DEEL 1 EN 2: GEMEENTE EN INDIVIDUELE JEUGDHULPAANBIEDER en GEMEENTE EN ALLE JEUGDHULPAANBIEDERS
DEEL 1 EN 2: GEMEENTE EN INDIVIDUELE JEUGDHULPAANBIEDER en GEMEENTE EN ALLE JEUGDHULPAANBIEDERS
Deel 1A Gemeente en individuele Jeugdhulpaanbieder 3
Contactgegevens Jeugdhulpaanbieder 4
Van toepassing zijnde wet- en regelgeving 9
Hiërarchische volgorde documenten 10
Deel 1B Gemeente en individuele Jeugdhulpaanbieder 12
Deel 2 Gemeente en alle jeugdhulpaanbieders 13
Actualiteit gegevens contractpartners 13
Levering binnen bestedingsruimte 14
Wijziging bestedingsruimte door gemeente 15
Substitutie tussen bestedingsruimtes 16
Stop toeleiding bij uitnutting bestedingsruimte 16
Opheffen stop toeleiding bij uitnutting bestedingsruimte 17
Opzeggen bij onvoldoende inzet 17
Afzien van mogelijkheid tot opzegging 17
Art. D Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Vervalt Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
CONCEPT
Deel 1A Gemeente en individuele Jeugdhulpaanbieder
Contactgegevens Gemeente |
Gemeente @@@@/Jeugdhulpregio @@@@ Adres: : Postcode/plaats: : KvK-nummer : Verder als opdrachtgever te noemen Gemeente, |
Dit artikel spreekt voor zich. |
CONCEPT
Contactgegevens Jeugdhulpaanbieder |
De Jeugdhulpaanbieder : T.a.v. : Correspondentieadres : Postcode/plaats : AGB-code : KvK-nummer : Verder als opdrachtnemer te noemen Jeugdhulpaanbieder, |
Contactgegevens Jeugdhulpaanbieder Dit artikel spreekt voor zich. |
CONCEPT
Overwegingen bij de overeenkomst Ruimte voor keuze procedure Ruimte voor keuze uitvoeringsvariant |
Overwegende dat: - De Gemeente in het kader van de wettelijke plicht als bedoeld in artikel 2.3 en artikel 2.6 van de Jeugdwet tegenover jeugdigen is gehouden om te voorzien in de inkoop van voldoende verantwoorde jeugdhulp in de gemeente, binnen redelijke termijn bij hem thuis, of op redelijke afstand van waar de jeugdige woont. - De Gemeente ter vervulling van deze wettelijke plicht overeenkomsten met één of meer Jeugdhulpaanbieders wenst te sluiten. - De Gemeente daarvoor een toelatingsprocedure heeft doorlopen. - Op Jeugdhulpaanbieder geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn. - Jeugdhulpaanbieder voldeed aan alle geschiktheidseisen. - Gemeente en Jeugdhulpaanbieder via aanvaarding van een aanbod een overeenkomst tot stand willen laten komen. - Partijen in de overeenkomst de inspanningsgerichte/outputgerichte/taakgerichte* uitvoeringsvariant toepassen. - (Inspanningsgerichte- of Outputgerichte uitvoeringsvariant:) Afspraken over prestaties en tarieven integraal onderdeel uitmaken van onderhavige overeenkomst.CONCEPT - (Taakgerichte uitvoeringsvariant:) Afspraken over prestaties en het taakgerichte budget integraal onderdeel uitmaken van onderhavige overeenkomt. - De Jeugdhulpaanbieder zich ten doel stelt verantwoorde hulp te leveren, waaronder partijen verstaan: hulp van goed niveau, die Jeugdhulpaanbieder in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verleent en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder (artikel 4.1.1 Jeugdwet). - De Jeugdhulpaanbieder bij (beleidsmatige) keuzes in de te leveren passende jeugdhulp met aandacht voor het individuele welzijn van de jeugdige de optimale balans zoekt tussen het individuele belang van de jeugdige, het collectieve belang van jeugdigen, de effectiviteit van de jeugdhulp en de kosten ervan. De Jeugdhulpaanbieder spant zich in voor het versterken van de positie van de jeugdigen en zijn verwanten/naasten. De te leveren jeugdhulp draagt bij aan de kwaliteit van leven/bestaan. - (Aanvullende overwegingen) |
* Doorhalen wat niet van toepassing is.
De overwegingen geven aan hoe een overeenkomst tot stand is gekomen, welke doelstellingen partijen nastreven en hoe zij de verdere samenwerking zien. Hier is aansluiting gezocht in de overwegingen op verplichtingen uit de Jeugdwet, inkoopprocedures, uitvoeringsvarianten en generieke doelstellingen. Partijen kunnen de Overwegingen verder aanvullen met specifieke lokale en regionale overwegingen bij de overeenkomst. Deze contractstandaard ziet op een overeenkomst te sluiten ter afronding van een toelatingsprocedure (‘open house’). De invulling en voorwaarden van de procedure bepalen of een toelatingsprocedure mogelijk is. Het format gaat er van uit dat als een toelatingsprocedure mogelijk is, het voldoende is om tot een overeenkomst te komen als een Jeugdhulpaanbieder aan alle voorwaarden voor deelname voldoet. Dit volgt ook uit Europese jurisprudentie. De Gemeente doet aan alle Jeugdhulpaanbieders die aan alle voorwaarden voor deelname voldoen een aanbod tot aanvaarding van deze overeenkomst. De overwegingen gaan ook al in op de keuze voor een uitvoeringsvariant. De definities van de uitvoeringsvarianten zijn opgenomen in de Handreiking Uitvoeringsvarianten iWmo en iJw van het Zorginstituut Nederland. Inspanningsgericht is de uitvoering van zorg en/of ondersteuning waarbij er een duidelijke afspraak tussen gemeente en Jeugdhulpaanbieder is gemaakt over de levering van een specifiek product of dienst in een afgesproken tijdseenheid (in deel 1 of deel 2 van de standaard). Outputgericht is de uitvoering van zorg en/of ondersteuning waarbij er een duidelijke afspraak tussen gemeente en Jeugdhulpaanbieder is gemaakt over de te behalen output (in deel 1 of deel 2 van de standaard). De manier waarop de Jeugdhulpaanbieder deze output moet behalen, is niet vastgelegd. Taakgericht is de uitvoering van zorg en/of ondersteuning waarbij de Gemeente een taak voor een (deel)populatie heeft gegeven aan eCen JOeugdhNulpaCanbieEderP(in Tdeel 1 of deel 2 van de standaard) en deze Jeugdhulpaanbieder de vrijheid heeft om de invulling van deze taak vorm te geven. In deze variant is er geen sprake van een verantwoording op individueel niveau. In verdere overwegingen staat de overeenkomst stil bij de prestaties (inspanning, output of taak) en tarieven of prestaties en het taakgerichte budget. Dit zijn kernbedingen. De standaard schrijft niet voor hoe gemeenten hier invulling aan geven. Gemeenten en Jeugdhulpaanbieders leggen deze invulling vast in deel 1.B van de standaard als zij verschillende invullingen kennen voor verschillende Jeugdhulpaanbieders en in deel 2 als zij een gelijke invulling kennen voor alle Jeugdhulpaanbieders. Voor de Gemeente is van belang dat zij de invulling afstemt op hetgeen zij vastgesteld heeft bij verordening wat Jeugdhulp binnen de Gemeente is. |
Definities |
Gedefinieerde begrippen hebben in enkelvoud en meervoud overeenkomstige betekenis. De begrippen zoals vastgelegd in artikel 1.1 Jeugdwet, artikel 1.1 Besluit Jeugdwet, artikel 1 Regeling Jeugdwet en de Gemeentelijke verordeningen, beleids- en nadere regels zijn onverkort van toepassing. Op de overeenkomst zijn verder de volgende begrippen van toepassing: - Combinant: Jeugdhulpaanbieder die deelneemt aan een combinatie. - Combinatie: Een combinatie is een samenwerkingsverband van twee of meer Jeugdhulpaanbieders die gezamenlijk hebben ingeschreven voor de opdracht, die allen individueel een overeenkomst hebben met de Gemeente en die hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht. - Fraude: Onder fraude verstaan partijen het plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden |
en/of verduistering bij de uitvoering van de Jeugdwet door de Jeugdhulpaanbieder, met het doel een prestatie, vergoeding, betaling of ander voordeel te krijgen waarop de Jeugdhulpaanbieder geen recht heeft of recht kan hebben. - Gepast gebruik: Onder gepast gebruik verstaan partijen dat de jeugdhulp voldoet aan de vereisten uit de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet, de Regeling Jeugdwet en de Gemeentelijke verordening en dat de jeugdhulp voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk en dat de jeugdige redelijkerwijs is aangewezen op de jeugdhulp gezien zijn hulpvraag. - Gevolgschade: indirecte vermogensschade (geleden verlies en/of gederfde winst). - Hoofaannemer: De hoofdaannemer is opdrachtnemer richting de Gemeente en is opdrachtgever richting zijn onderaannemers. De hoofdaannemer is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het vormgeven van het jeugdhulpaanbod voor de jeugdige en/of ouders, de verantwoording aan de Gemeente én de contractering en financiële afhandeling richting onderaannemers. - IGJ: Inspectie gezondheidszorg en jeugd. - Onderaannemer: Een Jeugdhulpaanbieder die in opdracht van de hoofdaannemer jeugdhulp levert aan de jeugdigen en/of ouders ter uitvoering van de daartoe door de gemeente met de hoofdaannemer aangegane overeenkomst. - PM: PM |
In artikel 1D is opgenomen dat de CdefinOities Nuit viCgereEndePwet-Ten regelgeving van toepassing zijn op de overeenkomst. Om geen strijdigheid te krijgen tussen overeenkomst en verordening, gelden ook de definities uit de gemeentelijke verordening. Voorgaande voorkomt dat Gemeenten en Jeugdhulpaanbieders definities gaan opstellen voor begrippen die al zijn gedefinieerd in wet- en regelgeving. Begrippen in de overeenkomst die in deze wet- en regelgeving geen definities kennen, krijgen hier een plek. Begrippen die in de overeenkomst voorkomen, maar niet in de wet, krijgen hier een passende definitie. Voor Fraude is aangesloten bij de tekst van de Regeling Jeugdwet. Voor Gepast gebruik is aangesloten op de definitie daarvan in de overeenkomsten die zorgkantoren sluiten in het kader van de WLZ. |
Jeugdhulp Kernbeding (waar gaat de overeenkomst over) |
De overeenkomst heeft betrekking op de volgende vormen van jeugdhulp: • 1°. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen; • 2°. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en • 3°. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, |
Gecontracteerde jeugdhulp CONCEPT Partijen geven hier op hoofdlijnen aan op welke jeugdhulp het contract ziet. Er is voor gekozen de algemene categorieen van jeugdhulp over te nemen uit artikel 1.1 Jeugdwet. Het contract (en het inkoopdocument) moeten wel verder verduidelijken wat de Gemeente dan inkoopt onder de categorie die hier is gekozen door partijen (onder 1 bijvoorbeeld behandeling en onder 2 bijvoorbeeld begeleiding). Het is van groot belang duidelijk te zijn in wát de Gemeente nu precies inkoopt omdat dit een onderdeel is van het kernbeding van de overeenkomst. Artikel 6:277 BW stelt ook dat verbintenissen bepaalbaar moeten zijn. Wat moeten jeugdhulpaanbieders leveren en wat krijgen ze daarvoor betaald? Wat betaalt de gemeente en moet zij daarvoor geleverd krijgen? |
Wet en regelgeving van toepassing op het contract |
De volgende wet- en regelgeving beheerst in ieder geval de contractuele relatie tussen partijen: de geldende wet- en (lagere) regelgeving, waaronder in ieder geval de Jeugdwet, de Regeling Jeugdwet (inclusief de voorgeschreven i-standaarden en gebruik berichtenverkeer), het Besluit Jeugdwet, de Gemeentelijke verordening en daarop gebaseerde beleids- en nadere regels, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en het corrigendum op de AVG en het Burgerlijk Wetboek. |
Van toepassing zijnde wet- en regelgeving Dit artikel somt wet- en regelgeving op die – in ieder geval – de contractuele relatie tussen partijen beheerst. Dit artikel is juridisch niet noodzakelijk omdat de wet zelf bepaalt of zij van toepassing is of niet. Het artikel is daarmee meer beleidsmatig van aard. Het verduidelijkt voor de lezer/gebruiker van de overeenkomst welke wetgeving de opstellers van de overeenkomst erg belangrijk vinden om te noemen. |
CONCEPT
Hiërarchische volgorde documenten |
Tegenstrijdigheden en hiërarchische volgorde: - De volgende bijlagen zijn (in hiërarchische volgorde) van toepassing en maken integraal onderdeel uit van de overeenkomst die de Gemeente met de Jeugdhulpaanbieder sluit. Het betreft telkens de gepubliceerde, meest actuele versie van: 1. De Nota(’s) van Inlichtingen 2. De Gemeentelijke inkoopdocumenten, met daarin: o 3. De meest recente model algemene inkoopvoorwaarden van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (maart 2018). 4. De aanmelding van de Jeugdhulpaanbieder, met daarin: o |
Hiërarchische volgorde documenten De bijlagen maken integraal onderCdeelOuit vaNn de CoverEeenkPomTst. In dit artikel is opgenomen hoe bijlagen bij de overeenkomst zich tot elkaar verhouden als tussen die bijlagen tegenstrijdigheden bestaan. De overeenkomst staat uiteraard zelf het hoogste in de hiërarchie. |
Looptijd Opties voor verlenging |
De overeenkomst gaat in op [datum] en loopt tot [datum]. De Gemeente kan na afloop van de looptijd de overeenkomst stilzwijgend in zijn geheel of gedeeltelijk verlengen met een periode van [aantal] kalendermaanden. (Bij toelatingsprocedures zonder tussentijdse toetreding:) De Gemeente mag op deze wijze de overeenkomst maximaal [aantal] maal verlengen. Als de Gemeente geen gebruik maakt van de mogelijkheid te verlengen, dan zegt zij de overeenkomst op voor 1 juli van een lopend contractjaar, volgens de voorwaarden opgenomen in de overeenkomst. Partijen behouden onverminderd de mogelijkheid de overeenkomst tussentijds op te zeggen volgens artikel PM. |
Als de overeenkomst tot stand komt na een toelatingsprocedure (‘open house’) met tussentijdse toetredingsmomenten, dan mogen partijen de overeenkomst steeds verlengen. Komt de overeenkomst tot stand na een toelatingsprocedure (‘open house’) zonder tussentijdse toetredingsmomenten of haalt de gemeente deze mogelijkheid via wijzigingen uit de overeenkomst, dan is de mogelijkheid tot verlengen van de overeenkomst beperkt. Opties tot verlenging moeten dan uitgaan van een redelijke looptijd van de overeenkomst. Uit overwegingen van redelijkheid is opgenomen dat de Gemeente welisCwaaOr de oNvereeCnkoEmst Pkan Tverlengen, maar dat Partijen (dus ook de Jeugdhulpaanbieder) de mogelijkheid behouden tussentijds op te zeggen. |
Deel 1B Gemeente en individuele Jeugdhulpaanbieder
De afspraken met een individuele jeugdhulpaanbieder kunnen volgen uit de inkoopprocedure tussen de Gemeente en de Jeugdhulpaanbieder en gelden specifiek voor deze individuele Jeugdhulpaanbieder.
Deze afspraken maken onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst.
In toelatingsprocedures moeten jeugdhulpaanbieders onder dezelfde door de gemeente opgestelde voorwaarden aanmeldingen doen. Op deze procedures zijn in ieder geval de beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing. Het kan zo zijn dat binnen diezelfde voorwaarden de gemeente jeugdhulpaanbieders vraagt zelf bijvoorbeeld invulling te geven aan een plan van aanpak of pilot. In dat geval geldt bij het sluiten van de overeenkomsten het door elke individuele jeugdhulpaanbieder ingediende plan van aanpak of pilot als onderdeel van de overeenkomst met de gemeente.
Een ander voorbeeld is tariefdifferentiatie tussen jeugdhulpaanbieders. De inkoopprocedure kan zo zijn ingestoken dat niet alle jeugdhulpaanbieders hetzelfde tarief of hetzelfde taakgerichte budget krijgen, maar dat zij bij aanmelding een eigen tarief of taakgericht budget moeten indienen. Of dat de Gemeente vooraf tarieven en budgetten vaststelt voor verschillende soorten jeugdhulp en/of jeugdhulpaanbieders. Ook hier gelden dan altijd de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Gemeente en individuele jeugdhulpaanbieders kunnen ook in dit deel van de overeenkomst dit soort individuele afspraken vastleggen.
CONCEPT
De makkelijkste manier om individuele afspraken tussen gemeente en een individuele jeugdhulpaanbieder vast te leggen in deel 1.B is door (het relevante deel van) de inschrijving van de jeugdhulpaanbieder als bijlage te voegen achter dit deel van de overeenkomst.
NB. Het is niet mogelijk af te wijken van Deel 3 van deze overeenkomst.
Deel 2 Gemeente en alle jeugdhulpaanbieders
Wijzigingsclausule |
De Gemeente kan de overeenkomst tussentijds wijzigen. De wijzigingen kunnen aanvullend op artikel 24 lid 3 zien op: [Invullen]. Partijen nemen een termijn van maximaal zes maanden in acht, ingaande de dag na het beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden, om de wijziging door te voeren. De jeugdhulpaanbieder weigert de wijziging niet op onredelijke gronden. Als de gevolgen van de wijziging naar het oordeel van jeugdhulpaanbieder onredelijk zijn, of partijen anderszins niet tot overeenstemming komen over de (gevolgen van) de wijziging van de overeenkomst, dan heeft jeugdhulpaanbieder het recht de overeenkomst op te zeggen als Gemeente van hem niet kan vergen de overeenkomst ongewijzigd voort te zetten. Opzegging op grond van dit artikel geeft Partijen geen recht op vergoeding van schade en/of kosten. De mogelijkheid tot wijziging in dit artikel laat het wijzigen van de overeenkomst (als de Gemeente de Aanbestedingswet 2012 van toepassing heeft verklaard) op basis van het bepaalde in art. 2.163b, 2.163d, 2.163e, 2.163f AanbestediCngswOet 20N12 enCoveErigePwijTzigingsclausules opgenomen in de overeenkomt onverlet. |
Actualiteit gegevens contractpartners Als de overeenkomst tot stand komt na een toelatingsprocedure (‘open house’), dan mag de Gemeente alleen wijzigingen aanbrengen die niet in strijd zijn met de beginselen van behoorlijk bestuur. Het is mogelijk bij toelatingsprocedures bijvoorbeeld op te nemen dat tussentijds jeugdhulpaanbieders onder voorwaarden kunnen toetreden tot de overeenkomst. De Aanbestedingswet 2012 is niet van toepassing op toelatingsprocedures. Als de Gemeente op de toelatingsprocedure en daarmee de overeenkomst zelf de Aanbestedingswet 2012 toch van toepassing verklaart, dan moet de Gemeente de wijzigingen toetsen aan hoofdstuk 2.5 Aanbestedingswet 2012. De mogelijke wijzigingen die Partijen opnemen in dit artikel moeten in ieder geval in lijn zijn met het bepaalde in artikel 2.163c Aanbestedingswet 2012. De Gemeente moet dan bij het invullen de omvang en de aard van mogelijke wijzigingen of opties omschrijven, de voorwaarden omschrijven waaronder de Gemeente deze kan gebruiken en geen wijzigingen of opties opnemen die de algemene aard van de opdracht kunnen veranderen. Het is niet helemaal duidelijk wat de wetgever bedoelt met de laatste voorwaarde. Een mogelijke invulling hiervan kan zijn: wijzigingen die als zij bij de inkoop bekend waren de opdracht interessant hadden gemaakt voor andere potentiële jeugdhulpaanbieders.1 Als gemeenten een wijzigingsclausule willen opnemen is het dus van belang rekening te houden met dit risico. |
1 Council of the European Union, 2011/0438 (COD), 14 juni 2012.
Bestedingsruimte Hoogte |
De Gemeente stelt voor de jeugdhulpaanbieder per kalenderjaar de maximale bestedingsruimte vast op een nader te bepalen bedrag. Deze maximale bestedingsruimte leggen partijen vast in Deel 1B. De Gemeente stelt ook een minimale bestedingsruimte vast. |
Bij de inspanningsgerichte- en de outputgerichte uitvoeringsvariant willen gemeenten mogelijk werken met bestedingsruimtes. Jeugdhulpaanbieders mogen dan binnen die bestedingsruimte leveren, levering boven de bestedingsruimte betaalt de gemeente niet. In lid 1 is opgenomen dat de gemeente elk jaar een bestedingsruimte vaststelt per jeugdhulpaanbieder. De variabelen op basis waarvan de gemeente dat doet moeten vooraf, dus in de toelatingsprocedure al, glashelder zijn. De bestedingsruimte zelf is een afspraak tussen de gemeente en een individuele jeugdhulpaanbieder en nemen partijen daarom op in Deel 1B. |
Levering binnen bestedingsruimte |
Binnen de maximale bestedingsruimte levert de Jeugdhulpaanbieder de jeugdhulp zoals overeengekomen. |
Levering binnen bestedingsruimte CONCEPT Deze bepaling spreekt voor zich. Merk op dat de ‘jeugdhulp zoals overeengekomen’ is opgenomen in Deel 1B (en een uitwerking is van artikel 1E en de inkoopdocumenten). |
Over- of onderschrijding Overleg Wijziging bestedingsruimte |
Van verwachte overschrijding van de maximale bestedingsruimte is sprake als de Gemeente op basis van het berichtenverkeer vaststelt dat in een kalenderjaar aantoonbaar geprognosticeerd 80% is uitgenut van de maximale bestedingsruimte. Van verwachte onderschrijding van de maximale bestedingsruimte is sprake als de Gemeente op basis van het berichtenverkeer vaststelt dat in twee kwartalen in hetzelfde kalenderjaar de uitnutting van de maximale bestedingsruimte aantoonbaar geprognosticeerd lager is dan 70% (naar rato van de periode). Partijen treden binnen twee weken na een bericht van de Gemeente in overleg, waarna de Gemeente al dan niet binnen twee weken besluit tot aanpassing van de maximale bestedingsruimte. Zonder aanpassing van de maximale bestedingsruimte, schriftelijk in een addendum vastgelegd bij Deel 1B door de Gemeente, betaalt de Gemeente niet de declaraties die de maximale bestedingsruimte overschrijden. |
In dit artikellid is uitgeschreven hoe de Gemeente via het berichtenverkeer, waarvan het gebruik verplicht is voorgeschreven, kan vaststellen of sprake is van verwachtte over- of onderschrijding door de jeugdhulpaanbieder van de toegewezen bestedingsruimte. Binnen bepaalde termijnen kan dan overleg plaatsvinden over de oorzaken hiervan en over mogelijke wijzigingen van de bestedingsruimte. Het is ook van belang dat de Gemeente, als zij met bestedingsruimtes wil werken, vooraf goed organiseert intern hoe met meldingen om te gaan. Dit om te waarborgen dat zij binnen de gestelde termijnen kan overleggen en besluiten. |
Wijziging bestedingsruimte Initiatief gemeente |
De Gemeente behoudt het recht om (op basis van eigen monitoring) de maximale bestedingsruimte te wijzigen. Partijen treden na dit voornemen in overleg, waarna de Gemeente binnen twee weken al dan niet besluit tot aanpassing van de maximale bestedingsruimte. Zonder aanpassing van de maximale bestedingsruimte, schriftelijk vastgelegd door de Gemeente, betaalt de Gemeente niet de declaraties die de maximale bestedingsruimte overschrijden. |
Wijziging bestedingsruimte door gemeente De gemeente monitort zelf ook de uitnutting van bestedingsruimtes. Zij kan op basis van deze uitnutting ook de noodzaak zien tot wijziging van één of meer bestedingsruimtes van Gemeente bepaalt dan binnen tweeCwekOe na Ndat geCspreEk ovPer aTanpassing van de bestedingsruimte jeugdhulpaanbieders. In dat geval vindt op initiatief van de Gemeente een gesprek plaats. De nodig en/of mogelijk is. |
Substitutie tussen bestedingsruimte |
Als de jeugdhulpaanbieder voor meerdere vormen van jeugdhulp bestedingsruimte is overeengekomen, dan mag de jeugdhulpaanbieder in de uitvoering van de overeenkomsten de bestedingsruimten bij elkaar optellen en met schriftelijke toestemming van de Gemeente bestedingsruimte substitueren tussen deze vormen. |
Substitutie tussen bestedingsruimtes De Gemeente die meerdere inspanningen of output inkoopt bij dezelfde jeugdhulpaanbieder in dezelfde overeenkomst, kan per inspanning of output een bestedingsruimte bepalen. Deze bepaling maakt het voor de jeugdhulpaanbieder met schriftelijke toestemming van de Gemeente mogelijk om tussen deze bestedingsruimtes te substitueren. Een wijziging van bestedingsruimte voor een inspanning of output is dan niet nodig omdat de jeugdhulpaanbieder daarvoor de bestedingsruimte voor een andere inspanning of output mag aanspreken. |
Cliëntenstop uitnutting bestedingsruimte |
Als de maximale bestedingsruimte is bereikt, dan wel de Gemeente en/of Jeugdhulpaanbieder voorziet dan wel kan voorzien dat de Jeugdhulpaanbieder met de reeds in hulp zijnde jeugdigen de volledige bestedingsruimte uit zal CnutteOn in dNe perCiodeEwaaPr deTmaximale bestedingsruimte op ziet conform lid 3, dan kunnen de Gemeente en jeugdhulpaanbieder een tijdelijk niet toeleiden van jeugdigen naar de aanbieder (‘cliëntenstop’) overeenkomen voor de hele overeenkomst of voor delen daarvan. De Gemeente legt een eventuele overeengekomen tijdelijke stop toeleiding jeugdigen naar aanbieder (‘cliëntenstop’) schriftelijk vast in een brief aan de jeugdhulpaanbieder. |
Stop toeleiding bij uitnutting bestedingsruimte De vasstelling dat een jeugdhulpaanbieder zijn bestedingsruimte dreigt uit te nutten met nieuwe of bestaande jeugdigen en waarbij ophoging van de bestedingsruimte is gewenst (artikel B lid 3) kan gepaard gaan met het verzoek om de toeleiding van jeugdigen naar de betreffende jeugdhulpaanbieder – tijdelijk – stop te zetten. Op dat moment heeft de jeugdhulpaanbieder ook geen acceptatieplicht meer. Als de ‘zittende’ jeugdigen zorgen voor overschrijding van de bestedingsruimte, dan zal de gemeente deze op basis van beginselen van behoorlijk bestuur toch moeten betalen (mits de jeugdhulpaanbieder kan aantonen tijdig te hebben gemeld). Als de Gemeente betaalt voor het meerdere geleverde, hoeft dit overigens niet gepaard te gaan met ophoging van de bestedingsruimte. De Gemeente handhaaft dan de bestedingsruimte niet omdat beginselen van behoorlijk bestuur daaraan dan in de weg staan. Om met bestedingsruimtes en cliëntenstops te werken is het overigens zaak dat de Gemeente de toegang maximaal op orde heeft. Als de Gemeente ondanks een cliëntenstop toch jeugdigen blijft toewijzen aan een jeugdhulpaanbieder met een cliëntenstop en de jeugdhulpaanbieder ook als deze de cliëntenstop heeft gemeld gedwongen is de jeugdige in hulp te nemen, dan kan de Gemeente niet meer bepalen de jeugdhulp niet meer te vergoeden. |
Opheffing cliëntenstop |
Als partijen een tijdelijke stop toeleiding jeugdigen naar aanbieder (‘cliëntenstop’) overeenkomen op grond van lid 6, dan heft de Gemeente deze stop weer op als de jeugdhulpaanbieder weer ruimte |
heeft voor jeugdigen, gelet op de (nieuwe) maximale bestedingsruimte van de jeugdhulpaanbieder. De jeugdhulpaanbieder zal – als deze meent dat sprake is van de situatie dat de Gemeente de stop moet opheffen, omdat hij weer binnen de maximale bestedingsruimte zal blijven – dit aangeven bij de Gemeente. Het is aan de Gemeente om te beoordelen wanneer die ruimte er is om de stop op te heffen. |
Opheffen stop toeleiding bij uitnutting bestedingsruimte De jeugdhulpaanbieder kan melden bij de Gemeente dat hij weer over bestedingsruimte beschikt. In dat geval kan de Gemeente besluiten de stop toeleiding van jeugdigen op te heffen. Het verzoek tot opheffing van de stop toeleiding moet de jeugdhulpaaanbieder dan ook cijfermatig onderbouwen om de Gemeente een besluit te laten nemen. |
Mogelijkheid opzegging bij onvoldoende inzet |
Als de Jeugdhulpaanbieder in een periode van twaalf kalendermaanden na het sluiten van de overeenkomst niet voldoende inzet pleegt op basis van [een objectiveerbare norm zoals totale omzet of aantal jeugdigen in zorg], dan kan de Gemeente de overeenkomst opzeggen. |
Opzeggen bij onvoldoende inzet Een veelgehoord signaal bij gemeenten is dat zij veel jeugdhulpaanbieder contracteren. Zij ervaren daardoor een ‘druk’ zorglandschap. Om het zorglandschap dynamisch mee te laten bewegen met hoe de hulpvragen van jeugdigen zCich oOntwiNkkeleCn, isEeenPgemTeentelijke opzegging mogelijk. Deze maakt dat op basis van een objectiveerbare norm (omzet, aantal jeugdigen in zorg, et cetera) de Gemeente altijd de overeenkomst kan opzeggen met jeugdhulpaanbieders die niet aan die vooraf bekendgemaakte norm voldoen. Dit zorgt voor een natuurlijk ‘opschoning’ van het zorglandschap. Het is overigens wel zaak dat de Gemeente de ‘deur’ ook sluit voor deze jeugdhulpaanbieders om zich weer opnieuw aan te melden als de overeenkomst tussentijdse toetreding mogelijk maakt . Anders heeft deze bepaling geen zin. |
Mogelijkheid van opzegging af te zien |
De Gemeente ziet onder andere af van opzegging volgens lid 1 als: - het aanbod van Jeugdhulpaanbieder aantoonbaar jeugdhulp betreft waarvoor een tekort bestaat om de volledige ondersteunings- en/of hulpvraag af te dekken binnen de Gemeente; of - als het aanbod aantoonbaar uniek is en daarmee geen deel meer zou uitmaken van het gecontracteerde aanbod; of - als de Jeugdhulpaanbieder binnen de periode van twaalf kalendermaanden een gemiddelde klanttevredenheidsscore realiseert van 8.5 of hoger. |
Afzien van mogelijkheid tot opzegging Ook als een jeugdhulpaanbieder aan de vooraf vastgestelde norm voldoet, dan nog kan de Gemeente het zinvol vinden deze voor het zorglandschap te behouden. In dit artikellid is opgenomen onder welke voorwaarden de Gemeente in ieder geval geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot opzegging genoemd in artikel C lid 1. |
18-/18+ Van Jeugdwet naar andere zorgverlening |
De Jeugdhulpaanbieder houdt bij aanvang van de opdracht rekening met de doorgaande hulpverlening (zorgcontinuïteit) vanaf het 18e levensjaar van de jeugdige. In dat kader neemt de Jeugdhulpaanbieder, voor zover noodzakelijk en voor zover de jeugdige de leetijd van 16,5 jaar heeft bereikt, het initiatief en voert hij de regie tot het in samenspraak met de jeugdige opstellen van een initiatiefplan, waarin ten aanzien van de verschillende leefgebieden: zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën, voor zover noodzakelijk integraal beschreven staat wat de stand van zaken is en aan welke doelen de jeugdige nog wil/gaat werken en welke partijen betrokken zijn bij het realiseren van deze doelen. De Jeugdhulpaanbieder draagt zo bij aan een ‘warme’ overdracht naar de opvolgende (zorg)aanbieder(s). De Jeugdhulpaanbieder organiseert ook voor het 18e levensjaar waar mogelijk, en voor zover dit in het kader van de jeugdhulpverlening van de jeugdhulpaanbieder kan worden verwacht in het kader van goed hulpverlenerschap, de gelijktijdige inzet van voorzieningen buiten de Jeugdwet, mits die andere partijen, voor zover deze daarvoor verantwoordelijk zijn, de voorwaarden organiseren waaronder dit voor Jeugdhulpaanbieder mogelijk is. De Jeugdhulpaanbieder betrekt in het geval van verlengde jeugdhulp, niet zijnde verlengde pleegzorg, de door de Jeugdwet aangewezen verwijzers om te beoordelen wat de juiste opvolgende voorzieningen inhouden. Onder verlengde jeugdhulp wordt verstaan die zorg of ondersteuning van een jeugdige die de leeftijd van 18 jaar maar nog niet die van 23 jaar heeft bereikt en die niet op grond van de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg of Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geboden kan worden. CONCEPT |
18-/18+ Een heikel punt in de uitvoering is hoe om te gaan met jeugdigen die de leeftijd van 18 bereiken en waarvoor de Jeugdwet niet langer geldt. De jeugdhulpaanbieder zit met zijn hulpverlening het dichtst op het vuur en daarom legt dit artikel ook de contractuele verantwoordelijkheid bij de jeugdhulpaanbieder om het initiatief te nemen voor en de regie te voeren over een mogelijke warme overdracht naar een eventuele opvolgende (zorg)aanbieders (bijv. gefinancierd vanuitde Wmo 2015, de WLZ of de Zvw) waarbij het belang van de jeugdige voorop staat. Om deze warme overdracht te kunnen bewerkstelligen voert de jeugdhulpaanbieder de regie over de planvorming met primair de jeugdige). Vooruitlopend op het 18e levensjaar is op grond van deze overeenkomst de jeugdhulpaanbieder verantwoordelijk voor de inzet van voorzieningen buiten de Jeugdwet in het geval dat geen sprake is van verlengde jeugdhulp vanaf het 18e levensjaar van de jeugdige. Dat betekent niet dat hij deze zelf moet leveren of toekennen, maar wel dat hij de jeugdige via de juiste verwijzers daar naar kan laten toeleiden. |
CONCEPT