ARTIKEL 1
Personenautoverzekering Top
Bijzondere voorwaarden AUT062
ARTIKEL 1
Definities
In de zin van de verzekering wordt verstaan onder:
1 Motorrijtuig:
1.a het op het polisblad omschreven motorrijtuig;
1.b een vervangend motorrijtuig, waaronder wordt verstaan:
een aan een ander toebehorend motorrijtuig waarvan gebruik ge- maakt wordt omdat het onder a bedoelde motorrijtuig aantoonbaar wegens reparatie of onderhoud door een garagebedrijf tijdelijk, dat wil zeggen maximaal tien dagen, niet beschikbaar is, mits het ver- vangend motorrijtuig van een zelfde of vergelijkbare soort is.
Toelichting
Als het eigen motorrijtuig uitvalt, mag tijdelijk van een motorrijtuig van iemand anders gebruik gemaakt worden. Dit motorrijtuig is dan tot maximaal het verzekerde bedrag van het eigen motorrijtuig als- mede tegen dezelfde risico's verzekerd als het eigen motorrijtuig. Eventuele vaste afschrijvingsregelingen zijn dan niet van toepas- sing;
2 Verzekerde:
2.a degene op wiens naam de verzekering loopt (verzekeringnemer);
2.b de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder, de eigenaar, de houder en de met het motorrijtuig vervoerde personen;
3 Schade:
3.a onder schade aan personen wordt verstaan: schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende scha- de.
3.b onder schade aan zaken wordt verstaan: schade door beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van zaken met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
ARTIKEL 2
Verzekeringsgebied
De verzekering is van kracht in de landen waarvoor het internationaal motorrijtuigverzekeringsbewijs (groene kaart) geldig is.
ARTIKEL 3
Verplichtingen van verzekerde
Verzekeringnemer of een andere verzekerde, voor zover het hem aangaat, moet:
a terstond aan verzekeraar kennisgeven van het in gebruik nemen van een ander motorrijtuig;
b binnen zeven dagen aan verzekeraar kennisgeven:
b.1 van veranderingen aan het motorrijtuig, waardoor het risico wijzigt, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een gasinstallatie;
b.2 in geval van volledige vooraftrek van BTW;
b.3 van adresverandering van verzekeringnemer en van de hoofd- bestuurder;
b.4 van verandering in het aantal per jaar te rijden kilometers, als hierdoor de op het polisblad aangegeven begrenzing niet meer juist is;
b.5 wanneer het motorrijtuig in het gebruik wijzigt, bijvoorbeeld veelvul- dig of uitsluitend buiten Nederland gebruiken;
b.6 indien hij geen belang meer heeft bij het motorrijtuig en/of de
feitelijke macht erover verloren heeft (in geval van overlijden rust de verplichting op de erfgenamen);
c bij constatering van vermissing van een verzekerd motorrijtuig, ver- zekeraar onverwijld van dit feit op de hoogte te stellen. Van de ver- missing moet tevens onverwijld aangifte bij de politie worden ge- daan.
Verzekeraar heeft het recht van aanmelding van de motorrijtuigge- gevens aan de Stichting VerzekeringsBureau Voertuigcriminaliteit
(VbV), voorheen het Vermiste Auto Register (VAR), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door verzekeraar inge- schakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig.
Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrij- tuig doorgeven aan de VbV-helpdesk die 24 uur per dag bereikbaar is of melden op xxx.xxxxxxxxxx.xx.
De premie wordt jaarlijks opnieuw bepaald, veranderingen door leef- tijd van de hoofdbestuurder en de leeftijd van de auto alsmede de veranderingen in de andere premiebepalende factoren kan maken dat de premie wijzigt per hoofdpremievervaldatum of eerdere risico- wijziging. Tot 30 dagen na de aanpassingsdatum heeft verzekering- nemer het recht de aanpassing schriftelijk te weigeren en de verze- kering te beëindigen door schriftelijke opzegging. De mogelijkheid van opzegging geldt niet indien er sprake is van een premieverla- ging en/of indien de premiewijziging voortvloeit uit wettelijke regelin- gen of bepalingen.
ARTIKEL 4
Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten schade ontstaan:
1. tijdens het verblijf op racebanen, circuits e.d. en tijdens het oefenen voor of deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendig- heidsritten of -wedstrijden. Deze uitsluiting geldt niet voor schade tijdens eenvoudige, geheel binnen Nederland op de openbare weg gereden betrouwbaarheids-, gezelligheids-, kaartlees-, puzzelritten
e.d. niet langer dan 250 kilometer en van ten hoogste 24 uur;
2. tijdens gebruik van het motorrijtuig voor rijles, verhuur, betaald per- sonen- of goederenvervoer (waaronder niet te verstaan 'pooling' van autoritten in woon-werkverkeer, naar evenementen e.d.) of een an- der doel dan bij de wet is toegestaan, tenzij anders is overeengeko- men;
3. terwijl aan het motorrijtuig een voertuig is gekoppeld, tenzij anders is overeengekomen. Deze uitsluiting geldt niet:
- indien een motorrijtuig bij wijze van vriendendienst wordt ge- sleept,
- voor een aanhangwagen of een caravan;
4. indien de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldig voor het betrokken motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs. Als geldig rijbewijs wordt wel aangemerkt een rijbewijs dat zijn geldig- heid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij de leeftijd van zeventig jaar is bereikt;
5. indien de rijbevoegdheid van de feitelijke bestuurder onvoorwaarde- lijk is ontzegd krachtens een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak, dan wel hij krachtens wettelijke bepalingen niet bevoegd is het mo- torrijtuig te besturen;
6. als die het zekere gevolg is van het handelen of nalaten van verzekerde dan wel het gevolg is van het niet in acht nemen van normale voorzichtigheid ter voorkoming van diefstal van het gehele motorrijtuig. Verzekeraar vergoedt tevens geen schade die een ver- zekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die scha- de is veroorzaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere verzekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisge- noten, wiens/wier belang is meeverzekerd, ongeacht of zij in de polis als verzekerde worden aangemerkt.
7. indien uit het kentekenregister van de RDW blijkt dat noch verzeke- ringnemer noch diens partner is ingeschreven als eigenaar c.q. hou- der van het verzekerde motorrijtuig, tenzij uit de polis blijkt dat ver- zekeraar bekend was met de afwijkende eigendom en dit heeft ge- accepteerd.
Wel gedekt is schade aan het verzekerde motorrijtuig die een verzekerde lijdt als hij ten genoegen van verzekeraar aantoont dat het besturen of ge- bruiken van het motorrijtuig buiten zijn weten en tegen zijn wil plaatsvond en dat hem hiervoor in redelijkheid geen verwijt treft.
AUT062 Pagina 1 van 12
ARTIKEL 5
Schaderegeling
Verzekeraar is bevoegd een krachtens de W.A.M. of soortgelijke wet te ver- lenen schadevergoeding, tezamen met de rente en kosten, te verhalen op verzekeringnemer of op een andere verzekerde die niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door deze verzekering was gedekt, indien:
- een uitsluiting van toepassing is,
- schade veroorzaakt is (ook door een ander dan verzekerde), nadat de dekking is geëindigd en verzekeraar niet overeenkomstig de Al- gemene Voorwaarden van de beëindiging op de hoogte is gesteld.
ARTIKEL 6
Hulpverlening
Verzekerde heeft recht op hulp en/of vergoeding van kosten zoals hierna onder a en b is omschreven indien:
1. de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig, niet zijnde een motorrijtuig waarvan het gewicht volgens het kentekenbewijs hoger is dan 3500 kg (vrachtauto);
2. het motorrijtuig verzekerd is krachtens een conform de W.A.M. ge- sloten verzekering;
3. de hulpverlening en/of de kosten tot stand komen in overleg met en na instemming van de London Alarm Service;
4. de hulpverlening kan worden uitgeoefend en niet wordt tegengehou- den door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, muiterij, oproer, atoomkernreacties of natuurrampen.
Er geldt geen eigen risico.
Deze hulpverlening heeft geen invloed op de bonus/malus-ladder indien uitsluitend hulp is verleend krachtens deze voorwaarden.
a. Hulpverlening binnenland
Het recht op hulp ontstaat indien het motorrijtuig en/of de gekoppelde aan- hanger door een ongeval, brand of ander van buiten komend onheil (waar- onder niet is begrepen het tot stilstand komen als gevolg van een mecha- nisch of elektronisch gebrek ) niet meer kan rijden en/of de bestuurder en andere inzittende(n) door dit ongeval niet in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen.
De hulpverlening omvat:
a.1 het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhanger naar een door verzekerde te bepalen adres in Nederland;
b.I.3 de terugreiskosten van de bestuurder en de passagiers, indien op grond van het voorgaande niet met het motorrijtuig wordt terugge- reisd.
Vergoed worden de kosten van vervoer per:
- taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation,
- trein (tweede klasse) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming,
- taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
b.II W.a.- en volledig-casco-verzekering
Het recht op hulp ontstaat indien voor het motorrijtuig en/of de gekoppelde aanhanger een W.a.- en volledig-casco-verzekering is gesloten en door een ongeval, brand of ander van buiten komend onheil (waaronder is begrepen het enkel tot stilstand komen als gevolg van een mechanisch of elektro- nisch gebrek), het motorrijtuig en/of de aanhanger niet meer kan rijden en/of de bestuurder en andere inzittende(n) door dit ongeval niet in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen.
De hulpverlening omvat:
b.II.1 de onder b omschreven hulpverlening
b.II.2 de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg na het tot stilstand komen als gevolg van een mechanisch of elek- tronisch gebrek, tot een maximum van € 115,- per gebeurtenis. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking, ook niet indien de reparatie plaatsvindt in een garage;
b.II.3 het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn. De kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van verze- kerde.
Alle in verband met deze hulpverlening door verzekeraar voorgeschoten kosten, welke niet zijn verzekerd, zijn voor rekening van verzekerde. Bij bedragen hoger dan € 675,- kan een betaling vooraf worden verlangd.
Bij samenloop van hulpverleningsrechten zal de London Alarm Service niet verwijzen naar andere hulpinstanties. Verzekeraar heeft het recht te verha- len op andere verzekeraars.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek
Wettelijke aansprakelijkheid
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verzekeringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krach- tens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (in deze voorwaarden genoemd W.A.M.) gestelde eisen te voldoen.
ARTIKEL 7
a.2 het vervoer van de bestuurder en de passagier(s) met hun bagage
per taxi naar een door de bestuurder te bepalen adres in Nederland.
b. Hulpverlening buitenland
b.I W.a.-verzekering/W.a.- en gedeeltelijk-casco-verzekering
Het recht op hulp ontstaat indien voor het motorrijtuig en/of de gekoppelde aanhanger een W.a.-verzekering/W.a.- en gedeeltelijk-casco-verzekering is gesloten en door een ongeval, brand of ander van buiten komend onheil (waaronder niet is begrepen het enkel tot stilstand komen als gevolg van een mechanisch of elektronisch gebrek), het motorrijtuig en/of de aanhan- ger niet meer kan rijden en/of de bestuurder en andere inzittende(n) door dit ongeval niet in staat zijn het motorrijtuig verder te besturen.
De hulpverlening omvat:
b.I.1. het vergoeden van de noodzakelijke kosten van berging en slepen van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
b.I.2 het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of de aanhanger naar een door verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
b.I.2.a dit object niet binnen vier werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (terug)- reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
b.I.2.b de kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van het gestran- de object. Zijn de vervoerskosten hoger, dan worden de kosten ver- goed van invoering of vernietiging van het gestrande object in het desbetreffende land.
In dat geval heeft verzekerde ook recht op vervoer van reisbagage naar Nederland;
Omvang van de verzekering
De verzekering dekt:
a de uit enige wettelijke bepaling voortvloeiende aansprakelijkheid van verzekerde voor schade, toegebracht:
- door of met het motorrijtuig,
- door of in verband met de door het motorrijtuig vervoerde zaken, voor zover de schade niet door de aard van de zaken is veroor- zaakt;
b schade op de openbare weg toegebracht aan een ander motorrijtuig dat verzekeringnemer of de bestuurder toebehoort, indien verzeke- raar tot vergoeding van schade gehouden zou zijn, als de schade door een willekeurige derde was geleden. De dekking geldt niet voor de daaruit voortvloeiende bedrijfsschade en/of waardevermindering. Vergoeding als bedoeld onder a en/of b geschiedt tot:
- het op het polisblad vermelde bedrag voor alle verzekerden te- zamen,
- een hoger bedrag, voor zover dit krachtens een in het buiten- land geldende verplichte verzekering is voorgeschreven;
c bovendien -eventueel boven de verzekerde som-:
c.1 kosten, ook die van civiel- en strafrechtelijke procedures en expertise, voor zover die met toestemming van verzekeraar zijn ge- maakt,
c.2 de met goedvinden van verzekeraar gemaakte kosten van verweer tegen ongegronde aanspraken;
d waarborgsom:
indien een overheid wegens een onder deze verzekering gedekte schade het stellen van geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van benadeelden, zal verzekeraar een waarborgsom tot € 25.000,- deponeren.
Verzekerde is verplicht verzekeraar te machtigen over de waarborg- som te beschikken, zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
ARTIKEL 8
Vergoeding aan derden
Verzekeraar beslist of en in hoeverre derden schadeloos zullen worden gesteld. Indien het zich laat aanzien dat vorderingen van derden het verzekerde bedrag te boven zullen gaan, zal verzekeraar eerst met verzekerde overleggen, alvorens tot het treffen van een regeling over te gaan.
ARTIKEL 9
Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten:
1. aansprakelijkheid voor personenschade die is toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig waarmee het ongeval veroorzaakt is;
2. de aansprakelijkheid van hen die niet uitdrukkelijk of stilzwijgend door een daartoe bevoegde persoon gemachtigd is als bestuurder respectievelijk als passagier gebruik te maken van het motorrijtuig;
3. vergoeding van schade aan zaken die verzekeringnemer of bestuur- der bezit, onder zich heeft of met het motorrijtuig vervoert, behalve sieraden, kleding en bagage van passagiers;
4. elke aansprakelijkheid rechtstreeks voortvloeiende uit een contrac- tuele verplichting.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek
(volledig of gedeeltelijk) CASCO
ARTIKEL 10
Omvang van de verzekering
Uitsluitend verzekeringnemer heeft recht op uitkering uit hoofde van deze rubriek.
Verzekeraar vergoedt op grond van het bepaalde in artikel 13 de kosten van herstel en/of vervanging van:
a. het motorrijtuig, inclusief de af-fabriek geleverde extra voorzieningen en/of accessoires,
b. de niet af-fabriek (later) aan het motorrijtuig aangebrachte bijzonde- re accessoires waarvan de prijs niet in de officiële catalogusprijs is begrepen, zoals trekhaak en velgen zijn tot maximaal € 1.500,- standaard meeverzekerd. Het meerdere dient uitdrukkelijk ter verze- kering zijn opgegeven.
Uitgesloten van de dekking zijn (auto)telefoons, detectie-, computer- en overige communicatie-apparatuur, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen,
c. de niet af-fabriek (later) in het motorrijtuig ingebouwde audiovisuele- en navigatieapparatuur is standaard meeverzekerd tot ten hoogste
€ 500,-. Het meerdere dient uitdrukkelijk ter verzekering zijn opge- geven. Losse, mobiele audiovisuele- en navigatie-apparatuur is van dekking uitgesloten,
d. de volgende auto-artikelen zijn tot € 500,- tezamen meeverzekerd: kinderzitje, carkit, brandblusapparaat, gevarendriehoek, lampenset, pechlamp, sleepkabel, fietsdrager, (ski)box, dakdraagsteun(en), ca- ravanspiegel(s), wegenkaart(en), stratenboek, verbanddoos en de lifehammer, mits deze zich op, aan of in het motorrijtuig bevinden,
e. maximaal tien audio-cd’s en/of –cassettes,
ontstaan door een van de volgende gebeurtenissen, ook al is die gebeurte- nis het gevolg van de aard of een gebrek van die zaak of daardoor veroorzaakte breuk:
1. bij gedeeltelijk-cascodekking:
1.1 brand, ontploffing, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag;
1.2 diefstal, waarmee gelijk gesteld wordt:
- verduistering en 'joyriding'. Schade aan het motorrijtuig ontstaan gedurende de periode waarin dit aan verzekerde ontnomen is geweest, wordt eveneens vergoed,
- een al dan niet geslaagde, aantoonbare poging tot diefstal van het motorrijtuig of van enig voorwerp daarin;
1.3 niet door xxxxxx, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken veroorzaakte ruitbreuk (waaronder niet te verstaan breuk van glazen daken, glas in schuifdaken of van lampen) en schade door de scher- ven;
1.4 verontreiniging van het interieur door het vervoer van gewonde personen;
1.5 storm, waardoor het motorrijtuig omwaait of door vallende voorwer- pen beschadigd wordt. Onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van minstens veertien meter per seconde (windkracht 7). Toelichting
Indien 'gedeeltelijk-casco' is verzekerd, is als gevolg van storm van de weg geraken tijdens het rijden of de macht over het portier verlie- zen niet verzekerd; deze risico's zijn wel verzekerd bij volledig- cascodekking.
1.6 natuurrampen, zoals overstroming en lawine;
1.7 hagel;
1.8 aantoonbare botsing met dieren. Schade als gevolg hiervan ont- staan door botsing met andere zaken is niet verzekerd;
1.9 transport per boot, trein, vliegtuig, exclusief schrammen, krassen of lakschade;
1.10 een neerstortend luchtvaartuig, delen hiervan of voorwerpen die daaruit vallen.
2. bij volledig-cascodekking:
2.1 de onder a bedoelde gebeurtenissen;
2.2 alle andere van buiten komende gebeurtenissen.
De kosten van nieuwe kentekenplaten die aangeschaft worden na afgifte van een nieuw kenteken na verlies van het overschrijvingsbewijs (voorheen deel lII van het kentekenbewijs), worden vergoed indien het verlies plaatsgevonden heeft door een verzekerde gebeurtenis.
Vervangend vervoer
Indien het motorrijtuig een personenauto is en volledig-casco is verzekerd, bestaat recht op vervangend vervoer overeenkomstig de volgende bepa- lingen.
Verzekeraar stelt een vervangend motorrijtuig ter beschikking gedurende de reparatieduur en maximaal:
- dertig dagen bij een van buiten komende gebeurtenis buiten Neder- land, maar binnen het in artikel 2 genoemde verzekeringsgebied en zolang verzekerde buiten Nederland verblijft;
- dertig dagen te rekenen vanaf de dag van diefstal in geval van dief- stal van het gehele motorrijtuig, echter tot maximaal een dag na de dag waarop het gestolen motorrijtuig onbeschadigd is teruggevon- den en tot maximaal tien dagen na de dag waarop het gestolen mo- torrijtuig beschadigd is teruggevonden;
- vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag van ongeval, indien het motorrijtuig total loss is geraakt.
Een vervangend motorrijtuig wordt ter beschikking gesteld als het verzeker- de motorrijtuig niet meer bedrijfsklaar is door een of twee van de hierboven genoemde gebeurtenissen en niet binnen 48 uur te repareren is.
Op straffe van verlies van rechten op vervangend vervoer is verzekerde verplicht in een voorkomend geval zich zo spoedig mogelijk in verbinding te stellen met de London Alarm Service.
ARTIKEL 11
Eigen risico
a. Het op het polisblad vermelde eigen risico geldt per gebeurtenis. Een eigen risico wordt niet toegepast indien:
- de schade het gevolg is van verontreiniging van de bekleding van de auto als gevolg van het kosteloos vervoer van gewon- den,
- een schade aan de voorruit van de auto wordt gerepareerd door middel van een harsinjectie,
- verzekerde recht heeft op hulp en/of vergoeding van kosten, zo- als omschreven in artikel 6, Hulpverlening.
b. Het op het polisblad vermelde eigen risico wordt met € 75,- vermin- derd, indien:
- in geval van uitsluitend ruitschade, de ruit wordt vervangen door een met verzekeraar samenwerkende reparateur,
- het motorrijtuig een personenauto betreft, dat gerepareerd wordt door een bij Topherstel aangesloten schadehersteller.
ARTIKEL 12
Bonus/malus-regeling/schadevrije jaren
a Bij verlenging van de verzekering op de hoofdpremievervaldag wordt de netto-premie voor de rubrieken casco en w.a. opnieuw vastge- steld met behulp van het premiepercentage uit de bonus/malus- ladder dat behoort bij de vast te stellen trede.
Uitgegaan wordt van:
- trede 8 uit de bonus/malusladder als de bestuurder jonger is dan 61 jaar,
- trede 7 als de bestuurder ouder is dan 60 en jonger is dan 71 jaar,
- trede 5 als de bestuurder 71 jaar of ouder is,
plus zoveel treden extra als overeenkomt met het aantal schadevrije jaren dat aangegeven wordt op een overgelegde, geldige royments- bevestiging,
Bonus/malus-ladder
Nieuwe B/M-trede na
b.9 de schade-uitkering op grond van art 7:962, lid 3 Burgerlijk Wetboek niet kan verhalen; volgens dit artikel krijgt verzekeraar geen vorde- ring op bepaalde tot de familie- of werkkring behorende personen.
ARTIKEL 13
Schadevergoeding
a In geval van beschadiging van het motorrijtuig vergoedt verzekeraar de herstelkosten tot ten hoogste de vastgestelde waarde direct voor het ongeval onder aftrek van de waarde van de restanten. Zijn de herstelkosten hoger, dan is er sprake van totaal verlies.
b In geval van totaal verlies vergoedt verzekeraar de vastgestelde dagwaarde onder aftrek van de opbrengst van de restanten.
c Bij aanspraken op schadevergoeding door verzekeringnemer xxxxxxx van totaal verlies van het motorvoertuig heeft de verzekeraar het recht de restanten van het betrokken motorvoertuig over te doen dragen aan een door hem aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen zal in dat geval niet eerder plaatsvinden dan na- dat de verzekeringnemer de eigendom heeft overgedragen aan de verzekeraar. Verzekeraar dient tevens in het bezit gesteld te worden van alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs.
d Voor personenauto's wordt bij totaal verlies -mits voldaan is aan de voorwaarden genoemd onder e- de waarde vastgesteld op de cata- loguswaarde, inclusief de af-fabriek geleverde extra voorzieningen en/of accessoires van het desbetreffende motorrijtuig ten tijde van de afgifte van deel I van het kentekenbewijs. Dit bedrag wordt ver- meerderd met de waarde van:
B/M-
Percentage van 0
1 schade 2
3 of meer
- de in het motorrijtuig bevestigde audiovisuele- -en navigatieap-
trede de premie schaden schaden schaden paratuur tot ten hoogste het op het polisblad verzekerde bedrag,
20 | 20 | 20 | 16 | 12 | 1 | - bijzondere accessoires, tot ten hoogste het op het polisblad ver- |
19 | 20 | 20 | 15 | 11 | 1 | zekerde bedrag, |
18 | 21 | 19 | 14 | 10 | 1 | Op het aldus vastgestelde bedrag wordt gedurende het eerste jaar |
17 | 22 | 18 | 13 | 9 | 1 | na de datum van afgifte van deel I van het kentekenbewijs geen af- |
16 | 23 | 17 | 12 | 8 | 1 | schrijving toegepast. Daarna is de afschrijving voor elke volle ver- |
15 | 24 | 16 | 11 | 7 | 1 | streken maand: |
14 | 25 | 15 | 10 | 6 | 1 | - 2% gedurende het tweede jaar, |
13 | 27,5 | 14 | 9 | 5 | 1 | - 1,25% gedurende het derde jaar, |
12 | 32,5 | 13 | 8 | 4 | 1 | - 1% gedurende het vierde jaar. |
11 | 35 | 12 | 7 | 3 | 1 | Deze waardevaststelling geldt ook voor het verloren gaan van uit- |
10 | 37,5 | 11 | 6 | 3 | 1 | sluitend audiovisuele- en navigatieapparatuur en bijzondere acces- |
9 | 40 | 10 | 5 | 2 | 1 | soires. |
8 | 45 | 9 | 5 | 2 | 1 | Indien de overeenkomstig dit lid vastgestelde waarde lager is dan de |
7 | 50 | 8 | 4 | 2 | 1 | dagwaarde als bedoeld in lid b, vindt vergoeding plaats op basis van |
6 | 60 | 7 | 3 | 1 | 1 | de dagwaarde. |
5 | 70 | 6 | 3 | 1 | 1 | e Voor de toepasselijkheid van het onder d bedoelde geldt dat: |
4 | 80 | 5 | 2 | 1 | 1 | e.1 het motorrijtuig: |
3 | 90 | 4 | 1 | 1 | 1 | - nieuw is op de datum van afgifte deel I van het kentekenbewijs |
2 | 100 | 3 | 1 | 1 | 1 | en sindsdien op het moment van de gebeurtenis niet meer dan |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 | vier jaren verstreken zijn, |
- volledig-casco verzekerd is, |
b Een schade telt niet mee bij het vaststellen van de (nieuwe) trede, indien verzekeraar:
- geen betaling heeft gedaan of zal moeten doen,
- wel een betaling heeft gedaan of zal moeten doen maar:
b.1 de schade geheel heeft verhaald of zal kunnen verhalen,
b.2 de schade niet geheel heeft verhaald, uitsluitend als gevolg van de in artikel 13 genoemde vaste-afschrijvingsregeling,
b.3 de schade zou hebben verhaald, indien er geen schaderegelingover- eenkomst van toepassing was geweest tussen hem en een andere verzekeraar,
b.4 een betaling heeft gedaan met betrekking tot een van de dekkingen, omschreven in artikel 10.1,
b.5 een betaling heeft gedaan met betrekking tot een schade uitsluitend betrekking hebbend op één van de rubrieken hulpverlening, schade- verzekering voor inzittenden, ongevallenverzekering voor inzitten- den, verhaalsrechtsbijstand of vervangend vervoer,
b.6 de schade-uitkering verricht op grond van artikel 185 van de Wegen- verkeerswet en waarbij aan de zijde van de bestuurder van het mo- torrijtuig geen sprake is van een verkeersovertreding noch de be- stuurder rechtens enig verwijt treft,
b.7 de schade-uitkering uitsluitend op grond van artikel 185 Wegenver- keerswet niet volledig kan verhalen,
b.8 de geclaimde schadevergoeding tot twaalf maanden na betaling, door verzekerde alsnog, voor eigen rekening wordt genomen.
- niet in gebruik is als les-, lease- of huurauto,
- geen vervangend motorrijtuig is;
e.2 de oorspronkelijke cataloguswaarde van het motorrijtuig inclusief de af-fabriek geleverde extra voorzieningen en/of accessoires niet ho- ger is dan € 75.000,-.
e.3 de reparatiekosten hoger zijn dan of gelijk zijn aan 2/3 van de hierboven bedoelde nieuwwaarde of de nieuwwaarde na afschrij- ving. Indien de reparatiekosten minder bedragen dan 2/3 van de nieuwwaarde na eventuele afschrijving en er sprake is van totaal
verlies als omschreven in lid a, vergoedt verzekeraar de reparatie- kosten;
e.4 al niet eerder een vergoeding op basis van de volgens lid d bere- kende waarde voor dezelfde personenauto heeft plaatsgevonden. Toelichting
Voor vergoeding wegens totaal verlies geldt:de dagwaarde of de waarde berekend volgens een vaste-afschrijvingsregeling, waarbij de verzekerde waarde als basis dient. Voor een auto waarvoor een- maal vergoeding volgens d is verleend, is d niet langer van toepas- sing, indien de auto na de schade wordt gerepareerd en verzekerd blijft.
f Gedurende het eerste jaar na aankoop van het motorrijtuig bij een bij Bovag aangesloten bedrijf, wordt de aanschafwaarde vergoed tot maximaal € 50.000,-. Vanaf het tweede jaar na aankoop geldt ver- goeding op basis van de dagwaarde of de waarde berekend volgens de vaste afschrijvingsregeling overeenkomstig deze polisvoorwaar- den.
ARTIKEL 14
Uitsluitingen
Geen vergoeding vindt plaats van:
1. schade aan het motorrijtuig ontstaan indien de bestuurder ten tijde van het ongeval onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te bestu- ren. Hiervan is in ieder geval sprake als het alcoholgehalte van de adem meer was dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht dan wel als het alcoholgehalte van het bloed meer was dan 0.5 milligram alcohol per milliliter bloed; voor een ieder die sinds 30 maart 2002 een auto- of motorrijbewijs heeft of nog gaat halen geldt een limiet van 0,2 milligram alcohol per millimeter bloed gedurende de eerste vijf jaar na afgiftedatum van het rijbewijs.
2. schade aan het motorrijtuig ontstaan ten gevolge van weersinvloe- den;
3. kosten inzake herstel van technische gebreken;
4. schade aan banden;
5. schade als gevolg van het niet kunnen gebruiken van het motorrij- tuig;
6. schade als gevolg van slijtage, materiaalmoeheid, waardever- mindering en/of onvoldoende onderhoud, constructiefouten of over- belasting;
7. schade als gevolg van inbeslagneming door de overheid;
8. breuk-, motor- en machineschade;
9. schade als gevolg van het tanken van verkeerde brandstof of het gebruiken van verkeerde oliën;
10. schade indien in geval van totaal verlies van het gehele motorrijtuig, het gehele, bij het motorrijtuig behorende, kentekenbewijs niet wordt overgelegd, tenzij verzekerde hiervoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Er vindt wel vergoeding plaats van:
- de onder 1 genoemde schade van een verzekerde, als deze ten genoegen van verzekeraar aantoont dat bedoelde omstandigheden buiten zijn weten en tegen zijn wil plaatsvond en dat hem hiervoor in redelijkheid geen verwijt treft;
- de onder 2, 3, 4, 6 en 8 bedoelde schade, indien die is ontstaan door een van de in artikel 10 genoemde oorzaken.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek
Schadeverzekering voor inzittenden
ARTIKEL 15
Omvang van de verzekering
- de schade aan of het verlies van hun toebehorende, met het motorrijtuig vervoerde zaken die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde met uitzondering van schade aan motorrijtuigen, geld en geldswaardige papieren, tot het be- drag van de reparatiekosten respectievelijk tot de waarde van de zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis onder aftrek van de opbrengst van de restanten, voor zover deze zaken niet tot eni- ge handelsvoorraad behoren of geacht kunnen worden speciale voorzieningen of accessoires te zijn.
b. aan de personen genoemd in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek: de schade door het xxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxxxx, op de voet van artikel 6:108 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens zijn de kosten van lijkbezorging meeverzekerd tot maximaal € 4.500,-.
Verzekeraar vergoedt bovendien de kosten, voor zover die met zijn toestemming of in zijn opdracht zijn gemaakt.
ARTIKEL 16
Uitsluitingen
Geen vergoeding vindt plaats:
1. indien de bestuurder ten tijde van het ongeval onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwek- kend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen. Hiervan is in ieder geval sprake als het alcoholgehalte van de adem meer was dan 220 mi- crogram alcohol per liter uitgeademde lucht dan wel als het alcohol- gehalte van het bloed meer was dan 0.5 milligram alcohol per milli- liter bloed;
2. voor schade als gevolg van een gebeurtenis tijdens het verblijf op racebanen, circuits e.d. en tijdens het oefenen voor of deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of - wedstrijden. Deze uitsluiting geldt niet voor schade tijdens eenvou- dige, geheel binnen Nederland op de openbare weg gereden be- trouwbaarheids-, gezelligheids-, kaartlees-, puzzelritten e.d. niet langer dan 250 kilometer en van ten hoogste 24 uur;
3. voor schade als gevolg van een gebeurtenis tijdens gebruik van het motorrijtuig voor rijles, verhuur, betaald personen- of goederenver- voer (waaronder niet te verstaan ‘pooling’ van autoritten in woon- werkverkeer, naar evenementen e.d.) of een ander doel dan bij de wet is toegestaan, tenzij anders is overeengekomen;
4. indien de feitelijke bestuurder op het moment van de schade niet in het bezit is van een geldig voor het betrokken motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs. Als geldig rijbewijs wordt wel aangemerkt een rijbewijs dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij de bestuurder de leeftijd van zeventig jaar heeft bereikt;
5. indien op het moment van de schade de rijbevoegdheid van de feitelijke bestuurder onvoorwaardelijk is ontzegd krachtens een on- herroepelijke gerechtelijke uitspraak, dan wel hij krachtens wettelijke bepalingen niet bevoegd is het motorrijtuig te besturen.
ARTIKEL 17
Regeling van de vergoeding
Indien uit het polisblad blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd vergoedt verzekeraar tot maximaal het op het polisblad genoemde bedrag voor alle inzittenden, onder wie de bestuurder, van het motorrijtuig tezamen:
a. aan de inzittenden:
- de materiële gevolgschade van lichamelijk of geestelijk letsel, opgelopen terwijl zij zich in het motorrijtuig bevinden, daar in of daar uit stappen of onderweg een noodreparatie aan het motor- rijtuig verrichten of in de onmiddellijke nabijheid van het motor- rijtuig daarbij behulpzaam zijn of in de naaste omgeving hulp in- roepen.
- Schade als omschreven in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wet- boek (smartengeld) en de kosten als omschreven in artikel 6:96 lid 2 en artikel 6:107 van het Burgerlijk Wetboek komen evenwel niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij uit het polisblad blijkt dat deze wel meeverzekerd zijn,
- de kosten van geneeskundige behandeling,
Indien meer personen rechten aan deze verzekering kunnen ontlenen en hun gezamenlijke schade het verzekerde bedrag overschrijdt, zal hun schade naar evenredigheid vergoed worden.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek VERHAALSRECHTSBIJSTAND
Indien uit het polisblad blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd geldt het volgende.
ARTIKEL 18
Begripsomschrijvingen
In deze bijzondere voorwaarden wordt verstaan onder verzekerden:
1. verzekeringnemer;
2. de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder van het in artikel
ARTIKEL 22
1 bedoelde motorrijtuig en degene(n) die met dat motorrijtuig
wordt(worden) vervoerd;
3. de nabestaanden, als bedoeld in artikel 6:108 van het Burgerlijk Wetboek, van de hiervoor genoemde personen met betrekking tot vorderingen krachtens dit wetsartikel;
4. de eigenaar van het vervangende motorrijtuig;
5. de eigenaar van de door het motorrijtuig getrokken aanhangwagen, ook als deze niet deel uitmaakt van het in de polis omschreven mo- torrijtuig, mits één van de onder 1 en 2 genoemde verzekerden de houder van die aanhangwagen is.
ARTIKEL 19
Omvang van de verzekering
De verzekering dekt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 21:
a. het verlenen van rechtsbijstand:
- bij het verhalen van een door verzekerde geleden schade op een aansprakelijke derde ter zake van een verkeersongeval waarbij het motorrijtuig is betrokken of ter zake van een van
Geschillen
Indien de NRS met verzekerde van mening verschilt over de verhaalbaar- heid van de schade respectievelijk het aanwenden van rechtsmiddelen of wanneer verzekerde een aanbod tot minnelijke schikking niet aanvaardbaar acht, dan heeft hij het recht de kwestie voor rekening van verzekeraar voor te leggen aan de ANWB, die dan advies uitbrengt. De NRS zal zich aan het advies conformeren. Deze regeling geldt niet ter zake van geschillen over de hoogte van de materiele schade van een verzekerd voertuig, waarbij de NRS een deskundige ter vaststelling van de schade heeft benoemd.
Indien verzekerde het niet eens is met het advies van de ANWB of hij er de voorkeur aan geeft de kwestie niet aan de ANWB voor te leggen, dan is het hem toegestaan de kwestie voor een éénmalig advies voor te leggen aan een door hem aan te wijzen advocaat. De kosten van dit éénmalig advies komen voor rekening van de NRS. Na het uitbrengen van het éénmalig advies, wordt de kwestie weer voorgelegd aan de NRS die, met inachtne- ming van het advies, beslist over een eventuele vervolgbehandeling.
ARTIKEL 23
buiten komend onheil waarbij het motorrijtuig werd beschadigd;
- indien verzekerde is gedagvaard in een strafzaak ter zake van een met het motorrijtuig begane verkeersovertreding of begaan verkeersmisdrijf, mits de strafvervolging voor betaling van een afkoopsom niet voorkomen kon/kan worden en een goede af- loop van de strafzaak een gunstige invloed heeft op de civiele belangen van verzekerde, alsmede inzake tegen hem gerichte overheidsmaatregelen, te weten invordering van het rijbewijs of inbeslagneming van het motorrijtuig;
- bij het verhalen van schade in verband met het motorrijtuig op een in Nederland gevestigd herstel- of garagebedrijf dat krach- tens een overeenkomst van levering of dienstverlening tot scha- devergoeding gehouden is doch weigert die overeenkomst (vol- ledig) na te komen, maar niet voor schade ontstaan tijdens rij- den door de eigenaar van dit bedrijf of zijn personeel in de hoedanigheid van gemachtigde bestuurder;
b. het vergoeden van de kosten van rechtsbijstand, zoals omschreven in artikel 22 lid 1;
c. het risico van onvermogen van een wettelijk aansprakelijke derde, zoals omschreven in artikel 23.
ARTIKEL 20
Nederlandse Rechtsbijstand Stichting
1. Verzekeraar heeft voor de uitvoering van de verzekeringsdekking uitsluitend aangewezen de Nederlandse Rechtsbijstand Stichting, vestiging Amsterdam, in deze polis te noemen de NRS.
2. Indien in de in de polis genoemde zaken de NRS de hulp van een advocaat of andere externe deskundige noodzakelijk acht, zal uit- sluitend zij de opdracht daartoe geven.
ARTIKEL 21
Verlening van rechtsbijstand
1. Indien de NRS meent dat rechtsbijstand een redelijke kans op succes heeft, verleent zij aan verzekerde rechtsbijstand. Als succes in redelijkheid niet verwacht wordt, doet de NRS daarvan gemoti- veerd mededeling aan verzekerde.
2. Indien de NRS een zaak in behandeling neemt, zal zij eerst in overleg met verzekerde een minnelijke regeling nastreven.
3. Verzekerde wordt door een advocaat naar eigen keuze bijgestaan, indien het verlenen van rechtsbijstand niet overeenkomstig het vori- ge lid door de NRS zelf kan geschieden.
4. De NRS mag echter -indien zij dit wenst tegen cessie- het bedrag dat overeenkomt met het belang van de zaak ten aanzien waarvan krachtens deze verzekering dekking bestaat aan verzekerde vergoe- den, waarmee de voor deze uit de verzekering voortvloeiende rech- ten ter zake zijn vervallen.
Kosten
1. Onder kosten van rechtsbijstand worden verstaan:
1.a de honoraria en verschotten van de advocaat, de procureur, de deurwaarder en andere door de NRS ingeschakelde deskundigen, voor zover verzekerde geen vergoeding kan verlangen op grond van de artikelen 591, 591a en 592 van het Wetboek van Strafvordering of een overeenkomstige wettelijke bepaling van buitenlands recht en voor zover die kosten niet op een wettelijk aansprakelijke derde zijn te verhalen;
1.b de proces- en gerechtskosten, alsmede de kosten van arbitrage en bindend advies, waaronder niet worden begrepen afkoopsommen, boetes en andere bij wijze van straf opgelegde maatregelen;
1.c de kosten van getuigen;
1.d de kosten van de wederpartij, voor zover deze krachtens een rech- terlijke uitspraak, een arbitraal vonnis of een bindend advies ten laste van verzekerde komen;
1.e de reis- en verblijfskosten van verzekerde wiens persoonlijk verschij- nen door een buitenlandse rechterlijke instantie wordt gelast en wel:
- voor reiskosten een retour tweede klas per trein of boot, dan wel, voor zover niet duurder, per vliegtuig,
- de verblijfskosten tot ten hoogste € 115,- per dag.
2 De NRS mag de kosten van rechtsbijstand rechtstreeks aan de belanghebbende(n) betalen.
3 Indien bij een proces, arbitrage of bindend advies de wederpartij tot vergoeding in de kosten wordt veroordeeld, komt het bedrag van de- ze kosten, voor zover zij voor rekening van de NRS zijn, ten gunste van de NRS.
4 De NRS behoeft geen rechtsbijstand te verlenen als naast verze- kerde ook andere belanghebbenden actie willen voeren. Als de NRS geen rechtsbijstand verleent, vergoedt zij aan verzekerde naar even- redigheid de gezamenlijk gemaakte kosten van rechtsbijstand, ech- ter tot een maximum van € 25.000,-.
ARTIKEL 24
Onvermogen
Verzekeraar vergoedt voor alle verzekerden tezamen tot een bedrag van
€ 685,- per gebeurtenis de materiële schade waarvoor krachtens deze verzekering een recht op bijstand geldt, voor zover deze schade niet op een wettelijk aansprakelijke derde verhaalbaar is uitsluitend wegens diens on- vermogen en mits deze schade niet op een andere wijze verhaalbaar is.
ARTIKEL 25
Melding van een zaak
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis waaraan hij rechten uit deze verzekering wil ontlenen, dient hij ten aanzien daarvan:
a. alle van belang zijnde feiten zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de NRS mee te delen. Verzekerde machtigt door deze mededeling de NRS tot het behartigen van zijn belangen;
b. alle ontvangen stukken zo spoedig mogelijk onbeantwoord aan de NRS door te zenden;
c. zijn volle medewerking aan de NRS of de door haar ingeschakelde advocaat of andere deskundige te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar kan schaden.
ARTIKEL 26
Uitsluitingen
Onverminderd de in de voorwaarden vermelde uitsluitingen geeft deze ver- zekering evenmin dekking indien:
a verzekerde een voor hem uit de verzekering voortvloeiende verplich- ting niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraar heeft geschaad.
De belangen van verzekeraar worden in ieder geval geacht te zijn ge- schaad indien:
a.1 verzekerde de zaak -in strijd met artikel 25 sub a- zo laat heeft gemeld dat deze daardoor niet meer buiten rechte kan worden gere- geld;
a.2 verzekerde -in strijd met artikel 20 lid 2- buiten de NRS om een advocaat heeft ingeschakeld;
a.3 verzekerde na aanmelding van de zaak zich buiten de NRS of de ingeschakelde advocaat om tot de wederpartij over de zaak heeft gewend;
b het een vordering betreft van een verzekerde, niet zijnde verze- keringnemer, op een andere verzekerde of op diens aansprakelijk- heidsverzekeraar, tenzij verzekeringnemer hiertoe toestemming verleent;
c in een strafzaak opzet (mede) ten laste wordt gelegd; de kosten van rechtsbijstand zullen alsnog worden vergoed indien uit het in kracht van gewijsde gegane vonnis blijkt dat geen veroordeling wegens op- zet volgde.
ARTIKEL 27
Vervaltermijn
3. Gebeurtenis
Een voorval; te weten indien verzekerd
- volgens module A: een ongeval
- volgens module B: een mechanische storing in Nederland,
- volgens module C: diefstal,
- volgens module D: een ongeval, een mechanische storing en diefstal,
- volgens module E: een mechanische storing, buiten Nederland
4. Onderhoud
De door de fabrikant c.q. importeur voorgeschreven onderhoudsbeurten.
ARTIKEL 29
Verzekeringsgebied
De verzekering is voor de modules A, B en C van kracht voor een gebeurte- nis die plaatsvindt in Nederland.
Voor de modules D en E is de verzekering van kracht voor een gebeurtenis die plaatsvindt:
- buiten Nederland, doch binnen het in artikel 2 genoemde verzeke- ringsgebied met uitzondering van Albanië;
- tijdens vervoer rechtstreeks tussen de landen in het Verzekerings- gebied.
ARTIKEL 30
Omvang van de verzekering
Verzekeraar stelt een vervangend motorrijtuig ter beschikking gedurende de reparatieduur of vervangingsduur en maximaal:
- tien dagen bij dekking volgens module A,
- tien dagen bij dekking volgens module B,
- dertig dagen bij dekking volgens module C,
- dertig dagen bij dekking volgens module D,
- dertig dagen bij dekking volgens module E,
beginnende op de dag van uitgifte en conform het omtrent vervangend ver- voer bepaalde in artikel 10. Een vervangend motorrijtuig wordt ter beschik- king gesteld indien het eigen motorrijtuig niet meer bedrijfsklaar is ten ge- volge van een gebeurtenis waarbij de auto niet binnen 48 uur te repareren is.
ARTIKEL 31
Verplichtingen
Indien de NRS of de ingeschakelde advocaat ten aanzien van het verlenen van rechtsbijstand of het vergoeden van de kosten daarvan definitief een afwijzend standpunt heeft ingenomen, omdat een redelijke kans op succes ontbreekt of krachtens deze verzekering ten aanzien van een gebeurtenis jegens een verzekerde geen of beperkte verplichtingen voortvloeien, vervalt na drie jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de verzekerde van dit stand- punt kennis kreeg, te dezer zake elk recht uit deze verzekering.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek VERVANGEND VERVOER
Indien uit het polisblad blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd geldt het volgende.
ARTIKEL 28
Begripsomschrijvingen
1. Vervangend motorrijtuig
Een vervangend motorrijtuig in standaard-uitvoering, met een maximum catalogusprijs inclusief BTW van € 15.000,-;
2. Reparatieduur
de werkelijke reparatieduur overeenkomstig geldende normen;
Verzekerde is verplicht op straffe van verlies van rechten uit deze overeen- komst in geval van een gebeurtenis waardoor het motorrijtuig uitvalt en niet binnen de gestelde termijn te repareren is:
a. zo snel mogelijk zich in verbinding stellen met de London Alarm Service,
b. alle inlichtingen te verstrekken welke voor verzekeraar van belang zijn,
c. zich te onthouden van alles wat de belangen van verzekeraar kan schaden. Hij is niet bevoegd zonder toestemming van verzekeraar enige maatregel in of buiten rechte te nemen,
d. indien verzekeraar dit wenst, elke aanspraak op schadeloosstelling die hij ten opzichte van derden heeft, schriftelijk aan verzekeraar over te dragen.
ARTIKEL 32
Uitsluitingen
1. De verzekering is niet van kracht indien:
1.a verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt;
1.b het uitvallen van het motorrijtuig het gevolg is van het handelen of nalaten van verzekerde;
1.c het uitvallen van het motorrijtuig het gevolg is van deelneming aan wedstrijden en/of training daarvoor respectievelijk gebruik voor ver- huur of rijles;
1.d de gebeurtenis het gevolg is van onvoldoende onderhoud.
2. Indien blijkt dat verzekeraar niet verplicht is tot het beschikbaar stel- len van een vervangend motorrijtuig zal verzekeraar het recht heb- ben de kosten terug te vorderen tot een bedrag van € 45,- per dag.
3. De kosten van vervoer van en naar de uitgifteplaats of verhuur- station zijn voor rekening van verzekerde.
Bijzondere Voorwaarden voor de rubriek
Ongevallenverzekering voor Inzittenden
Indien uit het polisblad blijkt dat deze rubriek is meeverzekerd geldt het volgende.
Artikel 33
Definities
1. Verzekerden zijn:
de inzittenden van de bij aanvang van de verzekering opgegeven auto of de vervangende auto, zoals omschreven in artikel 35.3, hierna te noemen de auto;
de personen die bovengenoemde verzekerden vrijwillig en kosteloos:
- op de plaats van het ongeval eerste hulp verlenen;
- bij het in- of uitstappen behulpzaam zijn;
- onderweg behulpzaam zijn bij het verrichten van noodzakelijke repa- raties aan de auto.
- Tenzij anders is overeengekomen geldt de verzekering voor:
- maximaal zes inzittenden inclusief bestuurder indien de auto een personenauto betreft;
- maximaal drie inzittenden inclusief bestuurder indien de auto een bestel- of vrachtauto betreft, echter met uitsluiting van personen die zich buiten de bestuurscabine in of op de auto bevinden.
- indien ten tijde van het ongeval zich meer personen in de auto bevinden dan op het polisblad is vermeld, zullen de verzekerde uit- keringen worden vastgesteld in verhouding van het overeenge- komen aantal personen tot het werkelijk aantal personen.
2. Ongeval
Onder ongeval wordt verstaan een plotseling van buiten komende onvrijwil- lige geweldsinwerking op het lichaam van verzekerde.
Onder ongeval wordt tevens verstaan:
- de gevolgen van een verkeerde medische behandeling, wondinfectie of bloedvergiftiging, rechtstreeks verband houdende met een gedekt ongeval;
- lichamelijk letsel wegens rechtmatige zelfverdediging, poging tot redding van personen, dieren of goederen;
- het acuut binnenkrijgen van giftige of bijtende stoffen of vloeistoffen met uitzondering van genees-, genot- of verdovende middelen, tenzij op medisch voorschrift in verband met een gedekt ongeval, alsmede het onvrijwillig binnenkrijgen van vreemde voorwerpen;
- verstuiking, ontwrichting, spier-/peesverrekking of- verscheuring;
- bevriezing, verbranding (excl. door xxxxxxxxxx en/of bestraling), verdrinking, verstikking of zonnesteek, alsmede uitputting, verdor- sting, verhongering of zonnebrand tengevolge van het geïsoleerd raken door b.v. instorting, insneeuwing, invriezing of schipbreuk.
- bacteriële vergiftiging door een val in een vaste of vloeibare stof.
Artikel 34
Verzekeringsgebied
De verzekering is van kracht in Europa en de niet-Europese landen aan de Middellandse Zee.
Artikel 35
Omvang van de dekking
1. Basisdekking
De verzekering geldt voor ongevallen, verzekerden overkomen:
- vanaf het moment dat zij de auto instappen tot het moment dat zij er uitgestapt zijn;
- terwijl zij onderweg noodreparaties aan de auto verrichten of hierbij behulpzaam zijn;
- bij het verlenen van hulp aan medeweggebruikers;
- tijdens het oponthoud bij een tankstation of het schoonmaken van de ruiten onderweg.
2 Topdekking
Indien uitdrukkelijk meeverzekerd is de verzekering tevens van kracht voor ongevallen overkomen:
2.1 Verzekeringnemer:
aan de op het polisblad vermelde persoon, waarbij de verzekerde auto niet is betrokken, maar niet tijdens de beroepsuitoefening:
1. als voetganger door botsing met een verkeersmiddel;
2. als passagier van een openbaar verkeersmiddel, t.w.: bus, taxi, metro, tram, trein, skilift, zweefbaan en boot;
3. als bestuurder of als passagier van een eigen privé ver- keersmiddel, t.w.: personenauto (geen les- of huurauto), fiets, bromfiets en boot.
2.2 Gezin:
1. de op het polisblad vermelde persoon en/of zijn met hem/haar in gezinsverband samenwonende echtgenote/echtgenoot of levens- partner, alsmede de met hem/haar in gezinsverband samenwonende ongehuwde kinderen;
2. als bestuurder of als passagier van een personenauto of bestelauto, treingewicht max. 3500 kg, toebehorende aan een ander dan aan de lid 1. genoemde personen en voor zover deze auto uitsluitend voor privé-doeleinden werd gebruikt.
Indien ten tijde van het ongeval zich meer verzekerde personen in de auto bevinden dan op het polisblad is vermeld, zullen de verzekerde uitkeringen worden vastgesteld in verhouding van het overeengekomen aantal personen tot het werkelijk aantal personen.
Voor het geval de verzekerden zich bevinden in twee of meer andere motorrijtuigen dan zal deze berekeningswijze voor al die verzekerden tezamen worden toepast.
3. Vervangende auto
Zodra de verzekerde auto is vervangen (ook tijdelijk) door een andere auto, is de verzekering direct en uitsluitend van kracht voor de vervangende auto indien:
- deze auto van hetzelfde soort en voor dezelfde doeleinden wordt gebruikt als de vervangende auto;
- verzekeringnemer slechts deze auto in eigendom heeft of er de beschikking over heeft.
In alle andere gevallen is hij verplicht van de vervanging aan verzekeraar direct kennis te geven. De dekking gaat in dat geval in na acceptatie door verzekeraar.
Artikel 36
Uitkeringen/vergoedingen
1. Uitkering bij overlijden (rubriek A)
Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, wordt het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd.
Op deze uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krach- tens deze verzekering ter zake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. Is de betaalde invaliditeitsuitkering hoger dan de verschuldigde overlijdensuitkering dan wordt het hogere niet teruggevor- derd.
Voor verzekerden jonger dan zestien jaar of ouder dan zeventig jaar zal de uitkering in geval van overlijden maximaal € 4.540,- bedragen.
2. Uitkering bij blijvende invaliditeit en vaststelling hiervan (rubriek B)
Indien verzekerde door een ongeval blijvend invalide wordt, zal aan de hand van het vast te stellen invaliditeitspercentage hetzelfde percentage van het verzekerde bedrag als basis voor de uitkering dienen, echter met inachtneming van het navolgende:
bij algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van:
beide ogen | 100% |
één oog | 30% |
doch indien krachtens deze verzekering uitkering is verleend | 70% |
wegens algeheel verlies van het andere oog | |
beide oren | 50% |
één oor | 25% |
een arm tot in het schoudergewricht | 75% |
een arm tussen schouder- en ellebooggewricht | 70% |
een arm tussen pols- en ellebooggewricht | 60% |
een hand | 60% |
een been tot in het heupgewricht | 70% |
een been tussen knie- en heupgewricht of tot in het kniegewricht | 60% |
een been tussen enkel- en kniegewricht of een voet | 50% |
een duim | 25% |
een wijsvinger | 15% |
elke andere vinger | 10% |
een grote teen | 10% |
elke andere teen | 5% |
psychische en nerveuze storingen ten hoogste | 25% |
de milt | 5% |
één nier | 20% |
algehele ongeneeslijke geestesstoring | 100% |
2.1 Bij gedeeltelijk verlies of bij blijvende gedeeltelijke onbruikbaarheid van één der genoemde organen wordt een evenredig lager percen- tage in aanmerking genomen.
2.2 Bij verlies of bij blijvende onbruikbaarheid van meer organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meer vingers van één hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand.
.2.3 Bij vaststelling van het invaliditeitspercentage zal het beroep van verzekerde buiten beschouwing blijven. Wel zal echter met de vóór het ongeval bestaande invaliditeit rekening worden gehouden.
2.4 Stijgende invaliditeitsuitkering.
De uitkering voor een blijvende invaliditeit bij meer dan 25% is gelijk aan het volgens onderstaande tabel te vinden percentage van het verzekerde bedrag.
van | op | van | op | van | op | van | op |
% | % | % | % | % | % | % | % |
26 | 27 | 45 | 65 | 64 | 117 | 83 | 174 |
27 | 29 | 46 | 67 | 65 | 120 | 84 | 177 |
28 | 31 | 47 | 69 | 66 | 123 | 85 | 180 |
29 | 33 | 48 | 71 | 67 | 126 | 86 | 183 |
30 | 35 | 49 | 73 | 68 | 129 | 87 | 186 |
31 | 37 | 50 | 75 | 69 | 132 | 88 | 189 |
32 | 39 | 51 | 78 | 70 | 135 | 89 | 192 |
33 | 41 | 52 | 81 | 71 | 138 | 90 | 195 |
34 | 43 | 53 | 84 | 72 | 141 | 91 | 198 |
35 | 45 | 54 | 87 | 73 | 144 | 92 | 201 |
36 | 47 | 55 | 90 | 74 | 147 | 93 | 204 |
37 | 49 | 56 | 93 | 75 | 150 | 94 | 207 |
38 | 51 | 57 | 96 | 76 | 153 | 95 | 210 |
39 | 53 | 58 | 99 | 77 | 156 | 96 | 213 |
40 | 55 | 59 | 102 | 78 | 159 | 97 | 216 |
41 | 57 | 60 | 105 | 79 | 162 | 98 | 219 |
42 | 59 | 61 | 108 | 80 | 165 | 99 | 222 |
43 | 61 | 62 | 111 | 81 | 168 | 100 | 225 |
44 | 63 | 63 | 114 | 82 | 171 |
2.5 Voor één of meer ongevallen zal per verzekerde in totaal niet meer worden uitgekeerd dan 225% van het verzekerde bedrag.
2.6 Voor verzekerden ouder dan 70 jaar zal in geval van blijvende invali- diteit 50% van het totaal vastgestelde bedrag worden uitgekeerd.
2.7 De uitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vast- staat. Indien aard of mate van blijvende invaliditeit naar het oordeel van verzekeraar nog niet definitief is vast te stellen, heeft verzeke- raar het recht de uitkering uit te stellen tot uiterlijk twee jaar na de ongevalsdatum.
Indien verzekeraar gebruik maakt van dit recht, wordt de uitkering verhoogd met de wettelijke rente over de uitstelperiode. Indien ver-
zekerde gedurende de uitstelperiode als gevolg van het ongeval overlijdt, vervalt het recht op een invaliditeitsuitkering en op de wet- telijke rente over de uitstelperiode. Bij overlijden van verzekerde ge- durende de uitstelperiode, niet als gevolg van het ongeval, wordt de invaliditeitsuitkering alsnog vastgesteld onder bijrekening van de rente tot de dag van overlijden.
3. Vergoeding van kosten voor geneeskundige behandeling (rubriek D)
Indien verzekerde voor de gevolgen van een ongeval medisch moet worden behandeld, worden de redelijkerwijs daarvoor gemaakte kosten vergoed tot maximaal het verzekerde bedrag, voor zover daarin niet reeds op andere wijze is voorzien. Onder kosten worden verstaan: artsenhonoraria, kosten van medische behandeling als: bestralingen, fysische therapie, röntgen- foto's, operaties, verpleging, medicijnen e.d., alsmede prothesen, blinden- geleidehond, invalidenwagen e.d., ambulancevervoer, alsmede de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot van verzekerde naar de laatste woonplaats in Nederland, indien verzekerde buiten Nederland als gevolg van een ongeval overlijdt.
Inzending van de nota's dient te geschieden binnen één jaar nadat de kosten zijn gemaakt, terwijl vergoeding van deze kosten zal geschieden tot uiterlijk twee jaar na de ongevalsdatum.
4. Uitkering bij verblijf in een ziekenhuis (rubriek E)
Indien verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval uit medische noodzaak in een ziekenhuis (een door de wet erkende inrichting voor het verplegen en behandelen van zieken) wordt opgenomen, wordt het verzekerde bedrag uitgekeerd voor iedere dag dat het verblijf in het ziekenhuis noodzakelijk is.
Het recht op uitkering eindigt zodra verzekerde het ziekenhuis verlaat, doch in ieder geval twee jaar na de ongevalsdatum. De uitkering geschiedt, zodra verzekerde het ziekenhuis heeft verlaten. Bij langdurig ziekenhuis- verblijf kunnen voorschotten worden verstrekt.
5. Vergoeding van schade aan privé-goederen (rubriek F)
Indien de auto door een verkeersongeval wordt beschadigd of krachtens één van de andere verzekerde rubrieken uitkering wordt verleend, heeft verzekerde recht op vergoeding van ter zake van dezelfde gebeurtenis ontstane schade aan of verlies van zijn privé-goederen, die hij bij zich heeft
- voor zover daarin niet reeds op andere wijze is voorzien - tot maximaal het verzekerde bedrag.
Niet voor vergoeding in aanmerking komen: schade aan of verlies van geld en waardepapieren, sieraden, kunstvoorwerpen, verzamelingen, handels- artikelen, alsmede de uitrusting of de accessoires van de auto.
Bij schade krachtens deze rubriek vergoedt verzekeraar tot maximaal het verzekerde bedrag: de kosten van herstel of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde vlak vóór het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restantwaarde en het eigen risico van € 45,- per gebeur- tenis.
Artikel 37
Uitsluitingen
Niet gedekt zijn ongevallen, ontstaan:
1. door opzet of met goedvinden van verzekerde of een begunstigde;
2. door ziekte, of lichamelijk(e) gebrek(en), alsmede de verzwaring of verergering van ongevalgevolgen hierdoor, tenzij deze voortvloeien uit een gedekt ongeval;
3. door atoomkernreacties, tenzij deze zijn benut voor geneeskundige behandeling van verzekerde wegens een gedekt ongeval.;
4. - door oorlogshandelingen in Nederland;
- door oorlogshandelingen in het buitenland, tenzij het ongeval plaatsvindt binnen veertien dagen nadat zich voor de eerste maal dergelijke gebeurtenissen voordoen in een land waarin verzekerde verblijft en hij door het uitbreken van oorlogshande- lingen aldaar verrast is geworden;
- gedurende de tijd dat de auto op last van een burgerlijke of mi- litaire overheid is gerekwireerd;
- door onlusten van allerlei aard en de daartegen genomen maat- regelen, tenzij verzekerde bewijst, dat hij niet aan de zijde van de onruststokers actief of door opruiing hieraan deelnam;
5. tijdens het gebruik van de auto zonder toestemming van verzeke- ringnemer;
6. terwijl de feitelijke bestuurder:
6.1 niet in het bezit is van een geldig voor het betrokken motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs. Als geldig rijbewijs wordt wel aangemerkt een rijbewijs dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij de leeftijd van zeventig jaar is bereikt
6.2 krachtens wettelijke bepalingen niet bevoegd is de auto te besturen;
- zich onder geneeskundige behandeling stelt of daaronder blijft, indien dit redelijkerwijs is geboden;
- aan de genezing meewerkt door de voorschriften van de behan- delende arts te volgen.
Artikel 39
6.3 indien de rijbevoegdheid van de feitelijke bestuurder onvoorwaarde-
lijk is ontzegd krachtens een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak, dan wel hij krachtens wettelijke bepalingen niet bevoegd is het mo- torrijtuig te besturen;
6.4 het rijden onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of een bedwelmend of opwekkend middel dat de bestuurder niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen.
Hiervan is in ieder geval sprake als het alcoholgehalte van de adem meer was dan 220 mg alcohol per liter uitgeademde lucht dan wel als het alcoholgehalte van het bloed meer was dan 0.5 mg alcohol per milliliter bloed;
7. doordat verzekerde, niet de feitelijke bestuurder van de auto zijnde, vrijwillig onder invloed is van bedwelmende, opwekkende of soort- gelijke middelen, alsmede alcoholhoudende drank, waarbij het bloedalcoholgehalte 0,5 mg alcohol per milliliter bloed of het alco- holgehalte van de adem de 220 mg alcohol per liter uitgeademde lucht te boven gaat, tenzij verzekerde of begunstigde bewijst, dat er geen oorzakelijk verband bestond tussen het ongeval en het onder invloed zijn;
8. tijdens het verblijf op racebanen, circuits e.d en tijdens het oefenen voor of door deelneming aan snelheids-, regelmatigheids-, of be- hendigheidsritten en -wedstrijden, met uitzondering van regelma- tigheids- of behendigheidsritten, die geheel binnen Nederland wor- den gehouden;
9. terwijl de auto is verhuurd of wordt gebruikt voor vervoer van personen tegen betaling dan wel voor andere doeleinden dan in de polis of in het aanvraagformulier vermeld of voor een ander doel dan door de wet is toegestaan;
10. bij een waagstuk, waarbij het leven of het lichaam bewust roekeloos in gevaar wordt gebracht, tenzij het verrichten van dit waagstuk re- delijkerwijs noodzakelijk was ter vervulling van zijn beroep, dit waagstuk wordt verricht bij rechtmatige zelfverdediging of bij pogin- gen zichzelf, anderen, dieren of goederen te redden;
11. bij het opzettelijk plegen van of deelnemen aan een misdrijf.
Artikel 38
Verplichtingen na een ongeval
De verzekeringnemer en/of verzekerde en/of begunstigden zijn verplicht op straffe van verlies van rechten uit de polis:
1. Bij overlijden (rubriek A):
verzekeraar ten minste 48 uur voor de begrafenis of de verassing in te lichten en sectie toe te staan;
2. Bij blijvende invaliditeit (rubriek B):
verzekeraar zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht dagen, kennis te geven van een ongeval, waaruit een recht op uitkering wegens blijvende invaliditeit kan ontstaan, met dien verstande dat na het verstrijken van laatstgenoemde termijn toch recht op uitkering kan ontstaan indien ten genoegen van verzekeraar wordt aangetoond dat deze invaliditeit uitslui- tend gevolg is van het ongeval. De verplichting tot deze kennisgeving geldt niet, indien het ongeval reeds overeenkomstig lid 6.3 is gemeld; indien de kennisgeving later dan vijf jaar na het ongeval geschiedt, zal geen aan- spraak op enige uitkering kunnen worden gemaakt;
3. Uitkeringen (vergoedingen) krachtens overige rubrieken (D, E en F):
verzekeraar zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht dagen, kennis te geven van een ongeval, waaruit een recht op uitkering (vergoeding) kan ontstaan wegens: kosten voor geneeskundige behandeling (rubriek D), verblijf in een ziekenhuis (rubriek E) en schade aan privé-goederen (rubriek F);
4. er voor zorgen dat verzekerde:
- de door verzekeraar verlangde medewerking verleent, zoals het zich laten onderzoeken door een door verzekeraar aangewezen arts;
Begunstiging
1. Uitkering bij overlijden
De uitkering bij overlijden geschiedt aan de wettige erfgenamen van verzekerde, met uitsluiting van de overheid en boedelcrediteuren;
2. Overige uitkeringen:
De overige uitkeringen/vergoedingen geschieden aan verzekerde.
Artikel 40
Geschillen
Indien partijen omtrent het al dan niet bestaan van een blijvende invaliditeit en/of graad daarvan geen overeenstemming bereiken, wordt voor beide partijen bindend uitspraak gedaan door een medische commissie van drie geneesheren. Elke partij wijst een geneesheer aan: deze benoemen in gezamenlijk overleg een derde geneesheer. Indien onenigheid bestaat omtrent de keuze van de derde geneesheer, wordt deze benoemd door de bevoegde rechter op verzoek van de meest gerede partij. De kosten aan deze bindende uitspraak verbonden, dragen de partijen ieder voor 50%.
Clausules
De onderstaande clausules zijn slechts van toepassing voor zover daarvan op het polisblad melding is gemaakt.
Clausule 01
Financiering
Het motorrijtuig is gefinancierd.
Vergoeding van cascoschade zal geschieden aan de financier. De door deze gegeven kwijting geldt zowel ten opzichte van verzekeraar als van verzekerde. Verzekeraar geeft de financier zo spoedig mogelijk kennis van wijziging of beëindiging van de verzekering.
Clausule 03
Drie jaar nieuwwaarde
In tegenstelling tot het in deze voorwaarden bepaalde met betrekking tot de waardevaststelling bij schadevergoeding geldt dat gedurende de eerste drie jaar na de datum van afgifte van deel I van het kentekenbewijs geen af- schrijving wordt toegepast.
Deze dekking geldt tot maximaal de eerstkomende hoofdpremievervaldag, dan wel een eerdere poliswijzigingsdag, nadat de termijn van drie jaar is verstreken.
Clausule 08 SVI
De verzekering omvat geen schade toegebracht aan met het motorrijtuig vervoerde zaken of eigendommen van de bestuurder of andere inzittenden.
Clausule 10
Exclusief BTW
Bij vergoeding van cascoschade wordt geen BTW vergoed.
Clausule 12
Nieuwe B/M-trede na
B/M-
Percentage van 0
1 schade 2 3
Bestelauto/personenauto
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig is een bestelauto (voorzien van een grijs kentekenbewijs). Desondanks wordt dit motorrijtuig als een personenauto beschouwd. Als vervangend motorrijtuig overeenkomstig artikel 1 van de algemene voorwaarden wordt slechts beschouwd een bestelauto of een personenauto, derhalve nimmer een ander soort motorrijtuig.
Clausule 14
Bonus/malusregeling niet van toepassing
Het bepaalde in artikel 12 is niet op deze verzekering van toepassing.
Clausule 19
Alcohol (w.a.)
Van de verzekering is uitgesloten het w.a.-risico voor schade, die een verzekerde onder invloed van alcoholhoudende drank heeft veroorzaakt. Hiervan is in ieder geval sprake bij een alcoholgehalte van de adem van meer dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht dan wel bij een alcoholgehalte van het bloed van meer dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed.
Verzekeraar behoudt in dit geval het recht om schade, die zij verplicht is aan derden te vergoeden, op de verzekeringnemer en/of verzekerde te verhalen.
Clausule 22
Cabriolet
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig is een cabriolet.
Schade aan de kap als gevolg van (poging tot) diefstal of vandalisme, is uitgesloten.
Onverminderd het elders in de polis bepaalde houdt verzekerde bij schade als gevolg van (poging tot) diefstal of vandalisme per gebeurtenis bij casco- schade € 450,- voor eigen rekening. Indien verzekerde woont in Amsterdam (postcode 1000 t/m 1109), Xxx Xxxx (xxxxxxxx 0000 x/x 0000), Xxxxxxxxx
(postcode 3000 t/m 3099) of Utrecht (postcode 3500 t/m 3599) dan houdt verzekerde bij schade als gevolg van (poging tot) diefstal of vandalisme per gebeurtenis bij cascoschade € 900,- voor eigen rekening.
Het bovenstaande is niet van toepassing indien het motorrijtuig ten tijde van de schade voorzien was van een zgn. hard-top, dan wel een gesloten variodak.
Clausule 25
No-claim beschermer
In afwijking van artikel 12 Bonus/malus-regeling/schadevrije jaren geldt onderstaande Bonus/Malusladder:
trede de premie schaden schaden schaden
20 | 20 | 20 | 20 | 16 | 12 |
19 | 20 | 20 | 19 | 15 | 11 |
18 | 21 | 19 | 18 | 14 | 10 |
17 | 22 | 18 | 17 | 13 | 9 |
16 | 23 | 17 | 16 | 12 | 8 |
15 | 24 | 16 | 15 | 11 | 7 |
14 | 25 | 15 | 14 | 10 | 6 |
13 | 27,5 | 14 | 13 | 9 | 5 |
12 | 32,5 | 13 | 12 | 8 | 4 |
11 | 35 | 12 | 11 | 7 | 3 |
10 | 37,5 | 11 | 10 | 6 | 3 |
9 | 40 | 10 | 9 | 5 | 2 |
8 | 45 | 9 | 8 | 5 | 2 |
7 | 50 | 8 | 7 | 4 | 2 |
6 | 60 | 7 | 6 | 3 | 1 |
5 | 70 | 6 | 5 | 3 | 1 |
4 | 80 | 5 | 4 | 2 | 1 |
3 | 90 | 4 | 3 | 1 | 1 |
2 | 100 | 3 | 2 | 1 | 1 |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 |
Na 4 of meer schaden: trede 1 .
Bij verlenging van de verzekering wordt na 1 schade de B/M-trede niet aangepast, dus de korting blijft ongewijzigd; de schade heeft echter wel invloed op het aantal opgebouwde schadevrije jaren.
Clausule 52
Diefstalpreventie
Op straffe van verlies van recht op schadevergoeding in verband met (poging tot) diefstal of vandalisme dient het verzekerde motorrijtuig ‘s nachts (tussen de tijdstippen van zonsondergang en zonsopgang) in een afgesloten ruimte te zijn gestald. Dit geldt in ieder geval op het woonadres van verzekerde. (Poging) tot diefstal en vandalisme is alleen verzekerd indien sporen van buitenbraak aan deze ruimte worden geconstateerd.
Toelichting
Als verzekerde met het motorrijtuig niet op het woonadres verblijft, bijvoor- beeld wegens visite of vakantie, mag het motorrijtuig buiten gestald zijn als er redelijkerwijs geen stallingmogelijkheid in een afgesloten ruimte is.
Clausule 75
Diefstalbeveiliging klasse 1
Het op deze polis verzekerde motorrijtuig dient voorzien te zijn van een door de SCM goedgekeurd beveiligingssysteem klasse 1, dan wel een door verzekeraar geaccepteerd, gelijkwaardig af-fabriek systeem die door een SCM erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
Verzekeringnemer dient op verzoek van verzekeraar in geval van schade door diefstal, joyriding of pogingen daartoe aan te tonen dat het vereiste beveiligingssysteem aanwezig is en op de voorgeschreven wijze wordt onderhouden. Het beveiligingssysteem dient ten tijde van de schadege- beurtenis in werking te zijn gesteld en het motorrijtuig dient deugdelijk te zijn afgesloten.
Indien aan deze verplichtingen niet is voldaan vervalt elk recht op uitkering ter zake van die schade.
Clausule 76
Diefstalbeveiliging klasse 2
Het op deze polis verzekerde motorrijtuig dient voorzien te zijn van een door de SCM goedgekeurd beveiligingssysteem klasse 2, dan wel een door verzekeraar geaccepteerd, gelijkwaardig af-fabriek systeem welke door een SCM erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
Verzekeringnemer dient op verzoek van verzekeraar in geval van schade door diefstal, joyriding of pogingen daartoe aan te tonen dat het vereiste beveiligingssysteem aanwezig is en op de voorgeschreven wijze wordt onderhouden. Het beveiligingssysteem dient ten tijde van de schadege-
beurtenis in werking te zijn gesteld en het motorrijtuig dient deugdelijk te zijn afgesloten.
Indien aan deze verplichtingen niet is voldaan vervalt elk recht op uitkering ter zake van die schade.
Clausule 77
Diefstalbeveiliging klasse 3
Het op deze polis verzekerde motorrijtuig dient voorzien te zijn van een door de SCM goedgekeurd beveiligingssysteem klasse 3, dan wel een door verzekeraar geaccepteerd, gelijkwaardig af-fabriek systeem welke door een SCM erkende installateur, af-fabriek of af-importeur is ingebouwd.
Verzekeringnemer dient op verzoek van verzekeraar in geval van schade door diefstal, joyriding of pogingen daartoe aan te tonen dat het vereiste beveiligingssysteem aanwezig is en op de voorgeschreven wijze wordt onderhouden. Het beveiligingssysteem dient ten tijde van de schadege- beurtenis in werking te zijn gesteld en het motorrijtuig dient deugdelijk te zijn afgesloten.
Indien aan deze verplichtingen niet is voldaan vervalt elk recht op uitkering ter zake van die schade.
Clausule 79
Diefstalbeveiliging klasse 4/5 verplicht
Deze verzekering is aangegaan onder het beding dat het verzekerde motorrijtuig is voorzien van een SCM-goedgekeurde alarminstallatie conform klasse 4 of 5 (met als basis een klasse 3 systeem), dan wel een gelijkwaardig (af-fabriek) systeem.
Voor schade aan of verlies van het motorrijtuig door of ten gevolge van diefstal van het gehele motorrijtuig of joyriding, resp. poging daartoe, bestaat uitsluitend cascodekking wanneer ten tijde van de gebeurtenis de alarminstallatie respectievelijk het voertuigvolgsysteem in werking was gesteld en het verzekerde motorrijtuig deugdelijk werd afgesloten.
Abonnement t.b.v. doormelding naar een alarmcentrale:
Ten aanzien van het voertuigvolgsysteem wordt nadrukkelijk bepaald dat een abonnement dient te zijn afgesloten (en in stand gehouden wordt) ten behoeve van de doormelding naar een (particuliere) alarmcentrale.
In geval van diefstal van het gehele object verliest verzekeringnemer elk recht op schadevergoeding uit hoofde van de cascodekking, indien blijkt dat:
- doormelding niet heeft plaatsgevonden als gevolg van het ontbreken van een dergelijk abonnement;
- doormelding niet heeft plaatsgevonden door een, al dan niet tijdelijke, opschorting van de dienstverlening voortvloeiende uit het abonne- ment c.q. in geval van voortijdige beëindiging van dit abonnement.
Deze beperking geldt eveneens in het geval dat doormelding niet heeft kunnen plaatsvinden als gevolg van een opschorting of voortijdige beëindi- ging van het abonnement dat ten behoeve van de doormelding met de GSM-netwerkprovider is afgesloten.
Onzorgvuldig gebruik elektronische autorisatiekaart:
Indien het voertuigvolgsysteem is uitgerust met een zogenaamde elektro- nische autorisatiekaart, behoudt verzekeraar zich het recht voor niet tot uit- kering van de schadepenningen over te gaan indien verzekerde deze kaart door onzorgvuldig gebruik, zoals het onbeheerd achterlaten van de betref- fende kaart in het motorrijtuig, niet aan verzekeraar kan overhandigen.
Clausule 80
Diefstalbeveiliging klasse 4 verplicht
Abonnement t.b.v. doormelding naar een alarmcentrale:
Ten aanzien van het voertuigvolgsysteem wordt nadrukkelijk bepaald dat een abonnement dient te zijn afgesloten (en in stand gehouden wordt) ten behoeve van de doormelding naar een (particuliere) alarmcentrale. In geval van diefstal van het gehele object verliest verzekeringnemer elk recht op schadevergoeding op grond van de cascodekking, indien blijkt dat:
- doormelding niet heeft plaatsgevonden als gevolg van het ontbreken van een dergelijk abonnement;
- doormelding niet heeft plaatsgevonden door een, al dan niet
tijdelijke, opschorting van de dienstverlening voorvloeiende uit het abonnement c.q. in geval van voortijdige beëindiging van dit abon- nement.
Deze beperking geldt eveneens in het geval dat doormelding niet heeft kunnen plaatsvinden als gevolg van een opschorting of voortijdige beëindi- ging van het abonnement dat ten behoeve van de doormelding met de GSM-netwerkprovider is afgesloten.
Onzorgvuldig gebruik elektronische autorisatiekaart:
Indien het voertuigvolgsysteem is uitgerust met een zogenaamde elektronische autorisatiekaart, behoudt verzekeraar zich het recht voor niet tot uitkering van de schadepenningen over te gaan indien verzekerde deze kaart door onzorgvuldig gebruik, zoals het onbeheerd achterlaten van de betreffende kaart in het motor- rijtuig, niet aan verzekeraar kan overhandigen.
Clausule 81
Diefstalbeveiliging klasse 5 verplicht
Deze verzekering is aangegaan onder het beding dat het verzekerde motor- rijtuig is voorzien van een SCM-goedgekeurde alarminstallatie conform klasse 5 (met als basis een klasse 3 systeem), dan wel een gelijkwaardig (af-fabriek) systeem.
Voor schade aan of verlies van het motorrijtuig door of ten gevolge van diefstal van het gehele motorrijtuig of joyriding, resp. poging daartoe, bestaat uitsluitend cascodekking wanneer ten tijde van de gebeurtenis de alarminstallatie respectievelijk het voertuigvolgsysteem in werking was gesteld en het verzekerde motorrijtuig deugdelijk werd afgesloten.
Abonnement t.b.v. automatische doormelding naar een alarmcentrale: Ten aanzien van het voertuigvolgsysteem wordt nadrukkelijk bepaald dat een abonnement dient te zijn afgesloten (en in stand gehouden wordt) ten behoeve van de automatische doormelding naar een (particuliere) alarm- centrale.
In geval van diefstal van het gehele object verliest verzekeringnemer elk recht op schadevergoeding uit hoofde van de cascodekking, indien blijkt dat:
- doormelding niet heeft plaatsgevonden als gevolg van het ontbreken van een dergelijk abonnement;
- doormelding niet heeft plaatsgevonden door een, al dan niet tijdelijke, opschorting van de dienstverlening voortvloeiende uit het abonne- ment c.q. in geval van voortijdige beëindiging van dit abonnement.
Deze beperking geldt eveneens in het geval dat doormelding niet heeft kunnen plaatsvinden als gevolg van een opschorting of voortijdige beëindi- ging van het abonnement dat ten behoeve van de doormelding met de GSM-netwerkprovider is afgesloten.
Onzorgvuldig gebruik elektronische autorisatiekaart:
Indien het voertuigvolgsysteem is uitgerust met een zogenaamde elektroni- sche autorisatiekaart, behoudt verzekeraar zich het recht voor niet tot uitke- ring van de schadepenningen over te gaan indien verzekerde deze kaart door onzorgvuldig gebruik, zoals het onbeheerd achterlaten van de betref- fende kaart in het motorrijtuig, niet aan verzekeraar kan overhandigen.
Deze verzekering is aangegaan onder het beding dat het verzekerde motor- rijtuig is voorzien van een SCM goedgekeurd beveiligingssysteem conform klasse 4 (met als basis een klasse 1 systeem), dan wel een gelijkwaardig (af-fabriek) systeem.
Voor schade aan of verlies van het motorrijtuig door of ten gevolge van diefstal van het gehele motorrijtuig of joyriding, resp. poging daartoe, bestaat uitsluitend cascodekking wanneer ten tijde van de gebeurtenis het
beveiligingssysteem respectievelijk het voertuigvolgsysteem in werking was gesteld en het verzekerde motorrijtuig deugdelijk werd afgesloten.