VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. PROVINCIALAAT DER BROEDERS VAN LIEFDE UIT GENT,
MET BETREKKING TOT DRIE AFDELINGEN VAN DE SLEUTEL
DIE REVALIDATIEPROGRAMMA’S IN INTERNAATSVERBAND AANBIEDEN:
- De afdeling crisisinterventiecentrum
- De afdeling (gewone) therapeutische gemeenschap
- De afdeling specifieke therapeutische gemeenschap voor dubbele diagnose
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de minister van Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de v.z.w. Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent, namens de drie bovenvermelde afdelingen in internaatsverband van De Sleutel, verder in de tekst aangeduid als "de revalidatievoorziening" (als de bepalingen betrekking hebben op het geheel van de inrichting die bestaat uit de drie afdelingen samen) of als "de afdeling", als de bepalingen van toepassing zijn op iedere afdeling afzonderlijk of op een (nader gepreciseerde) specifieke afdeling van de revalidatievoorziening.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening.
Hoofdstuk I.VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst regelt de werking en financiering van drie revalidatievoorzieningen in internaatsverband (drie afdelingen) van De Sleutel, die verder in de tekst nader worden omschreven. Ze definieert de door iedere afdeling beoogde populatie, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. AARD EN DOELSTELLINGEN VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING EN VAN DE REVALIDATIE
Artikel 2. §1. "De Sleutel" vormt een gespecialiseerd netwerk van voorzieningen voor druggebruikers, met als belangrijkste doel drugverslaafden te behandelen zodat zij zich op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.
Om van een volledige maatschappelijke re-integratie te kunnen spreken:
- mogen de zorggebruikers niet meer afhankelijk zijn van drugs;
- moeten ze in staat zijn zelfstandig te wonen en te leven en normale relaties met hun omgeving aan te gaan, zonder dat een verdere behandeling of begeleiding op maatschappelijk en psychiatrisch vlak nog nodig is;
- moeten ze in staat zijn een beroep uit te oefenen of een opleiding te volgen met het oog op de uitoefening van een toekomstig beroep;
- mogen ze geen delicten meer begaan en zeker geen delicten die verband houden met drugs, bv. delicten om hun druggebruik te financieren, drughandel.
Voor vele zorggebruikers, onder meer voor wie omwille van bijkomende psychiatrische aandoeningen een volledige maatschappelijke re-integratie niet haalbaar is, kan ook een gedeeltelijke realisatie van deze algemene doelstellingen en een fundamentele verbetering van hun toestand als een succes worden beschouwd.
Rekening gehouden met de in artikel 3 van deze overeenkomst nader omschreven doelstellingen van
de afdeling crisiscentrum van de inrichting, heeft deze afdeling niet tot doel om zelf de beoogde
maatschappelijke re-integratie te realiseren, maar wel hiertoe bij te dragen door de crisistoestand waarin de zorggebruiker zich bevindt te stabiliseren en de zorggebruiker te oriënteren naar en te motiveren voor een geschikt behandelingsprogramma dat verder aan de realisatie van die doelstelling kan werken.
Ook na een behandeling in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose, kan een aangepast vervolgprogramma voor sommige zorggebruikers nog geïndiceerd zijn. Voor sommige ex-zorggebruikers van deze afdelingen kan dat het revalidatieprogramma van de Dagcentra van De Sleutel zijn, waarvan de werking en financiering buiten het kader van deze overeenkomst valt.
§2. Deze overeenkomst heeft betrekking op drie revalidatie-afdelingen in internaatsverband van "De Sleutel" :
• de afdeling crisisinterventiecentrum ;
• de afdeling (gewone) therapeutische gemeenschap;
• de afdeling specifieke therapeutische gemeenschap voor dubbele diagnose.
Iedere afdeling heeft haar eigen doelstellingen en therapeutisch programma. Om die redenen functioneren de afdelingen op therapeutisch vlak zo veel mogelijk gescheiden, wat minimum inhoudt dat iedere afdeling over eigen lokalen beschikt en dat tussen de zorggebruikers van de verschillende afdelingen een strikte scheiding wordt gehandhaafd.
Iedere afdeling beschikt ook over een eigen therapeutisch personeelskader. Sommige personeelsleden kunnen echter in meerdere afdelingen tewerkgesteld worden. Om organisatorische redenen zijn daarnaast ook overplaatsingen van personeelsleden van een afdeling naar een andere afdeling toegelaten, mits inachtneming van de modaliteiten van artikel 27.
De drie voornoemde afdelingen in internaatsverband van De Sleutel zijn gevestigd in de provincie Oost- Vlaanderen maar kunnen ook zonder beperkingen terzake zorggebruikers die elders wonen opnemen.
Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de door "De Sleutel" ontwikkelde activiteiten centraal worden uitgeoefend.
§3. De revalidatievoorziening richt zich tot problematische druggebruikers en beschouwt problematisch druggebruik als een proces waarbij progressief meer en meer levensdomeinen aangetast worden door het druggebruik, mensen zich in toenemende mate loskoppelen van reguliere samenlevingsverbanden en zich verankeren in kringen van druggebruikers. Dit proces wordt bekeken vanuit een sociaal, psychologisch en biologisch perspectief. De werking van de revalidatievoorziening is daarom gebaseerd op een multidisciplinaire aanpak.
Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdend met de gezamenlijke zorggebruikersbesprekingen in de stafvergaderingen.
§4. Naast de revalidatie-activiteiten die onder deze overeenkomst vallen, mag "De Sleutel" andere activiteiten ontwikkelen, op voorwaarde dat er een strikt onderscheid wordt gemaakt tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten welke niet in de overeenkomst zijn opgenomen, inzonderheid met betrekking tot het personeel en de bezetting van de lokalen. Daarenboven mogen de activiteiten die niet in deze overeenkomst zijn opgenomen, niet worden gefinancierd met de middelen die
worden verstrekt in het kader van onderhavige overeenkomst en mogen de activiteiten in het kader van deze overeenkomst door die andere activiteiten op generlei wijze in gevaar worden gebracht.
Artikel 3. §1. De afdeling crisisinterventiecentrum wil aan verslaafden die in een crisissituatie verkeren de mogelijkheid bieden om, indien zij dat wensen en er op therapeutisch vlak geen contra-indicaties zijn voor hun opname, de dag zelf dat zij zich aanmelden of ten laatste de dag daarna (behalve indien de zorggebruiker zelf de voorkeur geeft aan een latere datum of indien alle plaatsen in de revalidatievoorziening reeds benomen zijn) in het centrum te worden opgenomen.
Het doel van deze opname is om op korte termijn de crisissituatie waarin de verslaafde verkeert, te stabiliseren. Daartoe zal de revalidatievoorziening, indien nodig en mogelijk, de verslaafden fysiek ontwennen en naargelang de concrete problematiek van de zorggebruiker daarnaast ook op medisch, psychisch, sociaal, emotioneel, financieel-administratief en gerechtelijk vlak de toestand van de verslaafde trachten te verbeteren. De revalidatievoorziening zal er ook naar streven om de zorggebruiker te oriënteren naar en te motiveren voor een verdere, aangepaste therapeutische behandeling, teneinde de problemen die samenhangen met de drugsverslaving weg te werken en de verslaafde weer in te schakelen in de maatschappij en in het beroepsleven. Voor die verdere behandeling kunnen zorggebruikers van de afdeling crisiscentrum worden doorverwezen, hetzij naar andere hulpverleningsvoorzieningen, hetzij naar de andere afdelingen van De Sleutel (onder meer de afdeling therapeutische gemeenschap of de afdeling voor dubbele diagnose of één van de Dagcentra van De Sleutel).
Om voor een opname in het crisiscentrum in aanmerking te komen, moet de crisissituatie waarin de zorggebruiker verkeert, dermate ernstig zijn dat ze ambulant onvoldoende kan worden opgevangen.
Het crisiscentrum is laagdrempelig. Ook zorggebruikers die voorafgaand aan hun opname op deze afdeling weinig gemotiveerd zijn om hun levenswijze te veranderen, komen in aanmerking om er opgenomen te worden, al blijven een minimale bereidheid om de eigen situatie in vraag te stellen en een minimale motivatie voor opname wel noodzakelijk.
De revalidatievoorziening zal er over waken dat zorggebruikers die op de afdeling crisiscentrum beroep doen maar er niet of niet snel genoeg zouden kunnen worden opgenomen, terecht kunnen bij andere voorzieningen, eventueel slechts voorlopig. De revalidatievoorziening kan in dit verband met andere voorzieningen samenwerkingscontracten afsluiten.
§2. De basispijler van het crisisprogramma is het samenleven in een gestructureerde leefgroep. De zorggebruikers worden in deze leefgroep opgenomen van zodra hun toestand voldoende gestabiliseerd is. Dit gemeenschapsleven houdt onder meer concreet in dat de zorggebruikers enigszins medeverantwoordelijk zijn voor de dagelijkse organisatie ervan en met name deelnemen aan de bereiding van de maaltijden en het onderhoud van de leefruimtes.
Niettegenstaande het crisisprogramma in hoofdzaak een groepsprogramma is wordt de revalidatie op maat aangepast aan de noden van de zorggebruikers. Bedoeling van het groepsprogramma is onder andere de zorggebruiker via de anderen te confronteren met het eigen (onaangepast) gedrag en levenswijze. Gezien de labiele toestand van de zorggebruikers wordt de leefgroep van zeer nabij opgevolgd door het begeleidend personeel van de revalidatievoorziening.
§3. De maximale duur van een opname in het crisiscentrum en van het revalidatieprogramma van die afdeling bedraagt 6 weken. Uitzonderlijk kan de opnameduur evenwel oplopen tot 3 maanden en zelfs langer indien de zorggebruiker lang moet wachten om het geïndiceerde vervolgbehandelingsprogramma te kunnen starten.
Indien een zorggebruiker die vroeger reeds is opgenomen geweest in deze afdeling later opnieuw opgenomen wordt, kan de totale opnameduur van de verschillende opnamen samen de in deze paragraaf vermelde opnameduur beduidend overschrijden.
Artikel 4. De afdeling (gewone) "therapeutische gemeenschap" (TG) biedt aan verslaafden een langdurig residentieel therapeutisch programma in groepsverband aan.
Het revalidatieprogramma van deze afdeling, dat voornamelijk bestaat uit sociotherapie en groepspsychotherapie, heeft tot doel de problemen die samenhangen met de drugverslaving weg te werken en de verslaafde op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij te integreren, zoals omschreven in artikel 2 §1 van deze overeenkomst.
De basispijler van het revalidatieprogramma van de afdeling therapeutische gemeenschap is eveneens het samenleven in een gestructureerde leefgroep. De zorggebruikers staan - onder supervisie van het team dat verantwoordelijk blijft voor het therapeutisch programma - zelf in voor de organisatie van het gemeenschapsleven (o.m. de organisatie van de vrijetijdsbesteding in het kader van de TG), de bereiding van de maaltijden en het onderhoud van de leefruimten. De bedoeling van dit groepsprogramma is onder andere de zorggebruiker via de anderen te confronteren met het eigen (onaangepast) gedrag en levenswijze, om zo de zelfkennis te vergroten en alternatieve gedragspatronen te oefenen. Om dit proces te bevorderen kunnen aan sommige zorggebruikers grotere verantwoordelijkheden worden toegewezen met betrekking tot de organisatie van het gemeenschapsleven dan aan andere zorggebruikers. Dit impliceert dat zorggebruikers met een verantwoordelijke positie in de leefgroep (posities die regelmatig wisselen in de leefgroep) bepaalde opdrachten kunnen geven aan andere zorggebruikers en controle kunnen uitoefenen op het uitvoeren van de opdrachten door andere zorggebruikers.
Naar het einde van het verblijf toe worden in het revalidatieprogramma wel meer individuele accenten gelegd en komen de zorggebruikers losser te staan van de leefgroep van de therapeutische gemeenschap teneinde hun maatschappelijke herinschakeling voor te bereiden. De zorggebruikers blijven echter ook in deze fase deel uitmaken van de leefgroep van de therapeutische gemeenschap, ook al kunnen ze in deze fase de nacht doorbrengen in een afzonderlijk gebouw dat op dezelfde campus gelegen is.
De totale duur van het revalidatieprogramma van de afdeling therapeutische gemeenschap bedraagt normaliter ongeveer 15 maanden (ononderbroken), maar kan in individuele gevallen langer duren. Indien een zorggebruiker zijn revalidatieprogramma onderbreekt en/of later heropgenomen wordt, kan de totale verblijfsduur van de verschillende opnameperiodes de normale revalidatieduur van 15 maanden beduidend overschrijden.
Artikel 5. §1. De afdeling specifieke therapeutische gemeenschap voor dubbele diagnose is een specifieke afdeling voor zorggebruikers die tegelijkertijd lijden aan een ernstige psychopathologie en verslaafd zijn aan een psychoactief middel.
Deze afdeling behandelt uitsluitend zorggebruikers voor wie een langdurig residentieel behandelingsprogramma (van minimum meerdere maanden en normaliter maximum 1 à 2 jaar) aangewezen is, maar die omwille van hun psychiatrische multipathologie onvoldoende terechtkunnen in andere residentiële revalidatievoorzieningen voor verslaafden die dergelijke langdurige revalidatieprogramma's aanbieden (onder meer in de gewone therapeutische gemeenschap van De Sleutel, in psychiatrische ziekenhuizen of psychiatrische
ziekenhuisafdelingen (behalve in de psychiatrische ziekenhuizen die als pilootproject voor dubbele-diagnose- zorggebruikers zijn erkend, waarin deze zorggebruikers wel terechtkunnen), hetzij omdat deze zorggebruikers er omwille van hun multipathologie worden geweigerd (omdat deze zorggebruikers de werking van die voorzieningen dikwijls ontwrichten), hetzij omdat het behandelingsprogramma dat alle voornoemde zorgvoorzieningen aanbieden (onder meer door de sterk confronterende aanpak van de meeste therapeutische gemeenschappen voor verslaafden) onvoldoende aangepast is aan de therapeutische noden van zorggebruikers met een dergelijke psychiatrische multipathologie.
De afdeling biedt aan deze zorggebruikers met een psychiatrische multipathologie (dubbele-diagnose- zorggebruikers) een revalidatieprogramma aan dat specifiek aangepast is aan dergelijke zorggebruikers en dat gebaseerd is op de werkingsprincipes van therapeutische gemeenschappen. Dit houdt onder meer concreet in dat het leven in gemeenschap een belangrijke pijler vormt van het behandelingsprogramma: de zorggebruikers dragen mee verantwoordelijkheid voor de organisatie van dat leven in gemeenschap en nemen onder meer deel aan de bereiding van de maaltijden en aan het onderhoud van de gebouwen. De organisatie van het gemeenschapsleven en de spanningen en conflicten die het gemeenschapsleven met zich meebrengt, worden besproken in de ver- gaderingen met alle zorggebruikers die meermaals per maand plaatsvinden en gelden als therapeutisch aanknopingspunt in de groepstherapeutische sessies die minstens één maal per week plaatsvinden. Door deze principes van een therapeutische gemeenschap toe te passen in haar werking onderscheidt de revalidatievoorziening zich van de meeste psychiatrische ziekenhuizen of psychiatrische ziekenhuisafdelingen.
Rekening gehouden met de specifieke doelpopulatie van zorggebruikers met een psychiatrische multipathologie, zoekt het revalidatieprogramma van de afdeling naar een evenwicht tussen een confronterende aanpak (waarbij zorggebruikers in groepstherapeutische sessies worden aangemoedigd interpersoonlijke conflicten ter sprake te brengen) en een eerder ondersteunende, begrijpende aanpak (via individuele psychotherapeutische en psychiatrische begeleidingen, door individuele coaching bij groepsinterventies, door een geïndividualiseerde aanpassing van de deelname in de organisatie van het gemeenschapsleven in functie van de psychopathologie en de draagkracht van de zorggebruiker). In functie van de ernst van de pathologie, de draagkracht en de stabiliteit van de gemoedstoestand van de zorggebruiker, zal de intensiteit en de frequentie van de individuele begeleidingen interindividueel en intra-individueel, in de loop van de revalidatie van een zorggebruiker, variëren. Door deze eerder ondersteunende, begrijpende, individuele aanpak onderscheidt het revalidatieprogramma van de afdeling zich van de revalidatieprogramma's van diverse andere residentiële revalidatievoorzieningen voor verslaafden met een langdurig revalidatieprogramma (onder meer de gewone therapeutische gemeenschap van De Sleutel).
Naar het einde van het verblijf toe komen de zorggebruikers losser te staan van de leefgroep van de therapeutische gemeenschap teneinde hun maatschappelijke herinschakeling voor te bereiden. De zorggebruikers blijven echter ook in deze fase deel uitmaken van de leefgroep van de therapeutische gemeenschap.
§2. Het specifieke doel van de revalidatie in deze afdeling is de toestand van de zorggebruikers op medisch, psychisch en sociaal vlak (met inbegrip van de justitiële toestand en de woon- en inkomenssituatie van de betrokkenen) te verbeteren en een verandering van hun levenswijze te bewerkstelligen, zodat veelvuldige hospitalisaties of opnamen in revalidatievoorzieningen naar de toekomst toe kunnen worden vermeden (evenals opsluitingen in de gevangenis of interneringen wegens misdaden die verband houden met hun verslaving enpsychopathologie) en de zorggebruikers - na het beëindigen van het revalidatieprogramma - zo zelfstandig mogelijk kunnen leven, wat onder meer vereist dat zij sociale relaties kunnen aangaan en in stand houden. Hiertoe zal de revalidatievoorziening onder meer trachten een einde te maken aan de toestand van verslaving (of alleszins een veel betere beheersing van het middelengebruik trachten te bewerkstelligen) en trachten om psychotische opstoten (voor zorggebruikers die lijden aan psychotische stoornissen) en de frequentie en de intensiteit van stemmingsschommelingen (voor zorggebruikers die lijden aan bipolaire stoornissen) zo veel mogelijk te beperken. Voor zorggebruikers voor wie dat haalbaar is, zal de revalidatievoorziening er naar streven dat zij - na het beëindigen van het revalidatieprogramma - arbeid
verrichten (beroepsarbeid die hen een inkomen oplevert of niet bezoldigde vrijwilligersarbeid die alleszins een nuttige tijdsbesteding vormt) of een opleiding aanvatten of hervatten met het oog op een latere beroepsarbeid.
§3. Indien een zorggebruiker die vroeger reeds opgenomen is geweest in deze afdeling later heropgenomen wordt, kan de totale verblijfsduur van de verschillende opnameperiodes de normale revalidatieduur van 1 à 2 jaar overschrijden.
Artikel 6. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in een netwerk van allerlei bestaande voorzieningen en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar de zorgverlener die op dat moment het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de verslaafden te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle andere gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden (ambulante en residentiële voorzieningen) en met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, ... die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hoger genoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
Artikel 7. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats, mits ze tot de door deze overeenkomst beoogde populatie behoren en ze aan de volgende voorwaarden voldoen:
• bereid zijn deel te nemen aan het behandelingsprogramma ;
• een voldoende graad van stabiliteit vertonen op psychisch vlak dermate dat integratie in het groepsproces haalbaar is ;
• er wordt geoordeeld dat verandering in het (niveau van) functioneren haalbaar en wenselijk is.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en individuele vrijheid.
Hoofdstuk III. RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 8. §1. Onder rechthebbenden als bedoeld in deze overeenkomst dient te worden verstaan: de rechthebbenden die illegale drugs gebruiken en die in één van de afdelingen van de revalidatievoorziening worden gerevalideerd. Het gaat hier om zorggebruikers die lijden aan stoornissen veroorzaakt door het gebruik van psycho-actieve middelen zoals die in de «Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders» (DSM-IV) zijn beschreven onder de codenummers 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60,
304.80 en 304.90.
Uitzonderlijk kan de revalidatievoorziening, indien dat aangewezen is, ook rechthebbenden opnemen die hoofdzakelijk alcohol gebruiken (code 303.90 van de DSM-IV).
§2. Op het ogenblik van de opname in het crisisinterventiecentrum van de revalidatievoorziening, moet de zorggebruiker zich, ten gevolge van het gebruik van psycho-actieve middelen, op medisch, psychologisch of sociaal vlak in een crisissituatie bevinden die een opname in internaatsverband verantwoordt.
§3. De rechthebbenden die in aanmerking komen voor een opname in de revalidatievoorziening zijn zorggebruikers vanaf de leeftijd van 17 jaar. Jongere zorggebruikers kunnen nochtans uitzonderlijk ook in aanmerking komen voor de revalidatieprogramma's van de revalidatievoorziening indien een afdeling van de revalidatievoorziening voor hen het meest aangewezen behandelingsmilieu blijkt te zijn, rekening houdende met hun problematiek en met de andere beschikbare behandelingsmogelijkheden, en op voorwaarde dat het voor de zorggebruiker niet tegenaangewezen is om in de revalidatievoorziening in contact te komen met oudere zorggebruikers en hun problematiek. Indien de revalidatievoorziening een zorggebruiker opneemt die jonger is dan 18 jaar dienen hieromtrent steeds duidelijke afspraken gemaakt te worden met de ouders van de zorggebruiker en alle andere betrokken instanties.
§4. Zorggebruikers die vroeger reeds zijn opgenomen geweest in de revalidatievoorziening en eventueel het revalidatieprogramma van de afdeling of afdelingen waarin ze toen zijn opgenomen geweest, beëindigd hebben, kunnen voor een heropname in aanmerking komen mits ze opnieuw voldoen aan alle voorwaarden terzake van de overeenkomst.
Artikel 9. Om voor een opname in de afdeling voor dubbele diagnose in aanmerking te komen, moet een rechthebbende niet alleen voldoen aan de voorwaarden van §1 en §3 van artikel 8 maar daarenboven ook nog aan één van de volgende bijkomende voorwaarden voldoen :
1. de rechthebbende beantwoordt aan de criteria van minstens één van de volgende AS-1 majeure psychopathologische stoornissen die beschreven zijn onder de volgende codenummers van de
«Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders» (DSM-IV): 296.4x, 296.5x, 296.6x, 296.7 (ernstige bipolaire affectieve stoornis); 295.xx, 297.3, 298.90, 297.1, 293.xx (schizofrenie of een andere psychotische stoornis). Deze diagnose is gesteld op basis van de afname van een gestructureerd psychiatrisch interview en de chroniciteit van de psychopathologische stoornis van de zorggebruiker is bevestigd op basis van de afname van de « European Addiction Severity Index » (Europasi).
Het aantal (in artikel 1O omschreven) «verpleeg- en revalidatiedagen» dat gerealiseerd wordt voor zorggebruikers die tot deze doelgroep van de afdeling beantwoorden, moet ieder kalenderjaar minimum 30% vertegenwoordigen van het totaal aantal «verpleeg- en revalidatiedagen» dat de afdeling voor dubbele diagnose in een bepaald kalenderjaar werkelijk realiseert.
2. De rechthebbende beantwoordt aan de criteria van minstens één van de volgende psycho- pathologische stoornissen die beschreven zijn onder de hiernavolgende codenummers van de «Diagnostic and
Statistical Manual of Mental Disorders » (DSM-IV) en de diagnose is vastgesteld op basis van de afname van een gestructureerd psychiatrisch interview:
• 301.0, 301.20, 301.22, 301.7, 301.83, 301.50, 301.81, 301.82, 301.6, 301.4
(persoonlijkheidsstoornissen);
• 296.89, 296.2x, 296.3x, 300.4, 301.13 (stemmingsstoornissen);
• 300.01, 300.21, 300.23, 300.3, 309.81 (angststoornissen);
• 300.12, 300.13, 300.14 (dissociatieve stoornissen).
Daarenboven moet de rechthebbende zich in één van de volgende situaties bevinden :
• De rechthebbende behaalt op de «European Addiction Severity Index» (Europasi) een ernstscore voor psychische en emotionele klachten tussen 6 en 9.
• De rechthebbende behaalt op de «European Addiction Severity Index» (Europasi) een ernstscore voor psychische en emotionele klachten tussen 4 en 5. Voor de opname in de revalidatievoorziening is de rechthebbende reeds minstens tweemaal opgenomen geweest in een andere revalidatievoorziening voor verslaafden met een langdurig revalidatieprogramma, waarbij dat programma telkens vroegtijdig door de zorggebruiker werd afgebroken omwille van de confronterende aanpak van dat revalidatieprogramma, aanpak die, gelet op de co-morbide psychiatrische stoornis(sen) van de zorggebruiker, niet geschikt bleek te zijn voor die zorggebruiker. Dat aan deze voorwaarde is voldaan, moet tijdens de intake-procedure door een psychiater van de revalidatievoorziening worden vastgesteld, onder meer op basis van de opnameverslagen met betrekking tot de vorige opnames van de zorggebruiker. Het aantal «verpleeg- en revalidatiedagen» dat gerealiseerd wordt voor zorggebruikers die tot deze doelgroep van de afdeling behoren, mag per kalenderjaar maximum 20 % bedragen van het totaal aantal «verpleeg- en revalidatiedagen» dat de afdeling voor dubbele diagnose in dat kalenderjaar werkelijk realiseert.
Hoofdstuk IV. AARD EN PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 10. §1. De op grond van deze ·overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking is de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in één van de afdelingen van de revalidatievoorziening is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van die afdeling deel te nemen.
§2. De dagen van opname en van ontslag worden samen gerekend als één enkele verpleeg- en revalidatiedag, behoudens ingeval de volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: opname van een rechthebbende vóór 12 uur de dag van de opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van ontslag. In die gevallen mogen zowel de dag van de opname als de dag van ontslag in aanmerking genomen worden voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor de toepassing van deze bepalingen kan de dag waarop een zorggebruiker één van de afdelingen van de revalidatievoorziening verlaat om in een andere afdeling van de revalidatievoorziening te worden opgenomen, in geen geval worden beschouwd als de dag van ontslag. Ook de in artikel 23 bedoelde dagen waarop de revalidatie onderbroken wordt om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kunnen in geen geval worden beschouwd als de dag van ontslag. In het in artikel 17, eerste lid bedoelde geval dat een zorggebruiker de revalidatievoorziening verlaat zonder toelating van de directie en zonder dat een datum van terugkomst is afgesproken, dient de dag waarop de zorggebruiker de revalidatievoorziening verlaat, echter wel als dag van ontslag te worden beschouwd, zelfs als de zorggebruiker binnen de week in de revalidatievoorziening wordt heropgenomen.
§3. Als een rechthebbende wordt opgenomen in de afdeling crisisinterventiecentrum van de
revalidatievoorziening maar de revalidatievoorziening verlaat binnen de 24 uur na zijn opname, mag slechts één enkele verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wanneer de zorggebruiker een volledige nacht is opgenomen geweest, wat betekent dat de zorggebruiker ten minste van middernacht tot 8 uur 's morgens in de revalidatievoorziening heeft verbleven.
§4. Een verblijfsduur van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose kan nooit aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, behoudens wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt; in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§5. De dagen tijdens welke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (maar de nacht doorbrengt in een verplegingsinrichting, in een andere revalidatievoorziening voor verslaafden of voor de revalidatie van psychiatrische patiënten, bij zijn familie of gelijk waar) mogen nooit worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, met uitzondering van de in artikel 25 van deze overeenkomst bedoelde dagen.
§6. Voor de dagen waarop uitzonderlijk een partiële daghospitalisatie in een verpleeginrichting plaatsvindt, kan de verpleeg- en revalidatiedag aan 70% worden aangerekend voor zover het niet gaat om een partiële hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis of in de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. De cumulatie van het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening met een andere psychiatrische behandeling van dezelfde rechthebbende (met inbegrip van een partiële psychiatrische dag- of nachthospitalisatie) of met het revalidatieprogramma van een andere revalidatievoorziening voor verslaafden of van een revalidatievoorziening die zich richt op de revalidatie van patiënten die lijden aan psychiatrische aandoeningen, is in ieder geval uitgesloten.
Artikel 11. §1. De prijs van de in artikel 10 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag, vastgesteld op basis van de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de volledige kostprijs van de revalidatie in de revalidatievoorziening dekt. Bijgevolg omvat de verpleeg- en revalidatiedagprijs alle kosten die uit het verblijf van de rechthebbende in de revalidatievoorziening voortvloeien, alsook alle werkingskosten, alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (dus ook de kosten van verbruiksmateriaal voor ateliers, allerlei toegangsprijzen, de kosten van het vervoer naar activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatshebben, enz...).
§2. De in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen (mits voldaan wordt aan de bepalingen van die nomenclatuur) boven op de in § 1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen, behalve wanneer het gaat om :
a) een raadpleging, een bezoek of een advies van een algemeen geneeskundige;
b) een raadpleging, een consult of een advies van een psychiater of een neuro- psychiater, evenals de door hen verleende psychotherapeutische behandelingen;
c) kinesitherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie van psychiatrische patiënten en/of verslaafden;
d) door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 8, §1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
e) fysiotherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie van psychiatrische patiënten en/of verslaafden.
De farmaceutische producten waarin de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt, kunnen (mits voldaan wordt aan de vergoedingsregels van de verzekering terzake) eveneens boven op het in §1 bedoeld vast bedrag worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe aan de rechthebbende geen extra vergoeding aan te rekenen bovenop de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag die is vastgesteld in deze overeenkomst.
Het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §2 van dit artikel boven op de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, kan echter wel aan de rechthebbende worden aangerekend, evenals het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de farmaceutische producten.
Voor sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening daarenboven aan de rechthebbenden een beperkte extra vergoeding vragen in de kostprijs ervan. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de inrichting, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten.
§4. De door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de inrichting, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige en voor verstrekkingen die niet tot de revalidatie behoren.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een ten laste genomen revalidatieperiode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen (met name voor voormalige zorggebruikers of kandidaat-zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, kinderen,...).
§5. De tegemoetkomingen en eigen bijdragen die normaliter kunnen worden aangerekend voor de revalidatieverstrekkingen van andere revalidatievoorzieningen voor verslaafden of van de revalidatievoorzieningen die met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst hebben gesloten voor de revalidatie van zorggebruikers die lijden aan psychiatrische aandoeningen, kunnen in geen geval boven op de in §1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd. De procedure zoals beschreven in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, betreffende het beëindigen van een overeenkomst op initiatief van de minister of het agentschap, is desgevallend van toepassing.
Artikel 12. §1. De prijs van de in de artikel 10, § 1 omschreven verpleeg- en revalidatiedag wordt vastgesteld
op X, rekening houdende met het personeel en de algemene kosten vermeld in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs is gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
§3. In de gevallen die bedoeld worden in artikel 10 §6 en in artikel 24, dient de krachtens onderhavig artikel vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag te worden verminderd tot 70 %.
Hoofdstuk V. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 13. §1. Deze overeenkomst is gesloten voor een jaargemiddelde van 52 zorggebruikers per dag voor het geheel van de revalidatievoorziening, uitgaande van een capaciteit van 20 zorggebruikers per dag voor de afdeling crisisinterventiecentrum, 18 zorggebruikers per dag voor de afdeling therapeutische gemeenschap en 14 zorggebruikers per dag voor de afdeling voor dubbele diagnose.
Teneinde tegemoet te komen aan de reële noden tot opname waarmee de revalidatievoorziening geconfronteerd wordt, kan de revalidatievoorziening echter - binnen de marges die nader worden omschreven in §8 en §9 van dit artikel - afwijken van de vooropgestelde capaciteiten van iedere afdeling.
Het totaal aantal zorggebruikers die op eenzelfde dag in de revalidatievoorziening verblijven, mag in geen geval hoger liggen dan 60.
§2. De in artikel 12, §1 vastgestelde prijs is berekend, zoals vermeld in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90%.
De normale facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening in haar geheel, zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening in haar geheel bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 %.
De maximale facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening in haar geheel, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 %.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit verpleeg- en revalidatiedagen aan te rekenen boven de maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de zorggebruikers.
Daarenboven verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan alle verzekeringsinstellingen, de zorggebruikers en andere instanties samen per kalenderjaar nooit méér verpleeg- en revalidatiedagen aan te rekenen dan de realiseerbare capaciteit.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om, in geval van overschrijding van de “normale
facturatiecapaciteit” in de loop van een kalenderjaar, de revalidatieverstrekkingen die boven de “normale facturatiecapaciteit” worden gerealiseerd, aan de verzekeringsinstellingen te factureren aan een verminderd tarief.
De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X (aantal = 90 %) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de normale prijzen van de revalidatieverstrekkingen:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 %) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§5. Voor de toepassing van dit artikel geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens de artikelen 10 §6 en 24 een verminderde prijs wordt toegepast, als 70/100 van een verpleeg- en revalidatiedag voorzien in artikel 10.
§6. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst in werking treedt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst krachtens de bepalingen van artikel 37 §2 een einde komt, dienen de vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit, de maximale facturatiecapaciteit en de realiseerbare capaciteit evenredig te worden verminderd, rekening houdende met de toepassingstermijn van deze overeenkomst tijdens die kalenderjaren. Ook de maxima per kalenderjaar die in §8 van dit artikel worden vermeld, dienen in dat geval evenredig te worden verminderd.
§7. Voor de toepassing van dit artikel geldt de verpleeg- en revalidatiedag waarvoor de basisprijs aan 70% dient te worden aangerekend als 70/100 van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100%, behalve voor de toepassing van de bepalingen van § 1 van dit artikel 13, waarvoor alleen met het werkelijke aantal patiënten mag worden rekening gehouden, ongeacht de prijs die voor deze patiënten kan worden aangerekend.
§8. De verpleeg- en revalidatiedagen die aan de verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§9. Teneinde tegemoet te komen aan de reële noden tot opname waarmee de revalidatievoorziening geconfronteerd wordt, kan de revalidatievoorziening in haar verschillende afdelingen méér of minder zorggebruikers opnemen per dag dan in §1 van dit artikel voor iedere afdeling wordt vooropgesteld.
Per dag mag de revalidatievoorziening in haar afdeling crisisinterventiecentrum echter nooit méér dan 28 zorggebruikers opnemen en in de afdeling therapeutische gemeenschap en de afdeling voor dubbele diagnose samen nooit méér dan 39.
Daarenboven mag het totaal aantal verpleeg- en revalidatiedagen dat in een bepaald kalenderjaar is gerealiseerd voor de zorggebruikers van de afdeling crisisinterventiecentrum en dat wordt aangerekend aan de verzekeringsinstellingen en andere instanties samen, nooit méér bedragen dan X (= gemiddeld 25 zorggebruikers per dag). Evenmin mag het totaal aantal verpleeg- en revalidatiedagen dat in een bepaald kalenderjaar is gerealiseerd voor de zorggebruikers van de afdeling therapeutische gemeenschap en de afdeling voor dubbele diagnose samen en dat wordt aangerekend aan de verzekeringsinstellingen en andere instanties samen, ooit méér bedragen dan X (= gemiddeld 36 zorggebruikers per dag indien wordt rekening gehouden met de voor de zorggebruikers van deze afdelingen voorziene reïntegratiedagen).
Deze maxima die voor bepaalde afdelingen bijkomend moeten worden in acht genomen, houden geen enkele wijziging in van de normale, de maximale en de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening zoals die werden vastgelegd in §2 van dit artikel. De in deze paragraaf vermelde maxima mogen dan ook nooit worden opgeteld.
§10. Aangezien bij het vaststellen van de personeelsomkadering van de revalidatievoorziening voor de afdeling crisisinterventiecentrum verhoudingsgewijs méér personeel is voorzien dan voor de andere afdelingen, kan een jarenlange lage bezetting in de afdeling crisisinterventiecentrum een motief vormen om de overeenkomst op te zeggen en om eventueel in een nieuwe overeenkomst de personeelsomkadering daaraan aan te passen. Met name in het geval dat de werkelijke gemiddelde bezetting per dag drie jaar lang 20 % of meer lager is dan het vooropgestelde aantal van 20 zorggebruikers per dag, kan daartoe worden overgegaan.
§11. Ook afwijkingen van de voorziene bezetting in de afdeling therapeutische gemeenschap en/of in de afdeling voor dubbele diagnose kunnen een motief vormen om de overeenkomst op te zeggen en om eventueel in een nieuwe overeenkomst de afdelingen en capaciteiten waarvoor deze overeenkomst gesloten is aan te passen. Met name in het geval dat de werkelijke gemiddelde bezetting per dag (rekening gehouden met de voor de zorggebruikers van deze afdelingen voorziene reïntegratiedagen) in één of beide genoemde afdelingen drie jaar lang 30 % of meer lager is dan de vooropgestelde aantallen van respectievelijk 18 en 14 zorggebruikers per dag, kan daartoe worden overgegaan. Ook in het geval dat de bepalingen van artikel 9 met betrekking tot het minimum en/of het maximum aantal zorggebruikers van de afdeling voor dubbele diagnose dat tot een bepaalde pathologiegroep behoort, in een bepaald kalenderjaar én (mits deze overeenkomst al zo lang van kracht is) tevens gemiddeld over de drie laatste volledige kalenderjaren niet worden gerespecteerd, kan dat een motief vormen om de overeenkomst op te zeggen en om eventueel in een nieuwe overeenkomst de afdelingen en capaciteiten waarvoor deze overeenkomst gesloten is aan te passen.
§12. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van de bepalingen van §1, §9 en
§10 van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers en alle gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen, met inbegrip van de verpleeg- en revalidatiedagen die worden gerealiseerd voor zorggebruikers die niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§13. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, omdat ze bepaalde capaciteiten overschreden, kunnen de
revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
Hoofdstuk VI. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 14. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming: alleen de "verpleeg- en revalidatiedagen" die effectief gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Elke overgang van een rechthebbende van een afdeling naar een andere afdeling van de revalidatievoorziening, dient het voorwerp uit te maken van een nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen. Alleen in het geval dat een rechthebbende die is opgenomen in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose wegens overschrijding van de huisregels van die afdeling tijdelijk (maximum twee weken) die afdeling moet verlaten en tijdelijk (maximum twee weken) in de afdeling crisisinterventiecentrum wordt opgenomen waarna de rechthebbende opnieuw in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose wordt opgenomen, dient voor die veranderingen van afdeling geen nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen te worden ingediend en mag ervan worden uitgegaan dat de eerdere beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de revalidatie, impliciet ook deze verandering van afdeling dekt.
Artikel 15. De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
Artikel 16. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming wordt gevraagd.
Artikel 17. Een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als een rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat zonder voorafgaande toelating van de directie van de revalidatievoorziening - wat dus inhoudt dat op voorhand geen datum van terugkomst in de revalidatievoorziening werd vastgesteld - en als hij niet opnieuw wordt opgenomen in de week die volgt op zijn ontslag.
Het resterende deel van een voor een bepaalde rechthebbende revalidatieperiode waarvoor een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, komt eveneens te vervallen in geval van opname van de rechthebbende in een andere revalidatievoorziening voor verslaafden (of in een revalidatievoorziening voor psychiatrische patiënten) waarmee de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten. Ook in het geval van een overgang van één afdeling van de revalidatievoorziening naar een andere afdeling komt het
resterende deel van een revalidatieperiode, waarvoor een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, te vervallen. In het geval dat een rechthebbende die is opgenomen in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose wegens overschrijding van de huisregels van die afdeling tijdelijk (maximum twee weken) die afdeling moet verlaten en tijdelijk (maximum twee weken) in de afdeling crisisinterventiecentrum wordt opgenomen waarna de rechthebbende opnieuw in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose wordt opgenomen, komt het resterende deel van een revalidatieperiode, waarvoor een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, echter niet te vervallen.
Voor een rechthebbende voor wie een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, komt te vervallen als gevolg van de bepalingen van dit artikel, kan altijd een nieuwe gemotiveerde aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden ingediend.
Artikel 18. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende, een medisch- therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het hele verloop van de revalidatie in de inrichting. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten: de identificatie van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de persoon of de instantie die de zorggebruiker heeft doorverwezen, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, een vermelding van alle belangrijke individuele tussenkomsten van teamleden van de inrichting, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen en alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker zijn gemaakt.
Ook al de afwezigheden van de zorggebruiker (tijdens vergoedbare verpleeg- en revalidatiedagen) moeten samen met hun. motivering in het medisch-therapeutisch dossier worden vermeld. De afwezigheden die in
het medisch-therapeutisch dossier moeten worden opgetekend, zijn niet de in de artikelen 23, 24 en 25 omschreven dagen, maar wel alle momenten dat een zorggebruiker, met toestemming van de inrichting, tijdelijk, om belangrijke redenen, de revalidatievoorziening verlaat zon- der begeleiding van een personeelslid van de inrichting. Deze afwezigheden moeten ten laatste bij het begin van de afwezigheid in het medisch-therapeutisch dossier worden opgetekend. Rekening er mee gehouden dat het revalidatieprogramma van de afdeling therapeutische gemeenschap en van de afdeling voor dubbele diagnose voorziet dat in bepaalde fasen van het programma de zorggebruikers de revalidatievoorziening kunnen verlaten voor vrijetijdsactiviteiten of opdrachten buiten de inrichting, moeten voor de zorggebruikers van deze afdelingen dergelijke afwezigheden alleen worden opgetekend in het medisch- therapeutisch dossier als de verwachte duur van de afwezigheid méér dan 2 uur bedraagt.
Artikel 19. §1. De revalidatievoorziening houdt, voor iedere afdeling afzonderlijk, een register van de dagelijkse aanwezigheden bij waarvan het model is aanvaard door het agentschap en waarin de identiteit van alle in de revalidatievoorziening aanwezige zorggebruikers, al dan niet rechthebbenden, wordt opgetekend. Dit register moet worden beschouwd als het basisdocument voor de in artikel 22 bedoelde facturatie.
Het aanwezigheidsregister moet dagelijks vóór 10 uur worden ingevuld.
§2. Het in §1 vermelde register wordt door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en de Zorgkassencommissie.
§3. Het in §1 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§4. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §1 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de revalidatieverstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele revalidatieverstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§5. Het niet nakomen van de in de §§ 1, 2 en 3 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in§ 4 van dit artikel beperken in geen geval het recht van de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit, niet zijn nagekomen.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen door de verzekeringsinstellingen wordt geweigerd op grond van de bepalingen van
§4 van dit artikel niet aan te rekenen aan de zorggebruiker.
§7. De revalidatievoorziening dient jaarlijks, uiterlijk op 31 januari van het daaropvolgende jaar, op basis van de in gegevens van de in §1 bedoelde registers, mee te delen hoeveel verpleeg- en revalidatiedagen het voorbije jaar in iedere afdeling afzonderlijk werden gerealiseerd. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen de normale verpleeg- en revalidatiedagen en de verpleeg- en revalidatiedagen aan 70 %.
Wat de afdeling voor dubbele diagnose betreft, moeten deze gegevens daarenboven afzonderlijk worden meegedeeld voor de drie pathologiegroepen die in artikel 9 van deze overeenkomst worden onderscheiden (evenwel zonder dat uit de in§ 1 bedoelde aanwezigheidsregisters moet blijken tot welke doelgroep iedere zorggebruiker behoort):
• de groep van zorggebruikers met bepaalde majeure psychopathologische stoornissen (ernstige bipolaire affectieve stoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis);
• de groep van zorggebruikers die te kampen hebben met persoonlijkheidsstoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen en dissociatieve stoornissen en op de Europasi een ernstscore voor psychische en emotionele klachten behalen tussen 6 en 9 ;
• de groep van zorggebruikers die te kampen hebben met persoonlijkheidsstoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen en dissociatieve stoornissen en op de Europasi een ernstscore voor psychische en emotionele klachten behalen tussen 4 en 5.
Ook de verpleeg- en revalidatiedagen die worden gerealiseerd voor zorggebruikers die geen rechthebbenden zijn, moeten in de in deze paragraaf gevraagde cijfergegevens worden opgenomen.
Artikel 20. §1. Indien een rechthebbende tijdens zijn verblijf in de revalidatievoorziening één van de op basis van artikel 11, § 2 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de zorggebruiker in een revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de
revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker bij die gelegenheid er aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde zorggebruikers, de nomenclatuurcodes en de honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde zorggebruikers van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de verpleeginrichting.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de inrichting, aan het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verschillende verplichtingen van deze overeenkomst met betrekking tot de uitgevoerde klinische analyses. Zo dient het laboratorium zich ertoe te verbinden om voor de zorggebruikers van de revalidatievoorziening de nomenclatuurcodes en honoraria voor- behouden voor gehospitaliseerde zorggebruikers te gebruiken en het identificatienummer van de revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar het agentschap te worden gestuurd.
§3. Als het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuur- code.
Artikel 21. De V.Z.W. "Provincialaat der Broeders van Liefde" uit Gent verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van de bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van deze boekhouding dient zo veel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen of conform de boekhoudkundige voorschriften voor de ziekenhuizen (K.B. 14.8.1987), onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van de activiteiten van de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst gedekt worden, te onderscheiden.
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening moet jaarlijks, binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Het agentschap kan voor het opmaken van dit overzicht van de inkomsten en uitgaven ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
Jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, dient een gedetailleerd overzicht van het door de revalidatievoorziening tewerkgestelde personeel, te worden bezorgd aan het agentschap, op de manier die door het agentschap wordt bepaald.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande zijn aanvaard door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar of als de personeelsgegevens, aangeleverd op de manier die door het agentschap is bepaald, niet worden overgemaakt voor 30 juni, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting
xxxxxxx xxxxxxxxx. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
De revalidatievoorziening moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren. De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 22. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verpleeg- en revalidatiedagprijs, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen door middel van een factuur waarvan het model door het agentschap is goedgekeurd. Op die factuur dienen inlichtingshalve ook alle bedragen te worden vermeld die door de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden zijn gefactureerd voor zaken die niet tot de revalidatie behoren. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettige vertegenwoordiger worden bezorgd.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dienen aan de verzekeringsinstellingen aangerekende revalidatieverstrekkingen te worden verminderd met de in de artikels 220 tot en met 222 van het besluit voorziene bedragen.
Hoofdstuk VII. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE
Artikel 23. Om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kan de directie van de revalidatievoorziening een zorggebruiker die is opgenomen in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose, toestaan het revalidatieproces tijdelijk te onderbreken, op voorwaarde dat de resultaten van de revalidatie daardoor niet in gevaar worden gebracht.
De dagen dat de zorggebruiker hierdoor afwezig is in de revalidatievoorziening, kunnen niet worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen en komen dus niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
De dag van vertrek mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende voor 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
0m het intensief karakter van de revalidatie te vrijwaren, mag de onderbreking van de revalidatie in geen geval langer duren dan 14 dagen.
Artikel 24. De zorggebruikers van de revalidatievoorziening die opgenomen zijn in de afdeling therapeutische gemeenschap of in de afdeling voor dubbele diagnose, kunnen, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijs- programma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening, of een beroepsarbeid hervatten ofaanvatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
De revalidatievoorziening dient de verzekeringsinstelling in te lichten als een zorggebruiker één van de voorgenoemde activiteiten volgt. De revalidatievoorziening gebruikt daarvoor het formulier dat door het agentschap is goedgekeurd. De kennisgeving dient onmiddellijk te gebeuren en – behalve als de zorggebruiker de activiteit reeds volgt vanaf het begin van het revalidatieprogramma – minstens 7 dagen voor de aanvang van de activiteit.
De revalidatievoorziening dient de verzekeringsinstelling eveneens in te lichten, met hetzelfde formulier, als de zorggebruiker de bedoelde activiteit beëindigt.
Voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatievoorziening effectief plaatsvinden en de zorggebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, wordt de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 %.
Artikel 25. §1. De revalidatievoorziening kan sporadisch, voor de zorggebruikers van de afdeling therapeutische gemeenschap en van de afdeling voor dubbele diagnose die het normale revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening volgen, activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseren die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen. Deze activiteiten moeten in het kader van het revalidatieprogramma een onmiskenbare therapeutische functie hebben, en de revalidatievoorziening moet voor deze activiteiten een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekeren die niet geringer is dan de omkadering in de revalidatievoorziening zelf.
Op jaarbasis kan eenzelfde zorggebruiker echter maximaal op 20 verschillende dagen aan dergelijke activiteiten deelnemen. Daarenboven mag op jaarbasis het aantal gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen waarop dergelijke activiteiten plaatsvinden, voor de zorggebruikers van de afdeling therapeutische gemeenschap en voor de afdeling voor dubbele diagnose nooit hoger liggen dan respectievelijk 360 en 280.
Zorggebruikers mogen nooit specifiek in de revalidatievoorziening worden opgenomen met het oog op deelname aan dergelijke activiteiten. Zulke deelname mag dan ook nooit - ook niet vanuit het perspectief van de zorggebruiker - het enige motief vormen voor een opname in de revalidatievoorziening.
De revalidatievoorziening zal het feit dat ze dergelijke activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseert, naar kandidaat-zorggebruikers toe nooit als argument gebruiken om hen tot een opname in de revalidatievoorziening te bewegen.
§2. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in België plaatsvinden, zal de revalidatievoorziening een document bijhouden in de revalidatievoorziening, waarin volgende gegevens opgenomen zijn:
• welke afdeling de activiteiten organiseert;
• om welke activiteiten het gaat (soort activiteit, waar, wanneer);
• welke zorggebruikers er aan zullen deelnemen (de namen van de zorggebruikers, met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
• en welke teamleden die activiteiten zullen begeleiden.
Dit document dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap en kan worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan, worden de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, voor de deelnemende zorggebruikers gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
§3. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in het buitenland plaatsvinden, kunnen de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, alleen worden gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, indien die activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit een uitwisselingsbezoek met een gelijkaardige revalidatievoorziening in het buitenland en mits voorafgaandelijk schriftelijk advies van de expertencommissie.
De aanvraag om gelijkstelling moet ten minste twee maanden voor aanvang van de activiteiten schriftelijk worden gericht aan de expertencommissie en moet de volgende gegevens bevatten:
• welke afdeling de activiteiten organiseert;
• een beschrijving van de activiteit (soort activiteit, waar, wanneer) en van haar bijdrage aan het revalidatieprogramma;
• een lijst van de verwachte zorggebruikers (met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
• een lijst van de voorziene begeleiders.
Eventuele wijzigingen van de zorggebruikers of de begeleiders moeten ten laatste op de dag van het vertrek genoteerd staan in het dossier van de zorggebruiker en/of personeelsdossier en kunnen worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
§4. Conform de bepalingen van de laatste alinea van artikel 11, §3, kan de revalidatievoorziening aan de zorggebruikers die deelnemen aan de in dit artikel 25 bedoelde activiteiten buiten de revalidatievoorziening, eventueel een bijdrage aanrekenen in de vervoers- en verblijfskosten van die activiteiten. Het hiervoor door de revalidatievoorziening aan de zorggebruikers aangerekende bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van het bedrag van die vervoers- en verblijfskosten.
Een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van de deelname aan de in dit artikel 25 bedoelde activiteiten worden uitgesloten.
Hoofdstuk VIII. PERSONEEL
Artikel 26. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlage I t.e.m. III bij de onderhavige overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage I t.e.m. III voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een financieringsregeling op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.0.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het in bijlage I t.e.m. III voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak. In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden: het in bijlage voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in bijlage I t.e.m. III berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor de- ze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kankomen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, in ruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader in bijlage I t.e.m. III voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de revalidatievoorziening is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen. Indien de revalidatievoorziening een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het in bijlage I t.e.m. III voorziene personeelskader te worden tewerkgesteld.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de inrichting, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 26, §1 en §2, kan de minister, na advies van de expertencommissie ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 12 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad heeft om de redenen van niet-naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door de minister te bepalen periode gedurende welke de in artikel 12 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs verminderd wordt, kan nooit de duur van de periode van niet naleving van de bepalingen van artikel 26, §1 en §2 overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 12 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs kan worden verminderd, wordt vastgesteld op X euro per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdend met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van X euro wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013) en aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
§4. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
Artikel 26bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5
voltijdse equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin onderhavige overeenkomst voorziet.
Het in het vorige lid bepaald aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord van 4 februari 2011 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de gezondheidssector en de federale regering is gesloten – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening: dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van onderhavige overeenkomst.
§2. Voor de berekening van de loonkost van die psycholoog wordt uitgegaan van de loonschaal 1/80 van het paritair comité 330.
§3. De revalidatievoorziening kan de bijkomende tewerkstellingsuren hetzij aan één afdeling van haar keuze toekennen, hetzij die uren over de verschillende afdelingen verdelen.
§4. Dit artikel brengt geen aanpassing met zich mee van de facturatiecapaciteit van de afdeling.
§5. De sancties die deze overeenkomst voorziet in het geval dat de voorziene personeelsformatie niet permanent wordt ingevuld, zijn eveneens van toepassing op het bijkomend personeel waarin dit artikel voorziet.
Artikel 27. Zoals blijkt uit artikel 13 §§ 1 en 8 van deze overeenkomst, kan de revalidatievoorziening binnen bepaalde marges in bepaalde afdelingen méér of minder zorggebruikers opnemen dan artikel 13 §1 voorziet. Om dat mogelijk te maken kan de revalidatievoorziening, zoals vermeld in artikel 2 §2, personeel overhevelen van de ene afdeling van de revalidatievoorziening naar de andere.
Daarbij moet de revalidatievoorziening de volgende regels in acht nemen:
• Bij de werking van iedere afdeling moet steeds een psychiater betrokken zijn gedurende minimum 4 uur per week ;
• Bij de werking van de afdeling therapeutische gemeenschap en van de afdeling voor dubbele diagnose moet steeds een huisarts betrokken zijn gedurende minimum 2 uur per week ;
• Bij de werking van de afdeling crisisinterventiecentrum moet steeds een huisarts betrokken zijn gedurende minimum 19 uur per week ;
• Bij de werking van iedere afdeling moet steeds minimum één voltijds equivalent licentiaat in de psychologie en één voltijds equivalent maatschappelijk werker betrokken zijn ;
• Bij de werking van de afdeling crisisinterventiecentrum moeten steeds minimum drie voltijds equivalenten (gebrevetteerde of gegradueerde) verpleegkundigen betrokken zijn;
• Het therapeutisch personeelskader (therapeutisch personeel zonder de artsen) van de afdeling crisisinterventiecentrum, de afdeling therapeutische gemeenschap en de afdeling voor dubbele diagnose moet minimaal steeds respectievelijk 10 voltijds equivalenten, 10 voltijds equivalenten en 9 voltijds equivalenten bedragen.
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de revalidatievoorziening om erover te waken dat in het geval van een kortdurende of langdurende overheveling van personeel van de ene afdeling naar de andere, de kwaliteit van de revalidatieprogramma's en de veiligheid van de zorggebruikers en het personeel is verzekerd, rekening gehouden met het in iedere afdeling opgenomen aantal zorggebruikers en hun pathologie.
De bepalingen van dit artikel wijzigen niets aan de bepalingen van artikel 26, krachtens welk het
personeelskader van de revalidatievoorziening dat in de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst wordt vermeld, permanent moet zijn ingevuld door personeel dat over de vooropgestelde kwalificaties beschikt. Om aan de bepalingen van dat artikel 26 te voldoen, volstaat het in geen geval om te voldoen aan de in onderhavig artikel vermelde minimumbezetting die de revalidatievoorziening in iedere afdeling steeds moet verzekeren.
Artikel 28. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, voor de meeste personeelsleden gebaseerd op de loonschalen van het paritair comité 330 en voor enkele personeelsleden - bij gebrek aan geschikte loonschalen van het paritair comité 330 - gebaseerd op de barema's van de federale overheidsdiensten of op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel. Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel 26 § 1, niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek - waarvoor een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien
- verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de bepalingen van de C.A.O.'s terzake ook toe te passen voor zijn personeel. Het niet-respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op deze overeenkomst.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 28 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voort- vloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de verpleeg- en revalidatiedagprijs verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere verpleeg- en revalidatiedagprijs die het voorbije
kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 10
§6 of artikel 24 een verminderde prijs wordt aangerekend, als 70 % van een verpleeg- en revalidatiedag zoals gedefinieerd in artikel 10.
Artikel 29. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 12 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs, die krachtens deze overeenkomt voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, tengevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in die prijs. Desgevallend is artikel 193 van het besluit van toepassing.
Hoofdstuk IX. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 30. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid van alle gebouwen die door de revalidatievoorziening worden aangewend voor haar werking; voor ieder van die gebouwen zal de revalidatievoorziening daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 31. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie te organiseren zoals voorzien in het revalidatie-project (dd. 12 december 2005) van de verschillende afdelingen dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren-directeurs van het RIZIV. Aanpassingen aan dit revalidatieproject zijn alleen mogelijk via de procedure tot wijzigingen van een revalidatieovereenkomst, zoals beschreven in de artikels 159 tot en met 173 van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 32. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Ook verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het in artikel 31 vermelde revalidatieproject van de revalidatievoorziening en het personeelslid op de in artikel 31 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
Artikel 33. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen, het agentschap en de Zorgkassencommissie , al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt in het kader van de controle op de therapeutische en financiële naleving van de overeenkomst of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatie-overeenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe alle afgevaardigden van de Zorgkassencommissie, de expertencommissie en het agentschap toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Artikel 34. De Raad van Bestuur kan eventueel - naast de revalidatieprogramma's die door deze overeenkomst worden gedekt of die worden gedekt door de revalidatieovereenkomsten die met dezelfde inrichtende macht zijn gesloten met betrekking tot andere afdelingen van "De Sleutel" - ook nog andere activiteiten ontwikkelen die eveneens verslaafden of ex-verslaafden beogen, op voorwaarde dat de onkosten van deze activiteiten niet worden gefinancierd met de middelen die worden verstrekt in het kader van de
diverse revalidatieovereenkomsten die met betrekking tot de afdelingen van "De Sleutel" zijn gesloten en op voorwaarde dat de revalidatieactiviteiten van de revalidatievoorziening hierdoor op generlei wijze in gevaar worden gebracht.
De Raad van Bestuur verbindt zich ertoe - om redenen van transparantie - jaarlijks, ten laatste op 30 juni, aan het agentschap een overzicht te bezorgen van de in het voorbije kalenderjaar door "De Sleutel" ontwikkelde activiteiten die eveneens verslaafden of ex-verslaafden beogen maar die niet door de gesloten revalidatieovereenkomsten worden gedekt, alsook van het personeel en van de financiële middelen (bedrag; bron van de inkomsten) waarover ze voor die activiteiten beschikt buiten het kader van deze revalidatieovereenkomsten. In dit overzicht moeten ook de activiteiten worden opgenomen die op dezelfde sites plaatsvinden als de sites waar de revalidatieprogramma's worden gerealiseerd die door de gesloten revalidatieovereenkomsten worden gedekt, zelfs als die activiteiten niet onder de naam van "De Sleutel" zouden plaatsvinden en geen verslaafden of ex-verslaafden beogen.
Met betrekking tot het personeel dat instaat voor de activiteiten buiten het kader van de diverse revalidatieovereenkomsten, dienen in dat overzicht de volgende gegevens te worden vermeld:
• de naam en voornaam ;
• het aantal werkuren per week ;
• de periode tijdens welke ieder personeelslid gedurende het betrokken kalenderjaar werd tewerkgesteld;
• de activiteiten van "De Sleutel" waarin deze personeelsleden waren ingeschakeld ;
• de plaats van tewerkstelling.
Dit overzicht dient slechts één keer te worden bezorgd voor alle afdelingen van De Sleutel samen, ook als deze verplichting in meerdere revalidatieovereenkomsten met betrekking tot afdelingen van "De Sleutel" zou zijnopgenomen.
Hoofdstuk X. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 35. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s, zoals bepaald in de overeenkomst ondertekend op 30 maart 2006 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de VZW Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent, met betrekking tot de drie in aanhef vermelde afdelingen in internaatsverband van De Sleutel.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 15 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XI. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 36. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
Deze overeenkomst vernietigt en vervangt vanaf die datum de op 30 maart 2006 ondertekende overeenkomst tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de VZW Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent, met betrekking tot de drie in aanhef vermelde afdelingen in internaatsverband van De Sleutel.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 189 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Het betreft de volgende bijlagen:
- Bijlage I: Berekening van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen voor de 3 revalidatievoorzieningen in internaatsverband. Deze bijlage vermeldt tevens in detail het personeelskader van de revalidatievoorziening waarover de revalidatievoorziening vanaf 1 januari 2019 kan beschikken. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 20.12.2013 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 30.03.2006.
- Bijlage II: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de internaatsafdelingen. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 17.12.2014 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 30.03.2006.
- Bijlage III: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de internaatsafdelingen. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 18.12.2018 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 30.03.2006.
Hoofstuk XII. REGISTRATIE TREATMENT DEMAND INDICATORS
Artikel 37. Sciensano en de revalidatievoorzieningen voor verslaafden die met de minister een overeenkomst hebben afgesloten, richten samen een longitudinale databank op binnen Sciensano. Deze databank bevat bepaalde gegevens die systematisch en op uniforme wijze door de verschillende revalidatievoorzieningen geregistreerd worden met betrekking tot de door hen gerealiseerde revalidatieprogramma’s.
Sciensano analyseert de registratiegegevens van de databank en stelt in samenspraak met de revalidatievoorzieninge ten behoeve van het college van de expertencommissie en het agentschap een jaarlijks rapport op van de resultaten van de gegevensanalyses.
Artikel 38. §1. De in artikel 38 §2 bedoelde gegevens worden geregistreerd voor elke zorggebruiker die in de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma aanvat in een afdeling van de revalidatievoorziening waarvan de werking (al dan niet gedeeltelijk) gefinancierd wordt via deze overeenkomst. De gegevens worden geregistreerd voor alle zorggebruikers, ongeacht of zij rechthebbende zijn of niet.
§2. Per aangevat revalidatieprogramma zoals bedoeld in §1 wordt er een registratieregel of –record aangemaakt dat de volgende gegevens bevat:
- De scores op de verschillende Treatment Demand Indicators of TDI-variabelen1 bij aanvang van het revalidatieprogramma.
- De afstand tussen de verblijfplaats van de zorggebruiker (op het moment dat het revalidatieprogramma aanvangt) en het adres van de (antenne van de) revalidatievoorziening waar de zorggebruiker het revalidatieprogramma aanvat.
- De datum waarop het revalidatieprogramma effectief eindigt.
- Of de zorggebruiker een rechthebbende is, of niet.
§3. Op basis van de in §2 vermelde registratiegegevens moet het onder meer mogelijk zijn om inzicht te krijgen in:
1. De karakteristieken van de gerevalideerde zorggebruikers (algemene demografische kenmerken; aard, ernst en voorgeschiedenis van de verslavingsproblematiek; woonsituatie; arbeidssituatie, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt2. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie- afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van hun zorggebruikers, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
2. De karakteristieken van de verstrekt revalidatieprogramma’s (type verwijzer, reële duur van het revalidatieprogramma, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van de revalidatieprogramma’s die er verstrekt worden, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
3. Indien zorggebruikers (achtereenvolgens) meerdere revalidatieprogramma’s volgen (al dan niet in verschillende types van revalidatie-afdelingen, in verschillende revalidatievoorzieningen of in verschillende jaren), de kenmerken / karakteristieken van de zorgpaden die ze, in voorkomend geval, over verschillende jaren doorlopen (de types van revalidatie-afdelingen waar ze achtereenvolgens behandeld worden, de effectieve duur van elke revalidatieprogramma, de tijd die verloopt tussen twee achtereenvolgende revalidatieprogramma’s, de verwijzende persoon of instantie voor elke revalidatieprogramma, …) en de evolutie die zorggebruikers doormaken doorheen het zorgpad op het vlak van de TDI-parameters als druggebruik, woonsituatie, arbeidssituatie, …, die volgens §2 gemeten worden bij aanvang van elk nieuw revalidatieprogramma. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in eventuele verschillen tussen regio’s met betrekking tot de hierboven bedoelde kenmerken van de zorgpaden die zorggebruikers er doorlopen. Hierbij wordt minstens de situatie in de verschillende grootsteden (en hun omgeving) met elkaar vergeleken.
4. Per type van revalidatie-afdeling en per regio van het land: de verhouding van het aantal, in een bepaald type van revalidatie-afdeling, gerevalideerde verslaafden dat woonachtig is in een bepaalde regio ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de regio in kwestie of, indien mogelijk, ten opzichte van het (op basis van andere gegevens geschatte) aantal verslaafden dat in die regio verblijft. Deze informatie moet onder meer toelaten om eventuele, lokale behandelingsnoden precies te kunnen vaststellen. Daarvoor mogen de afzonderlijk geanalyseerde regio’s niet te groot zijn.
Artikel 39. §1. In artikel 38 wordt slechts globaal vastgesteld welke gegevens de revalidatievoorzieningen dienen
1 De Treatment Demand Indicators is een set van variabelen die door de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zijn opgesteld om de populatie van problematische druggebruikers te beschrijven. Deze parameters dienen door alle lidstaten van de Europese Unie geregistreerd en overgemaakt te worden aan het EMCDDA. De TDI- parameters van het EMCDDA zijn geoperationaliseerd in een Belgisch TDI-protocol. De wijze waarop de gegevens geregistreerd worden in het kader van het in deze overeenkomst geregelde registratieproject verschilt op een aantal vlakken van het TDI-protocol. De belangrijkste verschillen worden gepreciseerd in deze overeenkomst. Onder meer dienen de inrichtingen aan Sciensano alle afzonderlijke registratiegegevens van alle revalidatieprogramma’s over te maken en niet alleen de registratiegegevens van het laatste programma dat een patiënt in een bepaald jaar heeft aangevat.
2 Met ‘type van revalidatie-afdeling’ wordt in deze overeenkomst bedoeld, de verschillende onderscheiden soorten residentiële en ambulante afdelingen waarvan de werking via de overeenkomst vergoed wordt: therapeutische gemeenschappen of andere residentiële afdelingen voor langdurige revalidatie voor verslaafden, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, andere gespecialiseerde dagcentra voor verslaafden, …
te registreren. Om de in dat artikel beschreven informatie te kunnen afleiden uit de gegevens kan het noodzakelijk zijn dat ook nog andere gegevens geregistreerd worden. Het komt Sciensano en de revalidatievoorzieningen toe om samen de nodige afspraken te maken over welke gegevens precies geregistreerd worden, hoe elk gegeven uniform door elke revalidatievoorziening gescoord of vastgesteld wordt, …, zodat de gegevens van de verschillende revalidatievoorzieningen vergelijkbaar zijn en geen bias vertonen. Deze afspraken worden door Sciensano vastgelegd in een registratieprotocol dat aan elke revalidatievoorziening bezorgd wordt.
De revalidatievoorzieningen maken alle in artikel 38 §2 bedoelde registratierecords afzonderlijk over aan Sciensano. Ze bezorgen dus niet uitsluitend het record dat betrekking heeft op het laatste revalidatieprogramma dat een bepaalde zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat én ze bezorgen ook geen tabellen waarin de registratiegegevens van verschillende records geaggregeerd of opgeteld zijn.
De in deze paragraaf bedoelde afspraken mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming van de privacy en de wet op de patiëntenrechten.
De anonimisering of codering van de registratiegegevens wordt uitgevoerd door het E-health platform.
§2. Indien Sciensano het agentschap via een aangetekende brief laat weten dat de revalidatievoorziening de voorziene gegevens niet op de overeengekomen manier registreert of verstrekt of niet binnen de afgesproken tijdslimieten bezorgt, kunnen de betalingen door de verzekeringsinstellingen van de revalidatieverstrekkingen die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, van ambtswege opgeschort worden, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten, en dit tot dat de revalidatievoorziening zijn verplichtingen naleeft.
Artikel 40. §1. Te beginnen vanaf het jaar 2019 (jaar x) wordt er jaarlijks vóór het einde van het jaar aan de expertencommissie en het agentschap een rapport, bedoeld in artikel 37, bezorgd dat opgesteld is in het Nederlands. Het agentschap deelt mee in hoeveel exemplaren het rapport bezorgd moet worden.
§2. De in §1 bedoelde rapporten bevatten in principe de in artikel 38 §3 vermelde informatie-elementen. Elk van die informatie-elementen dient niet noodzakelijk telkens, maar wel regelmatig aan bod te komen in de in §1 bedoelde rapporten.
De informatie die in artikel 38 §3, 1), 2) en 4) omschreven wordt, is in principe gebaseerd op de gegevens die de revalidatievoorzieningen geregistreerd hebben over de revalidatieprogramma’s die in het jaar voordien (jaar x-1) zijn aangevat of verdergezet.
De informatie over de in artikel 38 §3, 3) bedoelde zorgpaden is in principe gebaseerd op de gegevens over de zorggebruikers die sinds de oprichting van de in artikel 37 bedoelde databank verschillende revalidatieprogramma’s hebben aangevat en die ook in het jaar x-1 een nieuw revalidatieprogramma hebben aangevat.
Behalve de in artikel 38 §3 vermelde informatie-elementen kunnen in de jaarrapporten ook andere gegevens opgenomen worden die relevant zijn voor het beleid inzake revalidatie van verslaafden.
De expertencommissie of het agentschap kunnen vragen om ook andere gegevens te registreren of op te nemen in het rapport.
§3. Het dient in principe mogelijk te zijn om vast te stellen welk deel van de gegevens van de jaarrapporten betrekking heeft op rechthebbenden en welk deel betrekking heeft op andere zorggebruikers.
Artikel 41. De in artikel 12 §1 bepaalde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd verhoogd teneinde financieel tegemoet te komen in het TDI – registratieproject.
De in het eerste lid vermelde prijs waarmee het revalidatieforfait werd verhoogd, is volledig indexeerbaar en is gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10 (september 2018, basis 2013). Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Artikel 42. De financiële middelen die voor het registratieproject zijn uitgetrokken voor de revalidatievoorzieningen voor verslaafden enerzijds en anderzijds Sciensano, worden zowel door de revalidatievoorzieningen als door Sciensano exclusief aan dit project besteed. Deze middelen dekken alle onkosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project.
Iedere externe financiële bijdrage aan het registratieproject moet worden bekendgemaakt in het in artikel 40 bedoelde rapport.
Opgemaakt te Brussel op 31 mei 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xx Xxxxxxxxxx | |
Een lid van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | |