MEMORIE VAN TOELICHTING.
320 . 3.
Goedkeuring Overeenkomsi mei bijbehoorend Protocol nopens bei gebruik van bereid opium van il Pebr, 1025, enz.
:«<>. 3.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
WKITI M, voornoemd, en den heer A. 1). A. DE KAT ANGE- X.X.XX, Ambtenaar voor Chineesche Zaken in Nederlandsch- Indië, tijdelijk te 't (i t a venhage. De eerste gedelegeerde, die als voorzitter der Raadgevende Opiumcommissie een belangrijk aandeel in de voorbereidende werkzaamheden had gehad, werd tot Voorzitter der Conferentie gekozen.
liet resultaat van deze z.g. Eerste Opiumconferentie is neergelegd in een Overeenkomst en Protocol, welke heide stukken hierbij ter goedkeuring aan de Staten-Generaal worden overgelegd, alsmede in een Slotakte. ') ])e Overeen- konist en het Protocol werden op 11 Februari 1925 door de Conferentie vastgesteld en door alle aanwezige Stalen, be- halve China, geteekend. Tot dusverre zijn Overeenkomst en Protocol alleen bekrachtigd door Groot-Britannië (17 Febr. 1926), welke bekrachtiging eveneens geldt voor Britsch- Indië.
Hij art. 2-'{ van liet Volkenbondverdrag hebben de Leden van den Volkenbond besloten aan den Volkenbond liet alge- meen toezicht op te dragen over den handel in opium' en andere schadelijke middelen! Als gevolg van de in de Eerste Volkenbondsvergadering gevoerde besprekingen werd in 1921 ingesteld de Raadgevende Opiumcomonieeie, waarin lot vertegenwoordiger der Nederlandsche Regeering werd aangewezen de heer \V. G. XXX XXXXXX, oud-chef van den dienst der Opiumregie in Nederlandsch-Indië.
In de afgeloopen jaren heeft deze Commissie geregeld zit- tingen gehouden en ook in de jaarlij ksche Volkenbonds- vergadering stond liet onderwerp bestrijding van het opium- misbruik telkenmale op de agenda. l )
Hoewel de Opiuniconventie reeds in 1912 op de Eerste Opiumoonferentie te 's Gravenhage was tot stand gekomen en opnieuw in 1913 en 1914 een conferentie in verband met dit onderwerp te 's Gravenhage liad plaats gehad, heeft de Conventie feitelijk eerst betcekenis gekregen in de jaren na den oorlog. Vóór den oorlog toch was het Protocol van
25 Juni 1914 tot inwerkingtreding van de Opiuniconventie slechts door enkele Staten geteekend en eerst ten gevolge van de desbetreffende bepalingen in de Vredesverdragen 2) was na het beëindigen van den oorlog het aantal Staten, voor wie de Opiuniconventie van kracht was geworden, belangrijk toegenomen. 3)
Bij de internationale besprekingen, welke in den Volken- bond omtrent de toepassing van de Opiuniconventie werden gevoerd, bleek al spoedig, dat een algemeen verlangen be- stond om, naast versterking en aanvulling van enkele be- palingen der Opiuniconventie, te geraken tot betere en meer doelmatige samenwerking tusschen de betrokken landen bij de bestrijding van het misbruik van narcotica. Aldus werd in de Volkenbondsvergadering van 192:5, op voorstel van de Raadgevende Opiumcommissie, besloten in 1924 twee con- ferenties te houden, welke verschillende onderdeden van het vraagstuk der opiumbestrijding zouden behandelen. De eerste Conferentie, welke op :i November 1:12! te Genève bijeenkwam, had zich bezig te houden met de bestrijding van het gebruik van bereid opium en zou in verband daar- mede uitsluitend samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van die Staten, welke gebieden hebben in het Verre Oosten, waai dit gebruik alsnog bestaat, nl. Britsch-Indië, Frank- rijk, Groot-Britannië, Japan, Nederland, Portugal en Siam, alsmede China. <>p deze Conferentie was de Nederlandsche Regeering vertegenwoordigd door den heer W. G. VAM
1) Voor nadero bijzonderheden omtrent de werkzaamheden van den Volken- bond op dit gebied worde verwezen naar de desbetreffende mededeelingen in do Verslagen van den eersten ondergeteekende over de Volkenl>ondsvcr- gederingen (1920, p. 46 ; 1921, p. CO; 1922, p. 29; 192.1, p. 33 ; 1924, p. 60; 1D2.J, p. 2o), alsmede naa r mededeelingen in het Oranjeboik (Mei 1921 tot October 1922, p.28; October 1922 tot September 1921. p. 23).
2) Zio art. 289 van liet Vredesverdrag van Versailles en overeenkomstige, bepalingen in de andore Vredesverdragen, krarhtens welke ratificatie van liet Vredesverdrag tevens zou inhouden ratificatie, van de Opiumeonventie en onderteckening van hot Protocol tot inwerkingtreding van de Conventie.
3) Zio voor den teg. nwoordigen stand der onderteekeningen en ratificaties der Opiuniconventie Bijlage IV der Memorie van Toelichting.
De Overeenkomst is ie beschouwen als een nadere uitwer- king van Hoofdstuk I I van de Opiumeonventie van 1912 en bevat verschillende bepalingen omtrent de wijze, waarop in die landen, waar het gebruik van bereid opium nog bestaat, de invoer, de bereiding en de verkoop van opium moeten geschieden. Als voornaamste beginselen worden hierbij vooropgesteld, dat de uitvoer van ruw en bereid opium is verboden, zoomede, dat het gebruik van bereid opium niet zal mogen leiden tot het verschaffen van voordeel aan par- ticulieren, maar dat hier uitsluitend sprake zal kunnen zijn van een Staatsmonopolie, zooveel mogelijk onder eigen beheer. Aangezien de regelen, welke te dien itanzien in de overeen- komst worden gesteld, overeenkomen met de thans in Neder- landsch-Indië bestaande regelen, behoeft de overeenkomst geen aanleiding te zijn tot wijziging van de thans in IVeder- landsch-Indië geldende voorschriften.
Als mede van belang mogen hier verder niet onvermeld blijven: het scheppen van een nauwe samenwerking inzake bestrijding van den smokkelhandel tusschen de monopolies van de verschillende landen; het aandringen op — een in Nederlandsch-Indië al toegepaste — anti-opiumpropaganda door middel van onderricht op de scholen en verspreiding van passende literatuur; het in de Conventie aangegeven beginsel van strafbaarstelling van handelaren, die hun prak- tijken uitoefenen van uit een binnen het rechtsgebied van een Regeering gelegen punt, maar wier werkelijke transacties plaats grijpen buiten dat rechtsgebied; en tenslotte de ver- plichting om de op het gebied van de bestrijding van het gebruik van bereid opium heerschende internationale toe- standen periodiek aan een onderzoek te onderwerpen.
Het Protocol, dat aan de Overeenkomst is toegevoegd, is het gevolg van de aandacht, die daaraan in de Tweede Opiumconferentie is geschonken. Hoewel het vraagstuk van het bereid opium feitelijk viel buiten het kader dezer Tweede Conferentie, werd van Amerikaansche zijde sterk aangedrongen, dat die Staten, in wier gebied thans nog het gebruik van bereid opium beslaat, zich zouden ver- binden binnen een zeker aantal jaren dat gebruik geheel te doen verdwijnen. Door de Nederlandsche, Britsche en Fransche delegaties werd hiertegenover opgemerkt, dat afschaffing of te sterke restrictie van den verkoop van Staatsopium, naar de ervaring in verschillende landen had bewezen, zou leiden tot vermeerdering van invoer van gesmokkeld opium, zoodat in het algemeen verbod of te sterke beperking van het opiumgebruik zou beteekenen opbloei van den smokkelhandel en men hiermede allermin-t het doel, dat men zich voor oogen stelde — het werkelijk tegengaan van het gebruik — zou bevorderen, integendeel, het gebruik langs onwettigen weg, met alle daaraan klevende bedenkelijke gevolgen, zou doen toenemen. Met name werd gewezen op de sterke uitbreiding der papavcicultuur in
1) Voor de resultaten der Tweede Conferentie moge worden verwezen naar het gelijktijdig ingediende wetsontwerp tot voorbehoud van de bevoegdheid tot bekrachtiging van het Verdrag met bijl>ehoorend Protocol betreffende do vervaardiging en de bereiding van, alsmede den handel in verdoovende middelen van 19 Fobruari 1925.
320 . 3.
Goedkeuring Overeenkomst axel bijbehooread Protocol nopens bet gebruik van bereid opium van 11 Febr. 1925, ena.
China gedurende <l>' laatste jaren en werd betoogd, «lat, loolang in China geen krachtiger maatregelen werden ge- nomen IHII deze overproductie tenen te gaan, waardoor voor den smokkelhandel steeds grootere hoeveelheden opium be- Bohikbaar blijven, bovenbedoelde maatregelen tol tegengaan van het gebruik van bereid opium neen aanbeveling zouden verdienen. Teneinde te bewijsen, dat de oppositie 'tegen de Amerikaansche voorstellen niel voortsproot uit andere mo- tieven, verklaarden de betrokken delegaties, waaronder ook de Nederlandeche, zich bereid tol onderteekening van het hiernevens ter goedkeuring voorgelegde Protocol. Hierbij verbinden de Verdragstaten zich om, soodra vanwege den Volkenbond zal zijn beslist, dat inderdaad de produceerende landen zullen hebben gezorgd voor de noodige maatregelen om den onwettigen uitvoer van ruw opium te beletten, te komen tot een vermindering van hel gebruik van bereid opium oj) zoodanige wijze, dat binnen een tijdsverloop van
16 jaren na de bovenbedoelde beslissing vanwege den Vol- kenbond, dit gebruik zal zijn verdwenen. Dit Protocol heeft intussohen niet de instemming kunnen verwerven van de Amerikaansche delegatie, welke na ommekomst van 16 jaa r een absoluut verbod had gewenecht, om het even of de onwet- tige uitvoer in de produceerende landen al dan niet be- dwongen zou zijn.
Ten aanzien van het Protocol, dat, in aansluitin g aan de resultaten der Eerste Conferentie, op de Tweede Conferentie werd vastgesteld, worde verwezen naar de toelichting van het in de noot op p . 2 vermelde wetsontwerp.
I n de Slotakte der Eerste Conferentie wordt aan ieder land overgelaten het tijdstip te bepalen, waarop zal kunnen wor- den overgegaan tot invoering van een — inmiddels zooveel mogelijk voor te bereiden — licentiestelsel, waaronder uit-
sluitend aan personen, die daartoe een vergunning hebben verkregen, hel gebruik van beieid opium is toegestaan.
De in die Slotakte vervatte resolutie gaat verder uit vun hel. standpunt , dal de mogelijkheid van invoering van een
stelsel als bedoeld afhankelijk i> van de male, waarin de locale sluikhandel zich heeft ontwikkeld. De opiumpolitiek in Nederlandech-Indië wordt op deselfde ba~is gevoerd.
Gelijktijdig met dit wetsontwerp worden ter griffie van de Tweede Kame r der Slaten-tieiieraal neergelegd de vol- Kende stukken:
1. Processen-verbaal van ih •i r 7de zin ing van :1c Raadgevende Opiumcommissie;
2. Processen-verbaal van dr Eerste en Tweede Opium-
con teren t ie.
De Minister van Buitenlandsche '/.aken,
VAX KARNEBEEK.
De Minister run Arbeid, Handel en Nijverheid,
J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE.
De Minister van Financien,
DE GEER.
De Minister van Koloniën,
K0N1XGSBERGER.
s 320 . 3.
Goedkeuring Overeenkom»! mei bijbehoorend Protocol nopens liet gebruik van bereid opium van II Pebr. 1025, enz.
BIJLAG E I . VERTALING.
OVEREENKOMST.
Hel Britsene Kijk (mei Britsch-Indië), China, Frankrijk, Japan, Nederland, Portugal en Siam,
Va t besloten de onderdrukking, in toenemend* mate en oj) afdoende wijze, van de vervaardiging, den binnenland* schen bande! en bel gebruik van bereid opium ipt stand te brengen, als beoogd in Hoofdstuk II van liet Internationale Opiumverdrag van 23 Januari L912, in bun bezittingen en gebieden in bei Verre Oosten mei inbegrip van verpachte en ónder protectoraai staande gebieden, waar bei gebruik van bereid opium alsnog veroorloofd i>; en
Wenschende om redenen van menschlievendheid en ten- einde bei maatschappelijk en zedelijk welzijn van de betrok- ken volkeren ie verzekeren, alle maatregelen te qemen, welke kunnen strekken om in een zoo kort mogelij ken termijn de onderdrukking van de gewoonte van opiumrooken te ver- wezenlijken :
Besloten hebbende een overeenkomst te sluiten, die ge- noemd internationaal Verdrag aanvult,
Hebben te dien einde tot hun gevolmachtigden benoemd:
(Zie Bijlage 1 run het Ontwerp van iret)
Die, na den tegenwoordigen toestand inzake de toepas- sing van Hoofdstuk IL van genoemd Internationaal <>piun;- verdrag in de hierboven vernielde bezittingen en gebieden in bei Verre Oosten te hebben onderzocht; en
Kennis nemende van bel feit, dat de toeneming van den smokkelhandel in opium in bei grootste gedeelte van de gebieden in bei Verre Oosten sinds de bekrachtiging van het Verdrag in aanzienlijke mate in den weg staal aan de ver- wezenlijking van de onderdrukking, in toenemende male en
<)]> afdoende wijze, van de vervaardiging, den binnenland* schen handel en hei gebruik van bereid opium zooals deze is beoogd in bel Verdrag, en dal deze toeneming zelfs enkele van de reeds voor dil doel genomen maatregelen minder doe!- Iretfeml maaki ; en
Rekeninghoudende mei de verschillende toestanden in de verscheidene landen;
\'a hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden vol- machten te hebben nedergelegd, omtrent de volgende be- palingen zijn overeengekomen:
Artikel I .
1. .Met uitzondering van hetgeen is bepaald in lid •'{ van dit artikel ien aanzien van den verkoop in het klein, zullen de invoet, de verkoop en hei in omloop brengen van opium een staatsmonopolie zijn en het recht ( ipium in ie voeren, te verkoopen en in omloop ie brengen zal niet kunnen worden verpacht, afgestaan of overgedragen aan wien liet ook zij.
"J. De vervaardiging van bereid opium bestemd voor den verkoop zal eveneens het voorwerp moeten zijn van een staatsmonopolie, zoodra de omstandigheden bet zullen toe- laten.
:{. (a) De Regeering zal in die streken, waar de be- stuursoverheid een doeltreffend toezichi kan uitoefenen, een proef moeten nemen met het stelsel waarbij de personen, die gebruiki worden hij den verkoop in het klein en bij liet in
omloop brengen van opium, bezoldigd zullen worden mei een vast salaris en niel mei een provisie van den verkoop.
(b) Overal elders zullen de verkoop in bet klein en het in omloop brengen van opium slechts kunnen geschieden door personen voorzien van een vergunning van de Regeering*.
De bepaling Sub (o) is niet van toepassing, wanneer een stelsel van vergunningen en van rantsoeneering van de ver- bruikers van kracht is en gelijkwaardige of meer afdoende waarborgen geeft. •
i, Artikel II .
De verkoop van opium aan minderjarigen is verboden. Alle mogelijke maatregelen zullen door de Verdragsluitende Mogendheden worden genomen, teneinde te voorkomen, dat de gewoonte van opiumrooken onder minderjarigen zich uitbreidt.
Artikel III .
De toegang tot de opiumkitten is aan minderjarigen ver- boden.
Artikel IV.
De Verdragsluitende Mogendheden zullen zooveel mogelijk liet aantal gelegenheden waar opium in het klein wordt ver- kocht, alsmede in de landen waar deze worden toegelaten het aantal opiumkitten beperken.
Artikel V.
Hel koopen en verkoopen van residu van opium is ver- boden, behalve wanneer het verkocht wordt aan het mono- polie.
Artikel VI.
1. De uitvoer van opium, hetzij ruw of bereid, uit een bezitting of een gebied, waar de invoer van opium bestemd om gerookt te worden wordt in stand gehouden, i- verboden.
2. De doorvoer of het oversehepen van bereid opium is in iedere zoodanige bezitting of in zoodanig gebied verboden.
•'i. Eveneens zal in zoodanige bezitting of in zoodanig gebied verboden zijn de doorvoer of het oversehepen van ruw opium bestemd voor een plaats Kuilen de bezitting of het gebied, tenzij een invoercertificaat, afgegeven door de Rege< ring vaii het land van invoer en dat geacht kan worden voldoende waarborgen te bieden tegen de mogelijkheid van ongeoorloofd gebruik, wordt overgelegd aan de Regeering van de desbetreffende bezitting of het desbetreffend gebied.
Artikel VII.
De Verdragsluitende Mogendheden sullen alle pogingen doen om het gebruik van bereid opium in haar respectieve gebieden te bestrijden door middel van onderricht in de scholen, door het verspreiden van geschriften als anderszins, tenzij zij met het oog op den bij zonderen toestand in die gebieden zoodanige maatregelen ongewenscht oordeelen.
Artikel VUT.
De Verdragsluitende Mogendheden verbinden zich, elkan- der in hare pogingen om te komen tot de onderdrukking van den smokkelhandel hij ie staan door middel van reehtstreek- sche uitwisseling van gegevens en van inzichten tusschen de hoofden van de betrokken diensten.
Bijlagen. 320 . 3. Tweede Kamer.
Goedkeuring Overeenkom»! mei bijbeboorend Protocol nop eng het gebruik van bereid opium»van 11 F< 1925, enz.
Artikel IX.
De Verdragsluitende Mogendheden zullen mei de mees! mogelijke welwillendheid overwegen, of bel mogelijk is, wetgevende maatregelen ie nemen om ongeoorloofde bande* linnen strafbaar te stellen, die door een persoon in haar gebied verblijf houdende werden uitgevoerd in een ander land.
Artikel X .
De Verdragsluitende Mogendheden zullen alle gegevens verschaffen, welke zij kunnen verkrijgen betreffende bel aantal opiumrookers. Deze gegevens moeten ter publicatie aan den Secretaris-Generaal van den Volkenbond worden toegezonden.
Artikel XI.
Deze overeenkomsl is niet van toepassing op opium, dat uitsluitend bestemd is voor geneeskundige en wetenschappe- lijke doeleinden.
Artikel XII .
De Verdragsluitende Mogendheden komen overeen perio- dk'k op tijdstippen, welke zij in gemeenschappfelijk overleg' zullen bepalen, gezamenlijk den toestand te onderzoeken met betrekking tot de toepassing' van Hoofdstuk I I van liet Xxxxxxx van 's-Gravenhage van 23 Januari 1912 en van deze overeenkomst. De eerste bijeenkomst zal uiterlijk in 1929 plaats hebben.
Artikel XIII .
Deze overeenkomst is slechts van toepassing op de bezit- tingen en gebieden in het verre Oosten van de Verdrag- sluitende Mogendheden, met inbegrip van pachtgebieden en onder protectoraat staande gebieden, waarin het gebruik van bereid opium tijdelijk is veroorloofd.
Bij de bekrachtiging zal iedere Verdragsluitende Mogend- hei d kunnen verklaren, dat haar toetreding tot de overeen- komst zich niet uitstrekt tot een of ander gebied, waarover zij slechts een protectoraat uitoefent, en zij zal later tot deze overeenkomst kunnen toetreden voor elk op deze wijze uit- gesloten protectoraat door middel van een kennisgeving van Xxxxxxxxxx, nedergelegd bij den Secretaris-Generaal van den
Volkenbond, die onmiddellijk van deze aederlegging mede» deeling zal doen aan alle andere Verdragsluitende Mogend- beden.
Artiui xrv.
Deze overeenkomsl, waarvan de 1M ansclie en de Engelsche tekst heide als authentiek zullen gelden, zal onderworpen zijn aan bekraeht iging.
He aederlegging van de bekrachtigingen zal zoo spoedig mogelijk geschieden bij het Secretariaat van dun Volkenbond. De overeenkomsl zal eerst in werking treden, wanneer zij door twee Mogendheden zal zijn bekrachtigd. Datum van inwerkingtreding zal zijn de aegentigste dag na do ont- vangsi van de tweede bekrachtiging door den Secretaris- Generaal van den Volkenbond. Daarna zal deze oveiee:i- komst van kiaeht worden voor wal hel relt elk der Verdrag- sluitende Mogendheden negentig dagen na de ontvangst van
hare hokraeht iging.
Deze overeenkomst zal door den Secretaris-Generaal van den Volkenbond geregistreerd worden op den dag waarop zij in werking treedt.
Artikel XV.
Wanneer een van de Verdragsluitende Mogendheden deze overeenkomst zou willen opzeggen, zal van deze opzegging schriftelijk worden kennis gegeven aan den Secretaris- Generaal van den Volkenbond, die onmiddellijk afschrift van deze kennisgeving aan al de andere Mogendheden zal doen toekomen, met vermelding van den datum, waarop hij de kennisgeving heeft ontvangen.
De opzegging zal alleen gevolg hebben ten opzichte van de Mogendheid, die daarvan heeft kennis gegeven, en eerst één jaar nadat de kennisgeving den Secretaris-Generaal zal hebben bereikt.
Ti;x ni.T.iKK WAARVAN de bovengenoemde gevolmachtigden deze overeenkomst hebben onderteekend.
GEDAAN TE GENÈVE, den elfden Februari negentienhonderd vijf en twintig, in een enkel exemplaar, dat bewaard zal blijven in het archief van het Secretariaat van den Volken- bond en waarvan authentieke afschriften zullen worden overgelegd aan alle Verdragsluitende Mogendheden.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 192ö—1926.
io 320. 3.
Goedkeuring Overeenkomst mei bijbehoorend Protocol nopens bei gebruik van bereid opium van 11 Febr, 1925, enz.
BIJLAGE II. VKRTALING.
PROTOCOL.
De ondergeteekenden, vertegenwoordigen van de Staten, die de overeenkomst betreffende hel gebruik van bereid opium, die dezen dag is geteekend. hebben onderteekend, behoorlijk te dien einde gevolmachtigd,
Verlangend de volledige en definitieve uitvoering; te ver- zekeren van de verplichtingen, en tevens de verbintenissen te verstel ken, welke zij hebben aangegaan krachtens de bepalingen van art. VI van het Verdrag van 's-Gravenhage van 1912,
Xxxxxxxxxxxxx van het feit, dat de Tweede Opiumconfe- rentie besloten heeft een Protocol aan te nemen, krachtens hetwelk zekere Mogendheden binnen een tijdsverloop van hoogstens vijf jaar een doeltreffende controle zullen moeten instellen op de voortbrenging, hel in omloop brengen en den uitvoer van ruw opium, teneinde den onwettigen handel te beletten,
Komen overeen omtrent de volgende bepalingen:
Artikel I .
De Staten, die dit Protocol onderteekenen, erkennen, dat de bepalingen van de heden geteekende overeenkomst ter aanvulling strekken van de verplichting, welke de onder- teekenende Staten krachtens art. VI van het Verdrag van 's-Gravenhage van 1912 op zich hebben genomen, en bestemd zijn om de uitvoering' van deze verplichting, welke haar volle kracht en beteekenis behoudt, te vergemakkelijken.
Artikel II .
Zoodra de papaver verbouwende landen de feitelijke uit- voering verzekerd zullen hebhen van de maatregelen, welke noodig zijn om ie voorkomen, dat de uitvoer van ruw opium uit de aan hun gezag onderworpen gebieden een ernstige belemmering vormt voor de vermindering van het verbruik in de landen waar hel gebruik van bereid opium tijdelijk blijft toegestaan, zullen de Staten, die dit Protocol onder- teekenen, de i naai regelen, welke zij reeds overeenkomstig art. V] van het Verdrag van 's-Gravenhage van 1912 hebben genomen, versterken, en indien noodig nieuwe maatregelen nemen, teneinde het verbruik van bereid opium in de aan hun gezag onderworpen gebieden te verminderen op zoo- danige wijze, dat het verbruik in een tijdsverloop van hoogstens vijftien jaar, ingaande op den datum van de in Int volgend artikel bedoelde beslissing, volledig worde onder- drukt.
Artikel III.
Een te dien einde en te gelegetfer tijd door den Raad van den Volkenbond te benoemen commissie zal hebhen te be- slissen, wanneer de daadwerkelijke uitvoering van de in het vorige artikel beduidde maatregelen, welke de papaver ver- j bouwende landen moeien nemen, het in dat artikel bedoelde ' stadium zal hebben bereikt, 'legen de beslissing van deze I commissie zal geen beroep open staan.
Artikel IV.
In geval op eenig oogenblik binnen het tijdsverloop van vijftien jaar, als bedoeld in art. II , een van de Staten, die dit Protocol onderteekenen, mocht bevinden, dat de door de papaver verbouwende landen te nemen maatregelen als bedoeld in genoemd artikel niet langer metterdaad zouden worden uitgevoerd, zal deze Staat bet recht hebben de feiten ondei' de aandacht van den Raad van den Volkenbond te brengen. Wanneer de Raad, hetzij door een rapport van een. door hem benoemde commissie met de opdracht zich na onderzoek over de aangewezen feiten uit te spreken, betzij doormiddel van andere inlichtingen, welke ook, waarover hij zou kunnen beschikken, erkent, dat de aangewezen feiten juist zijn, zullen de betrokken Staten bet recht hebben dit Protocol op te zeggen. In dit geval zal een conferentie van de betrokken Staten onmiddellijk bijeenkomen, teneinde de te nemen maatregelen te onderzoeken.
Artikel,V.
In het jaar, dat vooraf zal gaan aan het afloopen van den termijn van vijftien jaar, bedoeld in art. II , zullen de Staten, die dit Protocol "onderteekenen, in een bijzondere conferentie bijeengekomen, de maatregelen onderzoeken, welke genomen moeten worden ten aanzien van de aan het opiumrooken verslaafde personen,'waarvan de pathologische toestand door de geneeskundige autoriteiten van het betrok- ken land zal zijn vastgesteld.
Artikel VI.
De Staten, die dit Protocol onderteekenen, zullen gezamen- lijk ernaar streven om te komen tot de volledige en defini- tieve onderdrukking van het gebruik van bereid opium. Ten- einde dit doel in een zoo kort mogelijk tijdsverloop te berei- ken, doen deze zelfde Staten, de moeilijkheden erkennende, welke zekere Mogendheden in de tegenwoordige omstandig- hedeu kunnen ondervinden bij het instellen van een afdoend toezicht op de voortbrenging, bet in omloop brengen en den uitvoer van ruw opium, een dringend beroep op de papaver vei houwende landen, teneinde tusschen alle betrokken Staten een oprechte en krachtige samenwerking te verkrijgen, welke een einde zal kunnen maken aan den ongeoorloofden handel.
Artikel VII .
Dit Protocol zal voor ieder van de onderteekenende Staten in werking treden op hetzelfde tijdstip als de overeenkomst betreffende bet gebruik van bereid opium, die heden is ouder- teekend.
Artikel VIII .
Iedere Staat, vertegenwoordigd op de Conferentie waar dit Protocol is opgesteld, kan op ieder oogenblik nadat het in werking is getreden tot dit Protocol toetreden.
Gedaan te Oetiève, den elfden Februari negentienhonderd vijf en twintig.
320 . 3. i
Goedkeuring Overeenkomst mei bijbeboorend Protocol nopens bel gebruik \mi bereid opium van 11 Febr. L92Ö, enz.
BIJLAGE III.
ACTE FINAL.
La Conférence convoquée par Ie Conseil de la Société des Nations, conformément a la. Bésolution adoptée par PAssem- blée de la Société Ie 27 septenibre 0000, x'xxx xxxxxx xx Xxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxx des Nations Ie 3 novembre 1924.
Les Gouvernements dont 1'énumération suit ont pris part a la Conférence pour laquelle ils avaient ilésigné les pléni- poteutiaires ci-après:
(Suivent les noms des déléyués.)
Dans une série de séances, la Conférence a arrêté Ie texte de 1'Accord complémentaire et du Protocole portant la date de ce jour.
La Conférence, a 1'exception de la Délégation chinoise, a en outre adopté la résolution suivante:
,,11 a été signalé ïi la Conféreuce que, dans certains pays, Ie système des licences (ou de 1'enregistrement) et du rationnement avait donné, en ce qui concerne la diminution du nombre des consonimateurs d'opiuin, des résultats efficaces.
,,Mais la Conférence a reconnu que dans d'autres pays, la contrebande qui egale et même dépasse Xx coninierce licite, rend difficile Papplication de ce eystème, et de 1'avis des Gouvernements intéresses, rend même cette Application inutile et parfois dangereuse.
,,En conséquence, la Conférence déclare que la possi- bilité d'adopter ces mesmes ou de les niaintenir dans les territoires oü elles donnent eatkfaction, dépend princi- palenient de Pexten-ion de la contrebande.
,,Elle laisse donc aux Puissances contractantes qui n'ont pas encore appliqué ce système, Ie soin de choisir 1'époque oü les circonstancea permettront de 1'adopter et de prendre, en attendant, toutes mesures prépara- toires qu'elles jugeronl convenables."
Le Beprésentanl de 1'Empire Britannique a déclaré signer Ie Protocole en formulant la déclaration suivante:
,,-Ie déclare que ma signature apposée au présent Protocole est souinise, en ce qui concerne les Proteeto- rats Britanniques, aux conditions figurant a Partiele XII I de L'Accord signé aujourd'hui."
Le Représentant du Portugal, en •signant 1'Accord, a formule les déclarations ci-aprè^:
1) ,,Le Gouvernement portugais, tout en acceptant le principe du monopole, tel qu'il est formule a Partiele ler, ne sYngage en ce qui .concerne la date a laquelle les mesures prévues au premier paragraphe entreront en vigueur, que' sous réserve de la dkposition du para- graphe 2 du même article.
FINA L ACT.
The Conference convened by the Council of tin» League of Nations in accordance witï the Bésolution adöpted by the A-ssembly of the League on September 27th, L923, met in the offices jof the Secrétariat of the League on November 3rd, 1924.
The Governments below enumerated took pari in the Con- ference, for wliicb they had appointed the following pleni- potentiaries:
(Here follow the names of the deleyates.)
At a series of meetings, the Conference drew up the rupplementary Agreement and the Protocol which bear this day's date.
The Conference, witli the exception of the Chinese Delegation, further adopted the following Bésolution:—
,,It bas been pointed out to the Conference that in
-<'ine countries the system of licences (or registratioa) and rationing has been successful in diminishing the number of smokers.
,,At the siime time, the Conference has found that, in other countries, the contraband trade which equals and even surpasses in extent the legitimate trade, rendeis the application of this system difficult, and in the opinion of the Governments in question, useless and in some cases dangerous.
„Accordingly, the Conference declares that the possi- bility of adopting these measures or of maintaining them in tlu>se territories where they ave now working suocessfully, depends principally upon the extent of the contraband trade.
,,It thereforo leaves to the Contracting Powers wliicb liave not yet applied this Bystem the duty of <decting the moment when circumstances will allow of its adoption and of taking in the meantime all such prepa- ratory measures as they may deern expediënt."
The Bepresentative of the British Empire declared that he signed the Protocol subject to the following declara- tion:—
,,I déclare that my signature of this Protocol is subject, in respect of Briti>h Protectorates, to the con- ditions contained in Article XII I of the Agreement signed this day."
The Pepre^entative of Portugal, on signing the Agree- ment. made the following déclarations:—
1) ,,The Portuguese Government, while accepting the principle of a monopoly as formulated in Article I , does so, as regards the moment at which the measures provided for in the first paragrapb thereof shall come into force, subject to the limitation contained in the
«econd paragrapb of the article.
320 . 3.
Goedkeuring Overeenkomst mei bijbel rend Protocol IK.JH ns hel gebruik van bereid opium \an 11 Febr, 192.5, enz.
2) „Le Gouvernement portugais, étant lié par uu contrei conforme aux diapoaittona tic La Convention de La ffaye de X000, xx xxxxxx xxxxxx x exéoution les stipulations du paragraphe I. de 1'article (> du présent Ari ui d, aussi longtemps que les obligations découlant de cc contral persisteront."
Le Représentant de Biam a déclaré ligner l'Accord en formulanl la déclaration raivante:
,,La Délégation Siamoise a recu pour instruotioni de signer l'Accord, réserve Eaite de 1'article .1, paragraphe
;{(ti) relatif a la date ii laquelle cette disposition entrera en vigueur, et réserve faite de 1'article V. La raison de ces réserves a été expliquée par Ie Premier Dél<
de Siam le 14 novembre l!J'-'I. Le Gouvernement Siamoia eapèré mettre en vigueur le Bystème d'enregistrement el de rationnement dans la période de trois ans; a la [in de cette période la réserve en ce qui eoncerne 1'article I, paragraphe ;S (a) deviendra caduque."
2) „The Portuguese Government being bound by a contract ooneistenl with the proviiiona of the Hague Convention of 1912, wïü nol be able to put into opera- limi the provisions of paragraph 1 of Artiole ti of the present Agreement BO long ai its obligations ander this contract are in foroe."
The Elepresentative of Siam declarcd that he signed the Agreemenl aubject to the follöwing déclaration:—
,,The Siamese Delegation is instinct cd to sign the
Agreement under reservation of Art iele 1, paragraph
.'i (<i) with regard to tlio time «hen this proviaion ahall come inin foroe and of Artiole V. The reaaon for these reservations has heen stated by tlie Firsl Delegate of Siam on the lltli November, 1924. Tlie Siamese Government is hoping to put into force the syetem of registration and rationing within the period of three years. After that date, tlie reservation in regard to Ai (iele I, paragraph 3 (a) will fall to the ground."
Bijfagen. 320 . 3. Tweede Kamer. !:! Goedkeuring Overeenkomt! mei bijbeboorend Protocol nop ene bel gebruik van bereid opium van 11 Febr. 192.1, enz,
BIJLAGE IV.
OVERZICHT VAN DE OUDERTEEKEHNGEN M RATIFICATIES VAN DE OPIUMCONVENTIE VAN
23 JANUARI 1912, ALSMEDE VAN DE ONDERTEEKENINGEN VAN HET PROTOCOL TOT INWERKINGTREDING VAN DEZE CONVENTIE VAN 25 JIJNI 1914.
%
(Les ratificationa et les aignoturea en vertu de Varticle 295 da Traite de Paix d< Vertailles ou oVun article analogue d'un autre traite de paix soul marquées dn signe *)
ETATS
Signatures de la Convontion
Signatures Ju Protocole 9 Puissances non reprüsentées a la
Conférence de 1'opium
Elatifications de la
Convention
Signatures du Protocole relaiii' a la mise en vigueur de la Conven- tiou (dates de 1'entrée en vigueur)
ALBAXIE ALLEHAGNX
AMKHIQUE (ETAIS-UXIS D') ARGENTIXE
BOLIVIE | 4 juin | 1913 | ||
BRÉSII | 16 octobre | 1912 | ||
BUI.GAKIE | 2 mars | 1914 | ||
CHILI | 2 juillet | 0000 | ||
X X X X E COLOHBQ | 3 ) | 23 janvier 1912 | 1") janvier | 1918 |
AUTBICHI BELGUJCE Ï)
23 janvier 1912
23 janvier 1912
3 février 192 5
17 octobre 1912
18 juin 1912
3 février
1925 | 3 | février | 1925 |
1920* | 10 | janvier | 1920* |
10 janvier
15 décembre 191:; 11 février 1915
Ui juillet 1920* 16 juillet 1920* 16 juin 1911 14 niai 1919
10 janvier 1920* 10 janvier 1920*
23 décembre 1914 10 janvier 1920*
lü20* | 9 | aoüt | 192U* |
1928 | 18 | mai | 1923 |
KM | | 11 | février | 1915 |
30 | juin |
9 auüt
16 janvier
9 février
26 juin
CoSTA-RlCA | 25 avril | 1912 | Ier | aoül | 1924 | 29 | juillet | 1925 |
C U B A | 8 mal | 1913 | 8 | mars | 1920* | 8 | mars | 1920* |
DABBHABK ;i)
DANTZIG (Vli.LE LIBltE DE)
DOMINICAINE (REP.) . . .
17 déeembre 1912
8 novembre 1921 12 novembre 1912
io juillet
1918 | 21 | octobre | 1921 |
1922 | — | ||
1928 | — |
18 avril
_ juin
ECJUATEUK | 2 juillet | 1912 | 25 | février | 1915 | 23 | auüt | 1928 |
ESPAGHE | 23 octobre | 1912 | 25 | janvier | 1919 | 11 | février | 1921 |
ESTHONIE . . . . '.i janvier L928 20 avril 192:; | — | |||||||
XxXXXX X . . . . 24 avril 1922 L6 mal 0000 | Xxx | xxxxxxxx | 0000 |
XXXXXX 4) . . . .
GlïANDE-ülïETAGXE 5)
23 janvier 1912
23 janvier 1912
10 janvier
1920* | 10 | janvier | 1920* |
1914 | 10 | janvier | 1920* |
15 juillet
1) Sous reserve d'adhésion ou de dénonciation en ce qui concerno lo Con<*o
beige.
2) Sous réserve do 1'approbation du corps législatif de la Colombio.
3) La lignature du Protocole des Puissances non représentées a la Confé- rence, ainsi que la ratifieation ont eu lieu pour lo Uaneniark, 1'Islando et let AntillM danoieee; la sijnatur o du Protocole relatif il la mise en vigueur a cu lieu pour Ie Dancmark et l'Islande séparémcm .
4) Sous réserve J'une ratifieation ou d'une dénonciation évcntuellcment eéparée ei spéciale en ce qui xxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxx xxxxxxxx. Xx Xxxxxx xx xx Xxxxxx Xxxxxxxx ont signé la Conventiou pour les Xouvelles-Hébrides, lo 21 aoüt 1924.
5) Sous réserve de la déclaration suivante:
Lei articles de la présrnto Convention, si elle est ratifiée par lo Gouverne- ment de Sa Majesté Britanniqiie, s'appliqueront I l'Empire (les Indes Britan- niqnee, ii Ccylan, aux Straits Scttlements, il Hon<j-Konj; et I Woi-bai-wi ï. sous tOW les rapports, do la menie facon qu'ils s'appliqtieront au Royaume-Uni do (.lamlo-Bretagno et d'Irlando; mais Ie Gouvernement de Be Majesté Britan- nique se réserve Ie droit de sijjner ou do dénonccr séparément ladite Con- ventinn au nom do tout Dominion, Colonie, Dépcndanco ou Protectorat de Sa Majesté autres quo ceux qui ont été spécifiés.
Handelingen der Staten-Generaal. Bijladen. 1925—1920.
i :i vertu de la réserve nieutiounée ci-dessus, la Grande-Bretagne a signé Xx Xxxxxxxxxx |>our les Dominions, Colonies, Dépendances et Protectorats suivants: Canada, Terre-NeaTe, Nouvelle-Zélande, Bnmei, Chypre, Protectorat do l'Afrique Oriëntale, lies Palkland, Protectorati malais. Gambie, Gibraltar, I fite d'Or, Jamalque, Johore, Kedab, Kelantan, Periii Trangganu, Halte, Nigeria du Nord, Bornéo Mptentrional, Nyaaeeland, Bte-Hélène, Sarawak, Seychelles, BomalUand, Nigeria du Bud, Trinidad, Ouganda, lo 17 decembra 1912; nou» la Xxxxxx xx Xxxxx, Xx 00 xxxxxxx 0000; pour Ia Oolonie de Sierra Leone, Ie Protectorat des Xxx Xxxxxxx et Kllico et Ie Protectorat l' - Dei Balomon, Ie 22 avril 191S; pour Ie Gouvernement du Common- w./it h d'AnetralJe, Ie 23 juin 1913; pour les Dee Fehema i et pour k s trota Cokmiea dee Dei du Vent, lavoir Grenada, Bte-Locie ei Bt-Vineent, lo H novembre HM:!; pour los Dei 8 ma-le-Vent, Ie .'M) janvier 1911: pour Ia (in britanniqne aimi que pour 1. Qondarai britannique, Ie i l Février 1914; pour lo Gouvernement de 1'Afriquo du Sud, Ie 11 mars 1011; pour Xxxxxxxxx, xx
,Xxxxxxxx xx Xxx xx xx Xxxx, Xxxxxxxxx, xx Xxxxxxxxxxx x»«xxxxxxxxxx xx Xxxxxxxxx, Ie 28 mars 1914; pour la C'olonio do Xxxxxxx, Ie t avril 1!>H; pour l'll" de. Xxxxxx (Manrice) ot sis dependancee, lo S avril 1914; pour lei lies Bermndee, lo 11 juillet 101 (•; pour Xx Xxxxxxxxx, lo 21 aoül 1984; pour ICH
NouveUee-HébridM (avec la Franco), Ie 21 aoüt lP2t; puur 1'Irak, !a 20 octobre 1924.
14 320 . 3.
Goedkeuring Overeenkomst mei bijbehoorend Protocol nop eng bel gebruik van bereid opium vnn 11 Fcbr. 1020, <nz.
ETATS
Signatures de la Convention
Signaturen du Protocole des Puissances non représentéet a la Conférence de 1'opium
Ratifications de la Convention
Slgnaturea du Protocole relatif a la miso en rigueur de la Conven- tion (dates de 1'entrée en vigueur)
CRÈCE | 30 | mars | 1920* | 30 | mars | 1920* | |||||
GUATEMALA | 17 | juin | 1912 | 27 | aoüt | 1913 | 10 | janvier | 1920* | ||
HAÏT I | 21 | aoüt | 1912 | 30 | juin | 1920* | 30 | juin | 1920* | ||
HONDURAS | 5 | juillet | 1912 | 29 | aoüt | 1913 | 3 | avril | 1915 | ||
HONGRIE | 26 | juillet | 1921* | 26 | juillet | 1921* | |||||
XXXX.XX | 23 janvier 1912 | 28 | juin | 1914 | 10 | janvier | 1920* | ||||
JAPON | 23 janvier 1912 | 10 | janvier | 1920* | 10 | janvier | 1920* | ||||
LETTONIE | 6 | février | 1922 | 25 | mars | 1924 | |||||
LlBÉRIA | 30 | juin | 1920* | 30 | juin | 1920* | |||||
XxXXXXXXX | 0 | xxxxx | 0000 | ||||||||
XXXXXXXXXX | 18 | juin | 1912 | 21 | xxxx | 0000 | 00 | xxxx | 0000 | ||
MEXIQUB | 15 | mai | 1912 | 2 | avril | 1925 | 8 | mai | 1925 | ||
MONACO | Ier | mai | 1923 | 20 | février | 1925 | 26 | mai | 1925 | ||
NlCAKAiiUA | 18 | juillet 1913 | 10 | novembre 1914 | 3 | novembre 1920* | |||||
NORVEGE | 2 | septembrel913 | 12 | novembre 1914 | 20 | septembre 1915 | |||||
PANAMA | 19 | juin 1912 | 25 | novembre 1920* | 25 | novembre 1920* | |||||
XXXXXXXX | 00 | xxxxxxxx 0000 | |||||||||
XXXX-XXX | 23 | janvier 1912 | 28 | juillet | 1914 | 11 | février | 1915 | |||
PÉROU | 24 | juillet | 1913 | 10 | janvier | 1920* | 10 | janvier | 1920* | ||
PERSE ') | 23 | janvier 1912 | |||||||||
POLOGNE | 10 | janvier | 1920* | 10 | janvier | 1920* | |||||
PORTUGAL | 23 | janvier 1912 | 15 | décembre | 1913 | 8 | avril | 1920* |
ROUMANIE XXXXXX XXXXXXXX
23 janvier | 1912 | 10 | juillet | 1913 | 10 janvier | 1920* | |||
27 | aoüt | 1913 | 17 | avril | 1914 | 13 janvier | 1921 | ||
29 décembre 1913 15 | janvier | 1925 | 15 janvier | 1925 | |||||
10 | janvier | 1920* | 10 janvier | 1920* | |||||
9 mars 1914 3 | avril | 1916 | 10 janvier | 1920* | |||||
10 septembrel912 28 | octobre | 1913 | — |
SERBES, CROATES ET SLOVÈXES
23 janvier 1912
27 décembre 1913
30 juillet 1912
14 septembre 1920*
19 septembre 1922
14 septembre 1920*
(PIIYAUM E DES)
SlAM 5)
SUÈDE 3)
SUISSE *)
TCHrïCOSLOVAQUIE . . . .
URUGUAY VENEZUELA
10 février 1920* 10 février 1920*
1) Snm réserve des articles 15, IC, 17, 18 et 19, (la Perse n'ayant pas de traite avcc la Chine) et du paragraphe aj de 1'artiele 3.
2) Sous réserve des articles 15, 16, 17, 18 et 19, (Ie Siam n'ayant pas de traite avec la Chine).
3) Sous réserve de la déclaration suivante: ,,1,'opium n'étant pas fabriqué en Suède, Ie Gouvernement 6uédois se contentcra pour Ie moment de prohiber
1'importation de 1'opinm préparé, mais se déclare en même tcmps pret » prondrc les mesures visées dans 1'article 8 de la Convention, si 1'expérience en démontre 1'opportunité".
4) Sous réserve de ratification et avec la déclaration qu'il ne sera pas possible au Gouvernement suisse de promulguer les dispositions légales nécts- saires dans Ie délai fiié par la Convention.