TRAC T A TENBLAD
10 (2000) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2000 Nr. 56
A. TITEL
Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering, met Bijlage;
’s-Gravenhage, 27 april 2000
B. TEKST1)
Agreement on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Macedonian Government
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Macedonian Government,
their States hereafter referred to as the Contracting Parties,
Considering the importance of accurate assessment of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibition, restriction and control;
Considering that offences against customs law are prejudicial to the economic, fiscal, social, cultural, public health and commercial interests of the Contracting Parties;
Considering that cross frontier trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances, hazardous goods, endangered species and toxic waste constitutes a danger to society;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of the customs laws of the Contract- ing Parties;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their customs administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 December 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods, in particular the United Nations Convention of 20 December 1988 against Illicit Traffic in Narcotic Drugs and Psychotropic Sub- stances;
have agreed as follows:
1) De Macedonische tekst is niet afgedrukt.
Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorko- ming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douane- wetgeving tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Macedonische Regering,
hun Staten hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving de economische, fiscale, sociale en culturele belangen en de volksgezondheids- en han- delsbelangen van de Verdragsluitende Partijen schaden;
Overwegende dat de grensoverschrijdende handel in verdovende mid- delen en psychotrope stoffen, gevaarlijke stoffen, bedreigde diersoorten en giftig afval een gevaar voor de samenleving vormt;
Erkennende de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handha- ving van de douanewetgeving van de Verdragsluitende Partijen;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douane- wetgeving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwer- king tussen hun douaneadministraties op basis van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, in het bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse admi- nistratieve bijstand van 5 december 1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten, in het bijzonder het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988;
zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I
Definitions
Article 1 For the purposes of this Agreement,
1. the term ‘‘customs administration’’ shall mean:
for the Netherlands Contracting Party: the central administration re- sponsible for the implementation of customs law;
for the Macedonian Contracting Party: the Macedonian Customs Ad- ministration;
2. the term ‘‘customs law’’ shall mean: any legal and administrative provisions applicable or enforceable by the customs administrations in connection with the importation, exportation, transshipment, transit, stor- age and circulation of goods, including legal and administrative provi- sions relating to measures of prohibition, restriction and control;
3. the term ‘‘customs offence’’ shall mean: any breach of customs law as defined by the legislation of each Contracting Party as well as any such attempted breach;
4. the term ‘‘customs claim’’ shall mean: any amount of duties and taxes to which this Agreement applies and of increases, surcharges, over- due payments, interests and costs pertaining to the said duties and taxes that cannot be collected in one of the Contracting Parties;
5. the term ‘‘person’’ shall mean: either a physical person or a legal entity;
6. the term ‘‘personal data’’ shall mean: any data concerning an iden- tified or identifiable physical person;
7. the term ‘‘information’’ shall mean: any data, documents, reports, certified or authenticated copies thereof, or other communications in any format, including electronic;
8. the term ‘‘requesting administration’’ shall mean: the customs administration which requests assistance;
9. the term ‘‘requested administration’’ shall mean: the customs ad- ministration from which assistance is requested.
HOOFDSTUK I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag:
1. wordt onder ,,douaneadministratie’’ verstaan:
wat de Nederlandse Verdragsluitende Partij betreft: de centrale admi- nistratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douane- wetgeving;
wat de Macedonische Verdragsluitende Partij betreft: de Macedoni- sche douaneadministratie;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: alle wettelijke en admi- nistratieve bepalingen die door de douaneadministraties worden toege- past of gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer, overslag, door- voer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wettelijke en administratieve bepalingen met betrekking tot verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elke inbreuk op de douanewetgeving zoals omschreven in de wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot een dergelijke inbreuk;
4. wordt onder ,,douanevordering’’ verstaan: elk bedrag aan rechten en belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is en aan verhogingen, administratieve boeten, achterstallige betalingen, renten en kosten die betrekking hebben op de genoemde rechten en belastingen die in een van de Verdragsluitende Partijen niet kunnen worden geïnd;
5. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon;
6. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: alle gegevens betref- fende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
7. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten, gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daarvan, of andere mededelingen in ongeacht welke vorm, met inbegrip van de elektroni- sche vorm;
8. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
9. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
CHAPTER II
Scope of the Agreement
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their customs administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Agreement, for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences, as well as for the recovery of customs claims.
2. All assistance under this Agreement by either Contracting Party shall be performed in accordance with its legal and administrative pro- visions and within the limits of its customs administration’s competence and available resources.
3. This Agreement is without prejudice to the obligations of xxx Xxxx- erlands Contracting Party under the legislation of the European Union concerning its present and future obligations as a Member State of the European Union and any legislation enacted to implement those obliga- tions, as well as its present and future obligations resulting from inter- national agreements between the Member States of the European Union.
4. This Agreement is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties; the provisions of this Agree- ment shall not give rise to a right on the part of any private person to obtain, suppress or exclude any evidence or to impede the execution of a request.
5. This Agreement is without prejudice to rules governing mutual assistance in criminal matters. If mutual assistance should be afforded in accordance with another agreement in force between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant au- thorities are concerned.
CHAPTER III
Scope of Assistance
Article 3
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information which helps to ensure proper application of the customs law and the prevention, inves- tigation and combating of customs offences, as well as the recovery of customs claims.
HOOFDSTUK II
Toepassingsgebied van het Verdrag
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor de invordering van douanevorderingen.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar wette- lijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de be- voegdheden en beschikbare middelen van haar douaneadministratie.
3. Dit Verdrag laat onverlet de verplichtingen van de Nederlandse Verdragsluitende Partij ingevolge de wetgeving van de Europese Unie inzake haar huidige en toekomstige verplichtingen als lidstaat van de Europese Unie en alle wetgeving die is vastgesteld om die verplichtin- gen ten uitvoer te leggen, alsmede haar huidige en toekomstige verplich- tingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten tussen de lid- staten van de Europese Unie.
4. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
5. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient te worden verleend in overeenstemming met een andere geldende overeenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autoriteiten het betreft.
HOOFDSTUK III
Reikwijdte van de bijstand
Artikel 3
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie met het oog op de juiste toepassing van de douane- wetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede de invordering van douanevorderingen.
2. Either customs administration shall, in making inquiries on behalf of the other customs administration, act as if the inquiries were being made on its own account or at the request of another authority of its own State.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either customs administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
Special Instances of Assistance
Article 5
On request, the requested administration shall in particular provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
1. On request, the requested administration shall maintain special sur- veillance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods either in transport or in storage notified by the requesting administration as giving rise to suspected illicit traffic towards the cus- toms territory of the requesting Contracting Party;
c) means of transport, including containers, suspected by the request- ing administration of being used to commit customs offences in the cus- toms territory of the requesting Contracting Party.
2. Elk van beide douaneadministraties handelt bij het instellen van een onderzoek namens de andere douaneadministratie alsof het onder- zoek werd ingesteld ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen Staat.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de in die Verdragsluitende Partij toepasselijke douanewetgeving en -regelingen die van belang is voor het onderzoek met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douaneadministraties verstrekt, uit eigen beweging en onverwijld, alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV
Bijzondere vormen van bijstand
Artikel 5
De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op haar verzoek met name de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
1. De aangezochte administratie houdt, op verzoek, bijzonder toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douane- gebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer of in opslag ten aanzien waarvan door de ver- zoekende administratie is medegedeeld dat er een vermoeden van onge- oorloofd verkeer naar het douanegebied van de verzoekende Verdrag- sluitende Partij bestaat;
c. vervoermiddelen, met inbegrip van containers, waarvan de verzoe- kende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douanewetgeving in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij.
2. The customs administrations may permit, according to their na- tional legislation, by mutual agreement and arrangement, under their control, the importation into, exportation from or transit via the customs territory of their respective States of goods involved in illicit traffic in order to suppress such illicit traffic.
Article 7
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information on transactions, com- pleted or planned, which constitute or appear to constitute a customs offence.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of one Contracting Party, the customs administration of the other Contracting Party shall, wherever possible, supply information without delay on its own initiative.
Article 8
1. On request, the requested administration shall afford assistance with a view to collecting customs claims, in accordance with the respec- tive national laws or administrative practices of the Contracting Parties.
2. On request, the requested administration shall recover customs claims of the requesting administration in accordance with the national law and administrative practice for the recovery of its own duty and tax claims. However, such customs claims do not enjoy priority in the requested Contracting Party and cannot be recovered by imprisonment for debt of the debtor. The requested administration is not obliged to take any executory measures which are not provided for in the laws of the requesting Contracting Party.
3. The provisions of paragraph 2 of this Article shall apply only to customs claims which form the subject of an instrument permitting their enforcement in the requesting Contracting Party and which are not con- tested. However, where the claim relates to a liability to duties or taxes of a person not being a resident of the requesting Contracting Party, paragraph 2 shall only apply where the customs claim may no longer be contested.
4. The obligation to afford assistance in the recovery of customs claims concerning a deceased person or his estate is limited to the value of the estate or the property acquired by each beneficiary of the estate,
2. De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, met wederzijdse overeenstemming en door middel van een wederzijdse regeling, toestemming verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via het douanegebied van hun respectieve staten van goederen die zijn betrokken bij ongeoor- loofde handel om deze ongeoorloofde handel tegen te gaan.
Artikel 7
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, informatie over verrichte of voorgenomen transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lijken te vormen.
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van de ene Verdragsluitende Partij met zich zouden kunnen brengen, verstrekt de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij waar mo- gelijk onverwijld uit eigen beweging informatie.
Artikel 8
1. De aangezochte administratie verleent op verzoek bijstand met het oog op het innen van douanevorderingen overeenkomstig de respectieve nationale wetgeving of administratieve praktijk van de Verdragsluitende Partijen.
2. De aangezochte administratie gaat op verzoek over tot invordering van douanevorderingen van de verzoekende administratie overeenkom- stig de nationale wetgeving en administratieve praktijk met betrekking tot de invordering van haar eigen vorderingen betreffende rechten en belastingen. Deze douanevorderingen genieten in de aangezochte Verdragsluitende Partij evenwel geen voorrang en kunnen niet worden ingevorderd door middel van gijzeling van de schuldenaar. De aange- zochte administratie is niet verplicht maatregelen gericht op executie te nemen waarin de wetgeving van de verzoekende Verdragsluitende Partij niet voorziet.
3. De bepalingen van het tweede lid van dit artikel zijn slechts van toepassing op douanevorderingen die het voorwerp zijn van een execu- toriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij en die niet worden betwist. Indien de vordering echter betrekking heeft op de verschuldigd- heid van rechten of belastingen door een persoon die geen inwoner van de verzoekende Verdragsluitende Partij is, is het tweede lid slechts van toepassing indien de douanevordering niet langer kan worden betwist.
4. De verplichting om bijstand te verlenen bij het invorderen van douanevorderingen betreffende een overledene of zijn nalatenschap is beperkt tot de waarde van de nalatenschap of van de goederen verkre-
according to whether the claim is to be recovered from the estate or from the beneficiaries thereof.
5. The requested administration shall not be obliged to accede to the request:
a) if the requesting administration has not pursued all means avail- able in its own territory, except where recourse to such means would give rise to disproportionate difficulty;
b) if and insofar as it considers the customs claim to be contrary to the provisions of this Agreement or of any other agreement to which both Contracting Parties are parties.
6. The request for administrative assistance in the recovery of a cus- toms claim shall be accompanied by:
a) a declaration that the customs claim concerns a duty or tax cov- ered by the Agreement and that the conditions of paragraph 3 of this Article are met;
b) an official copy of the instrument permitting enforcement in the requesting Contracting Party;
c) any other document required for recovery;
d) where appropriate, a certified copy confirming any related deci- sion emanating from an administrative body or a court.
7. The requesting administration shall indicate the customs claim to be recovered in both the currency of the requesting Contracting Party and the currency of the requested Contracting Party. The rate of ex- change to be used for the purpose of the preceding sentence is the last selling price settled on the most representative exchange market or mar- kets of the requesting Contracting Party. Each amount recovered by the requested administration shall be transferred to the requesting adminis- tration in the currency of the requested Contracting Party. The transfer shall be carried out within a period of a month from the date of the recovery.
8. On request, the requested administration shall, with a view to the recovery of a customs claim, take measures of conservancy even if the customs claim is contested or is not yet the subject of an instrument per- mitting enforcement, in so far as such is permitted by the laws and administrative practice of the requested Contracting Party.
9. The instrument permitting enforcement in the requesting Contract- ing Party shall, where appropriate and in accordance with the provisions in force in the requested Contracting Party, be accepted, recognized, sup- plemented or replaced as soon as possible after the date of the receipt of the request for assistance by an instrument permitting enforcement in the requested Contracting Party.
10. Questions concerning any period beyond which a customs claim cannot be enforced shall be governed by the law of the requesting Con-
gen door iedere begunstigde van de nalatenschap, afhankelijk van de vraag of de vordering dient te worden ingevorderd uit de nalatenschap of bij de begunstigden daarvan.
5. De aangezochte administratie is niet verplicht het verzoek in te willigen:
a. indien de verzoekende administratie niet alle op haar eigen grond- gebied beschikbare middelen heeft aangewend, tenzij aanwending van die middelen zou leiden tot onevenredige moeilijkheden;
b. indien en voorzover zij de douanevordering in strijd acht met de bepalingen van dit Verdrag of van enig ander verdrag waarbij beide Verdragsluitende Partijen partij zijn.
6. Het verzoek om administratieve bijstand bij de invordering van een douanevordering gaat vergezeld van:
a. een verklaring dat de douanevordering een recht of belasting betreft waarop het Verdrag van toepassing is en dat wordt voldaan aan de voorwaarden van het derde lid van dit artikel;
b. een officieel afschrift van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij;
c. ieder ander document dat vereist is voor invordering;
d. indien van toepassing, een gewaarmerkt afschrift van een op de vordering betrekking hebbende beslissing genomen door een administra- tief lichaam of een rechterlijke instantie.
7. De verzoekende administratie zal de in te vorderen douanevordering aangeven in zowel de valuta van de verzoekende Verdragsluitende Partij als de valuta van de aangezochte Verdragsluitende Partij. De wisselkoers die met het oog op de voorafgaande zin moet worden gebruikt, is de meest recente verkoopprijs op de meest representatieve wisselmarkt of wisselmarkten van de verzoekende Verdragsluitende Partij. Ieder door de aangezochte administratie ingevorderd bedrag wordt overgemaakt naar de verzoekende administratie in de valuta van de aangezochte Verdrag- sluitende Partij. De overmaking geschiedt binnen een termijn van een maand na de datum van de invordering.
8. Met het oog op de invordering van een douanevordering neemt de aangezochte administratie op verzoek conservatoire maatregelen, zelfs indien de douanevordering wordt betwist of nog niet het voorwerp is van een executoriale titel, voorzover dit is toegestaan volgens de wetgeving en administratieve praktijk van de aangezochte Verdragsluitende Partij.
9. De executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij wordt, indien passend en in overeenstemming met de in de aangezochte Verdragsluitende Partij van kracht zijnde bepalingen, zo spoedig moge- lijk na de datum van ontvangst van het verzoek om bijstand aanvaard, erkend of aangevuld, dan wel vervangen door een executoriale titel in de aangezochte Verdragsluitende Partij.
10. Vragen betreffende het tijdvak waarbuiten een douanevordering niet langer kan worden ingevorderd worden beheerst door de wetgeving
tracting Party. The request for assistance in the recovery shall give par- ticulars concerning that period.
11. Acts of recovery carried out by the requested administration in pursuance of the request for assistance, which, according to the law of the requested Contracting Party, would have the effect of suspending or interrupting the period mentioned in paragraph 10, shall also have this effect under the law of the requesting Contracting Party. The requested administration shall inform the requesting administration about such acts.
12. The requested administration may allow deferral of payment or payment by instalments, if its laws or administrative practice permit it to do so in similar circumstances; but it shall first inform the requesting administration.
13. The customs administrations shall by common agreement pre- scribe in the detailed arrangements for the implementation of this Agree- ment, to be decided on the basis of paragraph 2 of Article 18 of this Agreement, rules concerning minimum amounts of customs claims sub- ject to a request for assistance.
CHAPTER V
Information
Article 9
1. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
2. Any information to be exchanged under this Agreement shall be accompanied by all relevant information for interpreting or utilizing it.
CHAPTER VI
Experts and Witnesses
Article 10
On request, the requested administration shall authorize its officials to appear before a court or tribunal in the other Contracting Party as experts or witnesses in the matter of a customs offence.
van de verzoekende Verdragsluitende Partij. Het verzoek om bijstand bij de invordering geeft bijzonderheden aangaande dat tijdvak.
11. Door de aangezochte administratie ingevolge het verzoek om bij- stand verrichte invorderingshandelingen die overeenkomstig de wetge- ving van de aangezochte Verdragsluitende Partij een schorsing of onder- breking van het in het tiende lid bedoelde tijdvak tot gevolg zouden hebben, worden geacht hetzelfde gevolg te hebben voor de toepassing van de wetgeving van de verzoekende Verdragsluitende Partij. De aan- gezochte administratie stelt de verzoekende administratie van deze han- delingen op de hoogte.
12. De aangezochte administratie kan uitstel van betaling of betaling in termijnen toestaan, indien haar wetgeving of haar administratieve praktijk dit in soortgelijke omstandigheden toelaat, maar stelt de verzoe- kende administratie daarvan eerst in kennis.
13. De douaneadministraties schrijven in onderlinge overeenstem- ming regels voor betreffende minimumbedragen van douanevorderingen die vatbaar zijn voor een verzoek om bijstand in de nadere regelingen ter uitvoering van dit Verdrag, vast te stellen op grond van artikel 18, tweede lid, van dit Xxxxxxx.
HOOFDSTUK V
Informatie
Artikel 9
1. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden terzake onver- let.
2. Alle ingevolge dit Xxxxxxx uit te wisselen informatie gaat verge- zeld van alle gegevens die van belang zijn om deze te interpreteren of te gebruiken.
HOOFDSTUK VI
Deskundigen en getuigen
Artikel 10
De aangezochte administratie machtigt op verzoek haar ambtenaren om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen voor een rechterlijke instantie in de andere Verdragsluitende Partij.
CHAPTER VII
Communication of Requests
Article 11
1. Requests for assistance under this Agreement shall be addressed directly to the customs administration of the other Contracting Party, shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally. Such requests shall be promptly confirmed in writing.
2. Requests made pursuant to paragraph 1 of this Article, shall in- clude the following details:
a) the administration making the request;
b) the subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
3. A request by either customs administration that a certain procedure be followed shall be complied with, subject to the legal and administra- tive provisions of the requested Contracting Party.
4. The information referred to in this Agreement shall be communi- cated only to officials who are designated for this purpose by each cus- toms administration. A list of officials so designated shall be furnished to the customs administration of the other Contracting Party in accord- ance with paragraph 2 of Article 18 of this Agreement.
CHAPTER VIII
Execution of Requests
Article 12
If the requested administration does not have the information re- quested, it shall initiate inquiries to obtain that information in accord- ance with its national legal and administrative provisions. These inquir- ies shall include the taking of statements from persons from whom information is sought in connection with a customs offence and from witnesses and experts.
Article 13
1. On written request, officials designated by the requesting adminis- tration may, with the authorization of the requested administration and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investi- gating a customs offence:
HOOFDSTUK VII
Toezending van verzoeken
Artikel 11
1. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden, schrif- telijk en vergezeld van nuttig geachte documenten, rechtstreeks aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij gericht. Wan- neer de omstandigheden dit vereisen, kunnen ook mondeling verzoeken worden gedaan. Dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
2. Verzoeken ingevolge het eerste lid van dit artikel bevatten de vol- gende bijzonderheden:
a. de administratie die het verzoek doet;
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de te nemen stappen;
d. de namen en adressen van de betrokken personen, voorzover bekend.
3. Een verzoek van een van de douaneadministraties om een bepaalde procedure te volgen wordt ingewilligd, met inachtneming van de wette- lijke en administratieve bepalingen van de aangezochte Verdragsluitende Partij.
4. De in dit Verdrag bedoelde informatie wordt alleen medegedeeld aan ambtenaren die door elke douaneadministratie hiertoe zijn aangewe- zen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douane- administratie van de andere Verdragsluitende Partij verstrekt in overeen- stemming met artikel 18, tweede lid, van dit Xxxxxxx.
HOOFDSTUK VIII
Uitvoering van verzoeken
Artikel 12
Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde informa- tie beschikt, stelt zij een onderzoek in om die informatie te verkrijgen in overeenstemming met haar nationale wettelijke en administratieve bepa- lingen. Dit onderzoek omvat mede het optekenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de douanewetgeving en van getuigen en deskundigen.
Artikel 13
1. Op schriftelijk verzoek kunnen door de verzoekende administratie aangewezen ambtenaren, met instemming van de aangezochte admini- stratie en onder de door laatstgenoemde hieraan verbonden voorwaar- den, ten behoeve van de opsporing van een inbreuk op de douane- wetgeving:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) be present during an inquiry conducted by the requested adminis- tration in the customs territory of the requested Contracting Party and relevant to the requesting administration.
2. When officials of the requesting administration are present in the territory of the other Contracting Party in the circumstances provided for in Article 10 or in paragraph 1 of this Article, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity.
3. They shall, while there, enjoy the same protection as that accorded to customs officials of the other Contracting Party, in accordance with the laws in force there, and be responsible for any offence they might commit.
CHAPTER IX
Confidentiality of Information
Article 14
1. Any information received under this Agreement shall be used solely for the purposes of this Agreement and by the customs adminis- trations, except in cases in which the customs administration which fur- nished such information expressly approves its use for other purposes or by other authorities. Such use shall then be subject to any restrictions laid down by the customs administration which furnished the informa- tion. Any such information may, if the national law of the furnishing Contracting Party so prescribes, only be used in criminal prosecutions after the public prosecution or judicial authorities in the furnishing Con- tracting Party have agreed to such use.
2. Without prejudice to paragraph 1, the information, communica- tions and documents received in the context of administrative assistance may be used in civil, criminal and administrative proceedings, in the terms set by the respective relevant legislation in force, only for pur- poses of this Agreement.
3. Any information received under this Agreement shall at least be subject to the same protection and confidentiality as the same kind of
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, registers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, registers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. aanwezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij dat van belang is voor de verzoekende administratie.
2. Wanneer, onder de in artikel 10 of in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstandigheden, ambtenaren van de verzoekende administra- tie aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen.
3. Gedurende hun verblijf aldaar genieten zij dezelfde bescherming als die welke wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de aldaar geldende wetgeving en zijn zij verantwoordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK IX
Vertrouwelijk karakter van informatie
Artikel 14
1. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie mag slechts voor de doeleinden van dit Verdrag en door de douaneadministraties worden gebruikt, behalve in de gevallen waarin de douaneadministratie die deze informatie heeft verstrekt, uitdrukkelijk haar goedkeuring hecht aan het gebruik daarvan voor andere doeleinden of door andere autori- teiten. In dat geval is dat gebruik onderworpen aan eventuele beperkin- gen die zijn vastgesteld door de douaneadministratie die de informatie heeft verstrekt. Deze informatie mag, indien de nationale wetgeving van de verstrekkende Verdragsluitende Partij dat voorschrijft, slechts bij strafrechtelijke vervolgingen worden gebruikt nadat het openbaar minis- terie of de rechterlijke autoriteiten in de verstrekkende Verdragsluitende Partij met dit gebruik hebben ingestemd.
2. Onverminderd het eerste lid kunnen de in het kader van admini- stratieve bijstand ontvangen inlichtingen, mededelingen en documenten uitsluitend voor de doeleinden van dit Verdrag worden gebruikt in civiele, strafrechtelijke en administratieve procedures, onder de door de respectieve geldende wetgeving ter zake gestelde voorwaarden.
3. Voor alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie gelden ten minste dezelfde bescherming en vertrouwelijkheid als die welke voor
information is subject to under the national law of the Contracting Party where it is received.
4. The disclosure of information to the European Commission or any of the customs administrations of the European Union’s Member States under the obligations of the Netherlands Contracting Party referred to in Article 2 of this Agreement will be notified to the customs administra- tion of the Macedonian Contracting Party in advance.
Article 15
Where personal data are exchanged under this Agreement, the Con- tracting Parties shall ensure a standard of data protection at least equiva- lent to that resulting from the implementation of the principles in the Annex to this Agreement, which is an integral part of this Agreement.
CHAPTER X
Exemptions
Article 16
1. The requested administration shall not be required to give the assistance provided for by this Agreement if it is likely to jeopardize public order or any other essential interest of the requested Contracting Party or would involve the violation of an industrial, commercial or pro- fessional secret.
2. If the requesting administration would be unable to comply if a similar request were made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con- sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is denied or postponed, reasons for the denial or postponement shall be given.
soortgelijke informatie gelden krachtens de nationale wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan deze wordt ontvan- gen.
4. Indien informatie moet worden verstrekt aan de Europese Commis- sie of de douaneadministraties van de lidstaten van de Europese Unie ingevolge de in artikel 2 van dit Verdrag genoemde verplichtingen van de Nederlandse Verdragsluitende Partij, wordt de douaneadministratie van de Macedonische Verdragsluitende Partij vooraf op de hoogte ge- steld.
Artikel 15
Wanneer uit hoofde van dit Xxxxxxx persoonsgegevens worden uitge- wisseld, waarborgen de Verdragsluitende Partijen een mate van gegevens- bescherming die ten minste gelijk is aan die welke resulteert uit de toe- passing van de beginselen opgenomen in de Bijlage bij dit Verdrag, welke een integrerend deel van dit Verdrag uitmaakt.
HOOFDSTUK X
Ontheffıng
Artikel 16
1. De aangezochte administratie is niet verplicht de in dit Verdrag bedoelde bijstand te verlenen indien deze de openbare orde of enig ander wezenlijk belang van de aangezochte Verdragsluitende Partij zou kun- nen schaden of tot een schending van een industrieel of een commercieel geheim, dan wel van een beroepsgeheim zou kunnen leiden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat zou zijn een soortgelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgelaten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hiermee wordt doorkruist. In een dergelijk geval pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende admi- nistratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voorwaarden of omstandigheden die de aangezochte administratie ver- langt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, dienen de redenen voor de weigering of het uitstel te worden gegeven.
CHAPTER XI
Costs
Article 17
1. The customs administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Agreement, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses as well as costs of interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
2. Pecuniary consequences of acts of recovery which have been found unjustified in respect of the reality of the customs claim concerned or of the validity of the instrument permitting enforcement in the requesting Contracting Party, shall be borne by the requesting adminis- tration.
3. If expenses of a substantial and extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Contracting Parties shall consult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
CHAPTER XII
Implementation of the Agreement
Article 18
1. The customs administrations shall take measures so that their offi- cials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The customs administrations shall decide on further detailed ar- rangements, within the framework of this Agreement, to facilitate the implementation of this Agreement.
3. The customs administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Agreement.
4. Conflicts for which no solutions are found, shall be settled through diplomatic channels.
CHAPTER XIII
Application
Article 19
1. As far as the Macedonian Contracting Party is concerned, this Agreement shall apply to its territory.
HOOFDSTUK XI
Kosten
Artikel 17
1. De douaneadministraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding van ter uitvoering van dit Verdrag gemaakte kosten, met uitzonde- ring van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getuigen alsook de kosten van tolken die niet in dienst zijn van de Regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. Financiële gevolgen van invorderingshandelingen waarvan is ge- bleken dat zij niet gerechtvaardigd zijn op grond van de vaststaande fei- ten met betrekking tot de desbetreffende douanevordering of de geldig- heid van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij, worden gedragen door de verzoekende administratie.
3. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de Verdrag- sluitende Partijen overleg om de voorwaarden en omstandigheden te bepalen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten worden gedragen.
HOOFDSTUK XII
Uitvoering van het Verdrag
Artikel 18
1. De douaneadministraties nemen maatregelen opdat hun met de opsporing of bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met elkaar kun- nen onderhouden.
2. De douaneadministraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douaneadministraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de interpretatie of toepassing van dit Ver- drag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld.
HOOFDSTUK XIII
Toepassing
Artikel 19
1. Wat de Macedonische Verdragsluitende Partij betreft, is dit Verdrag van toepassing op haar grondgebied.
2. As far as the Netherlands Contracting Party is concerned, this Agreement shall apply to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Netherlands Antilles or Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
CHAPTER XIV
Entry into Force and Termination
Article 20
This Agreement shall enter into force on the first day of the second month after the Contracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional or internal require- ments for the entry into force of this Agreement have been complied with.
Article 21
1. This Agreement is intended to be of unlimited duration but either Contracting Party may terminate it at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect six months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Agreement.
3. Unless otherwise agreed the termination of this Agreement shall not also terminate its application to the Netherlands Antilles or Aruba if it has been extended thereto in conformity with the provisions of para- graph 2 of Article 19.
Article 22
The Contracting Parties shall meet in order to review this Agreement on request or at the end of five years from the date of its entry into force, unless they notify one another in writing that no such review is neces- sary.
IN WITNESS whereof the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Agreement.
DONE at The Hague on the twentyseventh day of April 2000, in duplicate in the Netherlands, Macedonian and English languages, all
2. Wat de Nederlandse Verdragsluitende Partij betreft, is dit Verdrag van toepassing op haar grondgebied in Europa. Het Verdrag kan echter, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitge- breid tot de Nederlandse Antillen of Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
HOOFDSTUK XIV
Inwerkingtreding en beëindiging
Artikel 20
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schrif- telijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke of natio- nale vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Artikel 21
1. Dit Verdrag wordt in principe voor onbepaalde tijd gesloten, maar elk van beide Verdragsluitende Partijen kan het te allen tijde langs diplo- matieke weg opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht zes maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lo- pende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin vol- tooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
3. Tenzij anders overeengekomen, wordt door de beëindiging van dit Verdrag niet tegelijkertijd de toepassing daarvan op de Nederlandse Antillen of Aruba beëindigd, indien het daartoe is uitgebreid overeen- komstig de bepalingen van artikel 19, tweede lid.
Artikel 22
De Verdragsluitende Partijen komen bijeen om dit Verdrag te herover- wegen, op verzoek of na het verstrijken van vijf jaar vanaf de inwer- kingtreding ervan, tenzij zij elkaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat een dergelijke heroverweging niet nodig is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te ’s-Gravenhage op 27 april 2000, in tweevoud in de Nederlandse, de Macedonische en de Engelse taal, zijnde alle teksten
texts being equally authentic. In case of divergence of interpretation, the English text shall prevail.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands
(sd.) G. H. O. VAN MAANEN
For the Macedonian Government
(sd.) XXXXXX XXXXXXXXXX
Annex
Basic principles of data protection
1. Personal data undergoing automatic processing shall be:
a) obtained and processed fairly and lawfully;
b) stored for specified and legitimate purposes and not used in a way incompatible with those purposes;
c) adequate, relevant and not excessive in relation to the purposes for which they are stored;
d) accurate and, where necessary, kept up to date;
e) preserved in a form which permits identification of the data sub- jects for no longer than is required for the purpose for which those data are stored.
2. Personal data revealing racial origin, political opinions or religious or other beliefs, as well as personal data concerning health or sexual life, may not be processed automatically unless domestic law provides appro- priate safeguards. The same shall apply to personal data relating to criminal convictions.
3. Appropriate security measures shall be taken for the protection of personal data stored in automated data files against unauthorized de- struction or accidental loss as well as against unauthorized access, altera- tion or dissemination.
4. Any person shall be enabled:
a) to establish the existence of an automated personal data file, its main purposes, as well as the identity and habitual residence or princi- pal place of business of the controller of the file;
b) to obtain at reasonable intervals and without excessive delay or expense confirmation of whether personal data relating to him are stored in the automated data file as well as communication to him of such data in an intelligible form;
gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) G. H. O. VAN MAANEN
Voor de Macedonische Regering
(w.g.) XXXXXX XXXXXXXXXX
Bijlage
Grondbeginselen inzake gegevensbescherming
1. Persoonsgegevens die automatisch worden verwerkt dienen:
a. op eerlijke en rechtmatige wijze te worden verkregen en verwerkt;
b. te worden opgeslagen voor bepaalde en wettige doeleinden en niet te worden gebruikt op een wijze die niet verenigbaar is met deze doel- einden;
c. toereikend, terzake dienend en niet te uitvoerig te zijn in verhou- ding tot de doeleinden waarvoor zij zijn opgeslagen;
d. nauwkeurig te zijn en waar nodig te worden geactualiseerd;
e. te worden bewaard in een vorm die identificatie van de personen op wie de gegevens betrekking hebben niet langer mogelijk maakt dan nodig is voor het doel waarvoor deze gegevens zijn opgeslagen.
2. Persoonsgegevens waaruit ras, politieke opvattingen of religieuze of andere overtuigingen blijken, alsmede persoonsgegevens inzake ge- zondheid of seksualiteit mogen niet automatisch worden verwerkt, ten- zij de nationale wetgeving voldoende beveiliging biedt. Hetzelfde geldt voor persoonsgegevens inzake strafrechtelijke veroordelingen.
3. Passende beveiligingsmaatregelen dienen te worden getroffen ter bescherming van in geautomatiseerde gegevensbestanden opgeslagen persoonsgegevens tegen ongeoorloofde vernietiging of onbedoeld verlo- ren gaan, alsmede tegen ongeoorloofde toegang, wijziging of versprei- ding.
4. Iedereen dient in staat te worden gesteld om:
a. het bestaan van een geautomatiseerd bestand met persoons- gegevens, de belangrijkste doeleinden daarvan, alsmede de identiteit en gewoonlijke verblijfplaats of het belangrijkste zakelijke adres van de beheerder van het bestand vast te stellen;
b. met redelijke tussenpozen en zonder buitensporige vertraging of kosten een bevestiging te krijgen of op hem betrekking hebbende persoonsgegevens zijn opgeslagen in het geautomatiseerde gegevensbe- stand en van die gegevens kennis te nemen in een begrijpelijke vorm;
c) to obtain, as the case may be, rectification or erasure of such data if they have been processed contrary to the provisions of domestic law giving effect to the basic principles set out in principles 1 and 2 of this Annex;
d) to have a remedy if a request for confirmation or, as the case may be, communication, rectification or erasure as referred to in paragraphs b and c of this principle is not complied with.
5.1. No exception to the provisions under principles 1, 2 and 4 of this Annex shall be allowed except within the limits defined in this princi- ple.
5.2. Derogation from the provisions under principles 1, 2 and 4 of this Annex shall be allowed when such derogation is provided for by the law of the Contracting Party and constitutes a necessary measure in a democratic society in the interests of:
a) protecting state security, public safety, the monetary interests of the state or the suppression of criminal offences;
b) protecting the data subject or the rights and freedoms of others.
5.3. Restrictions on the exercise of the rights specified in principle 4, paragraphs b, c and d of this Annex, may be provided by law with respect to automated personal data files used for statistics or for scien- tific research purposes where there is obviously no risk of an infringe- ment of the privacy of the data subjects.
6. Each Contracting Party undertakes to establish appropriate sanc- tions and remedies for violations of provisions of domestic law giving effect to the basic principles set out in this Annex.
7. None of the provisions of this Annex shall be interpreted as limit- ing or otherwise affecting the possibility for a Contracting Party to grant data subjects a wider measure of protection than that stipulated in this Annex.
c. verbetering c.q. verwijdering van deze gegevens te bewerkstelli- gen indien deze zijn verwerkt in strijd met de bepalingen van de natio- nale wetgeving inzake de uitvoering van de grondbeginselen omschre- ven onder punt 1 en 2 van deze Bijlage;
d. een rechtsmiddel te kunnen aanwenden indien een verzoek om bevestiging c.q. kennisgeving, verbetering of verwijdering als bedoeld onder b en c van dit beginsel niet wordt ingewilligd.
5.1. Uitzonderingen op het in de beginselen 1, 2 en 4 van deze Bij- lage bepaalde zijn niet toegestaan, tenzij deze binnen de in dit beginsel vastgestelde grenzen vallen.
5.2. Een afwijking van het in de beginselen 1, 2 en 4 van deze Bij- lage bepaalde is toegestaan indien een dergelijke afwijking is voorzien in de wetgeving van de Verdragsluitende Partij en een noodzakelijke maatregel vormt in een democratische samenleving in het belang van:
a. bescherming van de staatsveiligheid, de openbare veiligheid, de monetaire belangen van de staat of de misdaadbestrijding;
b. bescherming van de persoon op wie gegevens betrekking hebben of de rechten en vrijheden van anderen.
5.3. De wetgeving kan voorzien in beperkingen in de uitoefening van de in de onderdelen b, c en d van beginsel 4 van deze Bijlage genoemde rechten met betrekking tot geautomatiseerde bestanden met persoons- gegevens die worden gebruikt voor de statistiek of wetenschappelijk onderzoek, waarbij duidelijk geen risico bestaat van een inbreuk op de privacy van de personen op wie de gegevens betrekking hebben.
6. Elke Verdragsluitende Partij streeft naar vaststelling van passende sancties en rechtsmiddelen voor schending van bepalingen van nationale wetgeving ter uitvoering van de in deze Bijlage beschreven grondbegin- selen.
7. De bepalingen van deze Bijlage mogen niet zodanig worden uitge- legd dat daardoor de mogelijkheid voor een Verdragsluitende Partij om personen op wie de gegevens betrekking hebben een ruimere mate van bescherming toe te kennen dan bepaald in deze Bijlage, wordt beperkt of anderszins wordt aangetast.
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 20 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de grondwettelijke of nationale vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.
J. GEGEVENS
Van de op 5 december 1953 door de Internationale Douaneraad aan- genomen Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand, naar welke Aanbeveling in de preambule tot het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de tekst geplaatst in rubriek J van Trb. 1985, 63.
Van het op 20 december 1988 te Wenen tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, naar welk Verdrag in de preambule tot het onder- havige Verdrag wordt verwezen, zijn de Engelse en Franse tekst ge- plaatst in Trb. 1989, 97 en de vertaling in Trb. 1990, 94. Zie ook, laat- stelijk, Trb. 1999, 190.
Xxx xxx xx 0 xxxxxxxx 0000 xx Xxxxxxxxxx tot stand gekomen Verdrag betreffende de Europese Unie, naar welke Organisatie in artikel 2, derde lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1992, 74 en de geconsolideerde versie in rubriek X xxx Xxx. 1998, 12.
Uitgegeven de vijfde juni 2000.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2413
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2000