HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
OVERZICHT WETGEVING GEOGRAFISCHE DATA-INFRASTRUCTUUR VLAANDEREN
GDI-DECREET
Decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen
(B.S. 28 april 2009, I: te bepalen door Vlaamse Regering)
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2. Dit decreet regelt onder meer de omzetting van richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Europese Gemeenschap (INSPIRE).
Dit decreet doet op geen enkele wijze afbreuk aan de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
Art. 3. In dit decreet wordt verstaan onder :
1°instantie : een instantie als vermeld in artikel 3, 3°, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
2°derde partij : een natuurlijke persoon, een rech tspersoon of een groepering ervan die geen instantie is :
3°geografische gegevens : elektronische gegevens d ie direct of indirect verwijzen naar een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied;
4°geografisch object : een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied;
5°geografische gegevensbron : een identificeerbare verzameling van geografische gegevens;
6°geografische diensten : de bewerking van de geog rafische gegevens die zich in geografische gegevensbronnen bevinden of de verwerking van de aanverwante metagegevens door middel van een computertoepassing;
7°metagegevens : informatie waarin geografische ge gevensbronnen en geografische diensten worden beschreven en die het mogelijk maakt die gegevens te zoeken, te inventariseren en te gebruiken;
8°Geografische Data-Infrastructuur, hierna GDI te noemen : een logisch geheel van metagegevens, geografische gegevensbronnen en geografische diensten, technische specificaties en standaarden en de overeenkomsten betreffende de uitwisseling, de toegang en het gebruik ervan, met de daarbij behorende netwerkdiensten en technologieën, technische specificaties en standaarden, en de in overeenstemming met dit decreet ingestelde, beheerde of beschikbaar gemaakte mechanismen, processen en procedures en monitoring ervan;
9°deelnemer aan GDI-Vlaanderen : iedere instantie in de zin van artikel 4, § 1, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
10°interoperabiliteit : de mogelijkheid dat, zonde r terugkerende handmatige verrichtingen, geografische gegevensbronnen zodanig worden gecombineerd en geografische diensten zodanig op elkaar inwerken dat het verkregen resultaat coherent is en de meerwaarde van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten wordt verhoogd;
11°minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de uitbouw van een geografische informatie-infrastructuur;
12°agentschap : het Agentschap voor Geografische I nformatie Vlaanderen, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 houdende oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap « Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen »;
13°de INSPIRE-richtlijn : richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Europese Gemeenschap (INSPIRE);
14°harmonisering van geografische gegevensbronnen : de afstemming van geografische objectdefinities, objectidentificatie, objectmodellering, objectkenmerken en coderingswijze in functie van interoperabiliteit met geografische diensten die gelijksoortige geografische gegevens aanbieden;
15°geoportaal : een internetsite die een centrale toegang verschaft tot de GDI, of een equivalent daarvan;
16°e-commercedienst : een elektronische dienst die tot doel heeft de bestelling, betaling en eventueel ook de voortgangscontrole op de levering van geografische gegevensbronnen en geografische diensten op een veilige wijze af te handelen via het internet;
17°zoekdienst : een geografische dienst die het mo gelijk maakt om geografische gegevensbronnen en geografische diensten op te zoeken en de inhoud van de metagegevens weer te geven;
18°raadpleegdienst : een geografische dienst die h et minstens mogelijk maakt raadpleegbare geografische gegevensbronnen weer te geven en te bevragen;
19°overdrachtdienst : een geografische dienst die het mogelijk maakt om geografische gegevensbronnen geheel of gedeeltelijk te downloaden en uploaden en, als dat praktisch mogelijk is, ze rechtstreeks ter beschikking te hebben;
20°verwerkingsdienst : een geografische dienst die het mogelijk maakt om geografische gegevensbronnen te transformeren om tot interoperabiliteit te komen.
HOOFDSTUK II. — Het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen Afdeling I. — Oprichting en doel van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen
Art. 4. Er wordt een samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen opgericht, hierna GDI- Vlaanderen te noemen, dat tot doel heeft de aanmaak, het beheer, de uitwisseling, het gebruik en het hergebruik van geografische gegevensbronnen en geografische diensten te optimaliseren.
Art. 5. GDI-Vlaanderen zal instaan voor de uitbouw en de exploitatie van de GDI. Dat houdt onder meer in :
1°het gemeenschappelijk verwerven van geografische gegevensbronnen en geografische diensten;
2°het aanmaken, het beheren en het distribueren va n geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens;
3°het begeleiden, coördineren en promoten van geog rafische diensten;
4°het streven naar interoperabiliteit van geografi sche diensten en harmonisering van geografische gegevensbronnen;
5°het ontwikkelen van authentieke geografische geg evensbronnen;
6°het opzetten van geografische diensten voor het zoeken, het raadplegen, de overdracht en de verwerking van geografische gegevensbronnen;
7°het opzetten van opleidingsprogramma’s met betre kking tot geografische gegevensbronnen en geografische diensten;
8°het opzetten van een documentatiecentrum met het oog op kennisoverdracht en archivering van geografische gegevensbronnen en geografische diensten;
9°het valoriseren van Vlaamse GDI-expertise in bin nen- en buitenland; 10°de organisatie en coördinatie van de toegang to t de GDI;
11°het opstellen van technische voorschriften in v erband met specificaties en standaarden die nodig zijn voor het functioneren van de GDI.
Afdeling II. — Organisatie van het samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen Onderafdeling I. — Het agentschap
Art. 6. Het agentschap is belast met de operationele coördinatie van de uitbouw en de exploitatie van de GDI, rekening houdend met de bevoegdheden die door de bepalingen van deze afdeling zijn toegekend aan de Vlaamse Regering, de stuurgroep GDI-Vlaanderen en de GDI-raad.
Onderafdeling II. — Stuurgroep GDI-Vlaanderen
Art. 7. Er wordt een stuurgroep GDI-Vlaanderen opgericht, hierna de stuurgroep te noemen, bestaande uit afgevaardigden van de deelnemers aan GDI-Vlaanderen.
De stuurgroep heeft onder meer de volgende taken :
1°op eigen initiatief of op verzoek van de ministe r beleidsvoorstellen doen met betrekking tot strategische beleidsbeslissingen over de uitbouw van de GDI;
2°voorstellen doen over het opstellen van het ontw erp van GDI-plan en GDI-uitvoeringsplan; 3°voorstellen doen over de toegang, het gebruik, d e uitwisseling en het hergebruik van geografische gegevensbronnen en geografische diensten;
4°voorstellen van standaarden en richtlijnen uitwe rken met betrekking tot de aanmaak, het beheer, de uitwisseling en het gebruik van geografische gegevensbronnen en geografische diensten;
5°voorstellen welke geografische gegevensbronnen m oeten evolueren naar authentieke geografische gegevensbronnen en als dusdanig kunnen worden erkend;
6°voorstellen doen over de bijdrage van de deelnem ers aan GDI-Vlaanderen aan de kosten die verbonden zijn aan de ontwikkeling en het beheer van de centrale e-commercedienst, vermeld in artikel 34;
7°het vaststellen van de geografische gegevensbron nen en geografische diensten die moeten kunnen worden uitgewisseld door middel van de GDI;
8°het vaststellen van :
a) de functionaliteiten waaraan de GDI moet voldoen;
b) de zoekcriteria die de zoekdiensten, vermeld in artikel 26, § 1, 1°, moeten omvatten;
c) de elementen waarop de metagegevens, vermeld in artikel 14, betrekking hebben;
d) nadere regels voor het opstellen van metagegevens als vermeld in artikel 14;
9°het vaststellen van de technische voorschriften voor interoperabiliteit van geografische diensten en harmonisering van geografische gegevensbronnen;
10°het bewaken van de verhouding van GDI-Vlaandere n tot andere samenwerkingsverbanden;
11°het vaststellen van algemene richtlijnen met be trekking tot de gebruikerseisen en de bruikbaarheid van geografische diensten als vermeld in artikel 26, § 2, derde lid;
12°het vaststellen van de technische voorwaarden d ie een koppeling mogelijk maken tussen de geografische gegevensbronnen en geografische diensten uit de GDI en het netwerk, vermeld in artikel 26.
De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling en de werking van de stuurgroep en van een secretariaat dat belast is met de administratieve ondersteuning en de organisatie van de stuurgroep. De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter en de leden van de stuurgroep.
Onderafdeling III. — GDI-raad
Art. 8. Er wordt een GDI-raad opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van de maatschappelijke actoren en onafhankelijke experts die deskundig zijn voor geografische informatie.
De GDI-raad heeft als opdracht om op eigen initiatief of op verzoek van de minister strategisch advies te geven over de uitbouw van de GDI. Dit houdt onder meer in : 1°het geven van advies over de beleidsbrief en de beleidsnota van de minister;
2°het geven van advies over het ontwerp van GDI-pl an;
3°het geven van advies over de toegang tot de GDI van derde partijen van wie de geografische gegevensbronnen en geografische diensten gekoppeld zijn aan het netwerk, vermeld in artikel 26.
De GDI-raad is voor authentieke geografische gegevensbronnen als vermeld in artikel 22, een afnemersforum als vermeld in artikel 4, § 4, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer.
De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling en de werking van de GDI-raad en van een secretariaat, belast met de administratieve ondersteuning en de organisatie van de GDI- raad. De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter en de leden van de GDI-raad.
Art. 9. De Vlaamse Regering kan commissies oprichten die in de door haar bepaalde gevallen door de GDI-raad worden geraadpleegd.
De Vlaamse Regering bepaalt de samenstelling en de werking van de commissies en benoemt de voorzitters en de leden.
HOOFDSTUK III. — Planning van GDI-Vlaanderen Afdeling I. — Opstellen van het GDI-plan en het GDI-uitvoeringsplan
Art. 10. § 1. Het GDI-plan is het strategisch beleidsdocument van de Vlaamse Regering houdende de doelstellingen van GDI-Vlaanderen.
Het GDI-uitvoeringsplan is een gefaseerd uit te voeren voortschrijdend meerjarenprogramma voor de realisatie van de doelstellingen van GDI-Vlaanderen.
§ 2. De minister stelt een ontwerp van het GDI-plan en een ontwerp van het GDI- uitvoeringsplan op. Hij raadpleegt daarover de stuurgroep, die zelf een ontwerp kan voorstellen. Het ontwerp van het GDI-plan en het ontwerp van het GDI-uitvoeringsplan worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
De Vlaamse Regering stelt de nadere regels vast voor het opstellen en goedkeuren van het ontwerp van het GDI-plan en van het GDI-uitvoeringsplan.
Afdeling II. — Gezamenlijke aanmaak, bijwerking en financiering van geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens, opgenomen in het GDI-plan en het GDI-uitvoeringsplan
Art. 11. Het agentschap is gemachtigd om, voor projecten die gepland zijn in het GDI- uitvoeringsplan, in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest overeenkomsten te sluiten met de deelnemers aan GDI-Vlaanderen, met instanties die geen deelnemer aan GDI-Vlaanderen zijn en met derde partijen, voor de gezamenlijke aanmaak, bijwerking, het gebruik en de financiering van geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens.
HOOFDSTUK IV. — De GDI
Afdeling I. — Inhoud van de GDI.
Art. 12. De GDI bevat de volgende geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens :
1°die welke beheerd worden door de deelnemers aan GDI-Vlaanderen en die vallen onder een van de categorieën, vermeld in de bijlage, die bij dit decreet is gevoegd;
2°die welke beheerd worden door de deelnemers aan GDI-Vlaanderen en waarvan de stuurgroep heeft vastgesteld dat de onderlinge uitwisseling ervan nodig is voor het uitvoeren van taken van algemeen belang of het uitoefenen van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu;
3°die welke beheerd worden door een derde partij o f een instantie die geen deelnemer aan GDI-Vlaanderen is en waarvan de stuurgroep heeft beslist dat de toevoeging aan de GDI nodig is, voor zover een overeenkomst als vermeld in artikel 13, § 2, die toevoeging mogelijk maakt;
4°die welke, ter uitvoering van een overeenkomst a ls vermeld in artikel 11, gezamenlijk zijn aangemaakt.
De Vlaamse Regering past de bijlage aan volgens de wijzigingen die worden aangebracht aan de INSPIRE-richtlijn.
Afdeling II. — Verplichtingen van de deelnemers en het agentschap met betrekking tot de GDI.
Onderafdeling I. — Toevoeging van geografische gegevensbronnen en geografische diensten en metagegevens
Art. 13. § 1. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen voegen de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°en 2°, die ze beheren, aan de GDI toe overeenkom stig de richtlijnen die zijn vastgesteld door de stuurgroep.
§ 2. Het agentschap is gemachtigd om, in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest, met instanties die geen deelnemer aan GDI-Vlaanderen zijn en met derde partijen, overeenkomsten te sluiten om de toevoeging aan de GDI van de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens die zij beheren, mogelijk te maken.
Het agentschap kan die overeenkomsten pas sluiten nadat de stuurgroep heeft vastgesteld dat de toevoeging van de desbetreffende geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens nodig is voor het uitvoeren van taken van algemeen belang, of voor het uitoefenen van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu.
De geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens waarop de overeenkomsten betrekking hebben, worden door liet agentschap toegevoegd aan de GDI, overeenkomstig de richtlijnen die zijn vastgesteld door de stuurgroep.
Onderafdeling II. — Opstellen van metagegevens
Art. 14. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen stellen metagegevens op voor de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°en 2°, die ze beheren, en werken ze bij.
De stuurgroep stelt in overeenstemming met de uitvoeringsbepalingen die de Europese Commissie ter uitvoering van artikel 5 van de INSPIRE-richtlijn heeft uitgevaardigd, de
nadere regels vast voor het opstellen van de metagegevens. Ze bepaalt eveneens op welke elementen die metagegevens betrekking hebben. Het gaat minstens om :
1°de overeenstemming van de geografische gegevensb ronnen met de itvoeringsbepalingen, uitgevaardigd door de Europese Commissie ter uitvoering van de INSPIRE-richtlijn;
2°de voorwaarden voor de toegang tot en het gebrui k van verzamelingen van geografische gegevens en geografische diensten en de eventuele daarmee samenhangende vergoedingen;
3°de kwaliteit en de geldigheid van de geografisch e gegevensbronnen;
4°de instanties die verantwoordelijk zijn voor de oprichting, het beheer, het onderhoud en de verspreiding van de verzamelingen van geografische gegevensbronnen en de geografische diensten;
5°de volgens artikel 31 vastgestelde beperkingen v an de publieke toegang en de motieven daarvoor.
Het agentschap biedt de deelnemers aan GDI-Vlaanderen de nodige ondersteuning voor het opstellen en bijwerken van metagegevens in overeenstemming met het tweede lid, zodat die metagegevens van volledige en toereikende kwaliteit zijn om de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°en 2°, te kunnen opzoeken, inventariseren en gebruiken.
Afdeling III. — Toegang tot en gebruik van de GDI.
Onderafdeling I. — Toegang voor en gebruik door deelnemers aan GDI-Vlaanderen
Art. 15. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen hebben toegang tot de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens die toegevoegd zijn aan de GDI. Ze kunnen de geografische gegevensbronnen en geografische diensten gebruiken voor de vervulling van taken van algemeen belang, met inbegrip van de uitoefening van verantwoordelijkheden of functies, of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu, tenzij die toegang beperkt is overeenkomstig artikel 18.
De Vlaamse Regering stelt, op voorstel van de stuurgroep, de nadere toegangs- en gebruiksregels vast. Die regels voorkomen in het bijzonder dat er op de plaats van gebruik praktische belemmeringen voor de uitwisseling ontstaan. Indien nodig houdt ze daarbij rekening met de gebruiksvoorwaarden die vastgesteld zijn voor de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 3°en 4°.
Onderafdeling II. — Toegang voor en gebruik door instanties die geen deelnemer zijn
Art. 16. De instanties die geen deelnemer aan GDI-Vlaanderen zijn, hebben toegang tot de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2°en 4°, tenzij die toegang be perkt is overeenkomstig artikel 18. Ze kunnen ze gebruiken, voor zover en onder de voorwaarden die door de Vlaamse Regering zijn vastgesteld. Die voorwaarden zijn ten volle verenigbaar met de doelstelling om de toegang tot en het gebruik van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten te vergemakkelijken. De Vlaamse Regering kan in verband daarmee de nodige overeenkomsten sluiten met de bevoegde Federale Staat en/of de bevoegde gemeenschappen of gewesten, of met de bevoegde instantie die ervan afhangt. Indien nodig houdt ze daarbij rekening met de gebruiksvoorwaarden die vastgesteld zijn voor de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 4°.
Onderafdeling III. — Internationale toegang en gebruik
Art. 17. De instellingen en organen van de Europese Gemeenschap en iedere natuurlijke persoon en rechtspersoon of een groepering ervan die volgens het nationaal recht van een van de lidstaten openbare bestuursfuncties uitoefent of adviserende bevoegdheid heeft, hebben, met het oog op de uitoefening van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu, toegang tot de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2°en 4°, tenzij die toegang beperkt is overeen komstig artikel 18.
Op basis van wederkerigheid en gelijkwaardigheid hebben de organen die opgericht zijn bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Gemeenschap. en haar lidstaten partij zijn, met het oog op de uitoefening van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu, toegang tot de geografische gegevensbronnen, geografische diensten en metagegevens, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2°en 4°, tenzij die toegang beperkt is overeen komstig artikel 18.
De Vlaamse Regering stelt de nadere toegangs- en gebruiksregels vast. Indien nodig houdt ze daarbij rekening met de gebruiksvoorwaarden die vastgesteld zijn voor de geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 4°. Deze regels worden, voor zover nodig, aangepast om de instellingen en organen van de Europese Gemeenschap toegang te verlenen overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden.
Onderafdeling IV. — Uitzonderingen op de toegang
Art. 18. § 1. De Vlaamse Regering kan, op voorstel van de stuurgroep, de toegang tot de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die toegevoegd zijn aan de GDI, beperken, voor zover en in de mate dat deze toegang een gevaar oplevert voor de volgende aangelegenheden :
1°het vertrouwelijke karakter van de international e betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap en van de betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap met de supranationale instellingen, met de Federale Staat en met andere gemeenschappen en gewesten;
2°de openbare veiligheid en de nationale defensie;
3°de rechtspleging in een strafrechtelijk, burgerl ijk, administratief of sociaalrechtelijk rechtsgeding.
§ 2. Wanneer de geografische gegevens informatie van geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen bevatten, moeten deze gegevens als persoonsgegevens in de zin van artikel 1, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens worden gekwalificeerd.
De toegang tot die geografische persoonsgegevens gebeurt overeenkomstig artikelen 8 en 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. De toegang tot geografische persoonsgegevens door instanties wordt in ieder geval uitsluitend verleend voor zover de latere verwerking kadert binnen of verenigbaar is met de wettelijk of reglementair bepaalde taken van de instantie in kwestie die de toegang tot of het gebruik van de betreffende gegevens vraagt.
Onderafdeling V. — Vergoedingen
Art. 19. § 1. Het gebruik van geografische gegevensbronnen, en geografische diensten die toegevoegd zijn aan de GDI, is kosteloos. Die kosteloosheid geldt onder meer in de volgende gevallen :
1°als de geografische gegevensbronnen, andere dan grootschalige referentiegegevens als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 16 ap ril 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB), en geografische diensten worden gebruikt door deelnemers aan
GDI-Vlaanderen, met het oog op de vervulling van taken van algemeen belang, met inbegrip van de uitoefening van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu;
2°als de geografische gegevensbronnen en geografis che diensten nodig zijn en worden gebruikt ter vervulling van de verplichtingen die België heeft met betrekking tot verslaglegging krachtens de Gemeenschapswetgeving inzake het milieu.
§ 2. Buiten de gevallen, vermeld in § 1, 1°en 2°, kunnen de deelnemers aan GDI- Vlaanderen, in afwijking van § 1, het gebruik van de aan de GDI toegevoegde geografische gegevensbronnen en geografische diensten die ze beheren, afhankelijk maken van de betaling van een vergoeding. Ze plegen hierover vooraf overleg met de stuurgroep.
De vaststelling van een vergoeding voor het gebruik van de aan de GDI toegevoegde grootschalige referentiegegevens, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB), gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het voormelde decreet.
De vergoedingen, vermeld in het eerste en het tweede lid, blijven in elk geval beperkt tot het minimum dat nodig is om de noodzakelijke kwaliteit en beschikbaarheid van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten te garanderen, eventueel vermeerderd met een redelijk rendement op de investering, in voorkomend geval met inachtneming van de vereisten voor zelffinanciering van de deelnemer aan GDI-Vlaanderen die de geografische gegevensbronnen en geografische diensten verstrekt. De Vlaamse Regering stelt de nadere regels vast voor de vergoedingsregeling, zonder evenwel de vergoeding zelf te bepalen.
Afdeling IV. — Financiering van de GDI.
Art. 20. De uitbouw en de exploitatie van de GDI worden gefinancierd door : 1°een jaarlijkse dotatie van het Vlaamse Gewest aa n het agentschap;
2°de vergoedingen die aan het agentschap verschuld igd zijn voor de toegang tot de GDI; 3°de vergoedingen die door het agentschap worden a angerekend voor de dienstverlening met betrekking tot het beheer van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten in het kader van de GDI;
4°de middelen die het Vlaamse Gewest toewijst voor de realisatie van het GDI- uitvoeringsplan;
5°de middelen die het Vlaamse Gewest toewijst voor het opzetten, het beheer en de bijhouding van een authentieke geografische gegevensbron;
6°eventuele bijdragen voor de gezamenlijke aanmaak van geografische gegevens, geografische diensten en metagegevens.
HOOFDSTUK V. — Authentieke geografische gegevensbronnen Afdeling I. — Algemeen
Art. 21. Voor de toepassing van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, wordt elke authentieke geografische gegevensbron als vermeld in artikel 22, beschouwd als een authentieke gegevensbron als vermeld in artikel 2, 2°, van voormeld decreet.
Afdeling II. — Erkenning als authentieke geografische gegevensbron
Art. 22. Een geografische gegevensbron als vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2°en 4°, wordt, op voorstel van de stuurgroep, door de Vlaamse Regering erkend als een authentieke geografische gegevensbron voor zover ze voldoet aan de volgende voorwaarden :
1°ze biedt voldoende kwaliteitsgaranties in verban d met actualiteit, nauwkeurigheid en volledigheid;
2°ze is beschreven door middel van metagegevens di e in overeenstemming zijn met de regels die de stuurgroep overeenkomstig artikel 14 heeft opgesteld;
3°ze is raadpleegbaar via een raadpleegdienst; 4°ze is overdraagbaar via een overdrachtdienst;
5°ze is geharmoniseerd overeenkomstig de technisch e voorschriften, vermeld in artikel 25.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid, kan de Vlaamse Regering extra voorwaarden bepalen waaraan een geografische gegevensbron moet voldoen om als authentieke geografische gegevensbron erkend te worden.
Afdeling III. — Toekomstige authentieke geografische gegevensbronnen
Art. 23. De Vlaamse Regering duidt, op voorstel van de stuurgroep, aan welke van de geografische gegevensbronnen, vermeld in artikel 12, eerste lid, 2°en 4°, zullen worden erkend als authentieke geografische gegevensbronnen. Ze bepaalt eveneens de wijze waarop de aanpassingen die noodzakelijk zijn om te evolueren naar een authentieke geografische gegevensbron, worden gefinancierd.
Afdeling IV. — Verplicht gebruik van authentieke geografische gegevensbronnen en aangeduide gegevensbronnen
Art. 24. Bij het uitvoeren van taken van algemeen belang, met inbegrip van de uitoefening van verantwoordelijkheden of functies of het verlenen van openbare diensten met betrekking tot het milieu, zijn de deelnemers van GDI-Vlaanderen verplicht om gebruik te maken van de authentieke geografische gegevensbronnen of ernaar te verwijzen.
Zij zijn in dat kader ook verplicht om gebruik te maken van of te verwijzen naar de door de Vlaamse Regering aangeduide geografische gegevensbronnen die beheerd worden door instanties die geen deelnemer van GDI-Vlaanderen zijn en waarvan de Vlaamse Regering het gebruik heeft mogelijk gemaakt. Daartoe kan ze de nodige overeenkomsten sluiten.
HOOFDSTUK VI. — Interoperabiliteit van geografische diensten en harmonisering van geografische gegevensbronnen
Art. 25. De stuurgroep stelt, op voorstel van het agentschap, de technische voorschriften vast voor de interoperabiliteit van geografische diensten en, waar mogelijk, voor de harmonisering van geografische gegevensbronnen die aan de GDI zijn toegevoegd. Deze technische voorschriften zijn in overeenstemming met de uitvoeringsbepalingen die de Europese Commissie in uitvoering van hoofdstuk III van de INSPIRE-richtlijn heeft uitgevaardigd.
De deelnemers aan GDI-Vlaanderen brengen de geografische gegevensbronnen en de desbetreffende geografische diensten, vermeld in artikel 12, 1°, 2° en 4°, in overeenstemming met deze technische voorschriften binnen de termijnen die verstrijken op de volgende dagen :
1° wat betreft de geografische gegevensbronnen, ver meld in artikel 12, eerste lid, 1°, waarvan de geografische gegevens werden verzameld na de dag waarop de uitvoeringsbepalingen, vermeld in het eerste lid, in werking treden,uiterlijk twee jaar na die dag;
2° wat betreft de geografische gegevensbronnen, ver meld in artikel 12, eerste lid, 1°, die grondig werden geherstructureerd na de dag waarop de uitvoeringsbepalingen, vermeld in het eerste lid, in werking treden, uiterlijk twee jaar na die dag;
3°wat betreft de overige geografische gegevensbron nen, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, en de geografische gegevensbronnen, vermeld in artikel 12, eerste lid. 2° en 4°, uiterlijk zeven jaar na de dag waarop de uitvoeringsbepalingen. vermeld in het eerste lid, in werking treden.
Het agentschap maakt alle informatie die nodig is om te voldoen aan deze technische voorschriften algemeen bekend.
HOOFDSTUK VII. — Netwerkdiensten Afdeling I. — Algemeen
Art. 26. § 1. Het agentschap is belast met de coördinatie van zowel de oprichting als de exploitatie van een netwerk van de volgende geografische diensten met betrekking tot de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die toegevoegd zijn aan de GDI : 1°zoekdiensten;
2°raadpleegdiensten;
3°overdrachtdiensten;
4°verwerkingsdiensten.
§ 2. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen ontwikkelen en bieden de volgende geografische diensten aan betreffende de authentieke geografische gegevensbronnen die ze beheren, tenzij in een overeenkomst tussen het agentschap en de deelnemers bepaald wordt dat het agentschap hiervoor instaat :
1°raadpleegdiensten;
2°overdrachtdiensten die het mogelijk maken om de authentieke geografische gegevensbronnen rechtstreeks ter beschikking te hebben;
3°verwerkingsdiensten.
Met behoud van de toepassing van wat bepaald is in een overeenkomst als vermeld in het eerste lid, ontwikkelt en biedt het agentschap de volgende geografische diensten aan met betrekking tot de authentieke geografische gegevensbronnen en de overige geografische gegevensbronnen :
1°zoekdiensten;
2°overdrachtdiensten om geografische gegevensbronn en geheel of gedeeltelijk te downloaden;
3°de door de Vlaamse Regering aangeduide verwerkin gsdiensten die algemeen bruikbaar zijn.
De deelnemers en, in voorkomend geval, het agentschap zien erop toe dat alle voornoemde geografische diensten rekening houden met de relevante gebruikerseisen en gemakkelijk bruikbaar zijn door en beschikbaar voor het publiek. De stuurgroep stelt met dat doel algemene richtlijnen op. Het agentschap maakt die richtlijnen algemeen bekend, en
houdt toezicht op de correcte toepassing ervan.
§ 3. De stuurgroep stelt, op voorstel van het agentschap, de zoekcriteria vast die de zoekdiensten, vermeld in § 1, 1°, moeten omvatten. Ze omvatten minstens de zoekcriteria, vermeld in artikel 11, tweede lid, van de INSPIRE-richtlijn.
§ 4. De geografische diensten, vermeld in § 1, moeten op zodanige wijze met elkaar worden gecombineerd dat ze kunnen worden geëxploiteerd conform met de uitvoeringsbepalingen uitgevaardigd door de Europese Commissie in uitvoering van hoofdstuk III van de INSPIRE- richtlijn.
Afdeling II. — Koppeling aan het netwerk van geografische gegevensbronnen en geografische diensten
Art. 27. § 1. De stuurgroep stelt de technische voorwaarden vast waaronder een koppeling van geografische gegevensbronnen en geografische diensten, met het netwerk, vermeld in artikel 26, mogelijk is.
§ 2. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen koppelen de aan de GDI toegevoegde geografische gegevensbronnen en geografische diensten die ze beheren met het netwerk, vermeld in artikel 26.
Het agentschap biedt de deelnemers aan GDI-Vlaanderen de nodige ondersteuning opdat ze kunnen voldoen aan de technische voorwaarden, vermeld in § 1.
Art. 28. Elke derde partij die geografische gegevensbronnen en geografische diensten beheert die voldoen aan de vereisten inzake metagegevens, netwerkdiensten en interoperabiliteit die overeenkomstig dit decreet zijn vastgesteld, kan die koppelen aan het netwerk, vermeld in artikel 26, op voorwaarde dat ze het agentschap daarom verzoekt en de technische voorwaarden, vermeld in artikel 27, in acht neemt.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden die verbonden zijn aan die koppeling.
Afdeling III. — Vlaams geoportaal Onderafdeling I. — Algemeen
Art. 29. Het agentschap is belast met de oprichting, de organisatie en de exploitatie van een Vlaams geoportaal dat door middel van de geografische diensten, vermeld in artikel 26, § 1, een centrale toegang verleent tot de GDI. Het Vlaams geoportaal is publiek toegankelijk.
Onderafdeling II. — Publieke toegang
Art. 30. De geografische gegevensbronnen en geografische diensten, vermeld in artikel 12, eerste lid, 1°, 2°en 4°, worden via het Vlaamse ge oportaal openbaar gemaakt, tenzij die toegang beperkt is overeenkomstig artikelen 18, § 2, en 31.
Art. 31. § 1. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen en de derde partijen, vermeld in artikel 28, kunnen weigeren om, via de diensten, vermeld in artikel 26, § 1, 1°, publieke toegang te verlenen tot de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die ze beheren, als ze van oordeel zijn dat het belang van de toegang niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen :
1°het vertrouwelijke karakter van de international e betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, en van de betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap met de supranationale instellingen, met de Federale Staat en met andere gemeenschappen en gewesten;
2°de openbare veiligheid en de nationale defensie.
§ 2. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen en de derde partijen, vermeld in artikel 28, kunnen weigeren om, via de geografische diensten, vermeld in artikel 26, § 1, 2°tot en met 4°, publieke toegang te verlenen tot de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die ze beheren, indien ze van oordeel zijn dat het belang van de toegang niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen :
1°de openbare veiligheid en de nationale defensie;
2°het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse Regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, het geheim van de beraadslagingen van
de organen van het Vlaams Parlement, alsook het bij wet of decreet bepaalde geheim van de beraadslagingen van de organen van de deelnemers aan GDI-Vlaanderen;
3°het vertrouwelijke karakter van de international e betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap, en van de betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap met de supranationale instellingen, met de Federale Staat en met andere gemeenschappen en gewesten;
4°de rechtspleging in een burgerlijk, administrati ef of sociaalrechtelijk rechtsgeding, en de mogelijkheid een eerlijk proces te verkrijgen;
5°het vertrouwelijke karakter van informatie die u itsluitend ten behoeve van de strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie werd opgesteld;
6°het vertrouwelijk karakter van informatie die ui tsluitend ten behoeve van de mogelijke toepassing van tuchtmaatregelen werd opgesteld, zolang de mogelijkheid om een tuchtmaatregel te nemen blijft bestaan;
7°het vertrouwelijke karakter van commerciële en i ndustriële informatie, als die informatie beschermd wordt om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is, met de openbaarheid instemt;
8°de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt;
9°de bescherming van de informatie die door een de rde werd verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht werd en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt;
10°de vertrouwelijkheid van het handelen van een d eelnemer aan GDI-Vlaanderen, voor zover die vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, de uitvoering van een interne audit of de politieke besluitvorming;
11°de bescherming van het milieu waarop de informa tie betrekking heeft; 12°de bescherming van de intellectuele-eigendomsre chten.
§ 3. Voor zover de informatie betrekking heeft op emissies in het milieu, zijn de uitzonderingsgronden, vermeld in § 2, 2°, 7°, 8°, 9 °, 10°en 11°, niet van toepassing.
Voor de uitzonderingsgronden, vermeld in § 2, 1°, 3 °, 4°, 5°en 6°, wordt in aanmerking genomen of de verzochte informatie betrekking heeft op emissies in het milieu.
§ 4. De deelnemers aan GDI-Vlaanderen brengen het agentschap op de hoogte van hun beslissing om de publieke toegang tot de geografische gegevensbronnen en de desbetreffende geografische diensten te weigeren, alsook van de motieven voor die weigering.
Art. 32. De volgens artikel 31 bepaalde uitzonderingen worden geval per geval restrictief uitgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met het openbaar belang dat gediend is met de toegang tot de geografische gegevensbronnen en de desbetreffende geografische diensten.
Onderafdeling III. — Vergoedingen
Art. 33. Het gebruik van de geografische diensten, vermeld in artikel 26, § 1, 1°en 2°, is kosteloos.
Het gebruik van de geografische diensten, vermeld in artikel 26, § 1, 3°en 4°, kan overeenkomstig artikel 19, § 2, afhankelijk gemaakt worden van de betaling van een vergoeding.
Onderafdeling IV. — E-commercediensten
Art. 34. § 1. Het agentschap ontwikkelt en beheert een centrale e-commercedienst met betrekking tot de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die overeenkomstig de bepalingen van dit decreet toegankelijk zijn.
Die e-commercedienst heeft zowel betrekking op de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die door middel van de overdrachtdiensten, vermeld in artikel 26, § 1, 3°, kosteloos ter beschikking worden gesteld, als o p de geografische gegevensbronnen en geografische diensten die tegen een vergoeding ter beschikking worden gesteld.
§ 2. De deelnemer aan GDI-Vlaanderen die het gebruik van overdrachtdiensten, vermeld in artikel 26, § 1, 3°, afhankelijk heeft gemaakt van de betaling van een vergoeding, stelt de desbetreffende geografische gegevensbronnen ter beschikking via eigen e- commercediensten of via de centrale e-commercedienst, vermeld in § 1. De deelnemer, vermeld in het eerste lid, die geen gebruik maakt van een eigen e-commercedienst, is het agentschap een bijdrage verschuldigd voor het gebruik van de centrale e-commercedienst.
De Vlaamse Regering beslist, op voorstel van de stuurgroep, welke elementen in acht moeten worden genomen bij het vaststellen van de verschuldigde bijdrage. Het gaat minstens om de ontwikkelings- en beheerskosten die aan de centrale e-commercedienst verbonden zijn.
De bijdrage, vermeld in het tweede lid, wordt door het agentschap in overleg met de stuurgroep vastgesteld.
Afdeling IV. — Xxxxxxxxx met INSPIRE-geoportaal
Art. 35. Het agentschap bezorgt aan de Europese Commissie alle informatie die nodig is voor de koppeling tussen het netwerk, vermeld in artikel 26, en het INSPIRE-geoportaal, vermeld in artikel 15, punt 1, van de INSPIRE-richtlijn.
HOOFDSTUK VIII. — Monitoring en rapportering
Art. 36. § 1. De Vlaamse Regering bezorgt, vanaf 15 mei 2010, aan het Vlaams Parlement een jaarlijks rapport over de stand van zaken van de GDI en het gebruik ervan. Dit rapport is openbaar.
§ 2. Uiterlijk op 15 mei 2010 bezorgt de Vlaamse Regering aan de Europese Commissie de nodige informatie met betrekking tot volgende onderwerpen :
1°de coördinatie tussen leveranciers en gebruikers van geografische gegevensbronnen en geografische diensten en bemiddelende organen alsook een beschrijving van de relaties met derden en van de organisatie van de kwaliteitsbewaking;
2°de bijdrage die deelnemers aan GDI-Vlaanderen of derden leveren voor de werking en coördinatie van de GDI;
3°de overeenkomsten over gegevensuitwisseling tuss en deelnemers aan GDI-Vlaanderen; 4°de kosten en baten van de tenuitvoerlegging van de INSPIRE-richtlijn.
Om de drie jaar en uiterlijk op 15 mei 2013, bezorgt de Vlaamse Regering aan de Europese Commissie bijgewerkte informatie over de onderwerpen, vermeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK IX. — Coördinatie
Art. 37. De Vlaamse Regering maakt de nodige afspraken met de Federale Staat en/of de gemeenschappen en gewesten met betrekking tot de volgende aangelegenheden :
1°het verzekeren van de nodige coherentie tussen d e geografische gegevens die betrekking hebben op een geografisch object dat zich buiten de grenzen van het Vlaamse Gewest uitstrekt;
2°het aanwijzen van een Belgisch contactpunt als v ermeld in artikel 19 van de INSPIRE- richtlijn;
3°het oprichten en bepalen van de werking van een coördinatiecomité dat het Belgische contactpunt ondersteunt en dat onder meer belast is met :
a) de coördinatie van de uitoefening, door deelnemers aan het coördinatiecomité, van hun bevoegdheden die betrekking hebben op de tenuitvoeringlegging van de INSPIRE-richtlijn;
b) de verslaggeving aan de Europese Commissie, die door artikel 21 van de INSPIRE- richtlijn aan de lidstaten is opgelegd.
HOOFDSTUK X. — Wijzigingsbepalingen
Afdeling I. — Het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand
Art. 38. In artikel 2 van het decreet van 16 april 2004 houdende het Grootschalig Referentie Bestand (GRB), gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°punt 5°wordt opgeheven;
2°punt 6°wordt vervangen door wat volgt :
« 6°stuurgroep GDI-Vlaanderen : de stuurgroep GDI- Vlaanderen, vermeld in artikel 7 van het GDI-decreet; »;
3°punt 8°wordt vervangen door wat volgt :
« 8°derden : natuurlijke personen of rechtspersone n die geen netbeheerder van een fysiek leidingnet zijn en niet de hoedanigheid hebben van het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, een Vlaamse openbare instelling, een provincie en een gemeente. »
Art. 39. In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, worden de woorden « deelnemers aan GIS-Vlaanderen » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten ».
Art. 40. In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, wordt het woord « GIS-Vlaanderen » vervangen door het woord « GDI-Vlaanderen ».
Art. 41. In artikel 8 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, worden de woorden « deelnemers aan GIS-Vlaanderen » vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten ».
Art. 42. Artikel 9 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt :
« Artikel 9. Het GDI-plan, vermeld in artikel 10, § 1, van het GDI-decreet, omvat de strategische beleidsvisie inzake de implementatie van het GRB door het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten. ».
Art. 43. In artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, wordt het woord « GIS-Vlaanderen » telkens vervangen door het woord « GDI-Vlaanderen ».
Art. 44. In artikel 12 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 april 2006 en 25 mei 2007, wordt het woord « GIS-Vlaanderen » telkens vervangen door het woord « GDI- Vlaanderen ».
Art. 45. In artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, worden de woorden « deelnemers aan. GIS-Vlaanderen » telkens vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten ».
Art. 46. In artikel 16 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°de woorden « stuurgroep GIS-Vlaanderen » worden vervangen door de woorden « stuurgroep GDIVlaanderen»;
2°de woorden « deelnemers aan GIS-Vlaanderen » wor den vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten ».
Art. 47. In artikel 17 van hetzelfde decreet worden de woorden « deelnemers aan GIS- Vlaanderen » telkens vervangen door de woorden « het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid, de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen, de Vlaamse openbare instellingen, de provincies en gemeenten ».
Art. 48. In artikel 19, tweede lid, van hetzelfde decreet gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, wordt het woord « GIS-Vlaanderen » vervangen door het woord « GDI-Vlaanderen ».
Art. 49. In artikel 20 van hetzelfde decreet wordt het woord « GIS-Vlaanderen » telkens vervangen door het woord « GDI-Vlaanderen ».
Afdeling II. — Het decreet van 7 mei 2004 houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap « Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen »
Art. 50. In artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004 houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap « Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen » worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°punt 4°wordt vervangen door wat volgt :
« 4°GDI-Vlaanderen : Geografische Data-Infrastruct uur Vlaanderen; »; 2°punt 5°wordt vervangen door wat volgt :
« 5°GDI-decreet : decreet van 20 februari 2009 bet reffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen; »;
3°punt 6°wordt vervangen door wat volgt :
« 6°Geografische Data-Infrastructuur, hierna GDI t e noemen : een logisch geheel van metagegevens, geografische gegevensbronnen en geografische diensten en de overeenkomsten betreffende de uitwisseling, de toegang en het gebruik ervan, met de daarbij horende netwerkdiensten en technologieën en de in overeenstemming met dit decreet ingestelde, beheerde of beschikbaar gemaakte mechanismen, processen en procedures en monitoring ervan; ».
Art. 51. In artikel 5 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 april 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°in de inleidende zin wordt het woord « GIS-decre et » vervangen door het woord « GDI- decreet »;
2°punt 5°wordt vervangen door wat volgt :
« 5°mee te werken aan de uitvoering van het GDI-pl an en het GDI-uitvoeringsplan, vermeld in artikel 10 van het GDI-decreet; »;
3°in punt 12°worden de woorden « metadata als ver meld in artikel 2, 10°, van het GIS- decreet » vervangen door de woorden « metagegevens als vermeld in artikel 3, 7°, van het GDI-decreet »;
4°er worden een punt 17°, 18°, 19°en 20°toegevoe gd, die luiden als volgt :
« 17°de deelname aan en het bijdragen tot national e en internationale normeringsinitiatieven op het vlak van geografische informatie;
18°het uitwerken en invoeren van standaarden voor specifieke toepassingen binnen GDI- Vlaanderen teneinde het gebruik van geografische gegevensbronnen te optimaliseren en te integreren in beslissingsprocedures waaraan een ruimtelijke component verbonden is;
19°het valoriseren van Vlaamse GDI-expertise in bi nnen- en buitenland; 20°het doen van voorstellen van :
a) nadere regels voor het opstellen van metagegevens als vermeld in artikel 14 van het GDI- decreet;
b) de criteria waarop de metagegevens betrekking hebben;
c) technische voorschriften voor interoperabiliteit en harmonisering als vermeld in artikel 25 van het GDI-decreet;
d) technische voorwaarden voor de koppeling van geografische gegevensbronnen en geografische diensten met het netwerk, vermeld in artikel 26 van het GDI-decreet. ».
Art. 52. In artikel 7, vijfde lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 april 2006, wordt punt 1°vervangen door wat volgt :
« 1°de Stuurgroep GDI-Vlaanderen en de GDI-raad, a ls vermeld in het GDI-decreet; ».
Art. 53. In artikel 13, § 1, 10°, van hetzelfde decreet word t het woord « GIS-decreet » vervangen door het woord « GDI-decreet ».
Art. 54. In artikel 18, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « het Geografisch Informatiesysteem Vlaanderen » vervangen door de woorden « de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen ».
Afdeling III. — Het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen
Art. 55. In artikel 8 van het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank en houdende wijziging van diverse bepalingen wordt § 1 vervangen door wat volgt :
« § 1. Het AGIV bouwt het centraal informatiesysteem uit als onderdeel van de GDI, zoals bepaald in artikel 3, 8°, van het GDI-decreet. ».
Afdeling IV. — Het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie
Art. 56. In artikel 8, tweede lid, van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie worden de woorden « het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen zoals bedoeld in hoofdstuk II van het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatiesysteem Vlaanderen en niet de deelnemers waaruit het samenwerkingsverband bestaat, dat » vervangen door de woorden « de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vermeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen en niet de deelnemers aan GDI-Vlaanderen, die ».
HOOFDSTUK XI. — Slotbepalingen
Art. 57. De artikelen 23 en 28 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer worden opgeheven.
Art. 58. Het decreet van 17 juli 2000 houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen, gewijzigd bij de decreten van 16 april 2004, 7 mei 2004, 21 april 2006 en 25 mei
2007, wordt opgeheven.
Art. 59. Dit decreet wordt aangehaald als : GDI-decreet.
Art. 60. De Vlaamse Regering bepaalt voor elk van de artikelen de datum van inwerkingtreding.
Bijlage bij het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen
In artikel 12, eerste lid, 1°, vermelde categorieën van geografische gegevensbronnen en de desbetreffende geografische diensten en metagegevens
1. Systemen voor verwijzing door middel van coördinaten
Systemen om aan ruimtelijke informatie een unieke reeks coördinaten (x, y, z) en/of breedte, lengte en hoogte toe te kennen, gebaseerd op een horizontaal en verticaal geodetische datum.
2. Geografisch rastersysteem
Geharmoniseerde multiresolutieraster met een gemeenschappelijk beginpunt en gestandaardiseerde plaats en grootte van de gridcellen.
3. Geografische namen
Namen van gebieden, regio’s, plaatsen, steden, voorsteden, gemeenten, nederzettingen, of andere geografische of topografische kenmerken van openbaar of historisch belang.
4. Administratieve eenheden
Door administratieve grenzen gescheiden lokale, regionale en nationale bestuurlijke eenheden die deel uitmaken van gebieden waarover de lidstaten rechtsbevoegdheid hebben en/of uitoefenen.
5. Adressen
Locatie van onroerende zaken, gebaseerd op adresaanduidingen, gewoonlijk aan de hand van de straatnaam, het huisnummer en de postcode.
6. Kadastrale percelen
Gebieden die worden bepaald door kadastrale registers of een equivalent daarvan.
7. Vervoersnetwerken
Netwerken voor vervoer over de weg, per spoor, in de lucht en over het water en de aanverwante infrastructuur met inbegrip van koppelingen tussen verschillende netwerken en het trans-Europees vervoersnetwerk, zoals gedefinieerd in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet en de latere herzieningen van deze beschikking.
8. Hydrografie
Hydrografische elementen, waaronder mariene gebieden en alle andere waterlichamen en daarmee verband houdende elementen, met inbegrip van stroomgebieden en deelstroomgebieden, in voorkomend geval volgens de omschrijvingen vermeld in Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid en in de vorm van netwerken.
9. Beschermde gebieden
Gebieden die worden aangeduid of beheerd in het kader van internationale en communautaire wetgeving of wetgeving van de lidstaten om specifieke doelstellingen op het vlak van milieubescherming te verwezenlijken.
10. Hoogte
Digitale hoogtemodellen voor land-, ijs- en oceaanoppervlakken, inclusief landhoogte, bathymetrie en kustlijn.
11. Bodemgebruik
Fysieke en biologische bedekking van het aardoppervlak, met inbegrip van kunstmatige oppervlakken, landbouwgebieden, bossen, halfnatuurlijke gebieden, moeraslanden en wateroppervlakken.
12. Orthobeeldvorming
Geogerefereerde beeldgegevens van het aardoppervlak, afkomstig van sensoren op satellieten of vliegtuigen.
13. Geologie
Geologie, gekenmerkt volgens samenstelling en structuur, inclusief vast gesteente, waterhoudende grondlagen en geomorfologie.
14. Statistische eenheden
Eenheden voor verspreiding en gebruik van statistische informatie.
15. Gebouwen
Geografische locatie van gebouwen.
16. Bodem
Bodem en ondergrond, gekenmerkt volgens diepte, textuur, structuur en inhoud van deeltjes en organisch materiaal, steenachtigheid, erosie en, waar passend, gemiddelde hellingsgraad en verwachte wateropslagcapaciteit.
17. Landgebruik
Het grondgebied, gekenmerkt volgens zijn huidige en geplande toekomstige functionele dimensie of sociaaleconomische bestemming (bv. wonen, industrieel, commercieel, landbouw, bosbouw, recreatie).
18. Menselijke gezondheid en veiligheid
De geografische spreiding van ziekten (allergieën, kankers, ademhalingsziekten, enz.), informatie over de gevolgen voor de gezondheid (biomarkers, vruchtbaarheidsdaling, epidemieën) of het welzijn van de mens (vermoeidheid, stress, enz.) die direct luchtvervuiling, chemicaliën, aantasting van de ozonlaag, lawaai, enz.) of indirect (voedsel, genetisch gemodificeerde organismen, enz.) samenhangen met de kwaliteit van het milieu.
19. Nutsdiensten en overheidsdiensten
Nutsvoorzieningen zoals riolering, afvalbeheer, energievoorziening, watervoorziening, bestuurlijke en maatschappelijke instanties van de overheid, zoals bestuurlijke overheden, civiele bescherming, scholen en ziekenhuizen.
20. Milieubewakingsvoorzieningen
Locatie en werking van milieubewakingsvoorzieningen, met inbegrip van waarneming en meting van emissies, de staat van de milieucompartimenten en van andere ecosysteemparameters (biodiversiteit, ecologische omstandigheden van vegetatie, enz.) door of namens de overheidsinstanties.
21. Faciliteiten voor productie en industrie
Industriële productievestigingen, met inbegrip van installaties die onder Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging vallen en waterontrekkingsfaciliteiten, mijnbouw, opslagplaatsen.
22. Faciliteiten voor landbouw en aquacultuur
Landbouwuitrusting en productiefaciliteiten (met inbegrip van irrigatiesystemen, broeikassen en stallen).
23. Spreiding van de bevolking - demografie
Geografische spreiding van de bevolking, met inbegrip van bevolkingskenmerken en activiteitsniveaus, verzameld per raster, regio, administratieve eenheid of andere analytische eenheid.
24. Gebiedsbeheer, gebieden waar beperkingen gelden, gereguleerde gebieden en rapportage-eenheden
Gebieden die worden beheerd, gereguleerd of gebruikt voor rapportage op internationaal, Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, met inbegrip van stortplaatsen, gebieden
rond drinkwaterbronnen waar beperkingen gelden, nitraatgevoelige gebieden, gereguleerde vaarwegen op zee of op grote binnenwateren, gebieden voor het storten van afval, gebieden waar geluidsbeperkingen gelden, gebieden met toestemming voor exploratie en mijnbouw,stoomgebieden, relevante rapportage-eenheden en gebieden voor kustbeheer.
25. Gebieden met natuurrisico’s
Kwetsbare gebieden die worden gekenmerkt door natuurrisico’s (alle atmosferische, hydrologische, seismische, vulkanische verschijnselen en ongecontroleerde branden die door hun locatie, hevigheid en frequentie, mogelijk ernstige maatschappelijke gevolgen kunnen hebben), zoals overstromingen, aardverschuivingen en -verzakkingen, lawines, bosbranden, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.
26. Atmosferische omstandigheden
Fysische omstandigheden in de atmosfeer, met inbegrip van ruimtelijke gegevens die gebaseerd zijn op metingen, modellen of een combinatie daarvan, en met inbegrip van meetlocaties.
27. Meteorologische geografische kenmerken
Weersomstandigheden en de meting daarvan; neerslag, temperatuur, verdamping, windsnelheid en windrichting.
28. Oceanografische geografische kenmerken
Fysische kenmerken van oceanen (stroming, zoutgehalte, golfhoogte, enz.).
29. Zeegebieden
Fysische kenmerken van zeeën en zoutwateroppervlakken, ingedeeld in regio’s en subregio’s met gemeenschappelijke kenmerken.
30. Biogeografische gebieden
Gebieden met betrekkelijk homogene ecologische omstandigheden die gemeenschappelijke kenmerken vertonen.
31. Habitats en biotopen
Geografische gebieden die worden gekenmerkt door specifieke ecologische omstandigheden, processen, structuur en (leven ondersteunende) functies die fysiek de daar levende organismen ondersteunen, met inbegrip van volledig natuurlijke of semi-natuurlijke land- en wateroppervlakken, onderscheiden naar geografische, abiotische en biotische kenmerken.
32. Spreiding van soorten
Geografische spreiding van dier- en plantensoorten per raster, regio, administratieve eenheid of andere analytische eenheid.
33. Energiebronnen
Energiebronnen met inbegrip van koolwaterstof, waterkracht, bio-energie, zon, wind enz., waar passend met inbegrip van diepte/hoogte-informatie over de omvang van de bron.
34. Minerale bronnen
Minerale bronnen met inbegrip van metaalertsen, industriële mineralen enz., waar passend met inbegrip van diepte/hoogte-informatie over de omvang van de bron.