Contract
De Regering v an het Koninkrijk België, handelende in eigen naam en in naam van het Groothertogdom Luxemburg, krachtens de Conventie houdende oprichting van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie
en
De Regering van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx
Verlangen gunstige voorwaarden te scheppen voor de uitbreiding van de economische samenwerking tussen de Contracterende Staten, en inzonderheid voor de verwezenlijking van investeringen door onderdanen van één Staat op het grondgebied van de andere Staat,
Overtuigt dat de afsluiting, op basis van gelijkheid en wederzijds belang, van een Akkoord aangaande de aanmoediging en bescherming van investeringen, van aard zal zijn om de initiatieven van de investeerders te stimuleren en aldus zal bijdragen tot de verhoging van de economische welvaart van de Contracterende Staten,
Zijn overeengekomen wat volgt :
Artikel 1
Voor de toepassing van dit Akkoord :
1. Beduidt de term << investeerders >> :
voor wat de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx betreft :
a) de << Onderdanen >>, dat wil zeggen elke fysische persoon, die volgens de Chinese wetgeving, de Chinese nationaliteit bezit;
b) de << Ondernemingen », dat wil zeggen elke economische organisatie, opgericht overeenkomstig de Chinese wetgeving, en met zetel op het Chinese grondgebied.
voor wat de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie
a) de « Onderdanen », dat wil zeggen elke fysische geving, beschouwd wordt als burger van België
aangaat :
persoon die volgens de Belgische of Luxemburgse wet- of Luxemburg;
b) de « Belgische of Luxemburgse rechtspersonen » zoals vennootschappen, instellingen en stichtingen, evenals de << verenigingen >> zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht volgens de Belgische of Luxemburgse wetgeving, en die hun maatschappelijke zetel hebben op het grondgebied van België of Luxemburg.
2. Beduidt de term << investeringen >> alle geïnvesteerde of herbelegde goederen en bezittingen en inzonderheid :
a) de roerende en onroerende goederen evenals alle andere zakelijke rechten zoals hypotheken, pandgevingen, zakelijke borgstellingen, vruchtgebruik en gelijkaardige rechten;
b) de aandelen, maatschappelijke aandelen én alle andere vormen van deelneming;
c) de obligaties, schuldvorderingen of rechten op elke prestatie met een economische waarde;
d) de auteursrechten, nijverheidsrechten, technische methodes, gedeponeerde handelsmerken, handelsbenamingen en goodwill;
e) de concessies voor prospectie, exploitatie en ontginning van natuurlijke hulpbronnen,
$..225'
TUSSEN
DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE EN
DE REGERING VAN DE XXXXXXXXXXXXXX XXXXX INZAKE DE WEDERZIJDSE AANMOEDIGING
EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN
op voorwaarde dat deze goederen en bezittingen, op het tijdstip van hun investering, geïnvesteerd werden in overeenstemming met de wetten van de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investering gedaan werd.
Geen enkele wijziging van de juridische vorm waarin de goederen en bezittingen geïnvesteerd of herbelegd werden zal hun classificatie beïnvloeden als <<< investeringen >> in de zin van dit Akkoord.
Artikel 2
1. Elke Contracterende Partij zal toestaan dat op haar grondgebied, in overeenstemming met haar wetgeving, investeringen gedaan worden door investeerders van de andere Contracterende Partij en ze zal deze investeringen aanmoedigen.
2. In overeenstemming met haar wetten en reglementen zal elke Contracterende Partij, aan de investeerders van de andere Contracterende Partij, toelating verlenen tot het sluiten én uitvoeren van licentiecontracten, alsmede van overeenkomsten inzake commercieel beheer en technische bijstand.
Artikel 3
1. De directe of indirecte investeringen, die gedaan worden door investeerders van één Contracterende Partij, genieten van een billijke behandeling op het grondgebied van de andere Contracterende Partij.
2. Onder voorbehoud van de maatregelen die nodig zijn voor de handhaving van de openbare orde én voor de eerbiediging van de wetten, genieten deze investeringen van een billijke behandeling en bescherming inzake hun bestuur, hun beheer, hun gebruik of hun vereffening.
3. De in paragrafen 1 en 2 van dit artikel bedoelde behandeling en bescherming, zullen op zijn minst gelijk zijn aan deze waarvan investeerders van derde landen genieten.
4. Niettegenstaande de bepalingen van de voorgaande paragrafen, zullen de behandeling en de protectie die bedoeld zijn in deze paragrafen, zich niet uitstrekken tot de voorrechten die een Contracterende Partij kan toekennen krachtens conventies houdende oprichting van een douaneunie, een vrijhandelszone, een economische gemeenschap, of terwille van faciliteiten die verband houden met het handelsverkeer aan de grenzen.
Artikel 4
1. Indien imperatieven van openbare veiligheid of openbaar nut dit vereisen, kan elke Contracterende Partij, ten opzichte van investeringen die op haar grondgebied gedaan worden door investeerders van de andere Contracterende Partij, maatregelen nemen van onteigening, van nationalisatie of elke andere gelijkaardige maat- regel, indien de volgende voorwaarden vervult zijn :
a) de maatregelen worden genomen volgens een nationale wettelijke procedure;
b) ze zijn niet discriminatorisch in vergelijking met maatregelen die genomen worden ten opzichte van inves- teerders en investeringen van derde Staten;
c) ze gaan gepaard met bepalingen die in de betaling van een vergoeding voorzien.
2. De in alinea c) van de eerste paragraaf van dit artikel bedoelde vergoeding, zal aan de investeerders betaald worden in omwisselbare munt, vrijelijk getransfereerd en gestort worden zonder ongerechtvaardigd uitstel.
3. Indien één Contracterende Partij goederen en bezittingen onteigent van een onderneming die op haar grondgebied gevestigd is en waarvan de investeerden van de andere Contracterende Partij kapitaalaandelen of andere bewijzen van deelneming bezitten, zal de eerste Contracterende Partij de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 van dit artikel toepassen op de investeerders van de tweede Contracterende Partij, naar verhouding van de kapitaalaandelen of de andere bewijzen van deelneming waarvan deze investeerders houder zijn.
Artikel 5
1. Met betrekking tot de op haar grondgebied gedane investeringen, waarborgt elke Contracterende Partij ten gunste van de investeerders van de andere Contracterende Partij, de vrije transfer van hun tegoeden en inzonder-
heid :
a) van de inkomsten van hun investeringen, met inbegrip van de winsten, intresten, kapitaalinkomsten, dividenden, royalty’s, en van alle andere inkomsten en gewettigde financiële vorderingen;
b) van de vergoedingen die betaald worden in uitvoering van artikel 4;
c) van de opbrengsten van algehele of gedeeltelijke likwidatie van investeringen;
d) van de sommen die nodig zijn voor de terugbetaling van leningen die op regelmatige wijze werden aange- gaan.
2. De in de eerste paragraaf van dit artikel bedoelde transfers, zullen zonder ongerechtvaardigd uitstel verricht worden en dit mits betaling van de gebruikelijke taksen en transferontkosten.
Artikel 6
1. De in artikels 4 en 5 van dit Akoord bedoelde transfers zullen uitgevoerd worden op basis van de wissel- koers die van toepassing is op de transferdatum, in het land waar de investering gedaan werd.
2. In elk geval zal de toegepaste wisselkoers billijk zijn, rekening houdende met de gebruikelijke taksen en onkosten die voor wisselverrichtingen kunnen opgelegd worden.
Artikel 7
Indien krachtens een waarborg die verleend werd voor een investering, één Contracterende Partij of een publiek organisme van deze Partij vergoedingen betaalt aan nationale investeerders, erkent de andere Contracterende Partij dat de rechten van schadeloosgestelde investeerders overgedragen werden aan de betrokken Contracterende Partij of het bedoelde publiek organisme.
Met dezelfde rechtsgrond als de investeerders, en binnen de grenzen van de aldus overgedragen rechten, zal de betrokken Contracterende Partij of het bedoelde publiek organisme, bij wijze van subrogatie, de rechten van genoemde investeerders uitoefenen en de daarop betrekking hebbende vorderingen kunnen doen gelden.
Voor wat de overgedragen rechten betreft, zal één Contracterende Partij ten aanzien van de andere Contracterende Partij, die gesubrogeerd werd in de rechten van de schadeloosgestelde investeerders, de tegen- vorderingen kunnen doen gelden waarvan ze titularis is ten opzichte van deze investeerders.
Artikel 8
Dit Akkoord kan de investeerders niet beletten zich te beroepen op de gunstigere bepalingen die vervat zijn in de wetten en reglementen van de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investeringen gesitueerd zijn, of in de Internationale Akkoorden waarvan de Contracterende Partijen lid zijn.
Artikel 9
De investeringen kunnen het voorwerp uitmaken van bijzondere contracten tussen de investeerders van elke Contracterende Partij.
Elke Contracterende Partij zal de verbintenissen nakomen die ze zal aangegaan hebben ten opzichte van investeerders van de andere Contracterende Partij.
Deze bijzondere contracten en deze verbintenissen moeten in overeenstemming zijn met de wetgeving van
de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investering gedaan werd, en met de bepalingen van dit Akkoord.
Artikel 5
1. Met betrekking tot de op haar grondgebied gedane investeringen, waarborgt elke Contracterende Partij ten gunste van de investeerders van de andere Contracterende Partij, de vrije transfer van hun tegoeden en inzonder-
heid :
a) van de inkomsten van hun investeringen, met inbegrip van de winsten, intresten, kapitaalinkomsten, dividenden, royalty’s, en van alle andere inkomsten en gewettigde financiële vorderingen;
b) van de vergoedingen die betaald worden in uitvoering van artikel 4;
c) van de opbrengsten van algehele of gedeeltelijke likwidatie van investeringen;
d) van de sommen die nodig zijn voor de terugbetaling van leningen die op regelmatige wijze werden aange- gaan.
2. De in de eerste paragraaf van dit artikel bedoelde transfers, zullen zonder ongerechtvaardigd worden en dit mits betaling van de gebruikelijke taksen en transferontkosten.
Artikel 6
uitstel verricht
1. De in artikels 4 en 5 van dit Akoord bedoelde transfers zullen uitgevoerd worden op basis van de wissel- koers die van toepassing is op de transferdatum, in het land waar de investering gedaan werd.
2. In elk geval zal de toegepaste wisselkoers billijk zijn, rekening onkosten die voor wisselverrichtingen kunnen opgelegd worden.
Artikel 7
Indien krachtens een waarborg die verleend werd voor een een publiek organisme van deze Partij vergoedingen betaalt aan
houdende met de gebruikelijke taksen en
investering, één Contracterende Partij of nationale investeerders, erkent de andere
Contracterende Partij dat de rechten van schadeloosgestelde investeerders overgedragen werden aan de betrokken Contracterende Partij of het bedoelde publiek organisme.
Met dezelfde rechtsgrond als de investeerders, en binnen de grenzen van de aldus overgedragen rechten, zal de betrokken Contracterende Partij of het bedoelde publiek organisme, bij wijze van subrogatie, de rechten van genoemde investeerders uitoefenen en de daarop betrekking hebbende vorderingen kunnen doen gelden.
Voor wat de overgedragen rechten betreft, zal één Contracterende Partij ten aanzien van de andere Contracterende Partij, die gesubrogeerd werd in de rechten van de schadeloosgestelde investeerders, de tegen- vorderingen kunnen doen gelden waarvan ze titularis is ten opzichte van deze investeerders.
Artikel 8
Dit Akkoord kan de investeerders niet beletten zich te beroepen op de gunstigere bepalingen die vervat zijn in de wetten en reglementen van de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investeringen gesitueerd zijn, of in de Internationale Akkoorden waarvan de Contracterende Partijen lid zijn.
Artikel 9
De investeringen kunnen het voorwerp uitmaken van bijzondere contracten tussen de investeerders van elke Contracterende Partij.
Elke Contracterende Partij zal de verbintenissen nakomen die ze zal aangegaan hebben ten opzichte van investeerders van de andere Contracterende Partij.
Deze bijzondere contracten en deze verbintenissen moeten in overeenstemming zijn met de wetgeving van
de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investering gedaan werd, en met de bepalingen van dit Akkoord.
Artikel 10
1. Elk geschil met betrekking tot investeringen zal het voorwerp uitmaken van een schriftelijke notificatie, vergezeld van een voldoende gedetailleerd memorandum, door de investeerder van één Contracterende Partij aan de andere Contracterende Partij.
In de mate van het mogelijke, zal dit geschil op minnelijke wijze geregeld worden, mits eerbiediging van de wetten en reglementen van de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investering zal gedaan geweest zijn.
2. De in de eerste paragraaf van dit artikel bedoelde geschillen, behoren tot de bevoegdheid van de interne jurisdicties van het land waar de investering zal gedaan geweest zijn.
3. Bij afwijking van paragraaf 2 en bij gebreke van minnelijke regeling, binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de datum van de schriftelijke notificatie die bedoeld wordt in de eerste paragraaf van dit artikel, kunnen de geschillen met betrekking tot het bedrag van de verschuldigde vergoedingen in geval van onteigening, nationalisatie of elke andere gelijkaardige maatregel die de investeringen aantast, naar keuze van de investeerder :
a) hetzij, voorgelegd worden aan de interne jurisdicties van de Contracterende Partij op wiens grondgebied de investering zal gedaan geweest zijn;
b) hetzij, rechtstreeks en met uitsluiting van elk ander rechtsmiddel, onderworpen worden aan internationale arbitrage.
Artikel 11
Voor alle kwesties die beheerst worden door dit Akkoord, genieten de investeerders van elke Contracterende Partij van de behandeling van de meest begunstigde Natie, op het grondgebied van de andere Contracterende Partij.
Artikel 12
1. Elk geschil tussen de Contracterende Partijen betreffende de interpretatie of de toepassing van dit Akkoord zal bij voorkeur geregeld worden door raadpleging tussen de Contracterende Partij, langs diplomatieke weg.
Indien deze raadpleging de regeling van het geschil niet toelaat, zal het voorgelegd worden aan een gemengde Commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de twee Partijen. Deze Commissie zal bijeen- geroepen worden op verzoek van de meest gerede Partij en ze zal zonder ongerechtvaardigd uitstel vergaderen.
2. Indien de gemengde Commissie het geschil niet kan regelen, zal het op verzoek van één Contracterende Partij voorgelegd worden aan een speciaal Arbitragegerecht, en dit binnen de zes maanden te rekenen van de dag waarop deze Contracterende Partij de andere daarvan schriftelijke op de hoogte zal gebracht hebben.
3.
van
Het speciaal Arbitragegerecht bestaat uit drie rechters. Binnen de twee maanden na de schriftelijke notificatie het arbitrageverzoek, zal elke Contracterende Partij haar rechter aanwijzen.
Binnen de twee maanden na hun aanwijzing, zullen de twee rechters een derde rechter aanwijzen, die
onderdaan zal zijn van een derde land waarmee de twee Contracterende Partijen diplomatieke betrekkingen onderhouden. Deze laatste zal Voorzitter zijn van het Arbitragegerecht en zal benoemd worden door de twee Contracterende Partijen.
4. Indien het speciaal Arbitragegerecht niet samengesteld is binnen de vier maanden na de schriftelijke notificatie van het arbitrageverzoek, en bij gebreke van elke andere regeling tussen de Contracterende Partijen, kan elke Contracterende Partij de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof ertoe uitnodigen om de niet aangewezen rechter of rechters te benoemen.
.
Indien de Voorzitter van het Internationaal Gerechtshof onderdaan is van één Contracterende Partij, of indien het hem om andere redenen onmogelijk is om tot deze benoemingen- over te gaan, kan de Vice- Voorzitter ertoe uitgenodigd worden om hem te vervangen.
Indien de Vice-Voorzitter onderdaan is van één Contracterende Partij, of indien het hem om andere redenen niet mogelijk is tot deze benoemingen over te gaan, zal het oudste lid in dienst van het Internationaal Gerechtshof,
die geen onderdaan is van één Contracterende Partij ertoe kunnen uitgenodigd worden om over te gaan tot de vereiste benoemingen, enzovoort.
5. Het speciaal Arbitragegerecht stelt zelf zijn procedureregels vast. Het beslist niet alleen op basis van de bepalingen van dit Akkoord maar ook op grond van andere internationale akten die deze kwestie beheersen en waarvan de Contracterende Partijen lid zijn, alsmede volgens de principes van internationaal recht die algemeen erkend worden.
De beslissingen van het Arbitragegerecht worden bij meerderheid van stemmen genomen; ze zijn definitief en bindend voor de Contracterende Partijen. Op verzoek van de éne of de andere Contracterende Partij, zal het speciaal Arbitragegerecht uitleg geven over de beslissing die het zal genomen hebben.
6. Elke Contracterende Partij zal de onkosten dragen die verbonden zijn aan de aanwijzing van haar rechter. De onkosten verbonden aan de aanwijzing van de derde rechter en de werkingsonkosten van het arbitrage- gerecht zullen door de Contracterende Partijen bij gelijke delen gedragen worden.
Artikel 1 3
Dit Akkoord is eveneens van toepassing op investeringen die gedaan werden vóór zijn inwerkingtreding, hetzij door Chinese investeerders op het grondgebied van het Koninkrijk België of van het Groothertogdom Luxemburg, hetzij door Belgische of Luxemburgse investeerders op het grondgebied van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, op voorwaarde dat deze investeringen gedaan werden in overeenstemming met de wetten en reglementen, geldend in het land waar ze plaatsgehad hebben.
Artikel 14
1. Dit Akkoord zal in werking treden op de dertigste dag te rekenen van de datum waarop de Contracterende Partijen elkaar wederzijds de voltooiing zullen genotificeerd hebben van de nationale procedures die vereist zijn in hun respectievelijke landen. Het zal in werking blijven voor een periode van tien jaar.
2. Dit Akkoord zal voor onbepaalde duur hernieuwd worden, indien geen enkele Contracterende Partij aan de andere Partij, schriftelijk haar inzicht zal bekendgemaakt hebben om daaraan een einde te stellen, en dit ten minste één jaar vóór het verloop van de periode die vermeld is in de eerste paragraaf van dit artikel.
3. Na verloop van de oorspronkelijke periode van geldigheid van dit Akkoord, zal elke Contracterende Partij op elk ogenblik kunnen beslissen het te beeindigen, op voorwaarde dat de andere Partij daarvan schriftelijk verwittigd wordt, en mits vooropzeg van tenminste één jaar.
4. Voor wat de investeringen betreft die gedaan werden vóór de datum waarop dit Akkoord vervalt, zullen de bepalingen van dit Akkoord in werking blijven gedurende tien jaar, te rekenen van deze datum.
Ten blijke waarvan de ondergetekenden en door hun respectievelijke Regering behoorlijk gevolmachtigde vertegenwoordigers, dit Akkoord ondertekend hebben.
Gedaan te Brussel, op 4 juni 1984, in twee oorspronkelijke exemplaren, in de Nederlandse, Franse en Chinese taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek.
Voor de Regering
van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx :
XXXXX XXXXXX
Staatssecretaris,
Voorzitter van de Economische Staatscommissie
PROTOCOL
BETREFFENDE HET AKKOORD TUSSEN
DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE EN
DE REGERING VAN DE XXXXXXXXXXXXXX XXXXX INZAKE DE WEDERZIJDSE AANMOEDIGING
EN BESCHERMING VAN INVESTERINGEN
O NDERTEKEND TE BRUSSEL OP 4 JUNI 1984
Om de toepassing te vergemakkelijken van het Akkoord tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, inzake de wederzijdse aanmoediging en bescherming van investeringen, hierna genoemd << het Akkoord », zijn de Regering van het Koninkrijk België, handelende zowel in eigen naam als in die van de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, en de Regering van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, overeengekomen wat volgt :
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 4 van het Akkoord, en indien investeerders van één Contracterende Partij eigenaar zijn van kapitaalaandelen van een vreemde, niet-Belgische, niet-Luxemburgse, of niet-Chinese vennoot- schap, die zelf eigenaar is van kapitaalaandelen van een vennootschap van de andere Contracterende Partij, zal deze laatste Contracterende Partij de paragrafen 1 en 2 van artikel 4 van het Akkoord toepassen op voor- noemde investeerders, die aandeelhouders zijn van de vreemde vennootschap in kwestie.
Deze bepaling zal slechts van toepassing zijn in de hypothese dat voornoemde vennootschap of de Staat waartoe ze behoort niet gerechtigd zouden zijn om hun recht op schadeloosstelling te doen gelden of dat deze Staat eraan zou verzaken om de vastgestelde vergoeding op te eisen.
Artikel 2
De in artikel 4 van het Akkoord bedoelde vergoedingen, zullen overeenkomen met de waarde van de geïnvesteerde goederen en bezittingen, op de datum die onmiddellijk de onteigeningsdatum voorafgaat, of op de datum waarop deze onteigening openbaar werd gemaakt.
Deze vergoedingen zullen betaald worden in de munt die overeengekomen werd met de investeerders op de datum van de investering, en bij gebreke van overeenkomst, in gelijk welke andere omwisselbare munt.
De vergoedingen zullen berekend worden op basis van de wisselkoers van de Contracterende Partij op
wiens grondgebied de investeringen gedaan werden, die van kracht is op de datum waarop de onteigenings- maatregelen genomen werden, of in voorkomend geval, op de datum waarop deze maatregelen openbaar gemaakt werden.
Artikel 3
Voor wat de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx betreft, beduiden de in paragraaf 1 van artikel 5 van het Akkoord bedoelde transfers, de overdrachten die door de investeerders moeten gedaan worden op hun deviezenrekening in China, overeenkomstig de reglementering van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx inzake deviezencontrole.
Volgens deze reglementering, en indien het saldo van deze rekening niet voldoende is om tot de vereiste transfers over te gaan, zal de Chinese Regering de omzetting kunnen toelaten van locale munt in vrij om- wisselbare munt, om de transfer uit te voeren :
a) van de in alinea a) van de eerste paragraaf van artikel 5 van dit Akkoord vermelde tegoeden, voor wat betreft de ondernemingen in China, gemengde of niet, die de specifieke toelating bekwamen vanwege de
autoriteiten van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx om hoofdzakelijk in het binnenland hun producten te verkopen of diensten te verstrekken;
b) van de in alinea b) van paragraaf 1 van artikel 5 van het Akkoord bedoelde tegoeden;
c) van de in alinea c) van paragraaf 1 van artikel 5 van het Akkoord bedoelde bedragen;
d) van de sommen die nodig zijn voor de terugbetaling van door de investeerders regelmatig aangegane leningen, op voorwaarde dat de bank van China in verband met deze leningen vooraf een transferwaarborg zou verleend hebben.
Artikel 4
In België of in het Groothertogdom Luxemburg zal de in de eerste paragraaf van artikel 6 bedoelde wissel- koers, afhankelijk zijn van de categorieën van verrichting waarop de transferaanvragen betrekking hebben.
Artikel 5
Voor wat het gedeelte van het risico betreft dat niet gedekt wordt door de in het artikel 6 van het Akkoord bedoelde waarborg, zijn de bepalingen van toepassing van artikels 4 en 10 van het Akkoord en van artikel 6 van dit Protocol.
A r t i k e l 6
1. Overeenkomstig paragraaf 3 van artikel 10 van het Akkoord, wordt overeengekomen dat de geschillen over het bedrag van de vergoedingen die verschuldigd zijn in geval van onteigening, van nationalisatie of elke andere gelijkaardige maatregel, aan een Scheidsgerecht kunnen voorgelegd worden.
2. Het Scheidsgerecht wordt voor elk geschil als volgt samengesteld :
- Elke Partij bij het geschil duidt één scheidsrechter aan;
- De twee scheidsrechters duiden, in onderling overleg, een derde scheidsrechter aan die onderdaan zal zijn van een derde Staat met dewelke de Contracterende Partijen diplomatieke betrekkingen onderhouden. Deze derde scheidsrechter zal Voorzitter zijn van het Scheidsgerecht;
- De scheidsrechters worden ten laatste binnen een termijn van twee maanden benoemd, en de Voorzitter binnen een termijn van vier maanden, na de schriftelijke notificatie van het arbitrageverzoek, door één van de Partijen bij het geschil aan de andere Partij. Indien het Scheidsgerecht niet samengesteld is na verloop van de hierboven vermelde termijnen, kan elke Partij bij het geschil de Voorzitter van het Instituut voor Arbitrage bij de Internationale Kamer van Koophandel te Stockholm, ertoe uitnodigen om de niet aan- gewezen scheidsrechter of scheidsrechters te benoemen.
3. Het Scheidsgerecht stelt zijn eigen procedureregels vast. Nochtans, volgens de door de investeerder in zijn arbitrageverzoek uitgedrukte, keuze, kan het Scheidsgerecht zijn procedureregels vastleggen bij verwijzing naar het arbitragereglement van het Instituut voor Arbitrage te Stockholm of van het Internationaal Centrum voor Regeling van Investeringsgeschillen, overeenkomstig de Conventie inzake de regeling van geschillen met betrekking tot investeringen ‘tussen Staten en onderdanen van andere Staten, opengesteld tot ondertekening te Washington, op 18 maart 1965.
4. De beslissingen van het Scheidsgerecht zullen genomen worden met meerderheid van stemmen. Ze zijn definitief en bindend voor de Partijen bij het geschil. Elke Contracterende Partij verbindt zich ertoe om de beslissingen uit te voeren in overeenstemming met haar nationale wetgeving.
5. Het Scheidsgerecht beslist op basis van de nationale wetten van de Contracterende Partij, Partij bij het geschil, op wiens grondgebied de investering gesitueerd is, met inbegrip van de conflictenregels, op basis van de bepalingen van het Akkoord, op basis van de termen van het bijzondere contract dat in verband met de investeringen zou gesloten zijn, alsmede op basis van de principes van internationaal recht die algemeen erkend en aangenomen worden door de Contracterende Partijen.
6. Elke Partij bij het geschil zal de onkosten dragen die verbonden zijn aan de aanduiding van haar scheids- rechters en aan haar vertegenwoordiging vóór het Scheidsgerecht. De onkosten die verbonden zijn aan de aan- wijzing van de Voorzitter en de werkingsonkosten van het Scheidsgerecht, zullen bij gelijke delen gedragen worden, door de Partijen bij het geschil.
Artikel 7
De behandeling en de bescherming van de investeringen, waarvan onder andere sprake is in de paragrafen 1 en 2 van artikel 3 van het Akkoord, zullen niet minder gunstig zijn dan deze waarin voorzien wordt door de principes en regels van het Internationaal Recht die algemeen erkend en aangenomen worden door de Contracte- rende Partijen.
Artikel 8
Dit Protocol treedt in werking tegelijkertijd met het Akkoord tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx, inzake de wederzijdse aanmoediging en bescherming van investeringen, waarvan het integraal deel uitmaakt.
Ten blijke w aarvan de ondergetekenden en door hun respectievelijke Regering behoorlijk gevolmachtigde vertegenwoordigers, dit Protocol ondertekend hebben.
Gedaan te Brussel, op 4 juni 1984, in twee originele exemplaren, elk in de Nederlandse, Franse en Chinese taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek.
Voor de Belgisch-Luxemburgse Voor de Regering Economische Unie : van de Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxx :
XXXXX XX XXXXXX
Vice-Eerste Minister,
Minister van Financiën en Buitenlandse Handel
XXXXX XXXXXX
Staatssecretaris,
Voorzitter v a n de Economische Staatscommissie