Errata 1

Errata 1

ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG VOOR DE AANSTELLING VAN EEN EFFECTEN- EN DEVIEZENBEHEERDER VOOR REKENING

VAN DE FOD FINANCIËN, DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS (DCK).

Bestek n°: DCK 01

Opening van de offertes: 21 augustus 2013 om 10u30

Errata 1 : pagina 34

Algemene offerteaanvraag Deposito- en Consignatiekas, Bijzonder bestek DCK 01. 1

Errata 2 : pagina’s 1 en 6

Inhoudsopgave

A. ALGEMENE BEPALINGEN 3

1. Voorwerp en aard van de opdracht 3

2. Duur van de overeenkomst 4

3. Aanbestedende overheid 4

4. Informatiesessie 5

5. Indiening en opening van de offertes 5

5.1. Elektronisch indienen van offertes 5

5.2. Niet-elektronisch indienen van offertes 6

5.3. Wijzigen of intrekken van een al ingediende offerte 7

6. Leidende dienst - leidend ambtenaar 8

7. Beschrijving van de te presteren diensten 8

8. Documenten van toepassing op de opdracht 8

8.1. Wetgeving 8

8.2. Documenten betreffende de opdracht 9

9. Offertes 9

9.1. In de offerte te vermelden gegevens 9

9.2. Structuur van de offerte 10

9.3. Geldigheidsduur van de offerte 10

10. Prijzen 11

10.1. Prijzen 11

10.2. Prijsherziening 11

11. Aansprakelijkheid van de dienstverlener 12

12. Selectiecriteria - Regelmatigheid van de offertes - Gunningscriteria 12

12.1. Kwalitatieve selectie 12

12.2. Regelmatigheid van de prijzen 16

12.3. Gunningscriteria 16

12.3.1. Lijst van gunningscriteria 16

12.3.2. Methode voor het bepalen van de voordeligste offerte 17

12.3.3.Eindscore 22

14. Oplevering 22

15. Uitvoering van de diensten 22

15.1. Termijnen en clausules 22

15.1.1 Termijnen 22

15.1.2. Uitvoeringsvoorwaarde 23

15.2. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd en formaliteiten 23

15.2.1. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd 23

15.2.2. Evaluatie van de uitgevoerde diensten 23

15.3. Het team aangesteld voor het beheer van de betrekkingen met de DCK 23

15.4 “KICK OFF”-meeting 24

16. Facturatie en betaling van de diensten 24

17. Bijzondere verbintenissen voor de dienstverlener 25

18. Geschillen 25

19. Straffen en boeten 25

19.1. Straffen 25

19.2. Boeten 25

19.3. Aanrekening van straffen en de boeten 25

19.4. Klachten en verzoekschriften 26

B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 27

0. Ontvankelijkheidsvoorwaarden 27

1. Effectenbeheer 27

1.1. Beschrijving van de context 27

1.2. Te leveren diensten 29

1.3. Andere specificaties 32

2. Deviezenbeheer 33

2.1. Beschrijving van de context 33

2.2. Te leveren diensten 34

2.3. Andere specificaties 35

C. BIJLAGEN 37

OFFERTEFORMULIER 38

FOD Financiën

Algemene Administratie van de Thesaurie Deposito- en Consignatiekas

Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx (Xxxxxx),

Mr Xx Xxxxxxxxx, belast met de directie van de dienst Xxxxxxxx’x, consignaties en verzetbetekeningen

Fax: x000 000 0000.

BIJZONDER BESTEK ref. DCK 01

ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG VOOR DE AANSTELLING VAN EEN EFFECTEN- EN DEVIEZENBEHEERDER VOOR REKENING VAN DE FOD FINANCIËN, DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS (DCK).

A. ALGEMENE BEPALINGEN

OPGELET

Overeenkomstig artikel 3, paragraaf 1, van het KB van 26 september 1996, wordt de aandacht van de inschrijvers erop gevestigd dat in dit bijzonder bestek wordt afgeweken van:

artikelen 20 en 75 van de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 betreffende de boeten, vanwege het belang dat de Federale Overheidsdienst FINANCIËN hecht aan de transactietermijnen bij het effecten- en deviezenbeheer.

1. Voorwerp en aard van de opdracht.

Deze opdracht betreft de aanstelling van een beheerder belast met het beheer van alle effecten en deviezen in bewaring bij de DCK (genoemd "de effecten- en deviezenbeheerder").

Het effectenbeheer betreft onder meer:

- de slapende rekeningen;

- de consignaties;

- de dematerialisatie;

- de borgtochten;

- de in beslag genomen effecten.

Het effectenbeheer omvat onder meer:

- de ontvangst en bewaring van de gedeponeerde effecten;

- de inning en uitkering van de renten;

- de vervanging van de effecten;

- de teruggave van de effecten;

- het beheer van de vervallen effecten;

- de tegeldemaking in geval van verjaringen - vrijwillige buitenbezitstellingen;

- de omruiling van effecten;

- de vernietiging van effecten zonder waarde;

- de overdracht tussen rubrieken;

- controle van de geldigheid van de effecten;

- controle van de hoedanigheid van de titularissen

- onmiddellijke annulatie en stockage van de effecten aan toonder

- het beheer van slapende rekeningen;

- het beheer van de in beslag genomen effecten;

- het beheer van de afschaffing van de effecten aan toonder;

- de reporting.

Het deviezenbeheer betreft onder meer:

- de slapende rekeningen;

- de consignaties;

- de borgtochten;

- de in beslag genomen deviezen.

Het deviezenbeheer omvat onder meer:

- het op een rekening zetten van deviezen;

- alle verrichtingen m.b.t. het deviezenbeheer;

- de terbeschikkingstelling van de nodige gegevens voor het in overeenstemming brengen;

- de boekhoudkundige opsplitsing van elke deviezen in verschillende categorieën;

- het deposito in speciën aan de loketten van de dienstverlener;

- de reporting.

Er wordt gekozen voor de algemene offerteaanvraag met Europese bekendmaking. Het betreft een gemengde opdracht.

Varianten zijn niet toegestaan.

Deze opdracht bestaat uit een enkel perceel.

2. Duur van de overeenkomst.

De opdracht vangt aan uiterlijk op de eerste kalenderdag van de tweede maand volgend op de maand waarin de effecten- en deviezenbeheerder wordt aangesteld, en wordt gesloten voor een duur van vijf jaar.

Niettemin, kan de aanbestedende overheid op de verjaardag van de ingangsdatum de overeenkomst beëindigen, op voorwaarde dat de kennisgeving per aangetekende brief gebeurt minstens negen (9) maanden vóór de verjaardag van de ingangsdatum van de overeenkomst

In dit geval, kan de opdrachtnemer geen schadevergoeding en interesten eisen.

De aanbestedende overheid behoudt zich bovendien het recht voor om, middels een voorafgaande kennisgeving van 30 kalenderdagen per aangetekende brief, te allen tijde van rechtswege en zonder schadevergoeding voor de dienstverlener, de overeenkomst volledig of gedeeltelijk te beëindigen, mocht de wetgever, vóór de afloop van de overeenkomst, de wetgeving ter zake wijzigen waaraan dit bijzonder bestek is onderworpen.

3. Aanbestedende overheid.

De aanbestedende overheid is de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën.

4. Informatiesessie.

Er is geen informatiesessie gepland.

5. Indiening en opening van de offertes.

De offertes worden, vóór de openingssessie, hetzij elektronisch via de applicatie e-tendering ingediend (zie hierna voor meer informatie), hetzij per post verzonden (een aangetekende brief is aanbevolen), hetzij persoonlijk bij de aanbestedende overheid ingediend. De offertes worden aanvaard voor zover de zitting voor het openen van de offertes nog niet geopend werd verklaard.

5.1. Elektronisch indienen van offertes

De offertes kunnen elektronische worden verzonden via de website van e-tendering xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/ die de naleving verzekert van de voorwaarden van artikel 81quater van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996.

Wij wijzen erop dat de verzending van een offerte via e-mail niet aan deze voorwaarden voldoet. Daarom is de indiening van een offerte via e-mail niet toegestaan.

Ongeacht de eventueel toegestane varianten, kan elke inschrijver per opdracht slechts één offerte indienen. Indien het onmogelijk of bijzonder moeilijk mocht zijn om bepaalde documenten elektronisch aan te maken, mag de inschrijver deze documenten op papier indienen vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes. Indien nodig worden de in DCK-01 vereiste attesten gescand om bij de offerte te worden gevoegd.

Door zijn offerte volledig of gedeeltelijk elektronisch in te dienen, aanvaardt de inschrijver dat bepaalde gegevens worden geregistreerd door de werking zelf van het ontvangstsysteem van de offertes (Artikel 81quater van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996)

De offerte moet vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes bij de aanbestedende overheid toekomen. Om sommige problemen te verhelpen die kunnen optreden bij de indiening, de ontvangst of de opening van elektronisch ingediende offertes, stemt de aanbestedende overheid ermee in dat de inschrijver die zijn offerte elektronisch indient, ook een veiligheidskopie in elektronische versie of op papier indient. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten enveloppe gestoken met de duidelijke vermelding "veiligheidskopie" en binnen de gestelde ontvangsttermijn verzonden.

Deze veiligheidskopie mag slechts worden geopend ingeval een probleem optreedt bij de indiening, de ontvangst of de opening van elektronisch ingediende offerte. In dergelijk geval vervangt de veiligheidskopie definitief de elektronisch ingediende offerte. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de toepasselijke regels op de offertes van dit bijzonder bestek en aan de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996.

Meer informatie hierover vindt u op de volgende website:

xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx

of

via de helpdesk van de dienst e-procurement (tel.: x00 (0)0 000 00 00 of e-mail: x.xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx

OPGELET

1. Het is best dat de inschrijver zich de dag vóór de opening van de offertes aanmeldt zodat hij bij eventuele toegangsproblemen tot de website xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx contact kan opnemen met de helpdesk van e-procurement

2. Let ook dat de grootte van het elektronisch in te dienen bestand maximaal 350 MB mag bedragen.

5.2. Niet-elektronisch indienen van offertes

De offertes moeten door de inschrijver of diens vertegenwoordiger worden ingediend:

- hetzij persoonlijk aan de voorzitter op de openingszitting, voordat hij de zitting opent;

- hetzij persoonlijk aan een ambtenaar van de Afdeling Aankopen, uiterlijk op de laatste werkdag vóór de opening van de offertes;

- hetzij per post.

Elke andere verzendingswijze (zoals Taxipost, expreskoerier, enz.) gebeurt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver.

De offertes worden aanvaard voor zover de zitting voor het openen van de offertes nog niet voor geopend werd verklaard.

Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt, in aanmerking genomen voor zover:

- de aanbestedende overheid haar beslissing nog niet aan de opdrachtnemer heeft meegedeeld;

- en dat de offerte uiterlijk vier kalenderdagen voorafgaand aan de vastgestelde datum voor ontvangst van de offertes, bij een ter post aangetekende brief werd ingediend.

De offerte moet worden ingediend in drie exemplaren op papier, waarvan een origineel, en een exemplaar op elektronische drager (cd-rom) in pdf-formaat.

In geval van afwijkingen tussen de versie op papier en de elektronische versie, zal het originele exemplaar van de versie op papier als geldig worden beschouwd.

De inschrijver moet een virusscan uitvoeren van de elektronische drager om te voorkomen dat de IT- infrastructuur van de FOD Financiën met een virus wordt besmet. In zijn offerte moet de inschrijver vermelden: het voor de virusscan gebruikte programma (en de versie ervan) en de garantie dat de drager werd gescand en geen virus bevat.

Na opening van de offertes zal de FOD Financiën eveneens een virusscan uitvoeren.

De offerte moet in een definitief verzegelde enveloppe worden gestoken met de volgende twee vermeldingen:

- de referentie van het bijzonder bestek: DCK 01;

- de datum en het uur van de opening van de offertes: 21 augustus 2013 om 10.30 uur

Deze enveloppe wordt in een tweede enveloppe gestoken met de volgende vermeldingen:

- in de linkerbovenhoek:

o de vermelding "OFFERTE"

o de referentie van het bijzonder bestek: DCK 01

o indien de offerte per xxxxxxx wordt bezorgd: de vermelding van de gegevens van de contactpersonen die belast zijn met de inontvangstneming van de offertes:

▪ VAN OVERWAELLE Wendy 0257/68347

▪ XXXXXXX Xxxxxxxxx 0257/63482

▪ HOEBEECK Els 0257/92726

▪ XXXXXXX Xxxxxxx 0257/79775

▪ XXXXX Xxxxxx 0257/89634

- op de daartoe bestemde plaats: het adres van de geadresseerde.

De inschrijver die zijn offerte per koerier indient, dient te weten dat North Galaxy uitsluitend toegankelijk is via de bezoekersingang op de benedenverdieping, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00 xx 0000 XXXXXXX en dit uitsluitend tijdens de kantooruren, d.w.z. van 09.00 uur tot 11.45 uur en van

14.00 uur tot 16.00 uur.

Indien de offerte per koerier wordt afgegeven, zal slechts op uitdrukkelijk verzoek een ontvangstbewijs worden afgeleverd. Het is belangrijk te weten dat alleen dit ontvangstbewijs kan dienen als afgiftebewijs van de offerte.

De inschrijver draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de wijze van verzending en ontvangst van zijn offerte binnen de gestelde termijnen.

De offertes moeten aan het volgende adres worden verzonden of ingediend:

Federale Overheidsdienst FINANCIËN Stafdienst Logistiek

Afdeling Aankopen

T.a.v. de xxxx Xxxxxx XXXXXX, Eerste attaché van Financiën North Galaxy – Toren B4

Koning Xxxxxx XX-laan 33 - Bus 961 1030 Brussel

5.3. Wijzigen of intrekken van een al ingediende offerte

Als een inschrijver een al verzonden of ingediende offerte wil intrekken of wijzigen, moet hij dat doen overeenkomstig de bepalingen van artikel 105 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996. Een al ingediende offerte kan krachtens de voorschriften van artikel 81 quater van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 elektronisch of op papier worden gewijzigd of ingetrokken.

Om een al verzonden of in gediende offerte te wijzigen of in te trekken is een schriftelijke en naar behoren door de inschrijver of zijn vertegenwoordiger ondertekende verklaring vereist. Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten, op straffe van nietigheid van de offerte, nauwkeurig worden vermeld. De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn.

De intrekking kan ook per telegram, telex of fax worden meegedeeld, voor zover:

1° ze toekomt bij de voorzitter van de openingszitting van de offertes voordat hij de zitting opent;

2° ze per aangetekende brief wordt bevestigd, afgegeven bij de post uiterlijk op de dag die voorafgaat aan de dag van de openingszitting van de offertes. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien gebruik wordt gemaakt van elektronische middelen die voldoen aan de voorschriften van artikel 81 quater van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996.

Opmerking: om technische en organisatorische redenen verkiest de aanbestedende overheid dat de offertes elektronisch worden ingediend. Uiteraard is de inschrijver vrij in zijn keuze die geen invloed zal hebben op de analyse en beoordeling van de offerte.

6. Leidende dienst - leidend ambtenaar.

De leidende dienst in de zin van artikelen 1 en 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden is de aanbestedende overheid. Enkel de aanbestedende overheid is bevoegd voor de controle en het toezicht op de opdracht.

De leidend ambtenaar (die een ambtenaar van de aanbestedende overheid zal zijn) zal worden aangeduid in de kennisgeving van de gunning van de opdracht. De grenzen van zijn bevoegdheid zullen erin worden vermeld. De leidend ambtenaar kan een deel van zijn bevoegdheden overdragen.

7. Beschrijving van de te presteren diensten.

De te presteren diensten zijn vermeld in deel B “Technische voorschriften” van dit bijzonder bestek.

8. Documenten van toepassing op de opdracht.

8.1. Wetgeving.

• Overheidsopdrachten:

- De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

- Het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken;

- Het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken + bijlage: algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken;

- Alle wijzigingen aan de wet en de voormelde besluiten die van toepassing zijn op de dag van de opening van de offertes;

• Slapende rekeningen:

- De wet van 24 juli 2008, Hoofdstuk V: De slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten (B.S. 07/08/2008).

- KB van 14 november 2008 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, 28, 31, 34, 36 en 37 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), B.S. 18/11/2008.

- KB van 14 november 2008 tot uitvoering van de artikelen 28, 32, 38 en 45 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), B.S. 19/11/2008.

- KB van 30 december 2009 tot uitvoering van de artikelen 30, 32, 40, 41 en 45 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) B.S. 05/01/2010.

- Artikel 47 van de wet van 21 december 2009 houdende fiscale en diverse bepalingen (B.S.

31/12/2009, Ed.2, p. 82823).

- KB tot wijziging van KB nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, en van het Koninklijk Besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de artikelen 28, 32, 38 en 45 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen.

• Dematerialisatie:

- Wet van 14 december 2005 Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder en de wijziging van het wetboek van vennootschappen en de toepassingsbesluiten.

8.2. Documenten betreffende de opdracht.

- De in het Bulletin der Aanbestedingen en in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde aankondigingen van opdracht en berichten van rechtzetting betreffende deze opdracht, maken integraal deel uit van deze opdracht. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opmaken van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.

- Dit bijzonder bestek DCK 01 in zijn laatste versie zoals die ter beschikking werd gesteld van de inschrijvers op de website van financiën xxx.xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx.

- De offerte van de opdrachtnemer goedgekeurd door de aanbestedende overheid.

9. Offertes.

9.1. In de offerte te vermelden gegevens.

De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 10 van de wet van 24 december 1993 en artikel 78 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 in verband met de onverenigbaarheden.

De inschrijver moet het offerteformulier gebruiken dat bij dit bijzonder bestek is gevoegd. Indien hij echter andere documenten gebruikt, moet hij op elk document verklaren dat het conform het bij het bestek gevoegde formulier is (art. 89 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996).

De offerte en het offerteformulier worden opgesteld in het Nederlands of in het Frans. De inschrijver vermeldt welke taal hij kiest voor de interpretatie van het contract. Indien hij dit niet uitdrukkelijk vermeldt, wordt hij geacht de taal te hebben gekozen waarin zijn offerte is opgemaakt.

De inschrijvers moeten elk blad van hun offerte nummeren en paraferen.

Door de indiening van zijn offerte ziet de inschrijver automatisch af van zijn algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden, zelfs als deze op de een of andere bijlage zijn vermeld in zijn offerte.

De inschrijver duidt in zijn offerte duidelijk aan welke informatie vertrouwelijk is en/of betrekking heeft op technische of commerciële geheimen en dus door de aanbestedende overheid niet mag worden bekendgemaakt.

In de offerte moet de inschrijver de volgende inlichtingen vermelden:

- de prijzen en kosten excl. btw;

- de btw-bedragen;

- de prijzen en kosten incl. btw;

- de rendementen;

- de handtekening van de persoon die bevoegd is om de offerte te ondertekenen;

- de hoedanigheid van de persoon die de offerte ondertekent;

- de datum waarop de voormelde persoon de offerte heeft ondertekend;

- het volledige registratienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (voor Belgische inschrijvers);

- het RSZ-inschrijvingsnummer;

- het nummer en de benaming van de rekening die de inschrijver bij de Postcheque of bij enige andere financiële instelling geopend heeft;

- de naam, de voornaam, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en de woonplaats van de inschrijver, of, indien het een vennootschap betreft, haar handelsnaam of naam, rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel;

- alle gegevens en documenten die nodig zijn voor de evaluatie van de offertes.

OPGELET

Voor elke offerte die door een lasthebber wordt ingediend, voegt de lasthebber bij de offerte de rechtsgeldige of onderhandse akte (of een kopie van die akte) die bewijst dat hij ertoe gemachtigd is om de entiteit waarvoor hij inschrijft, te verbinden. De lasthebber kan eveneens het nummer vermelden van de bijlage bij het Belgisch Staatsblad waarin de lastgeving gepubliceerd is.

9.2. Structuur van de offerte

De offerte is verplicht samengesteld uit drie verschillende delen:

Deel A “Administratief deel”

Dit deel bestaat uit de volgende elementen: I. Offerteformulier

De inschrijver legt in dit deel de volgende stukken voor in de opgelegde volgorde:

1. het ingevulde, gedateerde en ondertekende offerteformulier;

2. Voor elke offerte die door een lasthebber wordt ingediend, voegt de lasthebber bij de offerte de rechtsgeldige of onderhandse akte (of een kopie van die akte) die bewijst dat hij ertoe gemachtigd is om de entiteit waarvoor hij inschrijft, te verbinden. De lasthebber kan eveneens het nummer vermelden van de bijlage bij het Belgisch Staatsblad waarin de lastgeving gepubliceerd is.

II. Documenten betreffende de selectiecriteria (Zie punt 12.1.2)

De inschrijver legt in dit deel de volgende stukken voor in de opgelegde volgorde:

1. Documenten met betrekking tot de selectiecriteria die toelaten zijn technische bekwaamheid te beoordelen (zie punt 12.1.3);

2. Documenten met betrekking tot de ontvankelijkheidsvoorwaarden (zie punt 12.1.2).

Deel B “Technisch deel”

Dit deel bevat onder meer de nodige elementen om de samenstelling en structuur te beoordelen van het team aangesteld voor het beheer van de betrekkingen met de DCK.

Deel C “Bijlagen”

In dit deel voegt de inschrijver alle bijlagen en documenten om de offerte te verduidelijken.

9.3. Geldigheidsduur van de offerte.

De inschrijvers blijven gedurende 180 kalenderdagen gebonden door hun offerte.

10. Prijzen.

10.1. Prijzen.

De dienstverlener wordt geacht in zijn prijzen alle mogelijke kosten te hebben inbegrepen die betrekking hebben op de diensten, met uitzondering van de kosten van derden en van de btw. Alle in de offerte vermelde prijzen zijn verplicht uitgedrukt in euro.

Met toepassing van artikel 88 §3 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 kan de aanbestedende overheid alle controles op de boekhoudkundige stukken uitvoeren alsook alle controles ter plaatse op de juistheid van de verstrekte informatie op basis van het voornoemde artikel 88 §1 en §2.

10.2. Prijsherziening.

Voor de onderhavige opdracht kan een herziening van de prijs voor de gevraagde diensten enkel worden toegepast voor schommelingen van de lonen en sociale lasten van de werknemers van de dienstverlener. Deze prijsherziening is zowel in min als in meer toepasbaar en kan worden doorgevoerd op initiatief van de aanbestedende overheid en van de dienstverlener. In geval van een aanvraag tot prijsherziening zal dit enkel ontvankelijk worden verklaard indien de bewijsstukken van het bevoegde paritair comité (CP 310) van de dienstverlener bij de aanvraag tot prijsherziening gevoegd zijn. Per jaar kan slechts één prijsherziening worden toegepast.

Deze prijsherziening mag uitsluitend betrekking hebben op de criteria CHD, CD, CTT, CTL, CGD, CIOD, CFID van gunningscriteria "kost" (zie punt 12.3.).

De regels voor herziening zijn als volgt:

▪ De prijzen mogen eenmaal per jaar worden herzien;

▪ de opdrachtnemer vraagt elk jaar de prijsherziening aan via een aangetekende brief aan de Aanbestedende Overheid, ter attentie van de Stafdienst Logistiek, Afdeling Aankopen, North Galaxy, Toren B, 4e verdieping, Koning Xxxxxx XX-laan 33, bus 961, 1030 Brussel.

▪ De prijsherziening gaat in op:

▪ de jaardag van de kennisgeving van de gunning van de opdracht als de dienstverlener de aanvraag tot herziening heeft verzonden vóór deze dag. De prijsherziening heeft enkel betrekking op de diensten die effectief na de jaardag van de gunning van de opdracht gepresteerd zijn;

▪ de eerste dag van de maand volgend op de verzending van het aangetekend schrijven als de dienstverlener een of meer jaardagen heeft laten voorbijgaan. De prijsherziening heeft enkel betrekking op de diensten die effectief na de voormelde datum gepresteerd zijn (opgelet: de opdrachtnemer moet een nieuwe aanvraag indienen voor de herziening van de prijzen van de diensten die na de eerstvolgende jaardag zullen worden gepresteerd).

Voor de berekening van de prijsherziening wordt de volgende formule gebruikt (art. 57 van de wet van 30.03.1976 betreffende de economische herstelmaatregelen):

Pr = Po x [(Sr x 0,80) + 0,20]

So

De kleine letters hebben betrekking op gegevens die geldig zijn op de toepassingsdatum van de prijsherziening. De hoofdletters hebben betrekking op de gegevens die geldig zijn 10 dagen vóór de opening van de offertes.

Pr = herziene prijs; Po = offerteprijs;

Sr = loonkosten (sociale lasten inbegrepen) op het ogenblik van het verzoek om herziening;

So = loonkosten (sociale lasten inbegrepen): deze hebben betrekking op de gegevens die geldig zijn 10 dagen vóór de opening van de offertes.

De prijsherziening kan slechts worden toegepast indien de ingevolge de aanvraag door te voeren prijsverhoging of -verlaging minstens 3% bedraagt ten opzichte van de in de offerte vermelde prijs (voor de eerste prijsherziening) of ten opzichte van de laatste aanvaarde of opgelegde herziene prijs (vanaf de tweede prijsherziening).

De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om de prijzen te herzien in geval van een daling van de loonkosten. In dat geval volgt de herziening de bovenstaande regels, behalve dat het aangetekend schrijven uitgaat van de aanbestedende overheid.

11. Aansprakelijkheid van de dienstverlener.

De dienstverlener draagt de volle aansprakelijkheid voor fouten en tekortkomingen in de verleende diensten.

De dienstverlener vrijwaart de aanbestedende overheid bovendien uitdrukkelijk tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van de vertraging bij de uitvoering van de diensten of op grond van het in gebreke blijven van de dienstverlener.

12. Selectiecriteria - Regelmatigheid van de offertes - Gunningscriteria.

Enkel de regelmatige offertes van de inschrijvers die voldoen aan de selectiecriteria, worden in aanmerking genomen om deel te nemen aan de vergelijking van de offertes volgens de gunningscriteria vermeld in punt 12.3.1 van dit bijzonder bestek.

12.1. Kwalitatieve selectie

De persoonlijke toestand en de draagkracht van de inschrijvers worden onderzocht op basis van de hierna beschreven selectiecriteria.

Enkel de offertes van de inschrijvers die voldoen aan de selectiecriteria worden in aanmerking genomen om deel te nemen aan de vergelijking van de offertes volgens de gunningscriteria vermeld in punt 12.3.1 van dit bijzonder bestek, voor zover deze offertes op administratief en technisch vlak regelmatig zijn.

12.1.1. Uitsluitingscriteria

OPGELET

Door het indienen van een offerte verklaart de inschrijver zich niet in een van onderstaande uitsluitingsgevallen te bevinden. De aanbestedende overheid zal de juistheid van deze impliciete verklaring op erewoord onderzoeken voor de inschrijver wiens offerte het beste gerangschikt is. Daartoe zal ze de betrokken inschrijver verzoeken om, zo spoedig mogelijk en binnen de door haar bepaalde termijn, de nodige inlichtingen of documenten te verstrekken om zijn persoonlijke situatie te controleren. De aanbestedende overheid zal zelf de inlichtingen of documenten opvragen die gratis bij de betrokken gegevensbeheerder elektronisch verkrijgbaar zijn.

Eerste uitsluitingscriterium.

§.1. De Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat is onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet in orde zijn met zijn verplichtingen ten overstaan van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Hij wordt geacht in orde te zijn met voormelde verplichtingen indien blijkt dat hij ten laatste daags vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes:

1° aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid alle vereiste aangiften heeft gezonden, tot en met inbegrip van die voor het afgelopen voorlaatste kalenderkwartaal in verhouding tot de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes, en

2°

op deze aangiften geen bijdrageschuld te hebben van meer dan 2500 euro, tenzij hij voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen waarvan hij de termijnen strikt in acht neemt.

Zelfs indien zijn bijdrageschuld meer bedraagt dan 2500 euro, zal de inschrijver echter worden geacht in orde te zijn, indien hij vóór de beslissing van de gunning van de opdracht, uiterlijk de dag vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes, kan aantonen dat hij op een aanbestedende overheid in de zin van artikel 4, §1 en § 2, 1° tot 8° en 10° van de wet, of op een overheidsbedrijf in de zin van artikel 26 van dezelfde wet, een of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij zijn van elke verbintenis tegenover derden en waarvan het bedrag, op 2500 euro na, minstens gelijk is aan de achterstallige bijdragen.

§ 2. De buitenlandse inschrijver moet uiterlijk de dag vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes:

1° in orde zijn met zijn verplichtingen inzake de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.

2° in orde zijn met de bepalingen van § 1, indien hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.

§.3. De aanbestedende overheid kan, in welk stadium van de procedure ook, met alle middelen die zij nodig acht inlichtingen inwinnen over de stand van betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid van om het even welke inschrijver.

Tweede uitsluitingscriterium

Wordt uitgesloten van deelname aan de gunningsprocedure:

De dienstverlener die bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor:

1° deelname aan een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;

2° omkoping zoals bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek;

3° fraude zoals bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst betreffende de bescherming van financiële belangen van de gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;

4° witwassen van geld zoals bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

Met het oog op de toepassing van dit uitsluitingscriterium kan de aanbestedende overheid, indien zij twijfels heeft over de persoonlijke situatie van een dienstverlener, bij de bevoegde binnenlandse of buitenlandse autoriteiten de inlichtingen verzoeken die zij ter zake nodig acht.

Derde uitsluitingscriterium

De inschrijver mag niet in een van de volgende gevallen verkeren:

1° in staat van faillissement of van vereffening verkeren, zijn werkzaamheden hebben gestaakt of een gerechtelijk akkoord hebben bekomen, of in een overeenstemmende toestand verkeren als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in de nationale wetgevingen en reglementeringen;

2° aangifte hebben gedaan van zijn faillissement, een procedure van vereffening of een gerechtelijk akkoord aanhangig hebben of een gelijkaardige procedure lopende hebben bestaande in de nationale wetgevingen en reglementeringen.

Vierde uitsluitingscriterium.

De inschrijver mag niet bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld zijn geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast.

Vijfde uitsluitingscriterium.

De inschrijver mag bij zijn beroepsuitoefening geen ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op grond die de aanbestedende overheid aannemelijk kan maken.

Bovendien verbindt de inschrijver zich door de ondertekening van zijn offerte tot het naleven van de normen bepaald in de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), en in het bijzonder:

1. het verbod op dwangarbeid (verdrag nr. 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, 1930 en verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van de gedwongen arbeid, 1957);

2. het recht op vakbondsvrijheid (verdrag nr. 87 over vakbondsvrijheid en de bescherming van het vakbondsrecht, 1948);

3. het recht op organisatie en collectief overleg (verdrag nr. 98 betreffende het recht op organisatie en collectief overleg, 1949);

4. het verbod op discriminatie inzake tewerkstelling en verloning (verdrag nr. 100 betreffende de gelijke verloning, 1951 en verdrag nr. 111 betreffende discriminatie (beroep en beroepsuitoefening), 1958);

5. de minimumleeftijd voor kinderarbeid (verdrag nr. 138 betreffende de minimumleeftijd, 1973), alsook het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid (verdrag nr. 182 over de ergste vormen van kinderarbeid, 1999).

Niet-naleving van de bovenvermelde verdragen zal dus worden beschouwd als een ernstige fout bij de beroepsuitoefening in de zin van artikel 69, 4° van het KB van 8 januari 1996.

De bovenvermelde voorschriften zijn van toepassing ongeacht de andere voorschriften opgenomen in artikel 69 van het voornoemde besluit.

Zesde uitsluitingscriterium.

De inschrijver moet in orde zijn met de betaling van de verschuldigde directe belastingen en van de verschuldigde btw.

Zevende uitsluitingscriterium.

De inschrijver mag zich niet in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opvorderbaar in het kader van deze opdracht.

12.1.2. Selectiecriteria betreffende de draagkracht van de inschrijver.

Selectiecriteria met betrekking op de technische bekwaamheid van de inschrijver. Eerste criterium

De diensten zullen worden uitgevoerd op het adres dat de dienstverlener in zijn offerte aanduidt.

De dienstverlener moet per gerechtelijk arrondissement in België over minstens één loket beschikken waar de fysieke effecten op de effectenrekening van de DCK kunnen worden gedeponeerd. De instellingen mogen afhangen van een verschillende onderneming dan die van de dienstverlener (die dit deel van de opdracht dus in onderaanneming mag geven).

Onder gerechtelijk arrondissement wordt begrepen in dit bestek deze bestaande op 1 juni 2013.

De inschrijver bewijst de inachtneming van dit criterium door bij zijn offerte een lijst te voegen van de loketten waarover hij zal beschikken.

Tweede criterium

De inschrijver moet houder zijn van een ISO 9001:2008-certificaat of equivalent.

De inschrijver moet in zijn offerte de maatregelen beschrijven die hij zal nemen om de kwaliteit te waarborgen. Die maatregelen moeten minimaal overeenstemmen met de eisen betreffende de organisatie van een kwaliteitsbeheersysteem bepaald door de norm ISO 9001:2008.

De inschrijver bewijst de inachtneming van dit selectiecriterium door bij zijn offerte een kopie te voegen van het ISO 9001:2008-certificaat of enig ander bewijs van gelijkwaardige maatregelen om de kwaliteit te waarborgen.

Derde criterium

De inschrijver duidt het deel aan van de opdracht dat hij van plan is in onderaanneming te geven. Ingeval hij een beroep doet op onderaanneming, moet hij bij zijn offerte de verbintenis voegen van zijn onderaannemer dat die alle noodzakelijke middelen tot zijn beschikking zal stellen.

12.2. Regelmatigheid van de prijzen.

De inschrijver rechtvaardigt op uitvoerige, volledige en aangepaste wijze de forfaitaire eenheidsprijs. Hij verantwoordt die prijs met duidelijke en objectieve elementen.

Rekening houdend met de kenmerken van deze opdracht moeten de aangeboden prijzen normaal zijn. Overeenkomstig artikel 88, §2 en §3 van het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996:

1. moeten de inschrijvers vóór de gunning van de opdracht alle nodige inlichtingen verstrekken zodat de aanbestedende overheid de aangeboden prijzen kan controleren;

2. behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor alle nodige verificaties van boekhoudkundige stukken en onderzoeken ter plaatse uit te voeren om de juistheid van de verstrekte gegevens te controleren.

De offertes van de geselecteerde inschrijvers zullen op hun regelmatigheid worden gecontroleerd. Onregelmatige offertes zullen worden uitgesloten.

Enkel regelmatige offertes komen in aanmerking om aan de gunningscriteria te worden getoetst.

12.3. Gunningscriteria.

Voor de keuze van de economisch meest voordelige offerte, worden de regelmatige offertes van de geselecteerde inschrijvers aan een aantal gunningscriteria getoetst.

De voor de verschillende criteria behaalde punten worden samengeteld om de eindscore te bekomen.

12.3.1. Lijst van gunningscriteria

De gunningscriteria zijn de volgende:

Gunningscriteria	Punten
Effecten
1. De kost van de initiële inschrijving van de effectenlijnen	30
2. De kost voor het beheer van de dematerialisatie	30
3. De kost voor het effectenbeheer buiten het beheer van de dematerialisatie	15
4. De kost per transactie	15
5. De kost per overdracht van een effectenlijn	10
Deviezen
6. De kost voor het beheer van de deviezenrekeningen	30

7. Het aangeboden rendement voor het deviezenbeheer	30
8. De kost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen	20
Effecten en deviezen
9. De kost voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie	20
Totaal	200

12.3.2. Methode voor het bepalen van de voordeligste offerte.

De evaluatie van de gunningscriteria gebeurt als volgt:

1. De kost van de initiële inschrijving van de effectenlijnen (/30)

Dit criterium betreft de inschrijving van effectenlijnen gehouden door zijn huidige beheerder in het beheerssysteem van de opdrachtnemer.

Het aantal effectenlijnen gehouden door de huidige beheerder wordt geschat op +/- 700.

Een effectenlijn wordt gedefinieerd als een geheel van effecten aangeduid door dezelfde ISIN code.

Voor het criterium “De kost van de initiële inschrijving van de effectenlijnen” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PCII = 30 X CIIm

CIIo

Waarbij

PCII gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De initiële kost voor de inschrijving van de effectenlijnen”;

CIIm gelijk is aan de laagste unieke en forfaitaire kost (excl. btw),voor de inschrijving van de effectenlijnen aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte;

CIIo gelijk is aan de unieke en forfaitaire kost (excl. btw), voor de inschrijving van de effectenlijnen, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld.

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

Deze kost wordt uitgedrukt in de vorm van een uniek forfait en niet in de vorm van een percentage van de waarde van de portefeuille.

0.Xx kost voor het beheer van de dematerialisatie (/30)

Dit criterium betreft de effecten hernomen in het punt 1.1.4, van het deel B TECHNISHE VOORSCHRIFTEN, 1.1. Beschrijving van de context “Het geheel van het beheer van de effecten voor dit criterium zal starten op 1/1/2015.

Voor het criterium “De kost voor het beheer van de dematerialisatie” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PCD = 30 X CDm

CDo

Waarbij

PCD gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost voor het beheer van de gedematerialiseerde effecten”;

CDm gelijk is aan de laagste forfaitaire eenheidskost (excl. btw), aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte, voor alle nodige verrichtingen voor het beheer van de gedematerialiseerde effecten (zie B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN, 1.1 Beschrijving van de context, punt 1.1.4);

CDo gelijk is aan de forfaitaire eenheidskost (excl. btw), aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld, voor alle nodige verrichtingen voor het beheer van de gedematerialiseerde effecten (zie B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN, 1.1 Beschrijving van de context, punt 1.1.4).

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

3. De kost voor het effectenbeheer buiten het beheer van de dematerialisatie (/15)

Dit criterium betreft de effecten hernomen in de punten 1.1.1, 1.1.2., en 1.1.3. van het deel B TECHNISHE VOORSCHRIFTEN, 1.1. Beschrijving van de context “en dus met uitsluiting van punt

1.1.4. van hetzelfde deel.

Voor het criterium, ‘’De kost voor het effectenbeheer buiten het beheer van de dematerialisatie” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PCHD = 15 X CHDm

CHDo

Waarbij

PCHD gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost voor het effectenbeheer buiten de gedematerialiseerde effecten”;

CHDm gelijk is aan de laagste forfaitaire eenheidskost (excl. btw), aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte, voor het beheer van een effectenlijn voor de borgtochten, consignaties, slapende rekeningen en in beslag genomen en verbeurdverklaarde effecten (zie B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN, 1.1 Beschrijving van de context, punten 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3);

CHDo gelijk is aan de forfaitaire eenheidskost (excl. btw), aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld, voor het beheer van een effectenlijn voor de borgtochten, consignaties, slapende rekeningen en in beslag genomen en verbeurdverklaarde effecten (zie B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN, 1.1 Beschrijving van de context, punten 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3).

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

Deze kost omvat de storting van de opbrengsten en eventueel van de tegenwaarde van de effecten aan de door de DCK aangewezen instellingen, en de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie.

Deze kost omvat niet de kosten van derden.

Zijn niet inbegrepen de "home-producten" (bv.: kasbons, BEVEKS, gemeenschappelijke beleggingsfondsen) uitgegeven door een bank naar Belgisch recht binnen een periode van 10 jaar voorafgaande aan 1/10/2010.

Met effectenlijn wordt bedoeld een geheel van effecten met dezelfde ISIN-code.

0.Xx kost per transactie (/15)

Voor het criterium “De kost per transactie” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PTT = 15 X CTTm

CTTo

Waarbij

PTT gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium "De kost per transactie";

CTTm gelijk is aan de laagste eenheidskost (excl. btw) per transactie, aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte, voor de transacties (aankoop en verkoop) op de referentiemarkt van het betrokken effect;

CTTo gelijk is aan de eenheidskost (excl. btw) per transactie, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld, voor de transacties (aankoop en verkoop) op de referentiemarkt van het betrokken effect.

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

5. De kost per overdracht van een effectenlijn (/10)

Voor het criterium “De kost per overdracht van een effectenlijn” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PCTL = 10 X CTLm

CTLo

Waarbij

PCTL gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost per overdracht van een effectenlijn”;

CTLm gelijk is aan de laagste eenheidskost (excl. btw) per overdracht en per effectenlijn, aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte, voor de overdracht van effecten van de effectenrekening van de bank vanaf welke de effecten worden overgedragen naar de effectenrekening aangeduid door de effectenbeheerder.

CTLo gelijk is aan de eenheidskost (excl. btw) per overdracht en per effectenlijn, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld, voor de overdracht van een effectenlijn van de effectenrekening van de bank vanaf welke de effecten worden overgedragen naar de effectenrekening aangeduid door de effectenbeheerder.

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

De inschrijvers moeten in hun offerte dus een enkele eenheidskost per overdracht vermelden op straffe van uitsluiting van hun offerte. Zoals al eerder vermeld, zijn de overdrachtskosten van de effecten van

de rekening van de effectenbeheerder naar de rekening van de begunstigde ten laste van deze laatste en mogen niet aan de DCK worden aangerekend.

Met effectenlijn wordt bedoeld een geheel van effecten met dezelfde ISIN-code.

0.Xx kost voor het beheer van de deviezenrekeningen (/30)

Voor het criterium “De kost voor het beheer van de deviezenrekeningen” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PGD = 30 X CGDm

CDGo

Waarbij

PGD gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost voor het beheer van de deviezenrekeningen”;

CGDm gelijk is aan de laagste forfaitaire jaarlijkse kost (excl. btw) voor het beheer van de deviezenrekeningen, aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte;

CGDo gelijk is aan de forfaitaire jaarlijkse kost (excl. btw) voor het beheer van de deviezenrekeningen, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld. Wanneer de voorgestelde kost gelijk

is aan o, dan verkrijgt men voor PGD 30 punten.

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

De beheerkost van de deviezenrekeningen worden uitgedrukt voor een beheer in "cash pooling". Het aantal verschillende deviezen wordt geschat op 32.

De vermelde beheerkost begint te lopen vanaf het beheer van de eerste deviezen zonder dat de opdrachtnemer een onderscheid kan maken tussen minimale bedragen, maximale bedragen of schijven.

7. Het aangeboden rendement voor het deviezenbeheer (/30)

Voor het criterium “Het aangeboden rendement voor het deviezenbeheer” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PRD = 30 X RDo

RDm

Waarbij

PRD gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “Het aangeboden rendement voor het deviezenbeheer”;

RDm gelijk is aan het hoogste rendement voor het deviezenbeheer, aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte;

RDo gelijk is aan het rendement voor het deviezenbeheer, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld.

Elk voorgesteld rendement moet positief zijn of gelijk aan nul. Als alle aangeboden rendementen gelijk zijn aan nul dan zal PRD gelijk zijn aan 0 (nul).

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

Het aangeboden rendement voor het deviezenbeheer zullen uitgedrukt worden in het kader van een "cash pooling" beheer.

De vermelde beheerskost begint te lopen vanaf het beheer van de eerste eenheid van het betrokken devies zonder dat de opdrachtnemer een onderscheid kan maken tussen minima en maxima bedragen of schijven.

8. De kost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen (/20)

Voor het criterium “De kost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen ” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PIOD = 20 X CIODm

CIODo

Waarbij

PIOD gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen”;

CIODm gelijk is aan de laagste eenheidskost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen, aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte;

CIODo gelijk is aan de eenheidskost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen, aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld.

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

Onder de kost voor de IN/OUT-deviezenverrichtingen wordt verstaan de kost (in euro) voor de IN/OUT-verrichtingen (in- en uitstapkosten van de deviezen), voor een beheer van de deviezenverrichtingen in “cash pooling” volgens de systemen OUR, BEN en SHARE, zijnde 2 (richtingen IN/OUT) * 3 systemen OUR, BEN & SHARE.

Deze 6 kosten worden opgeteld door de inschrijver om de eenheidskost te bepalen van de IN/OUT- verrichtingen (CIODo).

9. De kost voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie (/20)

Voor het criterium “De kost voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie” worden de punten toegekend op basis van de volgende formule:

PFID = 20 X CFIDm

CFIDo

Waarbij

PFID gelijk is aan het aantal punten dat de inschrijver behaalt voor het criterium “De kost voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie”;

CFIDm gelijk is aan de laagste forfaitaire jaarlijkse kost (excl. btw), aangeboden door een inschrijver van een regelmatige offerte, voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie;

CFIDo gelijk is aan de forfaitaire jaarlijkse kost (excl. btw), aangeboden door de inschrijver wiens offerte wordt beoordeeld, voor de terbeschikkingstelling van de door de DCK vereiste informatie;

De beschrijving van de te verstrekken informatie is opgenomen onder "B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN, 1.2.2. 6°, 1.2.3. 5° en 2.2.3°).

Het aantal behaalde punten wordt afgerond op twee decimalen.

12.3.3.Eindscore

De voor de 9 gunningscriteria behaalde punten worden opgeteld. De opdracht zal worden gegund aan de inschrijver met de hoogste eindscore.

13. Borgtocht.

In toepassing van artikel 5 § 1, 2° van de algemene aannemingsvoorwaarden, bijlage aan het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, is er voor deze opdracht geen borgtocht vereist.

14. Oplevering.

De diensten zullen tijdens hun uitvoering nauwlettend worden gevolgd door een afgevaardigde van de aanbestedende overheid. Deze heeft het recht zich ter plaatse te begeven waar de effectenrekeningen worden gehouden en alle uitleg te vragen en te verkrijgen die hij nodig acht voor een goed begrip van het mechanisme en de operationele procedures, opgezet door de dienstverlener, die zich ertoe verbindt alle kopieën, nodig voor een goed begrip van het mechanisme en de operationele procedures ter beschikking te stellen.

De identiteit van deze afgevaardigde zal aan de dienstverlener worden meegedeeld op het ogenblik dat met de uitvoering van de diensten zal worden gestart.

15. Uitvoering van de diensten.

15.1. Termijnen en clausules.

15.1.1 Termijnen

De diensten moeten worden uitgevoerd uiterlijk vanaf de eerste kalenderdag van de maand die volgt op de maand waarin de effectenbeheerder wordt aangesteld.

De order om het effectenbeheer aan te vatten, wordt per aangetekend schrijven (bestelbon) aan de dienstverlener verstuurd, teneinde op onomstotelijke wijze de datum van versturing te kunnen bepalen.

De erop volgende briefwisseling betreffende de bestelbon (en de uitvoering van de diensten) volgt dezelfde regels als deze voorzien voor de versturing van de bestelbon en dit telkens als één van beide partijen een bewijs wenst te hebben van zijn tussenkomst.

15.1.2. Uitvoeringsvoorwaarde

De inschrijver verbindt zich ertoe, gedurende de volledige uitvoering van de opdracht, de 8 basisconventies van de IAO, te respecteren, in het bijzonder:

1. het verbod op dwangarbeid (verdrag nr. 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, 1930 en verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van de gedwongen arbeid, 1957);

2. het recht op vakbondsvrijheid (verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948);

3. het recht op organisatie en collectief overleg (verdrag nr. 98 betreffende het recht op organisatie en collectief overleg, 1949);

4. het verbod op discriminatie inzake tewerkstelling en verloning (verdrag nr. 100 betreffende de gelijke verloning, 1951 en verdrag nr. 111 betreffende discriminatie (beroep en beroepsuitoefening), 1958);

5. de minimumleeftijd voor kinderarbeid (verdrag nr. 138 betreffende de minimumleeftijd, 1973), alsook het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid (verdrag nr. 182 over de ergste vormen van kinderarbeid, 1999).

Het niet respecteren van deze verbintenis kan, op basis van artikel 20, §1, 4° van de Algemene aannemingsvoorwaarden, bijgevoegd bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, aanleiding geven tot de toepassing van maatregelen van ambtswege voorzien in § 6 van hetzelfde artikel en meer bepaald tot de eenzijdige verbreking van de opdracht.

Deze uitvoeringsvoorwaarde is eveneens van toepassing op eventuele onderaannemers.

15.2. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd en formaliteiten.

15.2.1. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd.

De diensten zullen worden uitgevoerd op het adres aangeduid door de dienstverlener in zijn offerte.

De dienstverlener moet per gerechtelijk arrondissement in België over minstens één loket beschikken waar de fysieke effecten op de effectenrekening van de DCK kunnen worden gedeponeerd. De instellingen mogen afhangen van een verschillende onderneming dan die van de dienstverlener (die dit deel van de opdracht dus in onderaanneming mag geven).Het gerechtelijk arrondissement is deze bestaande op 1 juni 2013 en niet deze van latere hervormingen.

15.2.2. Evaluatie van de uitgevoerde diensten.

Indien tijdens de uitvoering van de diensten abnormaliteiten worden vastgesteld, zal dit onmiddellijk aan de dienstverlener per fax of e-mail worden gemeld en nadien per aangetekende brief worden bevestigd. De opdrachtnemer is verplicht om de niet-conform uitgevoerde diensten over te doen.

15.3. Het team aangesteld voor het beheer van de betrekkingen met de DCK

In het kader van deze opdracht moet de effecten- en deviezenbeheerder een persoon aanstellen in een kader- en coördinatiefunctie die belast is met het beheer van de betrekkingen met de DCK (helpdesk, beschikbare en speciaal aangestelde gesprekspartner, enz.) alsook van de aangeboden IT- ondersteuning.

Deze functie wordt waargenomen door een kaderlid van het niveau "middle management" die onder meer belast is met de volgende verantwoordelijkheden:

- de goede communicatie en contact met de DCK, hetzij direct hetzij via een SPOC (Single Point Of Contact),

- het beheer van en het administratieve toezicht op de in het kader van deze opdracht te leveren diensten buiten het strikte dagelijkse beheer,

- de oplossing van problemen,

- het toezicht op de IT-ondersteuning.

Deze SPOC zal toegankelijk zijn tijdens de werkuren (08.00 uur - 18.00 uur) en moet binnen 2 uur gevolg geven aan elk verzoek van de DCK, op straffe van boeten zoals bepaald onder punt "19.2. Boeten" van dit bijzonder bestek.

De contactgegevens (gsm, telefoon, adres, e-mail, fax, enz.) van dit kaderlid en van het SPOC moeten bij de kennisgeving van de gunning van de opdracht worden meegedeeld. In geval van afwezigheid van dit kaderlid of van het SPOC (verlof, vakanties, enz.), moet de dienstverlener minstens 24 uur op voorhand de contactgegevens van de vervanger(s) meedelen.

15.4 “KICK OFF”-meeting

Binnen een termijn van maximaal vijftien kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van gunning van de opdracht, moeten de opdrachtnemer en de FOD Financiën verplicht hun eerste stuurvergadering houden, "KICK OFF-meeting" genoemd.

Deze vergadering is bedoeld om de respectieve teams, hun samenstelling en hun bevoegdheden voor te stellen, de kalender op te stellen van de verslagvergaderingen en van de stuurgroep, de planning te bepalen van de uitvoering van de opdracht, enz.

16. Facturatie en betaling van de diensten.

De facturatie gebeurt driemaandelijks. Aan het einde van elk kalenderkwartaal, en voor de eerste keer op 01/01/2014, stuurt de dienstverlener aan het hierna vermelde adres de afrekening van zijn beheersactiviteit, alsook van de uitgevoerde transacties en de kosten van derden die hij voor de DCK heeft voorgeschoten:

FOD Financiën, Deposito- en Consignatiekas

Dienst Boekhouding Xxxxxxxxx 00

1040 Brussel

Enkel behoorlijk uitgevoerde diensten mogen worden gefactureerd.

De betaling gebeurt binnen een termijn van 50 kalenderdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van de verklaring van schuldvordering, voor zover de andere eventueel vereiste documenten binnen de vastgestelde termijnen aan de aanbestedende overheid werden overgemaakt.

De factuur dient te worden opgesteld in euro.

De deviezenbeheerder wordt erop gewezen dat hij in geen geval de rekeningen van de DCK direct mag debiteren met het bedrag van de overdrachtskosten van de deviezen en dat deze kosten (i) in euro moeten worden omgezet en (ii) het voorwerp moeten zijn van een kwartaalfacturatie die de DCK overeenkomstig dit artikel zal betalen.

17. Bijzondere verbintenissen voor de dienstverlener.

Alle resultaten en verslagen opgesteld door de dienstverlener in de uitvoering van de opdracht zijn eigendom van de aanbestedende overheid en mogen niet worden gepubliceerd of aan derden worden meegedeeld zonder de schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid.

De dienstverlener en zijn medewerkers zijn gebonden door de geheimhoudingsplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van deze opdracht. De informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid aan derden worden meegedeeld. De dienstverlener mag deze opdracht echter wel opgeven als referentie.

18. Geschillen.

Alle betwistingen met betrekking tot de uitvoering van deze opdracht worden uitsluitend beslecht voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel. De voertaal is het Nederlands of het Frans.

De aanbestedende overheid is in geen geval aansprakelijk voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De dienstverlener vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke vordering van schadevergoeding door derden in dit verband.

19. Straffen en boeten

19.1. Straffen

Elke niet-uitgevoerde dienst in het kader van deze opdracht, geeft aanleiding tot de toepassing van een forfaitaire straf van 1250,00 EUR.

19.2. Boeten

Voor elke dienst die niet wordt uitgevoerd binnen de door de aanbestedende overheid opgelegde termijnen en onder meer de valutadatum, wordt per inbreuk op deze termijnen en per kalenderdag vertraging, van rechtswege een forfaitaire boete toegepast van 500,00 EUR voor niet-uitvoering.

De boeten zijn van rechtswege toepasselijk, zonder enige formaliteit of kennisgeving.

19.3. Aanrekening van straffen en de boeten

Het bedrag van de boeten en straffen, alsook het bedrag van de schadevergoedingen, kosten of uitgaven die voortvloeien uit of zullen voortvloeien uit de toepassing van de ambtshalve maatregelen, worden verrekend op de bedragen, van welke aard ook (facturen), die aan de dienstverlener verschuldigd zijn.

19.4. Klachten en verzoekschriften.

Alle klachten en verzoekschriften moeten per aangetekende brief worden geadresseerd aan , Mr Xx Xxxxxxxxx, belast met de directie van de dienst Xxxxxxxx’x, consignaties en verzetbetekeningen, Xxxxxxxxx 00 xx 0000 XXXXXXX.

1210 Brussel,

Xxxx X’XXXXX,

Voorzitter van het Directiecomité.

B. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

0. Ontvankelijkheidsvoorwaarden

Eerste ontvankelijkheidsvoorwaarde

De inschrijver moet onderworpen zijn aan het recht van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte.

Tweede ontvankelijkheidsvoorwaarde

De inschrijver moet erkend zijn door zijn bevoegde overheid en in voorkomend geval door de marktregulator (België) om gedematerialiseerde effectenrekeningen voor derden te houden.

1. Effectenbeheer

1.1. Beschrijving van de context.

Effecten, zowel Belgische als buitenlandse effecten, worden bij de DCK gedeponeerd. Deze effecten zijn de eigendom van derden en de opdracht van de DCK bestaat in de bewaarneming van deze effecten en de teruggave ervan aan hun rechthebbenden. Deze effecten worden krachten verschillende wetgevingen bij de DCK gedeponeerd:

1.1.1. De wetgeving betreffende de borgstellingen, borgtochten, consignaties, enz.

Sommige personen moeten bij de DCK effecten deponeren ter waarborging van de goede uitvoering van verbintenissen die ze tegenover derden zijn aangegaan. Wanneer deze verbintenissen correct werden uitgevoerd, moet de DCK hun de in bewaring genomen effecten teruggeven.

0.0.0.Xx wetgeving op de slapende rekeningen.

Krachtens Hoofdstuk V van de Wet van 24/07/2008 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 7/8/2008, p. 41.191), moeten banken en verzekeringsondernemingen tegoeden, afkomstig van slapende rekeningen, kluizen, (slapende effecten en deviezen enkel voor zover deze op een rekening kunnen worden ingeschreven) aan de Deposito- en Consignatiekas overmaken indien het onmogelijk is hun houder of begunstigde terug te vinden.

De DCK zal deze tegoeden voor een periode van 30 jaar bewaren, waarna zij toekomen aan de Staat indien zij niet opgeëist zijn door hun houder of rechthebbende (principe van de verkrijgende verjaring).

Onder deze tegoeden bevinden zich effecten (aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, enz.) die beheerd en bewaard dienen te worden.

Het totaal volume (“de stock”) van de effecten is niet gekend, noch hun waarde.

Betrouwbare schattingen maken echter melding van een totale portefeuille van slapende effecten met een marktwaarde van ongeveer 20 miljoen euro (eind december 2009).

Deze slapende effecten moeten worden gestort in 2 laatste jaarlijkse schijven van elk 25 % van het totaal (augustus 2014, 2015).

Aan dit totaal startvolume moet de "flow" worden toegevoegd, d.w.z. effecten afkomstig van rekeningen en kluizen die na de inwerkingtreding van de wet van 24/7/2008 slapend zijn geworden.

De DCK kent noch de samenstelling, noch de aard, noch de rechtsvorm, noch de geografische herkomst van de slapende effecten (zowel de "stock" als de "flow").

De DCK is belast met de bekendmaking van de slapende tegoeden en houdt in dit opzicht een “dynamisch register” bij waarin alle slapende tegoeden zijn opgenomen. Personen die een wettig belang aantonen, hebben toegang tot dit dynamisch register onder bepaalde voorwaarden.

Beleggings- en kredietinstellingen moeten aan de DCK de gegevens overmaken zoals bedoeld in het KB van 14/11/2008 tot uitvoering van de artikelen 28, 32, 38 en 45 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (B.S. 19/11/2008, p. 61.503) zodanig dat deze laatste deze tegoeden correct kan teruggeven aan de begunstigden die zich aanmelden. De DCK moet deze gegevens opgenomen in het “dynamisch register”, systematisch overeenstemmen met de door de banken en verzekeringsondernemingen feitelijk overgedragen slapende tegoeden, en dus met de feitelijk aan de beheerder overgedragen en door hem beheerde effecten.

1.1.3. De wetgeving op het beheer van de in beslag genomen en verbeurdverklaarde effecten.

De DCK zal in de toekomst waarschijnlijk het beheer van de in beslag genomen en verbeurdverklaarde effecten overnemen, dit beheer wordt tot op heden verzekerd door het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (FOD Justitie). Conceptueel gezien, zou dit beheer niet moeten verschillen van het beheer sub 1.1.1 of sub 1.1.2..

1.1.4. De wet van 14 december 2005 voorziet in de afschaffing van de effecten aan toonder (dematerialisatie).

Vanaf 1 januari 2008, kunnen effecten door de emittent enkel nog uitgegeven worden in de vorm van effecten op naam of gedematerialiseerde effecten en de bestaande effecten worden omgezet in gedematerialiseerde effecten naarmate ze op een effectenrekening worden ingeschreven. De houders van effecten aan toonder moeten uiterlijk op 31/12/2013 de omzetting ervan verzoeken in gedematerialiseerde effecten of in effecten op naam.

Na deze datum worden de effecten aan toonder waarvan de omzetting niet werd verzocht, van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten en door de emittent op zijn naam ingeschreven op een effectenrekening.

Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten( al dan niet genoteerd op een gereglementeerde markt) wier rechthebbende ongekend is, door de emittent verkocht.

De opbrengsten van de verkoop worden bij de Deposito- en Consignatiekas gestort, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt, met de betaling van een boete van 10 % (per jaar) van het bedrag van de effecten die het voorwerp zijn van het verzoek tot teruggave.

De effecten die op 30 november 2015 niet zijn verkocht, moeten door de emittent in de vorm van effecten op naam aan de Deposito- en Consignatiekas worden overgemaakt en de teruggave aan hun rechthebbenden zal eveneens onderworpen zijn aan een jaarlijkse boete van 10 % van hun waarde.

Zelfs indien vanuit juridisch oogpunt na 30 november 2015 niet echt sprake meer kan zijn van "effecten" maar eerder van een document waarmee een (gedematerialiseerd) effect kan worden afgegeven, moeten de door de houders aangeboden "effecten" worden beheerd (controle, enz.).

1.2. Te leveren diensten.

1.2.1. Te leveren diensten voor de effecten bedoeld in 1.1.1. supra

De door de beheerder van effecten te leveren diensten omvatten:

1°. Deposito

De effecten ontvangen en op een effectenrekening in bewaring nemen of in een kluis bewaren per rubriek (vb.: borgtochten - gerechtelijke consignaties - onvrijwillige buitenbezitstellingen - squeeze- out), per dossier en per ISIN-code.

De DCK op de hoogte brengen van het deposito (rekeninguittreksel).

2°. Rente

Op de vervaldagen rente innen en aan de DCK storten.

Voor de borgtochten: Via VSE of andere de betalingsgegevens per dossier in detail overmaken. En dit 2 x per maand om ons toe te laten de betalingsstukken op te maken. Vóór de vervaldag (uiterlijk 1 dag ervoor) ons het bedrag ervan bevestigen.

Voor de gerechtelijke consignaties en de onvrijwillige buitenbezitstellingen: De rente en de dividenden van de vervallen coupons innen en de tegenwaarde ervan op de rekening van de DCK storten. Het detail van de verrichting aan de DCK overmaken. (xxx xxxxxxx, dossier, ISIN-code).

3°. Vervanging van de effecten (uitsluitend borgtocht) In opdracht van de DCK.

De vervanging afwikkelen; teruggave van de oude effecten en tegelijkertijd het deposito van de nieuwe effecten.

De DCK op de hoogte brengen van het deposito en van de opname (rekeninguittreksel).

4°. Teruggave

In opdracht van de DCK de effecten op de rekening van de rechthebbende storten. De DCK op de hoogte brengen van de storting (rekeninguittreksel).

5°. Vervallen effecten

Voor de borgtochten: De DCK een paar weken vóór de vervaldag op de hoogte brengen:

In opdracht van de DCK herbeleggen in identieke effecten met dezelfde looptijd en hetzelfde nominaal kapitaal.

De DCK op de hoogte brengen van de herbelegging (rekeninguittreksel).

Voor de gerechtelijke consignaties: De vervallen effecten innen en de tegenwaarde op de rekening van de DCK storten.

Het detail van de verrichting aan de DCK overmaken.

6°. Tegeldemaking van de effecten (verjaringen - onvrijwillige buitenbezitstellingen)

In opdracht van de DCK de effecten met alle middelen verkopen en de opbrengst ervan op de rekening van de DCK storten. Het detail van de verrichting of het waardeloos maken aan de DCK overmaken.

7°. Omruiling van de effecten (uitsluitend voor de gerechtelijke consignaties en de onvrijwillige buitenbezitstellingen)

De DCK op de hoogte brengen van het ruilaanbod. Na machtiging van de DCK de omruiling uitvoeren.

De DCK op de hoogte brengen van de verrichting (rekeninguittreksel).

8°. Vernietiging van waardeloze effecten

In opdracht van de DCK de waardeloze effecten vernietigen. De DCK op de hoogte brengen (rekeninguittreksel).

9°. Overdracht tussen rubrieken

Effecten eventueel van een rubriek op een andere kunnen overdragen.

10°. Verslagen

Voor de boekhouding maand- en kwartaalstaten opstellen van de deposito's en teruggaven per rubriek volgens de instructies van de DCK.

Elk kwartaal aan de DCK een inventaris per rubriek, per dossier en ISIN-code overmaken.

1.2.2. Te leveren diensten voor de effecten bedoeld in 1.1.2. en 1.1.3. supra

De door de effectenbeheerder te leveren diensten omvatten:

1°. Het op een rekening zetten van elk effect dat in België op een rekening bestaat (vóór 1/1/2014 betreft dit niet de op een rekening geplaatste fysieke effecten, behalve indien de emittent ze in gedematerialiseerde vorm heeft aangeleverd). Een computerprogramma zal eventueel ter beschikking worden gesteld, zodat de informatie aan de DCK wordt overgemaakt overeenkomstig de wet op de slapende rekeningen, zonder dat de effecten eveneens moeten worden overgedragen.

2°. Enigerlei verrichtingen met betrekking tot het beheer van deze effecten, op voorwaarde dat dit beheer passief is en dat het gaat om een collectief beheer (de effectenbeheerder zal het totaal van effecten beheren; de verdeling van de effecten onder de individuele begunstigden zal worden uitgevoerd door de DCK).

3°. De storting, aan elke instelling aangeduid door de DCK, van de opbrengsten van de beheerde effecten, alsook de tegenwaarde van de effecten die definitief vervallen (obligaties) of het voorwerp zijn van een omzetting in speciën. Overeenkomstig artikel 28/1 van de wet van 24 juli 2008 wordt gespecificeerd dat de in deviezen uitgedrukte opbrengsten van de effecten, door de DCK of zijn gemachtigde in euro worden omgezet.

4°. De verkoop of aankoop van de effecten die de DCK hem aanduidt en de vernietiging van effecten overeenkomstig artikel 28/1 lid 3 van de wet van 24 juli 2008.

5°. De overdracht van de effecten:

(I) vanaf de bank of de kredietinstelling die de slapende effecten overdraagt naar de effectenrekening van de effectenbeheerder,

(II) vanaf de effectenrekening van de effectenbeheerder naar de effectenrekening van de persoon aan wie de effecten moeten worden teruggegeven.

6°. De terbeschikkingstelling, volgens het door de DCK bepaalde formaat, van de nodige gegevens aan de DCK voor

(I) het in overeenstemming brengen van de beheerde effectenportefeuille met de informatie ontvangen van de overdragende banken,

(II) het toezicht op de inning van de opbrengsten van de beheerde effecten en van hun tegenwaarde wanneer ze definitief vervallen of in speciën werden omgezet en de gelden aan de rechthebbende te kunnen overmaken,

(III) het beheer van om het even welke collectieve verrichtingen (omruiling van effecten, kapitaalsverhoging, enz.).

Dit omvat onder meer, zonder uitputtend te zijn:

▪ De terbeschikkingstelling van de nodige informatie aan de DCK telkens (1) slapende effecten aan de effectenbeheerder worden gestort door banken die slapende rekeningen houden, en (2) emittenten en hun vertegenwoordigers opbrengsten of de tegenwaarde in speciën van effecten aan de effectenbeheerder storten, zodanig dat de feitelijke stortingen in zijn bezit in overeenstemming kunnen worden gebracht met de gegevens ontvangen door de DCK.

▪ De terbeschikkingstelling aan de DCK, vier keer per jaar (een keer per kwartaal) van de nodige gegevens om alle informatie ontvangen van de banken in overeenstemming te kunnen brengen met de feitelijke door hem beheerde portefeuille, met inbegrip van een indicatieve koers voor elk effect dat hij beheert.

▪ De terbeschikkingstelling aan de DCK aan het einde van elk kwartaal (uiterlijk 31/3, 30/6, 30/9 en 31/12) van de marktwaarde van alle beursgenoteerde effecten (de obligaties worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde en de disconto effecten – zero coupons, enz. - tegen hun aankoopwaarde; geen enkele waardebepaling betreffende deze categorieën van effecten dient bijgevolg meegedeeld te worden aan de DCK)

1.2.3. Te leveren diensten voor de effecten bedoeld in 1.1.4. supra

De opdrachtnemer moet bereid zijn de opdracht vanaf 1 januari 2015 uit te voeren.

Hij zal toegang hebben tot een door de DCK ontwikkelde computerapplicatie, onverminderd zijn eigen computerprogramma's ter zake.

De door de effectenbeheerder te leveren diensten omvatten:

1°. De terbeschikkingstelling van het publiek van contactpunten waar de houders van effecten aan toonder zich kunnen aanmelden die niet het nodige hebben gedaan voor de dematerialisatie van hun effecten binnen de door de wet bepaalde termijnen;

2°. De controle van de geldigheid van deze effecten en onder meer erop toe te zien dat ze niet het voorwerp zijn van een verzet;

3°. De controle dat de aangeboden effecten effectief het voorwerp zijn geweest van een overdracht aan de DCK en dat dergelijke effecten beschikbaar blijven voor hun teruggave;

4°. De controle van het recht op teruggave van de persoon die erom verzoekt;

5°. De mededeling aan de DCK van de nodige gegevens voor de teruggave van de effecten in de vorm van effecten op naam of voor de betaling van het bedrag van hun verkoop, volgens de door de DCK bepaalde procedures en normen (gegevens betreffende de effecten, gegevens betreffende de verzoeker, eventueel gegevens voor de betaling op de bankrekening van de verzoeker);

6°. Het doen ondertekenen door de verzoeker van een document waarin hij zijn verzoek bevestigt en hem een kopie ervan overhandigen als ontvangstbewijs van de overhandigde effecten;

7°. Toezien op de onmiddellijke annulering van de overhandigde effecten aan toonder en hun bewaring tot aan hun vernietiging, in een dematerialisatie plan die zich voorzet tot 2026, met de garantie dat deze effecten niet langer in omloop zijn;

8°. Toezien op de overdracht van de effecten voor hun vernietiging overeenkomstig de door de DCK bepaalde modaliteiten.

1.3. Andere specificaties.

Volgende punten worden verduidelijkt:

▪ De DCK is vrijgesteld van roerende voorheffing op grond van artikel 39 van het Koninklijk Besluit n°150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934.

▪ De overdrachtskosten van de effecten van de effectenrekening van de DCK geopend in de boeken van de effectenbeheerder naar de effectenrekening van de rechthebbende, zijn ten laste van degene aan wie de effecten worden teruggegeven (houder van de rekening of begunstigde van de effecten, al naargelang). De effectenbeheerder zal het nodige doen voor de terugbetaling van de overdrachtskosten door de bank in de boeken van welke de rekening is geopend waarop de overgedragen effecten worden gestort of, bij gebreke hieraan, door de belanghebbende zelf. De DCK kan in geen geval gehouden zijn enige som, van welke aard dan ook te betalen. Deze overdrachtskosten kunnen nooit worden beschouwd als “kosten van derden”.

▪ In voorkomend geval kan de effectenbeheerder zonder kosten de effectenrekeningen overnemen, geopend door de NBB op naam van de DCK in de boeken van de banken die slapende effecten hebben, interne effectenrekeningen bij de banken op welke de slapende effecten van elke bank in een eerste fase worden overgedragen.

▪ De leningen van de Belgische Staat (staatsbons, enz.) kunnen in het Grootboek van de Staatsschuld worden neergelegd, die ze bewaart en het gratis beheer ervan verzekert (contact: Xxx XXXX, eerste attaché van financiën, tel: x00 (0)000 000 00, fax: x00 (0)000 000 00, e-mail: xxx.xxxx@xxxxxx.xxx.xx

▪ Artikel 28/1 van de wet van 24 juli 2008 definieert de omstandigheden waarin de DCK bepaalde effecten kan doen verkopen. De effectenbeheerder moet aan de DCK de gepaste aanbevelingen doen om de kosten te beperken van de overdrachten en de transacties die de uitvoering van deze bepaling met zich meebrengt. Overeenkomstig voornoemd artikel 28/1 moet de opdrachtnemer zonder kosten de effecten schrappen die de DCK hem verzoekt te vernietigen.

▪ De inschrijver zal de eventuele “kosten van derden” voor rekening van de DCK voorschieten en kan er de terugbetaling van verkrijgen op voorlegging van de bewijsstukken, vergezeld van een factuur van de derde in kwestie.

Onder “kosten van derden” wordt verstaan de kosten gedragen voor rekening van derden voor prestaties die geleverd zijn buiten elke controle van de inschrijver voor rekening van de DCK. Zo zijn eveneens te beschouwen als kosten van derden, kosten gefactureerd door een deposant van effecten ( fysieke en gedematerialiseerde), andere dan de inschrijver, zijn bijkantoren, dochterondernemingen of ondernemingen die hij controleert. Deze bepaling belet niet dat de inschrijver de kosten van derden in rekening brengt die in het kader van deze opdracht gefactureerd zijn aan zijn bijkantoren, dochterondernemingen en ondernemingen die hij controleert.

▪ Effecten, afkomstig uit een slapende kluis die niet op een rekening in België kunnen of moeten worden gezet, worden niet overgedragen aan de DCK als slapende effecten en worden in een verzegelde enveloppe geplaatst, samen met de overige voorwerpen, gevonden in de kluis (Cfr. Memorandum of Understanding tussen DCK en Febelfin. Algemene bepalingen).

2. Deviezenbeheer

2.1. Beschrijving van de context.

Deviezen afkomstig van diverse bronnen, worden bij de DCK gedeponeerd:

2.1.1 Bron 1:

Krachtens Hoofdstuk V van de Wet van 24/07/2008 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 7/8/2008, p. 41.191), moeten banken en verzekeringsondernemingen tegoeden, afkomstig van slapende rekeningen, kluizen, (slapende effecten en deviezen enkel voor zover deze op een rekening kunnen worden ingeschreven) aan de Deposito- en Consignatiekas overmaken indien het onmogelijk is hun houder of begunstigde terug te vinden.

Onder deze tegoeden bevinden zich deviezen die moeten worden beheerd.

Het totaal volume ("de stock") van deze deviezen wordt geschat op een equivalent van € 20 tot 25 miljoen en wordt gestort in 4 jaarlijkse schijven van elk 25 % van het totaal (in augustus 2010, 2011, 2013 en 2014)

Aan dit totaal startvolume moet de "flow" worden toegevoegd, d.w.z. de deviezen afkomstig van rekeningen, kluizen en verzekeringscontracten die na de inwerkingtreding van de wet slapend zijn geworden.

De DCK is belast met het bijhouden van een "dynamisch register" waarin alle slapende tegoeden zijn opgenomen. Personen die een wettig belang aantonen, hebben toegang tot dit dynamisch register.

Beleggings- en kredietinstellingen moeten aan de DCK de gegevens overmaken zoals bedoeld in het KB van 14/11/2008 tot uitvoering van de artikelen 28, 32, 38 en 45 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (B.S. 19/11/2008, p. 61.503) zodanig dat deze laatste deze tegoeden correct kan teruggeven aan de begunstigden die zich aanmelden. De DCK moet deze gegevens opgenomen in het “dynamisch register”, systematisch overeenstemmen met de door de banken en verzekeringsondernemingen feitelijk overgedragen slapende tegoeden, en dus met de feitelijk aan de beheerder overgedragen en door hem beheerde deviezen.

2.1.2. Bron 2:

De deviezen worden eveneens bij de DCK gedeponeerd krachtens haar algemene organische reglementering (diverse consignaties, enz.)

2.1.3. Bron 3:

De DCK zal in de toekomst het beheer van de in beslag genomen en gerechtelijk verbeurdverklaarde deviezen overnemen, dit beheer werd tot op heden verzekerd door het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en Verbeurdverklaring (FOD Justitie). Conceptueel gezien zou dit beheer niet moeten verschillen van het beheer van de slapende deviezen, aangezien het eveneens betrekking heeft op een passief beheer van de deviezen voor rekening van de eigenaar ervan.

2.1.4. Volume:

De door de DCK beheerde deviezen worden op 31/12/2012 als volgt opgesplitst:

Totaal

AUD	150.711,11
CAD	18.126,15
CHF	852.219,35
DKK	588.96
GBP	1.398.073,40
HKD	292.724,18
HUF	3.445.525,42
PLN	41.942,44
USD	4.064.482,63

2.2. Te leveren diensten.

De door de deviezenkassier te leveren diensten omvatten:

1°. Het op een rekening zetten van ieder devies die in België op een rekening bestaat.

2°. Enigerlei verrichtingen met betrekking tot het beheer van deze deviezen, hetzij per deviezen hetzij alle deviezen samen zonder onderscheid volgens deviezen ("cash pooling") naar keuze van de DCK. Dit beheer zal, naar keuze van de DCK, op korte, middellange of lange termijn zijn, met inbegrip van een opsplitsing van de deviezen tussen deze drie horizonten alsook de aankoop en verkoop van financiële instrumenten in deviezen (staatspapier).

3°. De terbeschikkingstelling aan de DCK, volgens een met de DCK onderling overeengekomen formaat (XML of andere, volgens de beslissing van de DCK), van de nodige gegevens voor het in overeenstemming brengen van de deviezenportefeuille, onder meer van de overgedragen slapende deviezen, met de informatie ontvangen van de overdragende banken (slapende fondsen in deviezen). Dit omvat onder meer, zonder uitputtend te zijn:

▪ De terbeschikkingstelling van de nodige informatie aan de DCK telkens hem "slapende" deviezen worden gestort door banken die slapende rekeningen houden in deviezen, zodanig dat de feitelijke stortingen in zijn bezit in overeenstemming kunnen worden gebracht met de gegevens ontvangen door de DCK.

▪ De terbeschikkingstelling aan de DCK van alle nodige informatie voor het in overeenstemming brengen van de informatie ontvangen van de overdragende instelling met de feitelijke overdracht.

▪ De terbeschikkingstelling aan de DCK, vier keer per jaar (een keer per kwartaal) van de nodige gegevens om alle informatie ontvangen van de banken in overeenstemming te brengen met de feitelijke door hem beheerde portefeuille, met inbegrip van een indicatieve koers voor elke deviezen die hij beheert.

▪ De maandelijkse terbeschikkingstelling aan de DCK van een verslag (voor elke deviezen apart of voor de "pool" van de deviezen in geval van "cash pooling") waarin het/de gemiddelde rentetarief/rentetarieven zijn opgenomen van de door de DCK verdiende rente(n).

4° De deviezenkassier moet boekhoudkundig (niet voor het feitelijk beheer) voor elke deviezen verschillende categorieën of bedragen afzonderen van tegoeden beheerd in dezelfde deviezen overeenkomstig de statutaire regels van de DCK (bijvoorbeeld de "cash" tegoeden in deviezen brengen

rente op voor de rechthebbenden, in tegenstelling tot de opbrengst van de terugbetaling in cash van de vastrentende effecten in deviezen).

5°. Het deposito in speciën aan de loketten van de aangestelde dienstverlener door ambtenaren van de DCK of door haar gemachtigde personen is volledig kosteloos.

2.3. Andere specificaties.

Volgende punten worden verduidelijkt:

▪ De DCK is vrijgesteld van roerende voorheffing op grond van artikel 39 van het Koninklijk Besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934.

▪ in geen geval mag het algemeen deviezenbeheer enigerlei kosten met zich meebrengen voor de Staat in zijn betrekkingen met de deviezenkassier (kosten voor het houden van de rekening, beheerkosten, informatiekosten, enz., met uitzondering van de hierna volgende bepalingen betreffende de overdracht van de deviezen). Enigerlei kosten voor het deviezenbeheer moeten minstens gedekt zijn door de inkomsten van het deviezenbeheer, behalve in uitzonderlijke omstandigheden (nul creditrente, enz.) in welk geval de DCK en de deviezenkassier een oplossing overeenkomen die voor de financiën van de Staat het meest voordelig is.

Indien de deviezen apart worden beheerd, is deze bepaling op elke deviezen apart van toepassing.

Indien de deviezen worden beheerd in de vorm van "cash pooling", is deze bepaling algemeen en zonder onderscheid van toepassing op alle deviezen die voor de "cash pooling" in aanmerking komen.

▪ Met betrekking tot de geldtransacties en onverminderd de Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, en ook de wet van 10/12/2009 die deze richtlijn in Belgisch recht omzet, moeten de volgende procedures worden gevolgd:

- overdracht van de slapende deviezen oor de bank waar de slapende rekening in deviezen zich bevindt, aan de deviezenkassier: alle overdrachtskosten worden door de bank afgehouden die de storting uitvoert ("OUR") (gestort bedrag = netto);

- terugbetaling van de slapende deviezen door de deviezenkassier aan de "wakkere" houder die zijn tegoed in deviezen opeist: de overdrachtskosten worden afgehouden door de financiële instelling naar welke de "wakkere" houder de overdracht van zijn tegoed in deviezen verzoekt ("BEN") (gestort bedrag = bedrag aangeduid door de DCK dat aan de houder moet worden gestort, zonder aftrek van kosten).

- andere door de DCK beheerde deviezen: in principe toepassing van het systeem "SHARE".

▪ De overdrachtskosten van deviezen worden uitsluitend betaald op voorlegging door de deviezenbeheerder van een kwartaalfactuur uitgedrukt in euro, eventueel na omzetting in euro van kosten uitgedrukt in deviezen. Het is de deviezenbeheerder uitdrukkelijk verboden om welke rekening van de DCK dan ook ambtshalve te debiteren voor de terugbetaling van zijn kosten.

▪ De valutadatum van de IN/OUT-verrichtingen is maximaal D + 1. De inschrijver moet in zijn offerte de tijdslimiet vermelden tegen welke de aanbestedende overheid zijn instructies moet geven in D voor de inachtneming van deze bepaling.

Er wordt op gewezen in de zin van dit bijzonder bestek geen enkele verrichting als "dringend" zal worden beschouwd.

C. BIJLAGEN.

INLICHTINGENBLAD

BELANGRIJK:

GELIEVE STRIKT DE VOORSCHRIFTEN VAN ARTIKEL 89 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996 NA TE LEVEN. DIT ARTIKEL VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996 BEPAALT HET VOLGENDE:

“De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de samenvattende opmetingsstaat of de inventaris in op het eventueel bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorende model is.

De documenten worden door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend.

Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden.”

1. Aanduidingen op het offerteformulier.

- Voor een natuurlijke persoon die als inschrijver optreedt dient te worden vermeld: zijn naam, zijn voornaam, zijn hoedanigheid of beroep en zijn nationaliteit.

- Voor de vennootschappen aanduiden:

“De firma (firmanaam of benaming, vorm,

nationaliteit en zetel) vertegenwoordigd door de ondergetekende (naam, voornaam, hoedanigheid)”.

- Voor de verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid aanduiden:

“Ondergetekenden ......................................................... (voor elke partner van de tijdelijke vereniging: de naam, de voornaam, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en de woonplaats, het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van elke partner van de tijdelijke vereniging of het inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van de vereniging zelf, indien de tijdelijke vereniging ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, in tijdelijke vereniging voor onderhavige aanneming, verbinden zich hoofdelijk op hun roerende en onroerende goederen ”.

Bovendien, in de offerte vernoemen, diegene onder hen die ermede belast is de vereniging te vertegenwoordigen tegenover de aanbestedende overheid.

Voor de Belgische ondernemingen die personeel tewerk stellen, moet het volledige inschrijvingsnummer van de inschrijver bij de Kruispuntbank van Ondernemingen vermeld worden. De Belgische inschrijvers zijn niet langer verplicht om bij hun offerte het attest te voegen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De aanbestedende overheid kan die informatie direct bij het elektronisch loket aanvragen.

Alle bijlagen dragen de volgende vermelding: “Om gevoegd te worden bij mijn offerte van ...................... en er integraal deel van uitmakend” (gevolgd door handtekening en datum alsook de naam, voornaam en hoedanigheid van degene die ondertekent).

OFFERTEFORMULIER

FOD Financiën

Algemene Administratie van de Thesaurie Deposito- en Consignatiekas

Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx (Xxxxxx),

Mr Xx Xxxxxxxxx, belast met de directie van de dienst Xxxxxxxx’x, consignaties en verzetbetekeningen

Fax: x000 000 00 00.

BIJZONDER BESTEK DCK 01.

ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG VOOR DE AANSTELLING VAN EEN EFFECTEN- EN DEVIEZENBEHEERDER VOOR REKENING VAN DE FOD FINANCIËN, DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS

De firma:

(volledige benaming)

met adres:

(straat) (postnummer en gemeente)

(land)

Ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer

(naam) (functie)

en waarvoor Xxxxxxxx/Mevrouw (*)

gedomicilieerd op het adres

(straat) (postnummer en gemeente)

(land)

die als inschrijver of gevolmachtigde optreedt en hieronder ondertekent, zich verbindt, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen van het bijzonder bestek DCK-01, tot de uitvoering van de diensten beschreven in dit bijzonder bestek, uit te voeren tegen de hierna vermelde prijzen, kosten en rendementen, aangeduid in letters en in cijfers, uitgedrukt in EURO, exclusief btw, namelijk:

Voor het effectenbeheer:

1.

De unieke forfaitaire kost voor de initiële inschrijving van de effectenlijnen

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een enig bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een enig bedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

2.

De forfaitaire eenheidskost voor het beheer van de effecten buiten de dematerialisatie

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een bedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

3.

De forfaitaire eenheidskost die alle nodige kosten dekt nodig voor het beheer van de dematerialisatie

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een enig bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een bedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

4.

De eenheidskost per overdracht ten laste van de DCK (per effectenlijn)

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een eenheidsbedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

5.

De eenheidskost per overdracht van effecten (per effectenlijn)

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een eenheidsbedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

B. Voor het deviezenbeheer

1.

De forfaitaire jaarlijkse kost voor het beheer van de deviezenrekeningen in "cash pooling":

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een jaarlijks forfaitair bedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

2.

Het aangeboden rendement voor het beheer van de rekeningen in de deviezen (beheer in “cash pooling’’):

3.

De eenheidskost voor de IN/OUT-verrichtingen (instap- en uitstapkosten van de vreemde valuta's) in “cash pooling’’:

- IN/SHARE

- OUT/SHARE

- IN/BEN

- OUT/BEN

- IN/OUR

- OUT/OUR

- Zijnde een totaal van (optellen van de 6 individuele kosten),

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een totaalbedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

C. Voor het effecten- en deviezenbeheer

De jaarlijkse forfaitaire kost voor de informatieverstrekking

[in letters en in cijfers in EURO]

waarbij de btw dient te worden gevoegd voor een bedrag van:

[in letters en in cijfers in EURO]

wat een totaal jaarlijks bedrag geeft, inclusief btw, van:

[in letters en in cijfers in EURO]

Het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid zal de verschuldigde sommen betalen door storting of overschrijving op

het rekeningnummer: IBAN

BIC

Nederlands/Frans*

(*) schrappen wat niet past

Er wordt gekozen voor het

als taal voor de interpretatie van het contract.

Alle briefwisseling betreffende de uitvoering van de opdracht moet worden gestuurd aan:

(straat) (postnummer en gemeente) (✆-nummer en fax)

op 20…

Te

Gedaan:

De inschrijver of gevolmachtigde:

(naam) (functie) (handtekening)

GOEDGEKEURD,