokken werkgevers en werknemers neergelegd.
4. Het verslag en de accountantsverklaring worden op aanvraag aan de Stichting betrokken werkgevers en werknemers toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.
5. Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
6. Voorafgaand aan ieder jaar stelt het bestuur een begroting voor het eerstvolgende boekjaar vast. Deze begroting is gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 3A genoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten. De begroting is voor betrokkenen beschikbaar.
ARTIKEL 11
Statutenwijziging en ontbinding
1. Besluiten tot wijziging van de statuten respectievelijk ontbinding van de Stichting kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een
vergadering waarin ten minste zes bestuursleden aanwezig zijn. De oproeping voor deze vergaderingen geschiedt schriftelijk.
De oproeping vermeldt, behalve het tijdstip en de plaats der vergadering, de te behandelen onderwerpen.
De statuten alsmede de in de statuten aangebrachte wijzigingen zullen niet in werking treden alvorens een volledig exemplaar van die stukken onderscheidenlijk van de wijzigingen daarin, door het bestuur ondertekend, voor een ieder ter inzage is neergelegd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam.
2. Het ontbindingsbesluit duidt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo van de vereffening aan. Deze bestemming zal zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de Stichting.
3. De Stichting wordt bovendien ontbonden door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, zomede door rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
ARTIKEL 12
1. Het bestuur stelt een reglement vast. De bepalingen van het reglement mogen niet in strijd zijn met deze statuten.
2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van het reglement is het bepaalde in artikel 11, eerste lid, van toepassing.
ARTIKEL 13
Informatieverstrekking werkgevers
Het bestuur is bevoegd van de werkgevers alle gegevens te verlangen die zij op grond van de SOOB- CAO verplicht zijn te verstrekken en welke nodig zijn voor de goede uitvoering van de statuten en het reglement.
Bij gebreke van deze gegevens is het bestuur gemachtigd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten.
ARTIKEL 14
1. Voor zover gelden van de Stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daaraan te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.
2. Gerede gelden worden in rekening courant gestort bij de administrateur. De titels betreffende geldleningen op onderhandse schuldbekentenissen worden in bewaring gegeven bij te goeder naam en faam bekend staande personen en instellingen. Effecten en andere geldswaardige papieren worden zoveel mogelijk in bewaring gegeven bij algemene handelsbanken.
3. De kosten van beheer met betrekking tot een boekjaar worden door het bestuur vastgesteld en komen ten laste van de rekening van lasten en baten over dat boekjaar.
ARTIKEL 15
Het bestuur is bevoegd in onvoorziene gevallen af te wijken van het bepaalde in het reglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met de statuten.
ARTIKEL 16
De statuten zijn in werking getreden op 22 februari 1988 en zijn laatstelijk gewijzigd met ingang van 22 juni 2017 (datum verlijden notariële akte).