PROFESSIONEEL STATUUT VOOR DE KLINISCH CHEMICI IN DIENSTVERBAND IN ZIEKENHUIZEN
PROFESSIONEEL STATUUT VOOR DE KLINISCH CHEMICI IN DIENSTVERBAND IN ZIEKENHUIZEN
Preambule
Overwegende dat:
1. de professionele autonomie van de klinisch chemicus in dienstverband moet worden gewaarborgd door middel van een professioneel statuut, inhoudende een landelijke regeling, waarin regels zijn opgenomen ter zake van de professionele verant- woordelijkheid;
2. de klinisch chemicus een individuele professionele verantwoordelijkheid heeft voor de kwaliteit en de organisatie van de zorgverlening diens medisch specialisme betreffende in het ziekenhuis, waaronder het doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht verlenen van zorg;
3. de klinisch chemicus een persoonlijke niet-overdraagbare verantwoordelijkheid heeft jegens de patiënt, aan wie de klinisch chemicus verantwoording verschuldigd is voor diens professioneel handelen;
4. het ziekenhuis verantwoordelijk en als zodanig maatschappelijk aanspreekbaar is op het verlenen van doeltreffende, doelmatige en patiëntgerichte zorg, onverlet de persoonlijke en niet overdraagbare verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus ten aanzien van de patiënt;
5. de klinisch chemicus het professioneel handelen zal plaatsen in het licht van de geï ntegreerde zorgverlening in het ziekenhuis;
6. het leveren van verantwoorde zorg vereist dat de klinisch chemicus binnen de grenzen van de wet, de vigerende professionele standaard en in beginsel de binnen het ziekenhuis bestaande regelingen en afspraken de aan zijn zorg toevertrouwde patiënten in vrijheid met raad en daad kan bijstaan;
7. voor het mede dragen van de collectieve verantwoordelijkheid voor de zorgverlening aan patiënten en voor een goed functioneren van de klinisch chemicus, de klinisch chemicus deel uitmaakt van de medische staf;
8. het ziekenhuis op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), als instelling die de overeenkomst met de patiënt aangaat, aansprakelijk gesteld kan worden voor fouten in de zorgverlening, ongeacht waar en door wie in het ziekenhuis gemaakt en dat het de klinisch chemicus is, die namens het ziekenhuis voldoet aan de kwalitatieve eisen die hieruit voortvloeien;
9. het professioneel statuut voor de klinisch chemicus deel uitmaakt van de rechtspositie tussen ziekenhuis en klinisch chemicus.
besluiten het bestuur en de klinisch chemicus bij de concrete vormgeving van de afzonderlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid de bepalingen van dit professio- neel statuut in acht te zullen nemen.
Artikel 1 – Definities
ziekenhuis: het door een rechtspersoon geëxploiteerde algemene of cate-
goriale ziekenhuis dat een samenhangend pakket van medisch specialistische zorg biedt, of de organisatie(s) die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling lid is (zijn) van de NVZ, als mede de rechtspersoon die is opgericht door een of meerdere van de bovengenoemde rechtsperso(o)n(en) met het oogmerk uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten te verlenen naar bovengenoemde rechtsperso(o)n(en), welke gebruikelijk in ziekenhuizen werden of worden verricht;
klinisch chemicus: de klinisch chemicus, zoals beschreven in de Xxxxxxxx
Maatregel van Bestuur bij wet BIG, die blijkens inschrijving in het register van de Registratie Commissie van Nederlandse Vereniging van Klinische Chemie (NVKC) is erkend als medisch ondersteunend specialist in het daarbij vermelde vakgebied;
professionele
autonomie: de vrijheid van oordeelsvorming van de klinisch chemicus om,
gegeven de wettelijke kaders en professionele standaard, zonder inmenging van derden, zonder preventief toezicht van de werkgever en in overleg met de behandelend arts, in de indivi- duele medisch ondersteunend specialist-patiënt relatie te komen tot diagnostiek en advisering over de behandeling en/of alle andere verrichtingen, waaronder begrepen het onderzoeken en geven van raad met de doelstelling de verbetering van de gezondheid van de patiënt;
vakgroep/
afdeling: een organisatorisch onderdeel van het ziekenhuis waarbinnen de klinisch chemicus werkzaam is;
bestuur: de directie of de raad van bestuur, zoals statutair bepaald;
medische staf: het orgaan in het ziekenhuis, waarvan alle op niet incidentele
basis door middel van een arbeidsovereenkomst dan wel een toelatingsovereenkomst in het ziekenhuis werkzame medisch - specialisten en de daarmee gelijk te stellen beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg deel uit maken.;
bestuur medische
staf: het bestuur van de medische staf als vermeld in het stafre- glement;
stafreglement: het geheel van bepalingen met betrekking tot de medische staf
waarin de doelstelling binnen de organisatie, de functie en de or- ganisatie van de medische staf wordt omschreven;
behandeling: het geheel van activiteiten in het kader van de individuele
diagnostiek, therapie en begeleiding;
patiënt: een natuurlijk persoon op wie de behandeling/ zorgverlening zich richt;
medisch ondersteunend
specialist: de specialist die op verzoek van de behandelaar diagnostiek verricht, behandelingen op zich neemt of producten voor toediening verstrekt;
behandelaar: de beroepsbeoefenaar, zoals de medisch specialist, huisarts of
paramedicus, die in het individuele geval primair verantwoordelijk is voor de behandeling van de patiënt;
medebehandelaar: de beroepsbeoefenaar, die op verzoek van de behandelaar
(tijdelijk) een gedeelte van de behandeling van een patiënt op zich neemt, zonder daarmede de coördinerende rol van de behandelaar over te nemen;
Document
Medische Staf (DMS): de landelijke overeenkomst waarin regelingen met betrekking tot
individuele en/of collectieve afspraken zijn vastgelegd aangaande collectieve verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden voor de leden van de medische staf.
Artikel 2 - Respecteren professionele autonomie
1. Het bestuur zal de professionele autonomie van de klinisch chemicus ten aanzien van de zorgverlening aan individuele patiënten respecteren.
2. Het bestuur zal zich onthouden van directe interventies in de individuele patiëntenzorg en zich, binnen de financiële, logistieke en technische mogelijkheden en in overeenstemming met de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het DMS, tot het uiterste inspannen om te bevorderen dat de klinisch chemicus en/of vakgroep/afdeling verantwoorde zorg kan bieden en op een professionele wijze vorm en inhoud kan of kunnen geven aan de professionele autonomie.
Artikel 3 - Verantwoordelijkheid klinisch chemicus
1. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van laboratoriumdiagnostiek in lichaamsvochten van patiënten op verzoek van behandelaar of van anderen, alsmede de beoordeling ervan en advisering over behandeling en verdergaande diagnostiek, berust bij de klinisch chemicus. Bij beslissingen aangaande diagnostiek en behandeling van de patiënt zal de klinisch chemicus, conform de WGBO, zich steeds vergewissen van de instemming van de patiënt of diens (wettelijke) vertegenwoordiger(s) en zich waar nodig verstaan met de behandelaar.
2. De verantwoordelijkheid voor het beheer en toepassing van korthoudbare bloedproducten, alsmede de advisering over indicatie, toediening en registratie van toegediende bloedproducten en transfusiereacties, berust bij de klinisch chemicus.
3. De klinisch chemicus neemt bij diens werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op de klinisch chemicus rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor de medisch ondersteunend specialisten van het betreffende vakgebied vigerende standaard als bedoeld in de WGBO.
4. De klinisch chemicus verricht diagnostiek en adviseert over de behandeling van de patiënt op een zodanige wijze dat deze naar de stand van de wetenschap in redelijkheid als adequaat kan worden beschouwd.
5. Bij het vormgeven van het individuele diagnostiek- en behandelbeleid zal de klinisch chemicus de relevante wettelijke kaders in acht nemen en zich rekenschap geven van de vigerende professionele standaard en protocollen, alsmede van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het DMS.
6. Waar nodig zal de klinisch chemicus zorg verlenen aan de individuele patiënt in
teamverband en/of in nauwe samenwerking met medisch specialisten en/of andere be- roepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
7. Ingeval de klinisch chemicus de uitvoering van diagnostiek laat verrichten door een ander laboratorium blijft de klinisch chemicus verantwoordelijk voor de coördinatie en interpretatie van de diagnostiek, door zorg te dragen voor een goede overdracht van informatie aan de behandelaar en aan degenen die anderszins bij de behandeling en bij de zorg aan de betreffende patiënt zijn betrokken.
8. Ingeval de klinisch chemicus gegronde redenen meent te hebben om de zorgverlening aan een patiënt niet op zich te nemen of een aangevangen onderzoek af te breken, treft de klinisch chemicus, indien en voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verwacht, zoda- nige maatregelen dat de continuï teit van de zorgverlening betreffende zijn verantwoordelijkheidsgebied is verzekerd.
9. De klinisch chemicus is verantwoordelijk voor de gehele logistiek en organisatie van de diagnostiek van afname tot analyse en van preanalyse tot postanalyse, waaronder het verkrijgen van adequaat onderzoeksmateriaal, aanschaf en gebruik van reagentia en apparatuur en inzet en organisatie van de personele middelen (management van de afdeling).
Artikel 4 - Collectieve verantwoordelijkheid op het niveau van het ziekenhuis
1. De klinisch chemicus zal meewerken aan het tot stand komen en implementeren van (zorginhoudelijke) protocollen die de verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus en/of de afzonderlijke vakgroep/afdeling overstijgen.
2. De vakgroep/afdeling, alsmede de klinisch chemici zijn individueel gehouden tot medewerking aan de totstandkoming en uitvoering van het beleid van het ziekenhuis met betrekking tot kwaliteitsbevordering en -bewaking en met relatie tot die procedures die een doeltreffende, doelmatige en patiëntgerichte zorg ten doel hebben, overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de in het ziekenhuis vigerende procedures en regels.
3. De klinisch chemicus zal in de gelegenheid worden gesteld een bijdrage te leveren aan de (medische) beleidsontwikkeling op ziekenhuisniveau, meer in het bijzonder aan de ontwikkeling en implementatie van het kwaliteitsbeleid van het ziekenhuis.
4. Het bestuur zal, binnen het raam van de mogelijkheden en binnen de afspraken in het kader van het DMS, alles in het werk stellen opdat de klinisch chemicus en de medische staf in nauwe samenwerking met andere bij de patiëntenzorg betrokkenen op professionele wijze vorm en inhoud kunnen geven aan de collectieve verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus.
5. De klinisch chemicus houdt zich aan het in overleg met de vakgroep/afdeling en medi- sche staf tot stand gekomen onderzoek- en behandelbeleid. De klinisch chemicus houdt zich aan de hierop betrekking hebbende protocollen dan wel richtlijnen, tenzij er gegronde redenen zijn om in het belang van de patiënt hiervan af te wijken.
6. De klinisch chemicus zal binnen redelijke grenzen een bijdrage leveren aan voorlichtings- en instructieactiviteiten in het kader van de patiëntenzorg.
Artikel 5 - Kader voor zorgverlening
1. Het bestuur kan met inachtneming van de inhoud van dit professioneel statuut en het DMS in overleg met de medische staf nadere regels vaststellen in het kader van het
doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht verlenen van zorg.
2. Het bestuur zal binnen het raam van de mogelijkheden van het ziekenhuis de benodigde personele, instrumentele en ruimtelijke voorzieningen beschikbaar stellen en in een zoda- nige staat houden dat wordt voldaan aan de eisen van technische behoeften, bedrijfszekerheid en medisch-wetenschappelijk niveau. Tevens draagt zij zorg voor de organisatorische kaders, structuren en systemen die benodigd zijn voor een adequate professionele beroepsuitoefening.
3. De klinisch chemicus neemt bij diens werkzaamheden de aanwijzingen welke door of namens het bestuur worden gegeven met het oog op doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht verlenen van zorg van het ziekenhuis in het algemeen en in het kader van de bedrijfsvoering in het bijzonder in acht.
4. Indien de hierboven genoemde aanwijzingen door de klinisch chemicus als onredelijk worden ervaren, kan de klinisch chemicus zich wenden tot het bestuur van de medische staf dat hierover met het bestuur van het ziekenhuis in overleg kan treden.
5. De klinisch chemicus is gehouden op passende en kosteneffectieve wijze gebruik te maken van de beschikbare middelen en bij te dragen aan een efficiënte bedrijfsvoering van het ziekenhuis. De klinisch chemicus is ervoor verantwoordelijk dat het vastgestelde budget van de afdeling niet wordt overschreden, voor zover er geen sprake is van overmacht, door bij de werkzaamheden rekening te houden met de financiële kaders.
6. De klinisch chemicus is verplicht zich te houden aan de procedures en richtlijnen van het ziekenhuis ten aanzien van het verschaffen van (financieel-economische) gegevens die van belang zijn voor de bedrijfsvoering van het ziekenhuis.
7. Bij extern optreden houdt de klinisch chemicus zich aan de in het ziekenhuis geldende afspraken betreffende contacten met de media.
Artikel 6 - Professionele standaard
1. De klinisch chemicus is gehouden diens kennis en vaardigheden voor een goede beroepsuitoefening op peil te houden dan wel uit te breiden, waar nodig in samenspraak met de leden van de vakgroep/afdeling en zodanig dat de klinisch chemicus voldoet aan de eisen welke in redelijkheid aan de betreffende klinisch chemicus mogen worden gesteld en in elk geval aan de geldende herregistratie-eisen. Het bestuur zal er voor zorg dragen dat de klinisch chemicus hiervoor voldoende gelegenheid krijgt.
2. De klinisch chemicus is gehouden diens (medisch) handelen regelmatig te toetsen aan de consensus hierover binnen de beroepsgroep, waaronder in elk geval begrepen KNMG in zijn publiekrechtelijke functie en de betreffende wetenschappelijke vereniging in casu de NVKC. In dat kader is de klinisch chemicus gehouden mee te werken aan intercollegiale toetsing en evaluatie van diens professioneel handelen.
3. De klinisch chemicus zal zich op de hoogte houden van de ontwikkelingen binnen de erkende medische specialismen, voor zover relevant voor diens professioneel handelen en zal waar nodig in samenspraak met de leden van de vakgroep/afdeling initiatieven nemen voor een nadere afstemming met de relevante erkende medische specialismen.
Artikel 7 - Continuï teit van zorg
1. Het bestuur en de klinisch chemicus zullen zich tot het uiterste inspannen om zowel de continuï teit van de zorg als het effectueren van vakantie- en verlofrechten en bij- nascholingsdagen te waarborgen.
2. De klinisch chemici maken tijdig in overleg met de leden van de vakgroep/afdeling een zodanige planning van hun vakantie- en bij- en nascholingsdagen en voor zover mogelijk van de buitengewoon verlofdagen, dat de continuï teit van de zorg aan de patiënten zoveel mogelijk is gewaarborgd.
3. Het bestuur kan, indien zich omstandigheden voordoen waarbij het functioneren van het ziekenhuis in het gedrang komt, het verlof intrekken conform de rechtspositieregeling.
4. Het bestuur blijft tijdens de afwezigheid van de klinisch chemicus wegens vakantie, buitengewoon verlof, studieverlof of ziekte eindverantwoordelijk voor de continuï teit van de zorg voor de patiënt(en).
Artikel 8 - Informatieoverdracht aan andere behandelaars/publicaties
1. Indien bij de behandeling van de patiënt andere beroepsbeoefenaren in de gezondheids- zorg zijn betrokken, geeft de klinisch chemicus conform de WGBO - zo nodig met instem- ming van de patiënt dan wel dienst (wettelijke) vertegenwoordiger(s) - aan hen alle relevante informatie welke zij voor een goede beroepsuitoefening nodig hebben. De patiënt dan wel diens (wettelijke) vertegenwoordiger(s) kan dan wel kunnen zich verzetten tegen het verstrekken van bepaalde informatie.
2. De klinisch chemicus is gebonden aan de wettelijke geheimhoudingsplicht ten opzichte van de gegevens van de patiënt.
3. De klinisch chemicus zal, indien de patiënt wordt doorverwezen naar een paramedicus, op verzoek van de paramedicus overleg plegen over de zorgverlening.
4. Bij te voorziene afwezigheid draagt de klinisch chemicus vooraf zorg voor een goede overdracht van informatie aan degenen die voor de klinisch chemicus waarnemen, opvolgen of anderszins bij de zorg van de betreffende patiënt(en) zijn betrokken.
5. Het verstrekken en publiceren van laboratoriumgegevens uit patiëntendossiers ten behoeve van (wetenschappelijke) publicaties geschiedt slechts met toestemming van de klinisch chemic(us)(ci) of hun opvolger(s) en, indien het niet herleidbaar zijn van de gegevens tot de patiënt niet kan worden gegarandeerd, met toestemming van de patiënt dan wel de (wettelijke) vertegenwoordiger(s), tenzij deze niet kan worden verkregen.
Artikel 9 - Dossiervorming en archivering van patiëntendossiers
1. De klinisch chemicus is gehouden van alle verrichte diagnostiek op de in het ziekenhuis gebruikelijke wijze en met inachtneming van de betreffende protocollen een patiëntendossier bij te houden.
2. Inzage in het patiëntendossier door anderen dan de behandelend medisch specialist kan slechts geschieden indien deze geautoriseerd zijn tot inzage en zo nodig na verkregen instemming van de patiënt dan wel de (wettelijke) vertegenwoordiger(s) en in overleg met de klinisch chemicus c.q. diens opvolger.
3. Het bestuur draagt in overleg met de medische staf en binnen de kaders van het DMS zorg voor afspraken ter zake van:
a) de dossiervorming en archivering;
b) bescherming van het patiëntendossier tegen onbevoegde kennisneming van de inhoud daarvan;
c) informatieverstrekking over de patiënt aan derden;
d) de uitoefening van het recht van de patiënt dan wel de (wettelijke) vertegen- woordiger(s) op inzage, afschrift en correctie van gegevens uit het patiëntendos- sier.
4. Het bestuur ziet toe op strikte naleving van deze afspraken.
5. De patiëntendossiers zullen zowel tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst alsook na het einde daarvan, overeenkomstig daartoe vastgestelde normen, ter beschikking staan van de behandela(a)r(en).
Artikel 10 - Klinisch wetenschappelijk en/of experimenteel onderzoek
Het verrichten van klinisch wetenschappelijk en/of experimenteel onderzoek in het ziekenhuis is onderworpen aan de toestemming van het bestuur. Voordat om deze toestemming wordt gevraagd zal (zullen) eerst de ter zake in het ziekenhuis gebruikelijke procedure(s) worden doorlopen. Uitvoering van medisch wetenschappelijk onderzoek vindt plaats met inachtneming van de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen.