KVK: 68118643 BTW: NL218027217B04
Algemene Voorwaarden Verhuizingen De Vrachtpatser
KVK: 68118643
BTW: NL218027217B04
Inhoudsopgave
1. Definities
2. Werkingssfeer
3. Vooraf verstrekken van informatie door partijen
4. Gevaarlijke voorwerpen of producten
5. Douaneformaliteiten
6. Verhuisprijs
7. Sluiten van de overeenkomst
8. Betaling
9. Wijziging, annuleren, opzeggen van de overeenkomst
10. Verplichtingen van De Vrachtpatser
11. Aansprakelijkheid van De Vrachtpatser
12. Verplichtingen van de klant
13. Aansprakelijkheid van de klant
14. Schademelding en klachttermijn
15. Schadevergoeding
16. Toepasselijk recht en bevoegde rechter
Definities Artikel 1.
In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a. klant: de opdrachtgever, en/of degene wiens verhuisgoederen onderwerp zijn van de verhuisovereenkomst, zijnde een consument of een bedrijf:
b. De Vrachtpatser: de opdrachtnemer, die beroepsmatig consumenten en bedrijfsverhuizingen verzorgt; c. consumentenverhuizing; verhuizing van de inboedel van een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. d. verhuisovereenkomst: de overeenkomst van goederenvervoer waarbij De Vrachtpatser zich tegenover de klant verbindt verhuisgoederen te vervoeren binnen een gebouw en/of over de weg; e. verhuisgoederen: zaken die zich in een, al dan niet, overdekte ruimte bevinden en die tot de stoffering, meubilering of inrichting van die ruimte bestemd zijn en als zodanig reeds zijn gebruikt; f. inboedel: al de verhuisgoederen, die onder de verhuisovereenkomst vallen; g. Bedrijfsverhuizing; verhuizing van de inboedel van een bedrijf ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder een rechtsvorm, welke handelt vanuit een beroep of bedrijf.: iedere onderneming of instelling al dan niet zelfstandig gevestigd, met of zonder winstoogmerk.
Werkingssfeer
Artikel 2.
1. Deze algemene voorwaarden voor verhuizingen zijn van toepassing: op consumentenverhuizingen alsmede bedrijfsverhuizingen binnen een gebouw, dan wel op consumenten of bedrijfsverhuizingen waarbij sprake is van vervoer uitsluitend over de weg, dan wel op consumenten of bedrijfsverhuizingen waarbij sprake is van een combinatie daarvan en voor zover deze binnen, vanuit of naar Nederland plaatshebben.
2. Deze voorwaarden zijn niet van toepassing op verhuizingen in opdracht van een derde, die tegen de wil van de eigenaar van de verhuisgoederen
plaatsvinden(huisuitzettingen).
Vooraf verstrekken van informatie door partijen
Artikel 3
0.Xx Vrachtpatser dient de verhuisafstand, het volume en indien nodig - het gewicht van de verhuisgoederen te schatten.
2. De Vrachtpatser stelt zich op de hoogte van de aard van de verhuizing (soort woning, woonhoogte, aanwezigheid lift, aan- en afvoerwegen en dergelijke).
3. De Vrachtpatser wijst de klant erop dat, a de verhuisgoederen tijdens de verhuizing niet automatisch volledig verzekerd zijn, maar dat De Vrachtpatser wel zijn aansprakelijkheid heeft verzekerd tot het in artikel 15 aangegeven bedrag; b de klant De Vrachtpatser kan verzoeken om voor rekening van de klant een afzonderlijke verzekering af te sluiten die de risico’s dekt waarvoor De Vrachtpatser niet aansprakelijk is en overhandigt aan de klant de daartoe geëigende informatie; c partijen overeen kunnen komen, dat de maximale contractuele aansprakelijkheid van De Vrachtpatser uit deze overeenkomst tegen
vergoeding verhoogd zal worden tot een nader aan te geven bedrag per inboedel; d de klant, schriftelijk en tegen een vergoeding, het bedrag van een bijzonder belang bij de aflevering kan vaststellen voor het geval van verlies of beschadiging van het verhuisgoed en voor
overschrijding van een overeengekomen aanvangstijdstip van de verhuizing; e De Vrachtpatser zal meewerken aan de aanvullingen genoemd in dit lid sub b,c en/of d, mits deze aanvullingen bij de eigen verzekeraar van De Vrachtpatser op redelijke voorwaarden verzekerbaar zijn.
4. De Vrachtpatser stelt de klant ervan op de hoogte dat de klant kennis moet geven van: a alle voorwerpen, waarvan de aanwezigheid een bijzonder risico van beschadiging van de verhuisgoederen of de bedrijfsuitrusting oplevert; b alle voorwerpen van technische aard, waarvoor door de fabrikant aan de gebruikers speciale vóór de aanvang van het vervoer te treffen beveiligingsmaatregelen bekend zijn gemaakt; c alle voorwerpen van bijzondere aard, onderworpen aan speciale voorschriften van binnen en of buitenlandse instanties, zoals bijvoorbeeld voorwerpen van edelmetaal, edelstenen, kunstvoorwerpen, waardevolle verzamelingen, vuurwapens, enz.; d andere zaken die voor De Vrachtpatser van belang zijn om te weten ten behoeve van de verhuizing, tenzij de klant mag aannemen dat De Vrachtpatser deze gegevens kent.
Gevaarlijke voorwerpen of producten
Artikel 4
1. Als de klant aan De Vrachtpatser gevaarlijke voorwerpen of producten als bedoeld in de Wet Vervoer van gevaarlijke Stoffen ter hand stelt, moet de klant De Vrachtpatser inlichten over de aard van het gevaar dat deze inhouden en De Vrachtpatser de te nemen voorzorgsmaatregelen aangeven.
2. De Vrachtpatser heeft het recht om gevaarlijke voorwerpen of producten, waarover hij bij het sluiten van de overeenkomst niet is geïnformeerd, niet te verhuizen.
3. De Vrachtpatser heeft het recht om gevaarlijke voorwerpen of producten, waarover hij bij het sluiten van de overeenkomst niet is geïnformeerd, op iedere tijd en plaats uit te laden en om deze ongevaarlijk te (laten) maken of te (laten) vernietigen op kosten van de klant. Bovendien is de klant aansprakelijk voor alle in redelijkheid gemaakte en toerekenbare kosten en schaden die uit het vervoer ervan voortkomen.
Douaneformaliteiten
Artikel 5
Voor naar of vanuit Nederland over de weg uit te voeren verhuisovereenkomsten gelden de volgende bepalingen: a. De Vrachtpatser dient de klant naar vermogen te informeren over de bestaande voorschriften inzake de douane- en andere voor de uitvoering van de verhuisovereenkomst te verrichten formaliteiten; b. de klant dient aan De Vrachtpatser de benodigde documenten ter beschikking te stellen en hem alle voor de vervulling van de formaliteiten vereiste inlichtingen te verschaffen.
Verhuisprijs
Artikel 6
1. Als methode om de verhuisprijs te berekenen wordt overeengekomen: a een all-in prijs (methode aanneming van werk), waarvoor de verhuizing volledig wordt uitgevoerd met
inbegrip van de omzetbelasting en de overeengekomen elementen en werkzaamheden genoemd in het tweede lid van dit artikel doch met uitsluiting van de onvoorziene uitgaven bedoeld in het derde lid; b een regieprijs, berekend op basis van vooraf overeengekomen tarieven per volume en/of afstand en/of tijdsduur, waarbij de overeengekomen werkzaamheden, alsmede de prijsvorming methode zeer nauwkeurig worden omschreven.
2. De verhuisprijs wordt bepaald door de volgende elementen en werkzaamheden van De Vrachtpatser, voor zover zij in de verhuisovereenkomst zijn overeengekomen: a het vervoer inclusief het laden en lossen van de verhuisgoederen; b het in- en uitpakken van in kisten of dozen te vervoeren goederen en het uit elkaar nemen en weer in elkaar zetten van meubelstukken; c het afnemen, opnemen, loskoppelen, plaatsen of ophangen van gordijnen, vloerbedekking, fornuizen, haarden, sanitair en wat verder aan of op plafonds, muren, vloeren en daken is bevestigd, het de- en monteren van een waterbed, etc. De Vrachtpatser mag deze werkzaamheden echter alleen verrichten als er geen specifieke vakkennis voor is vereist; d de premies voor de verzekeringen zoals bedoeld in artikel 3 lid 3.
3. In de verhuisprijs zijn niet begrepen: de kosten voor het gebruik van ponten en veren, te betalen tolgelden, parkeerontheffingen en vergunningen, grens- en douanekosten en in redelijkheid gemaakte kosten voor het treffen van niet te voorziene maatregelen tot het behoud of de aflevering van de verhuisgoederen.
4. De verhuisprijs wordt verhoogd als de klant aan De Vrachtpatser andere kosten is verschuldigd volgens deze voorwaarden in verband met meerwerk. De factuur dient de afwijking van de verhuisprijs te specificeren. Onder meerwerk wordt in deze voorwaarden verstaan de op later verzoek van de klant door De Vrachtpatser te verrichten werkzaamheden, welke niet bij het sluiten van de verhuisovereenkomst zijn overeengekomen.
Sluiten van de overeenkomst
Artikel 7
1. De offerte wordt zo mogelijk schriftelijk, via digitale weg of mondeling vastgesteld.
2. In de, gedateerde, offerte worden in ieder geval vermeld: a de door De Vrachtpatser te verrichten werkzaamheden, b de prijs van die werkzaamheden (inclusief BTW), c het moment en de wijze van betaling, d (voor zover bekend) de datum en het aanvangstijdstip van de verhuizing, e deze voorwaarden, welke zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel voor Breda en kunnen gedownload worden van de website van De Vrachtpatser (xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx).
3. De offerte blijft geldig tot dertig dagen na offertedatum, tenzij anders is vermeld.
4. De verhuisovereenkomst is tot stand gekomen zodra de klant zo mogelijk schriftelijk, digitaal of mondeling heeft laten weten de offerte van De Vrachtpatser te accepteren dan wel op het moment, dat de overeenkomst door beide partijen is ondertekend, toegezegd of digitaal bevestigd, indien geen offerte is uitgebracht.
5. De verhuisovereenkomst komt eveneens tot stand zodra de klant daadwerkelijk verhuisgoederen aan De Vrachtpatser ter verhuizing ter beschikking heeft gesteld. In dat geval heeft De Vrachtpatser, indien er geen verhuisprijs is overeengekomen, er recht op een verhuisprijs vast te stellen naar redelijkheid en billijkheid.
Betaling
Artikel 8
1. De klant dient de verhuisprijs bij de verhuizing à contant te betalen bij de aanbieding van de factuur door De Vrachtpatser.
2. Indien De Vrachtpatser bij aanbieding van de factuur blijkt, dat de klant zijn verplichting tot contante betaling niet voldoet of gaat voldoen, is hij gerechtigd de verhuizing op te schorten. Het bepaalde in artikel 8: 1194 lid 2 BW is in dat geval van overeenkomstige toepassing.
3. Indien bij het sluiten van de verhuisovereenkomst uitdrukkelijk is overeengekomen, dat betaling anders dan à contant zal plaatsvinden, maar geen betalingstermijn is afgesproken, dient betaling binnen veertien dagen na de ontvangst van de factuur te geschieden.
4. Indien de klant aan het in lid 1 van dit artikel gestelde niet voldoet, is hij verplicht het verschuldigde bedrag na sommatie binnen een redelijke termijn te betalen. Het oorspronkelijke verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente, gerekend vanaf de in de sommatie genoemde uiterste betalingsdatum tot de dag van de ontvangst van het verschuldigde en met alle door De Vrachtpatser in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke incassokosten.
5. Indien de opdrachtgever niet dezelfde is als degene wiens verhuisgoederen onderwerp zijn van de verhuisovereenkomst, maakt De Vrachtpatser met de opdrachtgever afzonderlijke afspraken omtrent de betaling van de uit de verhuisovereenkomst voortvloeiende kosten, alsmede over de aflevering als de eigenaar van de verhuisgoederen daartoe zelf niet bereikbaar is. 6. Als de opdrachtgever zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, is de eigenaar van de verhuisgoederen aansprakelijk voor de betaling van de verhuiskosten.
Wijzigen, annuleren, opzeggen van de overeenkomst
Artikel 9
1. De klant mag de uitvoering van de verhuisovereenkomst wijzigen. De gewenste wijziging moet voor De Vrachtpatser uitvoerbaar zijn en mag de bedrijfsvoering bij De Vrachtpatser niet verstoren. De klant moet De Vrachtpatser bovendien schadeloos stellen voor alle noodzakelijke kosten en nadelen die feitelijk voortvloeien uit de wijziging van de verhuisovereenkomst. Indien de wijziging De Vrachtpatser voordeel oplevert, brengt hij de in redelijkheid bespaarde kosten niet in rekening.
2. Als De Vrachtpatser door bepaalde omstandigheden de verhuisovereenkomst niet overeenkomstig zijn opdracht en binnen een normale tijdsduur kan uitvoeren moet hij: a nieuwe instructies vragen aan de klant, of b als dit niet mogelijk is, die maatregelen nemen, die naar zijn inzicht zoveel mogelijk in het belang van de klant zijn.
3. De klant mag de overeenkomst annuleren. Hij is De Vrachtpatser daarvoor een schadevergoeding verschuldigd. Bij annulering tot 30 dagen voor de overeengekomen verhuisdatum bedraagt de schadevergoeding ten hoogste 20 procent van de overeengekomen verhuisprijs. Bij annulering tot veertien respectievelijk zeven dagen voor de verhuisdatum bedraagt de schadevergoeding ten hoogste 50 respectievelijk 75 procent
van de verhuisprijs. Bij annulering binnen zeven dagen voor de verhuisdatum is ten hoogste de volledige verhuisprijs verschuldigd. De annulering geschiedt zo mogelijk door schriftelijke kennisgeving. De verplichtingen van De Vrachtpatser eindigen op het ogenblik van ontvangst daarvan.
4. De klant mag de verhuisovereenkomst opzeggen als hem bekend wordt dat De Vrachtpatser de verhuizing niet op de afgesproken dag en tijd zal kunnen verrichten. Kort na het bekend worden hiervan moet de opzegging aan De Vrachtpatser worden meegedeeld.
Verplichtingen van De Vrachtpatser
Artikel 10
1. De Vrachtpatser is verplicht: a de verhuisgoederen ter bestemming af te leveren (het plaatsen op de daartoe mogelijkerwijs aangeduide plek) en wel in de staat waarin zij hem ter verpakking of demontage, dan wel in de staat waarin zij hem ten vervoer ter beschikking zijn gesteld; b een aangevangen verhuizing zonder vertraging te voltooien.
2. De verplichtingen van De Vrachtpatser die voortvloeien uit de verhuisovereenkomst zullen zijn beëindigd, zodra de verhuisgoederen op de overeengekomen bestemmingsplaats zijn afgeleverd.
Aansprakelijkheid van De Vrachtpatser
Artikel 11
1. Bij het niet nakomen van de op hem rustende verplichtingen is De Vrachtpatser aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade, tenzij het niet-nakomen is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig De Vrachtpatser niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk De Vrachtpatser de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
2. De Vrachtpatser kan zich niet van zijn aansprakelijkheid ontheffen met een beroep op: a de gebrekkigheid van het voertuig dat voor de verhuizing wordt gebruikt; b de gebrekkigheid van het materiaal, waarvan hij zich bedient, tenzij dit door de klant te zijner beschikking is gesteld; onder materiaal wordt niet begrepen een schip, luchtvaartuig of spoorwagon, waarop het voertuig, dat voor de verhuizing wordt gebezigd, zich bevindt; c. enig door toedoen van derden, wier handelingen niet voor rekening van de klant komen, aan de verhuisgoederen overkomen ongeval.
3. De Vrachtpatser die de op hem rustende verplichtingen niet nakomt is voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk tenzij dit niet-nakomen het gevolg is van bijzondere risico’s verbonden aan een of meer van de volgende omstandigheden: a het inpakken of uit elkaar nemen, dan wel het uitpakken of in elkaar zetten van verhuisgoederen door de klant of met behulp van enige persoon of enig middel door de klant daartoe eigener beweging ter beschikking gesteld; b het meehelpen bij de verhuizing door de eigenaar van de verhuisgoederen, diens familieleden, vrienden of derden; c de keuze door de klant - hoewel De Vrachtpatser hem een andere mogelijkheid aan de hand deed - van een wijze van verpakking of uitvoering van de verhuisovereenkomst, die verschilt van wat voor de overeengekomen verhuizing gebruikelijk is; d de aanwezigheid onder de verhuisgoederen van zaken waarvoor De Vrachtpatser, indien hij conform artikel 3.4 door de klant op de hoogte zou zijn gesteld van hun aanwezigheid en hun aard, bijzondere maatregelen zou
hebben getroffen; e de aard of staat van de verhuisgoederen zelf, die uitsluitend door met deze aard of staat zelf samenhangende oorzaken zijn blootgesteld aan geheel of gedeeltelijk verlies of aan beschadiging zoals: - lekkage, leeglopen of smelten van andere van de inboedel deel uitmakende goederen - het afsterven van planten - het verloren gaan van bankpapier, geldswaardige papieren, edele metalen, munten en penningen, edelgesteente, parels, documenten en postzegelverzamelingen, tenzij
de klant deze zaken voor het begin van de verhuizing, afzonderlijk en onder opgave van hoeveelheid en waarde, aan De Vrachtpatser heeft overhandigd - het niet of niet goed meer functioneren van elektrische, elektronische of mechanische apparatuur. Wanneer De Vrachtpatser bewijst dat, gelet op de omstandigheden van het geval, het niet nakomen van de op hem uit hoofde van de in artikel 10 rustende verplichting een gevolg heeft kunnen zijn van een of meer der hierboven in dit lid genoemde bijzondere risico’s, wordt vermoed, dat het niet nakomen daaruit voortvloeit, onverminderd de bevoegdheid van de klant tot het leveren van tegenbewijs.
4. De Vrachtpatser is bovendien aansprakelijk voor het ten onrechte achterlaten van voorwerpen in of het ten onrechte meenemen daarvan uit de laadplaatsen, indien hem dat uitdrukkelijk bekend was of had behoren te zijn.
5. Voor zover de klant niet opkomt, weigert verhuisgoederen te ontvangen of deze niet met de vereiste spoed in ontvangst neemt, of voor zover op verhuisgoederen beslag is gelegd, is De Vrachtpatser gerechtigd deze verhuisgoederen voor rekening en gevaar van de rechthebbende op te slaan in een daarvoor geschikte bergplaats. Hij is verplicht de klant zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte te stellen onder bijvoeging van de AVBV. De Vrachtpatser is onverminderd de werking van dit artikel niet aansprakelijk voor schade anders dan veroorzaakt door het niet nakomen van zijn verplichtingen genoemd in artikel 10 van deze voorwaarden.
Verplichtingen van de klant
Artikel 12
1. De klant is verplicht om voor De Vrachtpatser zowel het laad- als het losadres goed begaanbaar te maken, vrij van obstakels en/of andere werkzaamheden. Hieronder wordt tevens verstaan dat eerdere uitgevoerde werkzaamheden volledig afgerond zijn zodat normale verhuisactiviteiten niet tot schade kunnen leiden. Voor het geval dat dit anders is, is De Vrachtpatser niet aansprakelijk voor eventuele optredende schade.
2. Klant draagt zorg voor het droog, schoon en in acceptabele staat bewaren van de door De Vrachtpatser in bruikleen geleverde verhuisdozen. Indien deze beschadigd worden ingeleverd door de klant kan De Vrachtpatser de kosten (vervangingswaarde) in rekening brengen.
Aansprakelijkheid van de klant
Artikel 13
1. De klant is aansprakelijk voor de kosten en schade die De Vrachtpatser lijdt ten gevolge van het niet of onvoldoende verstrekken van de in artikel 3 en 4 genoemde informatie, tenzij dit de klant niet is aan te rekenen.
2. De klant is verplicht, behoudens in het geval van overmacht, de schade te vergoeden aan De Vrachtpatser indien door toedoen of nalaten van de klant de verhuisovereenkomst niet of niet volgens afspraak kan worden uitgevoerd. De schadevergoeding bedraagt maximaal een bedrag gelijk aan de verhuisprijs. Bij annulering is artikel 9.3 van kracht.
3. De klant zal De Xxxxxxxxxxxx op diens eerste verzoek vrijwaren ingeval De Vrachtpatser door derden buiten overeenkomst wordt aangesproken ter zake van schade dan wel financieel nadeel, - strafrechtelijke boetes daar onder begrepen -, op enigerlei wijze verband houdend met de uitvoering van de verhuisovereenkomst door De Vrachtpatser, diens ondergeschikten en hulppersonen, indien deze schade het gevolg is van handelen of nalaten van de klant in strijd met enig wettelijk voorschrift, zoals ten aanzien van het zich in de inboedel wederrechtelijk bevinden van verdovende middelen, pornografische lectuur, software zonder licentie e.d.
Schademelding en klachttermijn
Artikel 14
1. a. Direct waarneembare schade dient bij de verhuizing aan De Vrachtpatser te worden gemeld, bij gebreke waarvan De Vrachtpatser wordt geacht de verhuizing zonder direct waarneembare schade te hebben uitgevoerd; b. Niet direct waarneembare schade dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 24 uur na de verhuizing aan De Vrachtpatser te worden gemeld, bij gebreke waarvan De Vrachtpatser wordt geacht de verhuizing zonder niet direct waarneembare schade te hebben uitgevoerd. c. Dadelijk na de verhuizing kan de klant op verzoek uitstel worden verleend van de in a. en b. van dit lid vermelde termijnen. Eventuele schade dient alsdan vóór het verstrijken van de uitsteltermijn van 7 kalenderdagen te worden gemeld.
2. De mogelijkheid tot het instellen van een vordering door de klant vervalt van rechtswege 1 jaar na de verhuisdatum.
3. Eventuele klachten aangaande de werkzaamheden van De Vrachtpatser dienen binnen veertien dagen na de verhuizing aan De Vrachtpatser te worden gemeld
4. De schademelding en de melding van een klacht dienen uitsluitend per e-mail te gebeuren aan De Vrachtpatser.
5. U bent verzekerd tegen dagwaarde, wanneer een schade aan De Vrachtpatser wordt gemeld dient u de aankoop-bon van het beschadigde item toe te voegen. Indien u de aankoop-bon niet kunt overleggen maakt De Vrachtpatser geen werk van de door u gemelde schade.
6. Kunstobjecten (schilderijen, beelden etc.) en antiek zijn standaard mee verzekerd tot een bedrag van €1250,00. Kunstobjecten en antiek met een hogere dagwaarde dan €1250,00 dienen vooraf gemeld te worden en hiervoor kan een aparte verzekering afgesloten worden.
Schadevergoeding
Artikel 15
1. De schadevergoeding De Vrachtpatser op grond van een door hem aangegane verhuisovereenkomst is verschuldigd wegens het niet nakomen van de op hem uit hoofde van die verhuisovereenkomst rustende verplichtingen, is beperkt tot een bedrag van € 100.000,--. of tot de bedragen bedoeld in artikel 3 lid 3 sub b en c.
2. Indien De Vrachtpatser in één en dezelfde overeenkomst op zich neemt meer dan één inboedel te verhuizen, is zijn in het eerste lid bedoelde aansprakelijkheid beperkt tot een bedrag van €100.000,-- per inboedel of tot de bedragen bedoeld in artikel 3 lid 3 sub b en c.
3. Voor zover De Vrachtpatser aansprakelijk is wegens niet nakomen van zijn verplichting zoals genoemd in artikel 10 lid 1, heeft de klant recht op een vergoeding welke als volgt is vastgesteld: a bij totaal verlies of vermissing een vergoeding gelijk aan de waarde die het betrokken verhuisgoed zou hebben gehad op het tijdstip waarop en op de plaats waar het had moeten worden afgeleverd, vermeerderd met eventuele kosten die direct verband houden met de schade; b bij gedeeltelijk verlies of beschadiging een vergoeding die ter keuze van de klant bestaat uit: 1 een redelijk bedrag voor herstel van het beschadigde verhuisgoed;
2 een bedrag gelijk aan de waarde die het verhuisgoed zou hebben gehad op het tijdstip waarop en de plaats waar het goed had moeten worden afgeleverd, verminderd met de restwaarde van het verhuisgoed bij de aflevering, alsmede met eventuele besparingen aan de zijde van de klant.
4. U heeft bij De Vrachtpatser een eigen risico van €250,00 eventuele schade die ontstaan is door De Vrachtpatser die onder de €250,00 te vervangen en/of te repareren is wordt niet aan u vergoed.
5. Herstel van beschadigingen of vervanging van gedeeltelijk verloren gegane dan wel vermiste goederen mag eerst plaatsvinden, nadat tussen de klant en De Vrachpatser overeenstemming is bereikt over het bedrag van de schade of nadat de schade voldoende is gedocumenteerd.
6. De Vrachtpatser kan zich niet beroepen op enige beperking van zijn aansprakelijkheid, voor zover de schade is ontstaan uit eigen handeling of nalaten, door met opzet die schade te veroorzaken, of door roekeloosheid en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.
Toepasselijk recht en bevoegde rechter
Artikel 16
Het Nederlands recht is van toepassing op deze voorwaarden en (de) overeenkomsten die op basis van deze voorwaarden zijn gesloten. Bij eventuele geschillen is slechts de Bredase rechtbank bevoegd daarvan kennis te nemen.
Algemene Voorwaarden Transport De Vrachtpatser
KVK: 68118643
BTW: NL218027217B04
Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 2
Artikel 2 Elektronische berichten Artikel 3 Werkingssfeer
Artikel 4 Verplichtingen van de afzender; opzegging van de vervoerovereenkomst Artikel 5 De vrachtbrief
Artikel 6 Bewijskracht van de vrachtbrief Artikel 7 Vrachtbetaling
Artikel 8 Instructies van de afzender Artikel 9 Verplichtingen van de vervoerder
Artikel 10 Aansprakelijkheid van de vervoerder
Artikel 11 Bijzondere risico’s
Artikel 12 Vermoeden van aansprakelijkheid bevrijdende omstandigheden Artikel 13 Schadevergoeding
Artikel 14 Opzet en bewuste roekeloosheid Artikel 15 Kennisgeving van de schade Artikel 16 Vorderingsrecht
Artikel 17 Rembours
Artikel 18 Voorbehouden van de vervoerder Artikel 19 Verhindering na inontvangstneming Artikel 20 Stapelvervoer; doorvervoer
Artikel 21 Opslag in geval van niet opkomen van de geadresseerde Artikel 22 Opslag voor, tijdens en na het vervoer
Artikel 23 Retentierecht
Artikel 24 Pandrecht Artikel 25 Verloren zaken Artikel 26 Vrijwaring; Himalaya-clausule Artikel 27 Vertragingsrente
Artikel 28 Verjaring
Artikel 29 Forumkeuze; rechtskeuze
Artikel 1
Definities
In deze condities wordt verstaan onder:
1. Vervoerovereenkomst: de overeenkomst waarbij de vervoerder zich jegens de afzender verbindt tot het vervoer van zaken over de weg.
2. Afzender: de contractuele wederpartij van de vervoerder. Vermelding van een afzender op de vrachtbrief houdt niet zonder meer in dat de aldus genoemde de contractuele wederpartij van de vervoerder is.
3. Geadresseerde: degene die uit hoofde van de vervoerovereenkomst jegens de vervoerder het recht heeft op aflevering van de zaken.
4. De vrachtbrief: het document opgemaakt in drie oorspronkelijke exemplaren waarvan een exemplaar (bewijs van ontvangst) bestemd is voor de afzender, een exemplaar (bewijs van aflevering) bestemd is voor de vervoerder en een exemplaar bestemd is voor de geadresseerde.
5. Hulppersonen: ondergeschikten van de vervoerder alsmede personen van wier diensten de vervoerder ter uitvoering van de vervoerovereenkomst gebruik maakt.
6. Overmacht: omstandigheden, voor zover een zorgvuldig vervoerder deze niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
7. Vertragingsschade: vermogensschade ten gevolge van vertraagde aflevering van zaken.
8. Schriftelijk: schriftelijk dan wel langs elektronische weg.
9. BW: Burgerlijk Wetboek.
10. CMR: het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaalvervoer van goederen over de weg (Genève 1956), zoals aangevuld door het protocol van 1978.
11. Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities: de Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities, laatste versie, gedeponeerd door Stichting vervoeradres ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
12. Algemene Opslagvoorwaarden: de Algemene Opslagvoorwaarden, laatste versie, gedeponeerd door Stichting vervoeradres ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
Artikel 2
Elektronische berichten
1. Indien gegevens, waaronder die met betrekking tot de vrachtbrief, langs elektronische weg worden uitgewisseld, zullen partijen in geval van onderlinge geschillen de toelaatbaarheid van elektronische berichten als bewijsmiddel niet betwisten.
2. Elektronische berichten hebben dezelfde bewijskracht als geschriften, tenzij deze berichten niet op het tussen partijen overeengekomen formaat en niveau van beveiliging alsmede niet op de overeengekomen wijze zijn verzonden, opgeslagen en geregistreerd.
3. Een vrachtbrief elektronisch opgemaakt en elektronisch ondertekend heeft dezelfde bewijskracht als de vrachtbrief bedoeld in artikel 1. De elektronische handtekening gezet geldt als voldoende betrouwbaar.
Artikel 3
Werkingssfeer
De Algemene Vervoercondities zijn van toepassing op de vervoerovereenkomst van zaken over de weg; indien de CMR van toepassing is, zijn de Algemene Vervoercondities aanvullend van toepassing.
Artikel 4
Verplichtingen van de afzender; opzegging van de vervoerovereenkomst
1. De afzender is verplicht: a) de vervoerder omtrent de zaken alsmede omtrent de behandeling daarvan tijdig al die opgaven te doen, waartoe hij in staat is of behoort te zijn, en waarvan hij weet of behoort te weten, dat zij voor de vervoerder van belang zijn, tenzij hij mag aannemen dat de vervoerder deze gegevens kent; b) de overeengekomen zaken op de overeengekomen plaats, tijd en wijze en vergezeld van de volgens artikel 5 vereiste vrachtbrief en de door de wet van de zijde van de afzender overigens vereiste documenten ter beschikking van de vervoerder te stellen; c) elk te vervoeren collo duidelijk en doelmatig te adresseren en, indien hem zulks redelijkerwijs mogelijk is, de vereiste gegevens en adressen op of aan de colli of hun verpakking aan te brengen op zodanige wijze, dat zij in normale omstandigheden tot het einde van het vervoer leesbaar zullen blijven. De afzender kan met de vervoerder schriftelijk overeenkomen, dat de adressering van de colli wordt vervangen door een vermelding van cijfers, letters of andere symbolen; d) het gezamenlijk gewicht van de te vervoeren zaken op de vrachtbrief te vermelden; e) de overeengekomen zaken in of op het voertuig te laden, te stuwen en te doen lossen, tenzij partijen anders overeenkomen of uit de aard van het voorgenomen vervoer, in aanmerking genomen de te vervoeren zaken en het ter beschikking gestelde voertuig, anders voortvloeit.
2. De afzender kan zich niet door een beroep op welke omstandigheid dan ook aan de in lid 1 onder a, b, c en d genoemde verplichtingen onttrekken en de afzender is verplicht de vervoerder de schade te vergoeden die door het niet nakomen van genoemde verplichtingen ontstaat.
3. Onverminderd het in lid 2 bepaalde kan de vervoerder de overeenkomst zonder enige ingebrekestelling opzeggen, wanneer de afzender niet aan zijn in lid 1 onder a en b vermelde verplichtingen voldeed, doch dit slechts nadat hij de afzender schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de afzender bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichting heeft voldaan. Indien door het stellen van een dergelijke termijn de exploitatie van zijn bedrijf op onredelijke wijze zou worden verstoord, kan de vervoerder ook zonder het verlenen van genoemde termijn de overeenkomst opzeggen. De afzender kan, indien hij niet aan zijn in lid 1 onder b vermelde verplichting voldeed, eveneens de overeenkomst opzeggen. Opzegging geschiedt door een schriftelijke kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan. Na opzegging is de afzender 75% van de overeengekomen vracht aan de vervoerder verschuldigd zonder tot verdere schadevergoeding te zijn gehouden. Indien geen vracht is overeengekomen, geldt als zodanig de vracht volgens recht, respectievelijk gebruik, respectievelijk billijkheid.
4. Eveneens kan de vervoerder de overeenkomst opzeggen, wanneer de belading en/of de stuwing gebrekkig is of wanneer er overbelading is, maar niet nadat de afzender in de gelegenheid is gesteld het gebrek of de overbelading ongedaan te maken. Indien de afzender weigert de gebrekkigheid van de belading en/ of de stuwing of overbelading ongedaan te maken kan de vervoerder de overeenkomst opzeggen dan wel zelf de gebrekkigheid en/of de overbelading ongedaan maken; in beide gevallen is de afzender verplicht de vervoerder een bedrag van € 500 te betalen, tenzij de vervoerder bewijst dat de daardoor geleden schade dit bedrag te boven gaat; lid 3 is niet van toepassing.
5. De afzender moet aan de vervoerder de aan deze terzake van overbelading opgelegde boete vergoeden, tenzij de vervoerder tekort geschoten is in zijn ingevolge artikel 9 leden 1 en 5 op hem
rustende verplichtingen of de vervoerder de vervoerovereenkomst niet heeft opgezegd op grond van het vorige lid, onverminderd diens beroep op kwade trouw van de afzender. Indien de afzender het bewijs kan overleggen van een beboeting voor overtreding van art. 2.6 lid 2 uit de Wet Wegvervoer Goederen, dan vervalt deze bepaling.
6. Onverminderd de overige leden van dit artikel, moet de afzender aan de vervoerder de door deze geleden schade vergoeden voor zover deze het gevolg is van de omstandigheid, dat het vervoer van de zaken van hogerhand geheel of ten dele verboden of beperkt is of zal worden; deze aansprakelijkheid bestaat echter niet, indien de afzender bewijst dat dit verbod of deze beperking aan de vervoerder bekend was of redelijkerwijs kon zijn bij het aangaan van de vervoerovereenkomst.
Artikel 5
De vrachtbrief
1. De afzender is verplicht bij de ter beschikkingstelling van zaken aan de vervoerder een vrachtbrief te overhandigen waarin vermeld staat dat deze Algemene Vervoercondities op de gesloten vervoerovereenkomst van toepassing zijn.
2. De afzender is verplicht de vrachtbrief volgens de daarop voorkomende aanwijzingen volledig en naar waarheid in te vullen en hij staat op het ogenblik van de ter beschikkingstelling van de zaken in voor de juistheid en volledigheid van de door hem verstrekte gegevens.
3. De vervoerder is verplicht zich als vervoerder op de hem door de afzender aangeboden vrachtbrief duidelijk kenbaar te maken en dit te ondertekenen en aan de afzender af te geven. Indien de vervoerder dit verlangt is de afzender verplicht de vrachtbrief te ondertekenen. De ondertekening kan worden gedrukt of door een stempel dan wel enig ander kenmerk van oorsprong worden vervangen.
4. De vrachtbrief kan ook in de vorm van elektronische berichten worden opgemaakt overeenkomstig het tussen partijen overeengekomen formaat en niveau van beveiliging alsmede overeenkomstig de tussen partijen overeengekomen wijze van verzenden, opslaan en registreren.
Artikel 6
Bewijskracht van de vrachtbrief
1. De vervoerder is verplicht bij de inontvangstneming van de zaken de juistheid van de vermelding van het aantal zaken op de vrachtbrief alsmede de uiterlijk goede staat van de zaken en hun verpakking te controleren en in geval van afwijking daarvan aantekening te maken op de vrachtbrief. Deze verplichting bestaat niet wanneer naar het oordeel van de vervoerder het vervoer daardoor aanmerkelijk zou worden vertraagd.
2. De vrachtbrief levert bewijs, behoudens tegenbewijs, van de voorwaarden der vervoerovereenkomst en de partijen bij de vervoerovereenkomst, van de inontvangstneming van de zaken en hun verpakking in uiterlijk goede staat, van het gewicht en van het aantal zaken. Indien de vervoerder geen redelijke middelen ter beschikking staan om de juistheid van vermeldingen bedoeld in het eerste lid te controleren, levert de vrachtbrief geen bewijs van die vermeldingen.
Artikel 7
Vrachtbetaling
1. De afzender is verplicht op het ogenblik dat hij de vrachtbrief overhandigt, dan wel op het ogenblik dat de zaken door de vervoerder in ontvangst zijn genomen, de vracht en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen
2. Indien ongefrankeerde zending is overeengekomen, is de geadresseerde bij de aflevering van de zaken door de vervoerder verplicht de vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen; indien hij deze op eerste aanmaning niet voldeed, is de afzender hoofdelijk met hem tot betaling verplicht. Indien de afzender bij ongefrankeerde verzending op de vrachtbrief heeft vermeld, dat zonder betaling van de vracht, van het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten niet mag worden afgeleverd, moet de vervoerder, indien geen betaling plaatsvindt, de afzender nadere instructies vragen die hij moet opvolgen, voor zover hem dit redelijkerwijs mogelijk is, tegen vergoeding van kosten, schade en eventueel betaling van een redelijke beloning, tenzij deze kosten door zijn schuld zijn ontstaan.
3. De vervoerder is gerechtigd om buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten ter incasso van de vracht en andere bedragen, zoals genoemd in leden 1 en 2, aan degene die gehouden is tot betaling van de vracht en andere kosten, in rekening te brengen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is. De buitengerechtelijke incassokosten worden berekend aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (Staatsblad 2012/141) of de laatste versie van dat Besluit.
4. De vracht, het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken rustende kosten zijn ook verschuldigd indien de zaken niet, slechts ten dele, beschadigd of met vertraging ter bestemming worden afgeleverd.
5. Beroep op verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, van het uit anderen hoofde terzake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten met vorderingen uit anderen hoofde is niet toegestaan.
6. Indien de afzender niet aan zijn in het onderhavige artikel genoemde verplichtingen heeft voldaan, is de vervoerder bevoegd het vertrek van het vervoermiddel op te schorten en alsdan wordt de hierdoor voor hem ontstane schade als op de zaken drukkende kosten aangemerkt.
Artikel 8
Instructies van de afzender
1. De afzender is bevoegd de plaats van terbeschikkingstelling van de zaken te wijzigen, zichzelf of een ander als geadresseerde aan te wijzen, een gegeven aanduiding van de geadresseerde te wijzigen dan wel orders omtrent de aflevering te geven of de plaats van aflevering te wijzigen, mits deze instructies de normale bedrijfsvoering van de vervoerder niet beletten. Instructies betreffende niet-aflevering die de persoon die deze moet uitvoeren, tijdig bereiken, moeten echter steeds worden uitgevoerd.
2. Instructies kunnen worden gegeven ook nadat de vervoerder de zaken in ontvangst heeft genomen.
3. De afzender is verplicht de vervoerder de door het opvolgen van de instructies veroorzaakte schade en gemaakte kosten te vergoeden. Wanneer het voertuig ten gevolge van de gegeven instructies naar een niet eerder overeengekomen plaats is gereden, is de afzender verplicht, behalve vergoeding van geleden schade en gemaakte kosten, ook terzake een redelijke vergoeding te voldoen.
4. Het recht tot het geven van instructies vervalt naarmate de geadresseerde op de losplaats de zaken aanneemt of de geadresseerde van de vervoerder schadevergoeding verlangt omdat deze de zaken niet aflevert.
Artikel 9
Verplichtingen van de vervoerder
1. De vervoerder is verplicht de overeengekomen zaken op de overeengekomen plaats, tijd en wijze in ontvangst te nemen alsmede het laadvermogen van het voertuig aan de afzender mee te delen, tenzij aannemelijk is dat de afzender daarvan op de hoogte is.
2. De vervoerder is verplicht ten vervoer ontvangen zaken ter bestemming af te leveren in de staat waarin hij deze heeft ontvangen.
3. De vervoerder is verplicht de ten vervoer ontvangen zaken binnen een redelijke termijn ter bestemming af te leveren; indien een termijn van aflevering schriftelijk is overeengekomen dient binnen deze termijn afgeleverd te worden.
4. Indien de vervoerder aan de verplichting genoemd in lid 1 niet voldoet, kunnen beide partijen de overeenkomst met betrekking tot de zaken die de vervoerder niet in ontvangst heeft genomen, opzeggen. De afzender kan dit echter slechts doen nadat hij de vervoerder schriftelijk een uiterste termijn heeft gesteld en de vervoerder bij afloop daarvan nog niet aan zijn verplichting heeft voldaan. De opzegging geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de wederpartij en de overeenkomst eindigt op het ogenblik, waarop deze mededeling wordt ontvangen. Na opzegging is de vervoerder verplicht aan de afzender de schade te vergoeden die deze door de opzegging heeft geleden. Deze schadevergoeding beloopt echter niet meer dan tweemaal de vracht en de afzender is geen vracht verschuldigd.
5. De vervoerder is verplicht de door of namens de afzender verrichte belading, stuwing en eventuele overbelading te controleren indien en voorzover de omstandigheden zulks toelaten. Indien hij van oordeel is dat de belading of stuwing gebrekkig is, is hij verplicht, onverminderd het in artikel 4 lid 4 bepaalde, dit op de vrachtbrief aan te tekenen. Indien hij niet in staat of in de gelegenheid is aan zijn controleplicht te voldoen, kan hij daarvan aantekening maken op de vrachtbrief.
6. Indien aflevering aan huis is overeengekomen, moet de vervoerder de zaken bezorgen aan de deur van het adres, dat op de vrachtbrief is vermeld of aan de deur van een adres, dat hem in plaats daarvan – met inachtneming van artikel 8 – tijdig door de afzender is opgegeven. Wanneer het adres niet via een verharde rijweg of anderszins redelijkerwijs bereikbaar is, moet afgeleverd worden op een plaats, die zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijk opgegeven adres ligt.
Artikel 10
Aansprakelijkheid van de vervoerder
1. De vervoerder is, behoudens overmacht, aansprakelijk voor schade aan of verlies van de zaken en voor vertragingsschade voor zover de vervoerder de in artikel 9 leden 2 en 3 genoemde verplichtingen niet is nagekomen.
2. De vervoerder is voor de gedragingen van zijn hulppersonen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk.
3. De vervoerder kan niet om zich van zijn aansprakelijkheid te ontheffen beroep doen op de gebrekkigheid van het voertuig of van het materiaal waarvan hij zich bedient, tenzij dit laatste door de afzender, de geadresseerde of de ontvanger te zijner beschikking is gesteld. Onder materiaal wordt niet begrepen een schip of spoorwagon, waarop het voertuig zich bevindt
Artikel 11
Bijzondere risico’s
Onverminderd artikel 10 is de vervoerder, die de op hem uit hoofde van de artikel 9 leden 2 en 3 rustende verplichtingen niet nakwam, desalniettemin voor de daardoor ontstane schade niet aansprakelijk, voor zover dit niet nakomen het gevolg is van de bijzondere risico’s verbonden aan een of meer van de volgende omstandigheden: a) het vervoer van de zaken in een onoverdekt voertuig, wanneer dit uitdrukkelijk is overeengekomen en op de vrachtbrief is vermeld; b) ontbreken of gebrekkigheid van de verpakking van de zaken die gelet op hun aard of de wijze van vervoer voldoende verpakt hadden moeten zijn; c) behandeling, lading, stuwing of lossing van de zaken door de afzender, de geadresseerde of personen, die voor rekening van de afzender of de geadresseerde handelen; d) de aard van bepaalde zaken zelf, die door met deze aard zelf samenhangende oorzaken zijn blootgesteld aan geheel of gedeeltelijk verlies of aan beschadiging, in het bijzonder door ontvlamming, ontploffing, smelting, breuk, corrosie, bederf, uitdroging, lekkage, normaal kwaliteitsverlies of optreden van ongedierte of knaagdieren; e) hitte, koude, temperatuurverschillen of vochtigheid van de lucht, doch slechts indien niet is overeengekomen dat het vervoer zal plaatsvinden met een voertuig speciaal ingericht om de zaken aan invloed daarvan te onttrekken; f) onvolledigheid of gebrekkigheid van de adressering, cijfers, letters of merken der colli; g) het feit dat het vervoer een levend dier betreft.
Artikel 12
Vermoeden van aansprakelijkheid bevrijdende omstandigheden
1. Wanneer de vervoerder bewijst dat, gelet op de omstandigheden van het geval, het niet nakomen van de op hem uit hoofde van artikel 9 leden 2 en 3 rustende verplichtingen een gevolg heeft kunnen zijn van een of meer der in artikel 11 genoemde bijzondere risico’s, wordt vermoed, dat het niet nakomen daaruit voortvloeit. Degene, die jegens de vervoerder recht heeft op de zaken, kan evenwel bewijzen, dat dit niet nakomen geheel of gedeeltelijk niet door een van deze risico’s is veroorzaakt.
2. Het hierboven genoemde vermoeden bestaat niet in het in artikel 11 onder a genoemde geval, indien zich een ongewoon groot tekort voordoet dan wel een ongewoon groot verlies van colli.
3. Indien in overeenstemming met het door partijen overeengekomen het vervoer plaatsvindt door middel van een voertuig, speciaal ingericht om de zaken te onttrekken aan de invloed van hitte, koude, temperatuurverschillen of vochtigheid van de lucht, kan de vervoerder ter ontheffing van zijn aansprakelijkheid ten gevolge van deze invloed slechts een beroep doen op artikel 11 onder d, indien hij bewijst, dat alle maatregelen waartoe hij, rekening houdende met de omstandigheden, verplicht was, zijn genomen met betrekking tot de keuze, het onderhoud en het gebruik van deze inrichtingen en dat hij zich heeft gericht naar de bijzondere instructies bedoeld in het vijfde lid.
4. De vervoerder kan slechts beroep doen op artikel 11 onder g, indien hij bewijst dat alle maatregelen, waartoe hij normaliter, rekening houdende met de omstandigheden, verplicht was, zijn genomen en dat hij zich heeft gericht naar de bijzondere instructies bedoeld in het vijfde lid.
5. De bijzondere instructies, bedoeld in het derde en het vierde lid van dit artikel, moeten aan de vervoerder vóór de aanvang van het vervoer zijn gegeven, hij moet deze uitdrukkelijk hebben aanvaard en zij moeten, indien voor dit vervoer een vrachtbrief is afgegeven, daarop zijn vermeld. De enkele vermelding op de vrachtbrief levert te dezer zake geen bewijs op.
Artikel 13
Schadevergoeding
1. De schadevergoeding die de vervoerder wegens het niet nakomen van de op hem uit hoofde van artikel 9 lid 2 rustende verplichting is verschuldigd, is beperkt tot een bedrag van € 3,40 per kilogram; voor andere schade dan schade ten gevolge van verlies van of schade aan de zaken, zoals gevolgschade, bedrijfsstilstand of immateriële schade, is de vervoerder uit hoofde van de vervoerovereenkomst niet aansprakelijk.
2. Het aantal kilogrammen waarvan ter berekening van het in lid 1 genoemde bedrag wordt uitgegaan, is het op de vrachtbrief vermelde gewicht van de beschadigde of niet afgeleverde zaak.
3. Indien de vervoerder aansprakelijk is doordat hij niet afleverde binnen de redelijke termijn als genoemd in artikel 9 lid 3, is de vertragingsschade beperkt tot eenmaal de vracht; indien de termijn, genoemd in artikel 9 lid 3, schriftelijk is overeengekomen, is de vertragingsschade beperkt tot tweemaal de vracht.
4. Expertisekosten, beredderingskosten en andere kosten die zijn gemaakt om de waarde van de beschadigde of verloren gegane dan wel met vertraging afgeleverde zaken vast te stellen en te realiseren, worden aangemerkt als een waardevermindering van die zaak.
5. Indien de vervoerder aansprakelijk is omdat hij een verplichting die op hem rust uit hoofde van de artikelen 8:1115 lid 2 en 8:1118 lid 3 BW dan wel van de artikelen 6 lid 1, 19 lid 4, 21 of 25 van deze condities, 9 niet nakwam, zal een door hem terzake verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan wat hij in geval van totaal verlies der betrokken zaken verschuldigd zou kunnen zijn.
Artikel 14
Opzet en bewuste roekeloosheid
Een handeling of een nalaten van wie ook, behalve van de vervoerder zelf, geschied hetzij met het opzet de schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien, ontneemt de vervoerder niet het recht zich op enige uitsluiting of beperking van zijn aansprakelijkheid te beroepen.
Artikel 15
Kennisgeving van de schade
1.Indien de zaken met uiterlijk zichtbare schade of verlies door de vervoerder worden afgeleverd zonder dat de geadresseerde bij of dadelijk na aanneming van de zaken een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade of het verlies is aangegeven, ter kennis van de vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder geacht de zaken in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij deze heeft ontvangen.
2. Indien de schade of het verlies niet uiterlijk waarneembaar is en de geadresseerde niet binnen één week na aanneming van de zaken een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade of het verlies is aangegeven, ter kennis van de vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder eveneens geacht de zaken in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij deze heeft ontvangen.
3. Indien de zaken niet binnen een redelijke of overeengekomen termijn worden afgeleverd zonder dat de geadresseerde binnen één week na aanneming van de zaken een schriftelijk voorbehoud, waarin is aangegeven dat de zaken niet binnen die termijn zijn afgeleverd, ter kennis van de
vervoerder heeft gebracht, wordt de vervoerder geacht de zaken binnen die termijn te hebben afgeleverd.
Artikel 16
Vorderingsrecht
Zowel de afzender als de geadresseerde heeft jegens de vervoerder het recht aflevering van zaken overeenkomstig de op de vervoerder rustende verplichtingen te vorderen.
Artikel 17
Rembours
1. Partijen kunnen overeenkomen, dat de zaken met een rembours zullen worden belast, dat echter niet hoger zal zijn dan de factuurwaarde der zaken. In dat geval mag de vervoerder de zaken slechts afleveren tegen voorafgaande betaling van het rembours in contant geld, tenzij de afzender de vervoerder heeft gemachtigd een andere wijze van betaling te accepteren.
2. Indien na kennisgeving van aankomst blijkt dat de geadresseerde het rembours niet overeenkomstig de door de afzender aan de vervoerder voorgeschreven betalingswijze voldoet, moet de vervoerder aan de afzender nadere instructies vragen. De kosten die samenhangen met het verzoek om instructies zijn voor rekening van de afzender. De vervoerder moet de hem gegeven instructies opvolgen, voorzover hem dit redelijkerwijze 10 mogelijk is, tegen vergoeding van kosten en eventueel betaling van een redelijke beloning, tenzij deze kosten door zijn schuld zijn ontstaan. Indien de afzender instructies geeft, die inhouden, dat er in afwijking van eerder gegeven betalingsinstructies door de vervoerder moet worden afgeleverd, moeten deze schriftelijk aan de vervoerder worden gegeven. Bij gebreke van instructies is het bepaalde in artikel 21 overeenkomstig van toepassing.
3. De vervoerder is verplicht, nadat een zending onder rembours is afgeleverd en de gelden aan hem zijn afgedragen, de desbetreffende remboursgelden onverwijld doch in ieder geval binnen twee weken aan de afzender af te dragen dan wel op diens bank- of girorekening over te doen schrijven.
4. De in lid 3 genoemde termijn van twee weken vangt aan op de dag, waarop de zaken zijn afgeleverd.
5. De geadresseerde, die ten tijde van de aflevering weet dat een bedrag als rembours op de zaken drukt, is verplicht aan de vervoerder het door deze aan de afzender verschuldigde bedrag te voldoen.
6. Indien de zaken zonder voorafgaande inning van het rembours zijn afgeleverd, is de vervoerder verplicht aan de afzender de schade ten hoogste tot het bedrag van het rembours te vergoeden, tenzij hij bewijst dat er geen schuld van hem of van zijn ondergeschikten aanwezig was. Deze verplichting laat zijn recht op verhaal tegen de geadresseerde onverlet.
7. Verschuldigde remboursprovisie komt ten laste van de afzender. 8. Alle vorderingen tegen de vervoerder uit hoofde van een remboursbeding verjaren door verloop van een jaar, te rekenen met de aanvang van de dag volgende op de dag waarop de zaken werden afgeleverd of hadden moeten zijn afgeleverd.
Artikel 18
Voorbehouden van de vervoerder
De vervoerder behoudt onder de toepassing van deze condities zich het recht voor: a) de zaken in of door middel van die vervoermiddelen te vervoeren, welke hem dienstig zullen voorkomen en de zaken zonodig te bewaren in zodanige vervoermiddelen, bergruimten of opslagplaatsen, als hij zal goedvinden, onverschillig of deze vervoermiddelen, bergruimten of opslagplaatsen aan de vervoerder of aan derden toebehoren; b) de te volgen route vrijelijk te bepalen, mitsdien ook van de gebruikelijke route af te wijken. Hij is tevens gerechtigd die plaatsen aan te doen, waarvan hij dit voor de uitoefening van zijn bedrijf wenselijk acht.
Artikel 19
Verhindering na inontvangstneming
1. Wanneer na het in ontvangst nemen van de zaken door de vervoerder het vervoer redelijkerwijs niet of niet binnen redelijke tijd kan worden aangevangen, voortgezet of voltooid, is de vervoerder verplicht zulks aan de afzender mede te delen. Vervoerder en afzender hebben alsdan de bevoegdheid de overeenkomst op te zeggen.
2. De opzegging geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de wederpartij en de overeenkomst eindigt op het ogenblik, waarop deze mededeling wordt ontvangen. 11
3. De vervoerder is niet verplicht voor het verdere vervoer naar de bestemmingsplaats zorg te dragen en is bevoegd de zaken te lossen en op te slaan op een daartoe geschikte plaats; de afzender is bevoegd de zaken tot zich te nemen. De in verband met de opzegging met betrekking tot de zaken gemaakte kosten komen, onder voorbehoud van lid 4, ten laste van de afzender.
4. Behoudens overmacht is de vervoerder verplicht de afzender de schade te vergoeden, die deze door de opzegging van de overeenkomst heeft geleden.
Artikel 20
Stapelvervoer; doorvervoer
1. Wanneer een deel van het vervoer, al dan niet na overlading van de zaken, geschiedt over de binnenwateren, wordt voor dat deel de aansprakelijkheid van de vervoerder bepaald door de artikelen 9 en 13 van de Algemene Veerboot- en Beurtvaartcondities.
2. Wanneer de vervoerder zich, na aflevering van de door hem vervoerde zaken, verbindt tot het verder doen vervoeren van die zaken, handelt hij daarbij in hoedanigheid van expediteur en is zijn aansprakelijkheid in die hoedanigheid beperkt tot € 3,40 per kilogram van de beschadigde of verloren zaken; verdere schadevergoeding voor welke schade dan ook is niet verschuldigd.
Artikel 21
Opslag in geval van niet opkomen van de geadresseerde
1. Indien de geadresseerde na kennisgeving van aankomst van de zaken niet opkomt, indien hij het in ontvangst nemen van de zaken niet aanvangt, indien hij dit niet regelmatig en met bekwame spoed voortzet, indien hij weigert de zaken aan te nemen of voor ontvangst te tekenen, kunnen de zaken
door de vervoerder voor rekening en gevaar van de afzender op de door de vervoerder met inachtneming van redelijke zorg te bepalen wijze en plaats worden opgeslagen – zo nodig ook in het vervoermiddel, waarin zij werden vervoerd – of gestald; de vervoerder is verplicht de afzender op de hoogte te stellen.
2. De vervoerder kan met inachtneming van lid 1 ook tot opslag of stalling overgaan, indien het stellen van zekerheid als in artikel 23 lid 5 bedoeld, wordt geweigerd, of indien geschil ontstaat omtrent het bedrag of de aard van de te stellen zekerheid.
3. Behalve in geval van beslag kunnen de zaken, na verloop van één week na de aangetekende verzending van een schriftelijke kennisgeving van de voorgenomen verkoop aan de afzender, door de vervoerder voor rekening van de afzender publiekelijk of onderhands worden verkocht zonder dat enige rechterlijke machtiging is vereist.
4. De verkoop kan geschieden zonder inachtneming van enige termijn en zonder voorafgaande kennisgeving, indien de zaken aan bederf onderhevig zijn of indien bewaring schadelijk zou kunnen zijn of schade of gevaar voor de omgeving zou kunnen opleveren. Wanneer geen voorafgaande kennisgeving plaatsvond, is de vervoerder verplicht na de verkoop daarvan kennis te geven aan de afzender.
5. Ten aanzien van levende have bedraagt de in lid 3 bedoelde termijn drie dagen met dien verstande dat de vervoerder zonder inachtneming van enige termijn en zonder voorafgaande kennisgeving tot verkoop mag overgaan indien de toestand van de levende have zulks gewenst doet zijn. Wanneer geen voorafgaande kennisgeving plaatsvond, is de vervoerder verplicht na de verkoop daarvan kennis te geven aan de afzender.
6. De vervoerder houdt de opbrengst van de verkochte zaken, na aftrek van het bedrag van een eventueel rembours en een aan de vervoerder in verband daarmee toekomende commissie en van al hetgeen dat terzake van het verkochte aan de vervoerder toekomt, zowel voor vracht als voor kosten van opslag of stalling als voor andere kosten en schaden, gedurende zes maanden na de aanneming van de zaken ten vervoer ter beschikking van de afzender, na verloop van welke termijn hij het ter beschikking gehouden bedrag onder gerechtelijke bewaring zal stellen.
Artikel 22
Opslag voor, tijdens en na het vervoer
Wanneer afzender en vervoerder overeenkomen dat de vervoerder voorafgaand aan of tijdens het overeengekomen vervoer dan wel na afloop van het vervoer de zaken in opslag zal nemen, geschiedt deze opslag onder toepasselijkheid van de Algemene Opslagvoorwaarden. Afzender en vervoerder worden dienovereenkomstig aangemerkt als bewaargever respectievelijk bewaarnemer.
Artikel 23
Retentierecht
1. De vervoerder heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en documenten, die hij in verband met de vervoerovereenkomst onder zich heeft. Dit recht komt hem niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zaken ten vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de afzender de zaken ten vervoer ter beschikking te stellen.
2. Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen bij wijze van rembours op de zaken drukt alsmede op de hem in verband met het rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden.
3. Tegenover de afzender kan de vervoerder het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande vervoerovereenkomsten.
4. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande vervoerovereenkomsten toetrad, kan de vervoerder het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die overeenkomsten.
5. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welks verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen.
Artikel 24
Pandrecht
1. Alle zaken, documenten en gelden, die de vervoerder in verband met de vervoerovereenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste van de afzender heeft.
2. Behoudens in de gevallen waarin de afzender in staat van faillissement verkeert, hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, heeft de vervoerder nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter overeenkomstig art. 3:248 lid 2 BW. 13
Artikel 25
Verloren zaken
Indien zaken niet zijn afgeleverd binnen dertig dagen na de dag, waarop zij ten vervoer werden aangenomen en het onbekend is waar zij zich bevinden worden zij als verloren aangemerkt. Indien binnen één jaar nadat de vervoerder aan degene, die jegens hem recht op aflevering van zaken heeft, schadevergoeding heeft uitgekeerd terzake van het niet afleveren van deze zaken, deze zaken of enige daarvan alsnog onder de vervoerder blijken te zijn (gekomen), is de vervoerder verplicht de afzender of de geadresseerde, die jegens hem daartoe schriftelijk het verlangen uitte, van deze omstandigheid schriftelijk op de hoogte te stellen en heeft de afzender respectievelijk de geadresseerde gedurende dertig dagen na ontvangst van deze mededeling het recht tegen verrekening van de door hem ontvangen schadevergoeding alsnog aflevering van deze zaken te verlangen. Hetzelfde geldt, indien de vervoerder terzake van het niet afleveren geen schadevergoeding heeft uitgekeerd, met dien verstande dat de termijn van één jaar begint met de aanvang van de dag volgende op die, waarop de zaken hadden moeten zijn afgeleverd. Wanneer de afzender respectievelijk de geadresseerde van zijn recht geen gebruik maakt, geldt het in artikel 21 bepaalde.
Artikel 26
Vrijwaring; Himalaya-clausule
1. De afzender, die niet voldeed aan enige verplichting die de wet of deze condities hem opleggen, is verplicht de vervoerder te vrijwaren voor alle schade, die deze tengevolge van het niet nakomen van die verplichting mocht lijden, wanneer deze terzake van het vervoer van de zaken door een derde wordt aangesproken.
2. Wanneer hulppersonen van de vervoerder xxxxxxx van het vervoer van de zaken worden aangesproken, kunnen deze personen een beroep doen op iedere beperking en/of ontheffing van
aansprakelijkheid, waarop uit hoofde van deze condities of van enige andere wettelijke of contractuele bepaling de vervoerder een beroep kan doen.
Artikel 27
Vertragingsrente
Partijen zijn over een door hen verschuldigd bedrag wettelijke rente verschuldigd op voet van art. 6:119 BW. Artikel 28 Verjaring 1. Alle op de vervoerovereenkomst gegronde of met die overeenkomst verband houdende rechtsvorderingen verjaren door verloop van een jaar. 2.
Voorzover een vervoerder verhaal zoekt op een persoon van wiens diensten de vervoerder ter uitvoering van de vervoerovereenkomst gebruik heeft gemaakt voor hetgeen door hem aan de afzender of de geadresseerde is verschuldigd, begint vanaf het moment als bepaald in art. 8:1720 lid 1 BW, een nieuwe termijn van verjaring welke termijn drie maanden beloopt.
Artikel 29
Forumkeuze; rechtskeuze
1. Alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met een overeenkomst voor binnenlands vervoer over de weg tussen partijen die in Nederland hun woonplaats hebben zullen uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Breda, tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
2. Op alle rechtsverhoudingen voortvloeiende uit of verband houdende met de vervoerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.