Samenwerkingsovereenkomst tussen
Samenwerkingsovereenkomst tussen
de Europese Arbeidsautoriteit en Solvit voor de verwijzing van zaken voor bemiddeling
De Europese Arbeidsautoriteit, voor de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst vertegenwoordigd door haar uitvoerend directeur, Xxxxxx-Xxxxxx Xxxxxxxx,
en
Solvit, voor de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst vertegenwoordigd door de directrice van directoraat E van het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf van de Europese Commissie, Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx,
hierna gezamenlijk aangeduid als “partijen”, of afzonderlijk als “ELA” of “Solvit”, zijn het volgende overeengekomen:
Deel I – Algemene beginselen van de samenwerking
Artikel 1 – Xxxxxxxxx xxxxx
1. De ELA is opgericht bij Verordening (EU) 2019/1149 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 20191 (hierna “oprichtingsverordening” genoemd).
2. De doelstelling van de ELA, zoals beschreven in artikel 2 van de oprichtingsverordening, is bij te dragen tot het waarborgen van eerlijke arbeidsmobiliteit in de gehele Unie, en de lidstaten en de Europese Commissie bijstand te verlenen bij de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels binnen de Unie. Daartoe zal de ELA bemiddelen en een oplossing vergemakkelijken in geval van grensoverschrijdende geschillen tussen lidstaten over de toepassing van het toepasselijke recht van de Unie.
3. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de oprichtingsverordening heeft de bemiddeling tot doel de verschillende standpunten van de lidstaten met betrekking tot individuele gevallen van toepassing van het Unierecht op de gebieden die onder de verordening vallen met elkaar te verzoenen en een niet-bindend advies aan te nemen.
4. Naar aanleiding van Aanbeveling 2013/461/EU van de Commissie van 17 september 2013 inzake de beginselen voor de werking van Solvit2 (hierna “aanbeveling van de Commissie” genoemd) is Solvit opgericht als een door de lidstaten en de EER-landen binnen hun eigen nationale overheidsdiensten opgezet netwerk van centra die op snelle en informele wijze problemen kunnen
1 Verordening (EU) 2019/1149 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EU) nr. 492/2011 en (EU) 2016/589, en tot intrekking van Besluit (EU) 2016/344 (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 21).
2 Aanbeveling 2013/461/EU van de Commissie van 17 september 2013 inzake de beginselen voor de werking van Solvit (PB L 249 van 19.9.2013, blz. 10).
oplossen die particulieren en bedrijven ondervinden met besluiten van overheidsinstanties wanneer zij hun rechten op de interne markt uitoefenen. Het netwerk van nationale Solvit-centra (hierna “nationale Solvit-centra” genoemd) wordt bijgestaan en ondersteund door het coördinatieteam van de Europese Commissie (“EC Solvit”), dat onder meer een Solvit-applicatie beheert en onderhoudt die binnen het Informatiesysteem interne markt is gecreëerd ter ondersteuning van de behandeling van Solvit-zaken.
5. Zoals omschreven in punt I van de aanbeveling van de Commissie, heeft Xxxxxx als doel snelle, doeltreffende en informele oplossingen te vinden voor problemen die burgers en ondernemingen ondervinden wanneer hun EU-rechten in de interne markt door overheidsinstanties worden ontzegd. Solvit draagt bij tot een betere werking van de interne markt, door de naleving van het recht van de Unie te stimuleren en te bevorderen.
6. In overweging 16 van de oprichtingsverordening wordt benadrukt dat de ELA moet samenwerken met andere relevante initiatieven en netwerken van de Unie, waaronder met name Solvit. In overweging 23 van de oprichtingsverordening wordt een kader geschetst voor de betrekkingen tussen de ELA en Solvit in verband met bemiddeling. Dit kader voorziet erin dat de lidstaten individuele gevallen voor bemiddeling naar de ELA moeten kunnen verwijzen, nadat zij er niet in zijn geslaagd deze door middel van rechtstreekse contacten en dialoog op te lossen. Daarnaast wordt voorgeschreven dat het Solvit-netwerk zaken die niet kunnen worden opgelost als gevolg van meningsverschillen tussen nationale overheidsdiensten ter overweging naar de ELA moet kunnen verwijzen.
7. Het doel van deze overeenkomst is ervoor te zorgen dat de ELA en Solvit voldoen aan de eisen van de oprichtingsverordening en tegelijkertijd de doelstellingen van zowel de ELA als Solvit verwezenlijken door middel van samenwerking en betere coördinatie bij de verwijzing van zaken en de uitwisseling van informatie. Dit houdt in dat de verwijzing van onopgeloste Solvit-zaken, zoals gedefinieerd in artikel 3, door Solvit naar de ELA ter overweging doeltreffend wordt gecoördineerd, waarbij ook wordt toegezien op de toelaatbaarheid van dergelijke zaken tot de bemiddelingsprocedure en wordt gezorgd voor de nodige uitwisseling van informatie en opvolging.
Artikel 2 – Samenwerking en communicatiekanalen
1. Solvit en de ELA moeten zich houden aan de beginselen van wederzijdse informatieverstrekking en samenwerking die erop gericht zijn de uitvoering van deze overeenkomst te waarborgen en aldus zowel te voldoen aan het doel van artikel 13 van de oprichtingsverordening betreffende de verwezenlijking van bemiddeling tussen de lidstaten, als de doelstelling van de aanbeveling van de Commissie te verwezenlijken.
2. Via aangewezen contactpunten moet worden gezorgd voor nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de ELA en Solvit en voor een overzicht van de verwezen zaken. Alles moet in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat de betreffende nationale verbindingsofficieren op de hoogte worden gehouden. In het geval van Solvit is het aangewezen contactpunt EC Solvit, d.w.z. het team van de Europese Commissie dat de werking van Solvit bijstaat en ondersteunt. In het geval van de ELA is het aangewezen contactpunt het in artikel 19, lid 26, van het reglement van orde voor bemiddeling bedoelde bemiddelingssecretariaat.
3. Informatie over zaken die ter overweging naar de ELA zijn verwezen en relevante documenten moeten elektronisch worden uitgewisseld, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de inhoud op passende wijze wordt geanonimiseerd, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, van het reglement van orde voor bemiddeling.
Deel II – Samenwerking inzake bemiddeling
A. Rol en verantwoordelijkheid van Solvit
Artikel 3 – Voor verwijzing in aanmerking komende zaken
1. Overeenkomstig artikel 1, leden 3 en 6, van deze overeenkomst kan Solvit zaken die in de Solvit- databank als onopgelost zijn afgesloten naar de ELA verwijzen, zodat deze kan overwegen of zij tot de bemiddelingsprocedure kunnen worden toegelaten. Dit zijn gevallen waarvoor geen oplossing kon worden gevonden in het kader van de Solvit-procedure.
2. Alleen onopgeloste zaken die verband houden met de toepassing van het recht van de Unie op gebieden die onder de oprichtingsverordening vallen, zoals gespecificeerd in artikel 1, lid 4, daarvan, worden voor bemiddeling naar de ELA verwezen.
Artikel 4 – Wederzijdse instemming van de nationale Solvit-centra om de zaak te verwijzen
1. Solvit-zaken worden over het algemeen behandeld door twee Solvit-centra, het centrum van oorsprong3 en het leidingnemende centrum4. Zij werken op een open en transparante manier samen om snelle en doeltreffende oplossingen voor de indieners te vinden en hebben het beste overzicht over de voortgang van de zaken.
2. Alvorens een zaak ter overweging naar de ELA wordt verwezen, moeten de nationale Solvit-centra onderling overeenkomen dat de bemiddelingsprocedure van de ELA een geschikte stap is om een oplossing te vinden wanneer de Solvit-procedure en de mechanismen ervan geen praktische oplossing hebben kunnen bieden. De Solvit-centra moeten zorgvuldig nagaan of de in de onopgeloste zaak aan de orde gestelde juridische vragen binnen de werkingssfeer van de oprichtingsverordening vallen. Zij moeten binnen vijftien (15) werkdagen na de datum waarop de zaak in de Solvit-databank als onopgelost is afgesloten, overeenstemming bereiken over de verwijzing.
Artikel 5 – Informeel juridisch advies
1. Overeenkomstig de aanbeveling van de Commissie kunnen deskundigen van de Commissie de nationale Solvit-centra bijstaan en ondersteunen door in complexe zaken informeel juridisch advies te verstrekken, indien de Solvit-centra daarom verzoeken. Dergelijk juridisch advies is slechts informeel, facultatief, en niet bindend voor de Commissie. Informeel juridisch advies van de Commissie valt binnen de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De EER- landen nemen bij de beoordeling van verzoeken eveneens het beginsel van loyale samenwerking in acht.
3 “Centrum van oorsprong”: het Solvit-centrum in de lidstaat waar de indiener op grond van bijvoorbeeld nationaliteit, verblijfplaats of vestigingsplaats de nauwste banden mee heeft, of van de plaats waar de indiener zijn rechten die in het geding zijn, heeft verworven (afdeling I.B, punt 7, van de aanbeveling van de Commissie).
4 “Leidingnemend centrum”: het Solvit-centrum in de lidstaat waar de vermeende inbreuk op het recht van de Unie inzake de interne markt zich heeft voorgedaan (afdeling I.B, punt 8, van de aanbeveling van de Commissie).
2. De nationale Solvit-centra worden aangemoedigd om tijdens de Solvit-procedure informeel juridisch advies in te winnen bij de diensten van de Commissie, teneinde de verschillende standpunten met elkaar te verzoenen en de bron en de aard van het geschil te achterhalen. Dat advies moet samen met de verwijzing van de zaak ter overweging aan de ELA worden voorgelegd.
Artikel 6 – Procedure voor verwijzing van de zaak door nationale Solvit-centra naar de ELA
1. Zodra de Solvit-centra onderling zijn overeengekomen een zaak naar de ELA te verwijzen, moeten zij beide binnen vijf (5) werkdagen hun bevoegde nationale autoriteit en het in artikel 2, lid 2, van deze overeenkomst bedoelde EC Solvit-contactpunt hiervan in kennis stellen.
2. De nationale Solvit-centra moeten afspreken welk nationaal Solvit-centrum verantwoordelijk is voor de verwijzing (hierna “verwijzend centrum” genoemd).
3. Het verwijzende centrum moet de zaak doorsturen naar het aangewezen contactpunt van de ELA, zoals omschreven in artikel 2, lid 2, van deze overeenkomst.
4. De naar de ELA verwezen zaken moeten alle in bijlage 1 van deze overeenkomst beschreven documenten bevatten.
B. Rol en verantwoordelijkheid van de ELA
Artikel 7 – Overweging van de verwijzing door Xxxxxx
1. Na ontvangst van de verwijzing door het betrokken nationale Solvit-centrum beoordeelt de ELA binnen vijftien (15) werkdagen de samenvatting van de zaak en eventuele andere ingediende documenten en gaat het na of het geschil overeenkomstig artikel 3 van deze overeenkomst binnen de werkingssfeer van de bemiddeling valt.
2. De ELA kan elk van de betrokken nationale Solvit-centra om aanvullende informatie en/of verduidelijkingen verzoeken om de zaak grondig te kunnen beoordelen alvorens te beslissen of zij al dan niet een bemiddelingsprocedure inleidt.
3. Indien het verwezen geschil buiten de werkingssfeer van de ELA valt, stelt de ELA het verwijzende nationale Solvit-centrum en EC Solvit hiervan in kennis. Indien het geschil binnen de werkingssfeer van haar bemiddelingsprocedure valt, kan de ELA overwegen op eigen initiatief een bemiddelingsprocedure in te leiden op grond van artikel 13, lid 2, van de oprichtingsverordening. In dat geval zijn de toepasselijke bepalingen van het reglement van orde voor bemiddeling op eigen initiatief van de ELA van toepassing. In een dergelijk geval brengt de ELA het verwijzende centrum en EC Solvit op de hoogte.
Artikel 8 – Kennisgeving aan EC Solvit
1. De ELA moet EC Solvit overeenkomstig artikel 2 van deze overeenkomst in kennis stellen van haar besluit en andere activiteiten die zijn uitgevoerd tijdens een bemiddelingsprocedure die is ingeleid op basis van zaken die door het verwijzende centrum zijn voorgelegd.
2. De ELA stelt EC Solvit binnen tien (10) werkdagen na de datum waarop het besluit is genomen in kennis van het al dan niet toelaten van de zaak tot de bemiddelingsprocedure en van het feit of de ELA zal voorstellen op eigen initiatief een bemiddelingsprocedure te starten in verband met de voorgelegde zaak. Zij verstrekt hiervoor tevens een motivering.
3. Indien de ELA de bemiddelingsprocedure inleidt op basis van een door het verwijzende centrum voorgelegde zaak, stelt de ELA EC Solvit binnen tien (10) werkdagen in kennis van elke fase van de bemiddelingsprocedure en het resultaat ervan.
Artikel 9 – Verslaglegging door de ELA
Op grond van artikel 13, lid 13, van de oprichtingsverordening en het reglement van orde voor bemiddeling brengt de ELA tweemaal per jaar verslag uit bij de Commissie over de resultaten van de bemiddelingszaken die zij heeft afgehandeld en over de zaken die niet in behandeling zijn genomen. Dit omvat tevens informatie over zaken die op grond van deze overeenkomst zijn behandeld.
Deel III – Diversen
Artikel 10 – Evaluatie van de samenwerking
De partijen beoordelen gezamenlijk, voor het eerst twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst, en vervolgens op basis van behoefte, de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van deze overeenkomst.
Artikel 11 – Beslechting van geschillen
Geschillen die voortvloeien uit de uitlegging of toepassing van deze overeenkomst worden door middel van overleg en onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de partijen geregeld.
Artikel 12 – Wijziging en aanvulling van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst kan met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd of aangevuld.
2. Alle wijzigingen en aanvullingen moeten schriftelijk geschieden. Zij treden in werking op de dag volgende op die van hun ondertekening door beide partijen.
Artikel 13 – Beëindiging
Deze overeenkomst kan door elk van beide partijen schriftelijk worden beëindigd met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Artikel 14 – Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking op de dag volgende op die van ondertekening door beide partijen.
(e-handtekening) | (e-handtekening) |
XXXXXX-XXXXXX XXXXXXXX | XXXX XXXXXXXX XXXXXX XXXXXXXXX |
UITVOEREND DIRECTEUR | DIRECTEUR |
BIJLAGE 1
Informatie die moet worden opgenomen in de in artikel 6 bedoelde samenvatting van de zaak
Doelstelling: Wanneer nationale Solvit-centra ermee instemmen een zaak voor bemiddeling naar de ELA te verwijzen, moet in het verzonden verzoek duidelijk worden aangegeven wat de punten van zorg zijn van beide bij het verzoek betrokken nationale Solvit-centra. Dit gebeurt in een samenvatting van de zaak die de ELA in staat stelt de oorzaak en aard van het geschil te bepalen. In de samenvatting van de zaak worden geen persoonlijke gegevens opgenomen.
De samenvatting van de zaak bevat het volgende:
1. Algemene informatie
• Een beschrijving van het geschil met de standpunten van beide nationale Solvit-centra over zowel de feiten als de toepassing van het EU-recht
• De betrokken nationale autoriteiten
• De belangrijkste punten van onenigheid
• De handeling(en) van de Unie waarop het geschil berust
• Het contactpunt in het verwijzende centrum
• De bevestiging van de wederzijdse instemming van beide Solvit-centra voor de verwijzing
2. Aanvullende documenten
• Informeel juridisch advies van de diensten van de Commissie, indien in het betrokken geval verstrekt
3. Andere betrokken belanghebbenden
• Betrokkenheid van sociale partners op nationaal niveau
• Andere belanghebbenden
4. Zaken die verband houden met sociale zekerheid
• Als de onopgeloste zaak betrekking heeft op de toepassing van de EU-regels inzake de coördinatie van de sociale zekerheid, informatie over de vraag of de zaak ooit door een partij is verwezen naar de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, als bedoeld in artikel 71 van Verordening (EG) nr. 883/20045(hierna “Administratieve Commissie” genoemd). Zo ja, verstrek hiervoor details, datum enz.
• Disclaimer:
o De ELA stelt de Administratieve Commissie in kennis van alle ter bemiddeling naar de ELA verwezen geschillen die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op kwesties in verband met sociale zekerheid. Hiertoe wordt de uitvoerige uiteenzetting voorgelegd aan de Administratieve Commissie.
o Met instemming van de lidstaten die partij zijn bij het geschil, kan de Administratieve Commissie de Europese Arbeidsautoriteit verzoeken de kwestie in verband met sociale zekerheid te verwijzen naar de Administratieve Commissie.
o Elke lidstaat die partij is bij het geschil kan de Europese Arbeidsautoriteit verzoeken de kwestie in verband met sociale zekerheid te verwijzen naar de Administratieve Commissie.
o Als er op enig moment na het starten van de bemiddelingsprocedure nieuwe elementen die verband houden met sociale zekerheid in het geschil worden ingebracht, die aanvankelijk niet duidelijk waren of niet gedocumenteerd waren, schorst de ELA de procedure en stelt zij de Administratieve Commissie hiervan in kennis. Alvorens de procedure voort te zetten, wacht de ELA op het besluit van de Administratieve Commissie over een mogelijk verzoek tot verwijzing van het geschil binnen de bepaalde termijn.
o Geschillen die betrekking hebben op een kwestie waarvoor de Verordeningen (EG) nrs. 883/2004 en 987/20096 nieuwe uitlegging behoeven, vallen buiten de werkingssfeer van de bemiddelingsprocedure van de ELA.
5 Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.
6 Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).