CAO
CAO
Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
1 januari 2020 - 31 december 2021
Inhoudsopgave
Artikel 1 Voor welke werkgevers is deze cao? Artikel 2 Voor welke werknemers is deze cao? Artikel 3 Wat betekent het als u parttime werkt?
Artikel 4 Wat betekent het als u nog leerplichtig bent?
2 Welke verplichtingen gelden voor de werkgever?
Artikel 5 Arbeidsovereenkomst Artikel 6 Geen discriminatie Artikel 7 Sollicitanten
Artikel 8 Regels in het bedrijf
3 Welke verplichtingen gelden voor u als werknemer?
Artikel 9 Ander werk doen of tijdelijk ergens anders werken Artikel 10 Werken in uw vrije tijd
4 Afspraken over uw arbeidsovereenkomst
Artikel 11 Hoelang duurt uw arbeidsovereenkomst?
Artikel 12 Wat gebeurt er als u vaker een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd krijgt? Artikel 13 Wat moet de werkgever doen als hij u via het UWV wil ontslaan?
Artikel 14 Wanneer stopt uw arbeidsovereenkomst?
5 Afspraken over uw loon Artikel 15 Loon Artikel 16 Inkomen
Artikel 17 Xxxxxxx loon krijgt u? Artikel 18 Wanneer krijgt u loon?
Artikel 19 U heeft een arbeidsbeperking. Hoeveel loon krijgt u? Artikel 20 U bent uitzendkracht. Hoeveel loon krijgt u?
Artikel 21 U bent geschorst. Wat betekent dit voor uw loon?
Artikel 22 U doet tijdelijk ander werk. Wat betekent dit voor uw loon?
Artikel 23 U bent 58 jaar en u krijgt een lagere functie. Wat betekent dit voor uw pensioen? Artikel 24 In welke functiegroep wordt uw functie ingedeeld?
Artikel 25 Wat moet u doen als u het niet eens bent met de indeling van uw functie?
6 Afspraken over vergoedingen en toeslagen
Artikel 26 U bent bedrijfshulpverlener. Hoeveel toeslag krijgt u? Artikel 27 U bent praktijkopleider. Hoeveel toeslag krijgt u?
Artikel 28 U bent lid van de vakbond. Welke vergoeding krijgt u? Artikel 29 U bent 21 jaar of jonger. Hoeveel toeslag krijgt u?
Artikel 30 U moet naar een klus rijden. Welke vergoeding krijgt u? Artikel 31 U moet naar de arbodienst rijden. Welke vergoeding krijgt u?
Artikel 32 U moet gereedschap en kleding kopen. Welke vergoeding krijgt u?
7 Hoeveel uur werkt u en op welke tijden?
Artikel 33 Hoeveel uur werkt u?
Artikel 34 Hoeveel roostervrije dagen heeft u?
Artikel 35 Een werkweek van 4 dagen van 9,5 uur per dag Artikel 36 Tijdelijk een aangepaste werkweek
Artikel 37 Een werkweek van 4 dagen als u 55 jaar of ouder bent Artikel 38 Vrije dagen verkopen aan uw werkgever
Artikel 39 Op welke tijden werkt u? Artikel 40 Werken op zaterdag Artikel 41 Werken op zondag
Artikel 42 Werken tussen 22.00 uur en 6.00 uur Artikel 43 Werken op een feestdag
Artikel 44 Werken in ploegendienst Artikel 45 Verschoven diensten
Artikel 46 U moet overwerken. Wat zijn de afspraken?
Artikel 47 U bent chauffeur of bijrijder. Wat zijn de afspraken over overwerk?
8 Afspraken over vakantiedagen, vakantiegeld en verlof
Artikel 48 Xxxxxxx vakantiedagen krijgt u per jaar?
Artikel 49 Krijgt u inkomen als u een vakantiedag opneemt? Artikel 50 Waarvoor moet u uw vakantiedagen gebruiken?
Artikel 51 Wat zijn de afspraken over de vakantie van 2 of 3 weken? Artikel 52 Wat zijn de afspraken over verplichte vrije dagen?
Artikel 53 Wat zijn de afspraken over andere vrije dagen?
Artikel 54 Wat gebeurt er als u te veel vakantiedagen heeft opgenomen? Artikel 55 Wat gebeurt er met vakantiedagen als u ziek wordt in uw vakantie?
Artikel 56 Wat gebeurt er met vakantiedagen als uw arbeidsovereenkomst stopt? Artikel 57 Xxxxxxx vakantiegeld krijgt u?
Artikel 58 Wanneer krijgt u betaald verlof?
Artikel 59 U moet naar de tandarts, de dokter of de fysiotherapeut. Hoeveel verlof krijgt u? Artikel 60 U bent lid van een vakbond. Hoeveel verlof krijgt u?
Artikel 61 U moet zorgen voor iemand die ongeneeslijk ziek is. Hoeveel verlof krijgt u? Artikel 62 U wilt rouwverlof. Hoeveel verlof krijgt u?
9 Afspraken over veilig en gezond werken
Artikel 63 Arbodienst inschakelen
Artikel 64 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Artikel 65 Ziekmeldingen registreren
Artikel 66 Overleggen met werknemers
Artikel 67 Cursus voor de preventiemedewerker Artikel 68 Cursus ‘Veilig en gezond werken’ Artikel 69 Uitstoot van houtstof
Artikel 70 Hulp bij het tillen
Artikel 71 Gehoorbescherming gebruiken
Artikel 72 Werkplek schoonmaken onder werktijd Artikel 73 Bedrijfshulpverlener
Artikel 74 Arbocatalogus over veilig en gezond werken
Artikel 75 U doet een BBL-opleiding niveau 1, 2 of 3. Wat zijn de afspraken?
Artikel 76 Welke vergoeding krijgt de werkgever als werknemers een BBL-opleiding doen? Artikel 77 U doet een andere opleiding dan een BBL-opleiding. Wat zijn de afspraken?
Artikel 78 U wilt een gesprek over uw loopbaan. Wat zijn de afspraken?
Artikel 79 Uw functie verandert door nieuwe technieken. Mag u een opleiding doen? Artikel 80 Werkgevers stimuleren om werknemers op te leiden
Artikel 81 Training voor Praktijkopleiders
Artikel 82 Over het Expertisecentrum Meubel (ECM)
11 Wat gebeurt er als u ziek bent of als u overlijdt?
Artikel 83 Wat gebeurt er met uw loon als u ziek bent?
Artikel 84 Xxxxxxx loon krijgt u in het eerste jaar dat u ziek bent? Artikel 85 Xxxxxxx loon krijgt u in het tweede jaar dat u ziek bent? Artikel 86 Wat gebeurt er als u langer dan 2 jaar ziek bent?
Artikel 87 Welke extra arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn er? Artikel 88 Wat gebeurt er als u overlijdt?
Artikel 89 Ongevallenverzekering
13 Vakbondswerk, medezeggenschap, sociaal en economisch overleg in verband met werkgelegenheid, sociaal jaarverslag
Artikel 90 Vakbondsactiviteiten in de onderneming Artikel 91 Medezeggenschap
Artikel 92 Sociaal en economisch overleg in verband met de werkgelegenheid Artikel 93 Sociaal jaarverslag
14 CAO Stichting Sociaal Fonds
Artikel 94 Cao Stichting Sociaal Fonds
15 Vredesplicht
16 Dispensaties
Protocol 1 Overleg bij teruglopen werkgelegenheid Protocol 2 Introductie van werknemers in het bedrijf Protocol 3 Arbeidsomstandigheden en milieu Protocol 4 Loopbaan/scholing
Protocol 5 Functie-/Loongebouw Protocol 6 RVU/Zwaar werk-regeling Protocol 7 Personeelsbeleid Protocol 8 Ziektekostenverzekering Protocol 9 Uitzendarbeid
Protocol 10 Arbeidsomstandigheden Protocol 11 Leeftijdsbewust Personeelsbeleid
Protocol 12 Risico Inventarisatie en Evaluatie Meubelindustrie (RI&E)
Bijlage 1 Functie-indeling in de Meubelindustrie Bijlage 2 Loonschalen
Bijlage 3 Vervallen Bijlage 4 Vervallen Bijlage 5 Vervallen Bijlage 6 vervallen Bijlage 7 Vervallen
Bijlage 8 Model voor een sociaal jaarverslag Bijlage 9 CAO Stichting Sociaal Fonds Bijlage 10 Vervallen
Bijlage 11 Vroegpensioen en ouderdomspensioen Bijlage 12 U bent ziek. Wat moet u doen?
Bijlage 13 Vakraad voor de Meubelindustrie en Interieurbouw Bijlage 14 Vervallen
Belangrijke adressen
1. Voor wie is deze cao?
Artikel 1 Voor welke werkgevers is deze cao?
1. Deze overeenkomst is van toepassing in ondernemingen, die uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de onder a tot en met g omschreven werkzaamheden uitvoeren. Voorts is deze overeenkomst van toepassing in afdelingen van een onderneming, die uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de onder a tot en met g genoemde werkzaamheden uitvoeren, tenzij voor het merendeel van het personeel van de onderneming een andere cao van toepassing is en deze cao tevens voor de bedoelde afdeling van toepassing is verklaard.
a. het vervaardigen en/of bewerken, herstellen, assembleren, stofferen of met andere materialen bekleden van meubelen of onderdelen daarvan of van aanverwante artikelen (tenzij deze uitsluitend van metaal worden vervaardigd). Onder (onderdelen van) meubelen en/of aanverwante artikelen worden mede verstaan (onderdelen van) school-, kantoor-, keuken-, kerk-, en tuinmeubelen, bedden, waterbedden, wiegen, matrassen en stoelkussens, echter met uitzondering van kinderstoelen en kinderboxen. Onder het bewerken van meubelen of onderdelen daarvan wordt mede verstaan het buigen, draaien, beeldhouwen en dergelijke werkzaamheden. Eén en ander geldt voorzover de genoemde werkzaamheden niet worden verricht als onderdeel van het woninginrichtingsbedrijf of van de confectie-industrie;
b. het vervaardigen en/of herstellen, plaatsen, monteren en stellen van interieurs voor gebouwen of schepen, met inbegrip van interieurs voor keukens, kerken en van afzonderlijke interieurs voor caravans en dergelijke. Het plaatsen, monteren en/of stellen van keukens valt onder dit artikel, tenzij deze werkzaamheden gepaard gaan met bouwkundige activiteiten. Het vervaardigen en/of herstellen, plaatsen, monteren en stellen van interieurs voor caravans valt onder dit artikel, tenzij deze werkzaamheden worden verricht als geïntegreerd onderdeel van het totale bouwproces van caravans. Onder vervaardigen wordt mede verstaan het stofferen of met andere materialen bekleden en het behangen van wanden, vloeren en dergelijke, voorzover dit niet geschiedt als onderdeel van het woninginrichtingsbedrijf, het parketvloerenbedrijf, de confectie-industrie of het schildersbedrijf;
c. het vervaardigen en/of herstellen van scheidings- en vouwwanden of onderdelen daarvan, voorzover deze door hun aard, uitvoering en/of wijze van vervaardiging moeten worden gerekend tot of gelijkgesteld met (producten van) het onder a en onder b van dit artikel omschreven meubel- of interieurbouwbedrijf;
d. het vervaardigen en/of herstellen van gymnastiektoestellen of biljarts of onderdelen daarvan;
e. het vervaardigen en/of verwerken van lijsten voor schilderijen en dergelijke artikelen of onderdelen daarvan (waaronder niet begrepen de door de detaillist verrichte encadreerwerkzaamheden);
f. het vervaardigen, bewerken en/of stofferen van graf- en crematiekisten of onderdelen daarvan;
g. het vervaardigen, bewerken en/of herstellen van muziekinstrumenten, klokkasten, vaste omkastingen van audiovisuele apparatuur, naaimachinekasten, verlichtingsproducten en dergelijke van hout, of onderdelen daarvan, voorzover deze door hun aard, uitvoering en/of wijze van vervaardiging moeten worden gerekend tot of gelijkgesteld met (producten van) het onder a van dit artikel omschreven meubelbedrijf;
Een onderneming wordt geacht zich in hoofdzaak met de genoemde werkzaamheden bezig te houden indien het aantal daarbij betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers, betrokken bij eventuele andere activiteiten van de werkgever.
2. Deze overeenkomst is tevens van toepassing in ondernemingen opgericht na 1 januari 2000 c.q. in ondernemingen waarvan de daadwerkelijke activiteiten binnen een reeds bestaande vennootschap zijn aangevangen na 1 januari 2000, die ten behoeve van de onder artikel 1 genoemde ondernemingen een ondersteunende functie hebben en in juridische zin tot dezelfde groep van ondernemingen behoren. Het toonzaal- en winkelpersoneel dat werkzaam is in de in dit artikellid bedoelde ondernemingen is van deze toepassing uitgezonderd.
3. Deze overeenkomst is tevens van toepassing op Samenwerkingsverbanden. Onder ‘Samenwerkingsverband’ wordt verstaan een door hierboven genoemde ondernemingen opgerichte, regionaal werkende rechtspersoon die ten doel heeft met (jeugdige) werknemers uit de betrokken regio een arbeidsovereenkomst te sluiten en deze een opleiding te geven volgens de richtlijnen van de landelijke organen zoals genoemd in de Wet van 31 oktober 1995, houdende bepalingen met betrekking tot de educatie en het beroepsonderwijs (Wet Educatie en Beroepsonderwijs, Stb 1995, 501).
4. Ten slotte is deze overeenkomst van toepassing in de navolgende ondernemingen en hun rechtsopvolgers:
• Berkvens Deursystemen Productie B.V
• Xxxxxx en Zn. te Enschede,
• Bruynzeel Multipanel B.V. te Zaandam.
• Bruynzeel-Sakura te Bergen op Zoom.
• Java Deurenfabriek B.V. te Velsen.
• Kegro Deuren B.V. te Groesbeek.
• C.J. Kersten B.V. te Haelen
• Lambri Industries te Maarssen.
• Lambri International te Maarssen.
• Lambri Trade Services te Maarssen.
• REC Nederland te Apeldoorn.
• Svedex B.V. en Svedex Deuren B.V. te Varsseveld.
Artikel 2 Voor welke werknemers is deze cao?
1. Deze cao is voor werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben met een werkgever uit artikel 1 van deze cao. Bestuurders met een arbeidsovereenkomst zijn hiervan uitgezonderd. We spreken de werknemer in deze cao aan met ‘u’.
2. De afspraken in hoofdstuk 5 ‘Afspraken over uw loon’, hoofdstuk 6 ‘Afspraken over vergoedingen en toeslagen’ en hoofdstuk 7 ‘Hoeveel uur werkt u en op welke tijden’ gelden alleen voor werknemers die een functie hebben van een niveau zoals omschreven in bijlage 1 van deze cao. De artikelen 15, 16, 25, 36, 37 en 38 zijn hiervan uitgezonderd en gelden voor elke functie.
Artikel 3 Wat betekent het als u parttime werkt?
1. Als u parttime werkt, gelden alle voorwaarden in deze cao naar verhouding.
2. U ontvangt pas een toeslag voor overwerk als u langer werkt dan de fulltime werkweek die hoort bij het bedrijf waar u werkt.
3. De uren die u extra werkt, kunt u opnemen in tijd of laten uitbetalen in geld.
Voorbeeld
Heeft het bedrijf waar u werkt een fulltime werkweek van 38 uur? En werkt u volgens uw arbeidsovereenkomst 32 uur per week? Xxx krijgt u pas een toeslag voor overwerk als u langer werkt dan 38 uur. Moet u overwerken en werkt u hierdoor 40 uur? Xxx krijgt u over 2 uur een overwerktoeslag. De 6 uur die u extra werkt, kunt u later opnemen in tijd of laten uitbetalen.
Artikel 4 Wat betekent het als u nog leerplichtig bent?
1. Xxxx u nog leerplichtig voor 1 of meer dagen in de week? Dan moet uw arbeidsovereenkomst voldoen aan de Arbeidstijdenwet.
2. Uw werkgever hoeft u alleen loon te betalen over het aantal dagen dat u per week werkt. En u bouwt alleen vakantiedagen op over het aantal dagen dat u per week werkt.
3. Doet u een BBL-opleiding niveau 1, 2 of 3, zoals omschreven in artikel 75 van deze cao? Xxx krijgt u wel loon als u naar school gaat. Ook bouwt u over de dagen dat u naar school moet vakantiedagen op.
2. Welke verplichtingen gelden voor de werkgever?
Artikel 5 Arbeidsovereenkomst
De werkgever moet een arbeidsovereenkomst schriftelijk vastleggen, op papier of per mail. In uw arbeidsovereenkomst staan onder andere afspraken over uw functie en uw loon.
Artikel 6 Geen discriminatie
De werkgever is tegen discriminatie van werknemers. De werkgever geeft iedereen gelijke kansen. Dat geldt voor nieuwe werknemers en voor bestaande werknemers.
Artikel 7 Sollicitanten
De werkgever geeft sollicitanten een gelijke kans op een baan. Ook geeft hij de informatie
die ze nodig hebben om te kunnen solliciteren. De werkgever geeft persoonlijke informatie over sollicitanten niet aan anderen.
Artikel 8 Regels in het bedrijf
De werkgever mag zelf regels maken waar werknemers zich in het bedrijf aan moeten houden. Deze regels mogen niet in strijd zijn met de afspraken in deze cao of met de wet.
3. Welke verplichtingen gelden voor u als werknemer?
Artikel 9 Ander werk doen of tijdelijk ergens anders werken
1. U bent verplicht om in bijzondere situaties werk te doen dat niet bij uw functie hoort, als uw werkgever dit aan u vraagt. Dit zijn de voorwaarden:
• Het moet gaan om werk dat te maken heeft met het werk in uw bedrijf.
• U moet in staat zijn om dit werk te kunnen doen. U moet bijvoorbeeld de juiste opleiding hebben.
In artikel 22 en artikel 23 van deze cao leest u wat dit betekent voor uw inkomen.
2. U bent verplicht om tijdelijk bij een ander bedrijf te werken als uw werkgever dit aan u vraagt. Dit zijn de voorwaarden:
• U moet werk doen dat hetzelfde is of heel veel lijkt op het werk dat u normaal doet.
• U moet hetzelfde loon krijgen.
• U mag maximaal 6 maanden bij het andere bedrijf werken.
• Uw reistijd mag maximaal 2 uur per dag langer duren.
Heeft u hierdoor meer reiskosten dan normaal? Dan krijgt u voor de extra kilometers een vergoeding van uw werkgever. U krijgt het bedrag dat de werkgever volgens de Belastingdienst onbelast mag vergoeden. Dat is op dit moment € 0,19 per kilometer. Artikel 30 van deze cao geldt ook voor u.
Artikel 10 Werken in uw vrije tijd
1. Werkt u fulltime, dan mag u niet in uw vrije tijd betaald werk doen dat u ook bij uw werkgever doet. Of werk dat de bedrijven doen die in artikel 1 van deze cao staan.
2. Werkt u parttime, dan mag u in uw vrije tijd wél betaald werk doen dat u ook bij uw werkgever doet. Dit mag alleen:
• als de kwaliteit van uw werk hierdoor niet achteruitgaat;
• als u hierdoor niet concurreert met uw werkgever.
3. Xxxxx u zich niet aan de afspraken van dit artikel, dan kan dit voor uw werkgever een dringende reden zijn om u te ontslaan. In artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek staat wat dringende redenen zijn.
4. Afspraken over uw arbeidsovereenkomst
Artikel 11 Hoelang duurt uw arbeidsovereenkomst?
1. In uw arbeidsovereenkomst moet staan of het een arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd. Staat dit er niet in? Dan heeft u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2. In de arbeidsovereenkomst moet staan of u een proeftijd heeft. Staat dit er niet in? Xxx heeft u geen proeftijd. Tijdens de proeftijd kunt u of kan de werkgever de arbeidsovereenkomst op ieder moment stoppen.
Artikel 12 Wat gebeurt er als u vaker een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd krijgt?
1. In de wet staat na hoeveel arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgt. Dit staat in artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek. Dit is de ketenregeling. Heeft u alleen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gekregen, omdat u een beroepsbegeleidende leerweg volgt? Dan geldt de ketenregeling niet voor u.
2. Krijgt u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd? En werkte u daarvoor al bij het bedrijf via een uitzendbureau? Dan tellen die overeenkomsten van het uitzendbureau mee om te bepalen wanneer u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd krijgt. Maar er is een uitzondering: Bent u ziek geweest terwijl u een overeenkomst had van het uitzendbureau? En heeft u hierdoor in die periode meerdere overeenkomsten van het uitzendbureau gekregen? Dan tellen deze overeenkomsten samen als 1 arbeidsovereenkomst.
Artikel 13 Wat moet de werkgever doen als hij u via het UWV wil ontslaan?
Als de werkgever een ontslagvergunning bij het UWV aanvraagt om u te ontslaan, dan moet hij dit aan u laten weten uiterlijk 1 werkdag, nádat hij de vergunning bij het UWV heeft aangevraagd.
Artikel 14 Wanneer stopt uw arbeidsovereenkomst?
1. Als u of de werkgever de arbeidsovereenkomst wil stoppen, dan geldt de wettelijke opzegtermijn van artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent dat de overeenkomst niet meteen stopt, maar pas na afloop van de opzegtermijn.
2. Xxxx u 45 jaar en ouder? Dan is de opzegtermijn voor uw werkgever minimaal 2 maanden.
3. Bereikt u de AOW-leeftijd? Dan stopt uw arbeidsovereenkomst meteen. In deze situatie is er geen opzegtermijn.
5. Afspraken over uw loon
Artikel 15 Loon
Met loon bedoelen we in deze cao uw brutoloon per week. Met uurloon bedoelen we uw brutoloon per week gedeeld door het aantal uur dat hoort bij een fulltime werkweek in het bedrijf waar u werkt. In artikel 17 van deze cao leest u meer over uw loon.
Voorbeeld
Uw brutoloon per week is €400. Wat is dan uw uurloon?
• Heeft het bedrijf waar u werkt een fulltime werkweek van 40 uur? Dan is uw uurloon €400,00 / 40 uur = € 10,00.
• Heeft het bedrijf waar u werkt een fulltime werkweek van 38 uur? Dan is uw uurloon €400,00 / 38 uur = € 10,53.
• Heeft het bedrijf waar u werkt een fulltime werkweek van 36 uur? Xxx is uw uurloon €400,00 / 36 uur = € 11,11.
Artikel 16 Inkomen
Met inkomen bedoelen we in deze cao uw brutoloon per week met daarbij opgeteld vergoedingen en toeslagen waar u recht op heeft. Bijvoorbeeld:
• vakantietoeslag;
• vergoeding voor overwerk;
• ploegentoeslag;
• toeslag voor verschoven diensten;
• toeslag voor bedrijfshulpverleners;
• toeslag voor praktijkopleiders;
• prestatiebeloning;
• winstdeling;
• eindejaarsuitkering;
• andere bonussen;
• vergoeding van reistijd als u naar een klus moet en uw reistijd hierdoor langer is dan de reistijd van uw huis naar uw werk. Xxxx ook artikel 30.1 en artikel 30.2 van deze cao.
De volgende vergoeding hoort niet bij het inkomen:
• vergoeding van reiskosten en verblijfkosten.
Artikel 17 Xxxxxxx loon krijgt u?
1. U krijgt het loon dat hoort bij uw leeftijd en de functiegroep waarin u bent ingedeeld. In bijlage 2 van deze cao staan de loonschalen. Hierin ziet u welk minimumloon bij uw functiegroep en leeftijd hoort. In deze cao zijn ook de volgende loonsverhogingen afgesproken:
• Met ingang van 1 mei 2021 worden de lonen verhoogd met 2%.
• Met ingang van 1 september 2021 worden de lonen verhoogd met 1,5% U vindt deze loonsverhogingen ook in bijlage 2.
Werkgevers die het in 2020 en 2021 financieel lastig hebben mogen in overleg met de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of een meerderheid van het personeel en met schriftelijke instemming de loonsverhogingen in 2021 tijdelijk omzetten in vrije tijd dan wel extra verlofdagen.
Indien deze vrije tijd/extra verlofdagen niet kunnen worden opgenomen vóór 1 januari 2022, moet schriftelijk de afspraak gemaakt worden óf de waarde van de uitgestelde loonsverhoging alsnog wordt uitbetaald óf als verlof behouden wordt.
Met ingang van 1 januari 2022 dient het loon alsnog verhoogd te worden met de bovengenoemde percentages.
2. Heeft u geen opleiding voor de functie die u doet en heeft u geen ervaring met het werk waarvoor u bent aangenomen? Dan mag de werkgever u maximaal 1 jaar het wettelijk minimumloon betalen dat de overheid vaststelt.
3. Krijgt u van uw werkgever een hoger loon dan de lonen in bijlage 2 van deze cao? Dan gelden de loonsverhogingen uit dit artikel ook voor u. Uw werkgever moet een eigen beloningssysteem hebben waarin staat wat u maximaal kunt verdienen in een functiegroep. De werkgever mag één keer per jaar het beloningssysteem veranderen. De werkgever moet zich daarbij houden aan artikel 91 ‘Medezeggenschap’ van deze cao.
4. Doet u de Basisberoepsopleiding niveau 2 of de Vakopleiding niveau 3 via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)? Dan bent u ingedeeld in functiegroep B1. Voor de Vakopleiding niveau 3 van de BBL geldt deze afspraak vanaf 1 januari 2016.
In bijlage 2 van deze cao ziet u de loonschaal van deze functiegroep. De loonsverhogingen in deze cao gelden ook voor de lonen van deze loonschaal. Let op: Wordt uw loon door een loonsverhoging hoger dan 130% van het wettelijk minimumloon voor volwassen werknemers van 21 jaar of ouder? Xxx krijgt u geen loonsverhoging.
5. In iedere functiegroep is vastgelegd welk loon u krijgt bij welke leeftijd. In de week na uw verjaardag krijgt u het loon dat hoort bij uw nieuwe leeftijd.
6. Blijft u werken na uw AOW-leeftijd, dan hoeft uw werkgever geen premie meer te betalen voor de sociale verzekeringen. Uw werkgever mag dit bedrag van uw loon aftrekken.
Artikel 18 Wanneer krijgt u loon?
1. In uw arbeidsovereenkomst staat of u uw loon per week, per 4 weken of per maand krijgt. De werkgever moet ervoor zorgen dat uw loon binnen 7 dagen na deze periode op uw bankrekening staat. Moet de werkgever u ook vergoedingen of toeslagen betalen, bijvoorbeeld voor overwerk? Dan moet de werkgever dit betalen bij de eerstvolgende loonperiode.
2. De werkgever moet u iedere keer als hij loon betaalt een loonstrook geven. Op deze loonstrook staat in ieder geval de volgende informatie:
• uw brutoloon;
• de vergoedingen en toeslagen waar u recht op heeft, bijvoorbeeld ploegentoeslag;
• de bedragen die uw werkgever van uw brutoloon aftrekt, bijvoorbeeld loonheffing, premies werknemersverzekeringen, pensioenpremie of loonbeslag;
• de functiegroep waarin u bent ingedeeld;
• hoeveel uur u per week werkt volgens uw arbeidsovereenkomst;
• de periode waarvoor u loon krijgt;
• het wettelijk minimumloon dat voor u geldt;
• uw naam;
• de naam van uw werkgever.
3. De werkgever moet u één keer per jaar een jaaropgave geven, uiterlijk op 15 februari. Op de jaaropgave staat uw inkomen dat u het jaar daarvoor heeft ontvangen.
Artikel 19 U heeft een arbeidsbeperking. Hoeveel loon krijgt u?
1. Voor de volgende werknemers geldt er in deze cao een aparte loonschaal:
• U bent Wajonger.
• U heeft een WSW-indicatie.
• U heeft een Wiw-baan of ID-baan.
• U heeft een arbeidsbeperking en u kunt zonder hulp van de Participatiewet niet het wettelijk minimumloon verdienen.
• U heeft een medische beperking die is ontstaan voor uw 18e verjaardag of tijdens uw studie en u kunt zonder voorziening geen wettelijk minimumloon verdienen, maar met een voorziening wel.
2. Hoort u bij een van de groepen die hierboven bij 1 staat? Dan geldt voor u de volgende loonschaal:
Leeftijd | Per maand | Per week | Per dag |
15 jaar | € 510,30 | € 117,75 | € 23,55 |
16 jaar | € 586,85 | € 135,45 | € 27,09 |
17 jaar | € 671,90 | € 155,05 | € 31,01 |
18 jaar | € 850,50 | € 196,30 | € 39,26 |
19 jaar | € 1020,60 | € 235,55 | € 47,11 |
20 jaar | € 1360,80 | € 314,05 | € 62,81 |
21 jaar en ouder | € 1.701,00 | € 392,55 | € 78,51 |
Deze loonschaal geldt vanaf 1 juli 2021. De bedragen die u ziet, zijn de bedragen die u krijgt als u fulltime werkt.
3. Verhoogt de overheid het wettelijk minimumloon, dan verhogen wij de bedragen in deze loonschaal met hetzelfde percentage. Dit gebeurt ieder jaar op 1 januari en 1 juli.
4. De werkgever begeleidt u goed in uw werk. Doet u uw werk goed en is er een vacature in het bedrijf voor een normale baan? Xxx doet de werkgever zijn best om u die baan te geven.
Toelichting
- Toelichting 1: Kunt u ondanks arbeidsbeperkingen de functie waarvoor u aangenomen bent zonder beperking verrichten, dan heeft u recht op het bijbehorende cao loon afhankelijk van de functiegroep waarin deze functie is ingedeeld.
- Toelichting 2: Nadat u in dienst bent getreden op de loonschaal in dit artikel dient uw loon overeenkomstig de loonsverhogingen van artikel 17 verhoogd te worden
Artikel 20 U bent uitzendkracht. Hoeveel loon krijgt u?
Bent u uitzendkracht? Dan moet uw werkgever ervoor zorgen dat u hetzelfde loon krijgt als een werknemer die in dienst is bij het bedrijf met dezelfde functie of een soortgelijke functie. De werkgever regelt dit met het uitzendbureau.
Artikel 21 U bent geschorst. Wat betekent dit voor uw loon?
U heeft geen recht op loon als de werkgever u heeft geschorst om een van de redenen die in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek staan. In deze situaties krijgt u maximaal 3 dagen geen loon.
Artikel 22 U doet tijdelijk ander werk. Wat betekent dit voor uw loon?
Als u tijdelijk ander werk doet dat niet bij uw functie hoort, dan krijgt u het inkomen dat u zou hebben gekregen als u in uw eigen functie zou hebben gewerkt. Doet u werk dat bij een hogere functiegroep hoort dan uw eigen functiegroep? Xxx krijgt u het inkomen dat bij deze hogere functiegroep hoort. Is dit lager dan het inkomen dat u zou hebben ontvangen in uw eigen functie? Dan betaalt uw werkgever uw normale loon.
Artikel 23 U bent 58 jaar en u krijgt een lagere functie. Wat betekent dit voor uw pensioen?
Bereikt u binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd (thans 68 jaar) en accepteert u een functie in een lagere functiegroep, zodat u langer door kunt werken? Dan krijgt u voor deze functie waarschijnlijk ook een lager loon. Omdat u in dat geval minder pensioenpremie afdraagt en dus minder pensioen opbouwt, compenseert de werkgever tot maximaal 8% van de totale premie en draagt dit af aan het pensioenfonds.
Let op: u moet dit samen met uw werkgever regelen. Neem hiervoor contact op met Pensioenfonds Meubel p/a TKP: 055 522 4025 (zakelijk)/ xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx of 055 522 4026 (deelnemers) / xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx (op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur).
Artikel 24 In welke functiegroep wordt uw functie ingedeeld?
1. In uw arbeidsovereenkomst moet staan welke functie u heeft en in welke functiegroep u bent ingedeeld (bijlage I en Functie-Indelingshandboek in de Meubelindustrie, te downloaden via xxx.xxx.xx, xxx.xxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxx.xx, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Wil uw werkgever iets veranderen aan uw functie of wil hij uw functie in een andere functiegroep indelen? Xxx moet u hierover een brief krijgen van uw werkgever.
2. Doet u de Basisberoepsopleiding niveau 2 of de Vakopleiding niveau 3 via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)? Dan wordt u ingedeeld in functiegroep B1. Voor de Vakopleiding niveau 3 van de BBL geldt deze afspraak vanaf 1 januari 2016.
3. Accepteert u in het bedrijf waar u werkt een andere functie met een lager loon? Dan kan de werkgever uw loon in 4 stappen van 6 maanden verlagen met steeds hetzelfde bedrag. Zo krijgt u na 2 jaar het loon dat bij uw nieuwe functie hoort.
Artikel 25 Wat moet u doen als u het niet eens bent met de indeling van uw functie?
1. Bent u het niet eens bent met de indeling van uw functie in een functiegroep? Bespreek dit dan met uw werkgever. Hoe u dit kunt doen, staat in het Functie-Indelingshandboek (in de Meubelindustrie, te downloaden via xxx.xxx.xx, xxx.xxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxx.xx, xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) Komt u er samen niet uit? Stuur dan een brief naar de Indelingscommissie van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Het adres is:
Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Indelingscommissie
Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxx@xxx.xx
2. De commissie onderzoekt het verschil van mening en neemt een beslissing. Deze beslissing is bindend. Dat betekent dat u én de werkgever zich moeten houden aan de uitspraak van de commissie.
3. De beslissing van de commissie geldt vanaf het moment waarop u de klacht over uw indeling heeft gestuurd naar uw werkgever. U moet dit kunnen aantonen.
4. In de Indelingscommissie zitten vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersverenigingen.
6. Afspraken over vergoedingen en toeslagen
Artikel 26 U bent bedrijfshulpverlener. Hoeveel toeslag krijgt u?
Bent u bedrijfshulpverlener en heeft u een cursus Bedrijfshulpverlening gevolgd? Xxx krijgt u de volgende toeslag:
Hoeveel toeslag krijgt u? | |
Vanaf 1 april 2019 | € 4,13 bruto per week |
Vanaf 1 mei 2021 | € 4,21 bruto per week |
Vanaf 1 september 2021 | € 4.27 bruto per week |
Artikel 27 U bent praktijkopleider. Hoeveel toeslag krijgt u?
Xxxx u naast uw werk ook praktijkopleider én is uw functie ingedeeld in functiegroep A, B, C of D? Xxx krijgt u een toeslag voor de periode waarin u als praktijkopleider werkzaam bent:
Xxxxxxx toeslag krijgt u? | |
Vanaf 1 april 2019 | € 9,73 bruto per week |
Vanaf 1 mei 2021 | € 9,92 bruto per week |
Vanaf 1 september 2021 | € 10,07 bruto per week |
In artikel 81 ‘Training voor Praktijkopleiders’ van deze cao leest u wat we bedoelen met een praktijkopleider.
Artikel 28 U bent lid van de vakbond. Welke vergoeding krijgt u?
Xxxx u lid van de vakbond, dan betaalt u hiervoor contributie. Jaarlijks krijgt u
€ 60,00 netto van uw werkgever voor deze contributie. U moet de werkgever wel een kopie van de rekening geven. Deze kunt u bij de vakbond opvragen.
Artikel 29 U bent 21 jaar of jonger. Hoeveel toeslag krijgt u?
1. U krijgt in de volgende situatie een ervaringstoeslag van 5% per jaar op uw loon:
• U bent 21 jaar of jonger,
• u krijgt 2 jaar loon in dezelfde loonschaal, én
• u werkt 2 jaar in hetzelfde bedrijf.
U krijgt deze toeslag na 2 jaar. Let op: Uw loon inclusief de ervaringstoeslag mag nooit meer zijn dan het loon van iemand van 21 jaar in dezelfde loonschaal als u.
2. Krijgt u van uw werkgever een hoger loon dan de lonen in bijlage 2 van deze cao? Dan mag de werkgever de ervaringstoeslag aftrekken van het bedrag dat u meer krijgt dan het loon in deze cao.
3. Gaat u naar een hogere functiegroep en dus naar een hogere loonschaal? Xxx stopt vanaf dat moment de ervaringstoeslag. Voldoet u na 2 jaar weer aan de situatie die hierboven staat? Dan krijgt u opnieuw 5% ervaringstoeslag.
Artikel 30 U moet naar een klus rijden. Welke vergoeding krijgt u?
1. Xxxxx u vanaf uw werk naar een klus en weer terug naar uw werk? Dan betaalt uw werkgever voor deze reistijd uw normale uurloon. Let op: voor deze reisuren krijgt u geen toeslagen. Ook niet als u reist in het nachtvenster tussen 22.00 en 6.00uur. Xxxxx u rechtstreeks van uw huis naar een klus en daarna weer terug naar uw huis? En is de reistijd langer dan uw normale reistijd van uw huis naar uw werk? Dan betaalt uw werkgever voor deze extra reistijd uw uurloon.
2. Moet u overwerken omdat u een klus heeft in een andere plaats dan de plaats waar u normaal werkt? Xxx krijgt u alleen een vergoeding voor overwerk als uw werkgever u de opdracht heeft gegeven om over te werken.
3. Gebruikt u uw eigen auto om naar een klus te gaan, dan krijgt u een vergoeding van € 0,32 bruto
per kilometer.
4. Uw werkgever betaalt uw reiskosten en uw verblijfskosten als u naar een klus moet. Bent u chauffeur of bijrijder van een vrachtwagen waarvan het eigen gewicht en laadvermogen tezamen tenminste 7500 kg bedraagt, waarmee u meubilair in het binnen- en/of naar het buitenland vervoert? Dan betaalt uw werkgever alleen uw verblijfkosten. Hij betaalt geen reiskosten.
Artikel 31 U moet naar de arbodienst rijden. Welke vergoeding krijgt u?
Moet u van uw werkgever voor controle naar de arbodienst, dan krijgt u een vergoeding voor uw reiskosten. De werkgever betaalt u de prijzen die gelden voor het reizen met de 2e klas van het openbaar vervoer. U krijgt alleen een vergoeding als het kantoor van de arbodienst in een andere plaats is dan uw woonplaats.
Artikel 32 U moet gereedschap en kleding kopen. Welke vergoeding krijgt u?
1. De werkgever zorgt voor kleding en gereedschap voor uw werk.
2. Moet u voor uw werk zelf gereedschap en kleding kopen en onderhouden? Xxx krijgt u hiervoor per gewerkte week een vergoeding van uw werkgever. In de tabel hieronder ziet u hoeveel u krijgt:
Gereedschap | Kleding | |
Vanaf 1 januari 2019 | € 2,19 per week | € 1,76 per week |
Vanaf 1 januari 2020 | € 2,27 per week | € 1,82 per week |
Vanaf 1 januari 2021 | € 2,35 per week | € 1,88 per week |
Vanaf 1 januari 2016 worden deze vergoedingen jaarlijks met ingang van 1 januari verhoogd met de Producentenprijzenindex (periode oktober). Producentenprijzen index | SBI Meubelindustrie | afzetprijzen | bedrijfstak SBI 2008, 2010=100
3. U houdt uw gereedschap en uw werkkleding netjes. En u zorgt ervoor dat u deze spullen niet kwijtraakt. Gereedschap en kleding die u zelf heeft gekocht, moet u op een lijst zetten. Deze lijst geeft u aan uw werkgever. Let op: Verandert er iets aan deze lijst? Koopt u bijvoorbeeld nieuw gereedschap? Xxx moet u dit meteen aan uw werkgever doorgeven. Uw werkgever gebruikt deze lijst om het gereedschap en de kleding te verzekeren tegen brand. Geeft u veranderingen niet op tijd door, dan bent u niet goed verzekerd.
4. De werkgever moet het gereedschap én de werkkleding verzekeren tegen schade door brand. Het verzekerde bedrag hoeft niet meer te zijn dan € 1250,- per werknemer. Deze verzekering geldt alleen voor:
• Gereedschap en kleding die u gebruikt voor uw werk, en
• Gereedschap en kleding die u op de lijst heeft gezet.
Toelichting
Dit artikel regelt niets over persoonlijke beschermingsmiddelen die u nodig heeft om uw werk veilig uit te kunnen voeren.
7. Hoeveel uur werkt u en wanneer werkt u?
Artikel 33 Hoeveel uur werkt u?
1. Als we het in deze cao hebben over een fulltime werkweek, dan bedoelen we een werkweek van 37,5 uur per week. U werkt in die week 7,5 uur per dag, van maandag tot en met vrijdag.
2. Een werkgever kan kiezen voor een andere werkweek. Hij moet zich hierbij houden aan wat er in de Arbeidstijdenwet staat én in artikel 91 ‘Medezeggenschap’ van deze cao. Kiest uw werkgever voor een andere werkweek, dan krijgt u het weekloon dat hoort bij de werkweek van 37,5 uur. Dit zijn de mogelijkheden die veel voorkomen:
Hoeveel uur werkt u per dag? | Hoeveel uur werkt u per week? |
7,5 uur per dag | 37,5 uur per week |
7,75 uur per dag | 38,75 uur per week |
8,0 uur per dag | 40 uur per week |
3. Kiest de werkgever voor een andere werkweek, dan mag deze week minimaal 37,5 uur zijn en maximaal 40 uur. In de tabel hieronder staan de verschillende werkweken en het aantal roostervrije dagen en reservedagen die daarbij horen.
Xxxxx 0 | Xxxxx 0 | Kolom 3 | Kolom 4 | Kolom 5 | Xxxxx 0 | Xxxxx 0 |
Uur per dag | Uur per week | Roostervrije dagen per jaar | Reservedagen per jaar | Werkdagen per jaar | Minimaal aantal werkdagen per jaar | Xxxxxxxx aantal werkdagen per jaar |
7,5 uur | 37,5 uur | 5 dagen | 4 dagen | 230 | 225 | 230 |
7,75 uur | 38,75 uur | 12 dagen | 6 dagen | 230 | 218 | 224 |
8,0 uur | 40 uur | 19 dagen | 8 dagen | 230 | 211 | 219 |
Wat staat er in de tabel?
• In kolom 1 staat hoeveel uur een werknemer per dag werkt.
• In kolom 2 staat hoeveel uur een werknemer per week werkt.
• In kolom 3 staat hoeveel roostervrije dagen een werknemer krijgt. In artikel 34 van deze cao leest u daar meer over.
• In kolom 4 staat hoeveel roostervrije dagen de werkgever per jaar mag inplannen als reservedag. In artikel 34 van deze cao leest u daar meer over.
• In kolom 5 staat hoeveel werkdagen een jaar kan hebben. Dit gaat over doordeweekse dagen. In deze cao gaan we uit van 230 dagen. In werkelijkheid kan dit aantal ieder jaar anders zijn, omdat een feestdag soms op een werkdag kan vallen.
• In kolom 6 staat hoeveel dagen een werknemer minimaal per jaar werkt. Hoe berekenen we dat? We gaan in deze cao uit van 230 dagen per jaar. Daar trekken we de roostervrije dagen vanaf. Dit is het minimaal aantal werkdagen per jaar.
• In kolom 7 ziet u hoeveel dagen een werknemer maximaal per jaar werkt. Hoe berekenen we dat? We gaan in deze cao uit van 230 dagen per jaar. Daar trekken we de roostervrije dagen
vanaf. En daar tellen we de reservedagen weer bij op. Dit is het maximaal aantal werkdagen per jaar.
Voorbeeld
U werkt 7,75 uur per week en u heeft 12 roostervrije dagen en 6 reservedagen. We gaan er in deze cao van uit dat een jaar 230 dagen heeft.
• Het minimum aantal werkdagen in dit voorbeeld is 230 dagen – 12 roostervrije dagen = 218.
• Het maximum aantal werkdagen in dit voorbeeld is 230 dagen – 12 roostervrije dagen + 6 reservedagen = 224.
Artikel 34 Hoeveel roostervrije dagen heeft u?
1. U heeft ieder jaar recht op roostervrije tijd. Deze uren werkt u niet, maar u krijgt wel loon. De werkgever overlegt met u over uw roostervrije tijd en beslist daarna wanneer u roostervrije tijd heeft. Hieronder ziet u hoeveel roostervrije dagen u per jaar krijgt:
Hoeveel uur werkt u per dag? | Hoeveel uur werkt u per week? | Hoeveel roostervrije dagen krijgt u? |
7,5 uur per dag | 37,5 uur per week | 5 dagen |
7,75 uur per dag | 38,75 uur per week | 12 dagen |
8,0 uur per dag | 40 uur per week | 19 dagen |
Is er in uw bedrijf een andere werkweek? Of werkt u parttime? Xxx krijgt u het aantal roostervrije dagen naar verhouding.
2. Uw werkgever maakt een rooster. Hierin staan uw werktijden en roostervrije tijd. De werkgever mag het rooster in overleg met de werknemers veranderen, als dit nodig is voor het bedrijf.
3. Komt u na 1 januari in dienst? Xxx heeft u alleen recht op roostervrije dagen die de werkgever nog niet heeft ingepland.
Voorbeeld
U komt op 1 september in dienst en u gaat 37,5 uur per week werken. Bij deze werkweek horen 5 roostervrije dagen. Heeft uw werkgever alle roostervrije dagen al ingepland voor de collega’s van uw afdeling? Xxx krijgt u geen roostervrije dagen meer. Maar heeft uw werkgever nog geen roostervrije dagen ingepland? Xxx heeft u nog recht op 5 roostervrije dagen.
4. De werkgever mag geen roostervrije tijd inplannen:
• op feestdagen zoals in artikel 43 van de cao, en
• op uren waarop u niet werkt omdat het bedrijf een vergunning heeft voor tijdelijke werktijdverkorting.
5. Xxxx u ziek op een vakantiedag of op een roostervrije dag die u zelf heeft ingepland? Dan mag u die dag op een later moment inhalen. Maar bent u ziek op een roostervrije dag die door uw werkgever is ingepland? Dan mag u die vrije dag niet op een later moment inhalen.
6. Neemt u op een roostervrije dag een vakantiedag op? Dan plant uw werkgever in overleg met u de roostervrije dag op een later moment opnieuw in.
7. Stopt uw arbeidsovereenkomst en heeft u nog roostervrije tijd over? Xxx krijgt u voor deze roostervrije tijd geen geld van uw werkgever. De roostervrije tijd vervalt. Dit geldt ook voor roostervrije tijd die is ingepland ná de datum waarop uw arbeidsovereenkomst stopt.
8. Uw werkgever kan ieder jaar een aantal roostervrije dagen inplannen als reservedag. Dit betekent dat de werkgever op een later moment kan beslissen dat u toch moet werken op deze roostervrije dag. Hij moet uiterlijk 4 weken van tevoren aan u laten weten welke roostervrije dag een reservedag is. Hieronder ziet u hoeveel reservedagen de werkgever maximaal mag inplannen:
Hoeveel uur werkt u per dag? | Hoeveel uur werkt u per week? | Hoeveel roostervrije dagen krijgt u per jaar? | Hoeveel roostervrije dagen mag de werkgever inplannen als reservedag? |
7,5 uur per dag | 37,5 uur per week | 5 dagen | 4 dagen |
7,75 uur per dag | 38,75 uur per week | 12 dagen | 6 dagen |
8,0 uur per dag | 40 uur per week | 19 dagen | 8 dagen |
9. De werkgever mag geen reservedag inplannen op een zaterdag.
10. De werkgever mag meer dan 2 reservedagen per maand inplannen. Hij moet zich hierbij houden aan de afspraken in artikel 91 ‘Medezeggenschap’ van deze cao.
11. Hoeft u niet te werken op een reservedag? Dan is die dag gewoon een roostervrije dag en betaalt uw werkgever uw normale loon. Moet u werken op een reservedag? Dan krijgt u een toeslag van 100%. Uw werkgever betaalt dus 200% van uw loon.
Artikel 35 Een werkweek van 4 dagen van 9,5 uur per dag
1. De werkgever kan kiezen voor een werkweek van 4 dagen van 9,5 uur per dag. Hij moet zich hierbij houden aan artikel 91 ‘Medezeggenschap’ van deze cao. Als de werkgever deze werkweek kiest, moet hij dit melden aan de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Dit is het adres:
Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Commissie Arbeidsomstandigheden
Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxx@xxx.xx
2. De werkgever vraagt van tevoren aan de arbodienst of deze werkweek geschikt is voor de werknemers. Vindt de arbodienst deze werkweek niet geschikt voor u? Dan zoekt de werkgever in overleg met u naar andere passende werkzaamheden in het bedrijf.
3. U krijgt begeleiding van de arbodienst als u een werkweek heeft van 4 dagen van 9,5 uur per dag.
4. U krijgt 19,2 vakantiedagen per jaar. Dat is 19,2 dagen x 9,5 uur per dag = 182,4 uur per jaar als u fulltime werkt.
5. U heeft recht op 7 roostervrije dagen per jaar. Daarnaast heeft u iedere week recht op een half uur extra roostervrije tijd. U ziet dit in de tabel hieronder.
Xxxxx 0 | Xxxxx 0 | Kolom 3 | Kolom 4 | Xxxxx 0 | Xxxxx 0 |
Uur per dag | Uur per week | Roostervrije dagen per jaar | Reservedagen per jaar | Dagen per jaar | Aantal werkdagen per jaar |
9,5 uur | 38 uur | 7 + iedere week een half uur | 0 | 184 | 177 |
Wat ziet u in de tabel?
• In kolom 1 staat hoeveel uur een werknemer per dag werkt.
• In kolom 2 staat hoeveel uur een werknemer per week werkt.
• In kolom 3 staat hoeveel roostervrije dagen een werknemer krijgt. In artikel 34 van deze cao leest u daar meer over.
• In kolom 4 staat hoeveel roostervrije dagen de werkgever per jaar mag inplannen als reservedag.
• In kolom 5 ziet u hoeveel werkdagen een jaar kan hebben. Dit gaat over doordeweekse dagen. Dit aantal is ieder jaar anders, omdat een feestdag soms op een werkdag kan vallen. In deze cao gaan we uit van 184 dagen voor een werkweek van 4 dagen van 9,5 uur.
• In kolom 6 staat hoeveel dagen een werknemer per jaar werkt. Hoe berekenen we dat? We gaan in deze cao uit van 184 werkdagen per jaar. Daar trekken we de roostervrije dagen vanaf. Dit is het aantal werkdagen per jaar.
Artikel 36 Tijdelijk een aangepaste werkweek
1. Uw werkgever kan bepalen dat u tijdelijk een aantal weken meer of minder uur moet werken dan de normale werkweek in het bedrijf. Dit kan bijvoorbeeld als er tijdelijk heel veel werk is of als er tijdelijk te weinig werk is. Hij moet zich hierbij houden aan artikel 91 ‘Medezeggenschap’. Dit zijn de voorwaarden:
• U mag maximaal 45 uur per week werken.
• U mag per week maximaal 2 dagen van 10 uur per dag werken.
• U mag de andere dagen niet langer werken dan 9 uur per dag.
• U mag in een periode van 12 maanden 80 uur meer of minder uren werken dan u zou moeten werken volgens de normale werkweek. Is dit meer dan 80 uur? Xxx krijgt u een vergoeding voor overwerk voor de uren boven de 80 uur. In artikel 46 van deze cao leest u hoeveel toeslag u krijgt.
2. De werkgever laat u op tijd weten op welke datum de aangepaste werkweek voor u begint. U krijgt van uw werkgever een rooster voor de weken waarin een aangepaste werkweek geldt. De uren die u meer werkt, kunt u binnen 12 maanden compenseren en opnemen als vrije tijd. Werkt u minder uren door de aangepaste werkweek? Xxx moet u deze uren compenseren door op een later moment meer te werken. U krijgt van uw werkgever hiervoor een rooster.
3. U krijgt in de aangepaste werkweken het loon dat u zou hebben gekregen in een normale werkweek.
4. Kunt u de uren die u meer heeft gewerkt niet binnen 12 maanden opnemen als vrije tijd? Xxx krijgt u voor deze uren ook een toeslag voor overwerk volgens artikel 46 van deze cao. De werkgever betaalt deze uren en de toeslag aan het eind van de 12 maanden.
5. Kunt u de uren die u minder heeft gewerkt niet meer inhalen binnen 12 maanden? Dan vervallen deze uren.
Artikel 37 Een werkweek van 4 dagen als u 55 jaar of ouder bent
1. Xxxx u 55 jaar of ouder? Dan mag u 4 dagen per week gaan werken in plaats van 5. Heeft u al een werkweek van 4 dagen van 9,5 uur per dag? Dan mag u minder uren per dag gaan werken. Dit moet wel passen binnen het rooster van het bedrijf.
Toelichting
Met ingang van 1 januari 2022 zal deze regeling gelden voor mensen (die binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd van 68 jaar zullen bereiken) vanaf 58 jaar
2. U kunt 4 dagen gaan werken door uw vrije dagen te gebruiken. U kunt de volgende vrije dagen gebruiken die u nog heeft:
• vakantiedagen;
• extra dagen die u krijgt vanwege uw leeftijd;
• roostervrije dagen die nog niet zijn ingepland.
Roostervrije dagen die voor het hele bedrijf gelden, kunt u niet gebruiken.
3. Heeft u te weinig vrije dagen om minder te gaan werken? Dan kunt u vrije dagen kopen. U heeft op die dagen onbetaald verlof. Mag dit niet van uw werkgever omdat het bedrijf hierdoor in de problemen komt? Dan moet hij dit aan u uitleggen in een brief.
4. Wat kost een dag? U neemt uw uurloon en vermenigvuldigt dit uurloon met het aantal uren van een werkdag.
5. U bouwt over de dagen die u koopt (onbetaald verlof) de volgende rechten op:
• vakantiedagen;
• roostervrije tijd.
Toelichting: U bouwt vakantie- en roostervrije dagen op over het aantal uren dat u werkte voorafgaand aan het gebruik maken van de regeling.
6. Als u binnen 10 jaar de pensioenrichtleeftijd bereikt (vanaf 58 jaar) en u koopt dagen om een 4- daagse werkweek te realiseren, dan krijgt u later misschien een lager pensioen omdat u en uw werkgever minder pensioenpremie betalen. Om dit te voorkomen, compenseert het Pensioenfonds Meubel het verschil. Het bedrag dat het pensioenfonds voor u betaalt, is maximaal 20% van de totale premie die u en uw werkgever betaalden direct voorafgaand aan gebruikmaking van de regeling. Wilt u hier meer over weten? Neemt u dan contact op met Pensioenfonds Meubel p/a TKP: 055 522 4025 (zakelijk)/ xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx óf 055 522 4026 (deelnemers) / xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx (op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot
17.00 uur).
7. Wilt u per dag meer uren werken om zo meer roostervrije tijd te sparen? Dan moet de werkgever u hiervoor toestemming geven. Mag dit niet van de werkgever? Dan moet hij zijn redenen daarvoor aan u uitleggen in een brief.
8. U moet de werkgever laten weten wanneer u minder wilt gaan werken. U spreekt met uw werkgever ieder jaar af hoeveel dagen u moet kopen om minder te gaan werken. De werkgever rekent uit hoeveel dat kost. Dit bedrag haalt uw werkgever af van uw jaarloon. Het bedrag dat er dan over blijft aan jaarloon deelt de werkgever door 12 maanden. Dat bedrag krijgt u per maand, zodat u elke maand hetzelfde loon krijgt.
9. U bepaalt samen met uw werkgever wanneer u de vrije dagen opneemt en wanneer u onbetaald verlof opneemt om zo 4 dagen per week te kunnen werken. U kunt bijvoorbeeld afspreken dat u 1 keer per 4 weken onbetaald verlof opneemt. Is de werkgever het niet met u eens over uw rooster? Dan moet hij zijn redenen daarvoor aan u uitleggen in een brief. U kunt het verschil van mening ook voorleggen aan de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Het adres is:
Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
023 515 8820
10. Xxxx u ziek op een vakantiedag of op een roostervrije dag die u zelf heeft ingepland? Dan mag u die dag op een later moment inhalen. Maar bent u ziek op een roostervrije dag die door uw werkgever is ingepland? Dan mag u die vrije dag niet op een later moment inhalen.
Artikel 38 Vrije dagen verkopen aan uw werkgever
1. U kunt ieder jaar met uw werkgever afspreken dat u vakantiedagen of roostervrije dagen verkoopt. U kunt de volgende dagen verkopen:
• Uw roostervrije dagen.
• Uw 4 bovenwettelijke vakantiedagen.
• Uw extra vakantiedagen die u krijgt vanwege uw leeftijd. U kunt deze dagen niet verkopen in het jaar dat u ze krijgt. Dat kan pas in het jaar daarna, als u ze nog heeft.
Deze dagen kunt u niet verkopen:
• Uw reservedagen.
• Uw 20 wettelijke vakantiedagen.
2. Heeft u aan het eind van het jaar nog wettelijke vakantiedagen over, dan moet u deze binnen 6 maanden opnemen. Doet u dat niet, dan vervallen deze dagen. Kunt u door bijvoorbeeld ziekte deze vakantiedagen niet opnemen? Of is uw vakantie geweigerd door drukte op het werk? Dan vervallen de wettelijke vakantiedagen niet.
Heeft u bovenwettelijke vakantiedagen verkocht? En heeft u nog wettelijke vakantiedagen over? Dan zal de werkgever het aantal wettelijke vakantiedagen omzetten in een gelijk aantal bovenwettelijke vakantiedagen.
Voorbeeld
U heeft 4 bovenwettelijke dagen verkocht in 2020. Aan het eind van het jaar heeft u nog 12 wettelijke vakantiedagen over. Deze 12 dagen moet u binnen 6 maanden opnemen, anders bent u ze kwijt. Uw werkgever kan de 4 bovenwettelijke dagen ruilen met 4 wettelijke vakantiedagen die u nog over heeft. Dit betekent dat u tot 1 juli 2021 nog 8 wettelijke vakantiedagen moet opnemen omdat u ze anders kwijtraakt. En u heeft weer 4 bovenwettelijke vakantiedagen die u kunt verkopen.
3. Xxxxxxx krijgt u als u een vrije dag verkoopt? Uw werkgever betaalt uw uurloon en vermenigvuldigt dit met het aantal uren van een werkdag.
Artikel 39 Op welke tijden werkt u?
1. De normale werktijd is tussen 6.00 uur ’s ochtends en 22.00 uur ’s avonds van maandag tot en met vrijdag. Dit is het dagvenster. Er is ook een nachtvenster. Dit zijn de uren tussen 22.00 en
6.00 uur.
2. De werkgever maakt in overleg met de werknemers een rooster. Daarin staat wanneer u werkt en wanneer u pauze heeft. Als de werkgever een rooster maakt, houdt hij zich aan de wettelijke afspraken die hierover gaan. Bijvoorbeeld de Arbeidstijdenwet en de Wet op de Ondernemingsraden.
Toelichting
Als de werkgever een rooster maakt, houdt hij zoveel mogelijk rekening met uw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld als u kinderen heeft, mantelzorger bent of lid bent van een bestuur.
Artikel 40 Werken op zaterdag
1. U mag af en toe op zaterdag werken. U overlegt hierover met uw werkgever.
2. Het is niet de bedoeling dat u structureel op zaterdag werkt, waardoor u een werkweek van 6 dagen krijgt. U kunt wel met uw werkgever overeenkomen dat u in uw werkweek van 5 dagen altijd op zaterdag werkt.
3. Als u op zaterdag overwerkt, krijgt u een toeslag van 50%. Uw werkgever betaalt voor de uren die u overwerkt 150% van uw loon.
4. Moet u op zaterdag regelmatig schoonmaken, machines en gebouwen onderhouden en repareren of goederen verzenden? Xxx krijgt u het volgende:
• U krijgt voor de eerste 3 uur betaald verlof. Deze uren mag u de week erna meteen opnemen. U krijgt 150%. Werkt u 3 uur? Xxx krijgt u dus 4,5 uur betaald verlof.
• Voor alle uren boven de 3 uur krijgt u een toeslag van 50% op uw loon.
Artikel 41 Werken op zondag
1. U bent niet verplicht om op een zondag te werken.
2. Als u op zondag werkt, krijgt u een toeslag van 100%. Uw werkgever betaalt dus 200% van uw loon. Let op: is de zondag waarop u werkt een feestdag? Dan krijgt u een toeslag van 200% in plaats van 100%. Uw werkgever betaalt dus 300% van uw loon.
Artikel 42 Werken tussen 22.00 uur en 6.00 uur
1. Werkt u normaal gesproken niet in een nachtdienst? Maar moet u door bijzondere omstandigheden toch werken tussen 22.00 en 6.00 uur? Dan krijgt u een toeslag van 50%. Uw werkgever betaalt dus 150% van uw loon.
2. Xxxx u ouder dan 55 jaar? Dan kan de werkgever u niet verplichten om te werken tussen 22.00 uur en 6.00 uur.
Artikel 43 Werken op een feestdag
1. U bent niet verplicht om op een feestdag te werken. Moet u toch werken op een feestdag, dan krijgt u een toeslag van 200%. Uw werkgever betaalt dus 300% van uw loon. De feestdagen zijn:
• nieuwjaarsdag
• eerste paasdag
• tweede paasdag
• Hemelvaartsdag
• eerste pinksterdag
• tweede pinksterdag
• eerste kerstdag
• tweede kerstdag
• Koningsdag
• Bevrijdingsdag. Let op: dit geldt één keer in de vijf jaar als het een nationale feestdag is. De eerstvolgende keer is dat in 2020.
2. Hoeft u niet te werken op een feestdag? Dan betaalt uw werkgever uw inkomen door dat u zou hebben gekregen als het een normale werkdag zou zijn geweest. U krijgt daarbij ook de toeslagen voor ploegendiensten of verschoven diensten die u volgens uw rooster zou hebben ontvangen.
3. Werkt u in de nachtdienst vóór de feestdag? Dan kunt u de feestdag op een later moment inhalen. U krijgt die dag geen toeslag voor een feestdag.
Advies aan de werkgever
De feestdagen in deze cao zijn christelijke feestdagen. Hebben werknemers een ander geloof en is er een feestdag? Dan adviseren wij de werkgever om de werknemers een vrije dag op te laten nemen of een roostervrije dag.
Artikel 44 Werken in ploegendienst
1. Met een ploegendienst werkt u bijvoorbeeld één week in de ochtend en de andere week in de middag of in de nacht. Uw dienst wisselt steeds volgens een vast patroon. Werkt u in een tweeploegendienst of in een drieploegendienst? Xxx ontvangt u een ploegentoeslag. Hieronder leest u hoe hoog deze toeslag is:
Wanneer werkt u? | Op welke tijden? | Hoeveel ploegentoeslag ontvangt u? |
U werkt overdag. | Tussen 6.00 en 22.00 uur. Dit is het dagvenster. | 15% op uw uurloon. |
U werkt ’s nachts. | Tussen 22.00 en 6.00 uur. Dit is het nachtvenster. | 30% op uw uurloon. |
2. Na overleg met u kan de werkgever ook besluiten om de toeslag niet of voor een deel aan u te betalen. In plaats daarvan hoeft u minder uren in de ploegendienst te werken. Heeft u bijvoorbeeld recht op een toeslag van 15%? Dan werkt u 15% minder uren in de ploegendienst.
3. Xxxx u ouder dan 57 jaar? Dan kan de werkgever u niet verplichten om in ploegendienst te werken.
CAO afspraak
Met ingang van 1 januari 2022 kan de werkgever u niet verplichten om in ploegendienst te werken vanaf 60 jaar
Artikel 45 Verschoven diensten
1. Werkt u in ploegendienst maar werkt u steeds in dezelfde dienst? Dan noemen we dit een verschoven dienst. Moet u buiten de uren van uw rooster werken? Maar werkt u hierdoor niet meer uren dan in uw rooster staan? Dan noemen we deze uren verschoven uren.
2. U ontvangt een toeslag voor een verschoven dienst en voor verschoven uren. Hoe hoog de vergoeding is, hangt af van het tijdstip waarop u de uren moest werken:
Wanneer werkt u? | Op welke tijden? | Hoeveel toeslag ontvangt u? |
U werkt overdag. | Tussen 6.00 en 22.00 uur. Dit is het dagvenster. | U krijgt geen toeslag. |
U werkt ’s nachts. | Tussen 22.00 en 6.00 uur. Dit is het nachtvenster. | 50% op uw uurloon. |
Artikel 46 U moet overwerken. Wat zijn de afspraken?
1. Uw werkgever mag u in bijzondere situaties vragen om over te werken. Als het kan, moet de werkgever hierover op tijd met u overleggen. Is er een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging in het bedrijf? Dan moet de werkgever ook met hen overleggen.
2. Met overwerken bedoelen we dat u langer werkt dan de fulltime werkweek die hoort bij het bedrijf waar u werkt. Is er tijdelijk een andere werkweek, zoals is uitgelegd in artikel 36 van deze cao? En werkt u langer dan die tijdelijke werkweek? In die situatie gelden voor u de afspraken in artikel 36.
3. Xxxx u ouder dan 57 jaar? Dan kan de werkgever u niet verplichten om over te werken.
CAO afspraak
Met ingang van 1 januari 2022 kan de werkgever u niet verplichten om over te werken vanaf 60 jaar.
4. Xxxx u 16 of 17 jaar? Dan mag u alleen overwerken in de volgende situatie:
• U moet overwerken op een andere plaats dan waar u normaal werkt. Dus niet in de fabriek of in de werkplaats;
• U mag in 4 weken tijd maximaal 10 uur overwerken; én
• U mag in 4 weken tijd maximaal 160 uur werken.
5. Als het kan werkt u over aan het begin of aan het einde van uw werktijd.
6. Uw werkgever mag u niet verplichten om op zaterdag over te werken. Dit mag hij alleen als er spoed is en als het niet mogelijk is om het overwerk op maandag tot en met vrijdag te plannen.
7. U heeft recht op een toeslag als u overwerkt. Dit zijn de toeslagen:
Wanneer moet u overwerken? | Welke toeslag krijgt u? |
Overwerken tussen 6.00 en 22.00 uur (dagvenster) | 25% op uw uurloon. |
Overwerken tussen 22.00 en 6.00 uur (nachtvenster) | 50% op uw uurloon. |
Overwerken op zaterdag | 50% op uw uurloon. |
Werken op zondag | 100% op uw uurloon. |
Werken op een feestdag | 200% op uw uurloon. |
De uren die u overwerkt kunt u laten uitbetalen in geld of opnemen als betaald verlof:
• U krijgt geld voor de uren die u overwerkt
Heeft u overgewerkt en bent u in die week te laat op uw werk gekomen? Of bent u in die week een keer niet komen werken zonder dat u daar toestemming voor had? Dan ontvangt u over de uren die u te laat was, geen toeslag.
• U krijgt betaald verlof voor de uren die u overwerkt.
U overlegt met uw werkgever wanneer u de uren opneemt.
8. In de volgende twee situaties krijgt u een andere toeslag voor overwerk:
• U werkt per kalenderkwartaal meer dan 31 uur over.
- U ontvangt over 31 uur de toeslag die hierboven staat bij artikel 46.7.
- Voor alle uren boven de 31 ontvangt u de volgende toeslagen. Hoeveel u krijgt, hangt af van wanneer u heeft overgewerkt.
Wanneer moet u overwerken? | Welke toeslag krijgt u? |
Overwerken tussen 6:00 en 22.00 uur (dagvenster) | 40% op uw uurloon. |
Overwerken tussen 22.00 en 6:00 uur (nachtvenster) | 65% op uw uurloon. |
Overwerken op zaterdag | 65% op uw uurloon. |
• U werkt per kalenderkwartaal meer dan 44 uur over omdat u moet overwerken op een andere plaats dan waar u normaal werkt. Dus niet in de fabriek of in de werkplaats.
- U ontvangt over 44 uur de toeslag die hierboven staat bij artikel 46.7.
- Voor alle uren boven de 44 ontvangt u de volgende toeslagen. Hoeveel u krijgt, hangt af van wanneer u heeft overgewerkt.
Wanneer moet u overwerken? | Welke toeslag krijgt u? |
Overwerken tussen 6:00 en 22.00 uur (dagvenster) | 40% op uw uurloon. |
Overwerken tussen 22.00 en 6:00 uur (nachtvenster) | 65% op uw uurloon. |
Overwerken op zaterdag | 65% op uw uurloon. |
Artikel 47 U bent chauffeur of bijrijder. Wat zijn de afspraken over overwerk?
1. Bent u chauffeur of bijrijder van een vrachtwagen waarvan het eigen gewicht en laadvermogen tezamen tenminste 7500 kg bedraagt, waarmee u meubilair in het binnen- en/of naar het buitenland vervoert? Dan geldt voor u het volgende:
• U krijgt over uw eerste 3 overuren per week uw normale uurloon.
• U krijgt over de overuren daarna de volgende toeslagen. Hoeveel u krijgt, hangt af van wanneer u moet overwerken:
Wanneer moet u overwerken? | Welke toeslag krijgt u? |
Overwerken tussen 6:00 en 22.00 uur (dagvenster) | 25% op uw uurloon |
Overwerken tussen 22.00 en 6:00 uur (nachtvenster) | 50% op uw uurloon |
Overwerken op zaterdag | 50% op uw uurloon |
Werken op zondag | 100% op uw uurloon |
Werken op een feestdag | 200% op uw uurloon |
2. De volgende artikelen van deze cao over overwerk gelden ook voor u:
• Artikel 41| Werken op zondag
• Artikel 43 | Werken op een feestdag
• Artikel 46.1 t/m 46.6 | U moet overwerken. Wat zijn de afspraken?
8. Afspraken over vakantiedagen, vakantiegeld en verlof
Artikel 48 Xxxxxxx vakantiedagen krijgt u per jaar?
1. U krijgt ieder jaar op 1 januari 24 vakantiedagen als u fulltime werkt. U krijgt:
• 20 wettelijke vakantiedagen. Hier heeft u volgens de wet recht op.
• 4 bovenwettelijke vakantiedagen. Deze 4 dagen krijgt u extra van uw werkgever. Werkt u parttime? Xxx krijgt u vakantiedagen naar verhouding.
Voorbeeld
Heeft het bedrijf waar u werkt een fulltime werkweek van 37,5 uur? En heeft u een arbeidsovereenkomst voor 37,5 uur? Xxx krijgt u 24 vakantiedagen. Heeft u een arbeidsovereenkomst voor 32 uur? Xxx krijgt u 20,48 vakantiedagen.
2. Komt u ná 1 januari in dienst? Xxx krijgt u alleen vakantiedagen over de periode waarin u dat jaar in dienst bent. De werkgever berekent op hoeveel uren u recht heeft.
3. Wordt u 55 jaar? Xxx krijgt u vanaf die leeftijd extra vakantiedagen. Hieronder ziet u hoeveel dagen u extra krijgt.
In welk jaar bent u geboren? | Xxxxxxx vakantiedagen krijgt u extra per jaar? |
U bent geboren voor 1960 | 6 extra |
U bent geboren in 1960 | 6 extra |
U bent geboren in 1961 | 5 extra |
U bent geboren in 1962 | 4 extra |
U bent geboren in 1963 | 3 extra |
U bent geboren in 1964 | 2 extra |
U bent geboren in 1965 | 1 extra |
U bent geboren in 1966 | U krijgt extra vakantiedagen vanaf uw 60e. |
U bent geboren na 1966 | U krijgt extra vakantiedagen vanaf uw 60e. |
U bouwt deze extra dagen op over een volledig vakantiejaar. De dagen die u ziet, gelden als u in januari 55 wordt. Wordt u later in het jaar 55? Xxx krijgt u de extra vakantiedagen naar verhouding.
Voorbeeld
1. U bent geboren in 1962. Wordt u in januari 55 jaar? Xxx krijgt u 4 extra vakantiedagen. Wordt u in juli 55 jaar? Xxx krijgt u 2 extra vakantiedagen. Het jaar daarop krijgt u alle 4 de extra dagen.
2. U bent geboren in 1966 en wordt in 2021 55 jaar: dan krijgt u geen extra dagen op het moment dat u 55 jaar wordt.
4. Wordt u 60 jaar? Dan vervalt voor u het recht op extra vakantiedagen zoals staat in lid 3 van dit artikel. Vanaf dat moment geldt voor u alleen de tabel hieronder. Hierin ziet u hoeveel vakantiedagen u per jaar extra krijgt als u fulltime werkt.
Wat is uw leeftijd? | Xxxxxxx vakantiedagen krijgt u extra per jaar? |
U bent 60 jaar | 6 extra |
U bent 61 jaar | 7 extra |
U bent 62 jaar | 8 extra |
U bent 63 jaar | 9 extra |
U bent 64 jaar | 10 extra |
U bent ouder dan 64 jaar | 10 extra |
U bouwt deze extra dagen op over een volledig vakantiejaar. De dagen die u ziet, gelden als u in januari 60 wordt. Wordt u later in het jaar 60? Xxx krijgt u de extra vakantiedagen naar verhouding.
Voorbeeld
U bent geboren in 1962. Vanaf uw 55e kreeg u 4 extra vakantiedagen. Als u 60 wordt, krijgt 6 extra dagen in plaats van
4. U krijgt deze dagen naar verhouding. Dat betekent het volgende. Wordt u in januari 60 jaar? Xxx krijgt u 6 extra vakantiedagen. Wordt u in juli 60 jaar? Xxx krijgt u 3 extra vakantiedagen. Het jaar daarop krijgt u alle 6 de extra dagen.
5. Xxxx u 25 jaar of 40 jaar in dienst geweest bij dezelfde werkgever? Xxx krijgt u per jaar extra vakantiedagen. Let op: Xxxx u in die 25 of 40 jaar tussendoor in militaire dienst geweest? Xxx telt de tijd dat u in militaire dienst was mee als we berekenen hoeveel jaar u in dienst bent.
Hieronder staat hoeveel dagen u krijgt. De dagen die u ziet, gelden voor een volledig vakantiejaar. Als u in januari 25 of 40 jaar in dienst bent. Is dat later in het jaar, dan krijgt u de extra vakantiedagen naar verhouding.
Hoelang bent u in dienst? | Xxxxxxx vakantiedagen krijgt u extra per jaar? |
25 jaar in dienst | 2 extra |
40 jaar in dienst | 3 extra |
6. U bouwt vakantiedagen op over de uren waarvoor u loon krijgt. Krijgt u geen loon omdat u niet heeft gewerkt op uren waarop dat wel had gemoeten? Dan bouwt u over deze uren geen vakantiedagen op. Behalve als u om een van de volgende redenen niet werkt. Dan bouwt u dus toch vakantiedagen op:
• U bent arbeidsongeschikt.
• U heeft vakantie of u heeft een vrije dag.
• U heeft zwangerschapsverlof of bevallingsverlof.
• U gaat naar een bijeenkomst of cursus van de vakbond waar u lid van bent en u heeft hiervoor toestemming van uw werkgever.
• U wilt wel werken maar u kunt niet werken, omdat er sprake is van een bijzondere situatie in het bedrijf. Bijvoorbeeld tijdelijke werktijdverkorting.
7. In artikel 7:635 van het Burgerlijk Wetboek staat wanneer u als werknemer toch vakantiedagen opbouwt terwijl u niet werkt en dus geen loon krijgt. De werkgever en u mogen hierover andere afspraken maken, maar alleen als deze afspraken voor u niet nadelig zijn.
Artikel 49 Krijgt u inkomen als u een vakantiedag opneemt?
1. Uw werkgever betaalt uw inkomen als u een vakantiedag opneemt. Uw inkomen is uw brutoloon inclusief de toeslagen die u gemiddeld in de 13 weken daarvoor heeft ontvangen. In artikel 43.2 van deze cao leest u hoe uw werkgever uw inkomen berekent.
2. Uw werkgever kan ervoor kiezen om het bedrijf tijdelijk te sluiten tussen 1 juni en 1 oktober in overleg met de werknemers. Alle werknemers zijn dan verplicht om vakantiedagen op te nemen. Heeft u hiervoor niet genoeg vakantiedagen? Dan moet u onbetaald verlof opnemen voor de vakantiedagen die u te weinig heeft.
Artikel 50 Waarvoor moet u uw vakantiedagen gebruiken?
U moet uw vakantiedagen gebruiken voor een vakantie van 2 of 3 weken én voor verplichte vrije dagen die de werkgever vaststelt. De vakantiedagen die overblijven, kunt u opnemen wanneer u wilt. Wilt u op vakantie of wilt u een vrije dag opnemen? Dan moet u hiervoor van tevoren toestemming vragen aan uw werkgever.
Artikel 51 Wat zijn de afspraken over de vakantie van 2 of 3 weken?
1. U heeft het recht om ieder jaar minimaal 2 weken achter elkaar op vakantie te gaan.
2. De werkgever spreekt in overleg met u een aaneengesloten vakantie van minimaal 2 en maximaal 3 weken af in de periode tussen 1 juni en 1 oktober. In bijzondere situaties kan de werkgever hierover andere afspraken met u maken.
3. De werkgever kan in overleg met werknemers afspreken om tussen Xxxxxxxx en Nieuwjaarsdag verplicht 5 dagen achter elkaar vakantie op te nemen.
4. Komt u uit een land buiten Europa of komt u uit Turkije? En woont uw gezin nog in het buitenland? Dan kunt u met uw werkgever afspreken dat u 2 weken langer op vakantie gaat. Deze 2 weken zijn onbetaald verlof. Dit betekent dat uw werkgever uw loon in die periode niet betaalt.
5. Xxxx u 55 jaar of ouder? Dan kan de werkgever u niet verplichten om tussen Kerstmis en Nieuwjaarsdag te werken. Wilt u vrij zijn, dan kunt u hiervoor vakantiedagen opnemen. De werkgever kan in die week ook roostervrije dagen inplannen.
Artikel 52 Wat zijn de afspraken over verplichte vrije dagen?
De werkgever kan verplichte vrije dagen vaststellen voor het hele bedrijf. Deze dagen gelden voor alle werknemers. De werkgever mag de volgende dagen vaststellen:
• 1 verplichte vrije dag de vrijdag na Hemelvaartsdag of de vrijdag voor Pinksteren.
• 1 verplichte vrije dag op 5 mei, als deze dag valt op een werkdag. Om de 5 jaar is 5 mei een nationale feestdag. De eerstvolgende keer is dat in 2020. Dit betekent dat u in dat jaar niet een van uw vakantiedagen hoeft op te nemen. Is het een feestdag, dan geldt artikel 43.1 van deze cao.
• De werkgever kan nog 3 verplichte vrije dagen vaststellen voor alle werknemers. Is de personeelsvertegenwoordiging, de ondernemingsraad of de meerderheid van de werknemers het hier niet mee eens? Dan mag de werkgever maximaal 1 verplichte vrije dag vaststellen. Bent u het niet eens met deze verplichte vrije dag die de werkgever heeft vastgesteld? Dan kunt u bezwaar maken bij de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Het adres is:
Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
023 515 8820
Artikel 53 Wat zijn de afspraken over andere vrije dagen?
1. U moet ieder jaar in ieder geval 4 vrije dagen overhouden, die u mag opnemen wanneer u wilt, naast de vakantie van 2 of 3 weken en de verplichte vrije dagen. Wil de werkgever hier andere afspraken over maken, dan moet hij belangrijke argumenten hiervoor hebben.
Voorbeeld
Hoeveel vrije dagen houdt u over?
• U werkt fulltime en u heeft 24 vakantiedagen.
• U heeft een vakantie van 3 weken in juli. Dat zijn 15 werkdagen.
• Uw werkgever heeft 4 verplichte vrije dagen vastgesteld voor het hele bedrijf.
U heeft dus 5 vrije dagen over. Deze vrije dagen mag u opnemen in hele dagen of in uren.
2. Wilt u een vrije dag op 1 mei (Dag van de Arbeid) of wilt u een vrije dag voor een feestdag van uw geloof? Dan zal de werkgever u hiervoor toestemming geven als het werk hierdoor niet in de problemen komt.
Artikel 54 Wat gebeurt er als u te veel vakantiedagen heeft opgenomen?
Heeft u te veel vakantiedagen opgenomen? Dan trekt de werkgever deze vakantiedagen op 1 januari af van de vakantiedagen waarop u dat jaar recht heeft. De werkgever kan hierover andere afspraken met u maken. Deze afspraak moet hij in een brief of e-mail vastleggen.
Artikel 55 Wat gebeurt er met vakantiedagen als u ziek wordt in uw vakantie?
Wordt u ziek in uw vakantie? Dan moet u zich ziekmelden bij uw werkgever. Zie bijlage 12 van deze cao. Meldt u zich op tijd ziek? En stelt de bedrijfsarts van de arbodienst vast dat u ziek bent? Xxx krijgt u de vakantiedagen waarop u ziek bent, terug. Deze kunt u op een later moment weer opnemen.
Toelichting
Xxxx u ziek en wilt u op vakantie? Dan moet u eerst overleggen met de arbodienst. Ook moet u toestemming hebben van uw werkgever. Xxxx bijlage 12 van deze cao voor meer informatie over wat u moet doen als u ziek bent.
Artikel 56 Wat gebeurt er met vakantiedagen als uw arbeidsovereenkomst stopt?
1. Stopt uw arbeidsovereenkomst, dan berekent uw werkgever hoeveel vakantie-uren u nog overheeft. De werkgever betaalt u deze vakantie-uren in geld. U krijgt ook het vakantiegeld waar u recht op heeft op het moment dat de arbeidsovereenkomst stopt. Op uw laatste loonstrook ziet u hoeveel vakantiedagen en vakantiegeld u uitbetaald krijgt.
2. Stopt uw arbeidsovereenkomst omdat u wordt ontslagen? En heeft uw werkgever een ontslagvergunning van het UWV? Dan mag de werkgever u verplichten om de vakantiedagen op te nemen die u nog overheeft. Het gaat om de vakantiedagen van meer dan 1 jaar oud gerekend vanaf de datum waarop de werkgever de ontslagvergunning van het UWV heeft gekregen.
Voorbeeld
De werkgever heeft op 1 mei 2021 een ontslagvergunning gekregen. Het gaat dan om de vakantie-uren die u nog overheeft uit de periode vóór 1 mei 2020
Artikel 57 Xxxxxxx vakantietoeslag krijgt u?
1. U krijgt 8% vakantietoeslag over uw inkomen. Deze vakantietoeslag krijgt u over uw inkomen, met uitzondering van de vakantietoeslag zelf, van 1 juni tot en met 31 mei. Uiterlijk op 30 juni betaalt uw werkgever uw vakantiegeld.
2. Xxxx u arbeidsongeschikt? Xxx krijgt u evenveel vakantiegeld als wanneer u niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.
Artikel 58 Wanneer krijgt u betaald verlof?
U heeft in een aantal situaties recht op betaald verlof. Uw werkgever betaalt dan uw inkomen door. Het inkomen wordt alleen betaald over dagen waarop u normaal gesproken moet werken.
In artikel 43.2 van deze cao staat wat u krijgt. Het gaat om de situaties in het schema hieronder. De situaties in artikel 4.1 en 4.2 van de Wet Arbeid en Zorg gelden ook voor u. Let op:
• Xxxx u niet getrouwd? Maar woont u samen met uw partner en heeft u een samenlevingscontract? Dan gelden de situaties 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in het schema hieronder ook voor u.
• Woont u samen en heeft u een akte geregistreerd partnerschap? Dan gelden de situaties 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7.
Als dit mogelijk is, moet u het verlof op tijd aan uw werkgever doorgeven. Uw werkgever kan u op een later moment om een bewijs vragen waarmee u laat zien dat u aanwezig was bij de gebeurtenis. Voor onderstaande tabel geldt dat trouwen en geregistreerd partnerschap aan elkaar gelijkgesteld zijn.
Wat is de situatie? | Hoeveel verlof krijgt u? | |
1 | U gaat in ondertrouw. | 1 dag |
2 | U gaat trouwen. | 2 dagen |
3 | Een van de volgende personen trouwt en u bent bij het feest aanwezig: - uw vader of moeder - uw schoonvader of schoonmoeder - uw kind, stiefkind of pleegkind - uw kleinkind - uw broer of zus - uw zwager of schoonzus | 1 dag |
4 | Bij de volgende huwelijkse jubilea: - Als u 25 jaar getrouwd bent. - Als u 40 jaar getrouwd bent. - Als u aanwezig bent als uw ouders of schoonouders 25, 40, 50 of 60 jaar getrouwd zijn. | 1 dag |
5 | Er overlijdt iemand die bij u in huis woont. Het gaat om de volgende personen: - uw partner - uw kind, stiefkind of pleegkind - uw vader of moeder - uw schoonvader of schoonmoeder | Vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie. |
6 | Er overlijdt iemand die niet bij u in huis woont en u bent bij de uitvaart of crematie aanwezig. Het gaat om de volgende personen: - uw kind, stiefkind of pleegkind - uw schoonzoon of schoondochter - uw vader of moeder - uw stiefvader of stiefmoeder - uw schoonvader of schoonmoeder | 1 dag nadat de persoon is overleden én 1 dag om naar de crematie of begrafenis te gaan. |
7 | Er overlijdt een familielid van u of van uw partner en u bent bij de uitvaart of crematie aanwezig. Het gaat om de volgende personen: - broer of zus - zwager of schoonzus - oma of opa - kleinkind | 1 dag om naar de crematie of begrafenis te gaan. |
8 | U gaat stemmen bij de verkiezingen. Of u moet aanwezig zijn bij een andere verplichte bijeenkomst van de overheid. U moet bijvoorbeeld getuige zijn in een rechtszaak. | De tijd die nodig is om aanwezig te zijn. |
9 | U bent ontslagen omdat er in het bedrijf te weinig werk is. En u werkte drie maanden achter elkaar of langer bij het bedrijf. | 1 dag om te solliciteren. |
10 | U heeft een ongeluk gehad. | De dag van het ongeluk. |
11 | U bent lid van een vakbond en u gaat naar een bijeenkomst van deze vakbond. | Werken er in uw bedrijf 10 of minder werknemers? Xxx krijgt u maximaal 2 dagen per jaar verlof. Werken er in uw bedrijf 10 of meer werknemers? Xxx krijgt u maximaal 5 dagen per jaar verlof. |
12 | U bent 62 jaar of ouder en u gaat naar een cursus over pensioen. | Maximaal 5 dagen vanaf uw 62e tot en met de dag waarop uw arbeidsovereenkomst stopt. |
13 | U gaat verhuizen. | 1 dag in de week waarin u verhuist. Let op: Iedere 5 jaar heeft u recht op maximaal 1 dag om te verhuizen. |
Artikel 59 U moet naar de tandarts, de dokter of de fysiotherapeut. Hoeveel verlof krijgt u?
1. Moet u onder werktijd naar de tandarts, de dokter of de fysiotherapeut? Dan betaalt de werkgever uw inkomen alleen als u die afspraak niet buiten werktijd kon maken. U moet wel proberen om de afspraak zo dicht mogelijk aan het begin of het einde van uw werktijd te maken. U moet kunnen uitleggen waarom de afspraak echt nodig is. En u moet de werkgever op tijd laten weten dat u onder werktijd naar de afspraak moet. Doet u dat niet, dan betaalt de werkgever uw inkomen niet door.
2. Als u onder werktijd naar de tandarts, de dokter of de fysiotherapeut moet, gelden de volgende afspraken:
• Woont u binnen 10 kilometer van het bedrijf? Dan betaalt de werkgever het inkomen door van maximaal 1,5 uur gemiste werktijd per afspraak. Woont u verder dan 10 kilometer van het bedrijf? Dan betaalt de werkgever het inkomen door van maximaal 2,5 uur gemiste werktijd per afspraak
• Verwijst een dokter u door naar een medisch specialist? Dan betaalt de werkgever het inkomen door van maximaal één gemiste werkdag per afspraak.
• Moet u naar de tandarts omdat u een kunstgebit, prothesen kronen of bruggen krijgt? Dan betaalt de werkgever het inkomen door van alle uren die u hierdoor niet kunt werken.
• Wil de werkgever dat u naar de bedrijfsarts gaat of dat u een medische keuring krijgt? Dan betaalt de werkgever het inkomen door van alle uren die u hierdoor niet kunt werken. De werkgever moet u dan ook een vergoeding van de reiskosten betalen. Hoe hij dat moet doen, staat in artikel 31 van deze cao.
3. De werkgever mag ook zelf regels afspreken voor als werknemers naar de tandarts, de dokter of de fysiotherapeut moeten. Hij moet hierbij rekening houden met de persoonlijke situatie van de werknemers. En hij moet zich houden aan wat er in artikel 91 ‘Medezeggenschap’ van deze cao staat.
Artikel 60 U bent lid van een vakbond. Hoeveel verlof krijgt u?
1. Xxxx u lid van CNV Vakmensen of FNV en wordt u uitgenodigd voor vergaderingen, congressen en cursussen? Xxx heeft u recht op betaald verlof:
• Werken er in uw bedrijf 10 of minder werknemers? Xxx krijgt u maximaal 2 dagen per jaar.
• Werken er in uw bedrijf 10 of meer werknemers? Xxx krijgt u maximaal 5 dagen per jaar. Bent u meer dan 2 of 5 dagen aanwezig bij vakbondsbijeenkomsten? Xxx heeft u hiervoor recht op onbetaald verlof. Het werk in het bedrijf mag hierdoor niet in de problemen komen. Als het nodig is, overlegt uw werkgever hierover met de vakbond.
2. U kunt de werkgever vragen om een extra storting in het Pensioenfonds Meubel voor de periode waarin u onbetaald verlof heeft. De werkgever trekt het bedrag van de extra storting af van uw loon. De werkgever moet hieraan meewerken.
Artikel 61 U moet zorgen voor iemand die ongeneeslijk ziek is. Hoeveel verlof krijgt u?
Wilt u verlof omdat u iemand moet verzorgen die ongeneeslijk ziek is? Dan is de werkgever verplicht om u maximaal 6 maanden onbetaald verlof te geven. Dit verlof heet palliatief verlof.
Artikel 62 U wilt rouwverlof. Hoeveel verlof krijgt u?
Wilt u na het overlijden van uw partner, uw kind of uw ouders nog even thuisblijven? Dan is de werkgever verplicht om u in de periode na de begrafenis of crematie 5 dagen onbetaald verlof te geven.
9. Afspraken over veilig en gezond werken
Artikel 63 Arbodienst inschakelen
1. Een werkgever moet zich houden aan wat er in de ‘Arbeidsomstandighedenwet 1998’ staat. Voor sommige activiteiten moet de werkgever een arbodienst inschakelen. Deze arbodienst moet een bedrijfsarts in dienst hebben die geregistreerd is in het BIG-register. De arbodienst moet in ieder geval in staat zijn het volgende te doen. De arbodienst:
• controleert de gezondheid van werknemers, tenminste éénmaal per drie jaar;
• geeft voorlichting over gezond en veilig werken;
• onderzoekt de werkplek van werknemers;
• onderzoekt de werkdruk in het bedrijf en geeft de werkgever advies om de werkdruk te verbeteren;
• maakt met de werkgever een plan om de werkomstandigheden voor werknemers te verbeteren;
• werkt mee aan een onderzoek van het bedrijf naar ziekmeldingen en de werkomstandigheden.
2. Deze arbodienst moet één keer per jaar de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging vertellen wat opvalt in het bedrijf. Is er geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging in het bedrijf? Dan heeft de arbodienst contact met de preventiemedewerker van het bedrijf.
Artikel 64 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
De werkgever moet een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) hebben. De werkgever kan de erkende RI&E voor de meubelindustrie gebruiken. Deze RI&E staat op xxx.xxx.xx.
Artikel 65 Ziekmeldingen registreren
De werkgever houdt alle ziekmeldingen bij. De werkgever geeft de gegevens door aan de arbodienst. De werkgever moet zich hierbij houden aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming . Dit betekent onder andere dat hij geen medische gegevens van u mag registreren.
Artikel 66 Overleggen met werknemers
De werkgever moet regelmatig met alle werknemers overleggen over het verzuimbeleid en de werkomstandigheden in het bedrijf. Hij moet dit in ieder geval 1 keer per jaar doen.
Artikel 67 Cursus voor de preventiemedewerker
In ieder bedrijf moet een preventiemedewerker zijn. Bent u preventiemedewerker, dan kunt u ieder jaar 1 dag naar een cursus gaan. Uw werkgever betaalt die dag uw loon door. Daarvoor krijgt uw werkgever een vergoeding van het Expertisecentrum Meubel (ECM).
Xxxx u lid van de ondernemingsraad of van de personeelsvertegenwoordiging? En moet u naar de cursus voor preventiemedewerkers? Dan moet u hiervoor de scholingsdagen gebruiken die u krijgt volgens de Wet op de ondernemingsraden. U krijgt dus geen extra scholingsdag omdat u ook preventiemedewerker bent.
Artikel 68 Cursus ‘Veilig en gezond werken’
Komt u in dienst en heeft u een functie in de productie, binnen of buiten het bedrijf? En heeft u geen beroepsopleiding gedaan? Dan moet u binnen 3 maanden een cursus ‘Veilig en gezond werken’ volgen. U moet hiervoor een roostervrije dag inleveren.
Artikel 69 Uitstoot van houtstof
1. De uitstoot van houtstof van machines in het bedrijf mag maximaal 2 mg/m3 zijn. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid controleert de uitstoot.
2. Koopt een werkgever nieuwe machines? Dan koopt hij machines waarvan de uitstoot van houtstof zo laag mogelijk is. Dat is een uitstoot van 1 mg/m3 of lager. Maar dan moet het voor de werkgever technisch en financieel wel mogelijk zijn om deze machines te kopen.
Artikel 70 Hulp bij het tillen
Moet u materiaal tillen van meer dan 25 kilo? Dan moet de werkgever ervoor zorgen dat u hiervoor een hulpmiddel kunt gebruiken.
Artikel 71 Gehoorbescherming gebruiken
De werkgever is verplicht om gehoorbescherming op maat aan u te geven als er tijdens uw werk lawaai is. Werkt u niet in de productie en er is tijdens uw werk geen lawaai? Dan overlegt de werkgever met de arbodienst of gehoorbescherming voor u nodig is. De werkgever kan in overleg met u en de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of de preventiemedewerker hierover andere afspraken maken.
Artikel 72 Werkplek schoonmaken onder werktijd
De werkgever zorgt ervoor dat u onder werktijd uw werkplek en de machines waarmee u werkt, schoon kunt maken.
Artikel 73 Bedrijfshulpverlener
Zijn er in een bedrijf meer dan 10 werknemers en liggen de afdelingen ver uit elkaar? Dan moet er op iedere afdeling minimaal 1 bedrijfshulpverlener zijn. In de Arbeidsomstandighedenwet 1998 staat wat het minimale aantal moet zijn.
Bent u bedrijfshulpverlener? Xxx xxxxx u in artikel 26 van deze cao welke toeslag u hiervoor krijgt.
Artikel 74 Arbocatalogus over veilig en gezond werken
Er is een Arbocatalogus over veilig en gezond werken in de meubelindustrie. U vindt de catalogus hier: xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxxx.xx. De cao-partijen hebben deze catalogus vastgesteld. In de catalogus staat wat een werkgever in het bedrijf kan doen om te voldoen aan de regels van de overheid over veilig en gezond werken. Wil de werkgever andere maatregelen nemen dan de maatregelen die in de Arbeidscatalogus staan? Dan moet de werkgever kunnen aantonen wat hij heeft gedaan. Hij moet daarbij in ieder geval voldoen aan de Arbeidsomstandighedenwet 1998.
10. Afspraken over opleidingen
Artikel 75 U doet een BBL-opleiding niveau 1, 2 of 3. Wat zijn de afspraken?
1. Doet u een BBL-opleiding niveau 1, 2 of 3? Xxx tekent u 2 overeenkomsten:
• Een arbeidsovereenkomst
U en de werkgever ondertekenen samen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In deze overeenkomst staan onder andere afspraken over uw loon.
• Een beroepspraktijkvormingsovereenkomst
U, de school en de werkgever ondertekenen een beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV- overeenkomst). In deze overeenkomst staan afspraken over uw opleiding en de begeleiding die u krijgt.
2. Xxxx u jonger dan 27 jaar? Dan is de werkgever verplicht te stimuleren dat u een beroepsopleiding doet die bij uw functie past. Tijdens de opleiding mag de werkgever u alleen vragen om werk te doen dat hoort bij uw opleiding.
3. U werkt 4 dagen per week en gaat u 1 dag per week naar school. De dag dat u naar school moet, geldt als een gewone werkdag. Dat betekent dat uw werkgever verplicht is uw loon te betalen. Dit hoeft hij niet te doen als u spijbelt. U bouwt over de dagen dat u naar school moet ook vakantiedagen en roostervrije dagen op.
Hoeft u niet naar school omdat de school gesloten is, bijvoorbeeld vanwege vakantie? Dan bent u verplicht om te gaan werken.
4. Uw werkgever beslist na 3 maanden of u de opleiding bij het bedrijf mag afmaken. De werkgever praat hierover met u, de school, de praktijkopleider en misschien uw ouders:
• Vinden zij u geschikt voor de functie en voor de opleiding? Xxx krijgt u van de werkgever de garantie om in 2 jaar de opleiding af te maken.
• Twijfelen uw werkgever, de praktijkopleider en de school of u geschikt bent voor de functie en de opleiding? Dan kunnen zij hun besluit 3 maanden uitstellen. Intussen blijft u doorgaan met het werk en de opleiding.
• Vinden uw werkgever, de praktijkleider én de school dat u niet geschikt bent voor de functie en de opleiding? Dan stopt uw BPV-overeenkomst bij het bedrijf. Ook beëindigt de werkgever uw arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat u de opleiding niet mag afmaken en dat u niet meer bij de werkgever mag werken.
5. Xxxx u na 2 jaar niet klaar met de opleiding? Dan kan de werkgever besluiten om uw BPV- overeenkomst met 6 maanden te verlengen. Dit gebeurt alleen als de werkgever, de school, de praktijkopleider en de opleidingsadviseur verwachten dat u binnen 6 maanden klaar kunt zijn met uw opleiding.
6. Stopt u met uw BBL-opleiding voordat u klaar bent met deze opleiding? Dan stopt uw BPV- overeenkomst. Ook beëindigt de werkgever uw arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat u de opleiding niet mag afmaken en dat u niet meer bij de werkgever mag werken.
7. In de tabel hieronder ziet u een samenvatting van wat er tijdens uw BBL-opleiding gebeurt met uw arbeidsovereenkomst en BPV-overeenkomst.
Uw arbeidsovereenkomst | Uw beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst) | |
Dag 1 | U en de werkgever ondertekenen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van 3 maanden. | U, uw werkgever en de school ondertekenen een BPV-overeenkomst. |
Na 3 maanden | Uw werkgever, de praktijkopleider en de school nemen een besluit: • Xxxx u geschikt voor de opleiding? Dan verlengt de werkgever uw arbeidsovereenkomst met 21 maanden. • Bent u niet geschikt? Dan beëindigt de werkgever uw arbeidsovereenkomst. Uw werkgever, de praktijkopleider en de school kunnen hun besluit ook 3 maanden uitstellen. | Uw werkgever, de praktijkopleider en de school nemen een besluit: • Xxxx u geschikt voor de opleiding? Dan verlengen de school en de werkgever uw BPV-overeenkomst met 21 maanden. U mag de opleiding afmaken. • Bent u niet geschikt? Dan beëindigen de school en uw werkgever de BPV- overeenkomst. U mag de opleiding niet afmaken. Uw werkgever, de praktijkopleider en de school kunnen hun besluit ook 3 maanden uitstellen. |
Na 6 maanden | Uw werkgever, de praktijkopleider en de school nemen een besluit: • Xxxx u geschikt voor de opleiding? Dan verlengt de werkgever uw arbeidsovereenkomst met 18 maanden. • Bent u niet geschikt? Dan beëindigt de werkgever uw arbeidsovereenkomst. | Uw werkgever, de praktijkopleider en de school nemen een besluit: • Xxxx u geschikt voor de opleiding? Dan verlengen de werkgever en de school uw BPV-overeenkomst met 18 maanden. U mag de opleiding afmaken. • Bent u niet geschikt? Dan beëindigen de school en uw werkgever de BPV- overeenkomst. U mag de opleiding niet afmaken. |
Na 2 jaar | • Xxxx u na 2 jaar klaar met de opleiding? Dan kan de werkgever uw arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd verlengen of stoppen. • Xxxx u na 2 jaar nog niet klaar met de opleiding? Dan kan de werkgever besluiten om uw arbeidsovereenkomst met 6 maanden te verlengen, zodat u de opleiding kunt afmaken. | • Xxxx u na 2 jaar klaar met de opleiding? Dan beëindigen de school en uw werkgever de BPV-overeenkomst. • Xxxx u na 2 jaar nog niet klaar met de opleiding? Dan kunnen de werkgever en de school besluiten om uw BPV- overeenkomst met 6 maanden te verlengen, zodat u de opleiding kunt afmaken. |
U stopt met de opleiding voordat u klaar bent | Uw werkgever beëindigt uw arbeidsovereenkomst. | Uw werkgever en de school beëindigen uw BPV-overeenkomst. |
8. Xxxx u onder werktijd examen doen voor uw opleiding? Dan betaalt uw werkgever uw loon door tot maximaal 4 dagen per jaar. Xxxx u vaker examen doen, dan betaalt uw werkgever uw loon niet door.
9. Er bestaat een regeling die een tegemoetkoming in de studiekosten geeft. Deze regeling wordt uitgevoerd door het Expertisecentrum Meubel (ECM): xxx.xxxxxxxx.xx/xxx. Informeer aan het begin van je opleiding bij het ECM naar de regeling en de manier waarop je dit kunt aanvragen. Dat kan door u of door de werkgever. Dat is afhankelijk wie de kosten heeft betaald.
Dit zijn alle contactgegevens van ECM:
Expertisecentrum Meubel Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxx
Telefoonnummer: 0348-410468 xxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx/xxx
Artikel 76 Welke vergoeding krijgt de werkgever als werknemers een BBL-opleiding doen?
1. Een samenwerkingsverband zoals omschreven in artikel 1 van deze cao krijgt een subsidie voor iedere werknemer die een Basisberoepsopleiding niveau 2 of de Vakopleiding niveau 3 doet. De subsidie heet de ‘vereveningsbijdrage’. Het samenwerkingsverband krijgt voor iedere werknemer maximaal 3 keer 48 weken subsidie. Dit zijn 3 schooljaren.
2. Een werkgever zoals omschreven in artikel 1 van deze cao die geen samenwerkingsverband is, krijgt de subsidie alleen voor iedere werknemer die de Vakopleiding niveau 3 doet. De werkgever krijgt voor iedere werknemer maximaal 48 weken subsidie. Dit is 1 schooljaar.
3. De werkgever en het samenwerkingsverband krijgen de subsidie via het Expertisecentrum Meubel (ECM). Om de subsidie te krijgen, moeten zij zelf contact opnemen met het ECM. Dit zijn de contactgegevens:
Expertisecentrum Meubel Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxx
Telefoonnummer: 0348-410468 xxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx/xxx
4. In de volgende situatie heeft de werkgever of het samenwerkingsverband geen recht op de subsidie:
• De school stelt vast dat de werkgever of het samenwerkingsverband zich niet houdt aan de afspraken in de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst.
Artikel 77 U doet een andere opleiding dan een BBL-opleiding. Wat zijn de afspraken?
1. Moet u van uw werkgever onder werktijd naar school om een opleiding te volgen? Dan betaalt uw werkgever uw loon door. Is de opleiding buiten werktijd? Dan betaalt uw werkgever uw loon door van de helft van het aantal uren die u buiten werktijd naar school moet.
2. Xxxx u zelf graag een opleiding doen? En vindt de werkgever dat die opleiding belangrijk is voor het bedrijf en voor uw werk? Dan betaalt uw werkgever uw loon door van 25% van het aantal uren die u naar school moet. De werkgever betaalt maximaal 20 uur per jaar uw loon door.
3. Xxxx u onder werktijd examen doen voor uw opleiding? Dan betaalt uw werkgever uw loon door tot maximaal 3 dagen per jaar. Xxxx u vaker examen doen, dan betaalt uw werkgever uw loon niet door.
Artikel 78 U wilt een gesprek over uw loopbaan. Wat zijn de afspraken?
Wilt u een gesprek met uw werkgever over uw loopbaan, dan is uw werkgever verplicht om hieraan mee te werken. In dit gesprek bespreekt u hoe u zich wilt ontwikkelen in uw werk en wat daarvoor nodig is. Bijvoorbeeld dat u er een taak bij krijgt of dat u een opleiding gaat volgen. Wilt u werk doen buiten de meubelindustrie? Dan kan de werkgever met u een scholingsplan maken. In dit plan staat welke opleiding u moet volgen om dat werk te kunnen doen. Meer over het scholingsplan leest u in artikel 79 van deze cao.
Artikel 79 Uw functie verandert door nieuwe technieken. Mag u een opleiding doen?
1. Verandert uw functie door nieuwe technieken in het bedrijf? Xxx zorgt de werkgever ervoor dat u een opleiding kunt volgen zodat u in het bedrijf kunt blijven werken.
2. De werkgever kan voor één of meer werknemers een scholingsplan inleveren bij het ECM. Accepteert het bestuur van ECM dit plan? Dan betaalt ECM een deel van de kosten van de opleiding voor de werknemers. Als het ECM de kosten niet betaalt, dan moet de werkgever de kosten voor de opleiding zelf betalen.
Artikel 80 Werkgevers stimuleren om werknemers op te leiden
Sociale partners stimuleren werkgevers om ongeschoolde werknemers op te leiden. Als u en uw werkgever besluiten dat u een opleiding gaat doen, dan krijgt u allebei een vergoeding van het ECM voor de tijd dat u naar school gaat of onder werktijd een praktijkopdracht maakt.
Artikel 81 Training voor Praktijkopleiders
1. De praktijkopleider begeleidt werknemers die een Beroepspraktijkvormingsovereenkomst hebben en een BBL-opleiding doen. De praktijkopleider heeft hiervoor de training ‘Praktijkopleider’ gevolgd. Dit zijn de taken van een praktijkopleider:
• Hij begeleidt één of meer werknemers en leert ze het vak.
• Hij controleert of de werknemer genoeg praktijkervaring krijgt die nodig is voor de opleiding.
• Hij stimuleert werknemers om een beroepsopleiding te volgen.
• Hij heeft contact met de opleidingsadviseur en de school over de ontwikkeling van de werknemer.
De praktijkopleider doet dit binnen de uren die hij volgens zijn arbeidsovereenkomst werkt.
2. Er is een training voor praktijkopleiders. De werkgever krijgt via het Expertisecentrum Meubel (ECM) een subsidie voor de kosten van deze training. Om de subsidie te krijgen, moet de werkgever een formulier invullen. Hiervoor moet hij contact opnemen met het ECM. Dit zijn de contactgegevens:
Expertisecentrum Meubel Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxx
Telefoonnummer: 0348-410468 xxxx@xxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxx.xx/xxx
3. De cao-partijen stimuleren dat arbeidsongeschikte werknemers praktijkopleider kunnen worden.
Artikel 82 Over het Expertisecentrum Meubel (ECM)
1. Het Expertisecentrum Meubel (ECM) houdt zich onder andere bezig met de duurzame inzetbaarheid van werknemers in de meubelindustrie. Het ECM biedt opleidingen aan en onderzoekt hoe werknemers gezond en veilig kunnen blijven werken.
2. De werkgever kan voor één of meer werknemers een scholingsplan inleveren bij het ECM. Accepteert het ECM dit plan? Dan betaalt ECM een deel van de kosten van de opleiding voor werknemers.
3. Als u een andere opleiding wilt volgen dan in het scholingsplan staat, dan kunt u ECM vragen of ze meebetalen aan die opleiding die u wilt volgen. Het moet dan in ieder geval gaan om een opleiding die te maken heeft met de bedrijfstak Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven of met bedrijfstakken in houtbewerking en houtverwerking. Heeft u hierover een verschil van mening met uw werkgever? Dan kunt u het bestuur van het ECM vragen om het verschil van mening te beoordelen.
4. Het ECM doet onderzoek naar het volgende:
• Hoe kunnen we het meubelvak meer promoten?
• Hoe kunnen we ervoor zorgen dat voldoende mensen een vakopleiding gaan doen?
• Hoe kunnen we het voorbereidend beroepsonderwijs beter laten aansluiten op het beroepsonderwijs?
• Hoe kunnen we de basisberoepsopleiding beter laten aansluiten op de vakopleiding? Het ECM betaalt de kosten voor de maatregelen die nodig zijn na deze onderzoeken.
5. Werkgevers betalen ieder jaar een bedrag aan het Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Een deel van dit bedrag is voor het ECM. De Vakraad stelt de hoogte van dit bedrag vast.
6. Het bestuur van het ECM bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversverenigingen.
11. Wat gebeurt er als u ziek bent of als u overlijdt?
In dit hoofdstuk leest u wat er met uw loon gebeurt als u ziek bent. In bijlage 12 van deze cao staan de regels die gelden als u ziek bent en u daardoor uw werk niet meer kunt doen. U en de werkgever moeten zich aan deze regels houden.
Artikel 83 Wat gebeurt er met uw loon als u ziek bent?
1. Uw werkgever betaalt tijdens ziekte uw inkomen door. Onder uw inkomen verstaan we uw loon, inclusief vaste toeslagen. Uw werkgever berekent hoeveel toeslag u gemiddeld heeft ontvangen in de 13 weken voordat u ziek werd. Dit bedrag telt uw werkgever bij uw loon op.
2. In sommige situaties betaalt uw werkgever ook een vergoeding voor overwerk. U krijgt deze vergoeding alleen als u structureel overwerkte voordat u ziek werd. Wordt er op uw afdeling niet overgewerkt als u ziek bent? Xxx ontvangt u ook geen vergoeding voor overwerk.
Artikel 84 Xxxxxxx loon krijgt u in het eerste jaar dat u ziek bent?
1. Bent u ziek, dan betaalt uw werkgever uw inkomen door vanaf de dag waarop u zich ziek meldt. U ontvangt van uw werkgever 100% van uw inkomen in het eerste jaar dat u ziek bent. Uw inkomen is uw brutoloon inclusief de toeslagen die u gemiddeld in de 13 weken daarvoor heeft ontvangen. Let op: Er hoort wel een maximumbedrag bij het doorbetalen van uw inkomen. Voor het berekenen van het maximumbedrag gebruikt uw werkgever het maximum dagloon van de Wet financiering sociale verzekeringen. Is uw inkomen hoger dan het maximumbedrag? Xxx ontvangt u het maximumbedrag. U kunt nooit minder krijgen dan het wettelijk minimumloon dat bij uw leeftijd hoort.
2. Xxxxx u zich 3 keer of vaker ziek in één jaar? Dan betaalt de werkgever bij de derde ziekmelding en bij de ziekmeldingen daarna eerst maximaal vier weken 90% van uw inkomen. Er is één uitzondering: Bepaalt de bedrijfsarts dat u arbeidsongeschikt bent door een bedrijfsongeval of door een chronische ziekte? Dan betaalt uw werkgever de eerste vier weken ook 100% van uw loon.
3. Xxxx u arbeidsongeschikt en heeft de bedrijfsarts vastgesteld dat dat uw eigen schuld is? Dan mag de werkgever besluiten om het eerste jaar 70% van uw inkomen te betalen in plaats van 100%. Met eigen schuld bedoelen we het volgende: U bent arbeidsongeschikt geworden nadat uw werkgever u een aantal keer in een brief of e-mail gevraagd heeft te stoppen met activiteiten waardoor u eerder al eens arbeidsongeschikt bent geworden.
Artikel 85 Xxxxxxx loon krijgt u in het tweede jaar dat u ziek bent?
1. Bent u na 1 jaar nog steeds ziek? Dan betaalt uw werkgever in het tweede jaar dat u ziek bent 70% van uw inkomen door. Let op: Er hoort wel een maximumbedrag bij het doorbetalen van 70% van uw inkomen. Voor het berekenen van het maximumbedrag gebruikt uw werkgever het maximum dagloon van de Wet financiering sociale verzekeringen. Is uw inkomen hoger dan het maximumbedrag? Dan ontvangt u 70% van het maximumbedrag.
2. Bent u gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan betaalt uw werkgever 100% van uw inkomen voor de uren die u wel werkt. Voor de uren die u niet kunt werken, krijgt u in het tweede jaar dat u ziek bent 70% van uw inkomen.
Artikel 86 Wat gebeurt er als u langer dan 2 jaar ziek bent?
1. Uw werkgever heeft een aantal verplichtingen als u arbeidsongeschikt bent. Deze staan in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek. Xxxx u na 2 jaar nog steeds arbeidsongeschikt? En heeft uw werkgever te weinig gedaan voor uw re-integratie? Dan kan het UWV besluiten dat uw werkgever 70% van uw inkomen doorbetaalt. Het UWV stelt vast hoelang uw werkgever dit moet doen. Deze periode is maximaal 1 jaar.
Let op: Er hoort wel een maximumbedrag bij het doorbetalen van 70% van uw inkomen. Voor het berekenen van het maximumbedrag gebruikt uw werkgever het maximum dagloon van de Wet financiering sociale verzekeringen. Is uw loon hoger dan het maximumbedrag? Xxx ontvangt u het maximumbedrag. U kunt nooit minder krijgen dan het wettelijk minimumloon dat bij uw leeftijd hoort.
2. Stelt het UWV vast dat uw werkgever te weinig heeft gedaan voor uw re-integratie? En stelt het UWV vast dat u dat wel heeft gedaan? Dan moet uw werkgever de eerste 4 maanden 100% van uw inkomen betalen in plaats van 70%.
Artikel 87 Welke extra arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn er?
Onder voorwaarden kun je aanspraak maken op een extra arbeidsongeschiktheidsuitkering. De voorwaarden en de hoogte en duur van de uitkering vindt men in het Pensioenreglement II van het Bedrijstakpensioenfonds Meubel.
Er zijn 3 extra arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (de invaliditeitspensioenregeling):
1. WAO-min uitkering: de aanvullende uitkering
De werknemer die, op of na 1 januari 1994 een uitkering krachtens de WAO/AAW verwierf en vóór 1 januari 2006 in aanmerking is gekomen voor een uitkering op grond van de WAO en die
vervolgens in aanmerking komt voor de vervolguitkering op grond van deze wet heeft recht op een WAO-min uitkering.
2. WAO-plus uitkering: de extra uitkering
De werknemer die, op of na 1 januari 1994 een uitkering krachtens de WAO/AAW verwierf en vóór 1 januari 2006 in aanmerking is gekomen voor een uitkering op grond van de WAO, heeft recht op een WAO-plus uitkering.
3. IVA-uitkering:
De werknemer die op of na 1 januari 2006 een uitkering krachtens de IVA verwerft, heeft recht op een aanvulling op die uitkering. De aanvulling bedraagt 5% van het dagloon in het kader van de sociale verzekeringen.
Een aanvraag voor de uitkering dient men in te dienen bij Pensioenfonds Meubel p/a TKP:. Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx, 055 522 4026 (deelnemers) / xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxxxx.xx (op werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur).
Artikel 88 Wat gebeurt er als u overlijdt?
1. Als u overlijdt, dan moet uw werkgever de volgende bedragen aan uw nabestaanden betalen:
• Het inkomen dat u zou krijgen tot aan de dag waarop u overlijdt.
• Een extra maandloon. Dit is een overlijdensuitkering.
• Het opgebouwde vakantiegeld en de vakantiedagen waar u nog recht op heeft.
Een voorbeeld
U overlijdt op 13 juni. Uw werkgever berekent dan hoeveel loon u zou krijgen van 14 juni tot en met 14 juli. Dit bedrag krijgen uw nabestaanden en is de overlijdensuitkering.
2. Wie het bedrag krijgt, hangt af van uw situatie op het moment dat u overlijdt. Dit zijn de mogelijkheden:
• Uw man of vrouw
Xxxx u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Xxx krijgt uw man of uw vrouw het bedrag.
• Uw partner
Xxxx u niet getrouwd of heeft u geen geregistreerd partnerschap? Maar heeft u wel een vaste relatie en woont u samen op hetzelfde adres? Xxx krijgt uw partner het bedrag.
• Uw kinderen
Heeft u geen partner? Xxx gaat het bedrag naar uw kinderen die jonger zijn dan 18 jaar. Ook als het uw pleegkinderen of adoptiekinderen zijn. Heeft u kinderen van 18 jaar of ouder maar jonger dan 27? En zitten deze kinderen het grootste deel van de week nog op school of doen ze een vakopleiding? Xxx gaat het bedrag ook naar deze kinderen.
• De persoon voor wie u heeft gezorgd
Heeft u geen partner en ook geen kinderen? Xxx gaat het geld naar de persoon voor wie u heeft gezorgd tot aan uw overlijden. Heeft u niemand verzorgd? Dan hoeft de werkgever geen overlijdensuitkering te betalen als u overlijdt.
3. Xxxx u arbeidsongeschikt en krijgt u een uitkering van het UWV? Dan beoordeelt het UWV of uw nabestaanden recht hebben op een overlijdensuitkering van het UWV. Krijgen uw nabestaanden een overlijdensuitkering van het UWV? Dan trekt de werkgever dat bedrag af van de overlijdensuitkering die hij volgens deze cao moet betalen. Het bedrag dat overblijft, betaalt uw werkgever aan uw nabestaanden.
12. Ongevallenverzekering
Artikel 89 Ongevallenverzekering
1. De werkgever is verplicht voor de werknemers een verzekering af te sluiten die een uitkering garandeert ingeval van blijvend lichamelijk letsel of dood ten gevolge van een ongeval van de werknemer, in of buiten arbeidstijd, overkomen.
2. De in lid 1 genoemde verzekering dient in te houden een recht van de werknemer op een uitkering van € € 59.647,25(1 januari 2020) bij overlijden of algehele invaliditeit. Bij gedeeltelijke invaliditeit gelden lagere bedragen, gerelateerd aan de mate van invaliditeit.
3. De uitkeringsbedragen worden jaarlijks, per 1 januari, geïndexeerd met de loonsverhogingen van de cao regelende de lonen en andere arbeidsvoorwaarden, over de 12 maanden, voorafgaand aan 1 oktober van het voorgaande jaar.
4. De werkgever dient ter voldoening aan de in lid 1 genoemde verplichting, deel te nemen aan het door het Sociaal Fonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven afgesloten collectieve verzekeringscontact. De van toepassing zijnde algemene voorwaarden zijn te raadplegen via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
5. Van de in lid 4 opgelegde verplichting kan een werkgever dispensatie verkrijgen van het bestuur van het Sociaal Fonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, indien door hem wordt aangetoond, dat voor de werknemers een verzekering is afgesloten, waarvan de verzekerde bedragen ten minste gelijk zijn aan en de algemene en bijzondere voorwaarden niet minder gunstig zijn dan de in lid 4 genoemde verzekering. Indien de werkgever dispensatie verkrijgt, wordt navenant minder premie voor dit Fonds in rekening gebracht.
6. De werknemers hebben in het geval een bedrijf dispensatie heeft overeenkomstig lid 5, een aanspraak op hun werkgever.
13. Vakbondswerk, medezeggenschap, sociaal en economisch overleg in verband met werkgelegenheid, sociaal jaarverslag
Artikel 90 Vakbondsactiviteiten in de onderneming
De hierna opgenomen vakbondsrechten kunnen in ondernemingen waarin minder dan 35 werknemers werkzaam zijn slechts worden geëffectueerd, indien tenminste 5 van die werknemers aangesloten zijn bij een werknemersorganisatie. In ondernemingen waarin meer dan 35 werknemers werkzaam zijn, dienen tenminste 10 werknemers aangesloten te zijn bij een werknemersorganisatie.
1. De vakbondsbestuurder
De werkgever zal als regel buiten de arbeidstijd, nadat daarom door bezoldigde bestuurders van werknemersorganisaties is verzocht, de bezoldigde bestuurders van werknemersorganisaties toegang tot het bedrijf verlenen voor overleg met leden van die werknemersorganisaties en de werkgever zal daartoe zo mogelijk bedrijfsruimte beschikbaar stellen. Zolang de bedrijfsruimte ter beschikking is gesteld, is (zijn) de werknemersorganisatie(s) aansprakelijk voor de handhaving van de openbare orde, de goede zeden en alle schade die door hun leden en/of bezoldigde bestuurder(s) aan het bedrijf wordt toegebracht.
2. De vakbondscontactpersoon
a. De werknemers die zijn aangesloten bij een werknemersorganisatie kunnen uit hun midden een vakbondscontactpersoon aanwijzen om namens hen contacten te onderhouden met bestuurders van die werknemersorganisatie. De vakbondscontactpersoon mag binnen werktijd contact hebben met de bestuurders van zijn werknemersorganisatie, echter na overleg met de werkgever.
b. De vakbondscontactpersonen worden in de gelegenheid gesteld om binnen werktijd met behoud van loon hun werkzaamheden te verrichten. De in dit lid bedoelde werkzaamheden zullen in totaal voor alle vakbondscontactpersonen gezamenlijk niet meer dan 30 uur per 100 werknemers bedragen. Dit aantal zal voor ondernemingen waarin minder dan 100 werknemers werkzaam zijn naar rato worden verminderd. Genoemde 30 uur dienen door de vakbondscontactpersonen zoveel mogelijk over enig jaar te worden gespreid.
c. De vakbondscontactpersoon wordt in de gelegenheid gesteld om buiten werktijd en zo mogelijk in door de werkgever ter beschikking te stellen bedrijfsruimte contacten te onderhouden met de leden van zijn werknemersorganisatie. De vakbondscontactpersoon dient hetgeen is gesteld in lid 1 van dit artikel in acht te nemen.
d. Overleg tussen een vakbondscontactpersoon en leden van de ondernemingsraad kan plaatsvinden binnen werktijd. De daartoe benodigde uren komen voor vakbondscontactpersonen ten laste van het in lid 2 onder b van dit artikel genoemde aantal uren.
e. De werkgever draagt er zorg voor dat vakbondscontactpersonen niet uit hoofde van hun functie worden benadeeld in hun positie in de onderneming.
f. De werkgever stelt ten behoeve van vakbondswerk in de onderneming de volgende faciliteiten ter beschikking aan de vakbondscontactpersoon:
- het verstrekken van relevante informatie met betrekking tot de implementatie van cao- artikelen;
- de toegang van de vakbondscontactpersoon tot de bedrijfsfunctionarissen in geval van invulling van cao-regelingen op ondernemingsniveau;
- het bieden van de mogelijkheden tot het verspreiden van vakbondsinformatie;
- het ter beschikking stellen van publicatieborden;
- het gebruik mogen maken van communicatiemiddelen die in de onderneming voorhanden zijn zoals pc, fax en e-mail.
Indien mogelijk stelt de werkgever bedrijfsruimte ter beschikking ten behoeve van het contact tussen de werknemersorganisaties en hun leden, werkzaam in de onderneming.
Het gebruik van de ter beschikking gestelde faciliteiten vindt plaats in nauw overleg met de werkgever en volgens de met de werkgever overeengekomen algemene regels.
g. De werkgever die voornemens is de arbeidsovereenkomst van een vakbondscontactpersoon op te zeggen, zal zijn voornemen voor niet-bindend advies voorleggen aan de Centrale Vertrouwensinstantie voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx.
3. Geschillen
De werkgever is gerechtigd de door hem ten behoeve van de activiteiten van de werknemersorganisaties en/of vakbondscontactpersonen in de onderneming geboden faciliteiten in te trekken ingeval van een geschil tussen de werkgever en één of meer werknemersorganisaties. Indien zich voornoemde situatie voordoet is ieder der partijen bevoegd het geschil voor te leggen aan de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Een door de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven ingestelde commissie, welke gelijkelijk is samengesteld uit werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers, zal terzake op korte termijn een voor partijen bindende uitspraak doen.
Artikel 91 Medezeggenschap
1. Afwijken van cao-bepalingen
Daar waar de cao de mogelijkheid aangeeft kan, afhankelijk van de grootte van de onderneming, alleen worden afgeweken van de cao onder de volgende voorwaarden:
- 1 tot 10 werknemers:
In ondernemingen met minder dan 10 werknemers kan de werkgever alleen afwijken van de cao na hierover overeenstemming te hebben bereikt met de meerderheid van het personeel. Tevens dient vooraf sprake te zijn van raadpleging van de vakbondsbestuurders.
- 10 of meer werknemers:
In ondernemingen met 10 of meer werknemers kan de werkgever alleen afwijken van de cao met instemming van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. In ondernemingen waar geen personeelsvertegenwoordiging is ingesteld kan de werkgever alleen afwijken van de cao met instemming van de meerderheid van het personeel en met dispensatie van de Vakraad.
Toelichting Wet op de ondernemingsraden (WOR)
Afhankelijk van de grootte van de onderneming geldt:
bij 50 of meer werknemers is de werkgever verplicht om een ondernemingsraad (OR) in te stellen;
bij 10 of meer, maar minder dan 50 werknemers kan de werkgever vrijwillig een personeelsvertegenwoordiging (PVT) instellen. De werkgever is verplicht de PVT in te stellen als de meerderheid van de in de onderneming werkzame personen dit verzoekt.
2. Personeelsvertegenwoordiging (PVT)
a. Extra bevoegdheden
De personeelsvertegenwoordiging heeft voor de vaststelling, wijziging of intrekking van een werktijd- of een vakantieregeling, inclusief de vaststelling van collectieve snipperdagen en roostervrije dagen, dezelfde bevoegdheden als de ondernemingsraad heeft op grond van de wet en de cao.
b. Scholingsfaciliteiten
De leden van de PVT hebben het recht hun werk gedurende drie dagen per zittingsperiode met behoud van loon te onderbreken voor het ontvangen van scholing en vorming welke zij in verband met de vervulling van hun taak nodig oordelen.
c. Rechtsbescherming
Werknemers die het initiatief nemen of hebben genomen tot het instellen van een PVT hebben wettelijke rechtsbescherming (zie artikel 35c lid 3 en artikel 21 lid 1 WOR).
Toelichting
Met enkele beperkingen heeft de PVT wettelijk recht op vergelijkbare faciliteiten als de ondernemingsraad. Werknemers die het initiatief nemen of hebben genomen tot het instellen van een PVT genieten bescherming met betrekking tot hun positie in de onderneming. Leden, kandidaten en ex-leden van de PVT genieten bescherming met betrekking tot hun positie in de onderneming c.q. hebben ontslagbescherming.
Artikel 92 Sociaal en economisch overleg in verband met de werkgelegenheid
1. Partijen bij de cao verbinden zich periodiek in de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven overleg te plegen over de economische gang van zaken in de bedrijfstak en de invloed daarvan op de werkgelegenheid in de bedrijfstak in het algemeen en in de ondernemingen. De Vakraad kan besluiten ten behoeve van dit overleg deskundige(n) op het gebied van de te bespreken onderwerpen tot de besprekingen toe te laten met de status van adviseur. De Vakraad kan voorts besluiten, ten behoeve van dit overleg, aan de werkgeversorganisaties, partijen bij de cao, te verzoeken door de Vakraad gewenste gegevens te verzamelen. De werkgeversorganisaties zijn gehouden dergelijke verzoeken in te willigen. Ter bespreking van de economische gang van zaken en de invloed daarvan op de werkgelegenheid in sectoren waar deze cao van toepassing is kan de Vakraad besluiten tot het instellen van commissies. De Vakraad benoemt de werkgeversleden van deze commissies op voordracht van de werkgeversorganisaties die geacht kunnen worden deze deelgebieden te vertegenwoordigen, en de werknemersleden op voordracht van de werknemersorganisaties, partijen bij deze cao. De commissies zijn gehouden door de Vakraad aan hen ter bespreking voorgelegde onderwerpen te behandelen en kunnen voorts alle onderwerpen bespreken, waarvan zij de bespreking in het kader van hun algemene hierboven geformuleerde taakopdracht wenselijk of nodig achten. De Vakraad voorziet in het secretariaat van de commissies.
2. Het sociaal, economisch en werkgelegenheidsbeleid van de onderneming is ook een onderwerp van overleg binnen het bedrijf. Ondernemingen zijn op grond van de Wet op de ondernemingsraden verplicht overleg te voeren met het personeel. De vorm van dit overleg is afhankelijk van de bedrijfsgrootte.
Artikel 93 Sociaal jaarverslag
1. De werkgever is verplicht, daar waar de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is, eenmaal per jaar schriftelijk die feitelijke gegevens te verstrekken waaruit het gevoerde algemene beleid ten aanzien van sociale (personeels)zaken blijkt. Dit verslag zal zoveel mogelijk gebaseerd zijn op het in bijlage 8 van deze cao aangegeven model en zal aan ieder personeelslid ter beschikking worden gesteld.
2. Partijen bij de cao bevelen ondernemingen, waar de Wet op de ondernemingsraden niet geldt, aan een jaarverslag te publiceren als bedoeld in lid 1.
3. De in de voorgaande leden bedoelde verslagen zullen geen gegevens bevatten van individuele, persoonlijke aard noch gegevens die op enigerlei wijze de privacy van personeelsleden in gevaar zouden kunnen brengen en zullen worden uitgebracht uiterlijk een half jaar na het einde van een boekjaar, echter niet eerder dan nadat het jaarverslag aan de vergadering van de aandeelhouders is uitgebracht.
14. Cao Stichting Sociaal Fonds
Artikel 94 Cao Stichting Sociaal Fonds
Voor de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 hebben partijen bij de cao regelende de lonen en andere arbeidsvoorwaarden in de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven een afzonderlijke cao inzake de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven afgesloten. De tekst van de voor de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2022 geldende cao is opgenomen als bijlage 9.
15. Vredesplicht
Artikel 95 Vredesplicht
1. De vakverenigingen en haar leden passen tijdens de duur van deze overeenkomst geen werkstaking toe bij één of meer werkgevers, zolang de werkgeversverenigingen of één of meer werkgevers geen uitsluiting op leden der vakverenigingen toepassen.
2. De werkgeversverenigingen en de werkgevers passen tijdens de duur van deze overeenkomst geen uitsluiting op de leden der vakverenigingen toe, zolang de vakverenigingen of de leden der vakverenigingen geen werkstaking bij één of meer hunner toepassen.
3. Het in lid 1 genoemde verbod tot staken geldt niet tegenover een onderneming die, of een concern dat, overweegt of heeft besloten een fusie aan te gaan, een bedrijf of bedrijfsonderdeel te sluiten en/of de personeelsbezetting ingrijpend te reorganiseren, wanneer blijkt, dat deze handelingen in strijd moeten worden geacht met de door de Sociaal Economische Raad opgestelde fusiecode. In dat geval zullen de vakverenigingen de staking niet toepassen dan na overleg met de werkgever en na kennisgeving aan de werkgeversverenigingen. Indien een dergelijke conflictsituatie zich heeft voorgedaan, dan kunnen partijen achteraf het oordeel van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven vragen.
16. Dispensaties
Artikel 96 Dispensaties
1. Werkgevers vallende onder de werkingssfeer hebben de mogelijkheid om dispensatie te verzoeken van de toepassing van deze cao of van 1 of meer artikelen daarvan.
2. Een verzoek tot dispensatie dient te worden ingediend bij de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven, Dispensatiecommissie, Xxxxxxx 000, 0000 XX xx Xxxxxxxxx (023- 515 8820) of xxxxxxxxxxxxx@xxx.xx
3. De Dispensatiecommissie is gelijkelijk samengesteld uit werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers.
4. Voor de behandeling van het verzoek kan de Dispensatiecommissie de kosten in rekening brengen.
5. Het verzoek dient ten minste te vermelden:
- Naam en adres van de verzoeker;
- Ondertekening door de verzoeker;
- Een nauwkeurige beschrijving van de aard en het bereik van het dispensatieverzoek;
- De argumenten van verzoeker om voor dispensatie in aanmerking te komen;
- De dagtekening.
6. Indien cao-partijen van mening zijn dat het verzoek onvoldoende omschreven, gemotiveerd of gedocumenteerd is, dan zal binnen 2 weken aan verzoeker worden medegedeeld op welke punten en met welke documenten het verzoek dient te worden aangevuld. Aan verzoeker zal een termijn van 2 weken worden gesteld om de aanvullende gegevens bij cao-partijen in te dienen.
7. Het verzoek zal niet in behandeling worden genomen indien de aanvullende gegevens niet (voldoende) worden verstrekt. Verzoeker zal hierover schriftelijk worden geïnformeerd.
8. Cao-partijen zullen binnen 2 weken na ontvangst van een voldoende omschreven, gemotiveerd en gedocumenteerd verzoek dan wel binnen 2 weken na ontvangst van de gevraagde aanvullende gegevens aan verzoeker berichten dat het verzoek in behandeling zal worden genomen.
9. Bij de beoordeling of tot dispensatieverlening kan worden overgegaan, zullen cao-partijen als criteria hanteren:
a) Of er (tijdelijk) sprake is van bijzondere omstandigheden, afwijkend van hetgeen in de bedrijfstak gebruikelijk is, op grond waarvan het in redelijkheid niet van verzoeker kan worden gevergd dat de cao (-of bepalingen daarvan) onverkort wordt toegepast en;
b) Of er sprake is van een andere, tenminste aan deze cao (-of bepalingen daarvan) gelijkwaardige regeling die tot stand is gekomen in samenspraak met een representatieve werknemersorganisatie die onafhankelijk is van werkgever.
10. Cao-partijen doen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 8 weken nadat het verzoek in behandeling is genomen, uitspraak. Cao-partijen kunnen deze termijn eenmaal met 8 weken verlengen.
11. Cao-partijen zullen de uitspraak schriftelijk en gemotiveerd mededelen aan verzoeker.
17. Duur van de cao
Artikel 97 Duur van de cao
1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 20 2020. Zij wordt aangegaan voor een tijdvak van 24 maanden, en eindigt derhalve van rechtswege op 31 december 2021 zonder dat opzegging noodzakelijk is.
2. Opzegging van deze overeenkomst kan slechts geschieden aan alle andere partijen bij de overeenkomst en doet de overeenkomst tussen alle partijen eindigen.
3. Bij de beëindiging dezer overeenkomst blijft de Vakraad belast met de afdoening van de aanhangige zaken.
4. Ondanks beëindiging dezer overeenkomst blijven partijen aan haar voorschriften onderworpen ten aanzien van feiten, die voor de datum der beëindiging hebben plaatsgehad.
5. Partijen behouden zich uitdrukkelijk het recht voor deze overeenkomst tussentijds te herzien indien zulks noodzakelijk wordt geacht in verband met van overheidswege gegeven of ingetrokken aanwijzingen, dan wel indien de uitgangspunten waarop deze overeenkomst berust wezenlijk worden aangetast. Partijen verplichten zich in dit geval ernaar te zullen streven binnen één maand nadat een verzoek om onderhandelingen door één hunner is gedaan, tot overeenstemming te komen over de aan te brengen wijzigingen.
Namens de partijen,
Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven:
X. Xxxxxxx
voorzitter werkgeversdelegatie
X. Xxxxxxxx
voorzitter werknemersdelegatie
Protocollen
Protocol 1 | Overleg bij teruglopen werkgelegenheid
Het bestuur van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven heeft zich beraden over de vraag of het aanbeveling verdient c.q. noodzakelijk moet worden geacht dat in gevallen van het teruglopen van de werkgelegenheid, om welke reden dan ook, tussen de directie van de betrokken ondernemingen en de werknemersorganisaties, partij bij deze cao, overleg wordt gepleegd omtrent de in dergelijke situaties te nemen maatregelen.
Het bestuur van de Vakraad voornoemd is dienaangaande tot de conclusie gekomen, dat het plegen van overleg in situaties als hiervoor bedoeld, alleszins raadzaam geacht moet worden.
De directies van de respectievelijke ondernemingen wordt dan ook met klem geadviseerd in voorkomende gevallen vooraf met de werknemersorganisaties overleg te plegen.
Werkgevers- en werknemersorganisaties zullen in voorkomende gevallen zich wenden tot het Expertisecentrum Meubel (ECM) die zal bezien op welke wijze deze een bemiddelende rol zal kunnen vervullen bij herplaatsing en scholing.
Protocol 2 | Introductie van werknemers in het bedrijf
Het bestuur van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven is van oordeel dat het aanbeveling verdient dat de onder deze cao vallende bedrijven bij het in dienst nemen van werknemers zorgdragen voor een goede introductie van betrokkenen.
Het bestuur adviseert de directies van de ondernemingen bij de introductie aan de volgende punten aandacht te besteden:
1. Het verschaffen van informatie over de aard en organisatie van het bedrijf en over de aard van de werkzaamheden van betrokken werknemer.
2. Het doen kennismaken met de collega’s.
3. Het verschaffen van zowel mondelinge als schriftelijke informatie over de op de werknemer van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden.
4. Het verschaffen van informatie over voorzieningen op het gebied van veiligheid, gezondheid en hygiëne. Zie ook artikel 68 van deze cao inzake de Cursus veilig en gezond werken.
5. Het verschaffen van informatie aan jeugdige werknemers over op diens functie gerichte opleidingsmogelijkheden binnen en buiten het bedrijf, zoals de beroepsopleiding via de beroepsbegeleidende leerweg.
6. Het verschaffen van informatie over de werkwijze en samenstelling van de in het bedrijf aanwezige personeelsvertegenwoordigende overlegorganen, onder meer door het verschaffen van de reglementen van deze organen.
Protocol 3 | Arbeidsomstandigheden en milieu
Het bestuur van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven is van oordeel dat het aanbeveling verdient te streven naar een verdere verbetering van de arbeidsomstandigheden in de bedrijfstak. Het zal trachten dit doel te bereiken door middel van de volgende activiteiten:
a. Partijen zullen bezien in hoeverre het milieu extra aandacht van partijen verdient en/of in hoeverre zij op dat vlak aanbevelingen kunnen doen.
b. De Commissie Arbeidsomstandigheden van de Vakraad zal het thema vermindering van werkdruk in behandeling nemen.
c. Vanuit de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Vakraad zal een stimulerend beleid worden uitgezet voor het terugdringen van gebruik van perslucht in het kader van stofverwijdering.
d. Indien de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Vakraad unaniem tot aanbevelingen aan de Vakraad komt, zal deze cao gewijzigd kunnen worden.
Protocol 4 | Loopbaan/scholing
In het kader van optimalisering van de kwaliteit van het productieproces, product en personeel hebben partijen afgesproken een belangrijke impuls te geven aan scholing en de infrastructuur omtrent scholing binnen de branche. Partijen zullen binnen het Expertisecentrum Meubel uitwerking geven aan de plannen:
- de vaardigheden van leidinggevenden binnen de bedrijven te verbeteren, eventueel door begeleiding en bijscholing met behulp van het ECM;
- een loopbaanservice in te richten bij het ECM, waar werknemers in de bedrijfstak informatie kunnen inwinnen over loopbaanperspectieven en opleidingseisen/scholing in dat verband.
Protocol 5 | Functie-/ Loongebouw
Om werknemers een beter perspectief op een goede loonontwikkeling te bieden, zullen sociale partners samen onderzoek doen naar een verbetering van het loongebouw, dat per 1 januari 2022 zal ingaan. Dat loongebouw zal uiting moeten geven van het belang van ervaring van mensen in hun functie in plaats van leeftijd. De aan de functiegroepen A t/m E gekoppelde loonschalen zullen bestaan uit minimaal 2 ervaringsjaren. Er zal extra aandacht besteed worden aan loonschaal A, in verband met de hoogte van het wettelijke minimumloon.
Voorts zal het functiegebouw uitgebreid worden met functiegroepen F en G.
Sociale partners geven opdracht aan een nader te bepalen extern bureau om bovenstaand onderzoek te doen en uit te voeren.
Protocol 6 RVU/Zwaar werk regeling
In het kader van de verbetering van de duurzame inzetbaarheid van mensen en om mensen met zwaar werk in staat te stellen eerder dan de AOW-leeftijd te stoppen met werken, zullen sociale partners afspraken maken over een RVU-/zwaar werk-regeling binnen het subsidiekader van de MDIEU regeling, zodat werknemers met ingang van 1 januari 2022 van deze regeling gebruik kunnen maken.
Voorgesteld wordt om die mensen die eerder willen stoppen, die gelegenheid te geven vanaf het moment dat ze 65 jaar worden, op dat moment zwaar werk verrichten en 20 van de afgelopen 25 jaar in de sector hebben gewerkt.
Onder ‘zwaar werk’ worden werkzaamheden in de productie/montage, logistiek/transport en technische dienst verstaan. In de uitwerking van de regeling zal rekening worden gehouden met mensen die als gevolg van een fusie of wijziging van werkingssfeer van de werkgever in de referteperiode onder de cao-interieurbouw en meubelindustrie zijn komen te vallen. In geval van overlijden zal de uitkering aan de nabestaande(n) toekomen. Jaarlijks zal de uitkering geïndexeerd worden conform de verhoging van de AOW. Financiering vindt plaats middels een werkgeverspremie.
Protocol 7 | Personeelsbeleid
De Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven is van oordeel dat het aanbeveling verdient dat in een onderneming waarin 100 of meer werknemers werkzaam zijn een personeelsfunctionaris wordt aangesteld. Ondernemingen waarin minder dan 100 werknemers werkzaam zijn, wordt aanbevolen om ter ondersteuning van het personeelsbeleid in de onderneming gebruik te maken van de diensten van een externe personeelsdienst.
Protocol 8 | Ziektekostenverzekering
De Koninklijke CBM heeft een collectieve polis aanvullend op de basisverzekering ontwikkeld ten behoeve van de werknemers in de branche waarin in elk geval de vergoeding voor fysiotherapie is opgenomen. Aan deze polis zal kunnen worden deelgenomen door alle werkgevers en werknemers in de Meubelindustrie.
Protocol9| Uitzendarbeid
Het bestuur van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven is van oordeel dat het aanbeveling verdient dat de onder deze cao vallende bedrijven bij het inlenen van uitzendkrachten gebruik maken van een uitzendbureau dat Nen 4400-1 gecertificeerd is.
Protocol 10 | Arbeidsomstandigheden
Binnen de sector Meubelindustrie hebben sociale partners overeenstemming bereikt over de inhoud van de Arbocatalogus waarin is vastgelegd op welke wijze een werkgever kan voldoen aan de door de overheid gestelde doelvoorschriften over veilig en gezond werken. De werkgever dient binnen zijn bedrijf aantoonbaar zodanig maatregelen te treffen dat minimaal voldaan wordt aan het in de arbowetgeving en in deze cao bepaalde beschermingsniveau.
Protocol 11 |Leeftijdsbewust Personeelsbeleid
Sociale partners hebben besloten tot vorming van een paritaire projectgroep met als doel: tijdens de looptijd van de cao, het concretiseren van het omzetten van de bestaande ontziemaatregelen voor 55+ ers naar een leeftijdsonafhankelijk vitaliteitsbeleid. De projectgroep kan worden bijgestaan door een deskundige en wordt gefinancierd vanuit het sociaal fonds.
Protocol 12|Risico Inventarisatie en Evaluatie Meubelindustrie
Partijen laten ter bevordering van de arbeidsomstandigheden, de veiligheid en gezondheid van werknemers de branche-erkende RI&E herzien en actualiseren.
Bijlagen
Bijlage 1 | Functie-indeling in de Meubelindustrie Algemeen
1. We hebben in deze cao de functies ingedeeld in de volgende functiegroepen:
Functiegroepen | |||||||
A | B | B1 | C | D | E | F | G |
Opmerking: groepen F en G zijn nog niet opgenomen in deze cao.
2. De werkgever deelt de functies in het bedrijf in de juiste functiegroep in. Hij doet dit in de volgende situaties:
• Als een werknemer in dienst komt.
• Als de inhoud van een functie verandert.
• Als er een nieuwe functie in uw bedrijf is.
De werkgever gebruikt hiervoor de referentiefuncties (standaardfuncties) in deze cao. Het kan zijn dat er in het bedrijf een functie is die niet in de cao staat. De werkgever moet deze functie dan zelf indelen in de juiste functiegroep. In het ‘Handboek functieomschrijving’ leest u daar meer over. Xxxxx u dat uw functie in een andere functiegroep hoort? In artikel 25 van deze cao leest u wat u dan kunt doen.
3. Doet u de Basisberoepsopleiding niveau 2 of de Vakopleiding niveau 3 via de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)? Dan wordt u ingedeeld in functiegroep B1. Slaagt u voor de opleiding? Xxx krijgt u het loon dat hoort bij uw leeftijd en de functiegroep van uw functie.
4. Xxxx u jonger dan 21 jaar en doet u geen BBL-opleiding? Of heeft u helemaal geen opleiding gedaan? Dan deelt de werkgever u waarschijnlijk in functiegroep A in. U krijgt het loon dat hoort bij uw leeftijd.
5. Heeft u nog niet genoeg ervaring voor de functie waarvoor u bent aangenomen? Dan kan de werkgever 3 dingen doen:
• De werkgever deelt u tijdelijk in een lagere loonschaal in, maar wel in de functiegroep waarvoor u bent aangenomen.
• De werkgever deelt u tijdelijk 1 functiegroep lager in. U krijgt dan dus tijdelijk een lager loon. Hieronder staat een voorbeeld:
Voorbeeld
U bent 22 jaar en u wordt aangenomen voor een functie in functiegroep C. Het loon dat hierbij hoort is € 456,60 per week. Omdat u nog niet genoeg ervaring heeft, mag uw werkgever u 1 functiegroep lager indelen. U krijgt dan het loon van functiegroep B. Dat loon is € 441,86.
• Zijn er grote verschillen tussen de functieomschrijving en het werk dat u in het begin moet doen? Dan mag de werkgever u het loon geven dat 2 functiegroepen lager ligt dan de functiegroep waarin uw functie is ingedeeld. De werkgever mag dit maximaal 1 of 2 jaar doen. Daarna moet u het loon krijgen dat hoort bij de functiegroep waarvoor u bent aangenomen:
- Bent u aangenomen voor een functie in functiegroep B tot en met D? Dan mag de werkgever u maximaal 1 jaar indelen in een lagere functiegroep.
- Bent u aangenomen voor een functie in functiegroep E tot en met G? Dan mag de werkgever u maximaal 2 jaar indelen in een lagere functiegroep.
Let op: heeft u na 1 of 2 jaar nog steeds te weinig ervaring om het werk zelfstandig te doen? Dan mag de werkgever u langer in een lagere functiegroep indelen.
Uitgangspunten functie-indeling:
Het functieniveau is gebaseerd op de rubrieken:
1. Functiecontext,
2. Positie in de organisatie
3. Functiedoel,
4. Resultaatverwachting
5. Werkgerelateerde bezwaren.
Toelichting op de rubrieken:
1. Context
• Organisatie/afdeling
Naam van de organisatie, alsmede de afdeling waarvan de functie onderdeel uitmaakt. Eventueel kan dit worden aangevuld met de subafdeling(en).
• Functienaam
De functienaam die van toepassing is en als zodanig is aangegeven in het organisatieschema. De keuze voor functienamen is afhankelijk van wat binnen de organisatie gebruikelijk is. en staat geheel los van de functienamen zoals vermeld in het referentieraster.
2. Positie in de organisatie
• Rapporteert aan
De positie in de formele organisatie. Het gaat er hierbij om aan wie verantwoording moet worden afgelegd, de hiërarchische lijn.
• Geeft leiding aan
Vermelden van de functienamen aan wie eventueel leiding wordt gegeven, alsmede het aantal FTE. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen hiërarchisch, vaktechnisch (medewerkers binnen eigen vakgebied)/functioneel (projectmatig) en ambtelijk leidinggeven (bevoegd tot aanspreken mensen t.a.v. naleving normen/regels zonder (in)directe verantwoordelijkheid over deze mensen).
3. Functiedoel
Het doel geeft de kern van de functie weer. Aangeraden wordt om het doel van de functie pas op te stellen als de functie-inhoud is vastgesteld en omschreven. Dit omdat er dan pas een compleet beeld van de functie is.
4. Resultaatgebieden/Kernactiviteiten/Resultaatcriteria
• Resultaatgebieden
Weergave van ‘waartoe’ de activiteiten binnen de functie moeten leiden. Dit wordt kort in
enkele woorden omschreven.
• Kernactiviteiten
Omschrijving van het ‘wat’ van de functie. De activiteiten waaruit de functie is opgebouwd
en die moeten leiden tot het beoogde doel van de functie.
• Resultaatcriteria
Omschrijving van het ‘hoe’ van de functie. Hoe moet je de functie uitvoeren om tot het
gewenste resultaat te komen.
Normaliter worden er 5-7 resultaatgebieden met bijbehorende kernactiviteiten en resultaatcriteria benoemd.
5. Werkgerelateerde bezwaren
De omstandigheden in een functie die als fysisch/psychisch/mentaal bezwarend of belastend kunnen worden aangemerkt, respectievelijk gevaar met zich mee kunnen brengen. De werkgerelateerde bezwaren zijn opgebouwd uit vier subgebieden, te weten zwaarte (tillen/krachtuitoefening), houding & beweging (moeilijk bereikbare plaatsen, manoeuvreren met apparaten e.d.), werkomstandigheden (koude/warmte, vuil, stof e.d.) en persoonlijk risico (kans op letsel).
MODEL VOOR EEN FUNCTIE-OMSCHRIJVING
A. Format functieprofiel
Functie
Afdeling Organisatie
[Functienaam]
[Afdelingsnaam] [Organisatienaam, plaats]
[Functienummer]
Functiecontext
Positie in de organisatie
Rapporteert aan [Wie is de direct leidinggevende?]
Geeft leiding aan [Aan wie wordt direct of indirect leiding gegeven?, zo niet: Niet van toepassing]
Functiedoel
(begin met hele werkwoorden) Hier wordt, in één volzin, aangegeven wat met de uitoefening van de functie moet worden bereikt en met welk resultaat; het is dus een samenvatting van de functie aansluitend bij de rest van de omschrijving hieronder.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden
Kernactiviteiten
Resultaatcriteria
In deze kolom wordt de resultaatbijdrage aangegeven, op onderdelen van de functie.
Een functie bestaat uit ongeveer 5 (+/- 2) resultaatgebieden welke de essentie van de functie-inhoud afdekken. Je kunt het ook zien als onderdelen van het functiedoel
Waar gaat het om? Een resultaatgebied geeft in enkele woorden weer waarop het resultaat/bijdrage van werken zichtbaar moet worden
Een resultaatgebied is outputgericht en doorgaans vrij constant en verandert niet jaarlijks.
Hieronder worden de aard van de werkzaamheden en daarmee verband houdende verantwoordelijkheden/bevoegdheden, omschreven. Vooral dient tot uiting te komen “wat” (en “waarom het”) moet gebeuren.
Waar gaat het om?
(hoofd)activiteiten die worden verricht en tot welke resultaten deze moeten leiden. Hierbij geldt: één activiteit of een aantal met elkaar samenhangende activiteiten per alinea.
Denk hierbij ook aan de wijze waarop gebruik dient te worden gemaakt van verantwoordelijkheden/bevoegdheden in de vorm van bijvoorbeeld nemen van beslissingen en maatregelen, maken van keuzen et cetera.
Vergeet ook niet welke problemen en moeilijkheden door de functie worden opgelost,
Deze kolom bevat maatstaven waaraan het presteren in een functie kan worden afgemeten. Ze maken het verwachte resultaat concreet.
Waar gaat het om? Wat is van belang bij het realiseren van het resultaatgebied? (b.v.: mate van.., juistheid van.., snelheid van..)
Dit is in individueel geval aan te vullen met normering (SMART) naar targets (in het kader van beoordeling).
in hoeverre de functie gebonden is aan regels, procedures, voorschriften, richtlijnen, et cetera.
Elk resultaatgebied wordt in een apart “vak” omschreven
Met de bijbehorende kernactiviteiten En de bijbehorende resultaatcriteria
Werkgerelateerde bezwaren
Wanneer van toepassing:
- [Zwaarte] b.v.: Krachtinspanning bij het hanteren en verplaatsen van zakken grondstoffen, hulpmaterialen e.d. verwisselen van matrijzen en bepaalde bedienings- en onderhoudswerkzaamheden.
- [Houding] b.v.: Veelal staand verrichten van de werkzaamheden.
- [Werkomstandigheden] b.v.: Hinder van lawaai, stof, warmte en vrijkomende chemicaliëndampen
- [Persoonlijk risico] b.v.: Kans op letsel door in aanraking komen met hete of bewegende machinedelen, snijden en bij het werken met giftige, agressieve, brandgevaarlijke en explosieve oplosmiddelen/chemicaliën.
Kennis- en/of ervaringsvereisten
De kennis- en ervaringsvereisten zijn vastgesteld door de organisatie.
Werk- en denkniveau
[Passend niveau bij het type werk]
Opleiding/ervaring
[Opleiding passend bij het werk]
FUNCTIEWAARDERING:
De functie wordt gewaardeerd in functiegroep (A/B/C/D/E/) van de CAO van de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven.
Optioneel: toevoegen van max. 5 competenties .
Competentieprofiel
Competenties Competentieomschrijving
Ondertekening
Het functieniveau volgens is gebaseerd op de rubrieken: Functiecontext, Positie in de organisatie, Functiedoel, Resultaatverwachting en Werkgerelateerde bezwaren.
Voor akkoord (leidinggevende): Voor gezien (medewerker):
Functie-indeling
Functiegroep A
Het onder leiding verrichten van eenvoudige steeds weer terugkerende werkzaamheden waarvoor geen of nagenoeg geen ervaring vereist is. In het algemeen zeer eenvoudige hulparbeid.
Opleidings-/ervaringsniveau:
Geen of nagenoeg geen.
Functiegroep B
Eenvoudige werkzaamheden die meer zelfstandig doch wel onder toezicht verricht worden en waarvoor reeds een korte tijd praktijkervaring gewenst is.
Opleidings-/ervaringsniveau:
Enige ervaring is vereist.
Functiegroep B1
Werknemers die een basisberoepsopleiding of vakopleiding via de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs.
Functiegroep C
Het werk vereist over het algemeen ervaring gepaard met enige theoretische vakkennis.
Bij machinearbeid wordt gewerkt met ingewikkelde machines en/of geen repeterende arbeid met minder ingewikkelde machines.
Het instellen van machines behoort slechts tot de taak indien dit niet ingewikkeld is.
Opleidings-/ervaringsniveau:
Ruime ervaring en/of LTS-, LEAO-, KMBO, Vbo-diploma, diploma primair Leerlingwezen of diploma basisberoepsopleiding via de beroepsbegeleidende leerweg.
Functiegroep D
Werkzaamheden zijn gevarieerd en vereisen een goede bedrijfservaring, theoretische kennis en enig eigen initiatief.
Opleidings-/ervaringsniveau:
LTS/MAVO/HAVO/MEAO/Vbo met aanvullende gerichte beroepsopleiding of gelijkwaardige kennis.
Functiegroep E
Werkzaamheden zijn zeer gevarieerd en vereisen een ruime ervaring, alsmede theoretische kennis en eigen initiatief.
Enige leidinggevende en contactuele eigenschappen zijn noodzakelijk.
Opleidings-/ervaringsniveau:
LTS of Vbo met aanvullende beroepsopleiding, MTS/MAVO/MEAO/HAVO dan wel gelijkwaardige kennis.
Functiegroepen en referentiefuncties (standaardfuncties)
In het overzicht hieronder staan naast de functiegroepen de standaardfuncties (referentiefuncties). Deze referentiefuncties zijn gebaseerd op vakvolwassen medewerkers die allrounder of zelfstandig werkend zijn in hun functie.
Het kan in de praktijk voorkomen dat een functienaam bij het ene bedrijf een andere functie-inhoud heeft dan bij het andere bedrijf. Dit zorgt er niet meteen voor dat deze functie in een hogere of lagere functiegroep hoort. Dat is pas het geval als alle activiteiten en verantwoordelijkheden samen veel lichter of zwaarder zijn dan de taken en verantwoordelijkheden van de standaardfunctie.
Xxxxx een functie niet in het overzicht hieronder? Dan kijkt de werkgever welke standaardfunctie het meest past bij die functie. In het ‘Handboek functieomschrijving’ leest u daar meer over.
Functiegroep | Referentiefuncties |
A | Inpakker (machinematig) |
Inpakker (handmatig) | |
B | Schuurder |
Meubelmaker A | |
Receptionist | |
Naaister A | |
Magazijnmedewerker | |
C | Meubelmaker B |
Operator (hout)bewerking A | |
Spuiter A | |
Fineerder A | |
Vrachtwagenchauffeur | |
Stoffeerder A | |
Naaister B | |
D | Verkoopmedewerker A |
Administratief medewerker | |
Meubelmaker C | |
Spuiter B | |
Fineerder B | |
Stoffeerder B | |
Operator (hout)bewerking B | |
Medewerker technische dienst | |
Monteur | |
E | Tekenaar |
Inkoopmedewerker | |
Calculator | |
Werkvoorbereider | |
Onderhoudsmonteur | |
Verkoopmedewerker | |
Meubelmaker D (meew.) | |
Machinaal houtbewerker |
Operator (hout)bewerking C | |
Magazijnbeheerder | |
Secretaresse (directie) |
Bijlage 2 | Loonschalen
Loonschalen per 1 april 2019
- in euro per week
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 202,33 | 262,48 | 270,02 | ||
18 jaar | 228,17 | 285,39 | 293,86 | ||
19 jaar | 258,41 | 331,52 | 341,51 | 356,83 | |
20 jaar | 297,29 | 377,58 | 389,19 | 406,63 | 431,16 |
21 jaar | 344,76 | 435,24 | 448,74 | 469,27 | 480,03 |
22 jaar | 390,73 | 495,24 | 510,70 | 541,82 | 551,09 |
23 jaar | 454,08 | 567,64 | |||
24 jaar | 584,25 |
- in euro per maand
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 879,75 | 1141,26 | 1174,04 | ||
18 jaar | 992,10 | 1240,88 | 1277,69 | ||
19 jaar | 1123,56 | 1441,45 | 1484,87 | 1551,49 | |
20 jaar | 1292,60 | 1641,71 | 1692,18 | 1768,03 | 1874,70 |
21 jaar | 1499,02 | 1892,44 | 1951,12 | 2040,40 | 2087,15 |
22 jaar | 1698,88 | 2153,28 | 2220,53 | 2355,85 | 2396,12 |
23 jaar | 1974,36 | 2468,11 | |||
24 jaar | 2540,32 |
B1 Loonschaal voor jeugdige werknemers die een Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg volgen in het kader van de wet Educatie en Beroepsonderwijs
Xxxxxxxx | 00 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 |
Weekloon | 208,15 | 227,77 | 247,35 | 286,55 | 325,72 | 374,73 | 425,64 | 454,08 |
Maandloon | 905,03 | 990,32 | 1075,48 | 1245,94 | 1416,21 | 1629,33 | 1850,70 | 1974,36 |
De vierwekelijkse lonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4. De maandlonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4,348.
Het uurloon is het weekloon gedeeld door het in de onderneming normaal geldende aantal
arbeidsuren per week.
Werknemers die een dienstverband zijn aangegaan voor minder dan de in de onderneming normaal geldende arbeidsduur, hebben naar verhouding recht op bovenstaande lonen.
Loonschalen per 1 januari 2020
- in euro per week
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 202,33 | 262,48 | 270,02 | ||
18 jaar | 228,17 | 285,39 | 293,86 | ||
19 jaar | 258,41 | 331,52 | 341,51 | 356,83 | |
20 jaar | 305,30 | 377,58 | 389,19 | 406,63 | 431,16 |
21 jaar | 381,60 | 435,24 | 448,74 | 469,27 | 480,03 |
22 jaar | 390,73 | 495,24 | 510,70 | 541,82 | 551,09 |
23 jaar | 454,08 | 567,64 | |||
24 jaar | 584,25 |
- in euro per maand
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 879,75 | 1141,26 | 1174,04 | ||
18 jaar | 992,10 | 1240,88 | 1277,69 | ||
19 jaar | 1123,56 | 1441,45 | 1484,87 | 1551,49 | |
20 jaar | 1327,44 | 1641,71 | 1692,18 | 1768,03 | 1874,70 |
21 jaar | 1659,20 | 1892,44 | 1951,12 | 2040,40 | 2087,15 |
22 jaar | 1698,88 | 2153,28 | 2220,53 | 2355,85 | 2396,12 |
23 jaar | 1974,36 | 2468,11 | |||
24 jaar | 2540,32 |
B1 Loonschaal voor jeugdige werknemers die een Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg volgen in het kader van de wet Educatie en Beroepsonderwijs
Xxxxxxxx | 00 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 |
Weekloon | 208,15 | 227,77 | 247,35 | 286,55 | 325,72 | 381,60 | 425,64 | 454,08 |
Maandloon | 905,03 | 990,32 | 1075,48 | 1245,94 | 1416,21 | 1659,20 | 1850,70 | 1974,36 |
De vierwekelijkse lonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4. De maandlonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4,348.
Het uurloon is het weekloon gedeeld door het in de onderneming normaal geldende aantal
arbeidsuren per week.
Werknemers die een dienstverband zijn aangegaan voor minder dan de in de onderneming normaal geldende arbeidsduur, hebben naar verhouding recht op bovenstaande lonen
Loonschalen per 1 mei 2021
- in euro per week
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 206,38 | 267,73 | 275,42 | ||
18 jaar | 232,73 | 291,10 | 299,74 | ||
19 jaar | 263,58 | 338,15 | 348,34 | 363,97 | |
20 jaar | 317,27 | 385,13 | 396,97 | 414,76 | 439,78 |
21 jaar | 396,58 | 443,94 | 457,71 | 478,66 | 489,63 |
Periodiek 1 | 398,54 | 505,14 | 520,91 | 552,66 | 562,11 |
Periodiek 2 | 463,16 | 578,99 | |||
Periodiek 3 | 595,94 |
- in euro per maand
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 897,35 | 1164,09 | 1197,52 | ||
18 jaar | 1011,94 | 1265,70 | 1303,24 | ||
19 jaar | 1146,03 | 1470,28 | 1514,57 | 1582,52 | |
20 jaar | 1379,50 | 1674,54 | 1726,02 | 1803,39 | 1912,19 |
21 jaar | 1724,31 | 1930,29 | 1990,14 | 2081,21 | 2128,89 |
Periodiek 1 | 1732,86 | 2196,35 | 2264,94 | 2402,97 | 2444,04 |
Periodiek 2 | 2013,85 | 2517,47 | |||
Periodiek 3 | 2591,13 |
B1 Loonschaal voor jeugdige werknemers die een Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg volgen in het kader van de wet Educatie en Beroepsonderwijs
Leeftijd | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | Periodiek 1 | Periodiek 2 |
Weekloon | 212,31 | 232,33 | 252,30 | 292,28 | 332,23 | 396,58 | 434,15 | 463,16 |
Maandloon | 923,13 | 1010,13 | 1096,99 | 1270,86 | 1444,53 | 1.724,31 | 1887,71 | 2013,85 |
De vierwekelijkse lonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met
factor 4.
De maandlonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4,348.
Het uurloon is het weekloon gedeeld door het in de onderneming normaal geldende aantal
arbeidsuren per week.
De werkgever kent de werknemer vanaf 21 jaar jaarlijks een periodiek toe tot de minimum periodiek behorende bij de functiegroep
Werknemers die een dienstverband zijn aangegaan voor minder dan de in de onderneming normaal geldende arbeidsduur, hebben naar verhouding recht op bovenstaande lonen.
Loonschalen per 1 september 2021
- in euro per week
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 209,47 | 271,75 | 279,55 | ||
18 jaar | 236,22 | 295,46 | 304,23 | ||
19 jaar | 267,53 | 343,22 | 353,57 | 369,43 | |
20 jaar | 322,03 | 390,91 | 402,93 | 420,98 | 446,38 |
21 jaar | 402,52 | 450,60 | 464,58 | 485,84 | 496,98 |
Periodiek 1 | 404,52 | 512,72 | 528,73 | 560,95 | 570,54 |
Periodiek 2 | 470,11 | 587.67 | |||
Periodiek 3 | 604.88 |
- in euro per maand
Functiegroep | A | B | C | D | E |
Leeftijd | |||||
16/17 jaar | 910,81 | 1181,55 | 1215,48 | ||
18 jaar | 1027,12 | 1284,68 | 1322,79 | ||
19 jaar | 1163,22 | 1492,33 | 1537,29 | 1606,26 | |
20 jaar | 1400,19 | 1699,66 | 1751,91 | 1830,44 | 1940,88 |
21 jaar | 1750,17 | 1959,24 | 2019,99 | 2112,43 | 2160,83 |
Periodiek 1 | 1758,85 | 2229,29 | 2298,91 | 2439,01 | 2480,70 |
Periodiek 2 | 2044,05 | 2555,23 | |||
Periodiek 3 | 2629,99 |
B1 Loonschaal voor jeugdige werknemers die een Basisberoepsopleiding of Vakopleiding via de Beroepsbegeleidende Leerweg volgen in het kader van de wet Educatie en Beroepsonderwijs
Leeftijd | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | Periodiek 1 | Periodiek 2 |
Weekloon | 215,50 | 235,81 | 256,08 | 296,67 | 337,22 | 402,52 | 440,67 | 470,11 |
Maandloon | 936,98 | 1025,28 | 1113,44 | 1289,92 | 1466,20 | 1750,17 | 1916,03 | 2044,05 |
De vierwekelijkse lonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met
factor 4.
De maandlonen worden berekend door de weeklonen te vermenigvuldigen met factor 4,348.
Het uurloon is het weekloon gedeeld door het in de onderneming normaal geldende aantal
arbeidsuren per week.
De werkgever kent de werknemer vanaf 21 jaar jaarlijks een periodiek toe tot de minimum periodiek behorende bij de functiegroep
Werknemers die een dienstverband zijn aangegaan voor minder dan de in de onderneming normaal geldende arbeidsduur, hebben naar verhouding recht op bovenstaande lonen.
Bijlage 3 | vervallen
Bijlage 4 | vervallen
Bijlage 5 | vervallen
Bijlage 6 | vervallen
Bijlage 7 | vervallen
Bijlage 8 | Model voor een sociaal jaarverslag
A. Stand van zaken in de onderneming
Een beknopt en begrijpelijk overzicht van de stand van zaken in de onderneming. Een terugblik en een prognose. Vermeld kunnen worden: de (index)cijfers van de ontwikkeling van de omzet, van de rentabiliteit, van de loonsom. Eventuele wijzigingen in de organisatie van de onderneming.
B. Personeelsbestand
Cijfers van de personeelsbezetting, wijzigingen daarin.
Promoties, vacatures, ziekteverzuim: globale aanduiding van de ontwikkeling.
C. Beloning personeel
Xxx-xxxxxxxxxxx, veranderingen in de beloningssystematiek, prestatiebeloning.
D. Communicatie
Voorzover van toepassing: relaas van personeelsoverleg, ondernemings- of kernraadvergaderingen, contacten met vakbondsvertegenwoordigers.
E. Resterende gegevens
Pensioen- en spaarregelingen, sociaal fonds in de onderneming, reis- en onkostenvoorzieningen.
Het sociaal jaarverslag wordt niet eerder gepubliceerd dan het verslag aan de aandeelhouders. Overnemen van de gehele of gedeeltelijke inhoud van het jaarverslag in publiciteitsmedia kan alleen met toestemming van de directie.
Bijlage 9 | Cao Stichting Sociaal Fonds
Collectieve Arbeidsovereenkomst regelende de werkgeversbijdrage
aan de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven 1 januari 2018 - 31 december 2022
Tussen:
a. Koninklijke CBM , gevestigd te Haarlem;
hierna gezamenlijk te noemen: De 'Werkgeversverenigingen' of 'Werkgeversorganisaties'; en
b. FNV, gevestigd te Utrecht;
c. CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht;
hierna gezamenlijk te noemen: 'De Vakverenigingen' of 'Werknemersorganisaties';
is overeenkomstig het advies van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
Artikel 1 Werkingssfeer
1. Deze overeenkomst is van toepassing in ondernemingen die uitsluitend of in hoofdzaak één of meer der onder a tot en met g omschreven werkzaamheden uitvoeren.
Voorts is deze overeenkomst van toepassing in afdelingen van een onderneming, die uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de onder a tot en met g genoemde werkzaamheden uitvoeren, tenzij voor het merendeel van het personeel van de onderneming een andere CAO van toepassing is en deze CAO tevens voor de bedoelde afdeling van toepassing is verklaard.
a. het vervaardigen en/of bewerken, herstellen, assembleren, stofferen of met andere materialen bekleden van meubelen of onderdelen daarvan of van aanverwante artikelen (tenzij deze uitsluitend van metaal worden vervaardigd). Onder (onderdelen van) meubelen en/of aanverwante artikelen worden mede verstaan (onderdelen van) school-, kantoor-, keuken-, kerk-, en tuinmeubelen, bedden, waterbedden, wiegen, matrassen en stoelkussens, echter met uitzondering van kinderstoelen en kinderboxen. Onder het bewerken van meubelen of onderdelen daarvan wordt mede verstaan het buigen, draaien, beeldhouwen en dergelijke werkzaamheden. Eén en ander geldt voorzover de genoemde werkzaamheden niet worden verricht als onderdeel van het woninginrichtingsbedrijf of van de confectie-industrie;
b. het vervaardigen en/of herstellen, plaatsen, monteren en stellen van interieurs voor gebou- wen of schepen, met inbegrip van interieurs voor keukens, kerken en van afzonderlijke interieurs voor caravans en dergelijke. Het plaatsen, monteren en/of stellen van keukens valt
onder dit artikel, tenzij deze werkzaamheden gepaard gaan met bouwkundige activiteiten. Het vervaardigen en/of herstellen, plaatsen, monteren en stellen van interieurs voor caravans valt onder dit artikel, tenzij deze werkzaamheden worden verricht als geïntegreerd onderdeel van het totale bouwproces van caravans. Onder vervaardigen wordt mede verstaan het stofferen of met andere materialen bekleden en het behangen van wanden, vloeren en dergelijke, voorzover dit niet geschiedt als onderdeel van het woninginrichtingsbedrijf, het parketvloerenbedrijf, de confectie-industrie of het schildersbedrijf;
c. het vervaardigen en/of herstellen van scheidings- en vouwwanden of onderdelen daarvan, voorzover deze door hun aard, uitvoering en/of wijze van vervaardiging moeten worden gerekend tot of gelijkgesteld met (produkten van) het sub a. en sub b. van dit artikel omschreven meubel- of interieurbouwbedrijf;
d. het vervaardigen en/of herstellen van gymnastiektoestellen of biljarts of onderdelen daarvan;
e. het vervaardigen en/of verwerken van lijsten voor schilderijen en dergelijke artikelen of onderdelen daarvan (waaronder niet begrepen de door de detaillist verrichte encadreerwerk- zaamheden);
f. het vervaardigen, bewerken en/of stofferen van graf- en crematiekisten of onderdelen daarvan;
g. het vervaardigen, bewerken en/of herstellen van muziekinstrumenten, klokkasten, vaste omkastingen van audiovisuele apparatuur, naaimachinekasten, verlichtingsprodukten en dergelijke van hout, of onderdelen daarvan, voorzover deze door hun aard, uitvoering en/of wijze van vervaardiging moeten worden gerekend tot of gelijkgesteld met (produkten van) het sub a. van dit artikel omschreven meubelbedrijf;
Een onderneming wordt geacht zich in hoofdzaak met de genoemde werkzaamheden bezig te houden, indien het aantal daarbij betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers betrokken bij eventuele andere activiteiten van de werkgever.
2. Deze overeenkomst is tevens van toepassing op Samenwerkingsverbanden. Onder 'Samenwerkingsverband' wordt verstaan een door hierboven genoemde ondernemingen opgerichte, regionaal werkende rechtspersoon die ten doel heeft met een (jeugdige) werknemer uit de betrokken regio een arbeidsovereenkomst te sluiten en deze een opleiding te geven volgens de richtlijnen van de landelijke organen zoals genoemd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, wet van 31 oktober 1995, Stb 1995, 501.
3. Deze overeenkomst is tevens van toepassing in de navolgende ondernemingen of haar rechtsopvolgers:
Berkvens Deursystemen Productie B.V. , Bosman en Zn te Enschede, Bruynzeel Multipanel B.V. te Vledderveen, Java deurenfabriek B.V. te Velsen, Kegro Deuren B.V. te Groesbeek, Lambri Industries te Maarssen, Lambri International te Maarssen, Lambri Trade Services te Maarssen alsmede Svedex B.V. en Svedex Deuren B.V. te Varsseveld.
4. Deze overeenkomst is tevens van toepassing in de volgende ondernemingen:
a. de naar Nederlands recht opgerichte rechtspersonen;
b. de niet naar Nederlands recht opgerichte rechtspersoon die a) ingevolge het toepasselijke belastingverdrag ter voorkoming van dubbele heffing wordt geacht in Nederland te zijn gevestigd, én b) voor de toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (wet van 8 oktober 1969, Stb 1969, 469) wordt aangemerkt als binnenlands belastingplichtige;
c. de niet naar Nederland recht opgerichte rechtspersoon die ter zake van de werkzaamheden in Nederland a) ingevolge het toepasselijke belasting verdrag wordt geacht een vaste inrichting dan wel een vaste vertegenwoordiging in Nederland te hebben én b) voor de toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt aangemerkt als buitenlands belastingplichtige.
Tenslotte is deze overeenkomst van toepassing in ondernemingen opgericht na 1 januari 2000
c.q waarvan de daadwerkelijke activiteiten binnen een reeds bestaande vennootschap zijn aangevangen na 1 januari 2000, die ten behoeve van de in lid 1 genoemde ondernemingen een ondersteunende functie hebben en in juridische zin tot dezelfde groep van ondernemingen behoren met uitzondering van ondernemingen waarin uitsluitend of in hoofdzaak werkzaamheden worden verricht als onderdeel van een toonzaal- en/of winkelbedrijf.
Artikel 2 Begripsbepalingen
De Stichting: de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven.
Werkgever: iedere werkgever in de Meubelindustrie en Meubileringsbranche als bedoeld in artikel 1.
Werknemer: eenieder die in een arbeidsverhouding werkzaam is in een onderneming of samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 met uitzondering van bestuurders. Onder bestuurder wordt verstaan de bestuurder in de zin van het Burgerlijk Wetboek van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die op grond van de Handelsregisterwet als bestuurder ingeschreven dient te staan in het Handelsregister.
Artikel 3 Duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2018 en loopt tot en met 31 december 2022.
Artikel 4 Bijdrageregeling
1. a. De bijdrage wordt per kalenderjaar vastgesteld.
b. De werkgever betaalt jaarlijks uiterlijk binnen 4 weken nadat hem de nota is aangeboden aan de Stichting een door het bestuur van de Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven vast te stellen percentage van het inkomen als bedoeld in artikel 5 van deze CAO. De bijdrage is 0,9 % van het inkomen als bedoeld in artikel 5 van deze CAO.
2. Indien in enig jaar geen overeenstemming wordt bereikt omtrent de hoogte van de bijdrage zal gedurende dat kalenderjaar het bedrag van het daaraan voorafgaande kalenderjaar gelden. Deze regeling kan éénmaal achtereenvolgend worden toegepast.
Artikel 4a Inning der bijdrage
Het bestuur van de Stichting kan nadere regels vaststellen betreffende de invordering en het tijdstip van inning der bijdrage.
Artikel 5 Definitie inkomen
Waar sprake is van 'inkomen' wordt hieronder verstaan de bruto verdienste uit arbeid, doch niet de reistijdvergoeding buiten de in de onderneming normaal geldende arbeidsduur en de vergoeding van de reis- en verblijfskosten.
Artikel 6 Doel
1. De Stichting heeft, overeenkomstig de bepalingen van deze CAO ten doel het bevorderen van de goede arbeidsverhoudingen, de werkgelegenheid en scholing, de arbeidsomstandigheden en de bedrijfsgezondheidszorg in de bedrijfstakken, vallende onder de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst regelende de werkgeversbijdrage aan de Stichting Sociaal Fonds Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
2. De Stichting realiseert het in het eerste lid genoemde doel door de subsidiëring dan wel financiering van de kosten verbonden aan:
a. de werkzaamheden van de Stichting Vakraad voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven en haar commissies en instellingen, met dien verstande dat kosten van het eigenlijke CAO-overleg en uitwerking daarvan zijn uitgezonderd:
- de Stichting Vakraad ontwikkelt en implementeert beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarkt;
- de Stichting Vakraad verstrekt algemeen toegankelijke (zakelijke) informatie en voorlichting over de arbeidsvoorwaarden of andere voor de sector relevante voorschriften op arbeidsvoorwaardelijk terrein;
- onder werkzaamheden van de Stichting Vakraad vallen voorts de werkzaamheden van:
- de Aansluitingencommissie: de Aansluitingencommissie oordeelt over haar voorgelegde geschillen inzake de werkingssfeer van de collectieve arbeidsovereenkomsten die tussen werkgevers- en werknemersorganisaties tot stand komen;
- de Commissie Arbeidsomstandigheden: de commissie Arbeidsomstandigheden initieert, begeleidt en voert projecten uit ter verbetering van de arbeidsomstandigheden binnen de bedrijfstak.
b. de werkzaamheden van de Werkgevers- en Werknemersorganisaties, voortvloeiende uit:
- het in bestuurlijke en secretariële zin deelnemen aan de vakopleidingsorganen, welke zich richten op het organiseren, instandhouden en verbeteren van de vakopleidingen binnen de Meubelindustrie;
- het in bestuurlijke zin deelnemen aan instituten die zich richten op:
- de ontwikkeling van (om- her- en bij)scholing in het kader van de employability van werknemers;
- de ontwikkeling van werkgelegenheids- en reïntegratieprojecten die toegankelijk zijn voor werknemers;
- de ontwikkeling van het beroepsonderwijs en de afstemming in opleidingen en examens van het beroepsonderwijs gericht op werknemers;
- het organiseren en instandhouden van verplichtgestelde pensioenregelingen en spaar - en fonds- regelingen ten behoeve van werkgevers en werknemers, voorzover geen sprake is van het eigenlijke cao -overleg.
- de algemene scholing in het kader van de employability en vakopleiding ten behoeve van iedere werknemer;
- de aan de ondernemingen en werknemers in het belang van goede arbeidsverhoudingen te verlenen diensten in het kader van het bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden als vormen van overleg binnen de ondernemingen;
- de algemeen toegankelijke (zakelijke) informatie en voorlichting over de arbeidsvoorwaarden of andere voor de sector relevante voorschriften op arbeidsvoorwaardelijk terrein;
het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten die gericht zijn op de bevordering van arbeidsomstandigheden, arbeidsmarkt, arbeids- en rusttijden, beloning, arbeid en zorg;
- de activiteiten van de 'commissie De Xxxx'. Deze commissie initieert, begeleidt en voert projecten uit ter verbetering van de arbeidsomstandigheden binnen de meubelindustrie.
- het verstrekken van (zakelijke) informatie en voorlichting over de toepassing en uitleg van de WOR en het verrichten van advisering en bemiddeling bij geschillen tussen een werkgever en de ondernemingsraad, c.q. personeelsvertegenwoordiging
c. de werkzaamheden van de instituten voor vakopleiding in de meubelindustrie en meubileringsbedrijven: de activiteiten die in dit kader worden verricht zijn erop gericht werkgevers en werknemers te begeleiden bij deelname van de vakopleiding, de deelname aan de vakopleiding te stimuleren en de kwaliteit van de vakopleiding binnen de meubelindustrie en meubileringsbedrijven, zowel op het niveau van individuele ondernemingen als op bedrijfstakniveau in stand te houden c.q. te verhogen;
x. de werkzaamheden van de volgende instituten:
- Stichting Expertisecentrum Meubel: de stichting initieert, ontwikkelt en voert activiteiten uit op het gebied van om- her- en bijscholing van werknemers die vallen onder deze CAO in het kader van employability; de stichting initieert, ontwikkelt en voert activiteiten uit ten behoeve van werkgelegenheids- en reïntegratieprojecten ter ondersteuning van werkgevers en werknemers; de stichting bevordert het beroepsonderwijs aan werknemers en bevordert de kwaliteit, de onderlinge afstemming en doorstromingsmogelijkheden binnen de vakopleidingen en examens
e. de werkzaamheden van de Stichting in het kader van de uitvoering van de in de statuten, reglementen en CAO genoemde activiteiten;
f. de kosten verbonden aan de afgesloten collectieve ongevallenverzekering ten behoeve van de werkgevers en werknemers;
g. de kosten verbonden aan het ontwikkelen en/of implementeren van beleid specifiek ten behoeve van het uitvoeren van projecten