Samenwerkingsovereenkomst inzake onderzoeksschool NOSTER 2022-2026
Samenwerkingsovereenkomst inzake onderzoeksschool NOSTER 2022-2026
Ondergetekenden,
De Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit als penvoerende faculteit van onderzoekschool NOSTER
en
de Evangelische Theologische Faculteit (Leuven), de Protestantse Theologische Universiteit, de Theologische Universiteit Apeldoorn, de Theologische Universiteit Kampen en de Universiteit voor Humanistiek (vanaf nu: XXX)
Overwegende dat deelname van XXX aan de onderzoekschool bijdraagt aan de doelstellingen en taken van de onderzoekschool zoals beschreven in de Gemeenschappelijke Regeling van de school,
Stellen de volgende samenwerkingsovereenkomst vast:
Artikel 1. Definities
In deze samenwerkingsovereenkomst wordt verstaan onder:
Gemeenschappelijke Regeling: Gemeenschappelijke Regeling Onderzoekschool NOSTER
2022-2026;
Faculteiten: de in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling genoemde faculteiten;
School: de onderzoekschool NOSTER;
Schoolbestuur: het bestuur van de onderzoekschool NOSTER;
Penvoerder: Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit;
DLG: Disciplineoverleg Letteren/Geesteswetenschappen.
Artikel 2. Doel van de samenwerkingsovereenkomst
De faculteiten zoals vertegenwoordigd in het DLG hebben onderlinge afspraken met betrekking tot de onderzoekschool vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling. In de samenwerkingsovereenkomst worden de afspraken met betrekking tot deelname van een andere instelling, zoals bedoeld in artikel 10 van de Gemeenschappelijke Regeling, nader uitgewerkt en vastgelegd.
Artikel 3. Deelname aan de onderzoekschool
1. XXX participeert in de onderzoekschool, neemt deel aan het Schoolbestuur en aan eventuele andere adviescolleges of commissies van de school, en draagt bij aan de middelen van de school.
2. De rector van XXX:
a) neemt zitting in het Schoolbestuur of vaardigt een lid af in het Schoolbestuur uit de hoogleraren, universitaire (hoofd)docenten of overige senior onderzoekers van zijn/haar instelling werkzaam op het gebied van de theologie en/of religiewetenschappen. Voor het lid gelden de voorwaarden als bepaald in artikel 5 lid 5 en lid 7 van de Gemeenschappelijke Regeling;
b) wordt geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen in de onderzoekschool, waaronder in ieder geval de benoeming van de wetenschappelijk directeur;
c) ontvangt het verslag en de rekening en verantwoording over de besteding van de middelen (zie ook artikel 7 lid 4 van de Gemeenschappelijke Regeling).
Artikel 4. Bijdrage aan de onderzoekschool
De faculteiten die via de Gemeenschappelijke Regeling participeren in NOSTER dragen bij aan een landelijk fonds ter bekostiging van de landelijke onderzoekscholen. Uit dit fonds wordt jaarlijks een bedrag van €39.200 ter beschikking gesteld aan de penvoerder van de onderzoekschool ter bekostiging van de school. Daarnaast stellen de faculteiten ten behoeve van het opleidingsbudget van de school een bedrag van €1.000 per bij de onderzoekschool aangemelde promovendus ter beschikking en ontvangt de school per aangemelde (onderzoeks)masterstudent een bedrag van ca. €500.
XXX stelt jaarlijks een door het Schoolbestuur vastgesteld bedrag van €… ter beschikking aan de penvoerder ter bekostiging van de school. Voorts draagt XXX een bedrag van €1.000 per nieuw- aangemelde promovendus, een bedrag van €500 per nieuw-aangemelde buitenpromovendus en een bedrag van €500 per nieuw-aangemelde masterstudent bij aan het opleidingsbudget van de school.
Artikel 5. Nadere uitwerking
Zaken waarin deze overeenkomst niet voorziet worden op voorstel van de directeur van de onderzoeksschool geregeld tussen het Schoolbestuur en de decaan van de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit.
Artikel 6. Duur en opzegging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2022 en geldt tot en met 31 december 2026. Uiterlijk 15 juli 2026 doet het Schoolbestuur een voorstel tot continuering van deze overeenkomst, al dan niet in gewijzigde vorm.
2. Tussentijdse opzegging van deze overeenkomst is mogelijk met inachtneming van een termijn van een jaar en kan uitsluitend geschieden door middel van een schriftelijk bericht van één der partijen aan de andere partij in deze regeling. De directeur van de onderzoekschool ontvangt afschrift van dat bericht en stelt de decanen van de faculteiten hiervan terstond in kennis.
Artikel 7. Vereffening
Bij opheffing van de onderzoekschool treffen de decanen van de faculteiten die middels de Gemeenschappelijke Regeling participeren (vgl. art. 14 GR) alsmede de rectoren van de universiteiten die middels een samenwerkingsovereenkomst participeren een regeling tot vereffening van het saldo naar rato van de door de deelnemende instellingen aan de onderzoekschool ter beschikking gestelde middelen.
Artikel 8. Geschillen
Een geschil over de uitleg of uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst wordt in eerste instantie voorgelegd aan het Schoolbestuur. Indien het Schoolbestuur het geschil niet kan oplossen, wordt het voorgelegd aan de in artikel 15 van de Gemeenschappelijke Regeling genoemde geschillencommissie.