Contract
Beleidsregels Schuldhulpverlening 2019 gemeente Neder-Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe; gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
gezien de Dienstverleningsovereenkomst Schuldhulpverlening met gemeente Buren;
overwegende, dat het Beleidsplan schuldhulpverlening 2018-2021 ten behoeve van een eenduidige uitvoering van schuldhulpverlening een nadere uitwerking vraagt;
besluit vast te stellen:
Beleidsregels Schuldhulpverlening 2019
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe;
b. inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen bij de gemeente Neder-Betuwe is ingeschreven;
c. schuldhulpverlening: de hulp bij het voorkomen van schulden, oplossen van schulden en de nazorg;
d. verzoeker: persoon die vraagt om schuldhulpverlening;
e. NVVK; de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren;
f. Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;
g. kredietbank: de externe organisatie waarmee het college een overeenkomst heeft gesloten voor de levering van schuldregelingen op het gebied van schuldhulpverlening.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
1. Alle rechtmatig in de gemeente verblijvende inwoners van gemeente Neder-Betuwe van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.
2. Wanneer de inwoner een zelfstandige is, kan hij slechts een verzoek indienen voor schuldhulpverlening, wanneer er geen hulp mogelijk is vanuit het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), dan wel wanneer flankerende hulp naast het Bbz wordt gevraagd.
Artikel 3. Uitvoering
1. Het college verleent aan verzoeker alleen schuldhulpverlening als zij dit noodzakelijk acht. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.
2. Het college bepaalt de noodzaak en de vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, op grond van:
a. zwaarte en/of omvang van de schulden;
b. psychosociale situatie;
x. xxxxxxx en gedrag van verzoeker (motivatie);
d. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.
3. De schuldhulpverlening kan bestaan uit (een combinatie van):
a. Informele ondersteuning en/of budgetadvies geboden door een met dit doel opgeleide vrijwilliger.
b. Budgetbeheer. Het beheren van het inkomen van de verzoeker en het verrichten van betalingen volgens een vastgesteld budgetplan.
c. Aanvraag ( breed) Moratorium. Bij bedreigende schulden kan het college met spoed een verzoekschrift in bij de rechtbank indienen voor een moratorium.
d. Wsnp. Het college geeft een verklaring af (volgens artikel 285 lid f Wsnp). Hierin staat waarom er geen buitenrechtelijke schuldenregeling mogelijk is en wat de verzoeker af kan lossen.
e. Betalingsregeling. Het college bemiddelt tussen de schuldenaar en zijn schuldeiser(s) volgens de richtlijnen van de NVVK. Het doel is een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te realiseren.
f. Schuldregeling. Deze kan bestaan uit twee vormen:
▪ Schuldbemiddeling;
▪ of Schuldsanering.
4. Wanneer het college een product wil aanbieden dat geleverd wordt door de kredietbank, zijn zowel college als verzoeker ten aanzien van dit product gehouden aan het beleid van de kredietbank en de gedragscodes van de brancheorganisatie NVVK waaraan de kredietbank zich conformeert.
5. Tijdens de uitvoering van een schuldregeling (door de kredietbank of door gemeente Buren) wordt de financiële draagkrachtruimte voor de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand op nihil gesteld, mits de verzoeker zich houdt aan de bepalingen uit artikel 4 en er geen andere belemmeringen zijn.
Artikel 4. Verplichtingen
1. Verzoeker verstrekt aan het college alle informatie waarvan hij/zij redelijkerwijs kan weten dat dit van invloed is op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als tijdens het schuldhulpverleningstraject.
2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.
De medewerking bestaat onder andere uit:
a. het nakomen van afspraken en het overleggen van benodigde gegevens;
b. geen nieuwe schulden aangaan;
c. het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst;
d. alles te doen wat binnen de mogelijkheden van verzoeker ligt om zijn situatie te versterken.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen
1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.
2. Voorafgaand aan het in lid 1 bedoelde besluit, krijgt verzoeker de mogelijkheid alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde informatie te verstrekken en/of medewerking te verlenen.
Artikel 6. Weigerings- en beëindigingsgronden
Naast de andere bepalingen in deze beleidsregels kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
1. het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;
2. de schulden niet regelbaar zijn of de schuldenaar niet regelbaar is;
3. de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;
4. op grond van – zo later is gebleken – onjuiste/onvolledige informatie schuldhulpverlening is toegekend, terwijl er geen schuldhulpverlening was geboden als verzoeker wel juiste/volledige informatie had verstrekt;
5. verzoeker zich misdraagt tegenover personen die bijdragen aan het schuldhulpverleningstraject;
6. de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;
7. de schuldenaar niet in staat is zijn eigen financiën te beheren en passende hulp door hem wordt geweigerd;
8. gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, hulpverlening niet (langer) passend is;
9. de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht;
10. xxxxxxxxx zelf hierom verzoekt.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Een verzoeker krijgt altijd informatie, advies en/of een doorverwijzing. Het college kan verdere schuldhulpverlening weigeren als verzoeker:
1. minder dan vijf jaar geleden:
i. te kwader trouw is geweest;
ii. verwijtbaar gedrag toonde waardoor schuldhulpverlening niet succesvol was;
iii. na een Wsnp traject geen schone lei heeft.
2. minder dat drie jaar gelden een traject schuldregeling (minnelijk en/of wettelijk) succesvol heeft doorlopen.
3. minder dan één jaar geleden:
a. een traject schuldregeling (minnelijk en/of wettelijk) tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd;
b. op grond van artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd;
4. minder dan 6 maanden geleden een aanvraag deed die door eigen toedoen niet leidde tot een aanbod voor schuldhulpverlening.
Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
2. In gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist het college.
Artikel 9. Intrekking eerdere beleidsregels en inwerkingtreding
1. De Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Neder-Betuwe, vastgesteld bij collegebesluit van 25 juni 2013, worden ingetrokken.
2. De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2019 treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.
Artikel 10. Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Neder-Betuwe 2019”.
Aldus besloten in de vergadering van …2019, Burgemeester en wethouders van gemeente Neder-Betuwe,
de secretaris,
de burgemeester,
Toelichting op Beleidsregels Schuldhulpverlening 2018
Inleiding algemeen
In het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2018-2021 is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Deze beleidsregels zijn gebaseerd op het beleidsplan.
Achterliggende gedachte is dat er behoefte is aan heldere spelregels. Daardoor weet de burger wat de voorwaarden zijn voor bijvoorbeeld toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden. Daarnaast weet de gemeente hierdoor op haar beurt welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. De gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk valt sinds 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daardoor van belang om regels met betrekking tot toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te gieten.
Toelichting per artikel:
Artikel 1. Begripsbepalingen
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). In artikel 1 van de Wgs staat dat de schuldhulpverlening gericht is op het aflossen van schulden. Het begrip schuldhulpverlening is in de beleidsregels ruimer gedefinieerd, zodat integrale schuldhulpverlening kan worden geboden. De schuldhulpverlening kan zich richten zowel op het voorkomen, beheersbaar maken en/of aflossen van schulden.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder. Hieronder vallen ook kleine zelfstandigen. Zij worden wel geacht zich eerst bij het Bbz te melden. Het Bbz wordt als voorliggende voorziening gezien. Soms kan naast de hulpverlening vanuit het Bbz ondersteuning door schuldhulpverlening gewenst zijn. De medewerker Bbz stemt dit af met de medewerker schuldhulpverlening.
Artikel 3. Uitvoering
In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.
Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden voorbeelden van factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.
In lid 3 wordt beschreven welke vormen van ondersteuning geboden kunnen worden in het kader van het beleidsplan schuldhulpverlening:
a. Informele ondersteuning. Dit kan zowel als zelfstandig traject, voorafgaand, parallel aan of volgend op (als nazorg) een formeel schuldhulpverleningstraject worden geboden.
c. Aanvraag ( breed) Moratorium. Bij bedreigende schulden kan het college met spoed een verzoekschrift in bij de rechtbank indienen voor een moratorium. Als de rechtbank een moratorium aan belanghebbende afgeeft, betekent dit dat:
• de woning niet gedwongen ontruimd kan worden;
• de levering van gas, water en elektra niet mag worden stopgezet
• de zorgverzekering niet kan worden opgezegd of ontbonden.
f. Schuldregeling. Deze kan bestaan uit twee vormen:
o Schuldbemiddeling, waarbij de schuldenaar periodiek spaart voor de schuldeisers. Na drie jaar wordt het restant van de schulden kwijtgescholden;
o of Schuldsanering, waarbij door middel van een saneringskrediet de totale schuldenlast ineens tegen finale kwijting wordt afgekocht, op basis van betaling van een percentage van de totale schuldenlast. Dit gebeurt door het afsluiten van een kredietovereenkomst.
In lid 4 en 5 wordt geregeld dat het beleid van de kredietbank en de gedragscodes van de NVVK ook gelden voor de verzoeker die een product krijgt dat wordt geleverd door de kredietbank.
Lid 5 heeft betrekking op de draagkracht. Xxxxxxx die deelnemen aan een schuldregeling zijn bezig met afbetaling van hun schulden. Hierdoor blijft er een zeer laag inkomen beschikbaar voor het dagelijks leven, omdat al het meerdere bestemd is voor afbetaling van de schulden. Gedurende de looptijd van de schuldregeling komen zij voor bijzondere bijstand in aanmerking, omdat zij geen mogelijkheid hebben om te reserveren voor een bijzondere uitgave.
Artikel 4. Verplichtingen
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van burgers zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient redelijk te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Het college behoudt zich het recht voor in tussentijdse crisissituaties niet actief te handelen. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk. Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Artikel 6. Weigerings- en beëindiginggronden
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd of geweigerd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Van de gronden zoals benoemd, verdienen de grond onder 8 bijzondere aandacht, gelet op de visie zoals neergelegd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening. Daar waar de gemeente Neder-Betuwe staat voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. In dat licht bestaat ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dit dient de medewerker schuldhulpverlening goed te motiveren in de rapportage en beschikking.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
In dit artikel zijn regels gesteld wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten en/of contacten schuldhulpverlening. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd. Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden. Schuldhulpverlening is een breed
begrip. Een traject schuldregeling is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wsnp. De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig.
Artikel 9. Intrekking eerdere beleidsregels en inwerkingtreding
De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013 worden ingetrokken per de datum dat de nieuwe Beleidsregels Schuldhulpverlening 2019 in werking treden.
Artikel 10. Citeertitel Spreekt voor zich.