Bridge Sociëteit Oostburg
Bridge Sociëteit Oostburg
Etiquette
of
“hoe willen wij ons binnen de bridgeclub opstellen en gedragen”
1. Inleiding
In het huishoudelijk reglement van onze vereniging wordt onder 6. Etiquette het navolgende gesteld: Binnen de vereniging geldt de etiquette volgens de normen van de Nederlandse Bridge Bond. Alle leden weten zich hieraan gehouden en zijn wederzijds verantwoordelijk voor de goede werking daarvan.
Bij mogelijke problematiek wordt in eerste instantie in volwassen onderling overleg naar een oplossing gezocht, zo nodig en gewenst onder bemiddeling van de leider van de bridgegelegenheid.
Onverhoopte blijvende problematiek wordt onder de aandacht gebracht van het bestuur, dat ter zake actie zal ondernemen
Deze notitie is bedoeld om het begrip etiquette binnen de vereniging handen en voeten te geven. Hierbij hebben wij ons beperkingen willen en moeten opleggen. Immers, onze omgang met elkaar binnen de vereniging willen wij graag op een zo natuurlijk mogelijke wijze laten verlopen.
Nochtans mag deze notitie niet als vrijblijvend worden gezien: willen wij onze bridgemiddagen/ avonden plezierig kunnen laten verlopen, moeten wij ons wel aan een aantal basisregels houden.
2. Hoffelijke houding
Eerst en vooral: aan de bridgetafel is een hoffelijke houding verplicht.
Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of handeling te vermijden die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler en/of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.
Dat betekent dat een speler in overtreding is als zijn houding een vervelend gevoel oproept bij zijn tafelgenoten.
Dat klinkt vrij logisch en eenvoudig.
Toch wordt deze officiële spelregel het meest overtreden van alle spelregels.
Kennelijk kunnen er situaties ontstaan waarin de normen van hoffelijkheid gemakkelijk worden vergeten. En toegegeven, bridge is een enerverend spel, waarin je heel intensief mens bent met elkaar. En natuurlijk ontstaan er dan naast aangename gevoelens als voldoening, triomf, begrip, waardering en vertrouwen, ook gevoelens van schrik, afgrijzen, verbijstering, teleurstelling en irritatie. Degenen die deze gevoelens kunnen kanaliseren en voor zich kunnen houden, bewijzen hun klasse. Zij zullen een graag geziene partner en tegenstander zijn.
Niet alleen ú bewaakt uw mate van hoffelijkheid, dat doen ook uw tafelgenoten.
En omdat we nu eenmaal mensen zijn, zal er beslist weleens een uiting van onhoffelijkheid door de bewaking glippen.
Natuurlijk leggen we niet op alle slakken zout. Maar zodra er iets gebeurt wat een chronisch vervelend gevoel bij u oproept, is het uw taak om de ander in zijn hoffelijke houding (terug) te helpen.
Of nu het gedrag van uw partner of een tegenstander bij u een vervelend gevoel oproept, maakt niet uit, u wilt en moet ook dat doen stoppen. En dat lukt in de regel door het gedrag dat u stoort helder te benoemen, zonder oordeel, met de vraag om daarmee op te houden.
3. Rust en concentratie
Bridgen is een denksport. En een denksport gedijt het best in een aangename en rustige sfeer, waarin men zich goed zal moeten kunnen concentreren.
Mede daarom ook mag een eventueel meegenomen GSM zeker niet in de speelzaal gebruikt worden.
Voorts mogen wij van elkaar verwachten en verlangen dat wij voor, tijdens en tussen de spelen ons rustig en voorkomend gedragen.
In dit verband kan en mag het niet zo zijn dat partner en/of tegenstander geconfronteerd wordt met ongevraagde analyse, advies of zelfs kritiek en terechtwijzing.
Mogelijk tijdens wisseling van tafel opgestarte discussie wordt aan de nieuwe tafel direct gestopt.
4. Arbitrage
Bij elke bridgegelegenheid wordt voorzien in een op niveau toereikende arbiter.
De dienstdoende arbiter wordt door de leider voor de aanvang van de zitting geïntroduceerd en bij name genoemd.
In geval waarin het vermoeden van onjuist handelen bestaat hebben de spelers het recht én in principe ook de plicht om de hulp van de arbiter in te roepen.
Op correcte wijze respecteren en accepteren partijen de hulpvraag, verstrekken de arbiter de juiste informatie en leggen zich in eerste instantie neer bij de beslissing.
Bij onverhoopt dispuut betreffende de arbitrage kan aan het einde van de zitting beroep worden aangetekend, waarbij de leider van de bridgemogelijkheid de eerste beroepsmogelijkheid is.
In dit verband tracht de leider partijen te bewegen tot minnelijke schikking.
Mocht deze tussenkomst niet tot een bevredigend resultaat leiden, kunnen partijen in beroep bij het hoofd technische commissie.
5. Werken met Bridgemate
Bridge Sociëteit Oostburg werkt in principe met de Bridgemate, dit ten behoeve van een elektronische invoer van de resultaten.
De Bridgemate staat alleen correcte invoer toe van de paar- en spelnummers, controleert de speelrichting van het paar dat speelt, en berekent de score van het ingevoerde contract met het resultaat.
De Bridgemate wordt bediend door de noordspeler.
Diens actie wordt na elk gespeeld spel gecontroleerd door de oostspeler ( invoer van paarnummer, contract, wel of niet ge(re)doubleerd en het resultaat).
• De noordspeler controleert voor aanvang van het eerste spel - aan de hand van de informatie die de Bridgemate geeft - of beide partijen aan de juiste tafel en in de juiste richting zitten en of de juiste spellen op tafel liggen.
• De noordspeler voert al vóór aanvang van het bieden het spelnummer in.
Wanneer er verkeerde spellen op tafel liggen, blijkt dat dan al vóórdat de spelers hun handen hebben ingezien.
• De noordspeler voert meteen ná het bieden het contract in en stemt op dat moment met de tegenstanders af wat wordt ingevoerd. Dat voorkomt misverstanden achteraf.
• De noordspeler stemt na de dertiende slag het resultaat af met de tegenstanders, voert dat in en geeft het kastje ter controle aan de oostspeler.
• De oostspeler zorgt ervoor dat na controle van het laatste spel de melding “einde ronde” of “einde zitting” verschijnt. De noordspeler dient dit te controleren.
Verschijnt die melding niet, dan zijn niet de resultaten van alle spellen ingevoerd. Correctie is dan noodzakelijk. Vraag in dat geval naar de wedstrijdleider.
6. Spelen met de klok
Binnen Bridge Sociëteit Oostburg geldt in de regel een speeltijd van 30 minuten voor 4 spellen. Het spreekt vanzelf dat minder ervaren spelers alle ruimte krijgen om zich die snelheid eigen te maken. Zonder straf voor een minder gespeeld spel (de toegepaste rekenmethode zorgt ervoor dat een niet gespeeld spel nauwelijks invloed heeft op de uiteindelijke score).
Via een voor een ieder zichtbare klok wordt de speeltijd aangegeven.
Op 5 minuten voor het eind van de speeltijd klinkt een eerste geluidssignaal.
Het is niet toegestaan om na het eerste geluidssignaal nog aan een nieuw spel te beginnen c.q. een voorstel daartoe te doen.
Een na het eerste geluidssignaal reeds begonnen spel (= de kaarten zijn uit het bord gepakt) wordt in principe afgespeeld.
De dienstdoende wedstrijdleider kan in bijzondere gevallen besluiten de klok tijdelijk stil te zetten.
7. Tijdig afmelden bij verhindering
De organisatie van een reguliere bridgemiddag/avond is geen sinecure.
De betreffende vrijwilliger steekt er veel tijd en energie in. Om de werkzaamheden zo vlot en ongestoord te kunnen laten verlopen, is tijdige afmelding bij verhindering verplicht.
Voorziene verhindering wordt gemeld uiterlijk 24 uur voor de betreffende zitting, liefst per email of anders per telefoon. Daarbij wordt vermeld of er al dan niet uitgezien kan worden naar een invaller ten behoeve van de reguliere partner.
Onvoorziene verhindering (ziekte, ongeval, bijzondere omstandigheden) dient uiterlijk 2 uur voor de zitting uitsluitend telefonisch te worden gemeld.
8. Tijdig aanwezig
De spelers melden zich uiterlijk 10 minuten voor aanvang van de bridgegelegenheid, zodat tijdig met de zitting begonnen kan worden.
9. De plaats aan tafel
Het speelschema bepaalt tafel en speelrichting.
Per zitting houdt elke speler een vaste plaats binnen die richting.
Begint u op de noordplaats, dan mag u een volgende ronde niet zuid gaan zitten; de noordspeler is in een andere setting de oostspeler.
10. Verantwoordelijkheid voor de juiste gang van zaken aan tafel
Vaak wordt gedacht dat de noordspeler (extra) verantwoordelijk zou zijn voor de juiste gang van zaken.
Dat is een misverstand.
Alle spelers hebben een gelijke verantwoordelijkheid voor een goed verloop, de juiste speelrichting, de juiste spellen én de juiste tegenstander.
11. Openheid gemaakte afspraken
Xxxxxx moet met open vizier worden gespeeld; geheime afspraken zijn absoluut verboden. De tegenstanders hebben recht op alle informatie; volledige openheid dus.
Voor aanvang van de ronde attendeert u de tegenstanders op bijzondere afspraken, vooral als die minder gangbaar zijn.
Daarbij dient te worden gezorgd voor een correct alerteren, waarbij als hoofdregel geldt dat u elke bieding van uw partner alerteert waarvan u kunt vermoeden dat de tegenstanders een andere betekenis aan de bieding van uw partner zouden kunnen toekennen de door uw partner eigenlijk bedoelde betekenis..
Degene die aan de beurt is om te bieden heeft steeds het recht om te vragen naar de betekenis van elk voorafgaand bod.
12. Als moet worden geschud
De kaarten moeten worden geschud in aanwezigheid van minstens één tegenspeler.
Ze moeten, kaart voor kaart, met de beeldzijde naar beneden, worden gegeven in vier handen van dertien kaarten, volgens de wijzer van de klok.
Elke hand wordt daarna met de beeldzijde naar beneden in één van de vier vakken van het bord gestoken.
13. De kaarten uit het bord pakken
U mag alleen uw eigen kaarten uit het bord pakken.
Voordat u uw kaarten inziet, moet u ze tellen met de beeldzijde naar beneden.
Hebt u niet precies dertien kaarten, vraag dan naar de arbiter; die zorgt voor herstel.
14. Begin bieding
De dealer zet de bieding eerst in nadat hij er zich van vergewist heeft dat iedere speler zijn kaarten in de hand heeft gesorteerd.
15. Rondpas
Als na het schudden en geven een spel wordt rondgepast, mag niet opnieuw
worden geschud en gegeven. Er kunnen immers spelers zijn die wél zouden openen.
16. Biedkaarten opruimen
De biedkaarten moeten worden opgeruimd tussen de laatste pas en het openleggen van de uitkomstkaart.
Als een speler vraagt om de biedkaarten nog even na de laatste pas te laten liggen, wordt daaraan tegemoet gekomen. Uiterlijk tot de uitkomst.
17. Het uitkomen
Ook als u zeker meent te weten dat u moet uitkomen, komt u met een gesloten kaart uit; in ieder geval tot bevestigd wordt dat u inderdaad moet uitkomen.
Blijkt dat u toch niet had mogen uitkomen, dan kunt u zonder gevolgen uw gesloten kaart terugnemen.
18. De kaarten terugstoppen
Tot er overeenstemming is over het aantal gemaakte slagen, laat u uw kaarten in de gespeelde volgorde liggen. Bij onenigheid over het aantal gemaakte slagen, verliest u met te vroeg schudden een belangrijk bewijsstuk.
Pas als beide partijen het eens zijn, schudt u uw kaarten en stopt u ze terug. Dat schudden is verplicht, zeker ook na een rondpas.
Tel uw kaarten voordat u ze terugstopt.
De kaarten van een andere speler mag u niet aanraken. Ook niet na afloop van het spel.
19. Einde ronde
U mag de tafel pas verlaten als toestemming is gegeven om te wisselen.
Worden de spellen uitgewisseld met een andere tafel, dan hebben de hoogst genummerde tafels een terugbrengplicht. Dat mag u wél doen voor het sein om te wisselen.
Alle vier de spelers zijn verantwoordelijk voor de goede gang van zaken, dus ook voor het terugbrengen van de spellen.
20. Instellingsregeling
Deze regeling is opgesteld door het bestuur, gehoord de leiding van de bridgegelegenheden en de werkgroep technische zaken en geldt vanaf 1 november 2012.
Het bestuur, 5 oktober 2012
Bij de productie van deze regeling is dankbaar gebruik gemaakt van inzichten en (eventueel bewerkte) teksten uit “gids voor bridge”, samengesteld door Xxx Xxxxxxxx en uitgegeven door de Nederlandse Bridge Bond.
De “gids voor bridge” is tegen een geringe vergoeding op aanvraag bij de secretaris van het bestuur voor de leden beschikbaar.
Waar sprake zou kunnen zijn van tegenstrijdigheid prevaleert binnen de eigen activiteiten van Bridge Sociëteit Oostburg de hierbij uitgebrachte regeling.