TRAC T A TENBLAD
10 (1998) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1998 Nr. 137
A. TITEL
Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx;
Zagreb, 28 april 1998
B. TEKST1)
Agreement on Encouragement and Reciprocal Protection of Investments between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Croatia
The Kingdom of the Netherlands and
the Republic of Croatia, hereinafter referred to as the Contracting Par- ties,
Desiring to strengthen their traditional ties of friendship and to extend and intensify the economic relations between them particularly with respect to investments by the nationals of one Contracting Party in the territory of the other Contracting Party,
Recognizing that agreement upon the treatment to be accorded to such investments will stimulate the flow of capital and technology and the economic development of the Contracting Parties and that fair and equi- table treatment of investment is desirable,
Have agreed as follows:
Article 1
For the purposes of this Agreement:
a) the term ‘‘investments’’ means every kind of asset and more par- ticularly, though not exclusively:
(i) movable and immovable property as well as any other rights in rem in respect of every kind of asset;
(ii) rights derived from shares, bonds and other kinds of interests in companies and joint ventures;
(iii) claims to money, to other assets or to any performance having an economic value;
(iv) rights in the field of intellectual property, technical processes, goodwill and know-how;
(v) rights granted under public law or under contract, including rights to prospect, explore, extract and win natural resources.
b) the term ‘‘nationals’’ shall comprise with regard to either Contract- ing Party:
(i) natural persons having the nationality of that Contracting Party;
1) De Kroatische tekst is niet afgedrukt.
Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx
Het Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx xx
xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Geleid door de wens de van oudsher bestaande vriendschapsbanden tussen hun xxxxxx xx versterken en de economische betrekkingen tussen hen uit xx xxxxxxx en te intensiveren, met name wat betreft investeringen door de onderdanen van de ene Verdragsluitende Partij op het grondge- bied van de andere Verdragsluitende Partij,
In het besef dat overeenstemming omtrent de aan dergelijke investe- xxxxxx toe xx xxxxxx behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Partijen zal stimuleren, en dat een eerlijke en recht- vaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag:
a. wordt onder de term ,,investeringen’’ verstaan: alle soorten vermogens-bestanddelen en in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
i. roerende en onroerende zaken, alsmede andere zakelijke rechten met betrekking tot alle soorten vermogensbestanddelen;
ii. rechten ontleend aan aandelen, obligaties en andere soorten xxxxx- gen in ondernemingen en joint ventures;
iii. aanspraken op geld, op andere vermogensbestanddelen of op iedere prestatie die economische waarde heeft;
iv. rechten op het gebied van de intellectuele eigendom, technische werkwijzen, goodwill en know-how;
v. rechten verleend krachtens het publiekrecht of bij overeenkomst, met inbegrip van rechten tot het opsporen, exploreren, ontginnen en xxxxxx van natuurlijke rijkdommen;
b. omvat de term ,,onderdanen’’ met betrekking tot elk van de Verdragsluitende Partijen:
i. natuurlijke personen die de nationaliteit van de Verdragsluitende Partij hebben;
(ii) legal persons constituted under the law of that Contracting Party;
(iii) legal persons not constituted under the law of that Contracting Party but controlled, directly or indirectly, by natural persons as defined in (i) or by legal persons as defined in (ii).
c) the term ‘‘territory’’ means:
(i) with respect to the Kingdom of the Netherlands the term ‘‘xxxxx- xxxx’’ includes any area adjacent to the territorial sea which, under the laws of the Kingdom, and in accordance with international law, is the exclusive economic zone or continental shelf of the Kingdom, in which it exercises jurisdiction or sovereign rights.
(ii) with respect to the Republic of Croatia the territory of the Repub- lic of Croatia as well as those maritime areas adjacent to the outer limit of the territorial sea including the seabed and subsoil over which the Republic of Croatia exercises sovereign rights and jurisdiction in accordance with international law;
Article 2
Either Contracting Party shall, within the framework of its laws and regulations, promote economic cooperation through the protection in its territory of investments of nationals of the other Contracting Party. Sub- ject to its right to exercise powers conferred by its laws or regulations, each Contracting Party shall admit such investments.
Article 3
1. Each Contracting Party shall ensure fair and equitable treatment of the investments of nationals of the other Contracting Party and shall not impair, by unreasonable or discriminatory measures, the operation, man- agement, maintenance, use, enjoyment or disposal thereof by those nationals. Each Contracting Party shall accord to such investments full physical security and protection.
2. More particularly, each Contracting Party shall accord to such investments treatment which in any case shall not be less favourable than that accorded either to investments of its own nationals or to invest- ments of nationals of any third State, whichever is more favourable to the national concerned.
3. If a Contracting Party has accorded special advantages to nation- als of any third State by virtue of agreements establishing customs unions, economic unions, monetary unions or similar institutions, or on
ii. rechtspersonen die zijn opgericht krachtens het recht van die Verdragsluitende Partij;
iii. rechtspersonen die niet zijn opgericht krachtens het recht van die Verdragsluitende Partij, maar die onder al xxx niet rechtstreeks toezicht staan van natuurlijke personen zoals omschreven onder i) of van rechtspersonen zoals omschreven onder ii);
c. wordt onder de term ,,grondgebied’’ verstaan:
i. wat de Republiek Kroatië betreft, het grondgebied van de Repu- xxxxx Kroatië, alsmede alle aan de buitengrenzen van xx xxxxxxx- xxxxx zee grenzende gebieden, met inbegrip van de bedding en zeebodem waarin de Republiek Kroatië overeenkomstig het inter- nationale recht rechtsmacht en souvereine rechten uitoefent;
ii. wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, omvat de term
,,grondgebied’’ mede alle aan de territoriale zee grenzende gebie- den die, krachtens het recht van het Koninkrijk en overeenkom- stig het internationale recht, tot de exclusieve economische zone of het continentaal plat van het Koninkrijk behoren, en waarin het rechtsmacht of soevereine rechten uitoefent.
Artikel 2
Elke Verdragsluitende Partij bevordert, binnen het xxxxx xxx xxxx wet- ten en voorschriften, de economische samenwerking door middel van de bescherming op haar grondgebied van investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij. Met inachtneming van het recht van elke Verdragsluitende Partij de door haar wetten of voorschriften ver- leende bevoegdheden uit te oefenen, xxxxx xxxx Verdragsluitende Partij dergelijke investeringen toe.
Artikel 3
1. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaar- dige behandeling van de investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij en belemmert niet, door onredelijke of discrimi- natoire maatregelen, xx xxxxxxx, het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door deze onderdanen. Elke Verdragsluitende Partij kent aan die investeringen volledige fysieke zekerheid en bescherming toe.
2. In het bijzonder xxxx xxxx Verdragsluitende Partij aan die investe- xxxxxx een behandeling toe, die in ieder geval niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan investeringen xxx xxxx eigen onderdanen of aan investeringen van onderdanen van een derde Staat, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrokken onderdaan.
3. Indien een Verdragsluitende Partij onderdanen van een derde Staat bijzondere voordelen heeft toegekend uit hoofde van overeenkomsten tot oprichting van douane-unies, economische unies, monetaire unies of
the basis of interim agreements leading to such unions or institutions, that Contracting Party shall not be obliged to accord such advantages to nationals of the other Contracting Party.
4. Each Contracting Party shall observe any obligation it may have entered into with regard to investments of nationals of the other Con- tracting Party.
5. If the provisions of law of either Contracting Party or obligations under international law existing at present or established hereafter be- tween the Contracting Parties in addition to the present Agreement con- tain a regulation, whether general or specific, entitling investments by nationals of the other Contracting Party to a treatment more favourable than is provided for by the present Agreement, such regulation shall to the extent that it is more favourable prevail over the present Agreement.
Article 4
With respect to taxes, fees, charges and to fiscal deductions and exemptions, each Contracting Party shall accord to nationals of the other Contracting Party who are engaged in any economic activity in its ter- ritory, treatment not less favourable than that accorded to its own nation- als or to those of any third State that are in the same circumstances, whichever is more favourable to the nationals concerned. For this pur- pose, however, there shall not be taken into account any special fiscal advantages accorded by that Party:
a) under an agreement for the avoidance of double taxation; or
b) by virtue of its participation in a customs union, economic union or similar institution; or
c) on the basis of reciprocity with a third State.
Article 5
The Contracting Parties shall guarantee that payments relating to an investment may be transferred. The transfers shall be made in a freely convertible currency, without restriction or delay. Such transfers include in particular though not exclusively:
a) profits, interest, dividends and other current income;
b) funds necessary
(i) for the acquisition of raw or auxiliary materials, semi-fabricated or finished products, or
(ii) to replace capital assets in order to safeguard the continuity of an investment;
soortgelijke instellingen, xxx wel op grond van interim-overeenkomsten die tot zodanige unies of instellingen leiden, is die Verdragsluitende Par- tij niet verplicht zodanige voordelen toe xx xxxxxx aan onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij.
4. Elke Verdragsluitende Partij komt alle verplichtingen na die zij is aangegaan met betrekking tot de behandeling van investeringen van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij.
5. Indien naast dit Verdrag de wettelijke bepalingen van één van beide Verdragsluitende Partijen of verplichtingen krachtens internatio- naal recht die thans tussen de Verdragsluitende Partijen bestaan of op een later tijdstip onderling xxxxxx aangegaan, een algemene of bijzon- dere regeling bevatten op grond waarvan investeringen door onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak kunnen maken op een behandeling die gunstiger is xxx in dit Verdrag is voorzien, heeft een dergelijke regeling, in zoverre zij gunstiger is, voorrang boven dit Ver- drag.
Artikel 4
Met betrekking tot belastingen, heffingen, lasten en verminderingen en vrijstellingen van belasting kent iedere Verdragsluitende Partij aan on- derdanen van de andere Verdragsluitende Partij die zich op haar grond- gebied met economische activiteiten bezighouden, een behandeling toe die niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan haar eigen onderdanen of aan die van een derde Staat die zich in dezelfde omstan- digheden bevinden, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrok- xxx onderdanen.
Hierbij wordt evenwel geen rekening gehouden met bijzondere belas- tingvoordelen door die Verdragsluitende Partij toegekend:
a. krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting; of
b. uit hoofde xxx xxxx deelneming aan een douane-unie, economi- sche unie of soortgelijke instelling; of
c. op basis van wederkerigheid met een derde Staat.
Artikel 5
De Verdragsluitende Partijen waarborgen dat betalingen die verband houden met een investering kunnen xxxxxx overgemaakt. De overma- xxxxxx geschieden in vrij inwisselbare valuta, zonder beperking of ver- traging. Deze overmakingen omvatten in het bijzonder, doch niet uitslui- tend:
x. xxxxxxx, interesten, dividenden en andere lopende inkomsten;
x. xxxxxx nodig
i. voor het verwerven van grondstoffen of hulpmaterialen, halffabri- xxxxx of eindproducten, of
ii. om kapitaalgoederen te vervangen teneinde de continuïteit van een investering te waarborgen;
c) additional funds necessary for the development of an investment;
d) funds in repayment of loans;
e) royalties or fees;
f) earnings of natural persons;
g) the proceeds of sale or liquidation of the investment;
h) payments arising under Article 7.
Article 6
Neither Contracting Party shall take any measures depriving, directly or indirectly, nationals of the other Contracting Party of their invest- ments unless the following conditions are complied with:
a) the measures are taken in the public interest and under due proc- ess of law;
b) the measures are not discriminatory or contrary to any undertak- ing which the Contracting Party which takes such measures may have given;
c) the measures are taken against just compensation. Such compen- sation shall represent the genuine value of the investments affected, shall include interest at a normal commercial rate until the date of payment and shall, in order to be effective for the claimants, be paid and made transferable, without delay, to the country designated by the claimants concerned and in the currency of the country of which the claimants are nationals or in any freely convertible currency accepted by the claimants.
Article 7
Nationals of the one Contracting Party who suffer losses in respect of their investments in the territory of the other Contracting Party owing to war or other armed conflict, revolution, a state of national emergency, revolt, insurrection or riot shall be accorded by the latter Contracting Party treatment, as regards restitution, indemnification, compensation or other settlement, no less favourable than that which that Contracting Party accords to its own nationals or to nationals of any third State, whichever is more favourable to the nationals concerned.
Article 8
If the investments of a national of the one Contracting Party are insured against non-commercial risks or otherwise give rise to payment of indemnification in respect of such investments under a system estab-
c. bijkomende gelden nodig voor de ontwikkeling van een investe- ring;
x. xxxxxx voor de terugbetaling van leningen;
e. royalty’s of honoraria;
f. inkomsten uit arbeid van natuurlijke personen;
g. de opbrengst van de verkoop of liquidatie van de investering;
h. betalingen uit hoofde van artikel 7.
Artikel 6
Geen der Verdragsluitende Partijen neemt maatregelen waardoor di- rect of indirect aan onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij hun investeringen xxxxxx ontnomen, tenzij aan de volgende voorwaar- den wordt voldaan:
a. de maatregelen xxxxxx genomen in het algemeen belang en met inachtneming van een behoorlijke rechtsgang;
b. de maatregelen zijn niet discriminatoir of in strijd met enige ver- bintenis die de Verdragsluitende Partij die deze maatregelen neemt, is aangegaan;
c. de maatregelen gaan vergezeld van een billijke schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling dient overeen te komen met de werkelijke waarde van de desbetreffende investeringen, dient rente te omvatten tegen een gewone commerciële rentevoet tot de datum van betaling en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de gerechtigden, zonder vertraging xx xxxxxx betaald en xx xxxxxx xxxxxx overgemaakt naar het door de betrokken gerechtigden aangewezen land en in de valuta van het land waarvan de gerechtigden onderdaan zijn of in een door de gerechtigden aanvaarde vrij inwisselbare valuta.
Artikel 7
Aan onderdanen van de ene Verdragsluitende Partij die verliezen lij- den met betrekking tot hun investeringen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij xxxxxx xxxxxx of een ander gewapend conflict, revolutie, een nationale noodtoestand, opstand, oproer of onge- regeldheden, wordt de laatstbedoelde Verdragsluitende Partij wat resti- tutie, schadevergoeding, schadeloosstelling of een andere regeling be- xxxxx, geen minder gunstige behandeling toegekend xxx die xxxxx die Verdragsluitende Partij toekent aan haar eigen onderdanen of aan xxxxx- xxxxx van een derde Staat, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrokken onderdanen.
Artikel 8
Indien de investeringen van een onderdaan van de ene Verdrag- sluitende Prtij verzekerd zijn tegen niet-commerciële risico’s of xxxxxx- xxxx aanleiding geven tot de betaling van schadevergoeding ter zake van
lished by law, regulation or government contract any subrogation of the insurer or re-insurer or Agency designated by the one Contracting Party to the rights of the said national pursuant to the terms of such insurance or under any other indemnity given shall be recognized by the other Contracting Party.
Article 9
1. Disputes between one Contracting Party and a national of the other Contracting Party concerning an obligation of the former under this agreement in relation to an investment of the latter, shall at the request of the national concerned be submitted to the International Centre for Settlement of Investment Disputes, for settlement by arbitration or con- ciliation under the Convention on the Settlement of Investment Disputes between States and Nationals of other States, opened for signature at Washington on 18 March 1965.
2. As long as the Republic of Croatia has not become a Contracting State of the Convention as mentioned in paragraph 1 of this Article, dis- putes as referred to in that paragraph shall be submitted to the Interna- tional Centre for Settlement of Investment Disputes under the Rules Governing the Additional Facility for the Administration of Proceedings by the Secretariat of the Centre (Additional Facility of Rules).
3. Each Contracting Party hereby gives its unconditional consent to the submission of disputes as referred to in Paragraph 1 of this Article to international arbitration in accordance with the provisions of this Arti- cle.
4. A legal person which is a national of one Contracting Party and which before such a dispute arises is controlled by nationals of the other Contracting Party shall in accordance with Article 25 (2) b) of the Con- vention for the purpose of the Convention be treated as a national of the other Contracting Party.
Article 10
The present Agreement shall apply to investments, made in the xxxxx- xxxx of one of the Contracting Parties, in accordance with its legislation, by investors of the other Contracting Party prior to as well as after the entry into force of the present Agreement. The present Agreement shall however not be applicable to disputes concerning investments which are subject of a dispute settlement procedure under the Agreement on the Protection of Investments between the Socialist Federal Republic of
die investeringen krachtens een bij wet, voorschrift of overheidscontract ingesteld xxxxxxx, wordt de subrogatie van de verzekeraar of de herver- zekeraar of de door de ene Verdragsluitende Partij aangewezen instantie in de rechten van de bedoelde onderdaan, ingevolge de voorwaarden van deze verzekering of krachtens een andere gegeven schadeloosstelling, door de andere Verdragsluitende Partij erkend.
Artikel 9
1. Geschillen die ontstaan tussen de ene Verdragsluitende Partij en een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij betreffende een ver- plichting van eerstbedoelde ingevolge dit Verdrag met betrekking tot een investering van laatstbedoelde, xxxxxx op verzoek van de desbetref- fende onderdaan voorgelegd aan het Internationale Centrum voor Be- slechting van Investeringsgeschillen ter beslechting door bemiddeling of arbitrage krachtens het Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, dat op 18 maart 1965 te Washington D.C. werd opengesteld voor ondertekening.
2. Zolang de Republiek Kroatië niet als Verdragsluitende Staat is toe- getreden tot het in het eerste lid van dit artikel genoemde Verdrag, wor- den de in dat lid bedoelde geschillen voorgelegd aan het Internationale Centrum voor Beslechting van Investeringsgeschillen overeenkomstig de regels betreffende de Aanvullende Voorziening voor de toepassing van procedures door het Secretariaat van het Centrum (Additional Faci- lity of Rules).
3. Elke Verdragsluitende Partij stemt er bij dezen onvoorwaardelijk mee in de in het eerste lid van dit artikel bedoelde geschillen voor te leggen ter internationale arbitrage overeenkomstig de bepalingen van dit artikel.
4. Een rechtspersoon die onderdaan is van de ene Verdragsluitende Partij en die, voordat een dergelijk geschil ontstaat, onder toezicht staat van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij, wordt in overeen- stemming met artikel 25, tweede lid, letter b, van het Verdrag voor de toepassing van het Verdrag behandeld als een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij.
Artikel 10
Dit Verdrag is van toepassing op investeringen van investeerders van de ene Verdragsluitende Partij op het grondgebied van de andere Verdrag- sluitende Partij in overeenstemming met de wetten van laatstgenoemde Verdragsluitende Partij, ongeacht of deze vóór of na de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn gedaan. Dit Verdrag is evenwel niet van toepassing op geschillen die onderworpen zijn aan een procedure ter regeling van geschillen krachtens de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Neder-
Yugoslavia and the Kingdom of the Netherlands of 16 February 1976. In that case the latter Agreement shall continue to apply to these invest- ments, as far as it concerns the disputes referred to, until a final settle- ment for these disputes has been reached.
Article 11
Either Contracting Party may propose the other Party that consulta- tions be held on any matter concerning the interpretation or application of the Agreement. The other Party shall accord sympathetic considera- tion to the proposal and shall afford adequate opportunity for such con- sultations.
Article 12
1. Any dispute between the Contracting Parties concerning the inter- pretation or application of the present Agreement, which cannot be set- tled within a reasonable lapse of time by means of diplomatic negotia- tions, shall, unless the Contracting Party have otherwise agreed, be submitted, at the request of either Contracting Party, to an arbitral tribu- nal, composed of three members. Each Contracting Party shall appoint one arbitrator and the two arbitrators thus appointed shall together appoint a third arbitrator as their chairman who is not a national of either Contracting Party.
2. If one of the Contracting Parties fails to appoint its arbitrator and has not proceeded to do so within two months after an invitation from the other Party to make such appointment, the latter Contracting Party may invite the President of the International Court of Justice to make the necessary appointment.
3. If the two arbitrators are unable to reach agreement, in the two months following their appointment, on the choice of the third arbitra- tor, either Contracting Party may invite the President of the International Court of Justice, to make the necessary appointment.
4. If, in the cases provided for in the paragraphs (2) and (3) of this Article, the President of the International Court of Justice is prevented from discharging the said function or is a national of either Contracting Party, the Vice-President shall be invited to make the necessary appoint- ments. If the Vice-President is prevented from discharging the said func- tion or is a national of either Contracting Party the most senior member of the Court available who is not a national of either Party shall be invited to make the necessary appointments.
xxxxxx en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië inzake de bescherming van investeringen, ondertekend op 16 februari 1976. In een dergelijk geval blijft laatstgenoemde Overeenkomst, voor zover deze betrekking heeft op de desbetreffende geschillen, van toepassing op deze investeringen totdat een definitieve regeling voor deze geschillen is getroffen.
Artikel 11
Elk van beide Verdragsluitende Partijen kan aan de andere Verdrag- sluitende Partij voorstellen overleg te plegen over een aangelegenheid betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag. De andere Verdragsluitende Partij neemt dit voorstel in welwillende overweging en biedt passende gelegenheid voor een dergelijk overleg.
Artikel 12
1. Enig geschil tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de uit- legging of de toepassing van dit Verdrag dat niet binnen een redelijke termijn langs diplomatieke weg xxx xxxxxx beslecht, wordt, tenzij de Verdragsluitende Partijen anders zijn overeengekomen, op verzoek van één van beide Verdragsluitende Partijen voorgelegd aan een uit drie leden samengesteld scheidsgerecht. Elke Verdragsluitende Partij benoemt één scheidsman en de twee aldus benoemde scheidslieden benoemen xx xxxxx een derde scheidsman, die geen onderdaan van een der Verdrag- sluitende Partijen is, tot hun voorzitter.
2. Indien één van beide Verdragsluitende Partijen nalaat haar scheids- man te benoemen en indien zij binnen twee maanden geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Verdragsluitende Partij tot deze benoeming over te gaan, kan de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij de president van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzake- lijke benoeming te verrichten.
3. Indien de beide scheidslieden niet binnen twee maanden na hun benoeming overeenstemming kunnen bereiken over de keuze van de derde scheidsman, kan elk der Verdragsluitende Partijen de president van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
4. Indien in de in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde gevallen de president van het Internationale Gerechtshof verhinderd is genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen, wordt de vice-president verzocht de noodza- kelijke benoemingen te verrichten. Indien de vice-president verhinderd is de genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van één van beide Verdragsluitende Partijen, wordt het lid van het Gerechtshof dat de hoogste anciënniteit heeft, beschikbaar is en geen onderdaan is van één der Verdragsluitende Partijen, verzocht de noodzakelijke benoeming te verrichten.
5. The tribunal shall decide on the basis of respect for the law. Before the tribunal decides, it may at any stage of the proceedings propose to the Contracting Parties that the dispute be settled amicably. The forego- ing provisions shall not prejudice settlement of the dispute ex aequo et xxxx if the Parties so agree.
6. Unless the Contracting Parties decide otherwise, the tribunal shall determine its own procedure.
7. The tribunal shall reach its decision by a majority of votes. Such decision shall be final and binding on the Contracting Parties.
Article 13
As regards the Kingdom of the Netherlands, the present Agreement shall apply to the part of the Kingdom in Europe, to the Netherlands Antilles and to Aruba, unless the notification provided for in Article 14, paragraph (1) provides otherwise.
Article 14
1. The present Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date on which the Contracting Parties have notified each other in writing that their constitutionally required proce- dures have been complied with, and shall remain in force for a period of fifteen years.
2. Unless notice of termination has been given by either Contracting Party at least six months before the date of the expiry of its validity, the present Agreement shall be extended tacitly for periods of ten years, whereby each Contracting Party reserves the right to terminate the Agreement upon notice of at least six months before the date of expiry of the current period of validity.
3. In respect of investments made before the date of the termination of the present Agreement the foregoing Articles shall continue to be effective for a further period of fifteen years from that date.
4. Subject to the period mentioned in paragraph (2) of this Article, the Kingdom of the Netherlands shall be entitled to terminate the applica- tion of the present Agreement separately in respect of any of the parts of the Kingdom.
5. On the day of entry into force of the present Agreement, the Agree- ment on the Protection of Investments between the Socialist Federal Republic of Yugoslavia and the Kingdom of the Netherlands of 16 February 1976 shall be terminated, except for the purpose of settle- ment of existing disputes as referred to in Article 10 of the present Agreement.
5. Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elke stand van het geding een minnelijke schikking van het geschil aan de Verdragsluitende Partijen voorstellen. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan regeling van het geschil ex aequo et xxxx, indien de Verdragsluitende Partijen dit overeenkomen.
6. Tenzij de Verdragsluitende Partijen xxxxxx xxxxxxxxx, stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.
7. Het scheidsgerecht neemt zijn beslissing bij meerderheid van stem- men. Deze beslissing is onherroepelijk en bindend voor de Verdrag- sluitende Partijen.
Artikel 13
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden is dit Verdrag van toepas- sing op het xxxx van het Rijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba, tenzij anders is bepaald in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde mededeling.
Artikel 14
1. Dit Verdrag treedt in xxxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun grondwettelijk vereiste pro- cedures is voldaan, en het blijft xxx xxxxxx gedurende een tijdvak van vijftien jaar.
2. Tenzij ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldig- heidsduur door een van beide Verdragsluitende Partijen mededeling van beëindiging is gedaan, wordt dit Verdrag telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar, waarbij elke Verdragsluitende Partij zich het recht voorbehoudt dit Verdrag te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
3. Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan vóór de datum van beëindiging van dit Verdrag, blijven de voorgaande artikelen xxx xxxxxx gedurende een tijdvak van vijftien jaar vanaf die datum.
4. Met inachtneming van de in het tweede lid van dit artikel ge- noemde termijn is het Koninkrijk der Nederlanden gerechtigd de toepas- sing van dit Verdrag ten aanzien van een xxxx van het Koninkrijk afzon- derlijk te beëindigen.
5. Op de dag van inwerkingtreding van dit Verdrag wordt de Over- eenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië inzake de bescherming van investe- xxxxxx, ondertekend op 16 februari 1976, beëindigd, behalve ten aanzien van de regeling van bestaande geschillen bedoeld in artikel 10 van dit Verdrag.
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned representatives, duly au- thorized thereto, have signed the present Agreement.
DONE in duplicate at Zagreb on April 28th 1998, in the Netherlands, and Croatian and English languages, the three texts being equally au- thentic. In case of difference of interpretation the English text will pre- vail.
For the Kingdom of the Netherlands
(sd.) X. X. XXXXXXXXX
For the Republic of Croatia
(sd.) NENAO XXXXXX
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Zagreb op 28 april 1998 in de Nederlandse, de Kroatische en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in uitlegging is de Engelse tekst door- slaggevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) X. X. XXXXXXXXX
Voor de Republiek Kroatië
(w.g.) XXXXX XXXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag xxx xxxxxx gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 14, eerste lid, in xxxxxxx xxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun grondwettelijke vereiste procedures is voldaan.
J. GEGEVENS
Van het op 18 maart 1965 xx Xxxxxxxxxx tot stand gekomen Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, naar xxxx Verdrag in artikel 9, eerste lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1966, 152; zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 126.
Het Internationale Centrum voor Beslechting van Investerings- geschillen, naar xxxx Centrum ondermeer in artikel 9, eerste lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is opgericht bij het hierboven genoemde Verdrag van 18 maart 1965.
Van de op 16 februari 1976 te Belgrado tot stand gekomen Xxxxxxx- xxxxx tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Fede- ratieve Republiek Joegoslavië inzake de bescherming van investeringen, naar xxxxx Overeenkomst ondermeer in artikel 10, eerste lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1976, 40; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 278.
Van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationaal Gerechtshof, naar xxxx Hof wordt verwezen in artikel 12 van het Verdrag, is de tekst geplaatst in Trb. 1971, 55 en is de herziene vertaling geplaatst in Trb. 1987, 114; zie ook Trb. 1997, 106.
Uitgegeven de twaalfde juni 1998.
De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,
X. X. XXXXXXXX
TRB1931
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1998